Zeecontainervervoervoorwaarden
Zeecontainervervoervoorwaarden
Opgesteld ten behoeve van de Alliantie van Zeecontainervervoerders en de Ver- eniging van Zeecontainervervoerders (VZV) en mede namens Transport en Lo- gistiek Nederland gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Rotterdam op
1 mei 2005, nummer 46/2005.
Zeecontainervervoervoorwaarden 2005
Opgesteld ten behoeve van de Alliantie van Zeecontainervervoerders en de Vereniging van Zeecontainervervoerders (VZV) en mede namens Transport en Logistiek Nederland gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Rotterdam op 1 mei 2005.
Artikel 1 : Definities
In deze voorwaarden wordt verstaan onder:
1. AVC: De Algemene Vervoercondities 2002, zoals laatstelijk vastgesteld door de sVa/Stichting Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
2. CMR: Het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goede- ren over de weg(Génève 1956), zoals aangevuld door het protocol van 1978.
3. Algemene Tankvervoercondities: De Algemene Tankvervoercondities voor het ver- voer van bulkgoederen over de weg, zoals laatstelijk vastgesteld door de sVa/Stichting Vervoeradres en gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam en Rotterdam.
4. Container: Een container die goedgekeurd en geschikt is voor het vervoer van zaken over de zee en de weg met uitzondering van containers voor het vervoer van afvalstof- fen.
5. Afzender: De contractuele wederpartij van de vervoerder.
6. Geadresseerde: Xxxxxx die uit hoofde van de vervoerovereenkomst jegens de ver- voerder het recht heeft op aflevering van de zaken.
7. Vervoerder: Xxxxxx die zich jegens de afzender tot het vervoer heeft verbonden.
8. Inontvangstneming: Het moment waarop de container, al dan niet in beladen staat, op het vervoermiddel is geplaatst en vastgezet en deze door de vervoerder daadwerkelijk ten vervoer is aanvaard.
9. Aflevering: Het moment waarop de vervoerder de container, al dan niet in beladen staat, losgereed meldt bij de geadresseerde en deze de container en/of de lading in de container daadwerkelijk in ontvangst neemt.
10. Laadtijd: De tijd gelegen tussen het moment waarop de vervoerder zich laadgereed meldt op de overeengekomen tijd op het overeengekomen laadadres en het moment waarop de deuren, dan wel de zeilen van de op het voertuig geplaatste en vastgezette container zijn gesloten en de vrachtbrief en, indien van toepassing, de overige documen- tatie aan de vervoerder ter hand is gesteld en de vervoerder vrij is om van het laadadres te vertrekken.
11. Lostijd: De tijd gelegen tussen het moment waarop de vervoerder zich losgereed meldt bij de geadresseerde dan wel op het door de afzender aangegeven afleveradres en het moment waarop de container dan wel de in de container vervoerde zaken zijn gelost en de vervoerder vrij is om van het losadres te vertrekken.
12. Laad – en lostijden bij een depot of een terminal worden gerekend vanaf het tijd- stip dat de vervoerder het terrein van het depot of de terminal oprijdt totdat de vervoer- der het terrein weer verlaat. Het afhandelingsysteem van het depot dan wel van de ter- minal dient als bewijs.
13. De vrachtbrief: Het document als bedoeld in artikel 1 lid 4 AVC of artikel 4 CMR opgemaakt in tenminste drie oorspronkelijke exemplaren waarvan een exemplaar (bewijs van ontvangst) bestemd is voor de afzender, een exemplaar (bewijs van aflevering) be- stemd is voor de vervoerder en een exemplaar bestemd is voor de geadresseerde.
14. Terminal: Een laad-, los, of overslagpunt aansluitend op een spoor-, verkeer-, lucht- of scheepvaarttraject, waar de zaken moeten worden in ontvangstgenomen dan wel afgeleverd.
15. Depot: Verzamelplaats van lege containers, waar de vervoerder, hetzij in eigen be- heer, hetzij in opdracht van de afzender containers moet ophalen en/of afleveren in het kader van het overeengekomen vervoer.
16. Overmacht: omstandigheden, voor zover een zorgvuldige vervoerder deze niet heeft kunnen vermijden en voor zover zulk een vervoerder de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
Artikel 2 : Werkingssfeer
1. Op het binnenlands vervoer over de weg van containers zijn naast deze Zeecontainer- vervoervoorwaarden de AVC van toepassing, voor zover daarvan in deze voorwaarden niet wordt afgeweken. Op het binnenlands vervoer van tankcontainers zijn aanvullend de Algemene Tankvervoercondities van toepassing.
2. Bij grensoverschrijdend vervoer van containers is het CMR van toepassing, evenals de met het CMR niet strijdige bepalingen van de voorwaarden zoals vermeld in lid 1 van dit artikel.
3. Op alle douanehandelingen ten behoeve van de afzender zijn van toepassing de Ne- derlandse Expeditievoorwaarden gedeponeerd ter griffie van de rechtbank te Amsterdam, Arnhem, Breda en Rotterdam op 1 juli 2004, met uitsluiting van het bepaalde in artikel 23 van deze voorwaarden.
Artikel 3 Verplichtingen van de afzender en de geadresseerde.
De afzender is verplicht ervoor te zorgen dat:
1. Bij het aangaan van de vervoerovereenkomst deze schriftelijk aan de vervoerder wordt bevestigd;
2. De vervoerder tijdig overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 1a van de AVC de benodigde gegevens en instructies ontvangt;
3. De vervoerder bij de opdrachtverstrekking wordt meegedeeld of in de ten vervoer meegegeven container zich zaken bevinden die vallen onder enige regeling betreffende gevaarlijke stoffen en/of afvalstoffen, een en ander onder mededeling van de eventueel van toepassing zijnde gevarenklasse.
4. De te vervoeren zaken met de eventueel benodigde documenten op de overeengeko- men plaats en wijze ter beschikking van de vervoerder worden gesteld; dat de vervoer- der in staat gesteld wordt zijn controleverplichting uit hoofde van het bepaalde in artikel 6 van de AVC uit te voeren en dat medewerking wordt verleend aan alle vaststellingen die in dat kader door de vervoerder worden gedaan.
5. Binnen de in artikel 8 genoemde termijnen de ten vervoer aangeboden container op het vervoermiddel wordt geladen dan wel dat de overeengekomen zaken in de container worden geladen;
6. De in opdracht van afzender te vervoeren container in alle opzichten voldoet aan de van overheidswege met betrekking tot het vervoer gestelde vereisten. Bij een opdracht tot afhalen van een lege container bij een depot of een terminal is bovenstaande even- eens van toepassing.
Indien het de bedoeling is dat in de container zaken worden geladen zorgt afzender er- voor dat aan de vervoerder een gebruiksklare container wordt meegegeven in verband met het te verrichten vervoer. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen rust op de vervoerder niet de verplichting de container te (doen) reinigen.
7. De container door of vanwege de afzender deugdelijk wordt beladen, gestuwd, ge- plaatst en vastgezet tenzij schriftelijk anders is overeengekomen. Indien geen andere afspraak is gemaakt wordt (hulp bij) belading en lossing niet onder verantwoordelijkheid van de vervoerder verricht;
8. De geadresseerde of ontvanger de vervoerde zaken binnen de tijd genoemd in artikel 8 lid 1 van deze voorwaarden lost en de vrachtbrief voor ontvangst van de zaken tekent. Daarnaast is de geadresseerde verplicht de vervoerder desgevraagd behulpzaam te zijn bij herstuwage indien na lossing van een deellading uit het vervoermiddel blijkt dat bela- ding en stuwage van de overige lading gebrekkig en/of niet meer conform geldende wet- geving is, tenzij anders is overeengekomen of uit de aard van het overeengekomen ver- voer, in aanmerking genomen de te vervoeren zaken en het ter beschikking gestelde voertuig, anders voortvloeit.
9. In die gevallen waarin de vervoerder een vervoermiddel en/of container bij de afzen- der, geadresseerde of ontvanger dient achter te laten deze op eerste verzoek aan de vervoerder wordt teruggegeven in de staat waarin deze zich ten tijde van de in ont- vangstneming door de afzender, geadresseerde of ontvanger zich bevond behoudens slijtage bij normaal gebruik.
10. De overeengekomen vracht op voet van het bepaalde in artikel 7 AVC wordt betaald binnen de overeengekomen termijn dan wel, bij gebreke van een overeengekomen ter- mijn, binnen een redelijke termijn.
Artikel 4: Aansprakelijkheid van en vrijwaring door de afzender.
1. De afzender is aansprakelijk voor de door de vervoerder geleden schade, voorzover deze in redelijkheid toegerekend kan worden aan de afzender in verband met het niet nakomen van zijn verplichtingen uit deze voorwaarden en de voorwaarden als bedoeld in artikel 2 van deze voorwaarden.
2. De afzender is gehouden de vervoerder te vrijwaren voor vorderingen van derden die verband houden met het niet nakomen van verplichtingen van de afzender als bedoeld in het eerste lid van dit artikel.
3. Indien de afzender zijn verplichtingen niet tijdig nakomt heeft de vervoerder het recht de uitvoering van de overeenkomst op te schorten totdat de afzender alsnog aan zijn verplichtingen heeft voldaan.
Artikel 5: Verplichtingen van de vervoerder
De vervoerder is, behoudens overmacht, verplicht:
1. De ten vervoer ontvangen zaken binnen een redelijke termijn ter bestemming af te leveren in de staat waarin hij deze heeft ontvangen. Indien een termijn van aflevering is overeengekomen dient binnen deze termijn afgeleverd te worden.
2. De uiterlijk goede staat van de te vervoeren zaken te controleren en eventuele bemer- kingen op de vrachtbrief of een interchange te vermelden. Het bepaalde in artikel 6 AVC is hierbij onverkort van toepassing.
3. Bij in ontvangstneming van een verzegelde container te controleren of de verzegeling aanwezig en intact is en het kenmerk van het zegel op de vrachtbrief te vermelden. Wanneer bij deze controle blijkt dat het zegel is verbroken is de vervoerder verplicht de afzender daarover te informeren en deze om instructies te vragen.
De vervoerder is verplicht het vertrek van het voertuig op te schorten totdat de afzender nadere instructies geeft voor vertrek van het voertuig.
Wanneer het voertuig onderweg is en de vervoerder constateert dat het zegel verbroken is, is de vervoerder verplicht de afzender en de douane te informeren en op de vracht- brief in te vullen op welke datum en tijd de verbreking is geconstateerd.
Indien de opdrachtgever niet bereikbaar is neemt de vervoerder de maatregelen die re- delijkerwijs, gelet op de omstandigheden van het geval, van hem kunnen worden ver- wacht.
4. Bij koel-/vriesvervoer indien mogelijk overeenkomstig de instructies van de opdracht- gever te controleren of de in de vrachtbrief en/of opdrachtbevestiging vermelde instruc- ties met betrekking tot de temperatuur van de lading overeenstemmen met de tempera- tuurregistratie en/of met de aanduiding op de koelinstallatie van de container.
Indien controle onmogelijk is en bij afwijkingen is de vervoerder verplicht een en ander op de vrachtbrief aan te tekenen en/of de afzender in kennis te stellen.
5. Bij aflevering de ontvanger de vrachtbrief voor ontvangst te laten tekenen en het voor de ontvanger bestemde exemplaar van de vrachtbrief aan hem te overhandigen.
6. Om binnen de tijd genoemd in artikel 8 de geadresseerde of ontvanger, dan wel een door deze aan te wijzen derde in staat te stellen de lading te inspecteren, tenzij er spra- ke is van een verzegelde lading. De eventuele gevolgen van verbreking van de verzege- ling door de ontvanger komen niet voor rekening en risico van de vervoerder.
7. Een deugdelijke administratie bij te houden van de ten vervoer in ontvangst genomen en afgeleverde zaken en de daarop betrekking hebbende (kopieën van de) vrachtbrieven te bewaren tot tenminste 3 jaar na aflevering.
8. Zijn aansprakelijkheid op grond van deze voorwaarden deugdelijk te verzekeren.
9. Afhankelijk van de overeengekomen werkzaamheden de tekst van de voorwaarden genoemd in artikel 2 lid 1 en lid 3 aan de afzender te overhandigen tenzij de vervoerder mag aannemen dat de afzender bekend is met de voorwaarden.
Artikel 6 Aansprakelijkheid van de vervoerder.
1. De vervoerder is op voet van de in artikel 2 genoemde voorwaarden aansprakelijk in- dien hij zijn verplichtingen op grond van de vervoerovereenkomst niet nakomt.
Indien de Algemene Tankvervoercondities op het vervoer van toepassing zijn geldt het bepaalde in artikel 7 van de Tankvervoercondities slechts indien deze bepaling uitdrukke- lijk wordt overgenomen op de vrachtbrief of in een ander geschrift dat betrekking heeft op de desbetreffende vervoerovereenkomst(en).
2. Indien de vervoerder betrokken is bij douane handelingen, zoals het opmaken van documenten het presenteren van documenten aan derden en het verrichten van alle ove- rige handelingen met betrekking tot de douaneafwikkeling, zijn op deze handelingen de Nederlandse Expeditievoorwaarden als bedoeld in artikel 2 lid 3 van deze voorwaarden van toepassing en is de vervoerder voor wat die handelingen betreft op voet van deze voorwaarden aansprakelijk.
3. De aansprakelijkheid van de vervoerder is bij het binnenlands vervoer en binnenlandse op- en overslag beperkt tot € 3.40 per kilogram vermiste of beschadigde zaken met het absoluut maximum van een nader tussen partijen bij het sluiten van de vervoerovereen- komst nader overeen te komen bedrag. Is een zodanig bedrag niet overeengekomen, dan is het hierboven bedoelde maximum niet van toepassing, een en ander met dien verstande, dat de schade evenwel niet meer zal bedragen dan de factuurwaarde van de zaken op het moment van inontvangstneming hiervan door de vervoerder.
Artikel 7 Afleveringsbeletsel.
Indien er zich omstandigheden voordoen die aflevering van de zaken beletten of verhin- deren, is de vervoerder verplicht een en ander aan de afzender te melden en instructies te vragen zulks onverminderd het bepaalde in artikel 8 van deze voorwaarden en artikel 19 en 21 van de AVC.
Artikel 8 Laad- Lostijden.
1. Afzender en geadresseerde zijn verplicht binnen een redelijke laadtijd resp. lostijd het vervoermiddel te laden resp. te lossen, onverminderd het bepaalde in artikel 21 AVC
Met betrekking tot de laad- en lostijden maken partijen nadere afspraken wat bij het overeengekomen vervoer als redelijke laad- of lostijd wordt beschouwd. Bij ontbreken van een overeenkomst als hierboven bedoeld geldt een tijd van 30 minuten
Bovenstaande geldt eveneens indien er ingevolge de opdracht van de afzender containers moeten worden geladen en gelost bij een depot of een terminal.
2. Wanneer bij aankomst op het laad- en/of het losadres blijkt dat de vervoerder in ver- band met douaneformaliteiten nog moet wachten of handelingen moet verrichten voordat hij vrij is om met de rit te beginnen en/of te vertrekken van het losadres valt de tijd die
daarmee gemoeid is onder de laad-/lostijd als bedoeld in artikel 1 tenzij van tevoren an- ders is overeengekomen.
Artikel 9 Slotbepalingen.
1. De rechtsverhouding, uit welken hoofde dan ook, tussen enerzijds de afzender en ge- adresseerde en anderzijds de vervoerder wordt beheerst door Nederlands recht.
2. Alle uit of in verband met de vervoerovereenkomst voortvloeiende geschillen kunnen worden onderworpen aan arbitrage overeenkomstig het reglement van de Stichting Arbi- trage voor Logistiek, gevestigd te ’’s-Gravenhage.
3. Nietigheid dan wel ongeldigheid van enige bepaling in deze voorwaarden brengt niet met zich mee dat andere bepalingen van deze voorwaarden nietig dan wel ongeldig zul- len zijn.
4. Deze voorwaarden kunnen worden aangehaald als “Zeecontainervervoervoorwaarden 2005”