BIJLAGE I
BIJLAGE I
ACHTERVANGOVEREENKOMST WSW/STAAT
Heden, [datum], verschijnen voor mij, [**], notaris te [**], (hierna te noemen: notaris):
1. [**], te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van de Staat der Nederlanden, hierna te noemen: ‘Staat’.
2. [**], te dezen handelend als schriftelijk gevolmachtigde van Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw, statutair gevestigd te Hilversum en kantoorhoudende aan Xxxxxxx 0 X xx Xxxxxxxxx, geregistreerd in het handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 41180946, hierna te noemen ‘WSW’.
Van de volmachten van de comparanten blijkt uit [**] onderhandse akten van volmacht welke aan deze akte zijn gehecht.
De comparanten, handelend als gemeld verklaarden:
DAT ZIJ OVERWEGEN DAT:
(i) het wenselijk is, dat de beschikbaarheid van (her)financieringsmiddelen ten behoeve van toegelaten instellingen als bedoeld in de Woningwet wordt bevorderd.
(ii) daartoe WSW is opgericht en het borgstelsel is opgezet en vorm en inhoud is gegeven.
(iii) in dat kader WSW borgtochten verstrekt ten behoeve van Geldgevers in verband met de betalingsverplichtingen van Deelnemers uit hoofde van door hen aangetrokken Geborgde Geldleningen.
(iv) WSW onderdeel is van de gelaagde zekerheidsstructuur binnen het borgstelsel, waarvan (i) de eerste laag wordt gevormd door het Risicovermogen van WSW, (ii) de tweede laag wordt gevormd door de voorwaardelijke bijdragen die Deelnemers aan WSW verschuldigd zijn (het Obligo) en (iii) de derde laag wordt gevormd door geldleningen die door de Staat en Gemeenten voorwaardelijk aan WSW worden verstrekt;
(v) voor de derde laag van de zekerheidsstructuur zowel de nakoming van de betalingsverplichtingen van WSW tegenover Geldgevers als de nakoming van de betalingsverplichtingen van WSW tegenover de Staat en Gemeenten in voldoende mate moet zijn verzekerd.
(vi) hiertoe - tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van WSW tegenover Geldgevers dan wel uit andere hoofde - de Staat op de hieronder omschreven wijze geldleningen aan WSW zal verstrekken, met het oogmerk te allen tijde liquiditeitstekorten bij WSW te voorkomen.
(vii) Gemeenten overeenkomsten als bedoeld in artikel 4 van de Statuten hebben gesloten, zodat het door WSW van de Staat ter leen opgenomen bedrag, in principe gelijk is aan het door WSW in totaal van alle Gemeenten ter leen opgenomen bedrag.
(viii) de Staat en WSW de Achtervangovereenkomst Staat 1999 hebben gesloten.
Ter verbetering en modernisering van het borgstelsel hebben WSW en de Staat daarnaast de Achtervangovereenkomst Staat 2021 gesloten en heeft WSW met iedere Gemeente een nieuwe Achtervangovereenkomst met ingangsdatum één augustus tweeduizend éénentwintig
gesloten die betrekking heeft op Geborgde Geldleningen die op of na één augustus tweeduizend éénentwintig zijn gesloten.
(ix) WSW, de Staat en de Gemeenten hebben geconcludeerd dat het wenselijk is niet langer verschillende Achtervangovereenkomsten naast elkaar te laten bestaan voor Geborgde Geldleningen daterend van voor één augustus tweeduizend éénentwintig en op of na één augustus tweeduizend éénentwintig en daarom één Achtervangovereenkomst voor de Staat en één Achtervangovereenkomst per Gemeente te introduceren.
(x) de Staat en WSW om voornoemde reden de Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx Staat 1999 en de Achtervangovereenkomst Staat 2021 wensen te wijzigen op de hierna omschreven wijze, als gevolg waarvan de bepalingen van de Achtervangovereenkomst Staat 1999 en de Achtervangovereenkomst Staat 2021 zullen worden gewijzigd en komen te luiden conform de bepalingen van deze Overeenkomst.
(xi) de Staat en WSW aldus het voornemen hebben om alle rechten en verplichtingen van de Staat en WSW ten aanzien van de achtervangpositie van de Staat en door de Staat aan WSW te verstrekken geldleningen geheel en uitsluitend te laten beheersen door het bepaalde in deze Overeenkomst en geen onderscheid meer te maken tussen de rechten en verplichtingen van de Staat en WSW ten aanzien van achtervangpositie van de Staat en door hem te verstrekken geldleningen in verband met Geborgde Geldleningen die dateren van voor en op of na één augustus tweeduizend éénentwintig.
(xii) de Staat ermee bekend is dat WSW conform artikel 4 van de Statuten niet bevoegd is middellijk of onmiddellijk voorstellen te doen tot, dan wel op welke wijze dan ook zijn medewerking te verlenen aan een wijziging van een of meer bepalingen van een Achtervangovereenkomst (waaronder deze Overeenkomst), dan wel aan beëindiging of modificatie van een of meer daaruit voortvloeiende verbintenissen, anders dan op de wijze als in de betreffende Achtervangovereenkomst is bepaald.
(xiii) de Staat ermee bekend is dat Geldgevers, na aanvaarding van de ten behoeve van hen gemaakte derdenbedingen, zowel gezamenlijk als ieder afzonderlijk zelfstandig nakoming kunnen vorderen van de bij onderstaande Overeenkomst door de Staat tegenover WSW en de door WSW tegenover de Staat aangegane verbintenissen.
DAT ZIJ HET VOLGENDE OVEREENKOMEN:
Artikel 1. DEFINITIES
In deze Overeenkomst wordt verstaan onder:
a. Achtervangovereenkomst:
De Achtervangovereenkomst Staat 1999, de Achtervangovereenkomst Staat 2021, deze Overeenkomst en iedere overeenkomst tussen WSW en een Gemeente, zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd, waarbij de betreffende Gemeente zich verplicht heeft, tot meerdere zekerheid voor de nakoming van de betalingsverplichtingen van WSW, geldleningen aan WSW te verstrekken, met het oogmerk te allen tijde liquiditeitstekorten bij WSW te voorkomen.
b. Achtervangovereenkomst Staat 1999:
De tussen WSW en de Staat bij notariële akte van zes december negentienhonderd negenennegentig gesloten overeenkomst, verleden voor mr. P.P.J.M. xxx Xxxxxxxx, destijds notaris te Den Haag met betrekking tot Geborgde Geldleningen die voor één augustus tweeduizend éénentwintig zijn gesloten, zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd.
c. Achtervangovereenkomst Staat 2021:
De tussen WSW en de Staat bij notariële akte van dertig juli tweeduizend éénentwintig gesloten overeenkomst, verleden voor (een waarnemer van) mr. X.X. xx Xxxxx, destijds notaris te Den Haag met betrekking tot Geborgde Geldleningen die op of na één augustus tweeduizend éénentwintig zijn gesloten, zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd.
d. Beleidsregels:
De beleidsregels die WSW op grond van een op hem rustende wettelijke verplichting opstelde en die tevens onderdeel vormen van de overeenkomst tussen WSW en VNG van negenentwintig april tweeduizend tweeëntwintig, en zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd.
e. Bijdrageverplichting:
De verplichting van de Staat om geldleningen aan WSW te verstrekken indien sprake is van een Onderschrijding zoals bedoeld in artikel [2 lid 2] van deze Overeenkomst.
f. Borgingsdoeleinden:
De borgingsdoeleinden van WSW zoals die gelden op het moment van het aantrekken van een Geborgde Geldlening; ten tijde van de inwerkingtreding van deze Overeenkomst zijn deze opgenomen in zowel (i) Bijlage I bij het Reglement van Deelneming als (ii) Bijlage B bij Beleidsregel II.
g. Borgtochtbetaling:
Iedere betaling die WSW doet ingevolge een aanspraak op WSW in verband met Geborgde Geldleningen uit hoofde van (i) verstrekte borgtochten of (ii) een verbintenis tot vrijwaring of (iii) betaling in welke vorm dan ook.
h. Deelnemer:
Toegelaten Instelling zoals bedoeld in de Woningwet, die als deelnemer bij WSW is geregistreerd conform de voorwaarden van het Reglement van Deelneming.
i. Garantieniveau:
Vijfentwintig honderdste procent (0,25%) van de som van de Schuldrestanten per eenendertig december van het laatst verstreken kalenderjaar, voor welke betaling WSW zich in welke vorm dan ook heeft borg gesteld of zich tot vrijwaring of betaling in welke vorm dan ook heeft verbonden.
j. Geborgde Geldlening:
Door een Geldgever aan een Geldnemer verstrekte geldlening ter financiering van Borgingsdoeleinden ten aanzien waarvan WSW een overeenkomst van borgtocht dan wel een verbintenis tot vrijwaring of betaling in welke vorm dan ook is aangegaan.
k. Geldgever:
Verstrekker en/of diens rechtsopvolger van een (gedeelte van een) Geborgde Geldlening of de (middellijk) bezitter van een door een Deelnemer ondertekende schuldbekentenis, waarvoor WSW een borgtocht heeft afgegeven.
l. Geldnemer:
Deelnemer wiens betalingsverplichtingen door WSW zijn geborgd.
m. Gemeenten:
Alle gemeenten tezamen die - ieder voor zich - een Achtervangovereenkomst met WSW zijn aangegaan.
n. Herfinanciering:
Het aflossen van een Geborgde Geldlening op een aflosdatum door middel van het aangaan van een nieuwe Geborgde Geldlening waarbij op diezelfde datum ofwel een storting plaatsvindt ofwel een administratieve afwikkeling van de transactie met gesloten beurzen, waarbij de omvang van de nieuwe Geborgde Geldlening gelijk is aan of kleiner is dan de afgeloste Geborgde Geldlening. In afwijking van het voorgaande mogen aflossingen op lineaire en
annuïtaire geldleningen per kalenderjaar worden samengevoegd tot één nieuwe Geborgde Geldlening.
o. Obligo:
Het obligo als bedoeld in het Reglement van Deelneming.
p. Obligolening:
Een Geborgde Geldlening in verband met de beschikbaarheid van het gecommitteerd obligo zoals gedefinieerd in artikel 1 van het Reglement van Deelneming.
q. Onderschrijding:
De situatie blijkend uit een Prognose waarbij het Risicovermogen het Garantieniveau onderschrijdt of zal onderschrijden.
r. Onderschrijdingsmededeling:
De schriftelijke kennisgeving van WSW aan de Staat dat uit een Prognose blijkt dat van een Onderschrijding sprake is en die in ieder geval de informatie genoemd in artikel [3 lid 1] bevat.
s. Overeenkomst:
Deze Achtervangovereenkomst tussen de Staat en WSW.
t. Prognose:
De prognose van het Risicovermogen voor de eerstkomende vijf kalenderjaren, rekening houdend met (onder meer, maar niet uitsluitend) te verrichten Borgtochtbetalingen en te innen Obligo in die bewuste periode.
u. Reglement van Deelneming:
Het reglement van deelneming van WSW zoals gedefinieerd in artikel 19 van de Statuten dat van toepassing is op de rechtsverhouding tussen WSW en zijn Deelnemers, zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd.
v. Risicovermogen:
De som van de activa van WSW, voor zover bestaande uit beleggingen en liquide middelen, verminderd met de passiva van WSW (uitsluitend voor zover bestaand uit vreemd vermogen), die door WSW worden vastgesteld conform de systematiek gebruikt in de laatst vastgestelde enkelvoudige jaarrekening geldend voor de bedoelde activa en passiva van WSW. In aansluiting op het voorgaande geldt voor berekening van het Risicovermogen dat:
1. de hierboven bedoelde ‘beleggingen’ worden gewaardeerd naar de aankoopwaarde dan wel naar de actuele beurswaarde, indien deze laatste waarde minder bedraagt dan de aankoopwaarde;
2. onder de hierboven bedoelde ‘liquide middelen’ wordt verstaan: door WSW bij een financiële onderneming als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht die als zodanig krachtens die wet onder toezicht staat van De Nederlandsche Bank N.V. of de Europese Centrale Bank – al dan niet direct opvorderbaar – uitgezette gelden met een resterende looptijd van maximaal twee jaar;
3. de hierboven bedoelde ‘liquide middelen’ worden gewaardeerd op het nominale bedrag;
4. onder het hierboven bedoelde ‘vreemd vermogen’ niet wordt begrepen de door de Staat en Gemeenten aan WSW uit hoofde van Achtervangovereenkomsten verstrekte geldleningen;
5. onder het hierboven bedoelde ‘vreemd vermogen’ niet wordt begrepen de voorzieningen die WSW heeft getroffen en de kort- en langlopende schulden van WSW in het kader van aanspraken op door WSW verstrekte borgtochten.
w. Schuldrestant:
Het nominale schuldrestant van door Deelnemers aangegane Geborgde Geldleningen.
x. Staat:
De Staat der Nederlanden.
y. Statuten:
De statuten van WSW, zoals mogelijk van tijd tot tijd gewijzigd.
z. VNG:
De Vereniging van Nederlandse Gemeenten. aa. WSW:
Stichting Waarborgfonds Sociale Woningbouw.
Artikel 2. VERPLICHTING STAAT TOT VERSTREKKING VAN GELDLENINGEN
1. WSW publiceert ten minste eenmaal per kalenderjaar een Prognose. WSW stuurt de Staat een Onderschrijdingsmededeling wanneer uit een Prognose een Onderschrijding blijkt.
2. In geval van een Onderschrijding is de Staat vanwege de Bijdrageverplichting zowel ten opzichte van WSW als ten opzichte van Geldgevers verplicht om geldleningen aan WSW te verstrekken op de wijze en tot de bedragen als in [artikel 3] van deze Overeenkomst is bepaald, ongeacht de aanleiding voor die Onderschrijding. Op zijn beurt is WSW verplicht zich zowel ten opzichte van de Staat als ten opzichte van Geldgevers om de hiervoor genoemde geldleningen van de Staat op te nemen op de wijze en tot de bedragen als in [artikel 3] van deze Overeenkomst is bepaald. De in dit artikellid vermelde verplichtingen tegenover ieder van de Geldgevers kwalificeren als door de Staat respectievelijk WSW tegenover ieder van de Geldgevers onherroepelijk gemaakte derdenbedingen.
3. De Bijdrageverplichting geldt onverkort zodra en zolang uit een Prognose op enig moment blijkt dat sprake is van een Onderschrijding.
4. Over de verstrekte geldleningen als bedoeld in deze Overeenkomst is WSW geen rente of andere vergoeding verschuldigd.
Artikel 3. OMVANG EN STORTING VAN GELDLENINGEN
1. Iedere Onderschrijdingsmededeling bevat in elk geval (i) een raming van de omvang van de geldleningen die de Staat maandelijks aan WSW moet verstrekken uit hoofde van deze Overeenkomst, (ii) een opgave van de datums waarop deze geldleningen moeten worden verstrekt en (iii) het bankrekeningnummer waarop de bedragen moeten worden gestort. WSW verstrekt de Staat vervolgens tenminste ieder kwartaal een geactualiseerde raming als bedoeld in de vorige volzin.
2. De Bijdrageverplichting is gelijk aan de helft van het totaalbedrag van de Onderschrijding zoals dat door WSW is vastgesteld. Dit door de Staat te verstrekken bedrag is gelijk aan het door alle Gemeenten gezamenlijk aan WSW ter leen te verstrekken totaalbedrag op grond van de Achtervangovereenkomsten tussen WSW en Gemeenten.
3. De Bijdrageverplichting komt de Staat na door betaling aan WSW van alle door de Staat verschuldigde bedragen uiterlijk op de datums zoals die door WSW zijn opgenomen in de Onderschrijdingsmededeling aan de Staat, met dien verstande dat de eerste datum waarop de Staat geldleningen aan WSW moet verstrekken als gevolg van een eerste Onderschrijding uiterlijk de vijftiende dag is van de tweede kalendermaand, volgend op de maand waarin het Risicovermogen het Garantieniveau voor het eerst onderschrijdt. De verplichting van de Staat tot het verstrekken van aanvullende geldleningen komt de Staat na uiterlijk op de vijftiende dag van iedere volgende kalendermaand, een en ander conform de instructies van WSW.
Artikel 4. INNING OBLIGO EN VERREKENING
1. WSW spant zich in om, ter voorkoming van een Onderschrijding als gevolg waarvan de Staat
geldleningen aan WSW moet verstrekken, al datgene te doen wat nodig is om het Obligo bij Deelnemers te innen.
2. Indien en voor zover door niet, onvolledige of niet tijdige stortingen van het Obligo door Deelnemers het Garantieniveau wordt onderschreden dan wel de geprognosticeerde Onderschrijding wordt vergroot als gevolg waarvan de geraamde Bijdrageverplichting van de Staat mogelijk niet afdoende is, heeft WSW het recht de in [artikel 3 lid 1] genoemde raming bij te stellen, in welk geval de Staat verplicht is geldleningen aan WSW te verstrekken in de omvang en op de datums conform die bijgestelde raming, zoals door WSW aan de Staat meegedeeld. In de situatie bedoeld in de vorige volzin zal WSW van de Staat enerzijds en de gezamenlijke Gemeenten anderzijds in omvang gelijke geldleningen verlangen ter dekking van het totaalbedrag waarmee het Garantieniveau wordt onderschreden als gevolg van die niet, onvolledige of niet-tijdige stortingen dan wel waarmee de geprognosticeerde Onderschrijding wordt vergroot. Indien en zodra WSW nadien alsnog Obligo ontvangt van die Deelnemers die hun betalingsverplichtingen tegenover WSW eerder niet, onvolledig of niet-tijdig nakwamen, heeft WSW het recht die ontvangen bedragen naar evenredigheid in mindering te brengen op toekomstige geldleningen die de Staat mogelijk nog conform de door WSW opgestelde ramingen aan WSW moet verstrekken. Indien en voor zover WSW op grond van de opgestelde Prognoses vaststelt dat niet wordt verwacht dat de Staat nog verdere geldleningen aan WSW moet verstrekken, wordt het meerdere dat de Staat aan WSW in de vorm van geldleningen heeft verstrekt, boven het bedrag dat de Staat anders had bijgedragen in het geval dat die andere partijen hun betalingsverplichtingen wel volledig en tijdig waren nagekomen, terugbetaald conform artikel [8 lid 3] van deze Overeenkomst.
Artikel 5. STORTING VAN GELDLENINGEN DOOR GEMEENTEN EN VERREKENING
1. WSW spant zich in al hetgeen te doen wat noodzakelijk is om de van de Gemeenten te vorderen bedragen uit hoofde van Achtervangovereenkomsten te innen.
2. Indien en voor zover door niet, onvolledige of niet-tijdige stortingen van door de Gemeenten aan WSW te verstrekken geldleningen het Garantieniveau wordt onderschreden, dan wel de geprognosticeerde Onderschrijding wordt vergroot als gevolg waarvan de geraamde Bijdrageverplichting van de Staat mogelijk niet afdoende is, heeft WSW het recht de in [artikel 3 lid 1] genoemde raming bij te stellen. In dat geval is de Staat verplicht (aanvullende) geldleningen aan WSW te verstrekken in de omvang en op de datums conform die bijgestelde raming, zoals door WSW aan de Staat wordt meegedeeld. Indien en zodra WSW nadien alsnog geldleningen ontvangt van die partijen die hun betalingsverplichtingen tegenover WSW eerder niet, onvolledig of niet-tijdig nakwamen, wordt het meerdere dat de Staat aan WSW in de vorm van geldleningen heeft verstrekt boven het bedrag dat de Staat anders had bijgedragen in het geval dat die andere partijen hun betalingsverplichtingen volledig en tijdig waren nagekomen, ofwel terugbetaald conform artikel [8 lid 3] van deze Overeenkomst ofwel – dit ter keuze van WSW – wordt dit van de zijde van de Staat teveel ontvangen bedrag in mindering gebracht op toekomstige geldleningen die de Staat aan WSW moet verstrekken.
Artikel 6. GEEN ACHTERVANGPOSITIE VOOR NIEUWE GEBORGDE GELDLENINGEN EN UITZONDERING VOOR HERFINANCIERING
1. Indien de Staat dit bij aangetekende brief aan WSW te kennen geeft, dan zal WSW met ingang van een door de Staat te bepalen datum geen nieuwe borgtochtverplichtingen uit hoofde van Geborgde Geldleningen meer aangaan, behoudens verplichtingen ten behoeve van Herfinanciering, indien en voor zover deze voldoen aan hetgeen is bepaald in dit artikel.
2. De datum als bedoeld in [lid 1] van dit artikel zal niet eerder zijn gelegen dan dertig dagen na de datum waarop de Staat de op dat moment bestaande Geldgevers van de in lid 1 van dit artikel bedoelde kennisgeving bij aangetekende brief in kennis heeft gesteld.
3. Indien de situatie als bedoeld in [lid 1] van dit artikel zich voordoet geldt dat WSW ook na de datum als bedoeld in lid 1 van dit artikel borgtochtverplichtingen kan aangaan in verband met Herfinanciering met dien verstande dat:
a. dit slechts is toegestaan voor Geborgde Geldleningen met een vervaldatum die uiterlijk gelegen is binnen vijfentwintig kalenderjaren na de datum als bedoeld in lid 1 van dit artikel; en
b. dit voor elke Geborgde Geldlening slechts eenmaal is toegestaan met uitzondering van lineaire en annuïtaire geldleningen, waarbij dit eenmaal per aflossing is toegestaan; en
c. dit niet is toegestaan ten behoeve van (sloop van registergoederen gevolgd door) nieuwbouw.
4. Indien de situatie als bedoeld in [lid 1] van dit artikel zich voordoet geldt dat WSW ook na de datum als bedoeld in [lid 1] van dit artikel, in afwijking van [lid 3] van dit artikel, borgtochtverplichtingen kan aangaan ten behoeve van Herfinanciering van de Obligolening of herijking van de Obligolening.
5. Indien de situatie als bedoeld in [lid 1] van dit artikel zich voordoet is Herfinanciering in afwijking van [lid 3 onder c] van dit artikel niettemin toegestaan wanneer reeds bestaande verplichtingen voor (sloop van registergoederen gevolgd door) nieuwbouw van de Deelnemer door middel van niet door WSW geborgde financiering aantoonbaar onmogelijk is, mits met inachtneming van het bepaalde in [lid 3 onder a en b] van dit artikel. Herfinanciering zoals bedoeld in de vorige volzin is slechts toegestaan tot de hoogte van het bedrag waarvoor WSW zonder de genoemde Herfinanciering WSW uit hoofde van een door WSW in verband met een Geborgde Geldlening aangegane borgtochtverplichting zou kunnen worden aangesproken.
Artikel 7. ONTOEREIKEND RISICOKAPITAAL EN HERFINANCIERING
1. Indien sprake is van een ontoereikend risicokapitaal en WSW hiervan op de hoogte is gesteld, een en ander zoals gedefinieerd en bepaald in Beleidsregel I, zal WSW tot het moment waarop het risicokapitaal weer toereikend is geen nieuwe borgtochtverplichtingen in verband met door Deelnemers aan te trekken geldleningen meer aangaan, anders dan borgtochtverplichtingen in het kader van Herfinanciering met inachtneming van de vereisten hiervoor zoals opgenomen in dit artikel.
2. Indien de situatie als bedoeld in [lid 1] van dit artikel zich voordoet geldt voor Herfinanciering dat:
a. dit niet is toegestaan ten behoeve van (sloop van registergoederen gevolgd door) nieuwbouw; en
b. slechts is toegestaan indien niet door WSW geborgde financiering voor reeds bestaande verplichtingen van de Deelnemer aantoonbaar onmogelijk is; en
c. slechts tot de hoogte van het bedrag waarvoor WSW zonder de genoemde Herfinanciering uit hoofde van een door WSW in verband met een Geborgde Geldlening aangegane borgtochtverplichting zou kunnen worden aangesproken.
3. Indien de situatie als bedoeld in lid 1 van dit artikel zich voordoet kan WSW, in afwijking van [lid 2] van dit artikel, borgtochtverplichtingen aangaan ten behoeve van Herfinanciering van de Obligolening of herijking van de Obligolening.
Artikel 8. TERUGBETALING VAN GELDLENINGEN
1. Terugbetaling door WSW aan de Staat van op grond van deze Overeenkomst geleende gelden geschiedt op het moment waarop het Risicovermogen vijfenzestig honderdste procent (0,65%) van de som van de Schuldrestanten per éénendertig december van het laatst geëindigde kalenderjaar overschrijdt. Indien en zolang van de in de vorige volzin bedoelde overschrijding geen sprake is, is WSW niet verplicht door de Staat op grond van deze Overeenkomst aan WSW verstrekte geldleningen terug te betalen.
2. De omvang van voornoemde terugbetalingsverplichting van WSW tegenover de Staat wordt door WSW vastgesteld op de helft van het bedrag waarmee het Risicovermogen vijfenzestig honderdste procent (0,65%) van de som van de Schuldrestanten per éénendertig december van het laatst geëindigde kalenderjaar overschrijdt.
3. Indien en voor zover door de Staat dan wel door een of meer Gemeenten meer aan geldleningen aan WSW is verstrekt dan eerder door WSW was geraamd als gevolg van niet, onvolledige of niet-tijdige stortingen door een of meer Deelnemers, de Staat en/of door een of meer Gemeenten, dan zal WSW die bedragen, die de Staat en/of die Gemeenten meer hebben bijgedragen dan dat zij anders hadden bijgedragen in het geval dat die andere partijen hun betalingsverplichtingen wel volledig en tijdig waren nagekomen, eerst terugbetalen en wel zodra en slechts voor zover WSW die hiervoor bedoelde bedragen alsnog van die andere partijen ontvangt, dan wel, wanneer die bedragen niet door WSW zijn ontvangen maar de situatie als bedoeld in lid 1, eerste volzin van dit artikel zich voordoet, voordat WSW overgaat tot voldoening van de reguliere terugbetalingsverplichtingen van WSW tegenover de Staat en de Gemeenten conform lid 2 van dit artikel en de Achtervangovereenkomsten met de Gemeenten.
Artikel 9. NAKOMING VAN DEZE OVEREENKOMST
1. De Staat verbindt zich tegenover Geldgevers om de door de Staat bij deze Overeenkomst tegenover WSW aangegane verbintenissen stipt, tijdig juist en volledig na te komen. De voormelde verplichting en de verplichtingen uit lid 2 en 3 van dit artikel kwalificeren als door de Staat respectievelijk WSW, zoals uit de betreffende bepalingen blijkt, tegenover iedere Geldgever onherroepelijk gemaakte derdenbedingen.
2. WSW verbindt zich tegenover Geldgevers nooit afstand te doen van enig recht dat WSW op grond van deze Overeenkomst tegenover de Staat geldend kan maken.
3. De Staat en WSW verbinden zich ieder, zowel gezamenlijk als individueel, tegenover iedere Geldgever nimmer middellijk of onmiddellijk voorstellen te doen tot, dan wel op welke wijze dan ook medewerking te verlenen aan een wijziging van een of meer bepalingen van deze Overeenkomst, dan wel aan een beëindiging of modificatie van een of meer uit deze Overeenkomst voortvloeiende verbintenissen, anders dan op de wijze als in [artikel 10] van deze Overeenkomst is bepaald.
4. Niet, niet juiste, niet tijdige dan wel niet volledige nakoming door WSW van de door WSW tegenover de Staat bij deze Overeenkomst aangegane verbintenissen zal niet kunnen leiden tot niet, niet juiste, niet tijdige dan wel niet volledige nakoming door de Staat van de door de Staat tegenover WSW bij deze Overeenkomst aangegane verbintenissen. Een eventueel beroep op opschorting of verrekening door de Staat met het oog op voldoening van haar verbintenissen is uitdrukkelijk uitgesloten.
5. In geval van discrepantie tussen de bepalingen van de Beleidsregels en de bepalingen van deze Overeenkomst, prevaleren de bepalingen van deze Overeenkomst.
Artikel 10. WIJZIGING VAN DEZE OVEREENKOMST
1. Wijziging van deze Overeenkomst is slechts mogelijk bij notariële akte.
2. Wijziging van deze Overeenkomst is bovendien slechts mogelijk wanneer en niet eerder dan nadat Geldgevers van de voorgenomen wijziging schriftelijk in kennis zijn gesteld en een of meer Geldgevers niet binnen een tijdvak van drie maanden na de hiervoor bedoelde schriftelijke kennisgeving hebben gesteld en aangetoond dat (zijn) hun belangen door de effectuering van de voorgenomen wijziging worden geschaad of in redelijkheid verwacht moet worden dat (zijn) hun belangen zullen worden geschaad.
De belangen van Geldgevers zullen in ieder geval geacht worden te zijn geschaad, wanneer:
a. de voorgenomen wijziging tot gevolg heeft of kan hebben dat de verplichting van de Staat tot het verstrekken van geldleningen, als in deze Overeenkomst is bepaald, komt te vervallen of wordt verminderd voordat de verbintenissen, welke voor WSW voortvloeien uit de tot het tijdstip van inwerkingtreding van de wijziging door WSW aangegane borgtochtovereenkomsten volledig zijn tenietgegaan;
b. met de voorgenomen wijziging wordt beoogd casu quo de voorgenomen wijziging tot gevolg heeft, dat de tussen de Staat en WSW bestaande rechtsverhouding met terugwerkende kracht wordt herzien.
Artikel 11. BIJZONDERE OMSTANDIGHEDEN
1. Indien zich een of meer van de hieronder sub a. tot en met d. vermelde feiten en/of omstandigheden voordoen, laat dit de verplichtingen van de Staat tegenover WSW onverlet en zal de Staat voor de toepassing van deze Overeenkomst zich tegenover WSW en Geldgevers gedragen, als hadden deze feiten en/of omstandigheden zich niet voorgedaan:
a. verlening van (voorlopig) surséance van betaling aan WSW;
b. het voorbereiden en aanbieden van een akkoord als bedoeld artikel 370 lid 1 Faillissementswet, en de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 Faillissementswet;
c. faillietverklaring van WSW;
d. ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid van WSW.
2. De door de Staat bij deze Overeenkomst tegenover WSW aangegane verbintenissen zullen worden geacht mede te zijn aangegaan tegenover de rechtsopvolger(s) onder algemene titel van WSW.
Artikel 12. EINDE VAN DEZE OVEREENKOMST
1. Deze Overeenkomst eindigt van rechtswege op het moment dat alle verplichtingen van WSW uit hoofde van deze Overeenkomst en uit hoofde van door WSW aangegane borgtochten met betrekking tot de Geborgde Geldleningen waarop deze Overeenkomst van toepassing is, zijn voldaan.
2. De Staat en WSW doen over en weer afstand van het recht om op welke grond dan ook deze Overeenkomst te ontbinden, alsmede om deze te vernietigen en/of wijziging van deze Overeenkomst te vorderen op welke (rechts)grond dan ook.
Artikel 13. RECHTS- EN FORUMKEUZE
1. Op deze Overeenkomst, alsmede op de daaruit voortvloeiende dan wel daarmee verband houdende geschillen, is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
2. Geschillen voortvloeiende uit of samenhangende met deze Overeenkomst zullen uitsluitend worden voorgelegd aan de ter zake bevoegde rechter van de rechtbank Midden-Nederland.
Artikel 14. INWERKINGTREDING
1. Deze Overeenkomst treedt in werking op [datum].
2. Deze Overeenkomst heeft betrekking op alle bestaande en toekomstige Geborgde Geldleningen.
3. Zowel de Achtervangovereenkomst Staat 1999 als de Achtervangovereenkomst Staat 2021 worden met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze Overeenkomst geacht te zijn gewijzigd en luiden vanaf die datum conform de tekst van deze Overeenkomst, opdat alle rechten en verplichtingen van de Staat en WSW ten aanzien van de achtervangpositie van de Staat en door de Staat aan WSW reeds verstrekte en te verstrekken geldleningen in verband met Geborgde Geldleningen geheel en uitsluitend worden beheerst door deze enkele Overeenkomst.
4. Verwijzingen in standaardleningdocumentatie van WSW naar de Achtervangovereenkomst Staat 1999 en/of de Achtervangovereenkomst Staat 2021 zijn, na inwerkingtreding van deze Overeenkomst, hiermee dus verwijzingen geworden naar deze Overeenkomst.
5. Deze Overeenkomst geldt naast de door WSW met Gemeenten gesloten Achtervangovereenkomsten.
Artikel 15. NOTARIS
1. Onder verwijzing naar de Verordening interdisciplinaire samenwerking 2013 (IDS) en de Verordening beroeps- en gedragsregels vastgesteld door de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, verklaren de Staat en WSW er uitdrukkelijk mee te hebben ingestemd dat de [Notaris] als partijadviseur van WSW heeft opgetreden en zal optreden bij de totstandkoming van deze akte, alle overeenkomsten die daarmee verband (zullen) houden [en alle andere documentatie die verband houdt met het borgingsstelsel], alsmede bij geschillen tussen de Staat en WSW over (uitleg/uitvoering van) deze akte of een overeenkomst die daarmee samenhangt. De Staat en WSW hebben uitdrukkelijk er mee ingestemd dat de Notaris deze akte passeert.
2. Op de door de Notaris voor en namens Xxx Xxxxxx N.V. verrichte werkzaamheden zijn de algemene voorwaarden van Xxx Xxxxxx N.V. van toepassing, waarin een beperking van aansprakelijkheid is opgenomen. Deze algemene voorwaarden zijn op achtentwintig november tweeduizend tweeëntwintig gedeponeerd bij de griffie van de rechtbank te Amsterdam onder nummer 64/2022 en worden als bijlage [@] in kopie aan deze Overeenkomst gehecht.
Artikel 16. SLOTVERKLARING
1. WSW verklaart en bevestigt hierbij dat (i) het als Bijlage [@] in kopie aan deze akte te hechten overzicht van Geldgevers ('Overzicht van Geldgevers') volledig en accuraat is, (ii) elke Geldgever vermeld in het Overzicht van Geldgevers de bestaande derdenbedingen, opgenomen in de op hem van toepassing zijnde Achtervangovereenkomst, heeft aanvaard op grond van de door die Geldgever ondertekende leningdocumentatie met betrekking tot de Geborgde Geldlening(en) of soortgelijke documentatie verband houdende met de Geborgde Geldleningen (iii) elke Geldgever vermeld in het Overzicht van Geldgevers schriftelijk in kennis is gesteld van de in deze Overeenkomst vastgelegde wijzigingen en (iv) geen van de Geldgevers vermeld in het Overzicht van Geldgevers middels een schriftelijke kennisgeving binnen een tijdvak van drie maanden na de hiervoor sub (iii) vermelde kennisgeving heeft gesteld dat zijn belangen door de in deze Overeenkomst vastgelegde wijzigingen worden geschaad of in redelijkheid verwacht moet worden dat zijn belangen zullen worden geschaad.
2. Met inachtneming van het vermelde in lid 1 van dit artikel, verklaren en bevestigen de Staat en
WSW hierbij ieder voor zich dat aan het bepaalde in artikel [10] van de Achtervangovereenkomst Staat 1999 en artikel [10] Achtervangovereenkomst Staat 2021 is voldaan en aldus de wijziging van de Achtervangovereenkomst Staat 1999 en Achtervangovereenkomst Staat 2021 overeenkomstig het bepaalde in deze Overeenkomst in werking kan treden.
3. Ten slotte verklaren en bevestigen de Staat en WSW ieder voor zich hierbij voorts dat een beding ter aanvaarding door elke Geldgever van de derdenbedingen zoals opgenomen in de onderhavige Overeenkomst zal worden opgenomen in de leningdocumentatie met betrekking tot Geborgde Geldleningen of soortgelijke documentatie verband houdende met de Geborgde Leningen die worden aangegaan vanaf het moment van inwerkingtreding van deze Overeenkomst [zoals bepaald in artikel 14].
[Slot akte]