Huishoudelijk reglement van de NVZ vereniging van ziekenhuizen
Huishoudelijk reglement van de NVZ vereniging van ziekenhuizen
Artikel 1 DEFINITIES
In dit huishoudelijke reglement wordt verstaan onder:
a. zorginstelling: een instelling in de zin van de WTZa die curatieve medisch-specialistische zorg verleent, tenzij:
• de levering van zorg door deze instelling in hoofdzaak is gericht op zorg die krachtens de Wet langdurige zorg (Wlz) is verzekerd; of
• de zorgverlening door die instelling in hoofdzaak gericht is op het verlenen van geestelijke gezondheidszorg; of
• het een instelling betreft die van overheidswege erkend is als een academisch ziekenhuis; of
• de werkzaamheden van deze zorginstelling in hoofdzaak gericht zijn op niet in Nederland wonende patiënten;
b. de NVZ of de vereniging: de NVZ vereniging van ziekenhuizen;
c. raad van bestuur: het bestuurlijke orgaan van een lid, dan wel bij gebreke aan een raad van bestuur, de directie; en
d. statuten: de statuten van de NVZ.
Toelichting:
Met de nieuwe lidmaatschapscriteria is het niet meer nodig verschillende definities voor zorginstelling en ziekenhuis te hanteren. De definities sluiten aan de bij de statuten van de NVZ. Onder de term curatieve medisch specialistische zorg als bedoeld sub a worden – voor zover hun werkzaamheden curatief medisch- specialistische zorg betreffen – mede begrepen:
• (klinische) revalidatiecentra;
• categorale ziekenhuizen;
• (klinische) dialysecentra;
• instellingen voor zintuiglijk gehandicapten;
• (klinische) epilepsiecentra;
• (klinische) astmacentra;
• oogziekenhuizen;
• abortusklinieken; en
• militaire ziekenhuizen of militaire revalidatiecentra.
Artikel 2 LIDMAATSCHAP
1. Lid van de vereniging als bedoeld in artikel 5 lid 1 van de statuten kunnen zijn rechtspersonen die een of meer zorginstellingen (doen) exploiteren.
2. Het bestuur heeft, gebruikmakende van artikel 5 lid 2 van de statuten, discretionaire bevoegdheid zorginstellingen toe te laten die niet aan de gestelde lidmaatschapseisen voldoen.
3. Leden die op de datum van de laatste statutenwijzing lid zijn van de NVZ en na die statutenwijziging niet voldoen aan de lidmaatschapseisen uit artikel 5 lid 1 van de statuten behouden het lidmaatschap van de NVZ zolang zij wel voldoen aan sub f tot en met i van dat artikellid.
Toelichting:
1. Als een rechtspersoon niet ten minste 1 zorginstelling exploiteert of doet exploiteren, kan het ingevolge lid 1 geen lid zijn van de NVZ.
2. Via lid 2 wordt geregeld dat deze instellingen NVZ lid kunnen worden, ook al zouden zij niet geheel voldoen aan de formele definitie van een zorginstelling zoals bedoeld in artikel 1 sub a en de nieuwe lidmaatschapseisen uit artikel 5 lid 1 statuten.
3. In lid 3 is geregeld dat leden die niet voldoen aan de nieuwe lidmaatschapseisen het lidmaatschap behouden, zolang zij wel voldoen aan lidmaatschapseisen f tot en met i van artikel 5 lid 1.
Artikel 3 REMUNERATIECOMMISSIE
1. Het bestuur kent een remuneratiecommissie zoals genoemd in de artikelen 11 en 12 van de statuten, zijnde een bijzondere commissie die het bestuur binnen de grenzen zoals aangegeven in die artikelen zal adviseren over door het bestuur op te stellen bindende voordrachten voor de benoeming van nieuwe leden en bestuursleden.
2. Het voorzitterschap van de remuneratiecommissie berust bij het bestuurslid daartoe door het bestuur aangewezen. Het bestuur kan voor de werkzaamheden van de remuneratiecommissie een reglement opstellen.
Artikel 4 COMMISSIES
1. Het bestuur kan permanente of tijdelijke commissies instellen en/of opheffen. Indien deze commissies permanente of tijdelijke bestuursadviescommissies betreffen zoals bedoeld in artikel 14 lid 3 van de statuten, hoort het bestuur eerst de algemene vergadering alvorens hierover een besluit te nemen.
2. De taken, bevoegdheden, duur en werkzaamheden, alsmede de samenstelling, wijze van benoeming en de werkwijze van de commissies worden bij besluit van het bestuur vastgesteld of geregeld in een door het bestuur vastgesteld reglement.
3. Ten tijde van de besluitvorming over dit huishoudelijk reglement kent het bestuur de volgende permanente bestuursadviescommissies:
a. de bestuursadviescommissie Arbeidsmarkt
b. de bestuursadviescommissie Besturing & Bekostiging
c. de bestuursadviescommissie Kwaliteit & Organisatie
d. de bestuursadviescommissie Informatiebeleid
4. Bij de benoeming van de voorzitters respectievelijk vicevoorzitters van de in het voorgaande lid bedoelde bestuursadviescommissies zal het bestuur rekening houden met enerzijds een redelijke afspiegeling van de bestuurlijke denominaties en anderzijds dat de voorzitter en vice-voorzitter van een bestuursadviescommissie geen lid zijn van dezelfde denominatie.
5. Onverlet het hiervoor in de eerste zin van lid 4 bepaalde zal de voorzitter óf vicevoorzitter van de bestuursadviescommissie Arbeidsmarkt een lid zijn van de vereniging: Samenwerkende Topklinische opleidingsZiekenhuizen (STZ).
Artikel 5 STEMMINGEN
1. Stemming in de organen van de vereniging geschiedt mondeling, tenzij de meerderheid der stemgerechtigden ter vergadering schriftelijke stemming verlangt.
2. Xxxxxx en ongeldige stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht.
3. In afwijking van het in lid 1 bepaalde zal stemming over de benoeming van bestuursleden steeds schriftelijk geschieden, behalve wanneer geen der leden zich verzet tegen stemming bij acclamatie.
4. Heeft bij een stemming over personen niemand de meerderheid der geldig uitgebrachte stemmen op zich verenigd, dan heeft herstemming plaats tussen de personen die het hoogste en het op één na hoogste aantal stemmen op zich hebben verenigd. Staken bij deze herstemming de stemmen, dan beslist het lot.
5. Bij staking der stemmen over zaken wordt het voorstel in een volgende vergadering opnieuw in stemming gebracht. Staken de stemmen wederom, dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
Artikel 6
DE ALGEMENE VERGADERING
A. Procedurele aspecten
1. Bij de aanvang van de algemene vergadering zijn de gedelegeerden van de leden gehouden de presentielijst te tekenen met vermelding van de naam en de plaats van de rechtspersoon welke zij vertegenwoordigen.
2. Als gedelegeerde van een lid kan slechts een lid van de raad van bestuur van dit lid of een directielid van een door het lid beheerde zorginstelling optreden, die daartoe door deze raad van bestuur schriftelijk is gemachtigd.
3. Onverminderd het bepaalde in de statuten, wordt de datum van een algemene vergadering als regel ten minste een maand tevoren door het bestuur schriftelijk aan de leden bekend gemaakt.
B. Voorstellen ter behandeling in een algemene vergadering
4. Voorstellen ter behandeling in een algemene vergadering kunnen worden ingediend door:
a. a. het bestuur; en
b. b. één of meer leden.
5. Voorstellen als in het vorige lid onder b. bedoeld worden, voorzien van een toelichting, ten minste twee maanden voor de datum der algemene vergadering schriftelijk ingediend bij het bestuur. Een zodanig voorstel voorziet het bestuur zo mogelijk van een preadvies.
C. Voorstellen/amendementen
6. Tijdens een algemene vergadering kan de gedelegeerde van een lid een voorstel indienen, dat betrekking heeft op een onderwerp in de agenda vermeld.
7. Een zodanig voorstel dient, alvorens het in behandeling kan worden genomen, door gedelegeerden van ten minste vijf andere leden te worden ondersteund.
D. Voorstellen van orde
8. De gedelegeerde van een lid kan tijdens een algemene vergadering een voorstel van orde indienen, mits het voorstel betrekking heeft op een onderwerp in behandeling.
9. Het voorstel dient voldoende te worden ondersteund, alvorens in behandeling te kunnen worden genomen.
10. Een voorstel van orde moet bij voorrang behandeld worden. E. Moties
11. Een motie kan tijdens een algemene vergadering schriftelijk worden ingediend door gedelegeerden van ten minste vijf leden.
12. Een motie wordt niet in behandeling genomen indien voldoende geconstateerd is dat de motie slechts een mening van de vergadering uitspreekt.
Artikel 7 LEDENRAADPLEGINGEN
1. Teneinde de onderlinge communicatie tussen bestuur en leden ter zake van actuele beleidsontwikkelingen te bevorderen, kan het bestuur zo dikwijls als het dit wenselijk acht ledenraadplegingen houden als bedoeld in artikel 9 lid 7 van de statuten. Ledenraadplegingen als bedoeld in de voorgaande zin kunnen niet worden beschouwd als referenda in de zin van artikel 2:39 lid 2 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Tenzij een spoedeisend belang zich daartegen verzet, worden ledenraadplegingen als regel ten minste vier weken tevoren door het bestuur aangekondigd, waarbij melding wordt gemaakt van de datum, tijd en plaats van de bijeenkomst en een voorlopige opgave wordt gedaan van de onderwerpen die worden besproken.
3. De agenda en bijbehorende stukken voor een ledenraadpleging worden bij voorkeur ten minste twee weken voor de aanvang van de ledenraadpleging schriftelijk aan de leden toegezonden.
4. Toegang tot een ledenraadpleging is voorbehouden aan de leden van de raad van bestuur van de leden alsmede aan diegenen die daartoe door hun raad van bestuur schriftelijk zijn gemachtigd.
5. Van een ledenraadpleging wordt schriftelijk verslag gedaan aan de leden.
Artikel 8
CONTRIBUTIE VAN LEDEN
1. De leden betalen jaarlijks contributie aan de vereniging.
2. De hoogte van de door het lid verschuldigde contributie in het jaar t is een percentage van de hoogte van de totale omzet gezondheidszorgprestaties van dat lid in het jaar t – 2 overeenkomstig de vastgestelde jaarrekening over dat jaar van de zorginstellingen, die direct of indirect door het lid en de daarmee (groeps-)verbonden rechtspersonen respectievelijk samenwerkingsverbanden worden geëxploiteerd.
3. De leden zijn gehouden om jaarlijks vóór 1 september van enig jaar aan het bestuur alle door het bestuur gevraagde financiële gegevens te verschaffen of te doen verschaffen, die het bestuur nodig acht voor de vaststelling van de hoogte van de contributie voor het komende jaar. Bij gebreke aan het tijdig en volledig verstrekken van deze gegevens kan het bestuur zelfstandig de hoogte van de contributie van het desbetreffende lid vaststellen.
4. Een onjuiste vaststelling door het bestuur als in het slot van het voorgaande lid bedoeld, een latere opgave van deze gegevens na 1 september of een latere verandering in benedenwaartse zin van de van belang zijnde gegevens, geven het lid geen recht op een lagere vaststelling van de contributie of op een teruggave van een gedeelte daarvan.
5. Een latere opgave van deze gegevens of een latere bekendwording bij het bestuur van deze gegevens na 1 september van enig jaar of een verandering in bovenwaartse zin van de van belang zijnde gegevens kan wel leiden tot een nadere verhoogde vaststelling van de contributie, casu quo tot een naheffing daarvan.
6. De contributienota en/of de deel-contributienota’s en de overige nota’s van de NVZ aan de leden dienen binnen dertig dagen na ontvangst van deze nota’s te zijn voldaan.
7. Bij gebreke aan (volledige) betaling van de in lid 6 bedoelde nota’s binnen de in dat lid gestelde termijn, wordt een maal een herinneringsnota verstuurd met een betalingstermijn van veertien dagen na dagtekening van de herinneringsnota.
8. Nota’s als bedoeld in lid 6 waarvan de betaling door de NVZ ontvangen wordt later dan veertien dagen na de dagtekening van de herinneringsnota, worden voor het deel van de achterwege gebleven betaling verhoogd met een percentage van 1% per maand of gedeelte van een maand. Voorts komen alle kosten van invordering in en/of buiten rechte ten laste van het desbetreffende lid.
9. Het minimum van de door enig lid in enig jaar verschuldigde contributie bedraagt per 1 januari 2022 €
10.000. Met ingang van 1 januari 2023 wordt het in dit lid vermelde bedrag jaarlijks geïndexeerd met een daarvoor door het bestuur vast te stellen percentage.
10. Een lid dat in de loop van een verenigingsjaar tot de vereniging is toegetreden, is over dat jaar slechts zoveel contributie verschuldigd als het lidmaatschap volle maanden heeft geduurd.
11. In bijzondere gevallen kan ter beoordeling van het bestuur aan individuele leden of aan groepen leden gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de verplichting tot het betalen van de contributie worden verleend.
12. In alle gevallen waarin de contributieregeling niet voorziet of onduidelijk is, dan wel een verschil van mening bestaat over de hoogte van de verschuldigde contributie, beslist het bestuur, behoudens beroep op de burgerlijke rechter.
13. De leden zijn gehouden ten aanzien van elke door hen in directe of in indirecte zin geëxploiteerde zorginstelling de op dat moment van kracht zijnde jaarverslaggevingsregels toe te passen (per 1 januari 2022 de Regeling jaarverantwoording WMG alsmede RJ-richtlijn 655).
14. Het bestuur kan besluiten betaalde diensten aan te bieden aan leden en niet-leden.
Artikel 9
STEMRECHT VAN LEDEN
1. Ter bepaling van de omvang van het stemrecht van de leden worden ter uitvoering van artikel 10 lid 8 van de statuten de volgende categorieën vastgesteld:
Categorie 1: het totaal van de door het lid in het voorgaande jaar betaalde contributie bedraagt minder dan € 34.020,--: 1 stem.
Categorie 2: het totaal van de door het lid in het voorgaande jaar betaalde contributie bedraagt minder dan € 68.040,-- doch meer dan het bedrag van de voorgaande categorie: 3 stemmen.
Categorie 3: het totaal van de door het lid in het voorgaande jaar betaalde contributie bedraagt minder dan € 102.060,-- doch meer dan het hoogste bedrag van de voorgaande categorieën: 5 stemmen.
Categorie 4: het totaal van de door het lid in het voorgaande jaar betaalde contributie bedraagt minder dan € 136.080,-- doch meer dan het hoogste bedrag van de voorgaande categorieën: 7 stemmen.
Categorie 5: het totaal van de door het lid in het voorgaande jaar betaalde contributie bedraagt meer dan het hoogste bedrag van de voorgaande categorieën: 9 stemmen.
2. Met ingang van 1 januari 2023 worden de bedragen van de in dit artikel genoemde 5 categorieën jaarlijks geïndexeerd met een daarvoor door het bestuur vast te stellen percentage.
Toelichting:
De in dit artikel genoemde bedragen zijn de geïndexeerde bedragen zoals zij luiden op 1 januari 2022.
Artikel 10
COLLECTIEVE OVEREENKOMSTEN
De NVZ kan - gebruikmakend van artikel 4 lid 3 van haar statuten - met xx XXXX, XXXX, Videma en/of andere partijen in het kader van de wet op Naburige Rechten en de Auteurswet collectieve overeenkomsten aangaan namens (een bepaalde groep van) haar leden. Ingeval er leden zijn die daarbij voor een of meer door hen geëxploiteerde zorginstellingen van dat contract/die contracten uitgezonderd willen worden zal de NVZ - indien die leden dat verzoek tijdig schriftelijk aan de NVZ kenbaar gemaakt hebben - die leden voor die genoemde zorginstellingen buiten die contracten laten.
Artikel 11
WIJZIGING VAN HET HUISHOUDELIJK REGLEMENT
1. Dit reglement kan worden gewijzigd bij besluit van de algemene vergadering.
2. Een besluit als bedoeld in lid 1 kan slechts worden genomen indien het voorstel daartoe in de oproep tot de algemene vergadering is vermeld en het voorstel ten minste twee weken tevoren ter kennis van de leden is gebracht.
3. Dit huishoudelijk reglement is laatstelijk gewijzigd bij besluit van de algemene vergadering van de NVZ op [24 november 2021] met als datum van inwerkingtreding 1 januari 2022.