Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen
Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen
CONTACT
x00 00 000 00 00
Xxxxxxxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx xxxx@xxxxxxx.xx xxx.xxxxxxx.xx
Lijst van in de tabellen gebruikte afkortingen
Pro - praktijkonderwijs
VO - voortgezet onderwijs
VSO - voortgezet speciaal onderwijs
Inhoud
Lijst van in de tabellen gebruikte afkortingen 2
1. Woord vooraf 5
2. Ons verhaal 7
3. Verlenging van de meerjarenstrategie 2024 10
4. Bestuur, bedrijfsvoering, kwaliteit en organisatie 13
5. Programmalijnen uit het ondersteuningsplan 19
5.1 Focus op preventie op school, in de klas 20
5.1.1 Ondersteuning van leerlingen 21
5.1.2 Leerwegondersteuning in het vmbo 23
5.1.3 Ondersteuning van zieke leerlingen 24
5.1.4 Hoogbegaafdheid 25
5.1.5 Schoolondersteuningsprofielen 27
5.1.6 Professionalisering 28
5.1.7 Inzet bij preventieve aanpak en schoolaanwezigheid 30
5.1.7.1 Inzet onderwijsadviseurs 30
5.1.7.2 Samenwerking met netwerkpartners 32
5.1.8 Schoolveiligheid en jongerenwerk 33
5.1.8.1 Schoolveiligheid 33
5.1.8.2 Jongerenwerk in school 34
5.1.9 Specialistische Jeugdhulp in het Speciaal Onderwijs (SJSO) 35
5.1.10 Ondersteuning van nieuwkomers 37
5.1.11 Frictiefonds 38
5.1.12 Zomerscholen 39
5.2 In stand houden van een samenhangend netwerk van voorzieningen 41
5.2.1 Tussenvoorzieningen 42
5.2.2 Toptrajecten 44
5.2.3 LINK 45
5.2.4 Onderwijs aan leerlingen op School2Work 46
5.2.5 Niet-schoolse voorzieningen 47
5.2.6 Verbinden regulier onderwijs met voortgezet speciaal onderwijs 48
5.2.7 Maatwerk voor scholen 49
5.2.8 Samenwerking voor leerlingen met een verstandelijke beperking 51
5.2.9 Herbezinning residentieel onderwijs 52
5.3 Soepele overstappen binnen het onderwijs 54
5.3.1 Overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs 55
5.3.2 Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs 57
5.3.2.1 Schoolwisselingen binnen het reguliere onderwijs 57
5.3.2.2 Doorverwijzen naar voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs 59
5.3.3 Overstap van voortgezet onderwijs naar middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs 60
5.4 Het Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie 66
5.4.1 Het netwerk van het Samenwerkingsverband 67
5.4.2 Docenten, mentoren, teamleiders en afdelingsleiders 68
5.4.3 Collegiale visitaties 70
5.4.4 Oudernetwerk en jeugdsteunpunt 71
5.4.5 Innovatie 71
5.4.6 Gelijke kansen 73
6. Bedrijfsvoering en sturing 75
7. Risicomanagement en weerstandsvermogen 77
Inzetten van de reserves 78
8. Inhoudelijke uitgangspunten begroting 2023 81
9. Uitgangspunten meerjarenbegroting 83
10. Meerjarenperspectief 86
10.1 Meerjarenbegroting 2023-2027 86
10.2 Meerjarenbegroting conform RJO 2023-2027 86
10.3 Meerjarenbalans 2022-2027 87
10.4 Liquiditeitsbegroting 2023 88
11. Begroting 2023 89
11.1 Begroting 2023 in getallen per programma 92
12. Toelichting op de begroting 2023 94
12.1 Resultaat en bestemming 94
12.2 Baten 94
12.3 Lasten 97
Bijlage 1. Verdeling ondersteuningsmiddelen 2023 101
Bijlage 2. Bekostigingsinformatie per kalenderjaar 103
1. Woord vooraf
In dit jaarplan 2023 beschrijven we welke doelen wij, bestuur en medewerkers van het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen, voor het komend jaar stellen en welke inspanningen we samen met vele partners zullen leveren om die doelen te bereiken.
Richtinggevend daarbij is ons Ondersteuningsplan 2019-2023, Samen voor elke leerling. In dit vierjarig beleidsplan zijn de prioriteiten voor deze periode ondergebracht in vier programmalijnen:
• Focus op preventie op school, in de klas.
• In stand houden van een samenhangend netwerk van voorzieningen.
• Soepele overstappen binnen het onderwijs.
• Het Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie.
In 2023 zou een nieuwe versie van het ondersteuningsplan tot stand komen. Daartoe zouden we in de tweede helft van 2022 verschillende evaluaties hebben uitgevoerd en vele gesprekken met allerlei betrokkenen hebben gevoerd. Er waren echter meerdere redenen om het proces uit te stellen. Zo stond ook 2022 nog lang in het teken van corona en liepen eerder voorgenomen activiteiten daardoor vertraging op. Maar vooral het vertrek van directeur-bestuurder Xxxxxxx xx Xxxxxxx halverwege het kalenderjaar, en de verwachting dat een goede opvolger pas begin 2023 zou kunnen aantreden, deden het bestuur – met instemming van de leden en van de Ondernemingsplanraad (OPR) – besluiten om het huidige ondersteuningsplan nog een jaar voort te zetten. We doen dit in het vertrouwen dat het Ondersteuningsplan 2019-2023 voldoende actueel en stevig is om als basis voor onze plannen voor 2023 te dienen.
Wat zijn die plannen, naast de totstandkoming van een nieuw ondersteuningsplan en naast het ‘gewoon’ doorgaan met de lopende zaken? Hoofdstuk 5 over de vier programmalijnen geeft een compleet beeld van het rijke palet aan activiteiten die vanuit het Samenwerkingsverband worden geïnitieerd.
‘Samen verder’ sluit aan op het ondersteuningsplan ‘Samen voor elke leerling’: met dit jaarplan laten we zien hoe wij ook in 2023 samen met alle betrokkenen bij het onderwijs onze bijdrage willen leveren aan de beste toekomst voor elk kind.
Namens het team van het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen,
Xxxxxxxxx Xxxxxx
Interim-directeur/bestuurder
2. Ons verhaal
Je schooltijd is van onschatbare waarde voor je ontwikkeling. Samen met anderen ontdek je wie je bent, waar je interesses liggen, waar je goed in bent. Afgerond met een diploma, als voorbereiding op een succesvolle toekomst.
Kinderen hebben daar door omstandigheden soms extra aandacht of speciale begeleiding bij nodig. De leden van het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen, met ruim tachtig scholen, regulier en speciaal, maken zich samen sterk voor een leeromgeving die een leerling prettig vindt én nodig heeft. Met voor elk kind het juiste onderwijs en, als dat nodig is, passende zorg.
Elk kind verdient een goede toekomst
De regio Amsterdam biedt een enorme veelheid aan nationaliteiten, achtergronden, culturen en niveaus van welvaart en welzijn. Bij de grootte van onze stad, hoeveelheid kinderen en diversiteit van de populatie komen ook diverse uitdagingen kijken. Leerlingen met taalachterstanden, maar ook gedragsstoornissen of uiteenlopende lichamelijke beperkingen, of ouders die met problemen kampen.
Het Samenwerkingsverband vindt dat elk kind de beste toekomst verdient die het kan hebben. Elk kind verdient de beste kansen, ongeacht afkomst, achtergrond, beperking of thuissituatie. Dat is voor iedereen binnen ons netwerk waar we het voor doen. We bieden als belangrijke bouwsteen voor de toekomst direct aangepast onderwijs of zorg om voor elkaar te krijgen dat een leerling door kan met leren, of om te voorkomen dat een leerling niet meer naar school komt. Want schooluitval is een onoverkomelijke rem op de ontplooiing van een kind.
We hebben elkaar nodig
Om het juiste onderwijs en passende zorg goed te organiseren hebben we elkaar nodig. Een individuele school kan het niet alleen: geen enkele school kan alle leerlingen dat onderwijs en die zorg bieden waar in onze regio behoefte aan is. Met ruim 80 scholen en 25 besturen samen kunnen we dat wel. We beschikken over een enorme hoeveelheid expertise die voor kinderen het verschil maakt. Dus helpen we elkaar, benutten we de kennis en kunde van elkaar en werken we samen.
Om zo elke leerling binnen het Amsterdamse reguliere en speciale onderwijs goed onderwijs te kunnen bieden en dat aan te passen als dat nodig is. Als het kan op de eigen school en als dat niet meer lukt, op een nieuwe plek, tijdelijk of permanent. Als schoolbesturen scheppen we samen de kaders.
Leerling staat op één. Punt
Onze samenwerking heeft voor iedereen hetzelfde uitgangspunt: de leerling staat bij alles wat we doen op één. Niet de systemen, niet de regels, niet het succes van afzonderlijke partijen binnen het Samenwerkingsverband. Het belang van een leerling komt vóór het belang van de organisatie. Om dit te waarborgen is er het Samenwerkingsverband. Hier faciliteren we een goede samenwerking, zorgen we voor een eenduidige uitvoering en handhaven we de kaders.
Het bestuur verdeelt de financiële middelen, na goedkeuring door de leden. Over de besteding leggen de schoolbesturen verantwoording af.
We gaan anders te werk
De leerling op één, dat klinkt mooi. Maar de realiteit is dat niet iedereen in ons netwerk dat op dit moment in de praktijk brengt. We denken nog te vaak vanuit oude structuren en protocollen die niet aansluiten op wat nu nodig is. We zijn nog te vaak bezig met de organisatorische gevolgen van een beslissing. Te veel van wat we doen is nog reactief in plaats van proactief. Dit is het moment om dat te veranderen. Om meer ondernemerschap te tonen, innovatieve oplossingen te zoeken. Patronen te doorbreken. Wars van heilige huisjes en buiten de gebruikelijke belangen en hiërarchieën om. We moeten met meer lef kiezen voor de leerling. In woord én in daad.
Ook wij ontwikkelen ons
De leefwereld van kinderen verandert razendsnel, ook bijvoorbeeld door de verregaande digitalisering. We volgen deze trends op de voet en schaven constant onze kennis bij. Want als we willen dat elke leerling de beste kans krijgt om zich te ontwikkelen, moeten we ook onszelf blijven ontwikkelen. Als organisatie, als school en als persoon. We verzamelen, ontwikkelen en delen kennis en data met iedere stakeholder. Zo kunnen we nog beter bekijken en onderbouwen wat het beste is voor de leerling.
Op weg naar supersamenwerking
Om de leerling op één te kunnen plaatsen is samenwerking superbelangrijk. Betrokken zijn bij elkaar, maar elkaar ook uitdagen. Fouten durven maken, maar elkaar ook helpen weer op te staan. Samen kijken naar blind spots en blokkades, en deze omzetten naar kansen. Gemakkelijk bij elkaar over de vloer komen, successen vieren en feedback geven.
Voor deze supersamenwerking hebben we iedereen nodig: alle instanties en elke persoon die betrokken is bij het Samenwerkingsverband. Een sterk netwerk van docenten die signalen in het gedrag van leerlingen vroegtijdig herkennen. Helpers om deze docenten heen. Een team van toegewijde zorgcoördinatoren. Bestuurders en schoolleiders die verbinding zoeken. Een open relatie met ouders en opvoeders. Maar ook een sterke band met onze partners is belangrijk. Van basisonderwijs tot beroeps- en universitair onderwijs, van speciaal tot regulier onderwijs, van arbeidsmarkt tot gemeente. En natuurlijk ook met de jeugdhulp. En onze samenwerking is een succes als het resultaat – verbetering – merkbaar is in de klas.
3. Verlenging van de meerjarenstrategie 2024
De meerjarenstrategie van het Samenwerkingsverband is vastgelegd in het Ondersteuningsplan 2019-2023. Met instemming van de OPR en de leden is ervoor gekozen om het ondersteuningsplan met een jaar te verlengen en de voorbereiding van een nieuw ondersteuningsplan in 2023 te doen. Daarmee vormt 2023 een overbruggingsjaar waarin we het nieuwe ondersteuningsplan voorbereiden, voortzetten op de ingeslagen weg en een aantal ingezette ontwikkelingen intensiveren. Deze ontwikkelingen betreffen onder meer het bepalen van beleid voor leerwegondersteuning in het vmbo, het bevorderen van meer inclusiever onderwijs, het nader vormgeven van het ouder- en leerlingsteunpunt en het beperken van de gevolgen van corona.
Voorbereiden van een nieuw ondersteuningsplan
Het Samenwerkingsverband start de voorbereiding van een nieuw ondersteuningsplan met een evaluatie van het huidige ondersteuningsplan. Het plan is om op bestuursniveau collegiale visitaties te organiseren over passend onderwijs. Daarin staan gedeeld eigenaarschap, kwaliteitscultuur en doelmatige inzet van ondersteuningsmiddelen centraal. Naast collegiale visitaties op het niveau van het Samenwerkingsverband kunnen schoolbesturen ook op schoolniveau collegiale visitaties over passend onderwijs organiseren. Het Samenwerkingsverband zorgt voor inzet van de benodigde expertise en ondersteuning. Daarbij ligt de focus op duurzame kwaliteit van de ondersteuning.
De uitkomsten van de collegiale visitaties neemt het Samenwerkingsverband op in het meerjarenbeleid van het nieuwe ondersteuningsplan.
Leerwegondersteuning in het vmbo
Het ministerie van OCW bereidt een wetswijziging voor over de verdeling van budgetten voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. Meer hierover is te vinden in paragraaf 5.1.2.
Route naar inclusiever onderwijs
In het Samenwerkingsverband staat het verbinden van voortgezet speciaal onderwijs en regulier onderwijs vaak op de agenda. Het doel is gelijke perspectieven voor alle leerlingen in het onderwijs te creëren. Hiermee zet het Amsterdamse voortgezet onderwijs als geheel een grote stap in de richting van meer inclusief onderwijs. In 2023 verhogen we het aantal scholen voor regulier en speciaal onderwijs dat met elkaar samenwerkt. Ook werken we aan een toename van leerlingen die van speciaal onderwijs worden doorgeplaatst naar regulier onderwijs of een examen kunnen doen zodat ze in staat zijn hun opleiding met een diploma af te sluiten.
Landelijke ontwikkelingen
Het ministerie van OCW heeft in 2020 een omvangrijk evaluatieprogramma passend onderwijs uitgevoerd. Zowel het ministerie als belangrijke stakeholders, zoals de PO-Raad en de VO-raad, leggen de focus op het verder ontwikkelen van passend onderwijs met behoud van de rol van de samenwerkingsverbanden. Daarbinnen liggen de accenten op: intensieve samenwerking tussen alle partijen binnen en buiten het onderwijs, met name met de jeugdhulp, betrokkenheid en zeggenschap van ouders en leerlingen, verantwoording, transparantie en toezicht, en het beter uitvoeren van de basisondersteuning. Dit betreft een aantal maatregelen van de 25 maatregelen van de Verbeteraanpak passend onderwijs1. Het Samenwerkingsverband begeleidt de scholen bij de uitvoering van de verbetermaatregelen. Het bestuur trekt samen op met de VO-raad, sectorraad van de samenwerkingsverbanden, G4-samenwerkingsverbanden en G4-gemeenten, onder andere door input te geven voor de beleidsontwikkeling door het ministerie.
Ouder- en leerlingsteunpunt
Bij de landelijke evaluatie van passend onderwijs gaven ouders en leerlingen aan niet altijd de juiste informatie of hulp te kunnen vinden in hun zoektocht naar passend onderwijs. Het doel van een ouder- en leerlingsteunpunt is dat Amsterdamse ouders en leerlingen gemakkelijk informatie en ondersteuning vinden bij hun vragen rond passend onderwijs. Het Samenwerkingsverband zorgt in 2023 samen met het Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen en in afstemming met de relevante partners in Amsterdam voor een verder ontwerp, vormgeving en uitvoering van het ouder- en leerlingsteunpunt.
1 Ministerie xxx XXX, Verbeteraanpak passend onderwijs en route naar inclusiever onderwijs, 4 november 2020.
Gevolgen van de coronapandemie
Uit diverse onderzoeken, waaronder recent de Staat van het Amsterdamse Voortgezet Onderwijs2, blijkt dat de coronapandemie veel gevolgen heeft voor leerlingen, met name op sociaal-emotioneel gebied. In de aanpak van deze gevolgen en het oplossen van hiermee samenhangende problemen is de gemeente Amsterdam een belangrijke partner. Het college van B&W heeft in 2022 besloten tot:
1. Extra inzet op programma’s van het Flexibel Preventief Aanbod Jeugdhulp (ruim 50 scholen hebben hierop ingetekend).
2. Verlenging van de inzet van schooljongerenwerk tot einde schooljaar 2024.
3. Financiering van pilots voor enkele trajectvoorzieningen die gericht zijn op de aansluiting op het gebiedsgericht werken van jeugdhulp en op de sociale basis.
Gelijke kansen
Kansengelijkheid is een thema dat het gehele Amsterdamse onderwijs op dit moment bezighoudt. Kansengelijkheid in het onderwijs is echter onlosmakelijk verbonden met beleid op het gebied van wonen, werken en gezondheid. Het verminderen van kansenongelijkheid in het onderwijs kan niet los gezien worden van armoedebeleid, onveiligheid en problemen in gezinnen. Het betreft een complexe maatschappelijke problematiek die het onderwijs zelf niet kan oplossen. Maar we kunnen wel wat doen. Het Samenwerkingsverband bevordert kennisdeling tussen scholen hoe met deze complexe problematiek om te gaan en stimuleert netwerken van scholen die elkaar kunnen ondersteunen bij het vormgeven van succesvolle projecten. In het nieuwe ondersteuningsplan van het Samenwerkingsverband wordt kansengelijkheid in het onderwijs een belangrijk thema.
2 OSVO, De Staat van het Amsterdamse Voortgezet Onderwijs 2022, oktober 2022.
4. Bestuur, bedrijfsvoering, kwaliteit en organisatie
Operationele organisatie
De twee belangrijke motoren van het Samenwerkingsverband zijn de onderwijsadviseurs en de Toelatingsadviescommissie. Samen met de mensen van het frontoffice, die voor een goed verloop van de benodigde processen zorgen, vormen zij de kern van het uitvoerende werk. Ook zijn er twee beheerorganisaties actief: voor de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs en van het voortgezet onderwijs naar het mbo.
In 2022 is een nieuw boekhoudsysteem in gebruik genomen met behulp waarvan de boekhouding en het betalingsproces volledig digitaal verlopen.
Beleidsmedewerkers vervullen belangrijke uitvoerende taken in het kader van het ondersteuningsplan en de meerjarenstrategie van de samenwerkende scholen in het Amsterdamse voortgezet onderwijs. Denk bijvoorbeeld aan het organiseren van kennisdelingsactiviteiten voor zorgcoördinatoren, de samenwerking met het mbo en de jeugdhulp, het coördineren van warme overdracht van leerlingen uit het primair onderwijs naar het voortgezet onderwijs en het organiseren en samen met scholen uitvoeren van collegiale visitaties en het hoogbegaafdheidsproject.
Het ondersteuningsplan met de vier programmalijnen wordt beheerd door vier programmamanagers. Zij geven – niet in de lijn, maar wel inhoudelijk – leiding aan de programma’s, en plannen en monitoren de uitvoering nauwkeurig, zodat het Samenwerkingsverband aan het eind van de ondersteuningsplanperiode is waar het moet zijn.
Bestuur
Het bestuur vergadert vijf tot zes keer per jaar. Bestuursleden zijn niet alleen actief tijdens vergaderingen maar ook in hun eigen specifieke aandachtsgebieden (financiën, jeugdhulp, leerwegondersteuning, loopbaanoriëntatie en -begeleiding, mbo), waarin zij een voortrekkende rol vervullen. De komende jaren zullen de bestuursleden gespreid aftreden en
opgevolgd worden, volgens een vastgesteld rooster van aftreden. Jaarlijks houdt het bestuur een zelfevaluatie.
Samenwerking met OSVO
OSVO is een belangrijke partner voor het Samenwerkingsverband. In OSVO-verband komen de schoolbesturen tot het (wettelijk verplichte) Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen. OSVO faciliteert ook de overstap van het primair naar het voortgezet onderwijs met behulp van de Kernprocedure en loting en matching.
Medio 2022 heeft OSVO besloten om zelfstandig te blijven bestaan om deze (deels wettelijke) taken goed te kunnen uitvoeren. Ook besloot OSVO zich te focussen op een aantal kerntaken. Dit moet in de loop van 2023 verder vorm gaan krijgen.
De samenwerking met het ‘nieuwe’ OSVO zal voor het Samenwerkingsverband in 2023 de nodige aandacht en afstemming vragen.
Intern toezicht
De algemene ledenvergadering vormt het intern toezichthoudende orgaan. Vanaf 1 januari 2020 heeft de ledenvergadering een onafhankelijke voorzitter, de xxxx Xxxxxx Xxxxxxx. In 2023 houdt de ledenvergadering een zelfevaluatie.
Twee commissies zijn de ‘vooruitgeschoven post’ van de algemene ledenvergadering: de auditcommissie en de kwaliteitscommissie. Zij laten zich leiden door een reglement.
De auditcommissie heeft een belangrijke rol bij het voorbereiden van de goedkeuring van het jaarplan en de bijbehorende begroting, en van het jaarverslag en de jaarrekening. De auditcommissie adviseert de algemene ledenvergadering hierover schriftelijk. Het bestuur neemt de aandachtspunten van de auditcommissie over, tenzij het bestuur zwaarwegende argumenten heeft om dat niet te doen. Een belangrijk advies van de auditcommissie is de scholen inzichtelijk te laten maken hoe doelmatig de inzet van hun ondersteuningsmiddelen is. De schoolbezoeken en de rapportage die deze exercitie oplevert – zie hieronder bij het kwaliteitsbeleid – zijn hierin de eerste stappen. De auditcommissie ontvangt de kwartaalrapportages, de uitkomsten van de benchmark van de G4-samenwerkingsverbanden en de benchmark van onze accountant, en bespreekt deze met de uitvoerend bestuurder.
Kwaliteitsbeleid
Het Samenwerkingsverband gebruikt evaluaties om te verbeteren en investeert in planmatige uitvoering en evaluatie van ondersteuning, op basis van het beproefde model voor doorlopende kwaliteitsverbetering van Xxxxxx: de plan-do-check-act-cyclus. Binnen deze cyclische werkwijze ligt de nadruk op de check en de act en vraagt het Samenwerkingsverband zich steeds af hoe het een volgende keer beter kan. Het Samenwerkingsverband werkt met een professionele planning- & control-cyclus waarin interne en externe kwaliteitseisen zijn verankerd. De auditcommissie en de accountant functioneren hierbij als respectievelijk intern toezichthouder en controleur. In het kwaliteitsbeleid, gedragen door de kwaliteitscommissie, ligt de prioriteit bij drie punten: het bevorderen van een kwaliteitscultuur, het opzetten van collegiale visitaties tussen scholen, en het krijgen van meer greep op de doelmatigheid van de ondersteuningsmiddelen.
Bevorderen van een kwaliteitscultuur
Het Samenwerkingsverband ziet kwaliteitscultuur vooral als zorgvuldig denken en doen: nadenken bij wat je doet, wat je doet goed doen, reflecteren op wat je hebt gedaan en op basis daarvan doelen en activiteiten aanpassen en weer doorgaan. Cultuur lijkt ongrijpbaar maar komt tot uiting in het gedrag van mensen. Gedrag vormt dan ook het aangrijpingspunt voor de gewenste kwaliteitscultuur. Deze kenmerkt zich door reflectie, het voeren van dialoog en het samen ontdekken van kwaliteit. Het Samenwerkingsverband kiest met deze invulling van kwaliteit voor een positie die dicht bij de dagelijkse onderwijspraktijk staat. Samen met de scholen geeft het Samenwerkingsverband inhoud aan de kwaliteitscultuur door een dialoog aan te gaan waarin de vraag ‘waar doen we het ook alweer voor?’ centraal staat. Voor reflectie en dialoog is bereidheid nodig om te luisteren naar de ander en te leren van elkaar. Dat stelt mensen in staat verschillende perspectieven te verbinden en kwaliteit te definiëren. Dit is een goede gewoonte voor iedereen in het Samenwerkingsverband: scholen, bestuur, bureau en stakeholders. Zo draagt iedereen bij aan een sterke kwaliteitscultuur die zichtbaar is in het dagelijks handelen van de mensen uit het netwerk van het Samenwerkingsverband.
Doelmatige besteding van de ondersteuningsmiddelen
Scholen leggen rekenschap af over de besteding van de ondersteuningsmiddelen in een proces om stap voor stap beter zicht te krijgen op de doelmatigheid van die besteding. Het
ondersteuningsplan biedt het inhoudelijke kader voor de inzet van de middelen in het kader van passend onderwijs.
Hiertoe voerde het Samenwerkingsverband een nieuwe wijze van toekenning en verantwoording van ondersteuningsmiddelen in, die zo min mogelijk (administratief) belastend is voor de scholen. Gesprekken met alle scholen over de verantwoording leverden een schat aan informatie op, die op zijn beurt weer ondersteunend is aan de verdere ontwikkeling van zowel het kwaliteitsbeleid als de schoolondersteuningsprofielen, mede in relatie tot het schoolplan. Schoolbesturen hebben hierin een belangrijke, sturende rol. Dit werk is nooit af. Zie hiervoor ook paragraaf 5.1.1.
Monitoren en benchmarken
Voor het monitoren van aantallen leerlingen gebruikt het Samenwerkingsverband het Dashboard passend onderwijs en de Kijkglazen van de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Het Samenwerkingsverband vindt het daarnaast ook zinvol om een vergelijking te maken en te benchmarken met de drie andere grote steden in de G4. In deze benchmark monitort de G4 de leerlingenaantallen in voortgezet speciaal onderwijs, leerwegondersteuning, praktijkonderwijs en bovenschoolse voorzieningen, het aantal fte en personeelskosten. In 2023 wordt deze geüpdatet.
Strategische communicatie
Strategische communicatie is een wezenlijk onderdeel van de kernactiviteiten van de netwerkorganisatie die het Samenwerkingsverband is, en bevat een ondersteunend instrumentarium om het ‘pakkende verhaal’ goed uit te dragen. In 2022 is, door de invloed van de coronacrisis, wederom gebleken hoe belangrijk het Amsterdamse netwerk is. Korte lijnen, vertrouwen, samen optrekken en elkaar helpen brengen de samenwerking steeds verder tot bloei. Een belangrijke aansporing om de strategische lijn in de communicatie ook komend jaar te blijven volgen.
Benodigde personele capaciteit
Het bestuurlijke, organiserende en uitvoerende werk van het Samenwerkingsverband is professioneel en stabiel geborgd en voldoende toegerust – zowel wat betreft capaciteit als de benodigde, diverse competenties. Maar ‘ook wij ontwikkelen ons’ zoals in ‘ons verhaal’ staat.
Dus zijn veel medewerkers actief met eigen scholing en ontwikkeling, evenals het bureau als geheel. Netwerken, samenwerken en programmamanagement zijn belangrijke onderwerpen in 2023.
De formatie is terug te vinden in tabel 1.
Aantal fte | 2022 begroot | 2022 gerealiseerd | 2023 |
Directeur-bestuurder | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Hoofd bedrijfsvoering | 0,8 | 0,8 | 0,8 |
Bestuurssecretaris en HR | 1,2 | 0,6 | |
Beleidsadviseurs | 2,7 | 2,0 | 3,0 |
Controller en financieel medw. | 0,8 | 0,8 | 1,6 |
Directiesecretaresse | 1,0 | 1,0 | 1,0 |
Projectmedewerker/ -onderst. | 3,4 | 2,4 | 3,4 |
Communicatie | 1,9 | 1,9 | 1,9 |
Onderwijsadviseurs | 8,7 | 7,1 | 8,7 |
Frontoffice | 2,6 | 2,6 | 2,6 |
Voorzitter TAC | 0,7 | 0,7 | 0,7 |
Leden TAC | 1,9 | 1,5 | 1,9 |
Totaal fte | 25,5 | 23,0 | 27,2 |
Tabel 1: Bezetting Samenwerkingsverband.
De tabel van de personele bezetting is aangepast door een andere weergave. In totaal is in 2023 bij het Samenwerkingsverband ongeveer 27,2 fte in dienst en 4,7 ingehuurd als zzp’ers. Een aantal vacatures moeten nog worden ingevuld. 13,3 fte wordt ingezet voor bedrijfsvoering, beleid, projecten en communicatie, 8,7 fte uitvoerende onderwijsadviseurs, 2,6 fte uitvoerend bij de Toelatingsadviescommissie en 2,6 aan Frontoffice. Daarnaast is 5,1 fte aan het werk voor subsidieprojecten. Deze medewerkers drukken niet op de begroting van het Samenwerkingsverband. De functie van hoofdbedrijfsvoering komt vrij en kan in de toekomst anders worden ingericht. De leden van de TAC zijn een aantal zzp’ers waarbij niet gemaakte
uren niet gedeclareerd worden. Dit geldt ook voor een deel van de inzet van het communicatieteam.
Ook zijn nog enkele medewerkers (1,6 fte) gedetacheerd door één van de schoolbesturen, om activiteiten uit te voeren op het gebied van arbeidstoeleiding, procesbegeleiding en het voorzitterschap van zorgcoördinatoren in de vier windstreken en twee subsidieprojecten.
Het aantal fte is toegenomen door de inzet van en bestuurssecretaris en een uitbreiding op de afdeling financiën.
De salarisadministratie is uitbesteed aan Dyade. Er is geen (ziekte)verzuimverzekering afgesloten; de organisatie is zelf risicodrager.
Het contract met de accountant loopt tot de controle van het Jaarverslag 2023. In 2023 zal een offertetraject worden opgezet om een nieuwe accountant te vinden. De bedrijfs- en accountantskosten zijn opgesteld op basis van ervaringscijfers en contracten en komen overeen met die van 2022.
5. Programmalijnen uit het ondersteuningsplan
Dit hoofdstuk geeft per programma inhoud, doel, inspanningen, kosten en verantwoordingswijze weer. In de begroting zijn de lasten op basis van de programma’s uit het ondersteuningsplan opgesteld.
5.1 Focus op preventie op school, in de klas
Met een preventieve aanpak in de klas kunnen verzuim, afstroom en voortijdig schoolverlaten worden voorkomen. Zo’n aanpak bestaat uit het zorgen voor een positief pedagogisch leerklimaat in de klas en een veilig schoolklimaat in de school, aandacht voor leerlingen en hun schoolaanwezigheid, en het bieden van passende ondersteuning. Preventief handelen houdt in dat mentoren, docenten en andere professionals in de scholen tijdig signaleren als er iets aan de hand is met een leerling en zorgen voor effectieve interventies. Het zorgteam van de school ondersteunt mentoren en docenten hierbij.
5.1.1 Ondersteuning van leerlingen
Doel
Door basisondersteuning te bieden kunnen scholen tegemoetkomen aan de leer- en ondersteuningsbehoeften van leerlingen. Het Samenwerkingsverband verwacht dat elke school de Amsterdamse standaard voor de basisondersteuning biedt en daarnaast – binnen de grenzen van haar mogelijkheden – extra ondersteuning voor leerlingen die dat nodig hebben. Doel is dat leerlingen op school kunnen blijven door het onderwijs en de ondersteuning te krijgen die ze nodig hebben. Daarvoor is nodig dat scholen de basisondersteuning in stand houden en verder ontwikkelen, dat mentoren en docenten tijdig signaleren wat er speelt bij leerlingen en accuraat handelen. En dat de school beschikt over een krachtig zorgteam, met de zorgcoördinator als spil, voor het bieden van extra ondersteuning en het inzetten van jongerenwerk en jeugdhulpverlening.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Signaleren van de wijze waarop scholen uitvoering geven aan de Amsterdamse Standaard voor de basisondersteuning en daarover in gesprek gaan.
• Bevorderen van verdere ontwikkeling van de basis- en extra ondersteuning.
• Bevorderen van de inzet van ondersteuningsmiddelen gericht op het versterken van de organisatie van de ondersteuning in de scholen.
• Organiseren van kenniskringen voor onderwijsprofessionals om te reflecteren op duurzame ontwikkeling van de ondersteuning en te leren van elkaar.
• Ervoor zorgen dat elke school beschikt over een begeleider passend onderwijs, vanuit Altra Educé als uitvoeringsorganisatie.
• Faciliteren van de inzet van adviseurs, afkomstig uit cluster 1- en 2-scholen, voor consultatie en advies over taal-, spraak- en gehoorproblemen aan het voortgezet (speciaal) onderwijs.
• Scholen informeren over de mogelijkheden van extra ondersteuning voor leerlingen binnen het samenhangend netwerk van voorzieningen.
Meer over basisondersteuning
Voor de uitvoering van de Amsterdamse Standaard voor de basisondersteuning stelt het Samenwerkingsverband ondersteuningsmiddelen beschikbaar. De ondersteuningsmiddelen zijn ook bedoeld om de zorgteams op scholen te versterken. Voor het bieden van ondersteuning en zorg maken scholen jaarlijks afspraken over de inzet van de begeleider passend onderwijs en de ouder- en kindadviseur als schakel naar de jeugdhulp. De ondersteuningsmiddelen worden ook ingezet voor ondersteuning van individuele leerlingen en voor inkoop van bovenschoolse trajecten. Waar nodig geven de onderwijsadviseurs adviezen over verbetering van de zorgstructuur op scholen en eventueel zet het SWV een procesbegeleider in.
Voorzien wordt dat deze middelen afnemen in 2025 als gevolg van landelijke herverdeling van de middelen voor leerwegondersteuning. Daarom moet de huidige inzet van de ondersteuningsmiddelen erop gericht zijn dat er uiterlijk in 2025 op alle scholen sprake is van duurzame ondersteuning.
Verantwoordingswijze
De hoogte van het ondersteuningsbudget is afhankelijk van het totaal beschikbare budget van het Samenwerkingsverband en van de overige programma’s. Het zijn communicerende vaten: als de deelname aan speciaal onderwijs, tussenvoorzieningen of bovenschoolse voorzieningen toeneemt, neemt het budget voor extra zorg voor de scholen af, en omgekeerd.
• Het budget voor ondersteuning is voor 2023 vastgesteld op € 13.500.000:
€ 12.250.000 voor het voortgezet onderwijs en € 1.250.000 voor het voortgezet speciaal onderwijs. Sinds 2019 vragen scholen de ondersteuningsmiddelen aan en verantwoorden zij de besteding daarvan op basis van een format. Bij de verantwoording is de betrokkenheid van de zorgcoördinator vereist.
• De afspraken voor de inzet van de begeleiders passend onderwijs zijn vastgelegd in een dienstverleningsovereenkomst. Verantwoording vindt plaats via de jaarlijkse evaluatie. Het begrote bedrag voor 2023 is € 5.238.000. In dit bedrag is rekening gehouden met een indexatie van 3,5%.
• De afspraken met de cluster 2-school Viertaal zijn vastgelegd in een overeenkomst en worden jaarlijks geëvalueerd met de betrokken partijen. De evaluatie is gericht op zowel de kwantiteit als de inhoud van de geboden adviezen. Voor dit programmaonderdeel is € 4.000 begroot.
5.1.2 Leerwegondersteuning in het vmbo
Doel
Het Samenwerkingsverband werkt vanaf 2021 tot en met 2023 aan de ontwikkeling van het beleid leerwegondersteuning vmbo. Doel is om in 2023 regionaal beleid voor leerwegondersteuning vmbo te ontwikkelen en in te voeren op alle vmbo-scholen. Dit betekent dat het Samenwerkingsverband in 2023 met de vmbo-scholen afspraken maakt over de leerwegondersteuning die zij aanbieden en hoe dit gefaciliteerd wordt. Deze afspraken vloeien voort uit een brede uitwisseling over bewezen effectieve vormen van leerwegondersteuning.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Vaststellen van een referentiekader voor leerwegondersteuning en daaraan gekoppeld het bepalen van de inzet van de bestemmingsreserve leerwegondersteuning.
• Organiseren van uitwisseling en scholing voor vmbo-scholen rond effectief gebleken ondersteuningsvormen, in samenwerking met Education Lab.
• Vaststellen en uitvoeren van een invoeringsplan en communicatieplan voor leerwegondersteuning.
• Bepalen van het model voor de verdeling van de financiële middelen.
• Ontwikkelen van een model voor de verantwoording van resultaten van leerwegondersteuning.
• Scholen adviseren bij de voorbereiding op de inhoudelijke, financiële en personele aspecten van de veranderingen rond leerwegondersteuning.
• (Indien nodig) actualiseren van de procedures voor onder- en zijinstroom en met betrekking tot leerlingen die van vmbo naar praktijkonderwijs gaan.
Meer over leerwegondersteuning
Scholen voor vmbo bepalen op basis van het overdrachtsdossier van de basisschool welke ondersteuning een leerling nodig heeft. Van het Samenwerkingsverband ontvangen de scholen middelen waarmee zij deze ondersteuning vorm kunnen geven. Het ministerie van OCW bereidt een wetswijziging voor over de verdeling van budgetten voor leerwegondersteuning en praktijkonderwijs. Mogelijk levert de nieuwe landelijke verdeling ook handvatten op voor de verdeling van het budget binnen het Samenwerkingsverband. De wetswijziging gaat niet voor 1 januari 2025 in. De periode van 2021 tot en met 2024 gebruikt het Samenwerkingsverband voor de ontwikkeling van een nieuw verdeelmodel van de middelen voor leerwegondersteuning, het opstellen en uitwerken van het referentiekader, en de voorbereiding en invoering van leerwegondersteuning.
Verantwoordingswijze
De lasten van dit project bestaan uit kosten voor de inzet van een projectleider en een projectondersteuner. Middelen voor scholen om eventueel hun onderwijs aan te kunnen passen aan het referentiekader worden ingezet vanuit de bestemmingsreserve voor leerwegondersteunend onderwijs. De kosten voor het opstellen van het nieuwe beleid bedragen
€ 83.400. De afdrachten voor leerwegondersteuning aan de vmbo-scholen zijn € 28.233.270.
5.1.3 Ondersteuning van zieke leerlingen
Doel
Het Samenwerkingsverband voorziet in ondersteuning en onderwijs aan chronisch zieke leerlingen. Het doel van deze ondersteuning is het continueren van het onderwijs aan deze leerlingen. Adviseurs passend onderwijs voor langdurig zieke leerlingen (APOZ) coördineren deze ondersteuning vanuit Orion als uitvoeringsorganisatie en zijn verbonden aan het Expertisecentrum Orion.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Geven van voorlichting aan zorgcoördinatoren over het ondersteuningsaanbod voor zieke leerlingen.
• Organiseren van het maandelijks overleg met de adviseurs van Orion.
• Evalueren van de ondersteuning aan zieke leerlingen.
Meer over onderwijs aan zieke leerlingen
De scholen voor voortgezet onderwijs kunnen via de onderwijsadviseurs extra ondersteuning aanvragen voor langdurig zieke leerlingen en leerlingen met een fysieke beperking die deels in staat zijn om regulier onderwijs te volgen. De werkzaamheden van de adviseurs passend onderwijs voor langdurig zieke kinderen zijn:
• Geven van consult aan school, ouders en leerling over de benodigde ondersteuning en de wijze waarop de school daarop kan aansluiten.
• Bieden van ondersteuning voor lichamelijk en psychisch zieke leerlingen en leerlingen met een fysieke beperking.
• Begeleiden van zieke leerlingen die overstappen van primair naar voortgezet onderwijs, en de ontvangende school voorbereiden op de komst van de leerling.
• Coördineren van ondersteuning en lessen thuis in samenwerking met school.
• Afnemen van tevredenheidsonderzoek bij ouders en leerlingen na elk afgerond traject.
Verantwoordingswijze
De afspraken zijn vastgelegd in een overeenkomst die halfjaarlijks wordt geëvalueerd met de betrokken partijen. Elk halfjaar levert Orion cijfers aan. De accounthouder van het Samenwerkingsverband heeft maandelijks overleg met de adviseurs passend onderwijs zieke leerlingen op casus- en procesniveau. De docenten factureren aan Orion, en Orion stuurt per kwartaal een factuur van de kosten van de huisonderwijsdocenten aan het Samenwerkingsverband. Voor dit programmaonderdeel is € 546.025 begroot.
5.1.4 Hoogbegaafdheid
Doel
Het Samenwerkingsverband streeft naar professionalisering en kennisdeling op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid op alle scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Het doel voor 2023 is ervoor te zorgen dat er op minimaal 75 procent van de scholen expertise op het gebied van hoogbegaafdheid aanwezig is. De ambitie is dan ook om de samenwerking met scholen te verbreden van 25 naar 45 scholen. Een speerpunt daarbij is om juist ook vmbo-
scholen bij de projecten, professionalisering en netwerken te betrekken. Een einddoel is dat elke school uiteindelijk in 2024 minimaal één docent/personeelslid in huis heeft die de rol van hoogbegaafdheidsexpert/expert talentontwikkeling vervult.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
Het Samenwerkingsverband zet in op de volgende interventies:
• Bieden van scholing aan docenten om hoogbegaafdheid te signaleren en onderwijs vorm te geven dat past bij deze leerlingen.
• Deelname van minimaal 150 docenten uit het voortgezet onderwijs aan zes door het Samenwerkingsverband kosteloos aangeboden opleidingsmodules.
• Beschikbaar stellen van drie opleidingsmodules aan leerkrachten uit het primair onderwijs. Deze modules besteden aandacht aan de overstap van (hoog)begaafde leerlingen van het primair naar het voortgezet onderwijs.
• Bieden van maatwerk-professionaliseringstrajecten aan belangstellende scholen.
• Opleiden van minimaal één gecertificeerde hoogbegaafdheidsexpert per school. Voor 2023 is de ambitie om tien experts op te leiden.
• Verzorgen van informatiesessies op scholen over de mogelijkheden om het onderwijs aan meer- en hoogbegaafde leerlingen te verbeteren.
• Samenwerken met voorhoedescholen die projecten uitvoeren op het terrein van hoogbegaafdheid met inzet van middelen en steun vanuit het Samenwerkingsverband.
• Kennisdeling van al deze initiatieven via bijeenkomsten, netwerkvorming en conferenties.
Meer over hoogbegaafdheid
Het bieden van passend onderwijs, ondersteuning en begeleiding aan meer- en hoogbegaafde leerlingen is onderdeel van de basisondersteuning van alle scholen voor voortgezet onderwijs in Amsterdam. Uit onderzoek blijkt dat het in Amsterdam om 2,5 procent van de leerlingenpopulatie gaat; dat zijn ongeveer 800 leerlingen. Scholen geven zelf aan deze basisondersteuning nog onvoldoende te kunnen bieden en hebben behoefte aan vergroting van hun deskundigheid. Voor de deelplannen werkt het Samenwerkingsverband samen met het Samenwerkingsverband primair onderwijs.
In 2019 heeft het ministerie van OCW subsidie toegekend voor een vierjarig project Hoogbegaafde leerlingen in primair en voortgezet onderwijs. De bestedingsperiode van deze middelen is als gevolg van de coronapandemie met een jaar verlengd.
Verantwoordingswijze
De kosten van bovenstaande activiteiten voor 2023 zijn begroot op € 400.900 De kosten hebben betrekking op de organisatie en uitvoering, professionalisering in de scholen, opleidingskosten, kennisdeling, bijeenkomsten en conferenties, de financiering van onderzoek en van pilotprojecten van voorhoedescholen. Verantwoording vindt plaats op basis van contractafspraken, inhoudelijke verslagen en tussenevaluaties, en uren- en facturenspecificaties.
5.1.5 Schoolondersteuningsprofielen
Doel
Alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs beschikken over een schoolondersteuningsprofiel. Daarin staat welke ondersteuning de school biedt, hoe de ondersteuning is ingericht en welke medewerkers daarin een rol vervullen. Doel is de medewerkers van de scholen en de samenwerkingspartners te informeren over de wijze waarop passend onderwijs in de school is georganiseerd.
De scholen in het Samenwerkingsverband hebben in 2019 afgesproken dat ze daarnaast een overzicht van hun ondersteuningsaanbod op hun website plaatsen. Hiervoor gebruiken de scholen een gestandaardiseerd format. Doel hiervan is de informatie toegankelijk en vergelijkbaar te maken voor ouders van leerlingen in groep 8 en leerkrachten van de scholen voor (speciaal) basisonderwijs. Voor meer informatie kunnen ze het schoolondersteuningsprofiel van de school raadplegen; ook dat document is te vinden op de website van de school.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Scholen attenderen op het publiceren van hun schoolondersteuningsprofielen en overzichten van hun ondersteuningsaanbod op hun website.
• Scholen vragen hun overzicht van de ondersteuning te actualiseren en de link door te geven aan het Samenwerkingsverband om deze te publiceren op xxx.xxxxxxxxxxx000.xx.
• Benutten van de analyse, die in 2022 is gemaakt van de schoolondersteuningsprofielen, om met scholen de dialoog aan te gaan over de kwaliteit van de ondersteuning en het aanbod van ondersteuning in de stad.
Meer over schoolondersteuningsprofielen en overzichten van de ondersteuning
Het schoolondersteuningsprofiel is een wettelijk verplicht document waarover alle scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs sinds 2014 moeten beschikken. De schoolondersteuningsprofielen bestrijken een periode van (maximaal) vier jaar.
De scholen zorgen aan het begin van elk schooljaar voor actualisering van de overzichten van het ondersteuningsaanbod op hun website en sturen een link naar het Samenwerkingsverband.
Verantwoordingswijze
Het Samenwerkingsverband zet een beleidsadviseur in die wordt bekostigd uit het budget voor management en organisatie.
5.1.6 Professionalisering
Doel
Door middel van professionalisering streeft het Samenwerkingsverband ernaar de kwaliteit van de ondersteuning van leerlingen op de scholen te vergroten. De professionaliseringsactiviteiten richten zich op verschillende medewerkers in de scholen. Het doel is hen te versterken in hun vermogen om een veilig schoolklimaat te realiseren, ondersteuningsbehoeften te signaleren en vroegtijdig passende interventies in te zetten. Daarnaast is het doel om op alle niveaus binnen de school de rollen, taken en verantwoordelijkheden met betrekking tot ondersteuning te versterken.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
Om de professionalisering van medewerkers op de scholen te versterken, biedt het Samenwerkingsverband verschillende activiteiten aan:
• Zorgcoördinatorenoverleggen per windrichting;
• Informatiebijeenkomsten voor nieuwe zorgcoördinatoren;
• Themagerichte kenniskringen voor zorgcoördinatoren en andere geïnteresseerden;
• Een leernetwerk gericht op professionele ontwikkeling voor ervaren zorgcoördinatoren;
• Een themagericht leernetwerk over het bevorderen van schoolaanwezigheid;
• Op maat gemaakte mentortraining over de rol en taken van de mentor, en met oefening in gesprekstechnieken;
• Procesbegeleiding ter ondersteuning van scholen bij de analyse van de kwaliteit van de zorgstructuur en bij het opstellen van ontwikkelings- of verbeterdoelen;
• Symposia en webinars voor bestuurders, schoolleiders, zorgcoördinatoren en docenten.
Meer over professionalisering
Leren is een belangrijke pijler voor ontwikkeling en daarmee voor welbevinden. Dat geldt voor leerlingen, maar ook voor de medewerkers op scholen. Het Samenwerkingsverband investeert in de leerontwikkeling van deze medewerkers, gericht op hun vermogen om leerlingen te ondersteunen tijdens hun schoolloopbaan. Professionaliseringsactiviteiten richten zich met name op zorgcoördinatoren, aangezien zij de spil vormen in de ondersteuning voor leerlingen op scholen. Maar ook voor docenten, mentoren, teamleiders, directeuren, bestuurders en ketenpartners organiseert het Samenwerkingsverband professionaliseringsactiviteiten.
Het Samenwerkingsverband richt de professionaliseringsactiviteiten met name op preventie. Met de toegenomen sociaal-emotionele problemen van leerlingen sinds de lockdowns, en de oplopende wachtlijsten in de ggz is het belang van een sterk preventief kader groter dan ooit. Daarbij wordt de focus verbreed van eenmalige activiteiten naar meer duurzame inspanningen, waaronder netwerken. Dit biedt mogelijkheden voor meer verdiepend leren ten aanzien van een thema of persoonlijke ontwikkeling.
Verantwoordingswijze
• Voor de kosten voor het organiseren van kenniskringen, zorgcoördinatorenoverleggen, een leernetwerk voor zorgcoördinatoren en procesbegeleiding is € 45.000 begroot. Deze kosten worden vergoed op basis van contractafspraken en verantwoord door middel van een inhoudelijk verslag en evaluatie.
• De zorgcoördinatoren dienen aanwezig te zijn bij de zorgcoördinatorenoverleggen (minimaal 80% aanwezigheid) en minimaal drie kenniskringen te volgen, om de vergoeding van € 8.000 per jaar te ontvangen. Het Samenwerkingsverband maakt na akkoord van de verantwoording het bedrag per vestiging in december 2023 over. De begrote kosten voor de vergoeding van de zorgcoördinatoren zijn € 550.000.
• Voor de inzet van de vier voorzitters van de zorgcoördinatorenoverleggen heeft het Samenwerkingsverband een detacheringsovereenkomst afgesloten met de desbetreffende scholen voor vier keer 0,1 fte. De totale kosten komen uit op € 43.000.
5.1.7 Inzet bij preventieve aanpak en schoolaanwezigheid
Naar school gaan vormt de beste preventie tegen groeiende achterstanden en ongelijkheid in onze samenleving. Voor jongeren is het van belang dat zij kunnen meedoen op school. Dat vormt voor hen de basis om zich te kunnen ontwikkelen en perspectief te hebben op vervolgonderwijs en werk. Onderwijsadviseurs van het Samenwerkingsverband spannen zich in om de aanwezigheid van leerlingen op school te bevorderen en verzuim en schooluitval te beperken. Daarbij werken zij samen met netwerkpartners, waaronder de gemeente, Leerplicht en Ouder- en Kindteams.
5.1.7.1 Inzet onderwijsadviseurs
Doel
De onderwijsadviseurs van het Samenwerkingsverband helpen scholen om leerlingen die hobbels ondervinden in hun middelbare schoolloopbaan zo snel mogelijk effectieve ondersteuning te bieden. Het doel is dat scholen in een vroeg stadium situaties van leerlingen analyseren en snel passende interventies inzetten. Zo krijgt een leerling hulp voordat de situatie kan escaleren. In 2019 startten de onderwijsadviseurs met het afleggen van schoolbezoeken met verscherpte aandacht voor preventie en vroege interventie. In 2023 is het doel om de effectiviteit van deze schoolbezoeken te vergroten.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Zorgcoördinatoren vroegtijdig adviseren over leerlingen over wie zorgen ontstaan en over de inrichting van de ondersteuning.
• Scholen ondersteunen bij de vormgeving van de basisondersteuning en extra ondersteuning.
• Scholen ondersteunen bij het evalueren, en mogelijk optimaliseren van het aanwezigheidsbeleid.
• De samenwerking met ketenpartners zoals leerplichtambtenaren, begeleiders passend onderwijs en jeugdartsen versterken.
• Aanvragen voor bovenschoolse voorzieningen en thuiszittersdossiers binnen twee werkdagen oppakken.
• Professionalisering van onderwijsprofessionals door middel van training aan nieuwe zorgcoördinatoren en colleges voor leraren in opleiding.
• Basisscholen adviseren over de overstap van basis- naar voortgezet onderwijs voor leerlingen met speciale onderwijsbehoeften.
• Evalueren en optimaliseren van de werkwijze van de onderwijsadviseurs.
Meer over de onderwijsadviseurs
Het team onderwijsadviseurs van het Samenwerkingsverband bestaat uit onderwijsprofessionals met brede kennis over het Amsterdamse onderwijs en de jeugdhulpverlening, regelgeving en orthopedagogiek. Zij bieden informatie en advies aan scholen, ouders en ketenpartners over basis- en extra ondersteuning door middel van telefonische consulten, periodieke schoolbezoeken en multidisciplinaire overleggen. De onderwijsadviseurs vormen een toegankelijk aanspreekpunt en hebben nauwe contacten met onderwijsprofessionals op alle Amsterdamse middelbare scholen.
In samenwerking met scholen en hun samenwerkingspartners bedenken de onderwijsadviseurs mogelijkheden en oplossingen voor leerlingen die extra hulp nodig hebben. Hierbij ligt de focus op preventie en op vroege interventie binnen de school in het geval van zorgen over de aanwezigheid, het gedrag of het welbevinden van een leerling. Indien nodig worden bovenschoolse voorzieningen of interventies buiten school ingezet. De onderwijsadviseurs verzorgen het accounthouderschap van diverse bovenschoolse voorzieningen (zie programmalijn 2). Ook informeren zij over de toelaatbaarheid tot het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal
onderwijs, en begeleiden zij de overstap van het voortgezet speciaal onderwijs naar het reguliere voortgezet onderwijs.
Verantwoordingswijze
Voor de personele kosten van de onderwijsadviseurs is € 915.500 begroot. Voor het registratiesysteem Xxxx is € 50.000 begroot.
5.1.7.2 Samenwerking met netwerkpartners
Doel
Om te zorgen dat leerlingen verbonden blijven met leren en met school, moeten scholen in staat zijn verzuim tijdig te signaleren en snel te handelen bij de eerste tekenen ervan. Daartoe werken zij samen met hun netwerkpartners zoals leerplichtambtenaren en Ouder- en Kindteams. Hoe eerder een leerling zich weer verbonden weet met school en met leren, hoe groter de kans op schoolsucces. Het doel is dat school en netwerkpartners voor leerlingen zo snel mogelijk een passend onderwijsaanbod realiseren.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Samenwerken met netwerkpartners in de werkgroep Voorkomen verzuim en thuiszitten, samen met de gemeente Amsterdam en het Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen. De werkgroep komt vijf keer per jaar bijeen. De bestuurders ontmoeten elkaar twee keer per jaar in een bestuurlijk voortgangsoverleg.
• Samen met de netwerkpartners scholen verbinden en ondersteunen in het Amsterdams netwerk schoolaanwezigheid.
• Onderhouden van de banden met het International Network On School Attendance.
• Organiseren en voorzitten van het Doorstroomoverleg Thuiszitters.
Meer over de samenwerking met netwerkpartners
De in 2020 met de netwerkpartners ontwikkelde Amsterdamse Bouwstenenaanpak en Stappenplan verzuim vormen de basis voor de samenwerking. Steeds meer beweegt deze samenwerking zich in de richting van schoolaanwezigheid. Dit is een preventieve benadering van schoolverzuim.
Om vastgelopen situaties rond een Amsterdamse leerling snel weer vlot te trekken, is er het Doorstroomoverleg Thuiszitters. Alle Amsterdamse professionals die samenwerken voor leerlingen in het basis- en voortgezet onderwijs kunnen al bij de eerste tekenen van stagnatie zo’n situatie aanmelden bij het Doorstroomoverleg. Dit overleg vindt iedere twee weken plaats. De directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband zit het overleg voor.
De werkgroep Voorkomen verzuim en thuiszitten houdt een vinger aan de pols op basis van gemeentelijke cijfers over verzuim, thuiszitten, vrijstellingen en doorlooptijden, en maakt een inhoudelijke analyse van stagnaties rond leerlingen. Het bestuurlijk overleg stuurt bij op de samenwerking waar nodig.
Verantwoordingswijze
Voor de personele inzet van een medewerker voor thuiszitters is vanuit de Plusmiddelen
€ 95.900 begroot.
5.1.8 Schoolveiligheid en jongerenwerk
5.1.8.1 Schoolveiligheid
Doel
Het Samenwerkingsverband streeft ernaar om scholen te versterken in het verbeteren van een veilig leer- en schoolklimaat. Leerlingen die zich gezien, veilig en uitgedaagd voelen, zijn eerder geneigd om naar school te gaan en op school te blijven. Een veilige school is een school waar leerlingen in een prettige sfeer kunnen leren en zich kunnen ontwikkelen. Een veilig schoolklimaat is ook van belang voor de medewerkers om prettig te kunnen werken.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Versterken van de overleggen van veiligheidscoördinatoren per stadsdeel.
• Bevorderen van deskundigheid van schoolteams en veiligheidscoördinatoren door middel van trainingen.
• Vaststellen en uitvoeren van een plan van aanpak vanuit de visie Schoolveiligheid.
Meer over schoolveiligheid
Schoolveiligheid raakt aan alles waar het Samenwerkingsverband (preventief) mee bezig is. In 2022 stelden de schoolbesturen in de ALV een gezamenlijke visie Schoolveiligheid vast. De visie is geschreven vanuit het perspectief van de school, waarbij de essentie ligt in de relatie tussen leerling en docent. Scholen dragen met deze visie duidelijk uit wat de verwachtingen zijn over samenwerken en samenleven binnen een leergemeenschap. Ook hebben scholen een visie op de samenwerking in de buurt met stakeholders, zoals de inzet van jongerenwerk. Vanuit deze gedeelde visie voeren scholen gesprekken met de gemeente en andere partners, verenigd in de regiegroep Schoolveiligheid.
Verantwoordingswijze
De verantwoording bestaat uit een inhoudelijk verslag. Voor de beleidsmatige werkzaamheden zijn de kosten opgenomen bij management en organisatie. De gemeente Amsterdam financiert de deskundigheidsbevordering. Voor de inzet van veiligheidscoördinatoren op de scholen is 80 uur begroot per school. De totale kosten komen neer op € 352.000.
5.1.8.2 Jongerenwerk in school
Doel
Jongerenwerk in school werkt preventief doordat schooluitval en individuele problemen vroegtijdig gesignaleerd en opgepakt worden. Ook draagt het bij aan de versteviging van de samenwerking tussen school en zorg- en veiligheidspartners in en om school. Inmiddels zijn er op 34 middelbare scholen jongerenwerkers aanwezig om activiteiten te organiseren en jongeren te coachen.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Deelnemen aan de stedelijke werkgroep Jongerenwerk in school. In deze werkgroep gaat het over voortgang, werkwijze, knelpunten, onderzoek en communicatie rond Jongerenwerk in school.
• Voeren van gesprekken met jongerenwerkorganisaties en scholen naar aanleiding van voortgangsverslagen.
• Organiseren van intervisiebijeenkomsten, in samenwerking met jongerenwerk, tussen jongerenwerkers en contactpersonen voor jongerenwerk binnen school.
• Voeren van overleg, in samenwerking met het jongerenwerk en de gemeente Amsterdam, over (de voortgang van) het onderzoek van Youth Spot, dat in 2023 wordt afgerond.
Meer over Jongerenwerk in school
Jongerenwerk in school startte in december 2020 als project en wordt mede gefinancierd door de gemeente Amsterdam. De jongerenwerkers zijn werkzaam bij de stedelijke jongerenwerkorganisaties Dock, Swazoom, Combiwel, The Mall, PerMens en Dynamo. Door hun aansluiting bij de verschillende leefwerelden van jongeren – school, straat, thuis en online – dragen jongerenwerkers bij aan een positief pedagogisch en veilig klimaat op school en aan de ontwikkeling van jongeren.
Van september 2021 tot en met het voorjaar van 2023 voerde het lectoraat Youth Spot van de Hogeschool van Amsterdam onderzoek uit naar Jongerenwerk in school. Het onderzoek geeft inzicht in de meerwaarde van het project en in de wijze waarop deze samenwerking tussen school en jongerenwerk versterkt kan worden. Het Samenwerkingsverband streeft ernaar dat jongerenwerk ook na 2023 duurzaam beschikbaar is op de scholen.
Verantwoordingswijze
De financiering loopt vooralsnog door tot en met juli 2023. De bekostiging komt deels vanuit een subsidie € 245.000 uit de Plusmiddelen en de rest vanuit Samenwerkingsverband. In de begroting is ervan uit gegaan dat deze inzet gecontinueerd wordt. Voor dit project is in totaal
€ 1.121.600 begroot.
5.1.9 Specialistische Jeugdhulp in het Speciaal Onderwijs (SJSO)
Doel
De gemeente Amsterdam biedt specialistische jeugdhulp aan scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. Bij Specialistische Jeugdhulp in het Speciaal Onderwijs (SJSO) werken jeugdhulp en onderwijs intensief samen. Het doel is het terugdringen van schooluitval en het bevorderen van een ononderbroken schoolgang voor kwetsbare leerlingen. Voor 2023 heeft
het Samenwerkingsverband als doel om de huidige inzet van SJSO op de scholen te behouden, in het bijzonder voor de scholen waarvoor het Samenwerkingsverband trekkingsrecht heeft.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Monitoren van de geboden SJSO op de scholen waarvoor het Samenwerkingsverband trekkingsrecht heeft.
• Voeren van het gesprek met de gemeente Amsterdam, samen met de besturen van het speciaal onderwijs, voor behoud van het budget voor SJSO.
• Organiseren van intervisie voor de scholen die vanuit het Samenwerkingsverband SJSO krijgen.
• Organiseren van kennisdelings- en netwerkbijeenkomsten voor alle bij SJSO betrokken partijen in opdracht van de stuurgroep.
• Actieve deelname aan zowel de stuurgroep als de werkgroep SJSO.
Meer over SJSO
Specialistische Jeugdhulp in Speciaal Onderwijs is aanwezig op alle scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, praktijkonderwijs en tussenvoorzieningen. Juist voor de leerlingen op deze scholen zijn korte lijnen en inzet van specialistische jeugdhulp zonder verwijzing via een wijkteam nodig. Het Samenwerkingsverband heeft trekkingsrecht voor de tussenvoorzieningen, voor de praktijkscholen en voor Toptrajecten. Dit betekent dat het Samenwerkingsverband voor deze scholen optreedt in de onderhandelingen over de verdeling van de jeugdhulp-fte’s. Vanaf augustus 2021 is de uitvoering van SJSO in handen van tien aanbieders van jeugdhulp. De jeugdhulp is ondersteunend aan de doelen die op school zijn bepaald. Jeugdhulpverleners sluiten aan bij het ondersteuningsteam en het onderwijsteam van de school.
Verantwoordingswijze
Deelname aan de stuurgroep en de werkgroep wordt bekostigd uit het budget voor management en organisatie. Kennisdelingsactiviteiten worden bekostigd in samenwerking met de gemeente Amsterdam en de schoolbesturen van het voortgezet speciaal onderwijs. Voor dit programmaonderdeel is € 5.000 begroot.
5.1.10 Ondersteuning van nieuwkomers
Doel
Het doel van ondersteuning van nieuwkomers is dat leerlingen die nieuw zijn in Nederland extra ondersteuning krijgen in één van de Internationale Schakelklassen in Amsterdam. Zo kunnen zij goed doorstromen naar regulier voortgezet onderwijs in de stad.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Faciliteren van sociale vaardigheidstrainingen voor leerlingen.
• Faciliteren van trainingen traumasensitief lesgeven voor docenten van de Internationale Schakelklassen.
• Bekostigen van veertig nieuwkomers met de Nederlandse nationaliteit in de Eerste Opvangscholen, ongeacht het instroommoment in het schooljaar.
Meer over ondersteuning aan nieuwkomers
Amsterdam kent een wisselende instroom van nieuwkomers. In 2022 zijn er twee keer zoveel nieuwkomers naar Nederland gekomen als de jaren daarvoor. Dit komt door de oorlog in Oekraïne en door de toegenomen instroom van vluchtelingen uit andere landen. De verwachting is dat ook in 2023 meer vluchtelingen naar ons land zullen komen dan voorheen. De Internationale Schakelklassen (ISK) van het Mundus College, in samenwerking met XXXXXX, en Montessori Xxxxxx Xxxxxxxxx in samenwerking met XXXX Xxxxxxxxxxxxxxxxx bieden voortgezet onderwijs voor anderstaligen aan nieuwkomers van 12-18 jaar. Dit doen ze door gespecialiseerde expertise in te zetten van een onderwijsassistent, een begeleider passend onderwijs, een vluchtelingencoördinator en een Contactfunctionaris Anderstalige Leerlingen die ook een aantal veelvoorkomende moedertalen beheerst.
Verantwoordingswijze
De extra ondersteuning op deze scholen is vanuit de Plusmiddelen begroot op € 200.000 Verantwoording van de Plusmiddelen vindt plaats op basis van een jaarlijks inhoudelijk en financieel verslag. De middelen voor niet-bekostigde nieuwkomers kent het Samenwerkingsverband aan het einde van het schooljaar toe aan de desbetreffende schoolbesturen. Dit gebeurt op basis van door hen aangeleverde bewijsstukken uit het leerlingvolgsysteem. Voor dit programmaonderdeel is € 378.036 begroot.
5.1.11 Frictiefonds
Doel
Het doel van het zogenoemde frictiefonds is te voorkomen dat leerlingen thuis komen te zitten vanwege het ontbreken van middelen voor zeer specifieke ondersteuning. Voor deze vorm van ondersteuning zijn doorgaans innovatieve oplossingen nodig. Het Samenwerkingsverband kan uit het frictiefonds individuele ondersteuning voor leerlingen toekennen aan scholen. Naar verwachting is ook budget beschikbaar, in cofinanciering met de gemeentelijke Werkagenda passend onderwijs, voor leerlingen met zeer complexe ondersteuningsbehoeften op het snijvlak onderwijs-jeugdhulp-zorg.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Beoordelen van casussen van scholen en besluiten nemen over toekenning van middelen uit het frictiefonds.
Meer over het frictiefonds
Scholen bieden leerlingen ondersteuning die zij nodig hebben en bekostigen dit uit de ondersteuningsmiddelen. Het frictiefonds is bestemd voor zeer uitzonderlijke gevallen waarin voor leerlingen op Amsterdamse scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs (tijdelijk) geen middelen beschikbaar zijn. Aanvraag en toekenning lopen via een interne procedure, waarbij de specifieke situatie wordt onderzocht en beschreven. Besluitvorming ligt op casusniveau bij de directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband na advies van een onderwijsadviseur en een businesscontroller.
Verantwoordingswijze
Voor dit programmaonderdeel is € 100.000 begroot. In het jaarverslag wordt gerapporteerd op kostenniveau.
5.1.12 Zomerscholen
Doel
Het Samenwerkingsverband organiseert in 2023 voor het vierde jaar zomerscholen voor leerlingen in het voortgezet onderwijs met medefinanciering van de gemeente Amsterdam. De programma’s van de zomerscholen sluiten aan op de wensen en behoeften van verschillende groepen leerlingen, zoals leerlingen van voortgezet speciaal onderwijs, van de Internationale Schakelklassen en vmbo-leerlingen.
Doelen van de zomerscholen zijn:
• Vergroten van het zelfvertrouwen en de mentale weerbaarheid van leerlingen.
• Stimuleren van de persoonlijke ontwikkeling van leerlingen en het verkrijgen van (een breder) perspectief op de toekomst.
• Versterken van basiscompetenties (taal/rekenen) en executieve vaardigheden. Voor nieuwkomers vooral het versterken van de Nederlandse taal.
• Activeren van leerlingen door het bieden van zinvolle vrijetijdsbesteding op het gebied van sport & spel en kunst & cultuur.
• Voorbereiden op een vervolgopleiding.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Samen met de gemeente en in overleg met scholen bepalen voor welke doelgroepen er zomerscholen komen in 2023.
• Indienen van een subsidieaanvraag voor medefinanciering van de zomerscholen bij de gemeente Amsterdam.
• Selecteren van de uitvoeringspartners voor de zomerscholen aan de hand van offertes.
• Regelen van de schoollocaties waar de zomerscholen gaan plaatsvinden.
• Communiceren over de zomerscholen met de desbetreffende Amsterdamse scholen, zodat ze de werving van leerlingen tijdig in gang kunnen zetten.
• Zorgdragen voor een goede uitvoering van de zomerscholen.
• Evalueren van de zomerscholen en indienen van een verantwoording bij de gemeente Amsterdam.
Verantwoordingswijze
De gemeente Amsterdam en het Samenwerkingsverband financieren gezamenlijk de zomerscholen. De verdeelsleutel is: 70% gemeente en 30% Samenwerkingsverband. Voor de zomerscholen begroot het Samenwerkingsverband € 719.000.
5.2 In stand houden van een samenhangend netwerk van voorzieningen
Sommige leerlingen hebben tijdelijk iets extra’s nodig om hun schoolloopbaan te kunnen voortzetten. Scholen in het netwerk van het Samenwerkingsverband bieden zelf ondersteuning aan hun leerlingen. Met een aanvullend netwerk van voorzieningen voorziet het Samenwerkingsverband leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte van specialistische begeleiding. Waar mogelijk op de eigen school. Op deze manier blijft hun schoolloopbaan zo veel mogelijk ononderbroken.
5.2.1 Tussenvoorzieningen
Doel
Tussenvoorzieningen zijn reguliere scholen die specialistische ondersteuning bieden aan leerlingen met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften. Deze scholen hebben een belangrijke rol in de samenwerking tussen het voortgezet speciaal onderwijs en het reguliere voortgezet onderwijs. Doel van de tussenvoorzieningen is te zorgen dat een leerling behouden blijft voor het reguliere voortgezet onderwijs. Ook is een doel om leerlingen vanuit het voortgezet speciaal onderwijs op te nemen in het reguliere voortgezet onderwijs.
Het Samenwerkingsverband draagt de verantwoordelijkheid voor het beleid en de aanvullende financiering van de tussenvoorzieningen, in samenwerking met de desbetreffende schoolbesturen, directeuren en zorgcoördinatoren.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Monitoren van de ontwikkelingen op de tussenvoorzieningen, in samenwerking met de desbetreffende schoolbesturen, directeuren en zorgcoördinatoren.
• Maken van beleidskeuzes op basis van het onderzoek ‘Zicht op Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx’, samen met de schoolbesturen.
• Maken van beleidskeuzes op basis van het onderzoek naar de Havo-bovenbouw van Xxxxxx, samen met XXXX.
• Bieden van procesbegeleiding gericht op de kwaliteit van de ondersteuning en
meedenken over de onderwijskwaliteit.
• Bieden van extra ondersteuning vanuit de maatwerkgelden.
Meer over tussenvoorzieningen
In Amsterdam zijn er vier tussenvoorzieningen. Daarnaast wordt ook de special class van het Metis Montessori Lyceum als tussenvoorziening beschouwd. Vanwege hun specialistische karakter hebben de tussenvoorzieningen een regionale functie; er zitten relatief veel leerlingen van buiten Amsterdam en Diemen op deze scholen. De totale omvang van de tussenvoorzieningen tezamen is de afgelopen jaren vrij stabiel, te weten 2% van alle leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Meer over onderzoek ‘Zicht op Xxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx’ en onderzoek ‘Havo-bovenbouw Apollo’ Het onderzoek ‘Zicht op Zorgen Tussenvoorzieningen’ is een verdere uitwerking van het onderzoek ‘Zicht op zorgen’3, dat in 2020 door PI Research is uitgevoerd. Het onderzoekt de samenhang tussen de ondersteuningsbehoefte van leerlingen op de tussenvoorzieningen en het ondersteuningsaanbod dat de tussenvoorzieningen bieden. In het onderzoek ‘Havo-bovenbouw Apollo’ worden de instroom, de doelgroep, het aanbod en de resultaten van de nieuwe havo- bovenbouw op de Apollo gemonitord.
Verantwoordingswijze
De tussenvoorzieningen ontvangen van het Samenwerkingsverband de door het Rijk vastgestelde bekostiging voor leerwegondersteuning voor de Amsterdamse en Xxxxxx leerlingen. De bekostiging voor leerwegondersteunend onderwijs is vastgesteld op € 5187,62 per leerling.
Het Metis Montessori Lyceum ontvangt een bedrag van € 5.850 voor Amsterdamse en Xxxxxx leerlingen in de special class. Voor de tussenvoorzieningen is in totaal € 3.965.430 begroot.
3 Evaluatieonderzoek naar de onderwijsbehoefte van leerlingen in het Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen, juli 2020, mevrouw dr. I.E. Berends en xxxxxxx xxx. X. Xxxx, PI Research.
5.2.2 Toptrajecten
Doel
Een Toptraject is een intensief ambulant begeleidingstraject voor leerlingen, school en ouders. Met het inzetten van een Toptraject zorgt een school ervoor dat een leerling die dreigt vast te lopen met succes weer verder kan in het reguliere voortgezet onderwijs. Het liefst op de eigen school.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Dienstverleningsovereenkomst afsluiten met Altra Educé voor het leveren van maximaal tachtig Toptrajecten in een schooljaar.
• Ervoor zorgen dat de Topteams deel uitmaken van de netwerken van zorgcoördinatoren en directeuren in iedere windstreek, zodat scholen de Topteams gemakkelijk weten te vinden.
• Maandelijks monitoren van gebruik en voortgang van Toptrajecten. Indien nodig bijsturen in overleg met de coördinator Toptrajecten.
• Toezien op de kwaliteit van Toptrajecten, onder andere door een jaarlijkse audit op de onderwijskwaliteit. Ook evalueert het Samenwerkingsverband Toptrajecten jaarlijks met de scholen die er gebruik van maken. Tot slot bevraagt het Samenwerkingsverband ouders en leerlingen over hun ervaringen met Toptrajecten.
Meer over Toptrajecten
Een Toptraject wordt uitgevoerd door vier Topteams, in elke windstreek van Amsterdam één. Een Topteam bestaat uit een gedragswetenschapper, één of twee docenten en één of twee ambulant hulpverleners. Een Toptraject wordt zo veel mogelijk ambulant uitgevoerd op de eigen school. Leerlingen volgen zo veel mogelijk lessen in de eigen klas en op de eigen school. Xxxx af en toe maakt een leerling tijdelijk en in deeltijd gebruik van een Topklas.
De gedragswetenschapper van een Topteam maakt onderdeel uit van het netwerk van zorgcoördinatoren in een windstreek, zodat scholen gemakkelijk preventief advies kunnen vragen.
Verantwoordingswijze
Altra Educé verzorgt Toptrajecten in opdracht van het Samenwerkingsverband. Per kwartaal levert Altra een kwartaalrapportage. Jaarlijks legt Xxxxx verantwoording af over Toptrajecten door middel van een jaarverslag.
Als een school gebruikmaakt van de Topklas, ontvangt zij daarvoor een factuur volgens het ‘geld volgt leerling’-principe. Het Samenwerkingsverband betaalt een vergoeding aan de scholen die een Topklas huisvesten. Voor dit totale programmaonderdeel is € 1.132.100 begroot.
5.2.3 LINK
Doel
In het traject LINK kunnen leerlingen met angst- en stemmingsproblematiek hun schoolgang normaliseren en worden hun onderwijsbehoeften geformuleerd. Xxxx is dat de leerling weer verder gaat binnen het reguliere voortgezet onderwijs, bij voorkeur op de school van herkomst.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Dienstverleningsovereenkomst afsluiten met Orion voor het leveren van minimaal twintig LINK-trajecten in een schooljaar.
• Wekelijks contact houden met de projectleider van LINK op casus- en procesniveau.
• Maandelijks monitoren van de voortgang samen met de coördinator LINK en indien nodig bijsturen van trajecten.
• Bij elk afgerond traject een tevredenheidsonderzoek afnemen bij leerling, ouders en school.
Meer over LINK
Voor niet-schoolgaande leerlingen met angst- en stemmingsproblematiek heeft XXXX een groepsruimte met werkplekken op een goed bereikbare, veilige, vriendelijke locatie waar de leerlingen tijdelijk onderwijs op maat volgen. Zij worden naar school toe begeleid door ervaren docenten, een orthopedagoog en een begeleider passend onderwijs. Dit team werkt samen met de eigen ggz-behandelaar, de ouders en de school van herkomst. Het programma van LINK is gebaseerd op gedegen wetenschappelijk onderzoek.
Verantwoordingswijze
Elk halfjaar levert Orion cijfers over in- en uitstroom aan. Elk halfjaar evalueren de accounthouder en de coördinator van LINK de trajecten en de stand van zaken bij LINK. Aan het eind van het schooljaar levert LINK een jaarverslag op. Voor LINK is € 318.293 begroot.
5.2.4 Onderwijs aan leerlingen op School2Work
Doel
Doel van het traject School2Work is om Amsterdamse jongeren binnen een niet-schoolse setting toe te leiden naar beroepsonderwijs of arbeid. Het gaat om jongeren in het praktijkonderwijs of voortgezet speciaal onderwijs die dreigen uit te vallen. Om hun kansen op de arbeidsmarkt of in een vervolgopleiding te vergroten, verzorgt het Mundus College aanvullend onderwijs voor deze leerlingen.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Een startgesprek voeren bij het begin van het schooljaar en een evaluatiegesprek halverwege het schooljaar over de inzet van onderwijs binnen School2Work.
• De samenwerking van Kolom en School2Work faciliteren.
Meer over School2work
School2Work is een traject waarin praktisch leren vooropstaat. Dit traject is er voor leerlingen die dreigen uit te vallen en willen werken in de techniek of groen. De leerling blijft ingeschreven op de eigen school. Onder leiding van een werkmeester maakt de leerling kennis met verschillende technische basisvaardigheden. Een docent van het Mundus College verzorgt op locatie lessen Nederlands, rekenen en burgerschap. Daarnaast zorgt het Mundus College, samen met de werkmeesters van School2Work, dat leerlingen Xxxxx-certificaten
en basisveiligheid (VCA)-certificaten kunnen halen. Leerlingen gaan na School2Work meestal (begeleid) werken. Een enkeling stroomt door naar vervolgonderwijs. In 2023 neemt het Plein deze rol over van het Mundus College.
Verantwoordingswijze
Het Mundus College en het Plein leveren na het eind van het scholjaar een inhoudelijke en financiële verantwoording. Vanuit de Plusmiddelen financiert het Samenwerkingsverband het onderwijs aan de leerlingen van School2Work. Hiervoor is een bedrag van € 30.000 begroot.
5.2.5 Niet-schoolse voorzieningen
Doel
Amsterdam kent verschillende niet-schoolse voorzieningen voor jongeren die uitgevallen zijn op school, of dreigen uit te vallen. Een school zet een niet-schoolse voorziening tijdelijk in. Het doel is dat de leerling de schoolloopbaan binnen drie maanden op de eigen school kan hervatten, of kan vervolgen in het voortgezet (speciaal) onderwijs, of het middelbaar of hoger beroepsonderwijs.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Contact houden met de niet-schoolse voorzieningen, en in dat contact zicht houden op het aanbod, actuele ontwikkelingen en de naleving van de gemaakte afspraken.
• Deelnemen aan de werkgroep Niet-schoolse voorzieningen, onder regie van de gemeente, samen met Leerplicht. De werkgroep komt twee keer per jaar samen. De werkgroep monitort en evalueert de toeleiding, het aanbod, de uitstroom en de nazorg van de voorzieningen.
Meer over de niet-schoolse voorzieningen
Niet-schoolse voorzieningen zijn projecten en organisaties in Amsterdam en omgeving die begeleiding, coaching en ondersteuning bieden aan jongeren tussen 15 en 23 jaar.
Niet-schoolse voorzieningen bieden geen onderwijs. Alleen met instemming van de leerplichtambtenaar en met een positief advies van een onderwijsadviseur van het Samenwerkingsverband kan een school een niet-schoolse voorziening inzetten. De school stelt bij plaatsing een individueel plan van aanpak op. De leerling blijft ingeschreven op de school. Deze afspraken zijn – in afstemming met de gemeente en met Leerplicht – vastgelegd in een stappenplan voor de scholen voor voortgezet (speciaal) onderwijs.
Verantwoordingswijze
Het Samenwerkingsverband zet een onderwijsadviseur in die wordt bekostigd uit het budget voor inzet bij preventieve aanpak scholen.
5.2.6 Verbinden regulier onderwijs met voortgezet speciaal onderwijs
Doel
Doel van het verbinden van voortgezet onderwijs met voortgezet speciaal onderwijs is het creëren van gelijke perspectieven voor alle leerlingen in het Amsterdamse diplomagericht onderwijs. Hiermee zet het Amsterdamse voortgezet onderwijs als geheel een grote stap in de richting van meer inclusief onderwijs. Doelen voor 2023 zijn:
• Verhogen van het aantal scholen voor voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs die met elkaar samenwerken.
• Verhogen van het aantal leerlingen die van voortgezet speciaal onderwijs worden doorgeplaatst naar voortgezet onderwijs.
• Verhogen van het aantal leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs die op basis van een symbioseovereenkomst examen doen op een school voor voortgezet onderwijs.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Inzetten van ambassadeurs voor de samenwerking tussen voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs. Zij adviseren scholen onder andere over de mogelijkheden van ‘Maatwerk van scholen’ (zie 5.2.7).
• Matchen van leerlingen van het voortgezet speciaal onderwijs die (op termijn) voor doorplaatsing in aanmerking komen met een school voor voortgezet onderwijs.
• Monitoren van de uitgevoerde doorplaatsingen. Dit in nauwe samenwerking met de Toelatingsadviescommissie (TAC).
• Volgen van de transferbegeleiding van leerlingen die worden doorgeplaatst van voortgezet speciaal onderwijs naar voortgezet onderwijs. Eventueel bijstellen van het proces transferbegeleiding.
• Vaststellen van het bestuurlijk scenario waarin uiterlijk bij de start van het schooljaar 2025-2026 elke diplomagerichte leerling bij een school voor voortgezet onderwijs is ingeschreven. Een leerling die tijdelijk behoefte heeft aan de ondersteuning op een
gespecialiseerde voorziening, blijft vallen onder de verantwoordelijkheid van de school voor voortgezet onderwijs.
• Ontwikkelen van scenario’s om expertise van voortgezet speciaal onderwijs in te zetten op scholen voor voortgezet onderwijs.
• Onderzoeken van opvattingen van leerlingen, o.a. via de klankbordgroep van leerlingen, over plaatsing in voortgezet speciaal onderwijs en doorplaatsing naar reguliere scholen.
Verantwoordingswijze
Voor de ombouw van het voortgezet speciaal onderwijs is € 1.000.000 begroot. Voor het faciliteren van de samenwerking tussen voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs is € 300.000 beschikbaar, vanuit de subsidie Werkagenda met de gemeente wordt € 150.000 bekostigd. Ten slotte blijft een financiële bijdrage van € 10.000 per leerling beschikbaar. Dit bedrag ontvangen de scholen voor voortgezet onderwijs na doorplaatsing van een leerling vanuit het voortgezet speciaal onderwijs. Hiervoor is in totaal € 100.000 begroot.
Daarnaast bestaat de regeling ‘Maatwerk voor scholen’. Deze versterkt ook de samenwerking tussen voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs. Meer hierover in paragraaf 5.2.7.
De projectleider zorgt na elke fase van het project voor een inhoudelijke en financiële verantwoording.
5.2.7 Maatwerk voor scholen
Doel
Maatwerk voor scholen is bedoeld voor ondersteuning op school, in de klas, met als doel om:
• Leerlingen binnen het reguliere voortgezet onderwijs te houden en schoolwisselingen te voorkomen.
• Leerlingen vanuit het voortgezet speciaal onderwijs deels of volledig te plaatsen in het reguliere voortgezet onderwijs.
In schooljaar 2021-2022 waren er zeventien scholen met een maatwerktraject. Beoogd resultaat voor 2023 is dat minimaal tien nieuwe scholen een maatwerkproject starten.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Actief scholen benaderen voor het starten van een maatwerkproject op hun school, onder meer door informatie te geven over mogelijkheden en good practices.
• Adviseren van scholen over hun plannen voor maatwerkprojecten.
• Organiseren van intervisiegroepen waarin de projectleiders van scholen informatie uitwisselen over voortgang, opgedane kennis en ervaring, borging en kennisdeling van hun maatwerkprojecten.
• Voeren van tussentijdse gesprekken en eindgesprekken met de scholen over voortgang, kennisdeling en borging van de maatwerkprojecten.
Meer over Maatwerk van scholen
Scholen kunnen gedurende het hele jaar hun plan voor Maatwerk van scholen indienen bij het Samenwerkingsverband. Het Samenwerkingsverband beoordeelt de plannen en geeft waar gewenst concrete feedback om de kwaliteit, haalbaarheid en effectiviteit van het plan te vergroten.
Verantwoordingswijze
Het Samenwerkingsverband stelt vanuit de reserves financiële middelen ter beschikking aan scholen die maatwerk voor hun school organiseren. De middelen worden voor maximaal twee jaar toegekend. Aanvraag en verantwoording vinden plaats op basis van vooraf gestelde criteria en voorwaarden. Voor dit programmaonderdeel is € 600.000 begroot. De projectleider wordt bekostigd uit het budget voor management en organisatie.
5.2.8 Samenwerking voor leerlingen met een verstandelijke beperking
Doel
Het doel van deze samenwerking is dat leerlingen met en zonder verstandelijke beperking samen naar school gaan binnen het reguliere onderwijs. Met deze samenwerking zet het Amsterdamse voortgezet onderwijs een stap in de richting van inclusiever onderwijs.
In 2022 zijn twee scholen begonnen de mogelijkheden voor samenwerking ten behoeve van leerlingen met een verstandelijke beperking te onderzoeken. Beoogd resultaat voor 2023 is dat nóg een school voor regulier voortgezet onderwijs zich aansluit bij deze ontwikkeling.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Het Montessori Lyceum Amsterdam en het Spinoza Lyceum onderzoeken samen met Xxxxx mogelijkheden om meer samen te werken voor leerlingen met een verstandelijke beperking. In 2022 hebben Xxxxxxx en Orion de eerste ontmoetingen georganiseerd. In 2023 gaan zij verder met deze samenwerking.
• Het Montessori Lyceum Amsterdam heeft een integratieklas voor leerlingen met een verstandelijke beperking opgenomen in zijn planvorming voor de nieuwbouw in de Sluisbuurt. Deze nieuwbouw wordt op zijn vroegst in 2025 opgeleverd. Voorwaarde is dat de gemeente voor deze integratieklas onderwijshuisvesting realiseert in de nieuwbouw.
• Het Samenwerkingsverband ondersteunt beide initiatieven, samen met de gemeente, het Samenwerkingsverband primair onderwijs en Stichting Leerzaam Amsterdam, en draagt bij aan kennisdeling en inspiratiesessies over inclusiever onderwijs in Amsterdam.
Meer over de samenwerking voor leerlingen met een verstandelijke beperking
Uit onderzoek blijkt dat les volgen in een apart schoolsysteem de sociale inclusie en kansengelijkheid van leerlingen met een handicap in de weg staat. Dat geldt zowel tijdens de schoolloopbaan als erna. Uit onderzoek én uit de Amsterdamse ervaringen blijkt dat de ontmoeting met elkaar voor zowel leerlingen mét als zonder beperking een enorme meerwaarde heeft.
Verantwoordingswijze
Verantwoording vindt plaats op basis van een inhoudelijk verslag. De kosten komen uit op
€ 4.000.
5.2.9 Herbezinning residentieel onderwijs
Doel
Jongeren die vanuit de gesloten jeugdzorg in kleinschalige settings begeleid worden, krijgen onderwijs op één van onze scholen. Het Samenwerkingsverband heeft als doel ervoor te zorgen dat er voor deze leerlingen voldoende ondersteuning is in het reguliere onderwijs, zodat zij de kans krijgen om hier onderwijs te volgen als dat nodig is.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Xxxxxxxxxxx deelnemen aan overleggen met de jeugdhulp- en onderwijspartners en de gemeente Amsterdam over het onderwijsperspectief van deze leerlingen. Het gaat om overleggen op bestuurlijk, directie- en operationeel niveau.
• Deelnemen aan het Doorbraakteam voor advisering over onderwijsvragen bij complexe casuïstiek.
• Organiseren van een klankbordgroep onderwijs met leden vanuit scholen van het voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, gemeente, Levvel en iHub.
• Adviseren over mogelijkheden die onze scholen aan jongeren kunnen bieden, bijvoorbeeld een aangepast Toptraject, een gespecialiseerde onderwijsroute en/of intensieve gespecialiseerde jeugdhulp op school.
• Organiseren van een leergang voor het begeleiden van deze leerlingen op scholen.
Meer over herbezinning residentieel onderwijs
Om ervoor te zorgen dat de meest kwetsbare jongeren beter passende hulp krijgen, vond in 2022 een transformatie plaats van de gesloten jeugdzorg en het daaraan verbonden onderwijs. Deze jongeren wonen niet meer in gesloten jeugdzorg, maar worden nu opgevangen in kleinschalige groepen.
Verantwoordingswijze
Nauwlettende monitoring van deze leerlingen en het onderwijsresultaat is van groot belang, net als de monitoring van de samenwerking met de specialistische jeugdhulp. Het Samenwerkingsverband zet hiervoor een onderwijsadviseur in die wordt bekostigd uit het budget voor inzet bij preventieve aanpak scholen. Daarnaast is voor dit programmaonderdeel
€ 108.000 begroot voor de achttien leerlingen die onderwijs gaan volgen.
5.3 Soepele overstappen binnen het onderwijs
Alle leerlingen wisselen gedurende hun schoolloopbaan van school. De meeste leerlingen doen dat twee keer: van de basisschool naar de middelbare school en van de middelbare school naar vervolgonderwijs. Een kleine groep leerlingen wisselt vaker van school. Een mogelijke reden hiervoor kan zijn dat leerlingen hun schoolloopbaan vervolgen op een niveau dat beter bij hen past. Ook kan het zijn dat leerlingen meer of juist mínder begeleiding nodig hebben dan gedacht. Schoolwisselingen zijn risicomomenten in de schoolloopbanen van leerlingen. Het Samenwerkingsverband streeft ernaar om deze overstappen zo soepel mogelijk te laten verlopen. Het is belangrijk dat de informatieoverdracht tussen de scholen goed verloopt en dat de leerlingen starten op een school die bij hen past. Als dat lukt, heeft de leerling de meeste kans op een succesvolle schoolcarrière.
5.3.1 Overstap van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs
Doel
Om de overstap van de basisschool naar de middelbare school goed te laten verlopen, is het belangrijk dat alle betrokkenen op de hoogte zijn van het Amsterdamse onderwijsaanbod en van de Kernprocedure. Om dit te realiseren werkt het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs nauw samen met het Samenwerkingsverband primair onderwijs. Stichting Elektronisch Loket Kernprocedure (ELK) voert de afspraken uit de Kernprocedure uit.
De Eerste Kamer heeft een wetsvoorstel aangenomen dat regelt dat leerlingen vanaf 2024 een doorstroomtoets maken in plaats van een eindtoets. Ook moeten alle leerlingen in het hele land zich dan gelijktijdig aanmelden bij de middelbare school. In 2023 bereiden de beide samenwerkingsverbanden en Stichting ELK de implementatie van deze wet voor. Ook evalueren in 2023 de beide Samenwerkingsverbanden het verbeterplan ‘Het versterken van de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs’ (2019). In 2022 stond tijdens het centraal georganiseerde PO-VO Event de kennismaking en kennisdeling tussen de zorgcoördinatoren en intern begeleiders in de regio centraal. De Samenwerkingsverbanden blijven dit in 2023 stimuleren. Daarnaast vraagt de kennisdeling over het Amsterdamse voortgezet onderwijs voor (nieuwe) leerkrachten en intern begeleiders blijvend aandacht.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Participeren in Stichting ELK.
• Evalueren van het verbeterplan Het versterken van de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs.
• Organiseren van voorlichtingsmiddagen voor leerkrachten en intern begeleiders over de Kernprocedure en het tijdpad.
• Organiseren van voorlichtingsmiddagen en kennisdelingsbijeenkomsten voor startende leerkrachten van groep 7 en 8 en startende intern begeleiders.
• Organiseren van een centraal PO-VO-event waar intern begeleiders en zorgcoördinatoren kennis en ervaringen met elkaar uitwisselen.
• Organiseren van de Week van de Overstap, bestaande uit voorlichtingsbijeenkomsten over diverse onderwerpen, zoals hoogbegaafdheid, het praktijkonderwijs en de tussenvoorzieningen, het invullen van oki-doc, tijdpad.
• Plaatsen van handreikingen, voorbeelden en tips op de website xxx.xxxxxxx.xxxx over verschillende aspecten van de overstap.
• Organiseren van de warme overdracht en terugkoppelbijeenkomsten tussen het primair en voortgezet onderwijs, waarin de leerlingen met een specifieke ondersteuningsbehoefte door de betrokkenen van de scholen in een online overleg besproken worden.
• Implementeren van de doorstroomwet in procedures voor de Amsterdamse situatie.
• Plaatsen van actuele informatie in de Schoolkeuzegids 2023 en op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx voor leerlingen in groep 8 en hun ouders over alle middelbare scholen in Amsterdam en over de overstap naar het voortgezet onderwijs.
• Organiseren van een ScholenArenA voor leerlingen van groep 8 en hun ouders.
Meer over Stichting ELK
Het bestuur van Stichting ELK bestaat uit de directeur-bestuurders van de Amsterdamse samenwerkingsverbanden voor primair en voortgezet onderwijs. In de Kernprocedure staan de afspraken die de schoolbesturen, de gemeente Amsterdam en de beide samenwerkingsverbanden maken. De afspraken gaan over de aanmelding en toelating van de leerlingen die overstappen van het primair onderwijs naar het Amsterdamse voortgezet onderwijs. Stichting ELK organiseert het proces van de overstap, onder andere door het
mogelijk maken van de overdracht van gegevens en schoolvoorkeuren ten behoeve van de loting en matching voortgezet onderwijs (die onder verantwoordelijkheid van vereniging OSVO plaatsvindt). Stichting ELK heeft een eigen jaarplan.
Meer over het verbeterplan
Het verbeterplan Het versterken van de overgang van primair onderwijs naar voortgezet onderwijs (2019) dat is opgesteld door de beide samenwerkingsverbanden, kent zeven verbeterlijnen. De hierboven geformuleerde inspanningen van het Samenwerkingsverband komen voort uit deze zeven verbeterlijnen.
Verantwoordingswijze
De kosten voor het beheer van ELK worden verdeeld tussen de gemeente Amsterdam, het Samenwerkingsverband primair onderwijs en het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs. De totale kosten voor het Samenwerkingsverband zijn begroot op € 127.885. Verantwoording van de inzet van de middelen is terug te vinden in het jaarverslag van Stichting ELK.
Voor de organisatie van de warme overdracht is € 35.000 begroot. Verantwoording van deze kosten vindt plaats door middel van een inhoudelijk en financieel verslag.
Voor de organisatie van de voorlichtingsdagen in de Week van de Overstap is € 25.000 begroot. Voor de ScholenArenA is € 300.000 begroot. Verantwoording van deze kosten vindt plaats door middel van facturen.
5.3.2 Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs
5.3.2.1 Schoolwisselingen binnen het reguliere onderwijs
Doel
Jaarlijks wisselt circa 5 procent van de leerlingen van middelbare school. Scholen plaatsen de meeste leerlingen na onderling overleg, maar kunnen voor tientallen leerlingen geen onderwijsplaats vinden vóór de zomervakantie. Om daar verbetering in te brengen stelde het Samenwerkingsverband in 2022 een aangescherpte procedure vast voor schoolwisselingen. Die schrijft voor dat elke school een overstapcoördinator heeft en gebruikmaakt van de online matchingstool. Met het beschikbaar stellen van deze procedure beoogt het
Samenwerkingsverband dat scholen alle leerlingen vóór de zomervakantie hebben geplaatst, zodat ze in het nieuwe schooljaar direct hun schoolloopbaan kunnen vervolgen.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Adviseren van scholen over de ondersteuning van hun leerlingen en, indien de ondersteuning onvoldoende effect heeft, het adviseren over alternatieve scholen.
• Adviezen geven over geschikte scholen aan ouders met kinderen die naar Amsterdam verhuizen.
• Scholen erop attenderen de online matchingstool in te vullen en up-to-date te houden.
• Faciliteren van de online matchingstool en het beantwoorden van vragen van overstapcoördinatoren daarover.
• Verslag doen van het aantal leerlingen dat niet is geplaatst vóór de zomervakantie en van de scholen die het betreft.
Meer over de procedure schoolwisseling en de matchingstool
In 2020 ontwikkelde het Samenwerkingsverband op verzoek van de besturen een matchingstool om plaatsing van zijinstromers te kunnen bespoedigen. De matchingstool is geïntegreerd in het bestaande platform LISA van het Samenwerkingsverband. In de tool staat welke scholen onderwijsplekken beschikbaar hebben (welk niveau en leerjaar), welke scholen onderwijsplekken zoeken, en wat de contactgegevens zijn van de overstapcoördinatoren. Voor een goede werking is het van belang dat alle scholen de tool invullen en up-to-date houden.
Verantwoordingswijze
In de begroting zijn bij dit programmaonderdeel geen loonkosten van de onderwijsadviseurs en beleidsadviseurs opgenomen; deze kosten staan volledig bij programma 5.1.7 Inzet bij preventieve aanpak scholen, en in management en organisatie.
5.3.2.2 Doorverwijzen naar voortgezet speciaal onderwijs en praktijkonderwijs
Doel
Het Samenwerkingsverband heeft als wettelijke taak om de toelating tot het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs te reguleren. Bij het uitvoeren van deze taak wil het Samenwerkingsverband de werkwijze zo veel mogelijk laten aansluiten bij de gezamenlijke opdracht om te komen tot meer inclusief onderwijs. Het creëren van gelijke perspectieven voor alle leerlingen in het Amsterdamse diplomagerichte onderwijs is van invloed op de werkwijze van de Toelatingsadviescommissie. Daarom onderzocht de commissie in 2022 of er een aanpassing nodig is van haar werkwijze. De eindadvisering en de implementatie van de resultaten hiervan vinden plaats in 2023.
Inspanningen en beoogde resultaten van het Samenwerkingsverband
• Adviseren van de directeur-bestuurder van het Samenwerkingsverband over toekenning van toelaatbaarheidsverklaringen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs.
• Aanleveren van maandelijkse data aan de directeur-bestuurder over aanmeldingen en afgegeven toelaatbaarheidsverklaringen.
• Uitwerken van de adviezen uit het ontwerponderzoek ‘Van Passend naar Inclusief’ van het Kohnstamm Instituut. Het betreft het gehele proces van toeleiding naar voortgezet speciaal onderwijs waarin een meer preventief georiënteerde werkwijze voor de toekomst wordt ontwikkeld. Het gaat daarbij zowel om de taakstelling van de commissie als van de onderwijsadviseurs.
• Versterken van de relatie met de werkgroep van voortgezet speciaal onderwijs naar voortgezet onderwijs. Het creëren van gelijke perspectieven voor leerlingen vraagt om samenwerking en afstemming van de werkwijze.
• Faciliteren en ondersteunen van basisscholen bij het afnemen van leerachterstandstesten en capaciteitenonderzoek ten behoeve van het praktijkonderwijs.
Verantwoordingswijze
Voor de personele kosten van dit programmaonderdeel is € 405.739 begroot. Jaarlijks vindt een kwalitatieve en kwantitatieve evaluatie van de verschillende taken van de Toelatingsadviescommissie plaats. Voor de indicering van praktijkonderwijs is voor de personele kosten € 32.500 begroot en voor het systeem is € 13.000 begroot. De verantwoording over de begrote € 200.000 voor capaciteitenonderzoek voor praktijkonderwijs en leerlingen op het grensgebied tussen praktijkonderwijs en vmbo-basis vindt plaats op basis van contractafspraken, een inhoudelijk verslag en uren-factuurspecificaties. ABC Atlas evalueert met het Samenwerkingsverband de benodigde inzet van het capaciteitenonderzoek. Sinds opting-out in 2021 is ingevoerd daalt het aantal capaciteitenonderzoeken. De verwachting is dat deze daling in 2023 verder doorzet.
5.3.3 Overstap van voortgezet onderwijs naar middelbaar beroepsonderwijs en hoger onderwijs
Doel
Het Samenwerkingsverband voert diverse projecten uit om de overstap van leerlingen vanuit het voortgezet onderwijs naar het middelbaar beroepsonderwijs of hoger onderwijs soepel te laten verlopen. De projecten zijn: het project MBO-Agenda, het project Loopbaanoriëntatie en - begeleiding, en vanuit het meerjarenplan Aanpak voortijdig schoolverlaten de projecten Aanval op uitval en de PrO/ROC-trajecten. De projecten dragen bij aan een goede oriëntatie van leerlingen op hun vervolgonderwijs. Leerlingen die zich goed kunnen oriënteren op diverse opleidingen en die de verschillende aanmeldprocedures goed kennen, maken een weloverwogen keuze voor een vervolgopleiding op het mbo, hbo of wo. Weloverwogen studiekeuze zorgt voor een goede overstap en draagt bij aan het verminderen van voortijdig schoolverlaten.
Het Samenwerkingsverband investeert met bovengenoemde projecten al langere tijd in het versoepelen van de overgang van vmbo naar mbo. Hier zijn de afgelopen jaren tastbare resultaten mee geboekt. Het Samenwerkingsverband constateert tegelijkertijd dat kansen onderbenut blijven. Dat wordt enerzijds veroorzaakt door institutionele drempels, zoals verschil in de wetgevende kaders van het voortgezet onderwijs en het mbo, en anderzijds door onvoldoende prioriteitstelling. Daarom voert het Samenwerkingsverband in 2023 overleg met
schoolbestuurders in het voortgezet onderwijs en mbo over de wenselijkheid en mogelijkheid om de schotten te doorbreken. Het streven is ook om in 2023 te komen tot het formuleren van gezamenlijke ambities en een stedelijke visie onder de noemer ‘doorlopend leren’.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
a) Visie doorlopend leren
• Organiseren van bestuurlijke tafels over doorlopend leren;
• Verzamelen van goede praktijkvoorbeelden;
• Opstellen van een schriftelijk verslag van de uitkomsten van deze verkenning (bij voorkeur in de vorm van een stedelijk visiedocument).
b) Huidige MBO-Agenda
Uitvoering van het project ‘Nieuwe leerweg in Amsterdam4’ dat gericht is op:
• Het faciliteren van minimaal drie ontwikkellabs, die elk drie praktijkopdrachten ontwikkelen;
• Een informatiecampagne over de nieuwe leerweg/praktijkgerichte programma’s in het vmbo;
• Het digitaal ontsluiten van de opbrengsten.
c) Nieuwe MBO-agenda
Na de zomer 2023 wordt de nieuwe MBO-agenda van de gemeente Amsterdam verwacht. Het Samenwerkingsverband levert een actieve bijdrage aan de totstandkoming hiervan en zal daarna de eigen inzet in dit kader formuleren.
4 Het was het streven om in 2024-2025 de gemengde en theoretische leerweg in het vmbo te bundelen in een nieuwe leerweg. Eind november 2022 heeft de minister van OCW onverwachts besloten de invoering van de nieuwe leerweg in het vmbo vooralsnog op te schorten. Wel worden de landelijke pilots rondom praktijkgerichte programma’s die in dit kader waren gestart, gecontinueerd. Het project ‘Nieuwe leerweg’ van het Samenwerkingsverband is reeds in augustus 2022 gestart en focust zich op de ontwikkeling van opdrachten binnen praktijkgerichte programma’s. In overleg met de deelnemende scholen is besloten dit project te continueren in 2023, gezien de grote toegevoegde waarde van meer praktijkgericht onderwijs in het vmbo en de grote waarschijnlijkheid dat de praktijkgerichte programma’s de komende jaren landelijk (verplicht) zullen worden ingevoerd.
d) Loopbaanoriëntatie en -begeleiding
• Ontwikkelen van een nieuw professionaliseringsprogramma rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding in het kader van de overstap vmbo-mbo;
• Faciliteren van de klankbordgroep Loopbaanoriëntatie en -begeleiding met vertegenwoordigers uit het vmbo;
• Verspreiden van de opbrengsten van keuzemomenten en de voorlichtingsactiviteiten in de overstap van de middelbare school naar het hoger onderwijs onder decanen op havo en vwo;
• Ophalen en onder de aandacht brengen van good practices rond de overstap naar het mbo en het hoger onderwijs; deze informatie op de website plaatsen;
• Organiseren van een expertmeeting voor decanen in samenwerking met het LOB Expertisepunt.
e) Aanval op uitval
• Stimuleren, faciliteren en begeleiden van de gebruikers van het Overstapdashboard;
• Aanscherpen van de Handreiking overstapprocedure vo-mbo in samenwerking met Xxxxxxxxxx, ROC van Amsterdam en ROC TOP;
• Organiseren van twee inhoudelijke kennisdelingsbijeenkomsten met als thema’s ‘mentale gezondheid’ en ‘groepsdynamiek’;
• Actief deelnemen in de beheerorganisatie als secretaris en functioneel beheerder in de regio RMC 21 en in het beleidsoverleg RMC 21;
• Faciliteren van drie vmbo-decanen en twee havo/vwo- decanen om startende decanen te begeleiden bij loopbaanoriëntatie en -begeleiding.
f) PrO/ROC-trajecten
• Coördineren van de entree-trajecten schooljaar 2022-2023;
• Coördineren van de inschrijvingen schooljaar 2023-2024;
• Monitoren van de entree-leerlingen (cohort 2022-2023) op slagingspercentages en eventuele uitval.
Meer over de MBO-Agenda en doorlopende leerroutes
Het Samenwerkingsverband is vanuit de gemeentelijke MBO-Agenda 2019-2023 gestart met het project Doorlopende leerroutes vmbo-mbo. Deze doorlopende leerroutes bieden jongeren de kans om vroeg kennis te maken met de beroepspraktijk waardoor zij een meer weloverwogen keuze kunnen maken voor hun vervolgonderwijs en de kans op schooluitval wordt verminderd. Het voorkomen van overlap tussen het vmbo- en mbo-onderwijs draagt bij aan het verhogen van de motivatie van leerlingen. In 2022-2023 focust het Samenwerkingsverband zich op het stimuleren van de ontwikkeling van meer praktijkgericht onderwijs in de gemengde en theoretische leerweg in het vmbo. Hierbij werd in eerste instantie de aanstaande invoering van de nieuwe leerweg als vliegwiel gebruikt. Na de beslissing van de minister van OCW om deze stelselwijziging vooralsnog uit te stellen, zal in 2023 in het project het accent worden gelegd op het met scholen ontwikkelen van realistische praktijkopdrachten. Xxxxxxx is dat leerlingen zich hierdoor beter kunnen oriënteren en voorbereiden op een vervolgopleiding in het mbo. Voor het ontwikkelen, uitvoeren en beoordelen van deze opdrachten zoeken we met de scholen nadrukkelijk de samenwerking met het mbo.
Meer over loopbaanoriëntatie en -begeleiding
Het Samenwerkingsverband werkt aan het verstevigen en verder vormgeven van het netwerk rondom loopbaanoriëntatie en -begeleiding. Daarom zijn voor 2023 de volgende thema’s vastgesteld: ‘visie en beleid’ (zowel intern als op de scholen), ‘professionalisering van decanen en mentoren’ en ‘het netwerk van decanen en mentoren uit het voortgezet onderwijs’.
Loopbaanoriëntatie en -begeleiding zal als instrument worden opgenomen in de visie op doorlopend leren. Bij de professionalisering van decanen en mentoren zijn de inspanningen gericht op het ontwikkelen van een professionaliseringsprogramma.
Meer over Aanval op uitval
In het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt 21 (RMC 21) hebben de samenwerkingspartners voor de periode 2020-2024 een regionaal programma vastgesteld. Het doel van dit programma is om de aanpak van het voortijdig schoolverlaten voort te zetten en verder te ontwikkelen.
Alle vmbo-scholen, mbo-instellingen en leerplichtambtenaren van RMC 21 maken gebruik van het instrument Overstapdashboard om de leerlingen te volgen die overstappen naar het mbo.
Zo kunnen alle betrokkenen de leerlingen die het risico lopen om uit te vallen snel signaleren
en ondersteunen. Het Samenwerkingsverband ondersteunt de scholen bij het gebruik van het Overstapdashboard.
Meer over PrO/ROC-trajecten
De scholen voor praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs in de regio Amsterdam kunnen voor de leerlingen die dit cognitief aankunnen entreeopleidingen inkopen bij het middelbaar beroepsonderwijs. Het aanbod van deze PrO/ROC-trajecten versoepelt de doorstroom naar een vervolgopleiding. De leerlingen blijven ingeschreven staan op hun eigen school. Door de PrO/ROC-trajecten krijgen ook leerlingen uit het praktijkonderwijs en speciaal voortgezet onderwijs begeleiding om door te stromen naar het mbo om hun startkwalificatie te behalen.
In de Samenwerkingsovereenkomst PrO-ROC 2020-2024 zijn eenduidige en sluitende afspraken opgenomen over de inrichting, uitvoering en financiering van de entreeopleidingen. De coördinatie is in handen van Xxxxxxxxx- en Werktrajecten Amsterdam.
Verantwoordingswijze
De kosten en verantwoording van bovenstaande activiteiten zijn hieronder per onderdeel begroot.
• Het Samenwerkingsverband ontvangt subsidiemiddelen voor de MBO-Agenda via de gemeente Amsterdam. Voor het schooljaar 2022-2023 is € 105.229 begroot aan kosten, waarvan € 82.280 is toegekend aan baten door de gemeente Amsterdam. Verwacht wordt dat deze subsidie ook in 2023-2024 wordt toegekend. De verantwoording vindt plaats op basis van een inhoudelijk verslag, contractafspraken en uren van medewerkers.
• Voor loopbaanoriëntatie en -begeleiding vindt de inhoudelijke verantwoording plaats op basis van een verslag. De financiële verantwoording vindt plaats op basis van contractafspraken en uren van medewerkers. Voor dit programmaonderdeel is
€ 120.000 begroot.
• Het Samenwerkingsverband ontvangt subsidiemiddelen voor Aanval op uitval via de gemeente Amsterdam voor schooljaar 2022-2023 à € 127.694. Het Samenwerkingsverband verwacht dat deze subsidie ook voor schooljaar 2023-2024
beschikbaar komt. De verantwoording vindt plaats op basis van een inhoudelijk verslag, contractafspraken en uren van medewerkers.
• De kosten voor de beheerorganisatie zijn verdeeld tussen gemeenten, mbo en de drie betrokken samenwerkingsverbanden (Amstelland en de Meerlanden, Waterland en Amsterdam-Diemen). De kassier van de beheerorganisatie factureert naar bovenstaande partijen. De kosten voor het Samenwerkingsverband voortgezet onderwijs Amsterdam-Diemen zijn begroot op € 20.000.
• Voor PrO/ROC-trajecten is € 38.880 begroot voor de inzet van de coördinator vanuit Scholings- en Werktrajecten Amsterdam.
5.4 Het Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie
Het Samenwerkingsverband is een netwerkorganisatie die kennis ontwikkelt en deelt. De grote vraagstukken waar we voor staan, ook die naar voren komen als gevolg van de coronacrisis, kunnen we bij uitstek behappen door goed te netwerken. Het Samenwerkingsverband verbindt scholen onderling en stimuleert hen om de kennis binnen de scholen te mobiliseren, samen te werken en kennis te delen in kenniskringen, smalltalks en kennisdelingsbijeenkomsten. Deze programmalijn is geen op zichzelf staand programma binnen het Samenwerkingsverband, maar is als het ware het fundament onder de andere programmalijnen.
5.4.1 Het netwerk van het Samenwerkingsverband
Doel
Amsterdamse leerlingen hebben soms grote zorgen, maar er is in Amsterdam – en daarbuiten – ook heel veel expertise. Het Samenwerkingsverband stelt zich als kennisintensieve netwerkorganisatie ten doel om deze kennis en expertise goed geordend beschikbaar te maken voor zorgcoördinatoren, scholen en schoolbesturen. Zo hoeven zij niet zelf het wiel uit te vinden als het gaat om passend onderwijs en zorg voor leerlingen.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
Met het bovenstaande doel voor ogen ontwikkelen bestuursleden, schoolbesturen en medewerkers van het Samenwerkingsverband zich tot netwerkers, onder andere door:
• Het beter benutten van het interne netwerk van het bureau van het Samenwerkingsverband door interne kennisdeling te organiseren;
• Het beter benutten van het netwerk van bestuur en leden, om te beginnen door de formele netwerken in kaart te brengen;
• Het verbeteren van onze netwerkcompetenties;
• Het innovatiefonds te blijven inzetten als motor voor het netwerk en als bron voor kennisdeling;
• Het organiseren van een kleinschalige innovatiereis naar inclusief onderwijs in het buitenland in 2023.
Meer over het netwerk van het Samenwerkingsverband
Het netwerk is groter dan de Amsterdamse scholen: naast ouders en leerlingen zijn ook de gemeente Amsterdam, het Samenwerkingsverband primair onderwijs, de jeugdhulp, het middelbaar beroepsonderwijs, de kinderombudsman van Amsterdam, de Onderwijs Consumenten Organisatie (OCO) en het Jeugdplatform onderdeel van ons Amsterdamse netwerk. De G4-samenwerkingsverbanden, de G4-gemeenten, de samenwerkingsverbanden primair en voortgezet onderwijs van Noord-Holland en Flevoland en de VO-raad, het Steunpunt Passend Onderwijs, de Sectorraad Samenwerkingsverbanden VO en de kennisinstituten zijn onze directe landelijke netwerkpartners. En daaromheen is er nog een grote buitenwereld, met allerlei deskundigheden, die het Samenwerkingsverband kunnen inspireren als we onze blik naar buiten richten.
Verantwoordingswijze
De kosten voor het bureau komen uit het budget voor management en organisatie en worden zo nodig verantwoord door facturen. De themagerichte bijeenkomsten worden gefinancierd uit bepaalde projectgelden en daarbinnen verantwoord op basis van uren en kosten. Vanuit de Werkagenda met de gemeente Amsterdam is € 20.000 begroot.
5.4.2 Docenten, mentoren, teamleiders en afdelingsleiders
Doel
Hoewel het Samenwerkingsverband tevreden is met de structurele overleggen met schoolbesturen, directeuren en zorgcoördinatoren, merken we dat het voor een aantal programmatische doelen belangrijk is om ‘dieper’ de scholen in te komen, en het netwerk áchter de zorgcoördinator in stelling te krijgen: teamleiders, afdelingsleiders, mentoren, docenten. Het Samenwerkingsverband bouwt langzaam maar zeker aan een flexibel en dynamisch Docenten Netwerk Amsterdam. Dit doen we onder andere door docenten actief te informeren over onze activiteiten, over interessante ontwikkelingen bij onze samenwerkingspartners en door hen te attenderen op waardevolle professionaliserings- en kennisdelingsmogelijkheden.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
In 2022 konden we door de nasleep van corona nog steeds minder concrete activiteiten uit deze programmalijn uitvoeren dan we ons hadden voorgenomen.
We nemen de inspanningen dan ook in zijn geheel mee naar 2023, afhankelijk van de gevolgen en nieuwe ontwikkelingen van het coronavirus. Die inspanningen zijn:
• Mogelijkheid onderzoeken voor het organiseren van een Amsterdams Docentencongres.
• Initiatieven ontplooien om meer docenten te leren kennen, in school of buiten school. Hen aan het woord laten over wat zij ervaren, wat anderen van hen kunnen leren en welke rol het Samenwerkingsverband daarbij heeft.
Meer over docenten, mentoren, teamleiders en afdelingsleiders
Docent zijn in Amsterdam is iets bijzonders. In Amsterdamse klassen komen alle mooie en lastige kanten van de Nederlandse samenleving samen. Onderwijs in Amsterdam betekent ook: veel kansen, de hele wereld in één klas, en betekenisvol kunnen bijdragen aan die samenleving. Door de coronacrisis hebben docenten, hun teams en hun leiders zich zeer duidelijk laten zien als hart van onze samenleving. Het continueren van het onderwijs kwam op hén neer. Daarbij heeft een deel van hen het werk in de school vanwege de intensieve omgang met heel veel leerlingen als risicovol ervaren.
Passend onderwijs is zichtbaar in de klas, en moet dat ook zijn. Docenten zijn dus cruciaal bij het realiseren van passend onderwijs, maar zij kennen vaak het werk van het Samenwerkingsverband niet. De inspanningen van het Samenwerkingsverband zijn erop gericht daar verandering in te brengen.
Verantwoordingswijze
De kosten voor het bureau komen uit het budget voor management en organisatie.
5.4.3 Collegiale visitaties
Doel
Het Samenwerkingsverband stimuleert en faciliteert het uitwisselen van kennis en ervaringen met en tussen scholen. Dit gebeurt onder andere in de vorm van collegiale visitaties. Het doel is kwaliteitsverbetering op de gevisiteerde scholen en daarnaast professionalisering en kennisdeling van en binnen de steeds groeiende groep van visitatoren.
In 2022 gaven de Beter Breed scholen (scholen met een heterogene brugperiode) aan dat zij met de systematiek van de collegiale visitaties van het Samenwerkingsverband aan de slag wilden gaan. Daartoe zijn zes collegiale visitaties gepland, waarvan er in 2022 vijf zijn uitgevoerd. De verwachting is dat deze samenwerking wordt voortgezet in 2023.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
In 2023 voert het Samenwerkingsverband minimaal zes collegiale visitaties uit, waaronder een aantal in het kader van de samenwerking met de Beter Breed scholen.
Meer over collegiale visitatie
Het belangrijkste uitgangspunt voor de collegiale visitaties is de eigen ontwikkelingsvraag van een school. Op welk vlak wil een school zich ontwikkelen zodat zij de onderwijskwaliteit verder kan versterken en hoe kan de school dit bereiken? Het is aan de deelnemende school om dit aan te geven. Hoe scherper de vraag, hoe gerichter de feedback, en hoe beter het resultaat.
Een ‘essentiële aanbeveling’ aan scholen in de kwaliteitsparagraaf van De Staat van het Onderwijs is tot betere kwaliteit en kwaliteitszorg te komen door actief ervaringen uit te wisselen en van elkaar te leren. Collegiale visitatie is een fijn en bewezen middel om deze uitwisseling van ervaringen en feedback op een structurele en zinvolle manier vorm te geven. De principes van visiteren vanuit ‘Waarderend Perspectief’ (the appreciative inquiry) geven hieraan nog een echte meerwaarde.
Verantwoordingswijze
De kosten voor dit project bestaan uit de kosten voor de secretaris die door het Samenwerkingsverband geleverd wordt en uit de inzet van twee bij toerbuurt extern in te huren specialisten. In totaal is hiervoor € 25.000 begroot.
De andere teamleden zijn schoolleiders en collega’s van andere scholen die vrijwillig zitting nemen in een visitatieteam vanuit het oogpunt van professionalisering en eventuele visitatie van hun eigen school. Ook leerlingen maken deel uit van een visitatieteam.
5.4.4 Oudernetwerk en jeugdsteunpunt
Doel
Het doel van een ouder- en leerlingsteunpunt is dat Amsterdamse ouders en leerlingen makkelijk informatie en steun vinden bij hun vragen rond passend onderwijs.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
Het Samenwerkingsverband zorgt in 2023 samen met het Samenwerkingsverband primair onderwijs Amsterdam Diemen en in afstemming met de relevante partners in Amsterdam voor een verder ontwerp, vormgeving en uitvoering van het ouder- en leerlingsteunpunt.
Meer over het ouder- en leerlingsteunpunt
Bij de landelijke evaluatie van passend onderwijs in 2020 gaven ouders en leerlingen aan niet altijd de juiste informatie te kunnen vinden in hun zoektocht naar passend onderwijs. Ook misten zij soms steun in hun zoektocht. Het ministerie heeft 25 verbeterpunten voor passend onderwijs na 2020 opgesteld. Eén van die verbeterpunten is de opdracht aan Samenwerkingsverbanden om een ouder- en jeugdsteunpunt in te richten. Deze opdracht sluit mooi aan op de ambitie uit het jaarplan 2022 om een oudernetwerk in te richten.
Verantwoordingswijze
Verantwoording vindt plaats via het jaarverslag. Voor het opzetten van het ouder- en jeugdsteunpunt is € 110.000 begroot.
5.4.5 Innovatie
Doel
Het Samenwerkingsverband stimuleert scholen om innovatieve projecten op te zetten die bijdragen aan de ambities en speerpunten van het Ondersteuningsplan 2019-2023. Doel is door
middel van die innovatieve projecten leerlingen op school te houden – met goed onderwijs en zorg, de kansengelijkheid te bevorderen en segregatie te verminderen. De innovatiegelden vormen daarbij een belangrijke prikkel. Daarnaast is innovatie een motor voor de samenwerking tussen scholen.
Het Samenwerkingsverband streeft ernaar dat scholen innovatiegelden blijven aanvragen, en richt zich daarbij vooral op scholen die tot nu toe geen gebruik hebben gemaakt van deze projectmiddelen. Het Samenwerkingsverband beoogt dat in 2023 minimaal tien scholen een innovatieproject starten. Acht innovatieprojecten die al in 2021 en/of 2022 gestart zijn, lopen nog door in 2023.
Het Samenwerkingsverband zet ook in 2023 in op kennisuitwisseling. Het gaat dan zowel om kennisuitwisseling tussen de verschillende scholen met een innovatieproject als om kennisdeling van deze scholen met andere scholen binnen het Samenwerkingsverband.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Actief scholen benaderen voor het starten van een innovatieproject.
• Bieden van ondersteuning aan scholen bij het uitdenken en uitwerken van plannen.
• Adviseren van scholen over hun (concept)plannen.
• Aanpassen van de inhoudelijke wijze van verantwoording, zodat de belangrijkste punten hieruit (de resultaten, de effecten, de do’s en don’ts) met andere scholen gedeeld kunnen worden.
• Organiseren van bijeenkomsten waarin scholen de opbrengsten van de projecten met elkaar delen, met elkaar in gesprek gaan en elkaar inspireren.
• Presenteren van de opbrengsten van de projecten op het platform van het Samenwerkingsverband.
Meer over innovatiegelden
Het Samenwerkingsverband stelt in de jaren 2019 t/m 2025 middelen beschikbaar voor innovatieve projecten op scholen en biedt de scholen daarbij ruimte en flexibiliteit. Scholen kunnen gedurende het hele jaar hun plan indienen. Plannen worden direct na indiening beoordeeld door het Samenwerkingsverband. Om de kwaliteit, haalbaarheid en effectiviteit van de innovatie te vergroten, ontvangt elke school concrete feedback op haar plan en eventuele suggesties voor aanpassing.
Verantwoordingswijze
Verantwoording vindt plaats op basis van projectverantwoordingen door middel van een inhoudelijk en financieel verslag van de desbetreffende scholen. Begroot voor dit programmaonderdeel in 2023 is € 600.000.
5.4.6 Gelijke kansen
Doel
Kansengelijkheid bevorderen is een thema dat het gehele onderwijsveld op dit moment bezighoudt en dit speelt uiteraard ook in Amsterdam. Kansrijke advisering vanuit het primair onderwijs, kansrijk plaatsen en kansrijk onderwijs bieden in het voortgezet onderwijs spelen hierbij een grote rol. Door de ontstane voorkeuren van ouders en leerlingen voor scholen in onze stad is het thema ‘segregatie tegengaan’ in Amsterdam onlosmakelijk verbonden met kansengelijkheid. Doel van het Samenwerkingsverband is om kennisdeling tussen scholen te bevorderen op beide terreinen, en om netwerken te vormen van scholen die elkaar kunnen ondersteunen bij het vormgeven van succesvolle projecten. Het initiatief voor activiteiten en innovaties op dit terrein ligt bij de scholen in Amsterdam en hun bestuurders. Het Samenwerkingsverband wil hierbij een stimulerende rol spelen.
Inspanningen van het Samenwerkingsverband
• Klankbordfunctie vervullen en afstemming verzorgen met de gemeente Amsterdam wat betreft de PIEK-aanpak en de pilot Brede Brugklas Bonus.
• Kennisdeling tussen scholen stimuleren en organiseren, onder andere in een grote (fysieke of online) kennisdelingsbijeenkomst in 2023.
• Ondersteunen en faciliteren van initiatieven van scholen die gebleken effectief zijn. Daarbij speelt informatie uit empirisch onderzoek in binnen- en buitenland een grote rol.
• Informatie verzamelen en verspreiden over succesvolle projecten, relevant onderzoek en good practices. En kennisdeling organiseren.
• Signaleren en monitoren van het leveren van correcte informatie door scholen over de vrijwillige ouderbijdrage in de Keuzegids en in daaraan gerelateerde online communicatiekanalen.
• (Online) examentrainingen bieden voor Amsterdamse leerlingen, ook en juist voor leerlingen van minder draagkrachtige ouders.
• Zomerschool organiseren voor leerlingen die opstromen door diploma’s te stapelen.
Meer over gelijke kansen
Om zicht te krijgen op initiatieven van scholen op het gebied van het bevorderen van kansengelijkheid en het tegengaan van segregatie, liet OSVO in 2020, in het kader van de Amsterdamse Onderwijsagenda, een onderzoek uitvoeren door OIS5. Hierin staan o.a. een twintigtal succesvolle projecten van scholen genoemd. Op verzoek van XXXX heeft het Samenwerkingsverband vervolgens de kennisdeling op dit terrein op zich genomen. Deze kennisdeling vindt onder andere plaats tijdens activiteiten als het Innovatiefestival, de Week van de Overstap, Het PO/VO-event en de ScholenArenA. Deze activiteiten staan hier genoemd, maar zijn op andere plaatsen in dit jaarplan verder uitgewerkt. Voor de toekomst liggen er wellicht nog meer mogelijkheden voor het Samenwerkingsverband om met de beide genoemde thema’s aan de slag te gaan, bijvoorbeeld als onderdeel van een strategische agenda.
Verantwoordingswijze
Het Samenwerkingsverband zet een beleidsadviseur in die wordt bekostigd uit het budget voor management en organisatie.
5 Wat doen Amsterdamse VO scholen om kansengelijkheid te bevorderen en segregatie tegen te gaan? OIS, Amsterdam, juni 2020.
6. Bedrijfsvoering en sturing
Een goede bedrijfsvoering maakt gedegen besluitvorming en risicobeheersing mogelijk. Daarom heeft het Samenwerkingsverband de administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) dusdanig ingericht dat de administratieve processen consistent zijn met ondersteuning van passende ICT voor interne controle, risicobeheersing en verantwoording.
Aansluiting met het Ondersteuningsplan 2019-2023
Het jaarplan en de (meerjaren)begroting van het Samenwerkingsverband zijn gebaseerd op het ondersteuningsplan 2019-2023 en opgebouwd uit verschillende programmalijnen. Monitoring vindt plaats op financiële en inhoudelijke resultaten per programmalijn, evenals leerlingenstromen. Hiermee worden ontwikkelingen gevolgd en afwijkingen gerapporteerd aan het bestuur. Als dat nodig is stuurt het bestuur bij.
Het jaar 2023
In 2022 is de financiële administratie voor het eerst uitgevoerd in AFAS. Dit zorgde ervoor dat dit proces volledig gedigitaliseerd is.
Tabel 6 geeft de planning voor kalenderjaar 2023 weer.
Wat | Wanneer |
Bestuur stelt jaarplan en begroting 2023 vast. Het Samenwerkingsverband bespreekt het jaarplan met auditcommissie, Ondersteuningsplanraad, Medezeggenschapsraad en algemene ledenvergadering met als doel instemmende goedkeuring te krijgen. | dec 2022 |
Uitvoering programmalijnen uit het jaarplan. Indien nodig bijstellen van programma’s door bestuur, en eventueel signaal afgeven aan leden bij overschrijdende leerlingenaantallen. Ook onverwachte niet behaalde resultaten en financiële meevallers bestemmen. | 2023 |
Het Samenwerkingsverband bespreekt de financiële tussenrapportage januari t/m maart 2023 met de directeur-bestuurder, de penningmeester en de auditcommissie. | april 2023 |
Het Samenwerkingsverband bespreekt de financiële tussenrapportage januari t/m juni 2023 met de directeur-bestuurder, de penningmeester en de auditcommissie. | juli 2023 |
Het Samenwerkingsverband bespreekt de financiële tussenrapportage januari t/m september 2023 met de directeur-bestuurder, de penningmeester en de auditcommissie. Bestuur stelt inhoudelijk en financieel jaarverslag 2023 vast, inclusief bevindingen accountantscontrole, goedkeurende instemming door leden. Het Samenwerkingsverband bespreekt het jaarverslag met auditcommissie, Ondersteuningsplanraad en
Medezeggenschapsraad.
oktober 2023
juli 2024
Tabel 6: Planning en control-cyclus 2023.
7. Risicomanagement en weerstandsvermogen
Risicomanagement is essentieel om een financieel gezonde organisatie te zijn en te blijven.
Het opstellen van de risicoanalyse
Twee keer per jaar – bij het opstellen van de begroting en bij het opstellen van het jaarverslag – voert de controller van het Samenwerkingsverband een risicoanalyse uit. Dit voert de controller uit met input van de auditcommissie en diverse medewerkers van het Samenwerkingsverband. De risicoanalyse is gericht op het signaleren en beoordelen van de risico’s en de (financiële) impact van de risico’s. In de risicoanalyse worden drie typen risico’s onderscheiden:
1. Risico’s die voortvloeien uit de bedrijfsvoering van het Samenwerkingsverband (voorkombare risico’s).
2. Xxxxxx’x die voortvloeien uit het door het Samenwerkingsverband geformuleerde beleid en de uitvoering hiervan (strategische risico’s).
3. Risico’s die voortvloeien uit het beleid van de overheid en ketenpartners (externe risico’s).
De risicoanalyse is geactualiseerd in het voorjaar 2022.
Wat is een risico?
Een risico is een feit dat het bereiken van de doelen in de weg staat of de continuïteit van het Samenwerkingsverband bedreigt. Per risico formuleert het Samenwerkingsverband uit te voeren beheersmaatregelen. Risico’s die niet volledig afgedekt kunnen worden, vormen de basis voor het aan te houden weerstandsvermogen.
Per risico wordt benoemd:
1. Rating: wat is de zwaarte van het risico? Dit is met een kleurenschakering aangegeven. De rating van het risico (laag/groen, midden/geel, hoog/rood) wordt bepaald op basis van de aard van het risico, en de mate waarin het risico door middel van maatregelen beheersbaar is.
2. Type risico: onder welk van de bovengenoemde types valt het risico?
3. Risico: wat houdt het risico in?
4. Financiële impact: wat is de impact op het weerstandsvermogen als er door het Samenwerkingsverband geen beheersmaatregelen zijn of worden geïmplementeerd?
5. Mogelijke beheersmaatregel(en): welke beheersmaatregelen bestaan er binnen het Samenwerkingsverband om het risico te verkleinen?
6. Kans: hoe groot is de kans (in %) dat het risico zich voordoet ondanks beheersmaatregelen?
7. Bedrag weerstandsvermogen: welk bedrag dient uiteindelijk als weerstandsvermogen aangehouden te worden (= kans x impact)?
Het opgebouwde weerstandsvermogen volstaat
Het bestuur stelt vast dat het opgebouwde weerstandsvermogen van € 1.5000.000 volstaat en dat het bestuur in het voorjaar 2023 opnieuw beoordeelt of het volstaat. Het Samenwerkingsverband houdt het weerstandsvermogen aan voor onder andere de twee grootste risico’s:
a. gevolgen van de pandemie;
b. gevolgen van Europese ontwikkelingen.
Inzetten van de reserves
Het Samenwerkingsverband is zich zeer bewust van de financiële reserves die het heeft en spant zich sinds 2016 in om die reserves te verminderen. Het Samenwerkingsverband verdubbelde daartoe de ondersteuningsmiddelen voor de scholen, zette middelen in voor maatwerk en innovatie en begroot sinds 2017 negatief. Toch zijn deze inspanningen nog niet voldoende gebleken om te voldoen aan de eisen die het ministerie van OCW stelt ten aanzien van de hoogte van de reserves. De reserve van een samenwerkingsverband mag niet hoger zijn dan 3,5% van de brutobaten, maar moet wel minstens € 250.000 zijn. Mocht een samenwerkingsverband een hogere reserve aanhouden, dan moet hier een goede
onderbouwing aan ten grondslag liggen.
Het eigen vermogen van het Samenwerkingsverband
Het Samenwerkingsverband had eind 2021 een eigen vermogen van € 11,7 miljoen. Van dit eigen vermogen is in 2021 € 1,5 miljoen bestemd als weerstandsvermogen.
De overige € 10,2 miljoen is opgebouwd uit een bestemmingsreserve voor versterking van de basisondersteuning van € 6,2 miljoen, en een bestemmingsreserve voor leerwegondersteunend onderwijs van € 4 miljoen. Het Samenwerkingsverband heeft een bestedingsplan opgesteld voor de inzet van deze middelen in de komende jaren. Met dit plan zal het eigen vermogen van het Samenwerkingsverband eind 2025 zijn terugbracht tot onder de signaleringswaarde van het ministerie van OCW.
Inzet bestemmingsreserve voor versterking basisondersteuning
De bestemmingsreserve voor de versterking van de basisondersteuning wordt ingezet voor:
• Het verhogen van de ondersteuningsmiddelen
Het Samenwerkingsverband verhoogt de ondersteuningsmiddelen van € 3 miljoen naar € 13,5 miljoen en brengt dit terug naar € 13 miljoen in 2027. Deze middelen worden ingezet voor het versterken van de basisondersteuning, voor extra ondersteuning en voor professionalisering. Op basis van de nieuwe berichtgevingen over de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs zullen deze middelen naar alle waarschijnlijkheid niet meer teruggaan naar € 3 miljoen. Dit zal worden meegenomen in het nieuwe ondersteuningsplan.
• Het stimuleren van maatwerk voor scholen
Maatwerk voor scholen is bedoeld voor ondersteuning op school, in de klas om a) leerlingen binnen het reguliere voortgezet onderwijs te houden en schoolwisselingen te voorkomen en b) leerlingen vanuit het voortgezet speciaal onderwijs deels of volledig te plaatsen in het reguliere voortgezet onderwijs. Hiervoor zet het Samenwerkingsverband in de jaren 2021 tot en met 2024 jaarlijks € 0,6 miljoen in en in 2025 € 450.000. Scholen besteden deze middelen onder meer aan het opstarten van trajecten of andere voorzieningen. Het Samenwerkingsverband helpt scholen die zelf geen ruimte zien om de aanvraag te realiseren bij het indienen van de aanvraag van deze middelen.
• Het intensiveren van de samenwerking tussen scholen voor voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs.
Het Samenwerkingsverband groeit de komende vier jaar toe naar een situatie waarin het diplomagericht voortgezet speciaal onderwijs en het reguliere onderwijs in Amsterdam intensief en effectief samenwerken, waardoor zo veel mogelijk leerlingen binnen het reguliere onderwijs kunnen blijven. Daarnaast zijn gespecialiseerde leerroutes in veilige, kleinschalige settings beschikbaar voor leerlingen die dat tijdelijk nodig hebben. Deze ontwikkeling sluit goed aan bij het doel dat de minister in het Verbeterplan passend onderwijs genoemd heeft: laat zo veel mogelijk kinderen meedoen in het reguliere onderwijs, en laat het speciaal onderwijs naast een aanbieder van gespecialiseerde leerroutes ook een specialistisch netwerk worden dat zijn expertise binnen reguliere scholen inzet. Deze lijn is door het Samenwerkingsverband al ingezet met het Ondersteuningsplan 2019-2023. Hiervoor stelt het Samenwerkingsverband in 2021 € 900.000 en van 2022 t/m 2025 € 1,3 miljoen beschikbaar. Het Samenwerkingsverband zet deze middelen bewust over een periode van vijf jaar in, omdat deze transitie tijd en ruimte vraagt.
Inzet bestemmingsreserve leerwegondersteunend onderwijs
Van 2016 tot en met 2020 bouwde het Samenwerkingsverband een bestemmingsreserve op voor de wetswijziging van leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs. De verwachting was dat het Samenwerkingsverband 40% achteruit zou gaan in de inkomsten voor leerwegondersteunend onderwijs.
Tot op heden is er nog geen definitief besluit genomen over de nieuwe verdeling van de middelen, maar het Samenwerkingsverband verwacht dat de teruggang minder ongunstig uitpakt.
Als het Samenwerkingsverband hier uitsluitsel over heeft, zet het deze bestemmingsreserve van € 4 miljoen in voor een meerjarige kwalitatieve impuls aan het onderwijs voor leerlingen in de scholen die leerwegondersteuning in het vmbo aanbieden. Deze inzet richt zich op het versterken van het pedagogisch en didactisch vermogen van de docenten en op de ondersteuningsstructuur om de docenten heen. De verandering moet in een periode van vier jaar gerealiseerd worden.
8. Inhoudelijke uitgangspunten begroting 2023
Het Ondersteuningsplan 2019-2023 is de leidraad voor de begroting van 2023.
De belangrijkste elementen van het Ondersteuningsplan 2019-2023 zijn:
• Een geïntegreerde inzet van het lichte en zware ondersteuningsbudget en overige middelen.
• Alle scholen bieden basisondersteuning conform de Amsterdamse Standaard.
• Budget voor ondersteuning wordt onder de scholen verdeeld op basis van gewogen leerlingenaantallen in de verhouding van 1 : 2 : 5 – havo/vwo : vmbo : zorgscholen (tussenvoorzieningen, special classes en praktijkonderwijs).
• In de huidige situatie is sprake van een samenhangend netwerk van voorzieningen.
• Het Samenwerkingsverband streeft ernaar het deelnamepercentage voortgezet speciaal onderwijs stabiel te houden vanaf 1 oktober 2013 (circa 3%).
• Tussenvoorzieningen hebben een specifieke populatie leerlingen en maken onderdeel uit van het samenhangend aanbod van voorzieningen. Daarom draagt het Samenwerkingsverband verantwoordelijkheid voor deze voorzieningen.
• Het Samenwerkingsverband heeft twee bovenschoolse voorzieningen: de Toptrajecten en LINK. Jaarlijks worden tachtig Toptrajecten ingezet vanuit vier Amsterdamse Topklassen. LINK heeft twintig plaatsen per jaar beschikbaar op één locatie in Amsterdam.
• Bovenschoolse en tussenvoorzieningen mogen per plaats niet meer kosten dan een plaats in het reguliere voortgezet speciaal onderwijs (basisbekostiging + ondersteuningsbekostiging).
• Bij plaatsing in een bovenschoolse voorziening of een tussentijdse plaatsing in het voortgezet speciaal onderwijs draagt de school de basisbekostiging over aan het Samenwerkingsverband. Dit geldt voor de maanden dat de leerling op de voorziening verbleef, of vanaf het moment van overstap naar het voortgezet speciaal onderwijs.
• Bij doorplaatsing vanuit het voortgezet speciaal onderwijs naar het reguliere voortgezet onderwijs vergoedt het Samenwerkingsverband € 10.000 aan de school ten behoeve van extra ondersteuning.
• Inzet van jeugdhulp in de bovenschoolse voorzieningen is gewenst en noodzakelijk. Deze inzet komt niet ten laste van onderwijsgelden, maar wordt gefinancierd uit jeugdzorgmiddelen.
• Elke schoollocatie krijgt voor een aantal uren per week een begeleider passend onderwijs; daarnaast is er specifieke ondersteuning en begeleiding van langdurig zieke kinderen.
• Het Samenwerkingsverband monitort nauwgezet de leerlingenaantallen op het voortgezet speciaal onderwijs, de bovenschoolse voorzieningen en de tussenvoorzieningen.
9. Uitgangspunten meerjarenbegroting
De uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2023 t/m 2027 zijn:
• De meerjarenbegroting loopt tot en met kalenderjaar 2027. Deze begroting is opgesteld conform de afspraken in het ondersteuningsplan. Ook inhoudelijke en financiële aanpassingen, zoals opgenomen in het jaarplan en de begroting 2023, zijn verwerkt in het meerjarenperspectief. Een verhoging van de ondersteuningsmiddelen is opgenomen tot en met 2027.
• De bestemmingsreserve versterking van de basisondersteuning wordt gefaseerd afgebouwd van 2021 tot en met 2025. De bestemmingsreserve voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs wordt gefaseerd afgebouwd vanaf 2023 tot en met 2026.
• De baten lichte en zware ondersteuning zijn gebaseerd op het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs t-1. De geprognosticeerde leerlingenaantallen zijn gebaseerd op de prognose uit Vensters, die verwacht een stijging van 1,35% over 5 jaar. Uitgangspunt voor de prognose is de voorlopige telling van 1 oktober 2022, gebaseerd op de opgave van de scholen zelf. Op deze telling is het verwachte groeipercentage van 1,35% over vijf jaar toegepast. Per 2021 voerde het Samenwerkingsverband opting-out in. Dit houdt in dat leerlingen niet meer geïndiceerd worden voor leerwegondersteunend onderwijs. Voor de prognose van het deelnamepercentage praktijkonderwijs is het percentage van de meest recente telling aangehouden. Voor praktijkonderwijs is het deelnamepercentage in 2022 2,5%. Voor de prognose speciaal onderwijs is ook het deelnamepercentage van de meest recente telling aangehouden, namelijk 2,6%.
Aantal leerlingen | Voorlopige telling 2022 | Prognose 2023 | Prognose 2024 | Prognose 2025 | Prognose 0000 |
XX-xxxxxxxxxx0 | 44.398 | 44.518 | 44.638 | 44.759 | 44.879 |
Pro-leerlingen | 1.095 | 1.098 | 1.101 | 1.104 | 1.107 |
VSO- leerlingen7 | 1.136 | 1.139 | 1.142 | 1.145 | 1.148 |
Tabel 7: Prognose leerlingenaantal. Bron: Kijkglas en Vensters.
• De baten in elke jaarbegroting worden jaarlijks geactualiseerd op basis van de meest recente telgegevens en bekostigingsbedragen. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een indexatie van 1% op de Rijksbijdrage.
• De geprognosticeerde afdrachten praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs zijn gebaseerd op bovenstaande leerlingenaantallen. Daarbij is de verdeling binnen het voortgezet speciaal onderwijs naar categorie 1, 2 en 3 gebaseerd op 1 oktober 2022, omdat de verwachting is dat deze verdeling stabiel blijft. In de begroting 2023 is bij de afdrachten rekening gehouden met een indexatie van 1% op de Rijksbijdrage.
• In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met een indexatie van 1% op de baten en afdrachten. De salarissen zijn geïndexeerd. Bij de overige kosten wordt geen rekening gehouden met inflatie en prijsstijgingen. Uitgangspunt is dat inflatie gecompenseerd wordt door de jaarlijkse correctie in de bekostiging vanuit het ministerie van OCW.
• De programmalasten zijn gebaseerd op ervaringscijfers en contracten.
• Het Samenwerkingsverband geeft de bestemmingsreserves onder andere uit aan verhoging van de ondersteuningsmiddelen, innovatie en maatwerk op school, het intensiveren van de samenwerking tussen scholen voor voortgezet en voortgezet speciaal onderwijs, en een kwalitatieve impuls aan het onderwijs voor leerlingen in de scholen die leerwegondersteuning in het vmbo aanbieden. Dit is terug te zien in de meerjarenbalans.
6 Het aantal VO-leerlingen is inclusief nieuwkomers.
7 Het aantal VSO-leerlingen betreft de aan het Samenwerkingsverband toegerekende leerlingen.
• Vooruitlopend op de wetswijziging voor de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in passend onderwijs per 2025 voerde het Samenwerkingsverband per 2021 opting-out in. Dit betekent dat leerlingen in groep 8 niet meer geïndiceerd worden. Hierdoor is een verdeelsleutel nodig voor de verdeling van de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs. Vanaf kalenderjaar 2022 ontvangen de scholen niet meer de middelen op basis van de geïndiceerde leerlingen maar ontvangt het Samenwerkingsverband alle middelen. Voor de verdeling van de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs is gebruikgemaakt van het deelnamepercentage van 1 oktober 2019 ten opzichte van het totaal aantal leerlingen voor de scholen die leerwegondersteunend onderwijs bieden. Dit percentage wordt aangehouden voor de verdeling van de middelen in 2023. Per 2025 gaat naar alle waarschijnlijkheid de wetswijziging in. De verwachting is dat het beschikbare budget aan middelen niet verandert. Het Samenwerkingsverband bereidt zich daar de komende jaren op voor en stelt voor 2025 een andere verdeelsleutel op.
• In de meerjarenbegroting en meerjarenbalans zijn door de invoering van opting-out de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs verschoven van afdrachten naar programmalijn 1 vanaf 2022. Vanaf 2025 is nog geen rekening gehouden met wijziging in de bekostiging van leerwegondersteunend en praktijkonderwijs, omdat nog onduidelijk is wat deze wijziging inhoudt.
10. Meerjarenperspectief
In het meerjarenperspectief is de meerjarenbegroting opgenomen op basis van het ondersteuningsplan en op basis van de Regeling jaarverslag onderwijs (RJO).
10.1 Meerjarenbegroting 2023-2027
Meerjarenbegroting | |||||
Baten | 0000 | 0000 | 0000 | 2026 | 2027 |
Lichte ondersteuning | 4.902.574 | 4.915.824 | 4.929.075 | 4.942.436 | 4.955.687 |
Lwoo | 36.344.721 | 36.442.954 | 36.541.188 | 36.640.240 | 36.738.473 |
Pro | 8.136.426 | 8.158.418 | 8.180.409 | 8.202.584 | 8.224.575 |
Zware ondersteuning | 33.919.371 | 33.538.036 | 33.628.439 | 33.719.595 | 33.809.999 |
Overige baten | - | - | - | - | - |
Geoormerkte subsidies en bijdragen voor specifieke programma's in het ondersteuningsplan | 1.712.674 | 1.167.874 | 772.874 | 722.874 | 722.874 |
Totale baten | 85.015.765 | 84.223.106 | 84.051.985 | 84.227.729 | 84.451.608 |
Lasten | 0000 | 0000 | 0000 | 2026 | 2027 |
Afdracht Lwoo (via DUO) Afdracht Pro (via DUO) Afdracht vso, teldatum, (via DUO) | - 5.737.248 15.834.086 | - 5.752.967 15.873.875 | - 5.768.685 15.913.663 | - 5.784.404 15.953.452 | - 5.800.122 15.993.240 |
Totaal afdrachten | 21.571.335 | 21.626.842 | 21.682.349 | 21.737.856 | 21.793.363 |
Programma 1 Focus op preventie op school, in de klas | 52.580.631 | 51.591.819 | 51.623.329 | 50.914.869 | 51.042.247 |
Programma 2 In stand houden van voorzieningen | 8.957.024 | 8.957.024 | 8.649.024 | 7.796.024 | 7.796.024 |
Programma 3 Soepele overstappen | 1.550.927 | 1.550.927 | 1.550.927 | 1.550.927 | 1.550.927 |
Programma 4 Kennisintensieve netwerkorganisatie | 755.000 | 655.000 | 500.000 | 50.000 | 50.000 |
Programma 5 Management en Organisatie | 2.134.500 | 2.116.640 | 2.139.489 | 2.173.063 | 2.207.380 |
Totaal programma's | 65.978.082 | 64.871.410 | 64.462.769 | 62.484.883 | 62.646.579 |
Totale lasten | 87.549.417 | 86.498.251 | 86.145.118 | 84.222.739 | 84.439.941 |
Resultaat -2.533.651 -2.275.145 -2.093.133 4.991 11.667
10.2 Meerjarenbegroting conform RJO 2023-2027
Meerjarenbegroting conform RJO | |||||
Baten | 0000 | 0000 | 0000 | 2026 | 0000 |
Xxxxxxxxxxxxxx | 83.303.091 | 83.055.232 | 83.279.111 | 83.504.855 | 83.728.734 |
Overige overheidsbijdragen en -subsidies | 1.525.674 | 980.874 | 585.874 | 535.874 | 535.874 |
Overige baten - bijdrage schoolbesturen | 187.000 | 187.000 | 187.000 | 187.000 | 187.000 |
Totale baten | 85.015.765 | 84.223.106 | 84.051.985 | 84.227.729 | 84.451.608 |
Lasten | |||||
Personeelslasten | 2.781.300 | 2.830.118 | 2.879.912 | 2.847.303 | 2.899.109 |
Afschrijvingen | 52.000 | 42.000 | 32.000 | 32.000 | 32.000 |
Huisvestingslasten | 126.000 | 130.410 | 134.974 | 139.698 | 144.588 |
Overige lasten | 15.551.226 | 14.701.326 | 14.248.326 | 12.598.326 | 12.603.326 |
Doorbetalingen | 69.038.891 | 68.794.398 | 68.849.905 | 68.605.412 | 68.760.919 |
Verplichte afdrachten door OCW | 21.571.335 | 21.626.842 | 21.682.349 | 21.737.856 | 21.793.363 |
Overige doorbetalingen | 47.467.556 | 47.167.556 | 47.167.556 | 46.867.556 | 46.967.556 |
Totale lasten | 87.549.417 | 86.498.252 | 86.145.117 | 84.222.739 | 84.439.941 |
Resultaat -2.533.651 -2.275.145 -2.093.132 4.991 11.667
10.3 Meerjarenbalans 2022-2027
Meerjarenbalans Werkelijk Prognoses | |||||||||
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 0000 | 0000 | 0000 | |
Vaste activa Vorderingen Liquide middelen | 197.567 1.721.912 14.413.249 | 141.659 2.406.452 11.606.157 | 86.081 2.355.574 13.065.752 | - 1.000.000 10.417.154 | - 1.000.000 7.883.503 | - 1.000.000 5.608.358 | - 1.000.000 3.515.226 | - 1.000.000 3.520.217 | 0 1.000.000 3.531.884 |
Totaal activa | 16.332.728 | 14.154.268 | 15.507.407 | 11.417.154 | 8.883.503 | 6.608.358 | 4.515.226 | 4.520.217 | 4.531.884 |
Algemene reserve Weerstandsvermogen Bestemmingsres. Lwoo/Pro Bestemmingsres. t.b.v. ondersteuning scholen Resultaat boekjaar | 2.400.000 2.506.441 5.480.513 529.128 | 1.500.000 4.006.441 5.409.641 -157.362 | 1.500.000 4.006.441 5.252.279 936.903 | 1.500.000 4.006.441 6.189.182 -3.290.469 | 1.500.000 3.004.831 3.900.323 -2.533.651 | 1.500.000 2.003.221 2.368.282 -2.275.145 | 1.500.000 1.001.610 1.094.748 -2.093.132 | 1.500.000 - 3.226 4.991 | 1.500.000 0 8.217 11.667 |
Totaal eigen vermogen | 10.916.082 | 10.758.720 | 11.695.623 | 8.405.154 | 5.871.503 | 3.596.358 | 1.503.226 | 1.508.217 | 1.519.884 |
Voorzieningen Kortlopende schulden | 16.736 5.399.910 | 17.422 3.378.126 | 21.943 3.789.841 | 12.000 3.000.000 | 12.000 3.000.000 | 12.000 3.000.000 | 12.000 3.000.000 | 12.000 3.000.000 | 12.000 3.000.000 |
Totaal passiva | 16.332.728 | 14.154.268 | 15.507.407 | 11.417.154 | 8.883.503 | 6.608.358 | 4.515.226 | 4.520.217 | 4.531.884 |
10.4 Liquiditeitsbegroting 2023
Liquiditeitsbegroting | |||||||||||
jan-23 | feb-23 | mrt-23 | apr-23 | mei-23 | jun-23 | jul-23 | aug-23 | sep-23 | okt-23 | nov-23 | dec-23 |
0 | -258 | -515 | -773 | -1.031 | -1.289 | -1.546 | -1.804 | -2.062 | -2.320 | -2.577 | -2.835 |
Totaal inkomsten | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 | 5.236 |
Bekostiging lichte ondersteuning swv vo - lichte ondersteun | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 | 405 |
Bekostiging lichte ondersteuning swv vo - lwoo | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 | 2.999 |
Bekostiging lichte ondersteuning swv vo - pro | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 | 198 |
Bekostiging zware ondersteuning swv vo | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 | 1.492 |
Overige baten | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Geoormerkte baten programma's | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 | 143 |
Totaal uitgaven | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 | 5.494 |
Personeelslasten | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 | 232 |
Programma Focus op preventie op school, in de klas | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 | 95 |
Programma 2 In stand houden voorzieningen | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 3 Soepele overstappen | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 4 Kennisintensieve netwerkorganisatie | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 5 Management en organisatie | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 | 137 |
Huisvestingslasten | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 |
Programma Focus op preventie op school, in de klas | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 2 In stand houden voorzieningen | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 3 Soepele overstappen | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 4 Kennisintensieve netwerkorganisatie | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 5 Management en organisatie | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 | 11 |
Overige lasten | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 | 1.296 |
Programma Focus op preventie op school, in de klas | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 | 778 |
Programma 2 In stand houden voorzieningen | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 | 337 |
Programma 3 Soepele overstappen | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 | 92 |
Programma 4 Kennisintensieve netwerkorganisatie | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 | 63 |
Programma 5 Management en organisatie | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 | 26 |
Bijdragen aan scholen | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 | 3.956 |
Programma Focus op preventie op school, in de klas | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 | 3.509 |
Programma 2 In stand houden voorzieningen | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 | 409 |
Programma 3 Soepele overstappen | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 | 37 |
Programma 4 Kennisintensieve netwerkorganisatie | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Programma 5 Management en xxxxxxxxxxx | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - | - |
Xxxxxxxx x 1.000
De meerjarenliquiditeitsbegroting 2023-2027 is toegevoegd aan het Treasurystatuut 2023.
11. Begroting 2023
Staat van baten en lasten | |||||||
Baten | Begroting 2023 | Begroting 2022 | Prognose 2022 | ||||
Lichte ondersteuning algemeen Lichte ondersteuning Lwoo Lichte ondersteuning Pro Zware ondersteuning Overige subsidies Bijdrage schoolbesturen | € € € € € € | 4.902.573 36.344.721 8.136.427 33.919.370 1.525.674 187.000 | € € € € € € | 4.617.286 34.271.013 7.672.189 29.512.852 1.472.764 390.000 | € € € € € € | 4.760.228 35.265.963 8.217.194 33.566.360 2.138.964 186.686 | |
Totaal baten | € | 85.015.765 | € | 77.936.104 | € | 84.135.394 |
Lasten | ||||||||||||
Algemeen | ||||||||||||
Personele lasten bureau | € | 1.426.500 | € | 1.197.476 | € | 1.447.000 | ||||||
Vervanging personeel | € | 50.000 | € | 50.000 | € | 108.900 | ||||||
Scholing & ontwikkeling | € | 50.000 | € | 60.000 | € | 35.000 | ||||||
Extern advies / ondersteuning | € | 100.000 | € | 100.000 | € | 40.000 | ||||||
Privacy | € | 8.000 | € | 8.000 | € | 7.200 | ||||||
Algemene bedrijfskosten inc. Afschr. | € | 227.000 | € | 222.000 | € | 331.500 | ||||||
Huisvesting | € | 126.000 | € | 118.300 | € | 121.277 | ||||||
Juridische kosten | € | 20.000 | € | 20.000 | € | - | ||||||
Accountantskosten | € | 30.000 | € | 30.000 | € | 30.000 | ||||||
Communicatie | € | 40.000 | € | 20.000 | € | 20.000 | ||||||
Digitaal platform | € | - | € | 50.500 | € | 40.000 | ||||||
Ondersteuningsplanraad en VZ ALV | € | 57.000 | € | 15.000 | € | 18.500 | ||||||
€ | 2.134.500 | € | 1.891.276 | € | 2.199.378 | |||||||
Verplichte afdrachten | ||||||||||||
Afdracht Lwoo (via DUO) | € | - | € | - | € | 5.188 | ||||||
Afdracht Pro (via DUO) | € | 5.737.248 | € | 6.541.587 | € | 6.676.467 | ||||||
Afdracht vso, teldatum (via DUO) | € | 15.834.086 | € | 14.384.788 | € | 16.460.058 | ||||||
Afdracht vso, tussentijdse groei | € | - | € | 979.786 | € | 975.867 | ||||||
€ | 21.571.335 | € | 21.906.161 | € | 24.117.579 | |||||||
Programmalijnen | progr. | |||||||||||
Focus op preventie op school, in de klas* | 1. € | 52.580.630 | € | 47.008.330 | € | 52.025.030 | ||||||
Instandhouden voorzieningen | 2. € | 8.957.024 | € | 8.106.232 | € | 6.942.054 | ||||||
Soepele overstappen binnen het onderwijs | 3. € | 1.550.927 | € | 1.500.036 | € | 1.516.923 | ||||||
Kennisintensieve netwerkorganisatie | 4. € | 755.000 | € | 797.500 | € | 624.900 | ||||||
€ | 63.843.581 | € | 57.412.097 | € | 61.108.906 | |||||||
Totaal lasten | € | 87.549.416 | € | 81.209.534 | € | 87.425.863 |
Saldo baten en lasten € (2.533.651) € (3.273.430) € (3.290.469)
De verplichte afdrachten voor de tussentijdse groei zijn met de wetswijziging bekostiging primair onderwijs verschoven van verplichte afdrachten naar programmalijn 2.
Besteding van de middelen
De baten van het Samenwerkingsverband zijn meer dan € 85 miljoen. 25% van de middelen gaat via de Dienst Uitvoering Onderwijs rechtstreeks naar de scholen: de ondersteuningsbekostiging voor het voortgezet speciaal onderwijs en de bekostiging van praktijkonderwijs. Vanaf 2022 ontvangt het Samenwerkingsverband de
ondersteuningsbekostiging voor leerwegondersteunend onderwijs en maakt het deze middelen direct over naar de scholen, à € 28,2 miljoen. Vanaf 2023 is de groeibekostiging geen verplichte afdracht meer. Deze bekostiging zit nu in programmalijn 2, á 0,9 miljoen. De resterende middelen, ruim € 36,7 miljoen, zet het Samenwerkingsverband in voor uitvoering van het ondersteuningsplan; zie figuur 1. De stijging in de personele komt door het toevoegen van een aantal kernfuncties zoals de bestuurssecretaris en een financieel administratief medewerker en de stijging van de cao.
afdracht pro 7%
afdracht vso 18%
programma's ondersteuningsplan 73%
management & organisatie 2%
Figuur 1: Verdeling van de baten per categorie.
Figuur 2 toont dat bijna 80% van de middelen wordt ingezet voor programmalijn 1, Focus op preventie op school, in de klas. Doordat de afdrachten van leerwegondersteunend onderwijs nu via het Samenwerkingsverband lopen in plaats van rechtstreeks vanuit DUO aan de scholen is dit percentage toegenomen. Van het budget gaat 15,9% naar programmalijn 2, In stand houden van een samenhangend netwerk van voorzieningen, en naar programmalijn 3, Soepele overstappen binnen het onderwijs. Van het budget gaat 1,1% naar programmalijn 4, Het Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie, en 3,2% naar management & organisatie.
0,9
0,8
79,7%
79,3%
13,6% 13,7%
3,2% 3,2%
2,4% 2,5%
1,1% 1,3%
0,7
0,6
0,5
0,4
2023 2022
0,3
0,2
0,1
0
Management & organisatie
Focus op preventie op school, in de klas
In stand houden van een samenhangend netwerk van voorzieningen
Soepele overstappen binnen het onderwijs
Het
Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie
Figuur 2: Verdeling van de kosten management en organisatie per programmalijn.
11.1 Begroting 2023 in getallen per programma
De begroting volgt de programma’s zoals beschreven in hoofdstuk 5.
Begroting 2022 | |||||
Baten | % van totale lasten | ||||
Lichte ondersteuning algemeen | € | 4.902.573 | 5,8% | ||
Lichte ondersteuning Lwoo | € | 36.344.721 | 42,8% | ||
Lichte ondersteuning Pro | € | 8.136.427 | 9,6% | ||
Zware ondersteuning | € | 33.919.370 | 39,9% | ||
Geoormerkte subsidie OCW en gemeente | € | 1.525.674 | 1,8% | ||
Bijdrage schoolbesturen | € | 187.000 | 0,2% | ||
Totale baten | € | 85.015.765 | 100,0% |
Lasten | ||||||
Verplichte afdrachten | ||||||
Afdracht Pro (via DUO) | € | 5.737.248 | ||||
Afdracht vso, teldatum (via DUO) | € | 15.834.086 | ||||
subtotaal afdrachten | € | 21.571.335 | 24,6% |
Lasten algemeen | ||||||
Management & Organisatie | ||||||
Personele lasten bureau | € | 1.426.500 | ||||
Vervanging personeel | € | 50.000 | ||||
Scholing en ontwikkeling | € | 50.000 | ||||
Extern advies / ondersteuning / strategieplan | € | 100.000 | ||||
Privacy | € | 8.000 | ||||
Huisvesting | € | 126.000 | ||||
Algemene bedrijfskosten | € | 227.000 | ||||
Juridische kosten | € | 20.000 | ||||
Accountantskosten | € | 30.000 | ||||
Communicatie | € | 40.000 | ||||
Ondersteuningsplanraad | € | 13.000 | ||||
Nieuw ondersteuningsplan | € | 40.000 | ||||
Voorzitter ALV | € | 4.000 | ||||
subtotaal | € | 2.134.500 | 2,4% |
Lasten programma's | ||||||
programmalijn 1: Focus op preventie op school, in de klas | ||||||
1.1a Basisondersteuning - ondersteuningsmiddelen VO 1.1b Basisondersteuning - ondersteuningsmiddelen VSO 1.1c Basisondersteuning - Begeleiders Passend Onderwijs 1.1d Basisondersteuning - Consultatie cluster 1 en 2 1.2 Leerwegondersteunend onderwijs - nieuw beleid 1.2 Leerwegondersteunend onderwijs - afdrachten 1.3a Ondersteuning van zieke leerlingen - APOZ 1.3b Ondersteuning van zieke leerlingen- Huisonderwijs 1.4 Hoogbegaafdheid 1.5 Schoolondersteuningsprofielen 1.6a Professionalisering - bijeenkomsten en proces 1.6b Professionalisering - vergoeding zorgcoordinator 1.6c Professionalisering - voorzitters zorgcoordinatoren 1.7a Inzet bij preventieve aanpak scholen - Onderwijsadviseurs 1.7b Inzet bij preventieve aanpak scholen - Lisa 1.7c Inzet bij preventieve aanpak scholen - niet schoolgaande ll (sub. Plus) 1.8a Schoolveiligheid en jongerenwerk - schoolveiligheid 1.8b Schoolveiligheid en jongerenwerk - jongerenwerk in de school 1.9 SJSO (deel sub. Werkagenda) 1.10a Ondersteuning van nieuwkomers - Niet bekostigde nieuwkomers 1.10b Ondersteuning van nieuwkomers - Gespecialiseerde expertise nieuwk. (sub. plus) 1.11 Frictiefonds 1.12a Zomerschool doorstromers (sub.) 1.12b Zomerschool (sub.) | € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € € | 12.250.000 1.250.000 5.238.000 4.000 83.400 28.233.270 326.025 220.000 400.900 - 45.000 550.000 43.000 915.500 50.000 95.900 352.000 1.121.600 5.000 378.036 200.000 100.000 115.000 604.000 | ||||
subtotaal | € | 52.580.630 | 60,1% |
programmalijn 2: Instandhouden van een samenhangend netwerk van voorzieningen | |||||
2.1 Tussenvoorzieningen | |||||
2.1a Bijdrage Metis MLA | € | 450.450 | |||
2.1b Bijdrage Apollo | € | 1.203.528 | |||
2.1c Bijdrage Hogelant | € | 523.950 | |||
2.1d Bijdrage Iedersland | € | 757.393 | |||
2.1e Bijdrage Xxxxxx | € | 830.019 | |||
2.1f Overige kosten tussenvoorzieningen | € | 200.000 | |||
2.2 Toptrajecten | € | 1.132.100 | |||
2.3 Traject leerlingen met angst- en stemmingsproblematiek (LINK) | € | 318.293 | |||
2.4 School2Work | € | 30.000 | |||
2.5 Niet-schoolse trajecten | € | - | |||
2.6a Verbinden van regulier onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs - sub. werkagenda | € | 300.000 | |||
2.6c Verbinden van regulier onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs - kleinere klassen | € | 1.000.000 | |||
2.6d Verbinden van regulier onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs - VSO-VO | € | 100.000 | |||
2.7 Maatwerk voor scholen | € | 600.000 | |||
2.8 Samenwerking voor leerlingen met verstandelijke beperking | € | 4.000 | |||
2.9 Veranderingen in het residentieel onderwijs | € | 108.000 | |||
2.10a Voortgezet Speciaal Onderwijs - trainingsgroepen | € | 253.000 | |||
2.10b Voortgezet Speciaal Onderwijs - onderwijszorgarr. | € | 200.000 | |||
2.11 Afdrachten tussentijdsegroei | € | 946.291 | |||
subtotaal | € | 8.957.024 | 10,2% |
programma 3: Soepele overstappen binnen het onderwijs | ||||||
3.1a Overstap van primair naar voortgezet onderwijs - ELK | € | 127.885 | ||||
3.1b Overstap van primair naar voortgezet onderwijs - warme overdracht | € | 35.000 | ||||
3.1c Overstap van primair naar voortgezet onderwijs - week vd overstap en werkagenda | € | 25.000 | ||||
3.1d Overstap van primair naar voortgezet onderwijs - ScholenArenA | € | 300.000 | ||||
3.2a Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs - vo-vo werkagenda | € | - | ||||
3.2b Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs -Toelatingsadviescommissie | € | 405.739 | ||||
3.2c Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs - Personele kostenPro | € | 32.500 | ||||
3.2d Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs - Systeem Pro | € | 13.000 | ||||
3.2e Overstappen tijdens het voortgezet onderwijs - centraal capaciteitenonderzoek | € | 200.000 | ||||
3.3a Overstap van voortgezet onderwijs naar MBO en HO - MBO-agenda | € | 105.229 | ||||
3.3b Overstap van voortgezet onderwijs naar MBO en HO - LOB | € | 120.000 | ||||
3.3c Overstap van voortgezet onderwijs naar MBO en HO - Aanval op de Uitval (sub.) | € | 127.694 | ||||
3.3d Overstap van voortgezet onderwijs naar MBO en HO - Beheerorganisatie | € | 20.000 | ||||
3.3e Overstap van voortgezet onderwijs naar MBO en HO - PRO-ROC-trajecten | € | 38.880 | ||||
subtotaal | € | 1.550.927 | 1,8% |
programmalijn 4: Het Samenwerkingsverband: een kennisintensieve netwerkorganisatie | |||||
4.1 Amsterdams netwerk | € | 20.000 | |||
4.2 docentennetwerk | € | - | |||
4.3 Collegiale visitaties | € | 25.000 | |||
4.5 Oudernetwerk | € | 110.000 | |||
4.5 Innovatiegelden | € | 600.000 | |||
4.6 Gelijke kansen | € | - | |||
subtotaal | € | 755.000 | 0,9% |
Totale lasten € 87.549.416 100,0%
Resultaat € (2.533.651)
12. Toelichting op de begroting 2023
12.1 Resultaat en bestemming
De begroting 2023 komt uit op een negatief resultaat van € 2.533.651. Extra middelen worden uitgegeven voor versterking van de basisondersteuning, innovatiegelden en maatwerk voor scholen. Het Samenwerkingsverband vangt dit negatieve resultaat op met de bestaande reserves. Met deze negatieve begroting wil het Samenwerkingsverband bereiken dat de organisatie sterk stuurt om de beschikbare middelen bij de leerlingen te krijgen.
12.2 Baten
In 2023 ontvangt het Samenwerkingsverband van het ministerie van OCW een budget aan lichte en zware ondersteuning. De budgetten nemen toe door prijsbijstellingen en door toename van het totale aantal leerlingen. In de begroting 2023 is rekening gehouden met een indexatie van 1%. Daarnaast ontvangt het Samenwerkingsverband baten vanuit subsidies van de gemeente en bijdragen van schoolbesturen aan bovenschoolse voorzieningen.
Budget lichte ondersteuning algemeen
In kalenderjaar 2023 ontvangt het Samenwerkingsverband € 109,33 per leerling voor lichte ondersteuning. Het ministerie kent dit budget per kalenderjaar toe, op basis van het aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs (inclusief nieuwkomers) dat op de voorgaande teldatum 1 oktober (t-1-systematiek) in Amsterdam onderwijs volgde. Het aantal leerlingen is gebaseerd op de opgave van de scholen en bedraagt 44.398 leerlingen.
Budget lichte ondersteuning leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
Het budget voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs is gefixeerd op het deelnamepercentage in 2012. De ondersteuningsbekostiging voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs wordt toegekend per kalenderjaar op basis van het totale aantal leerlingen in het voortgezet onderwijs per 1 oktober van het voorgaande jaar, vermenigvuldigd met het deelnamepercentage op 1 oktober 2012 (voor leerwegondersteunend onderwijs: 15,1%, voor praktijkonderwijs: 3,5%). Door de invoering van opting-out ontvangt het
Samenwerkingsverband de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs in plaats van de scholen. Het Samenwerkingsverband maakt deze middelen op basis van het deelnamepercentage van 2019 over aan de scholen. Zie voor de afdracht paragraaf 12.3.
Budget zware ondersteuning
Het Samenwerkingsverband ontvangt voor de zware ondersteuning een bedrag van circa €
756,42 per leerling. Zie voor de afdracht voortgezet speciaal onderwijs paragraaf 12.3.
Overige subsidies
Het Samenwerkingsverband heeft voor 2022 de volgende subsidies toegekend gekregen:
• Plusmiddelen vanuit het ministerie van OCW
Voor de periode 2020-2024 heeft het ministerie van OCW de subsidie Vervolgaanpak voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie verstrekt. Het maximaal aantal voortijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs is in dit plan aangescherpt en de aanpak is uitgebreid naar twee nieuwe doelgroepen: de kwetsbare jongeren (voortgezet speciaal onderwijs/praktijkonderwijs) en de oud-voortijdig schoolverlaters. In 2023 ontvangt het Samenwerkingsverband € 650.000 aan Plusmiddelen van de gemeente Amsterdam. Hiervoor worden verschillende projecten uitgevoerd.
• Bestrijding Voortijdig Schoolverlaten – Aanval op uitval vanuit de gemeente Amsterdam
Voor 2023 is een bedrag van € 127.694 beschikbaar, uitgaande van continuering van deze subsidie in 2023-2024. Deze middelen zijn toegekend vanuit de Vervolgaanpak voortijdig schoolverlaten en jongeren in een kwetsbare positie.
• MBO-Agenda vanuit de gemeente Amsterdam
Voor 2023 is een bedrag van € 82.280 beschikbaar, uitgaande van continuering van deze subsidie in 2023-2024.
• Werkagenda passend onderwijs vanuit de gemeente Amsterdam
Voor 2023 is een bedrag opgenomen van € 160.000 aan baten. De helft van de kosten van de Werkagenda wordt betaald door het Samenwerkingsverband en de andere helft door de gemeente Amsterdam.
• Begaafde leerlingen primair en voortgezet onderwijs vanuit het ministerie van OCW Voor de periode 2019 tot en met augustus 2023 is een bedrag van € 958.208 beschikbaar voor begaafde leerlingen in het voortgezet onderwijs.
Bijdrage schoolbesturen
Ten slotte dragen ook de schoolbesturen bij aan de programma’s van het Samenwerkingsverband wanneer leerlingen gebruikmaken van een bovenschoolse voorziening:
• Bijdrage plaatsing leerlingen Toptraject
Voor 2023 is het bedrag gebaseerd op de bijdrage van de scholen in 2022. De bijdrage van de schoolbesturen is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- ‘geld volgt leerling’: volledige basisbekostiging op basis van een bedrag per week en gedifferentieerd naar regulier voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs;
- dit traject richt zich vooral op ambulante begeleiding op de eigen school. Hierdoor neemt de bezetting af.
• Bijdrage plaatsing leerlingen LINK
Voor LINK is het uitgangspunt voor 2023 twintig plaatsen. De bijdrage van de schoolbesturen is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- ‘geld volgt leerling’: volledige basisbekostiging op basis van een bedrag per week en gedifferentieerd naar regulier voortgezet onderwijs en praktijkonderwijs;
- voor de inkomsten wordt een schatting gemaakt op basis van 2022.
Normbedragen ‘geld volgt leerling’ 2023 | ||||
Schoolniveau | Basis- | Personele | Materiële | Totaal |
bekostiging | bekostiging | bekostiging | ||
Lwoo/Pro | Lwoo/Pro | |||
Havo/Vwo/Vmbo (basis | € 8.033,26 | € 8.033,26 | ||
+ kader onderbouw) | ||||
Pro/Vmbo (basis/kader | € 9.450,90 | € 9.450,90 | ||
bovenbouw) | ||||
Lwoo | € 4.988,21 | € 199,41 | € 5.187,62 | |
Pro | € 4.988,21 | € 199,41 | € 5.187,62 |
Tabel 8: Geld volgt leerling-bedragen 2022.
12.3 Lasten
De lasten van de programmalijnen zijn per programmaonderdeel toegelicht in hoofdstuk 5. Behalve de lasten van de programmalijnen maakt het ministerie van OCW-middelen rechtstreeks over naar de scholen, de zogeheten afdrachten. De verplichte afdrachten van het Samenwerkingsverband worden berekend op basis van het aantal leerlingen in het praktijkonderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs.
Ondersteuning(sbekostiging) leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs
De toekenning van de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs aan de samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs gaat veranderen. De landelijke regelgeving voor leerwegondersteunend onderwijs wordt grotendeels vervangen door eigen beleid van de samenwerkingsverbanden. De minister overlegt met de Sectorraad Praktijkonderwijs over het continueren van de landelijke criteria voor praktijkonderwijs, waarmee het een onderscheiden schoolsoort blijft. Het bovenstaande wordt vastgelegd in een wetsvoorstel, dat in 2025 wordt ingevoerd. Ter voorbereiding op deze wetswijziging voerde het Samenwerkingsverband per 2021 opting-out in. Hiermee liet het Samenwerkingsverband de landelijke criteria los en stelde het een verdeelsleutel op voor de verdeling van de middelen voor leerwegondersteunend onderwijs. Deze verdeelsleutel is gebaseerd op het deelnamepercentage van 1 oktober 2019 ten opzichte van het totaal aantal leerlingen van die schoollocatie.
Het ondersteuningsbedrag is € 5.187,62 per leerling.
Sinds 2012 is het deelnamepercentage voor leerwegondersteunend onderwijs aan het dalen en is het deelnamepercentage voor praktijkonderwijs redelijk stabiel. Dit betekent dat het beschikbare budget voor leerwegondersteunend onderwijs aanzienlijk hoger is dan de afdrachten aan de scholen. Dit positieve verschil van € 8,1 miljoen wordt ingezet voor de uitvoering van het ondersteuningsplan.
Het aandeel leerlingen van praktijkonderwijs is stabiel en is in 2022 lager dan het aandeel in 2012. In oktober 2022 zijn er 1.095 praktijkonderwijsleerlingen. Tussen de inkomsten en de afdrachten zit een positief verschil van € 2,3 miljoen.
In de meerjarenprognose is het deelnamepercentage van 2022 aangehouden.
Ondersteuningsbekostiging voortgezet speciaal onderwijs
Het Samenwerkingsverband kent de ondersteuning van leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs toe en neemt de kosten voor zijn rekening; het ministerie van OCW blijft de basisbekostiging financieren. De bedragen variëren van € 13.132 voor een categorie 1-leerling tot € 28.314 voor een leerling uit de categorie ‘hoog’. De ondersteuningsbekostiging is opgebouwd uit drie tarieven. Bij afgifte van de toelaatbaarheidsverklaring geeft het Samenwerkingsverband een verklaring in categorie 1 (laag), 2 (midden) of 3 (hoog) af.
Categorie | Ondersteuningsbekostiging |
1: Laag | € 13.132 |
2: Midden | € 22.920 |
3: Hoog | € 28.314 |
Tabel 9: Ondersteuningsbekostiging per categorie.
Het voortgezet speciaal onderwijs ontvangt deze extra ondersteuningsbekostiging als een toelaatbaarheidsverklaring is afgegeven, of als het een residentiële plaatsing betreft. Het Samenwerkingsverband is financieel verantwoordelijk voor alle leerlingen die door het Amsterdamse voortgezet onderwijs naar het voortgezet speciaal onderwijs verwezen worden, of residentieel geplaatst worden.
Zoals in het ondersteuningsplan staat, streeft het Samenwerkingsverband ernaar het deelnamepercentage aan het voortgezet speciaal onderwijs om en nabij de 3% te houden. Dit is het deelnamepercentage bij de start van passend onderwijs in 2014. Tabel 10 toont aan dat op basis van de voorlopige DUO-telling van 1 oktober 2022 het Samenwerkingsverband deze doelstelling haalt.
Deelname- percentage | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 | 2014 |
Aantal VSO | 1.136 | 1.173 | 1.201 | 1.299 | 1.298 | 1.274 | 1.248 | 1.187 | 1.171 |
Aantal VO | 44.789 | 43.870 | 42.694 | 42.284 | 41.764 | 41.421 | 40.940 | 40.942 | 40.126 |
Deelnamepe | 2,54% | 2,67% | 2,81% | 3,08% | 3,11% | 3,08% | 3,05% | 2,91% | 2,92% |
rcentage | |||||||||
VSO | |||||||||
Landelijk | 3,77% | 3,72% | 3,50% | 3,55% | 3,48% | 3,40% | 3,50% | 3,50% |
Tabel 10: Deelnamepercentage VSO-leerlingen die het Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen bekostigt.
Bron: CFI/Kijkglas.
Historische ontwikkeling VSO aantal per 1-10 | 2022 | 2021 | 2020 | 2019 | 2018 | 2017 | 2016 | 2015 | 2014 |
Laag/categorie 1 Midden/categorie 2 Hoog/categorie 3 | 1.076 28 32 | 1.101 27 45 | 1.135 25 41 | 1.223 27 49 | 1.222 20 56 | 1.198 17 59 | 1.148 23 77 | 1.083 36 68 | 1.058 40 73 |
Totaal | 1.136 | 1.173 | 1.201 | 1.299 | 1.298 | 1.274 | 1.248 | 1.187 | 1.171 |
Tabel 11: Leerlingenaantallen per categorie toelaatbaarheidsverklaringen die het Samenwerkingsverband VO Amsterdam-Diemen bekostigt.
Bron: CFI/Kijkglas.
Voor de financiële meerjarenprognose is het aandeel voortgezet speciaal onderwijs gelijk gehouden aan het percentage op oktober 2022.