Art. 1. Onzeker voorval
VOORWAARDEN “NEDERLANDSE BEURS-GOEDERENPOLIS 2006”
Art. 1. Onzeker voorval
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 Burgerlijk Wetboek, indien en voorzover de schade op vergoeding waarvan aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een voorval waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandigheden nog zou ontstaan.
Art. 2. Omvang van de dekking
1. In de zin van deze polis wordt onder het begrip zaken verstaan, zaken waarin door verzekeringnemer handel wordt gedreven, tenzij anders vermeld.
2. De in de polis genoemde verzekerde som geldt tevens als de door partijen vastgestelde waarde.
3. Winst of meerdere waarde wordt, onverschillig of deze al dan niet bij de polis is begroot, in geval van schade aan of verlies van de zaken vergoed zonder dat bewijs van deze winst of meerdere waarde gevorderd kan worden.
4. De verzekerde som is het hoogste bedrag tot uitkering waarvan de verzekeraars, behoudens het bij artikel 3 bepaalde als gevolg van eenzelfde voorval kunnen worden verplicht.
Worden de bij de polis verzekerde zaken door achtereenvolgende gedekte voorvallen getroffen, dan vergoeden de verzekeraars alle schaden, onverschillig of het totale bedrag daarvan de verzekerde som overschrijdt.
Art. 3. Overschrijding verzekerde som
1. Indien en voorzover de verzekeringnemer en/of de verzekerde naast zijn recht op vergoeding van schade aan of verlies van de zaken bovendien recht heeft op gehele of gedeeltelijke vergoeding van bijdrage in avarij-grosse zal dit bedrag, ten laste van de verzekeraars komen.
2. Verzekeraars vergoeden de kosten van maatregelen die door of vanwege de verzekeringnemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor – indien gevallen – de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
3. In geval van lossing uit nood of in een noodhaven uit hoofde van een gedekt gevaar zijn ook de kosten van lossing, opslag en herlading, alsmede de extra kosten van verder vervoer voor rekening van de verzekeraars, ook al zou daardoor de verzekerde som worden overschreden.
Art. 4. Verzekerde reis
1. Het risico voor de verzekeraars gaat in op het moment waarop de zaken, tot het aanvangen van de verzekerde reis gereed liggen in het pakhuis of de opslagplaats in de plaats van afzending, genoemd in de polis, worden opgenomen of op een daarmede vergelijkbare wijze worden weggevoerd teneinde de verzekerde reis aan te vangen. Het risico blijft gedurende het normale verloop van de reis ononderbroken doorlopen en eindigt op het moment waarop de zaken zijn aangekomen in de plaats van bestemming, genoemd in de polis, op de plaats in het pakhuis of de opslagplaats die de ontvanger daarvoor heeft bestemd, mits de
verzekeringnemer en/of verzekerde de zaken op de normale of op de met de verzekeraars overeengekomen wijze doet vervoeren.
2. Het in lid 1. bepaalde blijft gelden, ook in geval van onderbreking van het vervoer, verandering van koers, reis of vervoermiddel, verlenging van de reis, door omstandigheden buiten de macht van de verzekeringnemer en/of de verzekerde met dien verstande dat, indien hierdoor de reis of reisduur wordt verlengd of het risico van de verzekeraars wordt verzwaard, de verzekeraars tot een passende premieverbetering gerechtigd zijn, tenzij deze omstandigheden het gevolg zijn van een gevaar waartegen verzekerd is. Een en ander met inachtneming van het in lid 4. bepaalde.
3. Wanneer, nadat het risico voor de verzekeraars is ingegaan, de verzekeringnemer en/of verzekerde de reis van de zaken afbreekt voordat de zaken de in de polis genoemde plaats van bestemming hebben bereikt, of wanneer de verzekeringnemer en/of de verzekerde de zaken, voordat deze de plaats hebben bereikt waar volgens lid 1 het risico zou eindigen, naar een andere plaats doet verzenden, eindigt het risico voor de verzekeraars, tenzij anders wordt overeengekomen, na afloop van 15 dagen na aankomst van de zaken op de plaats waar de reis wordt afgebroken of veranderd of zoveel eerder als:
a. de zaken zijn verkocht en in deze plaats aan de koper(s) zijn afgeleverd, of
b. het vervoer van de zaken naar die andere bestemming een aanvang neemt of
c. de zaken in opdracht van of namens de verzekeringnemer en/of de verzekerde worden opgeslagen of behandeld voor distributie of anderszins.
Indien de lossing of aflevering tengevolge van een door verzekeringnemer en/of de verzekerde te bewijzen wettige verhindering mocht zijn vertraagd, wordt de termijn van maximaal 15 dagen hierboven genoemd voor de duur van deze verhindering geschorst, echter met inachtneming van het bepaalde in lid 4.
4. In geval van vervoer dat geheel of gedeeltelijk per zeeschip plaatsvindt, eindigt het risico voor de verzekeraars, indien dit althans ingevolge andere bepalingen van deze polis niet reeds op een vroeger tijdstip een einde heeft genomen, in ieder geval na afloop van 60 dagen na l ossing van de zaken uit het zeeschip in de uiteindelijke haven van lossing.
Art. 5. Retourzendingen
Indien de verzekerde zaken worden teruggezonden, blijven de verzekeraars, mits hun hiervan is kennis gegeven en zij zulks hebben aanvaard, hun risico op geheel dezelfde condities in directe aansluiting gedurende het verblijf en de terugzending doorlopen, en zulks tegen nader te regelen premie.
Art. 6. Vervoer en opslag
1. Indien de verzekeringnemer en/of de verzekerde vervoer en opslag doet geschieden op condities zoals deze voor dat vervoer en die opslag in het normale verkeer gebezigd worden , zullen de verzekeraars aan de aanvaarding van die condities noch een vordering op noch een verweer tegen de verzekeringnemer en/of de verzekerde ontlenen gegrond op Burgerlijk Wetboek Boek 7 Titel 17.
2. Vervoerders of personen aan wie het vervoer, de behandeling of bewaring van de zaken is toevertrouwd kunnen, voorzover zij niet uitdrukkelijk als verzekeringnemer en/of de verzekerde in de polis zijn genoemd, geen voordeel uit het bestaan van deze verzekering trekken.
Art. 7. Xxxxx xxx xxxxx
Deze verzekering is van kracht ongeacht hoe en onverschillig waar de zaken in of op het vervoermiddel zijn geladen of gestuwd.
Indien de zaken aan boord van een zeeschip bovendeks zijn geladen is de verzekering niet van kracht ten aanzien van zeewaterschaden en schaden door overboord werpen of spoelen, tenzij deze dekverlading gebruikelijk is of de verzekerde aannemelijk maakt dat zonder zijn toestemming de zaken bovendeks zijn geladen.
Toestemming tot bovendeks laden zal niet worden aangenomen uitsluitend op grond van het doen vervoeren op de conditie dat de vervoerder op en/of onder dek mag stuwen of een soortgelijke conditie.
Art. 8. Zeewaardigheid of deugdelijkheid van het vervoermiddel
De verzekeraars zullen zich niet op onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid van het vervoermiddel beroepen, tenzij de verzekerde kennis droeg van de onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid. Indien dat het geval is, wordt de schade of het verlies veroorzaakt door onzeewaardigheid of ondeugdelijkheid niet vergoed.
Art. 9. Avarij- grosse
1. Vergoed wordt de bijdrage in avarij-grosse, als vermeld in artikel 8:610 en 8:1020 Burgerlijk Wetboek waarmede de verzekerde zaken ingevolge de Nederlandse of een buitenlandse wet of bepalingen van het vervoercontract mochten worden belast, een en ander met terzijde stelling van artikel 16.
2. Indien de verzekerde som lager is dan de in de dispache vastgestelde dragende waarde of de in de depotkwitantie vermelde waarde, zijn de verzekeraars slechts naar evenredigheid tot vergoeding van de bijdrage in avarij-grosse verplicht. Bij deze berekening wordt zaakschade, welke bij het vaststellen van die waarde in aanmerking is genomen en tevens door de verzekeraars moet worden vergoed, van de verzekerde som afgetrokken.
3. Indien en voorzover geen omslag in avarij-grosse plaatsvindt omdat schip, lading en vracht of enige van deze belangen in één hand zijn, wordt gehandeld alsof tussen de in één hand zijnde belangen wel een omslag in avarij –grosse was vastgesteld overeenkomstig de York-Antwerp Rules als genoemd in art. 8:613 Burgerlijk Wetboek, de Avarij-grosseregels IVR als genoemd in art. 8:1022 Burgerlijk Wetboek of het toepasselijke recht van de plaats waar de reis wordt beëindigd.
4. Avarij-grosse depots.
a. Indien de verzekeringnemer en/of de verzekerde tot zekerheid van de betaling van de bijdrage in avarij-grosse of kosten uitsluitend ten laste van de lading komende , verplicht is een bedrag te storten, zijn de verzekeraars indien de bijdrage in avarij- grosse of genoemde kosten te hunnen laste komen, gehouden aan de verzekerde tegen afgifte van het bewijs van storting het daarin vermelde bedrag te vergoeden met inachtneming van het onder d. bepaald.
b. De rechten uit de storting dienen aan de verzekeraar te worden overgedragen.
c. De betaling van het onder a bedoelde bedrag aan de verzekeringnemer en/of de verzekerde door de verzekeraars ontheft laatstgenoemden niet van hun verplichting tot vergoeding van hetgeen de verzekeringnemer en/of de verzekerde in avarij-grosse mocht hebben bij te dragen, indien de onder a vermelde storting tot dekking van bedoelde bijdragen onvoldoende mocht zijn of geheel of ten dele buiten schuld van de verzekerde mocht teniet gaan.
d. Bij de berekening van het door de verzekeraars ingevolge a te vergoeden bedrag zal het in lid 2 bepaalde toepassing vinden, met dien verstande dat voor de aldaar
genoemde dragende waarde van de zaken, de door de verzekerde aan de dispacheur opgegeven waarde in de plaats treedt.
e. Mocht na het verbindend worden van de dispache blijken dat de dragende waarde van de zaken van de opgegeven waarde verschilt, dan zal het door de verzekeraars wegens avarij-grosse verschuldigde overeenkomstig lid 2 met inachtneming van de dragende waarde vastgesteld worden.
Art. 10. Ligdagen en overwintering
De verzekeraars vergoeden nimmer onkosten van ligdagen en overwintering ook al zouden deze als bijdrage in avarij-grosse in de zin van artikel 9. van de polis gevorderd kunnen worden, tenzij deze onkosten ook volgens de York-Antwerp Rules als genoemd in art. 8:613 BW of Avarij-grosseregels IVR als genoemd in art. 8:1022 Burgerlijk Wetboek als avarij-grosse kunnen worden aangemerkt.
Art. 11. Schadevaststelling
1. De verzekerde is verplicht voor de vaststelling van de schade zich te wenden tot de in de polis vermelde avarij-agent of, zo deze niet is genoemd, tot de dichtstbijzijnde Lloyd’s Agent of een ander te goeder naam en faam bekend staande avarij-agent.
2. Wanneer bij aankomst van de verzekerde zaken, deze zaken gedeeltelijk beschadigd zijn, zal door een expert worden vastgesteld wat de bruto waarde van de zaken (waarde inclusief vracht en kosten) zou zijn indien deze onbeschadigd zouden zijn aangekomen in de lossingshaven of de plaats van bestemming, welke zal worden aangemerkt als de gezonde marktwaarde, en wat de bruto waarde in de huidige staat is. De verzekeraars vergoeden het deel van de verzekerde som, dat in verhouding staat met het verschil tussen de genoemde waarden, tenzij op het polisblad anders geregeld.
3. Het honorarium en de onkosten van de avarij-agent moeten door de verzekerde worden betaald, doch worden door de verzekeraars aan de verzekerde vergoed indien de schade zelf onder de verzekering valt.
Art. 12. Tijdingloosheid
Indien na verloop van een redelijke termijn geen bericht is ontvangen omtrent het vervoermiddel, waarmede de zaken vervoerd worden, wordt aangenomen dat deze verloren zijn gegaan, mits de verzekeringnemer en/of de verzekerde een schriftelijke verklaring van de vervoerder overlegt, waaruit deze tijdingloosheid blijkt.
Art. 13. Zaken van verschillende soort en waarde
Bij zaken van verschillende soort of waarde zal, ter vaststelling van de schade, de verzekerde som voor de verschillende zaken worden berekend door de totale verzekerde som te verdelen in verhouding tot de factuurwaarde van de zaken. Bij het ontbreken van een factuurwaarde zal daarvoor worden genomen de gezonde marktwaarde ter bestemmingsplaats.
Art. 14. Verpakking
1. Voorzover vergoeding wegens schade aan de zaken niet is uitgesloten, zullen in geval van vermindering van de waarde van de zaken uitsluitend ten gevolge van schade aan of verlies van de verpakking - daaronder begrepen het materiaal gebruikt voor de aanduiding van merk en soort – de kosten van herstel van deze verpakking voor rekening van de verzekeraars zijn.
2. Zo zulk een herstel niet mogelijk is, dan wel de kosten daarvan bovenbedoelde waardevermindering te boven zouden gaan, vergoeden de verzekeraars de waardevermindering. Indien dit herstel de waardevermindering niet geheel teniet doet, vergoeden de verzekeraars de overblijvende waardevermindering.
Art. 15. Illegaliteit
Uitgesloten is schade aan of verlies van zaken waarop bij het begin van het vervoer enig internationaal verdrag betreffende verdovende middelen van toepassing is, of op zaken waarin volgens de wet of verordening geen handel mag worden gedreven, onverschillig of Nederland bij die verdragen al dan niet partij is of zal zijn tenzij:
1. in de polis de naam van de zaken, alsmede de naam van het land van uitvoer en die van het land van bestemming zijn vermeld,
en
2. de bewijsstukken betreffende de schade of het verlies vergezeld zijn, hetzij van een vergunning afkomstig van de regering van het land van bestemming, waaruit blijkt, dat de invoer in dat land door die regering is goedgekeurd, hetzij van een vergunning afkomstig van de regering van het land van uitvoer, waaruit blijkt, dat de uitvoer naar de aangegeven bestemming door laatstgenoemde regering is goedgekeurd,
en
3. de zaken langs een gebruikelijke route vervoerd zijn.
Art. 16. Aard en gebrek
1. Tenzij uitdrukkelijk anders is overeengekomen wordt schade of verlies die veroorzaakt is door de aard of een gebrek van de verzekerde zaak niet vergoed.
2. Verzekeraars zijn ingeval van schade of verlies door vertraging slechts dan tot vergoeding gehouden indien de vertraging door een voorval waartegen de zaken zijn verzekerd is veroorzaakt en het vervoermiddel dat de zaken vervoert daardoor is beschadigd.
Art. 17. Schuld van een verzekerde
In afwijking van artikel 7:952 Burgerlijk Wetboek vergoeden de verzekeraars ook geen schade die een verzekerde door merkelijke schuld heeft veroorzaakt.
Xxx xxxxxxxxxx schuld is sprake, indien het gaat om een gedraging die, al is een verzekerde zich daarvan niet bewust, naar objectieve maatstaven een zodanig aanmerkelijke kans op schade met zich brengt dat een verzekerde zich van dat gevaar bewust had behoren te zijn en door zich van die gedraging niet te onthouden in ernstige mate tekort schiet in zorg ter voorkoming van schade.
Art. 18. Premie- en schadebetaling
1. Begripsomschrijvingen
1.1. Onder "premie" wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan, de met de verzekering verband houdende overige verschuldigde bedragen.
1.2. Onder "verzekerde" wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan verzekeringnemer alsmede ieder ander die de premie verschuldigd is.
2. Premie
2.1. De “makelaar", neemt op zich de premie als eigen schuld aan de verzekeraars te zullen voldoen op het moment dat deze krachtens de verzekeringsovereenkomst verschuldigd wordt door de verzekerde. Tenzij uitdrukkelijk anders is of wordt overeengekomen zal betaling van de premie door de makelaar plaatsvinden door creditering van verzekeraars in rekening- courant voor de krachtens de verzekeringsovereenkomst door de verzekerde verschuldigde premie, op welk moment de verzekerde jegens verzekeraars zal zijn gekweten.
2.2. Verzekerde is gehouden de premie aan de makelaar te vergoeden. Ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten en de verzekerde aan deze tweede tussenpersoon
heeft betaald, is de verzekerde door deze betaling tegenover de makelaar eerst gekweten, wanneer deze tweede tussenpersoon aan de makelaar de premie heeft vergoed.
2.3. Onverminderd de aansprakelijkheid van verzekerde tot betaling van de verschuldigde premie aan de makelaar, zal de verzekering slechts van kracht zijn voor de termijn waarvoor de premie aan de makelaar is betaald alsmede voor de termijn, waarvoor de makelaar verzekerde krediet heeft verleend. Verzekerde zal bij de interpretatie hiervan geacht worden krediet te hebben gehad, tenzij hem dit schriftelijk is opgezegd.
2.4. Door het tot stand komen van de verzekering is de makelaar door verzekerde onherroepelijk gemachtigd verzekeraars tussentijds van hun verplichtingen uit de verzekeringsovereenkomst te ontslaan indien de verzekerde of, ingeval de verzekering via een tweede tussenpersoon is gesloten, deze tweede tussenpersoon nalaat de premie aan de makelaar te voldoen.
De makelaar zal verzekeraars niet van hun verplichtingen ontslaan zonder verzekerde vooraf schriftelijk van zijn voornemen in kennis te hebben gesteld.
3. Schade-uitkeringen en premierestituties
3.1. Tenzij de rechthebbende xxxxxx xxxxx en dit vooraf schriftelijk aan verzekeraars heeft medegedeeld zal de makelaar verzekeraars in rekening-courant voor de verschuldigde schade-uitkeringen en premierestituties debiteren.
Verzekeraars zullen daardoor zijn gekweten zodra de schadeuitkering door de rechthebbende zal zijn ontvangen, respectievelijk met hem zal zijn verrekend in overeenstemming met de wet, dan wel met een tussen hem en de makelaar bestaande regeling.
Indien de verzekeraars de schadepenningen hebben betaald aan de makelaar en deze in gebreke blijft om deze aan de rechthebbende door te betalen, kunnen verzekeraars de schadepenningen van de makelaar terugvorderen indien zij tot hernieuwde betaling worden aangesproken door de rechthebbende.
Indien de makelaar de van de verzekeraars ontvangen schadepenningen heeft doorbetaald aan de tweede tussenpersoon, maar deze laatste in gebreke blijft voor doorbetaling zorg te dragen, zal de makelaar de schadepenningen van de tweede tussenpersoon kunnen terugvorderen indien hij hetzij door de rechthebbende wordt aangesproken tot rechtstreekse betaling, hetzij de verzekeraars die schadepenningen van de makelaar terugvorderen, zoals in dit lid voorzien.
3.2. De makelaar zal de schade-uitkeringen en premierestituties aan de rechthebbende afdragen. De makelaar is evenwel tot niet meer gehouden dan tot betaling van het saldo dat resteert na verrekening van deze schade-uitkeringen en premierestituties met ten tijde van het ontstaan van de afdrachtverplichting al dan niet opeisbare doch reeds vaststaande vorderingen op verzekerde uit hoofde van welke verzekering ook. Deze verrekening zal evenwel niet plaatsvinden bij verzekeringen die aan order of toonder zijn gesteld, tenzij de verzekeringnemer tot de uitkering is gerechtigd. Indien op het recht op uitkering een pandrecht rust als bedoeld in art. 3:229 Burgerlijk Wetboek, ofwel een voorrecht als bedoeld in art 3:283 Burgerlijk Wetboek, zal de verrekening zich niet verder uitstrekken dan tot hetgeen de verzekeringnemer verschuldigd is terzake van de verzekering waarop de uitkering wordt gedaan.
Art. 19. Verplichtingen bij schade
1. Zodra verzekeringnemer of de verzekerde op de hoogte is of behoort te zijn van een gebeurtenis die voor verzekeraars tot een uitkeringsplicht kan leiden, is hij verplicht die gebeurtenis zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is aan verzekeraars te melden.
2. Verzekeringnemer of verzekerde zijn verplicht binnen redelijke termijn aan verzekeraars alle inlichtingen en bescheiden te verschaffen die voor verzekeraars van belang zijn om zijn uitkeringsplicht te beoordelen.
3. Verzekeringnemer of verzekerde zijn verplicht hun volle medewerking te verlenen en alles na te laten wat de belangen van verzekeraars zou kunnen benadelen.
4. Verzekeringnemer of verzekerde zijn verplicht maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 Burgerlijk Wetboek.
5. Indien door de verzekeringnemer of verzekerde een verplichting als bedoeld in lid 1 t/m 4 van dit artikel niet is nagekomen, kan de verzekeraar de uitkering verminderen met de schade die hij daardoor lijdt.
6. Elk recht op uitkering komt te vervallen, indien verzekeringnemer of verzekerde de in lid 1 t/m 4 van dit artikel genoemde verplichtingen niet zijn nagekomen met het opzet de verzekeraars te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt.
Art. 20. Verjaring van vordering
1. Een rechtsvordering tegen de verzekeraars tot het doen van een uitkering verjaart door het verloop van drie jaren na de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekerde met de opeisbaarheid daarvan bekend is geworden .
2. De verjaring wordt gestuit door een schriftelijke mededeling, waarbij op uitkering aanspraak wordt gemaakt. Een nieuwe verjaringstermijn begint te lopen met de aanvang van de dag, volgende op die waarop de verzekeraars hetzij de aanspraak erkennen, hetzij bij aangetekende brief ondubbelzinnig hebben medegedeeld de aanspraak af te wijzen onder eveneens ondubbelzinnige vermelding van het in lid 3 vermelde gevolg.
3. In geval van afwijzing verjaart de rechtsvordering door verloop van twaalf maanden.
Art. 21. Verhaal op derden
1. De verzekeraars zijn altijd gerechtigd indien hun dit op redenen van verhaal op derden wenselijk voorkomt,
betaling op te schorten totdat het verhaal is afgewikkeld, met dien verstande dat, indien de verzekerde dit verlangt, de verzekeraars aan de verzekerde een renteloze lening zullen verschaffen tot het bedrag dat bij afwikkeling van de schade te voldoen zou zijn; indien de verzekeraars deze lening opvorderen is de verzekerde gerechtigd zijn vordering uit de verzekering hiermede te compenseren.
Indien de verzekerde een renteloze lening als hiervoor bedoeld heeft ontvangen, is de vordering van de verzekerde op de verzekeraars niet langer vatbaar voor enigerlei cessie, vervanging of welke overdracht of overgang ook.
2. De verzekeraars hebben het recht:
a. of wel op naam van de verzekerde alle nodige maatregelen te nemen om tot verhaal op derden te komen.
b. of wel te eisen dat alle rechten van de verzekerde tegenover derden aan de verzekeraars of aan een door hen aan te wijzen vertrouwensman worden overgedragen, opdat zij op eigen naam of op naam van de vertrouwensman verhaal op derden kunnen uitoefenen.
In beide gevallen zijn alle kosten verbonden aan het verhaal op derden voor rekening van de verzekeraars.
3. Ook voordat de verzekeraars hebben betaald, is de verzekerde verplicht alle bescheiden en inlichtingen te verschaffen, die nodig of nuttig zijn voor het verhaal op derden en de voorbereiding daarvan.
Art. 22. “Both to blame”-aanvaringclausule
Indien in het cognossement de zgn. “both to blame”-aanvaringsclausule voorkomt, dan zullen de verzekeraars opkomen voor de financiële gevolgen van de vordering, die op grond van deze aanvaringsclausule tegen de verzekerde mocht worden ingesteld.
In geval onder deze clausule door de rederij en/of de bevrachter een vordering tegen de verzekerde wordt ingesteld, moet hiervan onmiddellijk aan de verzekeraars worden kennis gegeven, terwijl deze het recht zullen hebben op hun kosten deze vordering, zo nodig in rechte, te bestrijden. De verzekeringnemer en/of de verzekerde verbindt zich alle medewerking te verlenen.
Art. 23. Rente
De verzekeraars vergoeden slechts rente te rekenen van drie maanden na indiening van de schaderekening met de daartoe betrekkelijke bescheiden, mits binnen drie maanden daarna ter zake een dagvaarding aan de verzekeraars is uitgebracht.
Indien de dagvaarding later dan zes maanden na het indienen van de schaderekening wordt uitgebracht, is geen rente verschuldigd voor de dag van de dagvaarding.
Art. 24. Vrij van oorlogsrisico en stakerrisico
Tenzij in deze polis uitdrukkelijk anders is overeengekomen wordt de verzekering geacht te zijn geschied onder het beding “vrij van oorlogsrisico en vrij van stakersrisico”.
Onder oorlogsrisico wordt verstaan:
- oorlog en op oorlog gelijkende handelingen, burgeroorlog, revolutie en opstand,
- uitwerking van daaruit achtergebleven torpedo’s, mijnen, bommen en dergelijke oorlogswerktuigen ook indien de schade in vredestijd is ontstaan,
- neming en aanhouding op last van hoger hand; onder stakersrisico wordt verstaan:
- gewelddaden gepleegd in verband met staking, uitsluiting van werknemers en arbeidsonlusten,
- gewelddaden gepleegd uit politieke overweging,
- oproer, opstootjes en plaatselijke ongeregeldheden, een en ander voorzover niet vallende onder oorlogsrisico.
In geval van oorlogsrisico of stakerrisico aan zaken, aan het vervoermiddel waarin zij zich bevinden of aan beide overkomen, vervalt de verzekering niet en wordt de aansprakelijkheid van de verzekeraars noch beperkt, onverschillig of de onderhavige verzekering al dan niet tegen enige vorm van oorlogsrisico of stakersrisico dekking geeft.
Evenmin vervalt de verzekering of wordt de aansprakelijkheid van de verzekeraars opgeheven of beperkt door het verrichten of nalaten van enige handeling door of vanwege de verzekeringnemer en/of de verzekerde of enige derde, indien het verrichten of het nalaten van die handeling plaatsvindt als gevolg van bedoeld oorlogsrisico of stakersrisico, of uit vrees daarvoor. De aansprakelijkheid van de verzekeraars eindigt in ieder geval na verbeurdverklaring, prijsverklaring, requisitie van eigendom onteigening of soortgelijke handelingen verricht door of in opdracht van enige militaire of burgerlijke Nederlandse of vreemde overheid, dan wel door of in opdracht van een orgaan van zodanige Nederlandse of vreemde overheid.
Het bepaalde in dit artikel heeft voorrang boven hetgeen enige afwijkende wettelijke regeling mocht bepalen.
Art. 25. Overgang van eigendom of belang door een daad van oorlogsrisico of stakersrisico
Degene, die zich door een daad van oorlogsrisico of stakersrisico de eigendom van de zaak of enig belang daarbij heeft verschaft, kan nimmer enig recht aan de verzekering ontlenen.
Art. 26. Toepasselijk Recht en Geschillen
1. Deze verzekering wordt beheerst door Nederlands recht.
2. Alle geschillen voortvloeiende uit of verband houdende met de uitvoering van deze overeenkomst zijn in eerste aanleg onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter in Amsterdam of Rotterdam.
Art. 27. Slotbepaling
De opschriften boven de artikelen kunnen de inhoud daarvan noch wijzigen, noch beïnvloeden.
Bij verschil tussen de tekst van deze voorwaarden met de Voorwaarden “Nederlandse Beurs- goederenpolis 2006” die op 7 december 2005 bij de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A. zijn gedeponeerd, zullen alleen de bepalingen van de laatste van kracht zijn. De tekst van de beursvoorwaarden is beschikbaar via de website van de Coöperatieve Vereniging Nederlandse Assurantie Beurs B.A., xxx.xxxx.xx.