Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex)...
Onderstaande tekst dient louter ter informatie en is juridisch niet bindend. De EU-instellingen zijn niet aansprakelijk voor de inhoud. Alleen de besluiten die zijn gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie (te raadplegen in EUR-Lex) zijn authentiek. Deze officiële versies zijn rechtstreeks toegankelijk via de links in dit document
►B ►C1 OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstemming voor uitrusting van zeeschepen ◄
(PB L 150 van 30.4.2004, blz. 46)
Gewijzigd bij: | |||
Publicatieblad | |||
nr. | blz. | datum | |
►M1 Besluit nr. 1/2018 van de Gemengde Commissie die is ingesteld bij de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde |
Gerectificeerd bij:
►C1 Rectificatie PB L 185 van 24.5.2004, blz. 18 (22004A0430(03))
▼B
▼C1
OVEREENKOMST
tussen de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten van Amerika inzake de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstemming voor uitrusting van zeeschepen
PREAMBULE
De EUROPESE GEMEENSCHAP en de VERENIGDE STATEN VAN AME-
XXXX, hierna „de partijen” genoemd,
GELET OP de traditionele vriendschapsbanden tussen de Verenigde Staten van Amerika (VS) en de Europese Gemeenschap (EG),
WENSENDE de bilaterale handel in uitrusting van zeeschepen te vereenvoudigen en de doeltreffendheid van de regelgeving van beide partijen te verhogen,
ZICH BEWUST VAN de mogelijkheden die de regelgevende instanties worden geboden doordat onnodige herhaling van bepaalde werkzaamheden wordt voorkomen,
BEVESTIGENDE de betrokkenheid van beide partijen bij het werk van de Inter- nationale Maritieme Organisatie (IMO),
OVERWEGENDE dat het streven van de partijen erop gericht is de veiligheid op zee te verbeteren en verontreiniging van de zee te voorkomen;
ERKENNENDE, enerzijds, dat overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning een positieve bijdrage kunnen leveren tot de internationale harmonisatie van normen;
ZICH BEWUST VAN, anderzijds, het feit dat bij de vaststelling van gelijk- waardigheid de regelgeving van de partijen volledig moet worden nageleefd en het niveau van veiligheid en bescherming niet mag worden verlaagd;
ERKENNENDE dat de wederzijdse erkenning van certificaten van overeenstem- ming op basis van de gelijkwaardigheid van de regelgevingen van de Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten betreffende de uitrusting van zeeschepen een belangrijk instrument is om de toegang tot de markt van de partijen te verbeteren;
OVERWEGENDE dat overeenkomsten inzake wederzijdse erkenning van bij- zonder belang zijn voor het midden- en kleinbedrijf in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap;
OVERWEGENDE bovendien dat wederzijdse erkenning vertrouwen in de per- manente betrouwbaarheid van de overeenstemmingsbeoordelingen van de andere partij veronderstelt;
ZICH BEWUST van het feit dat de overeenkomst inzake technische handels- belemmeringen, die als bijlage aan de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) is gehecht, de leden van de WTO ertoe aan- moedigt onderhandelingen over overeenkomsten inzake de wederzijdse erkenning van de resultaten van de overeenstemmingsbeoordelingsprocedures van de andere partij te sluiten en de aanvaarding van de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften van andere leden in welwillende overweging te nemen, op voor- waarde dat zij zich er van hebben kunnen vergewissen dat deze voorschriften aan de doelstellingen van hun eigen voorschriften voldoen,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK 1
DEFINITIES EN DOEL
Artikel 1
Definities
1. In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
a) „regelgevende autoriteit”: een overheidsinstantie die gemachtigd is voorschriften betreffende de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee vast te stellen, die wettelijk bevoegd is toezicht te houden op het gebruik of de verkoop van uitrusting voor zeeschepen binnen de jurisdictie van een partij en die maatregelen kan nemen om ervoor te zorgen dat binnen haar jurisdictie in de handel gebrachte producten aan de vigerende rechtsvoorschriften vol- doen. De regelgevende autoriteiten van de partijen zijn in bijlage III vermeld;
b) „overeenstemmingsbeoordelingsinstantie”: een rechtspersoon, hetzij een regelgevende autoriteit, hetzij een andere particuliere instantie of overheidsinstantie, die gemachtigd is certificaten van overeen- stemming af te geven overeenkomstig de binnenlandse wetten en voorschriften van een partij. De overeenstemmingsbeoordelings- instanties van de partijen voor de toepassing van deze overeenkomst zijn die bedoeld in artikel 6;
c) „technische voorschriften”: de verplichte productvoorschriften, beproevings- en prestatienormen en overeenstemmingsbeoordelings- procedures die zijn neergelegd in de wettelijke en bestuurrechtelijke bepalingen van de partijen betreffende de uitrusting van zeeschepen, alsmede alle bepalingen ter uitvoering daarvan;
d) „certificaat van overeenstemming”: een of meer door een overeen- stemmingsbeoordelingsinstantie van een partij afgegeven documen- ten waarin wordt bevestigd dat een product aan de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van die partij voldoet. In de Verenigde Staten is dit het door de United States Coast Guard afgegeven Certificate of Type Approval. In de Europese Gemeen- schap zijn dit de certificaten, goedkeuringen en verklaringen waarin Xxxxxxxxx 96/98/EG voorziet;
e) „gelijkwaardigheid van technische voorschriften”: het feit dat de technische voorschriften van de partijen betreffende een specifiek product in voldoende mate vergelijkbaar zijn opdat de doelstellingen van de respectieve voorschriften van de partijen worden bereikt. Gelijkwaardigheid van technische voorschriften betekent niet nood- zakelijk dat deze voorschriften identiek zijn.
f) „internationaal instrument”: de desbetreffende internationale overeen- komsten, resoluties, codes en circulaires van de Internationale Mari- tieme Organisatie (IMO) en de desbetreffende beproevingsnormen.
2. Andere in deze overeenkomst gebruikte termen in verband met de overeenstemmingsbeoordeling hebben de betekenis die daaraan is gege- ven, hetzij elders in deze overeenkomst, hetzij in de definities die zijn opgenomen in Guide 2 (uitgave 1996) van de International Organization for Standardization (ISO) en de International Electrotechnical Commission (IEC). In geval van tegenstrijdigheid tussen de definities van ISO/IEC Guide 2 en die welke in deze overeenkomst zijn opge- nomen, prevaleren de definities van deze overeenkomst.
Doel van de overeenkomst
1. In deze overeenkomst zijn de voorwaarden vastgesteld waaronder de regelgevende autoriteiten van de importerende partij certificaten van overeenstemming aanvaarden die door de overeenstemmingsbeoor- delingsinstanties van de exporterende partij zijn afgegeven overeenkom- stig de technische voorschriften van de exporterende partij, hierna „we- derzijdse erkenning” genoemd.
2. Deze overeenkomst voorziet bovendien in een kader voor samen- werking op het gebied van de regelgeving met het doel de wederzijdse erkenning van de respectieve regelgevingen van de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op het gebied van de uitrusting van zee- schepen te handhaven en te bevorderen, de regelgeving ter verhoging van de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee te verbeteren en te bevorderen en de consistente toepassing van deze overeenkomst veilig te stellen. Bij deze samenwerking wordt naar be- horen rekening gehouden met de autonomie van de regelgeving van de partijen en de ontwikkeling van hun respectieve beleidsmaatregelen en voorschriften evenals met het feit dat zij zich beide ertoe hebben ver- bonden de ontwikkeling van de desbetreffende internationale instrumen- ten te bevorderen.
3. Het is de bedoeling dat deze overeenkomst samen met de pro- gramma's en beleidsmaatregelen van de partijen evolueert. De partijen komen overeen deze overeenkomst op gezette tijden te herzien teneinde de gemaakte vorderingen te beoordelen en, naarmate de beleidsmaat- regelen van de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op dit gebied in de tijd evolueren, deze overeenkomst mogelijkerwijze te ver- beteren. Voorts zal bijzondere aandacht worden besteed aan de evolutie van de internationale instrumenten.
HOOFDSTUK 2
WEDERZIJDSE ERKENNING
Artikel 3
Algemene verplichtingen
1. Voor al de in bijlage II vermelde producten aanvaarden de Ver- enigde Staten als zijnde in overeenstemming met hun eigen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen als bedoeld in bijlage I, zonder enige verdere overeenstemmingsbeoordeling, certificaten van overeenstem- ming die door de overeenstemmingsbeoordelingsinstanties in de Euro- pese Gemeenschap overeenkomstig de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Europese Gemeenschap zijn afgegeven.
2. Voor al de in bijlage II vermelde producten aanvaarden de Euro- pese Gemeenschap en haar lidstaten als zijnde in overeenstemming met hun eigen wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen als bedoeld in bijlage I, zonder verdere overeenstemmingsbeoordeling, certificaten van overeenstemming die door de overeenstemmingsbeoordelingsinstan- ties in de Verenigde Staten overeenkomstig de wettelijke en bestuurs- rechtelijke bepalingen van de Verenigde Staten zijn afgegeven.
3. De technische voorschriften die krachtens deze overeenkomst in de Verenigde Staten en de Europese Gemeenschap op elk van deze producten van toepassing zijn, zijn in bijlage II vermeld.
Gelijkwaardigheid van technische voorschriften
1. De in artikel 3 bedoelde verplichtingen inzake wederzijdse erken- ning zijn gebaseerd op de vaststelling door de partijen dat de voor elk van de in bijlage II genoemde producten geldende technische voor- schriften gelijkwaardig zijn.
2. De vaststelling van de gelijkwaardigheid van de technische voor- schriften van de partijen is gebaseerd op de implementatie van de des- betreffende internationale instrumenten in hun respectieve wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen, behalve wanneer een partij van oordeel is dat een bepaald instrument een ondoeltreffend of ongeschikt middel zou zijn om de doelstellingen van haar regelgeving te bereiken. In dergelijk geval wordt de gelijkwaardigheid op een voor beide partijen aanvaardbare grondslag vastgesteld.
Artikel 5
Markering
De partijen kunnen hun respectieve voorschriften in verband met de markering, de nummering en de identificatie van producten handhaven. Voor de in bijlage II vermelde producten hebben de overeenstemmings- beoordelingsinstanties in de Europese Gemeenschap het recht de door de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de Verenigde Staten voorgeschreven en door de U.S. Coast Guard toegewezen markeringen en nummeringen aan te brengen. De overeenstemmingsbeoordelings- instantie in de Verenigde Staten ontvangt het door de Commissie van de Europese Gemeenschappen toegewezen identificatienummer waarin Richtlijn 96/98/EG voorziet. Dit identificatienummer wordt naast de door deze richtlijn voorgeschreven markering aangebracht.
Artikel 6
Overeenstemmingsbeoordelingsinstanties
1. Voor de afgifte van certificaten van overeenstemming krachtens de bepalingen van deze overeenkomst geldt het volgende:
a) de Verenigde Staten erkennen de aangemelde instanties die door de lidstaten van de Europese Gemeenschap krachtens Richtlijn 96/98/EG als overeenstemmingsbeoordelingsinstanties zijn aangewezen;
b) de Europese Gemeenschap en haar lidstaten erkennen als overeen- stemmingsbeoordelingsinstanties de United States Coast Guard en de laboratoria die deze overeenkomstig 46 CFR 159.010 heeft aanvaard.
2. De partijen erkennen dat de overeenstemmingsbeoordelingsinstan- ties van de andere partij krachtens de in bijlage I bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gemachtigd zijn de hiernagenoemde werkzaamheden te verrichten:
a) het uitvoeren van tests en het opstellen testrapporten,
b) kwaliteitsbewaking of systeemcertificatie.
3. De regelgevende autoriteiten van de partijen zijn verantwoordelijk voor de hiernavolgende procedures, doch kunnen de daarmee verband houdende werkzaamheden geheel of ten dele aan overeenstemmings- beoordelingsinstanties delegeren:
a) toetsen van het ontwerp van apparatuur en testresultaten aan vast- gestelde normen,
b) afgifte van certificaten van overeenstemming.
4. Voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze overeenkomst wis- selen de partijen de lijsten van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties uit. De partijen geven elkaar onverwijld kennis van elke wij- ziging in de lijst van hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties. De partijen stellen op het World Wide Web bijgewerkte lijsten van hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties beschikbaar.
5. De partijen verlangen van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties dat zij de gegevens van het onderzoek naar de deskundigheid van hun onderaannemers en naar de naleving van de voorschriften door deze onderaannemers registreren en een register van alle onderaan- nemers bijhouden. Deze gegevens worden de andere partij op haar ver- zoek medegedeeld.
6. De partijen verlangen van hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties dat zij op verzoek van een in bijlage III vermelde regelge- vende autoriteit van de andere partij afschriften van de door hen afge- geven certificaten van overeenstemming en daarmee verband houdende technische documentatie ter beschikking stellen van de regelgevende autoriteiten.
HOOFDSTUK 3
GEMENGDE COMMISSIE
Artikel 7
Gemengde Commissie
1. De partijen stellen een Gemengde Commissie in bestaande uit vertegenwoordigers van elke partij. De Gemengde Commissie is ver- antwoordelijk voor het efficiënt functioneren van de overeenkomst.
2. Elke partij heeft een stem in de Gemengde Commissie. De Ge- mengde Commissie neemt haar besluiten met eenparigheid van stem- men. De Gemengde Commissie stelt haar reglement van orde vast.
3. De Gemengde Commissie kan elk vraagstuk in verband met het functioneren van deze overeenkomst behandelen. De Gemengde Com- missie is gemachtigd besluiten te nemen in de gevallen waarin deze overeenkomst voorziet. De partijen nemen de nodige maatregelen ter uitvoering van dergelijke besluiten van de Gemengde Commissie. De Gemengde Commissie is met name bevoegd voor:
a) het opstellen en bijwerken van de in bijlage II opgenomen lijst van producten en daarmee verband houdende wettelijke en bestuursrech- telijke bepalingen waarvan de partijen de gelijkwaardigheid hebben vastgesteld;
b) het behandelen van vraagstukken en het oplossen van problemen in verband met de tenuitvoerlegging van deze overeenkomst, met in- begrip van de problemen die zich voordoen wanneer technische voorschriften van de partijen die op een specifiek in bijlage II ver- meld product betrekking hebben mogelijkerwijze niet meer gelijk- waardig zijn;
c) het oplossen van technische en technologische vraagstukken en pro- blemen in verband met de overeenstemmingsbeoordeling teneinde de consistente toepassing van deze overeenkomst te waarborgen, in het bijzonder ten aanzien van de desbetreffende internationale instrumen- ten;
d) het wijzigen van de bijlagen;
e) het verlenen van bijstand en, indien nodig, het opstellen van richt- snoeren ter vereenvoudiging van de tenuitvoerlegging en de toepas- sing van deze overeenkomst;
f) het opstellen en bijhouden van een werkprogramma voor de aan- passing en de harmonisatie van de technische voorschriften van de partijen;
4. De Gemengde Commissie kan voorzover nodig gemengde werk- groepen, bestaande uit vertegenwoordigers van de terzake bevoegde regelgevende autoriteiten en deskundigen, oprichten die de Gemengde Commissie bijstaan en adviseren over specifieke onderwerpen in ver- band met het functioneren van deze overeenkomst.
HOOFDSTUK 4
SAMENWERKING OP HET GEBIED VAN DE REGELGEVING
Artikel 8
Behoud van regelgevingsbevoegdheid
Geen enkele bepaling van deze overeenkomst kan derwijze worden uitgelegd dat zij een beperking stelt op de bevoegdheid van een partij om door middel van haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen het niveau van bescherming te bepalen dat zij noodzakelijk acht ter verbetering van de veiligheid op zee en van de preventie van de ver- ontreiniging van de zee, dan wel andere maatregelen te nemen met betrekking tot de risico's die onder het toepassingsgebied van deze overeenkomst vallen.
Artikel 9
Uitwisseling van informatie en contactpunten
1. De in bijlage III vermelde regelgevende autoriteiten van de par- tijen stellen passende instrumenten vast voor de uitwisseling van infor- matie betreffende alle problemen op het gebied van de regelgeving in verband met producten waarop deze overeenkomst van toepassing is.
2. Elke partij wijst minstens één contactpunt, bijvoorbeeld een in bijlage III vermelde regelgevende autoriteit, aan dat antwoord geeft op alle redelijke vragen van de andere partij en van ander belanghebben- den, zoals fabrikanten, consumenten en vakbonden, betreffende pro- cedures, voorschriften en andere onderwerpen in verband met deze overeenkomst. De partijen wisselen hun lijsten van contactpunten uit en maken deze openbaar.
4. Elke partij verbindt zich ertoe haar lijst van producten waarvoor zij krachtens haar wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen certifica- ten van overeenstemming heeft afgegeven op het World Wide Web bekend te maken en deze lijst regelmatig bij te werken.
Artikel 10
Wijzigingen in de regelgeving
1. Wanneer een partij nieuwe technische voorschriften in verband met deze overeenkomst vaststelt, doet zij dit op basis van bestaande internationale instrumenten, behalve wanneer zij van oordeel is dat een bepaald instrument een ondoeltreffend en ongeschikt middel is voor het bereiken van de door haar regelgeving beoogde doelstellingen.
2. De partijen geven elkaar kennis van wijzigingen in hun technische voorschriften die verband houden met het onderwerp waarop deze over- eenkomst betrekking heeft en dit minstens 90 dagen voor deze wijzi- gingen van kracht worden. Wanneer om redenen in verband met de veiligheid, de gezondheid of de bescherming van het milieu meer ur- gente maatregelen vereist zijn, stellen de partijen elkaar daarvan ten spoedigste in kennis.
3. De partijen en hun regelgevende autoriteiten informeren en raad- plegen elkaar, binnen de grenzen van hun respectieve wetten en voor- schriften, over de volgende onderwerpen:
a) voorstellen tot wijziging of tot invoering van nieuwe technische voorschriften, zoals deze zijn neergelegd in hun respectieve wette- lijke en bestuursrechtelijke bepalingen waaraan wordt gerefereerd in of die verband houden met de in de bijlagen I en II vermelde bepalingen;
b) de tijdige transponering van gewijzigde of nieuwe internationale in- strumenten in hun respectieve wettelijke en bestuursrechtelijke bepa- lingen; en
c) de herziening van bestaande en geldige certificaten van overeenstem- ming wanneer gewijzigde of nieuwe wettelijke en/of bestuursrechte- lijke bepalingen daarin voorzien.
De partijen stellen elkaar in de gelegenheid commentaar te geven op dergelijke voorstellen.
4. In geval van wijzigingen in de in de bijlagen I en II bedoelde wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen gaat de Gemengde Com- missie na of de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften voor de in bijlage II vermelde producten is gehandhaafd.
Indien de Gemengde Commissie besluit dat de gelijkwaardigheid in stand is gehouden, dan wordt het product in bijlage II gehandhaafd.
Indien de partijen in de Gemengde Commissie geen overeenstemming bereiken over de vraag of hun technische voorschriften met betrekking tot een in bijlage II vermeld product nog gelijkwaardig zijn, wordt de wederzijdse erkenning voor dat product opgeschort overeenkomstig het bepaalde in artikel 15.
5. De partijen maken op het World Wide Web een bijgewerkte versie van bijlage II bekend.
Artikel 11
Samenwerking op het gebied van de regelgeving
1. De partijen komen overeen in de IMO en andere terzake bevoegde internationale organisaties zoals de International Organization for Stan- dardization (ISO), de International Electrotechnical Commission (IEC) en de International Telecommunications Union (ITU), samen te werken met het doel internationale regels ter bevordering van de veiligheid op zee en ter voorkoming van verontreiniging van de zee vast te stellen en de bestaande regels te verbeteren.
2. De partijen gaan na welke technische werkzaamheden, gegeven- suitwisseling, wetenschappelijke en technische samenwerking en andere samenwerkingsactiviteiten zij gemeenschappelijk kunnen verrichten met het doel de kwaliteit en het niveau van hun technische voorschriften betreffende de uitrusting van zeeschepen te verbeteren en de voor de samenwerking op het gebied van de regelgeving beschikbare middelen op doeltreffende wijze te gebruiken.
3. De partijen verbinden zich ertoe, voor producten die bij de in- werkingtreding van deze overeenkomst niet in bijlage II zijn opgenomen of waarvoor de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften werd beëindigd of opgeschort, hun respectieve technische voorschriften aan een onderzoek te onderwerpen teneinde in zoverre mogelijk tot weder- zijdse erkenning te komen. De partijen stellen een werkprogramma en een tijdschema voor de onderlinge aanpassing van hun technische voor- schriften vast, met inbegrip van de initiëring van werkzaamheden voor de totstandbrenging van passende internationale normen. Het streven van de partijen zal erop gericht zijn hun technische voorschriften op basis van bestaande internationale instrumenten in zoverre mogelijk te harmoniseren in het licht van de doelstellingen van hun binnenlandse wetgeving, namelijk het verhogen van de veiligheid op zee en het ver- beteren van de preventie van de verontreiniging van de zee.
4. Wanneer de partijen hebben bepaald dat voor een product en voor de desbetreffende wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen de gelijk- waardigheid kan worden vastgesteld, neemt de Gemengde Commissie een besluit tot dienovereenkomstige wijziging van bijlage II.
Artikel 12
Samenwerking op het gebied van de overeenstemmingsbeoordeling
1. De partijen en hun autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de overeenstemmingsbeoordeling plegen overleg in de mate die noodzake- lijk is om het vertrouwen in de overeenstemmingsbeoordelingsprocedu- res en de overeenstemmingsbeoordelingsinstanties in stand te houden. Dit kan geschieden door, bijvoorbeeld, vergelijking van de methoden voor het verifiëren van en het houden van toezicht op de technische deskundigheid en bekwaamheid van overeenstemmingsbeoordelings- instanties en, met instemming van de partijen, gezamenlijke deelname aan audits/inspecties in het kader van overeenstemmingsbeoordelingen of andere evaluaties van overeenstemmingsbeoordelingsinstanties.
2. De partijen zullen hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties er- toe aanmoedigen deel te nemen aan coördinatie- en samenwerkingsacti- viteiten die door de partijen, hetzij afzonderlijk, hetzij gezamenlijk ge- organiseerd worden.
HOOFDSTUK 5
MAATREGELEN VAN TOEZICHT EN VRIJWARINGSMAATREGELEN
Artikel 13
Toezicht op overeenstemmingsbeoordelingsinstanties
1. De partijen dragen zorg dat hun overeenstemmingsbeoordelings- instanties de bekwaamheid hebben en behouden om de overeenstem- ming van producten of processen overeenkomstig de vigerende wette- lijke en bestuursrechtelijke bepalingen te beoordelen. De partijen ver- binden zich wat dit betreft ertoe door middel van regelmatige audits of evaluaties permanent toezicht te houden of te doen houden, al naar gelang van het geval, op hun overeenstemmingsbeoordelingsinstanties en/of erkende laboratoria.
2. Wanneer een partij objectieve redenen heeft om de technische deskundigheid van een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie van de andere partij te betwisten, stelt zij de andere partij daarvan in kennis. Een dergelijke betwisting wordt, indien zij gerechtvaardigd is, op ob- jectieve en billijke wijze afgehandeld. De andere partij verstrekt binnen een redelijke termijn informatie om de betwisting te weerleggen of de tekortkomingen die aan de betwisting ten grondslag liggen te corrigeren. Indien nodig wordt het probleem aan de Gemengde Commissie voor- gelegd. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt over de be- voegdheid van de betrokken overeenstemmingsbeoordelingsinstantie, kan de contesterende partij weigeren haar markering en/of nummering aan de betwiste overeenstemmingsbeoordelingsinstantie toe te kennen en de door deze instantie afgegeven certificaten van overeenstemming te erkennen.
Markttoezicht
1. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst kan derwijze wor- den uitgelegd dat zij voor een regelgevende autoriteit een beletsel vormt onverwijld passende maatregelen te nemen wanneer zij vaststelt dat een product mogelijkerwijze:
a) hoewel het op de juiste wijze is geïnstalleerd, wordt onderhouden en voor het beoogde doel wordt gebruikt, een gevaar vormt voor de gezondheid en/of de veiligheid van de bemanning, de passagiers of, in voorkomend geval, andere personen, dan wel nadelige gevolgen kan hebben voor het mariene milieu;
b) niet aan de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in het kader van deze overeenkomst voldoet; of
c) anderszins niet aan een uit deze overeenkomst voortvloeiende voor- waarde voldoet.
Dergelijke maatregelen kunnen onder meer bestaan in het uit de handel nemen van de betrokken producten, het opleggen van een verbod op het in de handel brengen en het beperken van het vrije verkeer ervan, het initiëren van een terugroeping van producten en het voorkomen van dergelijke problemen in de toekomst, onder meer door middel van een invoerverbod. Wanneer de regelgevende autoriteit dergelijke maat- regelen neemt, geeft zij de andere partij daarvan kennis uiterlijk 15 dagen nadat de maatregel is genomen, onder vermelding van de redenen welke aan haar besluit ten grond liggen.
2. Geen enkele bepaling van deze overeenkomst vormt voor de par- tijen een beletsel producten die niet aan hun technische voorschriften voldoen uit de handel te nemen.
3. De partijen komen overeen dat alle grenscontroles en inspecties van producten die overeenkomstig de in bijlage I vermelde voorschriften van de importerende partij werden gecertificeerd, geëtiketteerd en ge- markeerd zo spoedig mogelijk worden afgehandeld. Wat eventuele in- specties in het kader van het interne verkeer op hun grondgebied betreft, komen de partijen overeen dergelijke inspecties te verrichten op een wijze die niet omslachtiger is dan voor soortgelijke binnenlandse producten.
Artikel 15
Opschorting van de wederzijdse erkenning
1. Wanneer een partij van oordeel is dat de gelijkwaardigheid van de technische voorschriften voor één of meer van de in bijlage II vermelde producten niet wordt of niet kan worden gehandhaafd, stelt zij de andere partij daarvan in kennis, met vermelding van de objectieve redenen waarom zij deze mening is toegedaan. Elke betwisting van gelijkwaar- digheid wordt aan de Gemengde Commissie voorgelegd. Indien de Gemengde Commissie geen besluit neemt binnen 60 dagen na de datum waarop het probleem haar is voorgelegd, dan wordt de verplichting tot wederzijdse erkenning ten aanzien van dergelijke producten door één van de partijen of door beide partijen opgeschort. Deze opschorting blijft van kracht tot de Gemengde Commissie overeenstemming heeft bereikt.
2. De Gemengde Commissie actualiseert bijlage II door middel van een besluit tot opschorting van de wederzijdse erkenning voor de be- trokken producten. De partijen komen overeen samen te werken over- eenkomstig het bepaalde in artikel 11 teneinde de gelijkwaardigheid in zoverre mogelijk te herstellen.
3. In geval van opschorting van de wederzijdse erkenning van de in bijlage II bedoelde technische voorschriften zijn de partijen, wat het betrokken product betreft, niet meer gehouden de in artikel 3 van deze overeenkomst bedoelde verplichtingen na te komen. De importe- rende partij blijft eerder afgegeven certificaten van overeenstemming evenwel erkennen voor producten welke door die partij voor de op- schorting van de wederzijdse erkenning in de handel werden gebracht, tenzij een regelgevende autoriteit in die partij een andere beslissing neemt om redenen in verband met de gezondheid, de veiligheid of het milieu of omdat niet aan andere bepalingen van de overeenkomst is voldaan.
Artikel 16
Waarschuwingssysteem
De partijen komen overeen een tweerichtings-waarschuwingssysteem tussen hun regelgevende autoriteiten in te stellen teneinde elkaar kennis te kunnen geven van producten waarvan is vastgesteld dat zij niet aan de vigerende technische voorschriften voldoen of een onmiddellijk ge- vaar kunnen vormen voor de gezondheid, de veiligheid of het milieu.
HOOFDSTUK 6
AANVULLENDE BEPALINGEN
Artikel 17
Geheimhouding
1. De partijen komen overeen, voorzover hun respectieve wetgevin- gen dit voorschrijven, de in het kader van deze overeenkomst uitgewis- selde informatie geheim te houden. In het bijzonder verbinden de par- tijen zich ertoe geen in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie die onder het handelsgeheim valt of die als vertrouwelijke commerciële of financiële informatie wordt aangemerkt dan wel infor- matie in verband met een lopend onderzoek openbaar te maken, noch een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie toe te staan dergelijke infor- matie openbaar te maken.
2. Een partij of een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie kan na het uitwisselen van informatie met de andere partij of met een over- eenstemmingsbeoordelingsinstantie van die andere partij gedeelten van de verstrekte informatie aanwijzen die zij niet openbaar wenst te maken.
3. De partijen nemen alle redelijke voorzorgsmaatregelen om te voor- komen dat in het kader van deze overeenkomst uitgewisselde informatie zonder toestemming openbaar wordt gemaakt.
Vergoedingen
De partijen trachten ervoor te zorgen dat vergoedingen voor diensten op gebieden waarop deze overeenkomst betrekking heeft, in verhouding zijn tot de verleende diensten. De partijen komen overeen, voor over- eenstemmingsbeoordelingsprocedures waarop deze overeenkomst van toepassing is, geen vergoedingen in rekening te brengen voor door de andere partij verrichte overeenstemmingsbeoordelingen.
Artikel 19
Geografisch toepassingsgebied
1. Deze overeenkomst is van toepassing in de gebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap van toepassing is, onder de in dat Verdrag vastgestelde voorwaarden, enerzijds, en op het grondgebied van de Verenigde Staten, anderzijds.
2. Onverminderd het bepaalde in lid 1 is deze overeenkomst van toepassing op schepen in het internationale verkeer die de vlag van een van de partijen of van de lidstaten van een van de partijen mogen voeren.
Artikel 20
Overeenkomsten met andere landen
1. Behoudens schriftelijk akkoord tussen de partijen gelden de ver- plichtingen die voortvloeien uit overeenkomsten inzake wederzijdse er- kenning die een partij heeft gesloten met een partij die geen partij is bij deze overeenkomst (een derde partij) niet voor de andere partij bij deze overeenkomst wat de aanvaarding van de resultaten van in die derde partij verrichte overeenstemmingsbeoordelingen betreft.
2. De Europese Gemeenschap en de Verenigde Staten komen over- een, teneinde de handel in uitrusting van zeeschepen met andere landen te vereenvoudigen, onderzoek te doen naar de mogelijkheid van een multilaterale overeenkomst met andere belangstellende landen op het gebied waarop deze overeenkomst van toepassing is.
HOOFDSTUK 7
SLOTBEPALINGEN
Artikel 21
Inwerkingtreding, wijziging en beëindiging
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen door middel van een briefwisseling de voltooiing van hun respectieve procedures voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst hebben bevestigd.
2. Deze overeenkomst kan worden gewijzigd, hetzij overeenkomstig het bepaalde in artikel 7, hetzij door de partijen.
4. Na de beëindiging van de overeenkomst blijft een partij de door een overeenstemmingsbeoordelingsinstantie krachtens deze overeen- komst, doch voor de beëindiging daarvan, afgegeven certificaten van overeenstemming aanvaarden, tenzij een regelgevende autoriteit in deze partij een andersluidende beslissing neemt om redenen in verband met de gezondheid, de veiligheid en het milieu of omdat niet is voldaan aan bepaalde andere vereisten van de overeenkomst.
Artikel 22
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst doet geen afbreuk aan de rechten en verplich- tingen van de partijen krachtens andere internationale overeenkomsten.
2. De partijen komen overeen het functioneren van deze overeen- komst op gezette tijden te herzien. De eerste herziening vindt uiterlijk twee jaar na de datum van inwerkingtreding van de overeenkomst plaats.
3. Deze overeenkomst wordt gesteld in twee exemplaren in de Deen- se, de Duitse, de Engelse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Italiaanse, de Nederlandse, de Portugese, de Spaanse en de Zweedse taal, zijnde alle talen gelijkelijk authentiek. Bij onenigheid over de interpretatie prevaleert de Engelse tekst.
WETTELIJKE EN BESTUURSRECHTELIJKE BEPALINGEN
— Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de EU:
Richtlijn 2014/90/EU (hierna "MED" genoemd) en de uitvoeringshandelingen die zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 35, leden 2 en 3, van die richtlijn.
De partijen erkennen dat de "Blauwe Gids voor de uitvoering van de productvoorschriften van de EU 2016" nuttige richtsnoeren bevat voor de uitvoering van met name de onder de MED vallende conformiteitsbeoor- delingsprocedures.
— Wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de VS: 46 USC. 3306
46 CFR Parts 159 to 165"
PRODUCTEN WAAROP DE WEDERZIJDSE ERKENNING BETREKKING HEEFT
Algemene noot:
Van de internationale overeenkomsten is de bijgewerkte versie van toepassing. Ten behoeve van een correcte verwijzing naar de relevante normen moet op de beproevingsverslagen, certificaten van overeenstemming en verklaringen van overeenstemming worden aangegeven welke norm en welke versie daarvan is toegepast.
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 18
Reddingsmiddelen
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften (1) | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: a) voor reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten (Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res.MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res.MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.2a | — USCG 161.101 — Guidance for Approval of Position- indi- cating lights for survival craft dated 11 March 1999 |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: b) voor reddingsboeien (Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res.MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res.MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.2b | — USCG 161.110 |
Positieaangevende lichten voor reddingsmiddelen: c) voor reddingsvesten (Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res.MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res.MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.2c | — USCG 161.112 — Lifejacket light approval Guidance (SO- LAS) 22 March 1999 |
Zelfwerkende rooksignalen voor reddingsboeien Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, II — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.3 | — USCG 160.157 — Guidelines for Approval of "SOLAS" Pyrotechnic Signals and Line Throwing Appliances, March 2005. |
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften (1) | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Valschermsignalen (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, III — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.8 | — USCG 160.136 — Guidelines for Approval of "SOLAS" Pyrotechnic Signals and Line Throwing Appliances, March 2005 |
Handstakellichten (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, III — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.9 | — USCG 160.121 — Guidelines for Approval of "SOLAS" Pyrotechnic Signals and Line Throwing Appliances, March 2005 |
Drijvende rooksignalen (pyrotechniek) Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, III — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd | MED/1.10 | — USCG 160.122 — Guidelines for Approval of "SOLAS" Pyrotechnic Signals and Line Throwing Appliances, March 2005 |
Lijnwerptoestellen Noot: vervaldag uiterlijk 48 maanden na maand van vervaardiging. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, VII — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.11 | — 46 CFR 160.040 — Guidelines for Approval of "SOLAS" Pyrotechnic Signals and Line Throwing Appliances, March 2005 — MIL- R- 45505 A2 |
Vaste reddingsvlotten Noot: het noodpakket valt niet onder de overeen- komst | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 — IMO MSC Circ.811 | MED/1.13 | — USCG 160.118 — Rigid liferaft — Coast Guard (CG- 5214) Review Checklist, 27 July 1998 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 19
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften (1) | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Zichzelf automatisch oprichtende reddingsvlotten (uitsluitend vaste reddingsvlotten/opblaasbare red- dingsvlotten vallen hier niet onder) Noot: het noodpakket valt niet onder de overeen- komst | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 — IMO MSC Circ.809 — IMO MSC Circ.811 — IMO MSC Circ.1006 — IMO MSC.1 Circ.1328 | MED/1.14 | — USCG 160.118 — Rigid liferaft — Coast Guard (CG- 5214)Review Checklist, 27 July 1998 |
Overdekte omkeerbare reddingsvlotten (uitsluitend vaste reddingsvlotten/opblaasbare reddingsvlotten vallen hier niet onder) Noot: het noodpakket valt niet onder de overeen- komst | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 — IMO MSC Circ.809 — IMO MSC Circ.811 — IMO MSC.1 Circ.1328 | MED/1.15 | — USCG 160.118 — Rigid liferaft — Coast Guard (CG- 5214)Review Checklist, 27 July 1998 |
Zelfdrijfvoorzieningen voor reddingsvlotten (hy- drostatische openers) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 — IMO MSC Circ.811 | MED/1.16 | — USCG 160.162 — Interim Guidelines for Approval and Production Testing of SOLAS Hydrosta- tic Release Units |
Loskoppelmechanisme voor: a) reddingsboten en hulpverleningsboten (met torenloper of -lopers te water gelaten) Beperkt tot door middel van davits te water gelaten reddingsvlotten met automatische loskoppelhaak | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, IV — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 — IMO MSC.1/Circ.1419 | MED/1.26 (a) | — 46 CFR 160.170 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 20
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften (1) | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Loskoppelmechanisme voor: b) reddingsvlotten (met torenloper of -lopers te water gelaten) Beperkt tot door middel van davits te water gelaten reddingsvlotten met automatische loskoppelhaak | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, VI — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.26 (b) | — 46 CFR 160.170 |
Systemen voor evacuatie op zee | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I, VI — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.27 | — USCG 160.175 |
Inschepingsladders (Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) — IMO Res.MSC.48(66)- (LSA Code) I, VI — IMO Res. MSC.81(70), zoals gewijzigd — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) — IMO MSC.1/Circ.1285 — ISO 5489:2008 | MED/1.29 | — USCG 160.117 |
Retroflecterende materialen (Nieuw product) | — IMO Res. A.658(16) — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 8 — IMO Res. MSC.48(66)- (LSA Code) I — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 8 | MED/1.30 | — 46 CFR 164.018 — NVIC 2- 92 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 21
(1) De "LSACode" is de International Life-Saving Appliance Code die op 4 juni 1996 werd aangenomen (IMO Resolution MSC.48(66)). De "Recommendation on Testing" is de aanbeveling van de IMO inzake de beproeving van reddingsmiddelen die op 6 november 1991 werd aangenomen (IMO Resolution A.689(17)), zoals gewijzigd op 11 december 1998 (IMO Resolution MSC.81(70)).
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 22
Brandbeveiliging
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Primaire dekbedekking | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.1 | — 46 CFR 164.106 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B a) afscheidingen van klasse A, | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC/Circ.1120 — IMO MSC.1/Circ.1434 — IMO MSC.1/Circ.1435 | MED/3.11 (a) | — 46 CFR 164.105 — 46 CFR 164.107 |
Brandwerendheid van afscheidingen van klassen A en B b) afscheidingen van klasse B. Noot: afscheidingen van klasse B vallen niet onder deze overeenkomst. | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.11 (b) | — 46 CFR 164.108 — 46 CFR 164.110 |
Niet-brandbare materialen | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.13 | — 46 CFR 164.109 |
Branddeuren Uitsluitend branddeuren zonder ramen of met een raamoppervlak van ten hoogste 645 cm2 in elke deurhelft. Erkenning beperkt tot beproefd maximum deur- oppervlak. Deuren moeten in brandbestendige deuromlijsting worden geplaatst. Noot: deuren van klasse B vallen niet onder deze overeenkomst. | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC.1/Circ.1319 — IMO MSC.1/Circ.1511 | MED/3.16 | — 46 CFR 164.136 |
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Onderdelen van bedieningssystemen voor brand- deuren. Noot: het gebruik van de term "onderdelen van een … systeem" in kolom 1 kan betekenen dat een afzonderlijk onderdeel, een groep onderdelen of het volledige systeem moet worden getest om vast te stellen of aan de internationale voorschrif- ten is voldaan. | — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.17 | — 46 CFR 164.146 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen a) decoratieve fineerlagen. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC Circ.1120 | MED/3.18 (a) | — 46 CFR 164.112 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen b) verfsystemen. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC Circ.1120 | MED/3.18 (b) | — 46 CFR 164.112 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen c) vloerbedekkingen. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC Circ.1120 | MED/3.18 (c) | — 46 CFR 164.117 |
Bekledingsmaterialen en vloerbedekkingen met laag vlamspreidend vermogen d) brandbare leidingdoorvoeren. | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC Circ.1120 | MED/3.18 (f) | — 46 CFR 164.112 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 23
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Draperieën, gordijnen en andere hangende materi- alen en wandbekledingen van textiel | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC.1 Circ.1456, zoals gewijzigd | MED/3.19 | — 46 CFR 164.111 |
Beklede meubelen | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.20 | — 46 CFR 164.144 |
Matrassen en beddengoed | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.21 | — 46 CFR 164.142 |
Brandkleppen | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.22 | — 46 CFR 164.139 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse A a) elektriciteitskabels. | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — MSC.1/Circ 1488 | MED/3.26 (a) | — 46 CFR 164.138 |
Doorvoeren door afscheidingen van klasse A b) buizen, leidingen, hoofdleidingen enz. | — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC.1 Circ.1276 — MSC.1/Circ 1488 | MED/3.26 (b) | — 46 CFR 164.138 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 24
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Vuurbestendige materialen (met uitzondering van meubilair) voor hogesnelheidsvaartuigen (Nieuw product) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC.1 Circ.1457 | MED/3.32 | — 46 CFR 164.201 |
Vuurbestendige materialen voor meubilair voor ho- gesnelheidsvaartuigen (Nieuw product) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd | MED/3.33 | — 46 CFR 164.201 |
Vuurbestendige afscheidingen voor hogesnelheids- vaartuigen (Nieuw product) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 7 — IMO Res. MSC.307(88) (2010 FTP Code), zoals gewijzigd — IMO MSC.1 Circ.1457 | MED/3.34 | — 46 CFR 164.207 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 25
Navigatieapparatuur
Noten betreffende dit onderdeel:
1. Resolutie A.1021(26) en resolutie MSC.302(87) worden, naargelang van het geval, voor alle navigatieapparatuur in acht genomen — Zij verwijzen respectievelijk naar de "code voor alarmen en indicatoren 2009" en de "vaststelling van prestatienormen voor alarmbeheer scheepsbrug".
2. IEC 61162 heeft betrekking op de volgende reeks referentienormen voor maritieme navigatie- en telecommunicatieapparatuur en –systemen — digitale interfaces:
— IEC 61162- 1 (2016) — Deel 1: één spreker en meer luisteraars
— IEC 61162- 2 ed1.0 (1998- 09) — Deel 2: één spreker en meer luisteraars, transmissie op hoge snelheid
— IEC 61162- 3 ed1.2 Consol. met wijziging 1 ed. 1.0 (2010- 11) en wijziging 2 ed. 1.0 (2014- 07) — Deel 3: seriële-datanetwerk
— IEC 61162- 3 ed1.0 (2008- 05) — Deel 3: seriële-datanetwerk
— IEC 61162- 3- wijziging 1 ed1.0 (2010- 06) Wijziging 1 — Deel 3: seriële-datanetwerk
— IEC 61162- 3- wijziging 2 ed1.0 (2014- 07) Wijziging 2 — Deel 3: seriële-datanetwerk
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 26
— IEC 61162- 450 ed1.0 (2011- 06) met wijziging 1 (2016)- Deel 450: meer sprekers en meer luisteraars — ethernetkoppeling
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Magnetisch kompas | — IMO Res. A.382(X) | MED/4.1 | — USCG 165.101 |
Klasse A voor schepen | — IMO Res. A.694(17) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 1069 (1973) | |||
— ISO 25862 (2009) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
Zendend koers-instrument (Transmitting Heading Device — THD) (magnetische methode) | — IMO Res. A.694(17) — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | MED/4.2 | — USCG 165.102 — NVIC 8- 01, CHANGE 3 |
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 — IMO Res. MSC.116(73) — IMO Res. MSC.191(79) | Noot: Het gebruik van ISO 11606:2000/Cor 1:2005 is vereist voor de aanvaarding voor USCG-goedkeuring in het kader van de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning | ||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 22090- 2 (2014) |
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Gyrokompas | — IMO Res. A.424(XI) | MED/4.3 | — USCG 165.103 |
— IMO Res. A.694(17) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 8728:2014 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07). | |||
Echoloodapparatuur | — IMO Res. A.224(VII) | MED/4.6 | — USCG 165.107 |
— IMO Res. A.694(17) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.74(69) bijlage 4 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 9875 (2000) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Snelheids- en afstandsmeetapparatuur (SDME) | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.7 | — USCG 165.105 |
— IMO Res. A.824(19) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.302(87) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 27
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
— IMO Res. MSC.191(79) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) — IEC 61023 (2007) — IEC 61162-reeks — IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Bochtaanwijzer | — IMO Res. A.526(13) | MED/4.9 | — USCG 165.106 |
— IMO Res. A.694(17) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— ISO 20672 (2007) m.i.v. Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Loran-C-apparatuur | Apparatuur niet langer opgenomen in de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, aangezien zij niet langer in MED is opgenomen | ||
Chayka-apparatuur | Apparatuur niet langer opgenomen in de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, aangezien zij niet langer in MED is opgenomen | ||
Gps-apparatuur | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.14 | — USCG 165.130 |
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.112(73) | |||
— IMO Res. MSC.191(79) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 28
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
— IMO Res.MSC.302(87) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) — IEC 61108- 1 Ed.2.0 (2003) — IEC 61162-reeks — IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
GLONASS-apparatuur | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.15 | — USCG 165.131 |
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.113(73) | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61108- 2 (1998) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Koersautomaat (Heading Control System — HCS) | — IMO Res. A.342(IX) | MED/4.16 | — USCG 165.110 |
— IMO Res. A.694(17) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.64(67) bijlage 3 | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 11674 (2006) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 29
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Roerstandindicator | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.20 | — USCG 165.167 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 20673:2007 | |||
Rpm-indicator (schroef) | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.21 | — USCG 165.168 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 22554:2015 | |||
Spoedindicator | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.22 | — USCG 165.169 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 22555:2007 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 30
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Radarapparatuur CAT 1 | — IMO Res. A.278(VIII) | MED/4.34 | — USCG 165.115 |
(radarapparatuur die wordt gebruikt met ARPA moet afzonderlijke certificeringen van de EU en de VS hebben) | — IMO Res. A.694(17) — IMO Res. MSC.191(79) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 — 47 CFR 80 | |
— IMO Res. MSC.192(79) | — 47 CFR 02.100 Subpart B | ||
— IMO Res.MSC.302(87) — ITU- X X. 1177- 4(04/11) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | Noot: USCG 165.120 is veranderd in 165.115 om rekening te houden met bij MSC.192(79) voorgeschreven wijzigingen. Eerder afgegeven certificaten blijven geldig voor bestaande apparatuur. | ||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— IEC 62388 Ed. 2.0 (2013- 06) | |||
Radarapparatuur CAT 2 | — IMO Res. A.278(VIII) | MED/4.35 | — USCG 165.116 |
(radarapparatuur die wordt gebruikt met ATA moet afzonderlijke certificeringen van de EU en de VS hebben) | — IMO Res. A.694(17) — IMO Res. MSC.191(79) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 — 47 CFR 80 | |
— IMO Res. MSC.192(79) | — 47 CFR 02.100 Subpart B | ||
— IMO Res.MSC.302(87) — ITU- X X. 1177- 4(04/11) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | Noot: USCG 165.111 is veranderd in 165.116 om rekening te houden met bij MSC.192(79) voorgeschreven wijzigingen. Eerder afgegeven certificaten blijven geldig voor bestaande apparatuur. | ||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— IEC 62388 Ed. 2.0 (2013- 06) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 31
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Radarapparatuur CAT 3 | — IMO Res. A.278(VIII) | MED/4.36 | — USCG 165.117 |
(radarapparatuur die wordt gebruikt met EPA moet afzonderlijke certificeringen van de EU en de VS hebben) | — IMO Res. A.694(17) — IMO Res. MSC.191(79) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 — 47 CFR 80 | |
— IMO Res. MSC.192(79) | — 47 CFR 02.100 Subpart B | ||
— IMO Res.MSC.302(87) — ITU- X X. 1177- 4(04/11) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | Noot: USCG 165.121 is veranderd in 165.117 om rekening te houden met bij MSC.192(79) voorgeschreven wijzigingen. Eerder afgegeven certificaten blijven geldig voor bestaande apparatuur. | ||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
— IEC 62388 Ed. 2.0 (2013- 06) | |||
Geïntegreerde brug | Apparatuur niet langer opgenomen in de overeenkomst inzake wederzijdse erkenning, aangezien zij niet langer in MED is opgenomen | ||
Reisgegevensrecorder (Voyage Data Recorder — VDR) | — IMO Res. A.694(17) — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | MED/4.29 | — USCG 165.150 — NVIC 8- 01, CHANGE 3 |
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IMO Res. MSC.333(90) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 61996- 1 Ed.2.0 (2013- 05) m.i.v. IEC 61996- 1 Corr.1 (2014) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 32
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Elektronischekaartsysteem (Electronic Chart Dis- play and Information System — ECDIS) met back-up, en rasterkaartsysteem (Raster Chart Dis- play System — RCDS) | — IMO Res.A.694(17) — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | MED/4.30 | — USCG 165.123 — USCG 165.124 — NVIC 8- 01, CHANGE 3 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.191(79) | ||
— IMO Res.MSC.232(82) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IMO MSC.1/Circ.1503 Rev.1 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 61174 Ed. 4.0 (2015) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014) | |||
[ECDIS back-up en RCDS zijn alleen van toepassing als deze functies in de ECDIS zijn opgenomen. Op het certificaat van module B is aangegeven of deze opties zijn getest]. | |||
Gyrokompas voor hogesnelheidsvaartuigen | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.31 | — USCG 165.203 |
— IMO Res. A.821(19) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 16328 (2014) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 33
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Universele AIS-apparatuur (Automatic Identifica- | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.32 | — USCG 165.155 |
tion System) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res. MSC.74(69) | — ITU- X X. 1371- 3 | ||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— ITU- X X. 1371- 5(2014) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 61993- 2 (2012) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Routeautomaat | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.33 | — USCG 165.112 |
(werkt wanneer het schip een snelheid van mini- male manoeuvreersnelheid tot 30 knopen heeft) | — IMO Res. MSC.74(69) — IMO Res. MSC.191(79) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62065 Ed.2.0 (2014- 02) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
Radarapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigtoepas- | — IMO Res.A.278(VIII) | MED/4.37 | — USCG 165.216 |
singen (CAT 1H en CAT 2H) | — IMO Res.A.694(17) | — USCG 165.217 | |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.191(79) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 34
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
— IMO Res.MSC.192(79) — IMO Res.MSC.302(87) — MSC.1/Circ.1349 — ITU- R M.1177- 4 (04/11) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) — IEC 61162-reeks — IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) — IEC 62388 Ed. 2.0 (2013- 06) | |||
Passieve radarreflector | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | MED/4.39 | — USCG 165.160 |
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | ||
— IMO Res. MSC.164(78) | |||
— ISO 8729- 1 (2010) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
Koersautomaat voor hogesnelheidsvaartuigen | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.40 | — USCG 165.210 |
(Nieuw product) | — IMO Res. A.822(19) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— MSC.1/Circ.1349 | |||
— ISO 16329 (2003) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 35
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (GNSS-methode) | — IMO Res.A.694(17) — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | MED/4.41 | — USCG 165.102 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | ||
— IMO Res.MSC.116(73) | |||
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 22090- 3:2014 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
Zoeklicht voor hogesnelheidsvaartuigen | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.42 | — USCG 165.252 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— ISO 17884:2004 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
Nachtzichtapparatuur voor hogesnelheidsvaartuigen | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.43 | — USCG 165.251 |
(Nieuw product) | — IMO Res. MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res. MSC.94(72) | — ISO 60447 | ||
— IMO Res. MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | — ISO/IEC 9126 | ||
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— ISO 16273 (2003) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 36
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Zendend koersinstrument (Transmitting Heading Device — THD) (gyroscopische methode) | — IMO Res.A.694(17) — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | MED/4.46 | — USCG 165.102 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | ||
— IMO Res.MSC.116(73) | |||
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— ISO 22090- 1:2014 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
Vereenvoudigde reisgegevensrecorder (S-VDR) | — IMO Res. A.694(17) | MED/4.47 | — USCG 165.151 |
(Nieuw product) | — IMO Res. MSC.163(78) | — NVIC 8- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res. MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 61996- 2 (2007) | |||
— IEC 62288 Ed. 2.0 (2014- 07) | |||
DGPS-apparatuur | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.50 | — USCG 165.132 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 08- 01 CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.112(73) | |||
— IMO Res.MSC.114(73) | |||
— IMO Res.MSC.191(79) |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 37
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
— IMO Res.MSC.302(87) — IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) — IEC 61108- 1 (2003) — IEC 61108- 4 (2004) — IEC 61162-reeks — IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
DGLONASS-apparatuur | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.51 | — USCG 165.133 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) 13 | — NVIC 08- 01 CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) 13 | |||
— IMO Res.MSC.113(73) | |||
— IMO Res.MSC.114(73) | |||
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61108- 2 Ed.1.0 (1998) | |||
— IEC 61108- 4 (2004) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
Dagseinlamp | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.52 | — USCG 165.166 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) | — NVIC 08- 01 CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.95(72) | |||
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— ISO 25861:2007 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 38
Benaming | Toepasselijke internationale instrumenten voor fabricage-, prestatie- en beproevingsvoorschriften | Technische voorschriften van de EU, nummer van het product overeenkomstig Richtlijn 2014/90/EU | Technische voorschriften van de VS en richtsnoeren voor goedkeuring |
Wachtalarmsysteem (BNWAS) | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.57 | — USCG 165.142 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.128(75) | — NVIC 08- 01, CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— MSC.1/Circ.1474 | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
— IEC 62616(2010) m.i.v. IEC 62616 Corr. 1 (2012) | |||
Ontvanger voor geluidssignalen | — IMO Res.A.694(17) | MED/4.58 | — USCG 165.165 |
(Nieuw product) | — IMO Res.MSC.36(63)- (1994 HSC Code) | — NVIC 8- 01 CHANGE 3 | |
— IMO Res.MSC.86(70) | |||
— IMO Res.MSC.97(73)- (2000 HSC Code) | |||
— IMO Res.MSC.191(79) | |||
— IMO Res.MSC.302(87) | |||
— IEC 60945 (2002) m.i.v. IEC 60945 Corr. 1 (2008) | |||
— IEC 61162-reeks | |||
— IEC 62288 Ed.2.0 (2014- 07) | |||
— ISO 14859:2012 |
02004A0430(03) — NL — 18.02.2019 — 001.001 — 39
REGELGEVENDE AUTORITEITEN
— EUROPESE UNIE
België SPF Mobilité
Rux xx Xxxxxxx 00 0000 Xxxxxxxxx
FOD Mobiliteit Voxxxxxxxxxxxxxxx 00
1210 Brussel
Bulgarije Министерство на транспорта, информационните технологии и съобщенията
ул. "Дякон Игнатий" № 9
София 1000
Ministerie van Vervoer, Informatietechnologie en Com- municatie
9, Dyakon Ignatiy str.
Sofia 1000
Tsjechië Ministerstvo dopravy (Ministerie van Vervoer) Postbus 9
Nábřeží Ludvíka Svobody 12 110 15 Praha 1
Denemarken Transport-, Bygnings- og Boligministeriet (Ministerie van Vervoer, Bouw en Huisvesting)
Frederiksholms Kanal 27 F 1220 København K
Duitsland Bundesministerium für Verkehr und digitale Infrastruktur (Ministerie van Vervoer en Digitale Infrastructuur)
Invalidenstr. 44,
10115 Berlin
Estland Majandus- ja Kommunikatsiooniministeerium (Ministerie van Economische Zaken en Communicatie)
Suur- Ameerika 1
10122 Tallinn
Ierland Department of Transport, Tourism and Sport (Ministerie van Vervoer, Toerisme en Sport)
Leeson Lane Dublin D02 TR60
An Roinn Iompair, Turasóireachta agus Spóirt (Ministe- rie van Vervoer, Toerisme en Sport)
Lána Liosáin, Baile Átha Cliath 2 D02 TR60
Griekenland Υπουργείο Ναυτιλίας & Νησιωτικής Πολιτικής
Ακτή Βασιλειάδη, Πύλη Ε1-Ε2, Τ.Κ. 185 10, Πειραιάς
Ministerie van Scheepvaart en Eilandbeleid Akti Vassiliadi, Gates E1-E2
18510 Piraeus
Spanje Ministerio de Fomento (Ministerie van Openbare Werken)
Paseo de la Castellana, 67 28071 Madrid
Frankrijk Ministère de la Transition écologique et solidaire 246, Boulevard St. Germain
75007 Paris
Kroatië Ministarstvo mora, prometa i infrastructure (Ministerie van de Zee, Vervoer en Infrastructuur)
Prisavlje 14,
10 000 Zagreb
Italië Ministero delle Infrastrutture e dei Trasporti (Ministerie van Infrastructuur en Vervoer)
Piazzale di Porta Pia 1 00198 Roma
Cyprus Υπουργείο Μεταφορών, Επικοινωνιών και Έργω Αχαιών 28,
1424 Λευκωσία
Ministry of Transport, Communications and Works (Mi- nisterie van Verkeer, Communicatie en Openbare Wer- ken)
Axaion 28
1424 Nicosia
Letland Satiksmes ministrija (Ministerie van Vervoer en Com- municatie)
Gogola iela 3,
Riga 1743
Litouwen Susisiekimo ministerija (Ministerie van Vervoer en Com- municatie)
Gedimino av. 17
01505 Vilnius
Luxemburg Ministère du Développement durable et des Infrastructures 4, Place de l'Europe
1499 Luxembourg
Hongarije Nemzeti Fejlesztési Minisztérium (Ministerie van Natio- nale Ontwikkeling)
Fő u. 44-50.
1011 Budapest
Malta Ministeru għat- Trasport, Infrastruttura u Proġetti Kapi- tali/Ministry for Transport, Infrastructure and Capital Projects (Ministerie van Vervoer, Infrastructuur en Kapi- taalprojecten)
Triq Francesco Buonamici Floriana FRN1700
Nederland Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat Rijnstraat 8, 2515 XP 's-Gravenhage
Postbus 20901
2500 EX 's-Gravenhage
Oostenrijk Bundesministerium für Verkehr, Innovation und Techno- logie (Bondsministerie van Vervoer, Innovatie en Tech- nologie)
Radetzkystraße 2
1030 Wien
Polen Ministerstwo Gospodarki Morskiej i Żeglugi Śródlądo- wej (Ministerie van Maritieme Economie en Binnen- vaart)
ul. Nowy Świat 6/12 00-400 Warszawa
Portugal Ministério do Mar (Ministerie van de Zee) Praça do Comércio
1149- 010 Lisboa
Roemenië Ministerul Transporturilor (Ministerie van Vervoer) 38, Blvd. Dinicu Golescu
Sector 1 — Bucureşti
Slovenië Ministrstvo za infrastrukturo (Ministerie van Infrastruc- tuur)
Langusova 4
SI —1535 Ljubjana
Slowakije Ministerstvo dopravy a výstavby (Ministerie van Vervoer en Bouw)
Namestie slobody 6
810 05 Bratislava
Finland Liikenne- ja viestintäministeriö (Ministerie van Vervoer en Communicatie)
Eteläesplanadi 16, Helsinki
P.O. Box 31 00023 Government
Kommunikationsministeriet (Ministerie van Vervoer en Communicatie)
Södra esplanaden 16, Helsingfors PB 31,
00023 Statsrådet
Zweden Näringsdepartementet (Ministerie van Ondernemingen en Innovatie)
Mäster Samuelsgatan 70, Stockholm 103 33 Stockholm
Verenigd Koninkrijk Department for Transport (Ministerie van Verkeer)
Great Minster House 33 Horseferry Road London SW1P 4DR
Europese Commissie Directoraat-generaal Mobiliteit en Vervoer (DG MOVE) Dienst Veiligheid van de zeevaart
Wetstraat 200
1049 Brussel, België
— VERENIGDE STATEN VAN AMERIKA
United States Coast Guard
Office of Design and Engineering Standards (CG- ENG) 2703 Martin Luther King Jr Ave SE
STOP 7509
Washington DC 20593-7509