Bestek nr. S&L/DA/2022/043
Bestek nr. S&L/DA/2022/043
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking met als voorwerp “opleiding maritieme veiligheidstechnieken in de haven”
Uiterste datum voor het indienen van de offertes
12 december 2023 vóór 10.15 uur
INHOUDSOPGAVE
B.1. Voorwerp en aard van de opdracht 5
B.3. Partijen van de Raamovereenkomst 7
B.3.1. Aanbestedende overheid 7
B.3.2. Aankoopcentrale FOD Financiën 7
B.4. Documenten van toepassing op de opdracht 7
B.5. Kunstmatig beperken van de mededinging - Belangenconflicten - Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 8
B.5.1. Kunstmatig beperken van de mededinging 8
B.5.2. Belangenconflicten – draaideursysteem 8
B.5.3. Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht 9
C.1. Indienen van de offertes 10
C.1.1. Indieningsrecht en indieningswijze van de offertes 10
C.1.2. Ondertekening van de offertes 10
C.1.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte 11
C.1.4. Uiterste datum voor het indienen van de offertes 11
C.2.2. Geldigheidsduur van de offerte 12
C.2.3. Inhoud en structuur van de offerte 12
C.2.4. Het offerteformulier 12
C.2.5. De prijsinventaris en de prijzen 13
C.2.6. Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) 13
C.3. Selectie – toegangsrecht – regelmatigheid van de offertes – gunningscriteria 14
C.3.2. Het toegangsrecht – Uitsluitingscriteria (deel III van het UEA) 14
C.3.3. De kwalitatieve selectie 16
C.3.4. Overzicht van de procedure 17
C.3.5. Regelmatigheid van de offertes 17
C.3.6.1. Lijst van de gunningscriteria voor percelen 1 en 2 18
Methode voor het bepalen van de voordeligste offerte 18
D.2.1. Duur van de opdracht 22
D.2.2.1. Principes en berekening 22
D.2.3. Heffing die een weerslag heeft op het bedrag van de opdracht 23
D.2.4. Onvoorziene omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer 24
D.2.5. Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer 24
D.2.6. Vergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbesteder en incidenten bij de uitvoering 24
D.2.7. Vervanging van de opdrachtnemer 25
D.3. Proces voor de uitvoering van de opdracht: het cascademechanisme 25
D.3.1.4. Stappen in het cascademechanisme 26
D.4. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OPDRACHTNEMER 27
D.5. Bijzondere verbintenis voor de OPDRACHTNEmer 27
D.6. Bescherming van persoonlijke gegevens 27
D.7. Oplevering van de uitgevoerde diensten 27
D.8.2. Vrijgave van de borgtocht 30
D.9. Uitvoering van de diensten 30
D.9.3. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd 31
D.9.4. Planning voor de uitvoering van de diensten 31
D.9.5. Xxxxxxxxx van een opleidingsdag 32
D.9.5.1. Door de gebruikende partij 32
D.9.5.2. Door de opdrachtnemer 32
D.9.6. Virtuele opleidingen 33
D.9.7. Personeel van de dienstverlener 33
D.9.8. Evaluatie van de uitgevoerde diensten 34
D.9.9. Naleving van de toepasselijke wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen 34
D.10. e-Facturering (xml) en betaling 36
D.12.1. Boete voor laattijdige uitvoering 38
D.12.3. Verrekening van de boetes en straffen 39
E. TECHNISCHE VOORSCHRIFTEN 40
E.2. BESCHRIJVING VAN DE UIT TE VOEREN DIENSTEN 40
E.5. OPLEIDINGSINFRASTRUCTUUR EN -MATERIAAL 42
E.8. Vermoedelijke maximale hoeveelheden 43
F.2. BUITENLANDSE FIRMA - VASTE INRICHTING 52
F.3. UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT (UEA) 56
F.3.1. Via het html-bestand 56
F.4. MODEL VOOR DE REFERENTIES 57
F.6. Contactgegevens van de opleidingscoördinator 59
F.7. MODEL VOOR HET OPLEIDINGSPLAN 60
F.8. BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDINGSINFRASTRUCTUUR 62
F.9. MODEL VOOR DE AANWEZIGHEIDSLIJSTEN 63
F.10. Artikel 9 en 10 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk 64
F.11. Model voor het stellen van vragen 66
In toepassing van artikel 9, paragraaf 4, van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat in dit bestek wordt afgeweken van artikels 45 en 154 betreffende de straffen en boetes van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende.
Alle federale aanbestedende instanties als bedoeld in artikel 2, (1° tot 4° ), van de wet van 22 mei 2003 houdende de organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat dienen de omzendbrief van 16 mei 2014 na te leven. In het kader van deze overheidsopdracht is dus maximaal rekening gehouden met duurzame ontwikkeling en meer bepaald het milieuaspect.
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op het feit dat voor deze opdracht geen voorschotten worden betaald zoals voorzien door het Koninklijk besluit betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne van 29 november 2022.
B.1. VOORWERP EN AARD VAN DE OPDRACHT
De huidige opdracht heeft als voorwerp het aanbieden van een opleiding over maritieme veiligheidstechnieken in een haven. Deze opleiding heeft als doel de medewerkers van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (AADA) van de FOD Financiën en van de Federale Politie die taken verrichten op en rond de kades van de havens van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge, de kennis en technieken aan te bieden waarmee ze watergebonden veiligheidsrisico's beter kunnen beheersen.
De opdracht betreft een raamovereenkomst tussen verschillende aanbesteders (hieronder gebruikende partijen genoemd) en meerdere ondernemers (opdrachtnemers). Een raamovereenkomst heeft als doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te plaatsen opdrachten vast te leggen, met name wat betreft de prijzen en eventueel de beoogde hoeveelheden (Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, art. 2, 35°).
De opdracht betreft een raamovereenkomst met maximaal 3 opdrachtnemers (artikel 43 van de wet inzake overheidsopdrachten van 17 juni 2016).
De opvolging van de opdracht via het cascadesysteem wordt volgens de voorwaarden van het bestek toegepast zonder dat de opdracht opnieuw voor mededinging wordt opengesteld.
Het gaat om een overheidsopdracht voor diensten.
Er is gekozen voor een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking ( artikel 42 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
Deze opdracht is een opdracht tegen prijslijst (artikel 2, 4° van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren).
Deze opdracht valt onder het toepassingsgebied van de sociale en andere specifieke diensten (artikels 88 tot en met 90, artikels 158 tot en met 160, en bijlage III van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
Deze opdracht bestaat uit 2 percelen.
Perceel | Beschrijving |
1 | Opleiding van 1 dag die moet plaatsvinden in de regio Gent-Antwerpen en waarin: - Methodes voor de preventie van watergebonden ongevallen worden besproken en ingeoefend; - De beheersing van watergebonden noodsituaties wordt besproken en ingeoefend; - Eerste hulp bij levensbedreigende aandoeningen wordt besproken en ingeoefend. |
2 | Opleiding van 1 dag die moet plaatsvinden in de regio Brugge-Oostende en waarin: - Methodes voor de preventie van watergebonden ongevallen worden besproken en ingeoefend; - De beheersing van watergebonden noodsituaties wordt besproken en ingeoefend; - Eerste hulp bij levensbedreigende aandoeningen wordt besproken en ingeoefend. |
De percelen worden beschreven in deel E “Technische voorschriften”.
De inschrijver kan een offerte indienen voor één of meerdere percelen. Hij dient een offerte in voor elk van de percelen waarvoor hij zich inschrijft.
Een onvolledige offerte voor een perceel leidt tot de onregelmatigheid van de offerte voor dat perceel.
Het is de inschrijver niet toegestaan in zijn offerte voor meerdere percelen prijskortingen of verbeteringsvoorstellen aan te bieden ingeval deze percelen hem zouden worden gegund.
Varianten en opties zijn niet toegestaan.
Overeenkomstig artikel 85 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten behoudt de aanbestedende overheid zich het recht voor deze opdracht of één of meerdere percelen ervan niet te gunnen en te beslissen dat de opdracht of één of meerdere percelen ervan het voorwerp zullen uitmaken van een nieuwe opdracht, indien nodig volgens een andere procedure.
B.2. DUUR VAN DE OPDRACHT
De datum van het begin van de opdracht zal worden vermeld in de kennisgevingsbrief van de sluiting van de opdracht. De opdracht wordt gesloten voor een duur van 4 jaar.
De aanbestedende overheid kan de opdracht echter beëindigen op het einde van het eerste, het tweede of het derde jaar, op voorwaarde dat de kennisgeving aan de opdrachtnemer per aangetekende brief gebeurt minstens 3 maanden vóór het einde van het lopende uitvoeringsjaar.
In dit geval kan de opdrachtnemer daar geen schadevergoeding voor eisen.
Dit bestek bevat een herzieningsbepaling i.v.m. de duur van de opdracht (zie punt D.2.1).
B.3. PARTIJEN VAN DE RAAMOVEREENKOMST
B.3.1. Aanbestedende overheid
De aanbestedende overheid is de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Financiën. Federale Overheidsdienst Financiën
Stafdienst Begroting en Beheerscontrole
Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B23 – bus 784 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
B.3.2. Aankoopcentrale FOD Financiën
Voor deze raamovereenkomst treedt de Federale Overheidsdienst Financiën op als aankoopcentrale (art.2,6°,a) van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
De Federale Overheidsdienst Financiën treedt op als aangewezen beheerder voor de plaatsing van deze gemeenschappelijke overeenkomst overeenkomstig artikel 15 van het Koninklijk Besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopbeleid.
B.3.3. Gebruikende partijen
Alleen de gebruikende partijen die hieronder worden aangeduid met hun naam, mogen bestellingen plaatsen op basis van deze opdracht.
- FEDERALE POLITIE,
- FOD Financiën,
De FOD Financiën is belast met het gunnen en het sluiten van deze opdracht. Na de gunning van de opdracht zal iedere gebruikende partij verantwoordelijk zijn voor haar bestellingen en de uitvoering ervan.
B.4. DOCUMENTEN VAN TOEPASSING OP DE OPDRACHT
B.4.1. Wetgeving
- De Richtlijn 2014/24/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 februari 2014 betreffende het plaatsen van overheidsopdrachten.
- De Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten.
- Het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
- Het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
- De Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten, bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessies.
- De Wet van 4 augustus 1996 inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, waaronder artikel 9 en 10 (zie de bijlage).
- De milieuwetgeving van het betrokken gewest.
- De Wet van 11 december 2016 houdende diverse bepalingen inzake detachering van werknemers.
- De Europese Verordening Gegevensbescherming (GDPR).
- Het Koninklijk Besluit van 22 december 2017 inzake de federaal gecentraliseerde overheidsopdrachten in het kader van het federaal aankoopoverleg.
- Het Koninklijk besluit van 29 november 2022 betreffende de toekenning van een voorschot in het kader van overheidsopdrachten omwille van de economische situatie ingevolge de oorlog in Oekraïne.
- Alle wijzigingen aan de hierboven genoemde wetten en besluiten die van kracht zijn op de dag van de opening van de offertes.
B.4.2. Opdrachtdocumenten
- Dit bestek nr. S&L/DA/2022/043
- De in het Bulletin der Aanbestedingen gepubliceerde aankondigingen of rechtzettingen van opdrachten die betrekking hebben op deze opdracht, maken integraal deel uit van dit bestek. De inschrijver wordt geacht er kennis van te hebben genomen en er bij het opstellen van zijn offerte rekening mee te hebben gehouden.
- Het pv van de vragen en de antwoorden.
B.5. KUNSTMATIG BEPERKEN VAN DE MEDEDINGING - BELANGENCONFLICTEN - NALEVING VAN MILIEU-, SOCIAAL EN ARBEIDSRECHT
B.5.1. Kunstmatig beperken van de mededinging
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op artikel 5 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten dat stelt dat de inschrijvers geen handelingen stellen, geen overeenkomsten sluiten of geen afspraken maken die de normale mededingingsvoorwaarden kunnen vertekenen.
B.5.2. Belangenconflicten – draaideursysteem
De aandacht van de inschrijvers wordt gevestigd op de artikels 6 en 69, lid 1, 5° en 6° van de Wet van 17 juni 2016 inzake de overheidsopdrachten en op artikel 51 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren met betrekking tot de situaties waarin er een belangenconflict kan optreden bij de plaatsing en uitvoering van de opdracht en dit om elke vertekening van de mededinging te vermijden en de gelijke behandeling van alle inschrijvers te verzekeren.
In het kader van de strijd tegen belangenvermenging, meer in het bijzonder de draaideurconstructie ('revolving doors') zoals bepaald in de Wet van 8 mei 2007 houdende instemming met het Verdrag van de Verenigde Naties tegen de corruptie, gedaan te New York op 31 oktober 2003, onthoudt de inschrijver zich ervan een beroep te doen op een of meerdere vroegere (interne of externe) medewerkers van de FOD Financiën, binnen 2 jaar volgend op zijn/hun ontslag, opruststelling of elk ander vertrek uit de FOD Xxxxxxxxx, op welke wijze ook, rechtstreeks of onrechtstreeks, met het oog op de voorbereiding en/of de indiening van zijn offerte of een andere tussenkomst in het kader van de plaatsingsprocedure, evenals voor de verrichting van bepaalde opdrachten in het kader van de uitvoering van deze opdracht.
De bovenstaande bepaling is echter enkel van toepassing voor zover er een direct verband bestaat tussen de vroegere activiteiten van de betrokken persoon/personen bij de aanbestedende overheid en zijn/hun activiteiten in het kader van deze opdracht.
Inbreuken op deze maatregel die tot gevolg hebben dat de normale mededingingsvoorwaarden vertekend kunnen zijn, worden gesanctioneerd volgens de bepalingen van de wetgeving en de regelgeving inzake overheidsopdrachten.
B.5.3. Naleving van milieu-, sociaal en arbeidsrecht
De ondernemers zijn ertoe gehouden alle toepasselijke verplichtingen op het gebied van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht uit hoofde van het Europees Unierecht, nationale recht of collectieve arbeidsovereenkomsten of uit hoofde van de in bijlage II van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten vermelde bepalingen van internationaal milieu-, sociaal en arbeidsrecht, na te leven en te doen naleven door elke persoon die handelt als onderaannemer in welke fase ook, en door elke persoon die personeel tewerkstelt voor de uitvoering van de huidige opdracht.
B.6. VRAGEN EN ANTWOORDEN
Potentiële inschrijvers wordt verzocht om hun vragen per e-mail naar de aanbestedende overheid te sturen via het volgende adres: xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
Enkel de vragen die de aanbestedende overheid ten laatste op 20/11/2023 om 16.00 uur heeft ontvangen, zullen worden behandeld. Als onderwerp van de e-mail vermeldt de inschrijver “INFO Maritieme opleidingen”.
Alle vragen worden gesteld door middel van het bijgevoegde model. De potentiële inschrijver vult voor iedere vraag alle nodige gegevens in.
De aanbestedende overheid zal de vragen en antwoorden publiceren op het platform e-procurement (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/) en nadien op de website van de FOD Financiën (xxxx://xxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/) in de rubriek "Overheidsopdrachten".
Als er geen vragen worden gesteld tijdens de voorgeschreven termijn, zal er niets gepubliceerd worden.
C.1. INDIENEN VAN DE OFFERTES
C.1.1. Indieningsrecht en indieningswijze van de offertes
De aandacht wordt gevestigd op het feit dat een inschrijver slechts één offerte kan indienen per opdracht.
Iedere deelnemer aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid wordt beschouwd als een inschrijver.
Deelnemers aan een combinatie van ondernemers zonder rechtspersoonlijkheid moeten onder hen iemand aanduiden die de combinatie zal vertegenwoordigen ten aanzien van de aanbestedende overheid.
Offertes moeten elektronisch ingediend worden.
In toepassing van artikel 14 van de Wet 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, moet het elektronisch verzenden en ontvangen van de offertes uitgevoerd worden met elektronische communicatiemiddelen.
De elektronische offertes moeten worden ingediend via het platform e-procurement (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/), dat de naleving van de voorwaarden opgenomen in artikel 14, § 6 en § 7 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten garandeert.
Het indieningsrapport met betrekking tot de offerte, de bijlagen en het uniform Europees aanbestedingsdossier (UEA) moet ondertekend worden door middel van een gekwalificeerde elektronische handtekening (artikel 43 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren).
Aangezien het verzenden van een offerte via e-mail niet overeenkomt met de voorwaarden van artikel 14 § 7 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, wordt het niet toegestaan om op deze wijze een offerte in te dienen.
Door het loutere feit van de indiening van zijn offerte via elektronische communicatiemiddelen, aanvaardt de inschrijver dat de gegevens van zijn offerte worden opgeslagen door het ontvangstsysteem.
Meer informatie kan worden verkregen via het Helpcentrum op de website xxxxx://xxxx.xxxxxxx- xxx.xxx/xxxxxxxxxxxx?xxxxxxx of via het telefoonnummer x00 (0)0 000 00 00 van de helpdesk van de dienst e-procurement.
De inschrijver wordt aanbevolen zich ruim voor de uiterste datum voor het indienen van de offertes aan te melden om contact te kunnen opnemen met de helpdesk van de dienst e-procurement om eventuele toegangsproblemen tot de site xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/ op te lossen.
C.1.2. Ondertekening van de offertes
De gekwalificeerde elektronische handtekening(en) moet(en) uitgaan van de perso(o)n(en) die bevoegd of gemachtigd is (zijn) om de inschrijver(s) te verbinden.
Wanneer het indieningsrapport door een gevolmachtigde wordt ondertekend, vermeldt deze duidelijk de volmachtgever(s). De gevolmachtigde voegt de elektronische authentieke of onderhandse akte toe die de volmacht verleent of een gescande kopie van de volmacht. De algemeen gevolmachtigde verwijst, in voorkomend geval, naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin het uittreksel van de betreffende akte werd gepubliceerd, met vermelding van de betreffende bladzijde(n) en/of passage.
De aanbestedende overheid vestigt de aandacht van de inschrijver erop dat een speciale volmacht moet bestaan vóór de opening van de offertes (Raad van State, nr. 238.963 van 21 augustus 2017) en dat een bekrachtiging a posteriori door een persoon die bevoegd is om de inschrijver te verbinden, de handtekening van een offerte, gezet door een persoon die niet bevoegd is om de inschrijver te verbinden, niet valideert (Raad van State, nr. 201.744 van 9 maart 2010). Bovendien kan een volmacht die post factum opgesteld werd en bezorgd werd na de uiterste datum voor het indienen van de offerte niet aanvaard worden als bewijs van de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) van de offerte van de inschrijver op het moment van het indienen van de offerte (Raad van State, nr. 229.829, van 16 januari 2015).
In verband met de machtiging om een rechtspersoon te verbinden, vestigt de aanbestedende overheid de aandacht van de inschrijvers op het feit dat de ondertekening van een offerte voor een overheidsopdracht in beginsel niet wordt beschouwd als een handeling van dagelijks bestuur.
Indien de inschrijver toch van oordeel zou zijn dat de ondertekening een handeling van dagelijks bestuur uitmaakt, dient hij te concretiseren waarom de handtekening op de offerte (indieningsrapport van xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/) voor deze overheidsopdracht tot het dagelijks bestuur behoort en aldus rechtsgeldig is.
C.1.3. Wijziging of intrekking van een reeds ingediende offerte
Wanneer een inschrijver een reeds verstuurde of ingediende offerte wil wijzigen of intrekken, moet dit gebeuren in overeenstemming met de bepalingen van artikel 43 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren.
Wanneer het indieningsrapport dat opgesteld wordt ingevolge de wijzigingen of de intrekking, niet voorzien is van een gekwalificeerde elektronische handtekening, brengt dit van rechtswege de nietigheid van de wijziging of intrekking met zich mee. Deze nietigheid slaat slechts op de wijzigingen of de intrekking en niet op de offerte zelf.
C.1.4. Uiterste datum voor het indienen van de offertes
De offertes moeten via het platform e-procurement (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/) ingediend worden vóór 12/12/2023 om 10.15 uur.
C.2. OFFERTES
C.2.1. Algemene bepalingen
De inschrijver wordt met aandrang verzocht om het bijgevoegde offerteformulier te gebruiken. In dit verband wordt de aandacht van de inschrijver gevestigd op artikel 77 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017, dat bepaalt: "Als bij de opdrachtdocumenten een formulier is gevoegd voor het opmaken van de offerte en het invullen van de samenvattende opmeting of de inventaris, maakt de inschrijver daarvan gebruik. Doet hij dat niet, dan draagt hij de volle verantwoordelijkheid voor de volledige overeenstemming van de door hem aangewende documenten met het formulier.".
De offerte en de bijlagen bij het offerteformulier worden opgesteld in het Nederlands of in het Frans.
Door het indienen van zijn offerte ziet de inschrijver automatisch af van zijn algemene of bijzondere verkoopsvoorwaarden, zelfs als ze op de één of andere bijlage zijn vermeld in zijn offerte.
De inschrijver duidt in zijn offerte duidelijk aan welke informatie vertrouwelijk is en/of betrekking heeft op technische of commerciële geheimen en dus niet mag worden bekendgemaakt door de aanbestedende overheid.
C.2.2. Geldigheidsduur van de offerte
De inschrijvers blijven door hun offerte gebonden gedurende een termijn van 180 kalenderdagen, die aanvangt op de dag na de dag van de opening van de offertes. Deze bepaling is van toepassing op iedere offerte die ingediend wordt.
C.2.3. Inhoud en structuur van de offerte
De offerte zal per perceel de volgende inlichtingen bevatten en de onderstaande inhoudstafel respecteren:
- Het offerteformulier (zie deel C, 2.4) + De prijsinventaris (zie deel C. 2.5).
- De statuten en alle andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel C, 1.2).
- Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (zie punt C. 2.6).
- De documenten in verband met de selectiecriteria (zie deel C, 3.3.1).
- De documenten in verband met de gunningscriteria (zie deel C, 3.6).
- De cv’s van de personen die door de inschrijver aan de opdracht worden toegewezen (zie deel E, 6).
- De beschrijving van de diensten met betrekking tot de technische voorschriften (zie deel E).
- Andere documenten die gevraagd worden in de technische voorschriften (zie deel E).
- Andere bijlagen die de inschrijver nuttig acht.
De aanbestedende overheid nodigt de inschrijvers uit om (indien mogelijk) de offerte en de bijlagen in te dienen in één bestand en te voorzien van een ononderbroken nummering van alle pagina’s.
C.2.4. Het offerteformulier
Het offerteformulier moet volledig ingevuld worden. Het bevat met name de volgende gegevens:
- De naam en contactgegevens van de contactpersoon in het bedrijf van de inschrijver.
- De hoedanigheid van de persoon die de offerte ondertekent.
- Het volledige inschrijvingsnummer van de inschrijver bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen (voor de Belgische inschrijvers).
- Het inschrijvingsnummer bij de RSZ.
- Het nummer en de naam van de bankrekening van de inschrijver bij een financiële instelling waarop de betaling van de opdracht moet worden uitgevoerd.
- De namen, de voornamen, de hoedanigheid of het beroep, de nationaliteit en de woonplaats van de inschrijver of, indien het een vennootschap betreft, haar handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit en maatschappelijke zetel.
C.2.5. De prijsinventaris en de prijzen
De prijsinventaris moet volledig ingevuld worden. Hij bevat met name de volgende gegevens:
- De forfaitaire eenheidsprijs(zen) exclusief btw.
- Het bedrag van de btw.
- De forfaitaire eenheidsprijs(zen) inclusief btw.
Met prijzen die op een andere plaats dan in de prijsinventaris worden vermeld, zal geen rekening gehouden worden.
Alle in het offerteformulier vermelde prijzen worden verplicht uitgedrukt in euro.
Dit is een opdracht tegen prijslijst, wat betekent dat de eenheidsprijzen voor de verschillende posten forfaitair zijn en de hoeveelheden, voor zover er hoeveelheden voor de posten worden bepaald, worden vermoed of worden uitgedrukt binnen een vork. De posten worden verrekend op basis van de werkelijk bestelde en gepresteerde hoeveelheden.
Het samenvoegen of clusteren van posten is niet toegestaan.
Het is de inschrijver niet toegestaan in zijn offerte voor meerdere percelen prijskortingen of verbeteringsvoorstellen aan te bieden ingeval deze percelen hem zouden worden gegund.
De inschrijver wordt geacht in zijn prijzen alle mogelijke kosten te hebben meegerekend, met uitzondering van de btw.
De inschrijver verbindt zich ertoe om, behoudens prijsherziening, tijdens de hele duur van het contract de prestaties aan te rekenen tegen de in de inventaris ingevulde prijzen zonder toeslag.
C.2.6. Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA)
Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) bestaat uit een formele verklaring van de ondernemer dat de betrokken gronden tot uitsluiting niet van toepassing zijn, dat aan de relevante selectiecriteria wordt voldaan en dat de ondernemer de relevante informatie zal verstrekken die door de aanbestedende overheid wordt gevraagd.
Het UEA wordt elektronisch aangemaakt. In bijlage 4 van dit bestek vindt de inschrijver de te volgen procedure voor het downloaden en invullen van het UEA.
Als een combinatie van ondernemers, waaronder een tijdelijk samenwerkingsverband, samen deelneemt aan een plaatsingsprocedure, moet elk van de deelnemende ondernemers een afzonderlijke UEA indienen met daarin de in de delen II tot en met V gevraagde gegevens.
Een ondernemer die zelfstandig deelneemt, maar een beroep doet op de draagkracht van één of meer andere entiteiten, moet zijn eigen UEA indienen samen met een afzonderlijk UEA met de relevante informatie voor elk van de entiteiten waarop hij een beroep doet.
De inschrijvers vullen de volgende delen van het UEA in:
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
Overeenkomstig artikel 76, §1 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren is het ontbreken van het (of de) volledig ingevulde UEA(’s) een substantiële onregelmatigheid die leidt tot de nietigheid van de offerte.
C.3. SELECTIE – TOEGANGSRECHT – REGELMATIGHEID VAN DE OFFERTES – GUNNINGSCRITERIA
C.3.1. Algemeen
De inschrijvers worden geëvalueerd op basis van de selectiecriteria hieronder opgenomen.
Enkel de offertes van de inschrijvers die voldoen aan het toegangsrecht zoals hieronder vermeld, worden in aanmerking genomen om deel te nemen aan de vergelijking van de offertes op basis van de gunningscriteria, voor zover de ingediende offertes regelmatig zijn.
Door het indienen van zijn offerte, vergezeld van het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA), verklaart de inschrijver officieel op eer:
1. dat hij zich niet in een van de verplichte of facultatieve uitsluitingsgevallen bevindt, waardoor hij moet of kan uitgesloten worden;
2. dat hij beantwoordt aan de selectiecriteria die door de aanbestedende overheid voor deze opdracht werden opgesteld.
De aanbestedende overheid kan de inschrijver tijdens de procedure te allen tijde verzoeken de vereiste ondersteunende documenten geheel of gedeeltelijk in te dienen wanneer dit noodzakelijk is voor het goede verloop van de procedure.
De inschrijver is niet verplicht ondersteunende documenten of andere bewijsstukken over te leggen indien en voor zover de aanbestedende overheid de certificaten of de relevante informatie rechtstreeks kan verkrijgen door raadpleging van een gratis toegankelijke nationale databank in een lidstaat.
De toepassing van de verklaring geldt enkel voor de documenten of certificaten met betrekking tot de uitsluitingsgronden die gratis toegankelijk zijn voor de aanbestedende overheid door middel van een nationale databank in een lidstaat.
Voor de elementen die niet behoren tot de verklaring, mogen de inschrijvers die dat wensen, al in hun offerte alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij zich niet in een situatie van uitsluiting bevinden.
Wat de selectiecriteria betreft, mogen de inschrijvers die dat wensen al aan hun offerte alle documenten en certificaten toevoegen die nodig zijn om aan te tonen dat zij aan de vereisten van deze criteria voldoen.
Vóór de gunning van de opdracht zal de aanbestedende overheid van de inschrijver die voor de gunning in aanmerking komt, eisen dat hij de bewijsstukken voorlegt om aan te tonen dat er geen uitsluitingsmotieven bestaan en dat aan de selectiecriteria voldaan werd.
C.3.2. Het toegangsrecht – Uitsluitingscriteria (deel III van het UEA)
Behoudens uitsluitingsgronden m.b.t. fiscale en sociale schulden kan de inschrijver, die zich in één van de verplichte of facultatieve uitsluitingsgronden bevindt, aantonen dat hij corrigerende maatregelen heeft genomen om zijn betrouwbaarheid aan te tonen. Hiertoe bewijst de inschrijver, op eigen initiatief, dat hij eventuele schade als gevolg van strafrechtelijke inbreuken of fouten heeft betaald of heeft
toegezegd te zullen vergoeden, dat hij feiten en omstandigheden heeft opgehelderd door actief mee te werken met de onderzoekende autoriteiten en dat hij concrete technische, organisatorische en personeelsmaatregelen heeft genomen teneinde een nieuwe strafrechtelijke inbreuk of fout te voorkomen. Als de aanbestedende overheid dat bewijs toereikend acht, wordt de betrokken kandidaat of inschrijver niet uitgesloten van de plaatsingsprocedure.
Overeenkomstig artikel 70, §2, van de wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten, moet de inschrijver de aanbestedende overheid bij het begin van de procedure en op eigen initiatief meedelen of hij corrigerende maatregelen heeft genomen met betrekking tot de gronden voor verplichte uitsluiting.
Verplichte uitsluitingsgronden:
1. deelneming aan een criminele organisatie;
2. omkoping;
3. fraude;
4. terroristische misdrijven of strafbare feiten in verband met terroristische activiteiten dan wel uitlokking van, medeplichtigheid aan of poging tot het plegen van een dergelijk misdrijf of een strafbaar feit;
5. xxxxxxxxx xxx xxxx of financiering van terrorisme;
6. kinderarbeid en andere vormen van mensenhandel;
7. tewerkstelling van onderdanen van derde landen die illegaal in het land verblijven.
De in 1° tot 6° bedoelde uitsluitingen van deelname aan overheidsopdrachten gelden voor een periode van vijf jaar vanaf de datum van de veroordeling. De onder 7° bedoelde uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten geldt voor een periode van vijf jaar, vanaf de beëindiging van de inbreuk.
De inschrijver die niet voldaan heeft aan zijn verplichtingen inzake betaling van zijn fiscale schulden en sociale zekerheidsbijdragen, wordt uitgesloten van deze plaatsingsprocedure. De toegang tot de procedure wordt evenwel niet ontzegd aan de inschrijver die:
1. geen bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro of,
2. die voor die schuld uitstel van betaling heeft verkregen en de afbetalingen daarvan strikt in acht neemt.
Indien de inschrijver een bijdrageschuld heeft van meer dan 3.000 euro, toont hij aan, op straffe van uitsluiting, dat hij op een aanbestedende overheid of op een overheidsbedrijf, één of meer schuldvorderingen bezit die zeker, opeisbaar en vrij van elke verbintenis tegenover derden zijn voor een bedrag dat minstens gelijk is aan zijn schuld verminderd met 3.000 euro.
Indien het attest in bezit van de aanbestedende overheid niet aantoont dat de inschrijver voldoet aan de eisen i.v.m. zijn fiscale en sociale verplichtingen, stelt zij de ondernemer hiervan in kennis. Vanaf de dag volgend op deze kennisgeving, beschikt de inschrijver over een termijn van vijf werkdagen om het bewijs te geven van zijn regularisatie. Van deze regularisatie kan slechts éénmalig gebruik gemaakt worden.
Facultatieve uitsluitingsgronden:
1. indien de aanbestedende overheid met elk passend middel aantoont dat de kandidaat of inschrijver de verplichtingen op het vlak van het milieu-, sociaal en arbeidsrecht heeft geschonden;
2. wanneer de kandidaat of inschrijver in staat van faillissement of van vereffening verkeert, zijn werkzaamheden heeft gestaakt, een gerechtelijke reorganisatie ondergaat, of aangifte heeft gedaan van zijn faillissement, voor hem een procedure van vereffening of gerechtelijke reorganisatie aanhangig is, of hij in een vergelijkbare toestand verkeert ingevolge een soortgelijke procedure die bestaat in andere nationale reglementeringen;
3. wanneer de aanbestedende overheid kan aantonen, met elk passend middel, dat de kandidaat of inschrijver in de uitoefening van zijn beroep een ernstige fout heeft begaan, waardoor zijn integriteit in twijfel kan worden getrokken;
4. wanneer de aanbestedende overheid over voldoende plausibele aanwijzingen beschikt om te besluiten dat de kandidaat of inschrijver handelingen zou hebben gesteld, overeenkomsten zou hebben gesloten of afspraken zou hebben gemaakt, die gericht zijn op vervalsing van de mededinging in de zin van artikel 5, lid 2 van voornoemde Wet;
5. wanneer een belangenconflict in de zin van artikel 6 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten niet effectief kan worden verholpen met andere, minder ingrijpende maatregelen;
6. wanneer zich wegens de eerdere betrokkenheid van de kandidaat of inschrijver bij de voorbereiding van de plaatsingsprocedure een vervalsing van de mededinging als bedoeld in artikel 52 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten heeft voorgedaan die niet met minder ingrijpende maatregelen kan worden verholpen;
7. wanneer de inschrijver blijk heeft gegeven van aanzienlijke of voortdurende tekortkomingen bij de uitvoering van een wezenlijk voorschrift tijdens een eerdere overheidsopdracht, een eerdere opdracht met een aanbesteder of een eerdere concessieovereenkomst en dit geleid heeft tot het nemen van ambtshalve maatregelen, schadevergoedingen of andere vergelijkbare sancties;
8. wanneer de inschrijver zich in ernstige mate schuldig heeft gemaakt aan valse verklaringen bij het verstrekken van de informatie die nodig is voor de controle op het ontbreken van uitsluitingsgronden of de naleving van de selectiecriteria, of hij informatie heeft achtergehouden, of niet in staat was de ondersteunende documenten die vereist zijn krachtens artikel 73 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten over te leggen;
9. wanneer de kandidaat of inschrijver heeft getracht om het besluitvormingsproces van de aanbestedende overheid onrechtmatig te beïnvloeden, om vertrouwelijke informatie te verkrijgen die hem onrechtmatige voordelen in de plaatsingsprocedure kan bezorgen, of om verwijtbaar misleidende informatie te verstrekken die een belangrijke invloed kan hebben op beslissingen inzake uitsluiting, selectie en gunning.
C.3.3. De kwalitatieve selectie
Wanneer een inschrijver een beroep doet op de draagkracht van andere entiteiten en die draagkracht bepalend is voor zijn selectie, is hij verplicht te vermelden voor welk gedeelte hij een beroep doet op die draagkracht en welke andere entiteiten hij voorstelt. In dat geval moet hij de aanbestedende overheid aantonen dat hij voor de uitvoering van de opdracht over deze middelen kan beschikken door overlegging van de verbintenis van deze entiteiten om dergelijke middelen ter beschikking te stellen van de opdrachtnemer.
Indien de inschrijver de intentie heeft te werken met onderaannemers, moet hij dat deel van de opdracht preciseren evenals de gegevens van de betrokken onderaannemers.
Vóór de gunning van de opdracht zal de aanbestedende overheid van de inschrijver die voor de gunning in aanmerking komt de bewijsstukken eisen die aantonen dat aan de selectiecriteria voldaan werd.
C.3.3.1. Selectiecriterium met betrekking tot de technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid (artikel 68 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren)
Om zijn beroepsbekwaamheid aan te tonen, dient de inschrijver ten minste 2 referenties te verschaffen voor gelijkaardige opleidingen die elk van de opleiders aan wie hij de opleiding wenst toe te wijzen, gedurende de afgelopen periode van maximaal 5 jaar hebben gegeven. De referenties van de verschillende opleiders mogen betrekking hebben op dezelfde opleidingen.
Als een gelijkaardige opleiding geldt: een maritieme veiligheidstraining van minimaal 1 dag en maximaal 5 dagen die één of meer elementen bevat die ook moeten worden behandeld in de opleiding die het voorwerp uitmaakt van deze opdracht.
De inschrijver stelt de referenties op volgens het model in bijlage F.2.
Indien de inschrijver een offerte indient voor beide percelen, verschaft de inschrijver in elk perceel ten minste 2 referenties per opleider. De referenties mogen dezelfde zijn als degene die vermeld worden in de offerte voor het andere perceel.
C.3.4. Overzicht van de procedure
In een eerste fase worden de offertes van de geselecteerde inschrijvers onderzocht op het vlak van hun regelmatigheid. Op basis van artikel 76, §5 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 plaatsing overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, beslist de aanbestedende overheid om hetzij de substantieel onregelmatige offerte nietig te verklaren, hetzij om deze onregelmatigheid te laten regulariseren. Hetzelfde geldt indien de offerte meerdere niet-substantiële onregelmatigheden bevat, wanneer de cumulatie of combinatie ervan de in paragraaf 1, derde lid, van artikel 76 bedoelde gevolgen teweegbrengt.
In een tweede fase zullen de regelmatige offertes onderzocht worden op basis van de gunningscriteria vermeld in het bestek.
Nadien volgt de fase van de onderhandelingen.
Over de minimumeisen en de gunningscriteria wordt niet onderhandeld.
De aanbestedende overheid onderhandelt over de initiële offerte en over alle volgende offertes met het oog op de verbetering van de inhoud. Over de definitieve offertes (Best And Final Offer) wordt niet onderhandeld.
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor niet te onderhandelen over de initiële offertes in het geval de initiële offertes voldoende volledig zijn om een vergelijking van de offertes toe te laten.
C.3.5. Regelmatigheid van de offertes
Wanneer de aanbestedende overheid de onderhandelingen sluit, zal zij de inschrijvers uitnodigen om hun Best And Final Offer (BAFO) in te dienen.
Overeenkomstig artikel 76, § 1 van het Koninklijk besluit van 18 april 2017 inzake de plaatsing van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren, controleert de aanbestedende overheid de regelmatigheid van de offertes.
De substantieel onregelmatige offertes zullen nietig worden verklaard.
Enkel regelmatige offertes komen in aanmerking om te worden getoetst aan de gunningscriteria.
C.3.6. Gunningscriteria
Om deze overheidsopdracht te gunnen, bepaalt de aanbestedende overheid de economisch meest voordelige offerte.
De regelmatige offertes van de inschrijvers zullen aan de onderstaande gunningscriteria getoetst worden.
Deze criteria zullen gewogen worden teneinde een eindklassement te bekomen.
C.3.6.1. Lijst van de gunningscriteria voor percelen 1 en 2
De gunningscriteria zijn de volgende:
Criterium | Weging |
1. De prijs | 60/100 |
2. De kwaliteit van de opleiding 2.1 De methodologie van de opleiding 2.2 De evaluatie van de verworven kennis en vaardigheden | 40/100 20/100 20/100 |
BELANGRIJK
Op straffe van uitsluiting moet de inschrijver voor criterium 2 minstens 60% van de punten behalen.
Methode voor het bepalen van de voordeligste offerte
1. De prijs (60/100)
Opdat dit criterium berekend kan worden, vult de inschrijver de bijgevoegde prijsinventaris in en houdt hij hierbij rekening met de bepalingen van punt C.2.5.
De punten die toegekend worden voor dit criterium zullen berekend worden op basis van de volgende formule:
S = 60 x
𝐿𝑃
𝑂𝑃
waarbij:
S = de score die aan een offerte wordt toegekend voor het criterium “prijs”; LP = de laagste prijs incl. btw voorgesteld in een regelmatige offerte,
OP = de prijs incl. btw van de geanalyseerde offerte.
Het aantal punten wordt afgerond tot twee cijfers na de komma.
2. De kwaliteit van de opleiding (40/100)
Offertes die minder dan 60% van de punten voor het kwaliteitscriterium behalen, worden niet in aanmerking genomen voor de gunning van de opdracht.
De kwaliteit van de opleiding wordt beoordeeld aan de hand van de 2 onderstaande subgunningscriteria: de methodologie van de opleiding en de evaluatie van de verworven kennis en vaardigheden.
Elk subcriterium wordt gequoteerd op basis van de volgende ordinale schaal.
0/5 | Onvoldoende of onmogelijk te evalueren |
1/5 | Erg zwak |
2/5 | Zwak |
3/5 | Voldoende |
4/5 | Goed |
5/5 | Zeer goed |
2.1. De methodologie van de opleiding (20/100)
Opdat dit gunningscriterium objectief beoordeeld kan worden, voegt de inschrijver bij de offerte een beschrijving van de inhoud van 5 opleidingsonderdelen, de leermethode die gebruikt zal worden in elk van deze 5 opleidingsonderdelen en een korte verantwoording van de reden waarom voor deze leermethode gekozen is.
De inschrijver gebruikt hiervoor het model dat hieronder staat.
Beschrijvingen m.b.t. het gunningscriterium "2.1. De methodologie van de opleiding" | |||
Inhoud van het opleidingsonderdeel | Te gebruiken leermethode | Waarom deze leermethode? | |
1 | |||
2 | |||
3 | |||
4 | |||
5 |
De inhoud van elk van de 5 gekozen opleidingsonderdelen moet een duidelijk verband hebben met de
inhoud die door de aanbestedende overheid gevraagd wordt onder deel E.2 ("Beschrijving van de uit te voeren diensten").
Om aan te tonen dat de opleiding een evenwichtige mix van leermethodes nastreeft, vermeldt de inschrijver ten hoogste 2-maal dezelfde leermethode (presenteren/doceren, vragen en antwoorden, visual mapping, probleem/casus oplossen, kennis of ervaringen uitwisselen, brainstorming, simulatie, rollenspel, zelfreflectie, …).
Een beschrijving wordt positief beoordeeld (score van 1/1) indien de beschrijving een logisch verband toont tussen de inhoud van het opleidingsonderdeel, de gekozen leermethode en de verantwoording van die keuze. Per ontbrekende opleidingsonderdelen wordt een score van 0/1 gegeven.
2.2. De evaluatie van de verworven kennis en vaardigheden (20/100)
Opdat dit gunningscriterium objectief beoordeeld kan worden, voegt de inschrijver bij de offerte een beschrijving van de inhoud van 5 opleidingsonderdelen, de manier waarop de kennis of vaardigheid die is verworven tijdens elk van deze opleidingsonderdelen, zal worden geëvalueerd, alsook een korte verantwoording waarom voor die evaluatievorm is gekozen.
De inschrijver gebruikt hiervoor het model dat hieronder staat.
Beschrijvingen m.b.t. het gunningscriterium "2.2. De evaluatie van de verworven kennis en vaardigheden" | |||
Inhoud van het opleidingsonderdeel | Te gebruiken evaluatievorm | Waarom deze evaluatievorm? | |
1 | |||
2 | |||
3 | |||
4 | |||
5 |
De inhoud van elk van de 5 gekozen opleidingsonderdelen moet een duidelijk verband hebben met de inhoud die door de aanbestedende overheid gevraagd wordt onder deel E.2 ("Beschrijving van de uit te voeren diensten").
Om aan te tonen dat de opleiding een evenwichtige mix van evaluatievormen nastreeft, vermeldt de inschrijver ten hoogste 3-maal dezelfde evaluatievorm (oefening, vraag en antwoord, discussie, individuele feedback, groepsfeedback, test of vragenlijst met open of gesloten vragen, enquête met open of gesloten vragen, …).
Een beschrijving wordt positief beoordeeld (score van 1/1) indien de beschrijving een logisch verband toont tussen de inhoud van het opleidingsonderdeel, de gekozen leermethode en de verantwoording van die keuze. Per ontbrekende opleidingsonderdelen wordt een score van 0/1 gegeven.
Een beschrijving wordt positief beoordeeld (score van 1/1) indien de beschrijving een logisch verband toont tussen de inhoud van het opleidingsonderdeel, de gekozen evaluatievorm en de verantwoording van die keuze.
C.3.6.2. Eindquotatie
De opdracht zal per perceel worden gegund aan de inschrijver met de hoogste eindquotatie, nadat de aanbestedende overheid ten opzichte van deze inschrijver de juistheid van de impliciete verklaring op erewoord heeft nagegaan en op voorwaarde dat uit de controle blijkt dat de impliciete verklaring op erewoord overeenkomt met de werkelijkheid.
D.1. LEIDEND AMBTENAAR
Voor deze opdracht wordt de volgende leidend ambtenaar aangewezen:
- De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx Dos Xxxxxx Xxxxxxxx, verantwoordelijke van de Academie van de FOD Financiën.
Alleen de leidend ambtenaar is bevoegd voor het toezicht op en de controle over de opdracht. De leidend ambtenaar kan een deel van zijn bevoegdheden overdragen.
Met betrekking tot Verordening 2016-679 "Algemene Verordening Gegevensbescherming" machtigt de aanbestedende overheid, als verwerkingsverantwoordelijke, de leidend ambtenaar of zijn mandataris om namens hem het verwerkingscontract te sluiten (zie D.5) bij het gunnen van de opdracht of dit contract te wijzigen tijdens de uitvoering van de opdracht.
D.2. HERZIENINGSBEPALINGEN
D.2.1. Duur van de opdracht
Overeenkomstig artikel 38 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet deze opdracht in een clausule voor de herziening van de duur van deze opdracht om de continuïteit van de prestaties te waarborgen indien de opdracht die deze opdracht moet opvolgen niet op tijd kan worden gegund. Zes maanden voor de vervaldatum van de overeenkomst kan de aanbestedende overheid de duur van de opdracht eenzijdig wijzigen en de aanvankelijke duur van 4 jaar op 4 jaar en 6 maanden brengen door het eenvoudig versturen van een aangetekend schrijven.
D.2.2. Prijsherziening
Overeenkomstig artikel 38/7 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten voorziet deze opdracht een prijsherzieningsbepaling.
D.2.2.1. Principes en berekening
De opdrachtnemer is verplicht de officieel vastgestelde lonen aan zijn personeel te betalen.
Voor de gevraagde diensten kan een prijsherziening enkel toegepast worden voor schommelingen van de lonen van de medewerkers van de opdrachtnemer. Deze prijsherziening is zowel in min als in meer toepasbaar en kan worden doorgevoerd op initiatief van de aanbestedende overheid en van de opdrachtnemer.
Voor de berekening van de prijsherziening wordt de volgende formule toegepast:
𝑃𝑟 = 𝑃𝑜 × [(0,8 ×
𝑆𝑟
𝑆𝑜
) + 0,2]
Waarbij:
Pr = de herziene prijs;
Po = prijs voor de herziening (= bedrag in de prijsofferte);
Sr = minimumloon op het ogenblik van de aanvraag van de herziening;
So = minimumloon: dit heeft betrekking op de gegevens die 10 dagen vóór de uiterste datum voor de indiening van de offertes gelden.
De prijsherziening kan slechts worden toegepast indien de door te voeren verhoging of verlaging van de prijs ingevolge de aanvraag of het verzoek om prijsherziening ten minste 3 % bedraagt ten opzichte van de prijs vermeld in de offerte (voor de eerste prijsherziening) of t.o.v. de laatste aanvaarde of opgelegde herziene prijs (vanaf de tweede prijsherziening). De prijsherzieningscoëfficiënt zal afgerond worden tot op 4 cijfers na de komma.
Prijsverhogingen worden door de aanbestedende overheid enkel ontvankelijk verklaard voor zover de bewijsstukken voor de verhoging toegevoegd zijn – namelijk de wedde- en loongegevens van het PARITAIR COMITE 200 voor bedienden waarvan haar werknemers afhangen, van toepassing voor “klasse A, B, C of D”, geldig 10 dagen vóór de uiterste datum voor de indiening van de offertes en op het moment van de aanvraag van prijsherziening. Voor de prijsherziening zal het gemiddelde van de klassen A, B, C en D, zonder beroepservaring in aanmerking genomen worden.
Informatie omtrent het paritair comité kan geraadpleegd worden op: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
D.2.2.2. Aanvraag
Ieder verzoek om prijsherziening dient per aangetekend schrijven te worden gericht aan de FOD Financiën, Stafdienst Begroting en Beheerscontrole, Afdeling Vastleggingen, Koning Xxxxxx XX-laan 33 – Toren B22 - bus 787, 1030 Brussel.
Er kan slechts één prijsherziening per jaar worden toegepast. De prijsherziening kan ingaan op:
- de verjaardag van de kennisgeving van de gunning van de opdracht als de opdrachtnemer de aanvraag tot herziening vóór deze datum per aangetekend schrijven heeft verzonden en mits een voorafgaand expliciet en schriftelijk akkoord van de aanbestedende overheid. De prijsherziening heeft enkel betrekking op de handelingen die effectief na de verjaardag van de gunning van de opdracht gepresteerd zijn;
- de eerste dag van de maand volgend op de verzending van het aangetekend schrijven als de opdrachtnemer een of meer verjaardagen heeft laten voorbijgaan en mits een voorafgaand expliciet en schriftelijk akkoord van de aanbestedende overheid. De prijsherziening heeft enkel betrekking op de handelingen die effectief na voormelde eerste dag van de maand gepresteerd zijn;
- OPGELET: de opdrachtnemer moet ieder jaar een nieuwe aanvraag indienen voor de herziening van de prijzen van de diensten die na de eerstvolgende verjaardag zullen worden gepresteerd.
D.2.3. Heffing die een weerslag heeft op het bedrag van de opdracht
Overeenkomstig artikel 38/8 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een prijsherzieningsclausule voor de herziening van de prijzen ten gevolge van een wijziging van de heffingen in België die een weerslag hebben op het opdrachtbedrag.
Een dergelijke prijsherziening is enkel mogelijk tegen de volgende voorwaarden:
1. de prijsherziening volgt op een wijziging van de heffingen in België;
2. de heffingen hebben een weerslag op het opdrachtbedrag;
3. de wijziging is in werking getreden na de tiende dag die het uiterste tijdstip voor ontvangst van de offertes voorafgaat;
4. deze heffingen komen niet rechtstreeks of onrechtstreeks voor in de prijsherzieningsformule beoogd in D.2.2. "Prijsherziening".
D.2.4. Onvoorziene omstandigheden in hoofde van de opdrachtnemer
Overeenkomstig de artikelen 38/9 en 38/10 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule voor de herziening van de opdracht wanneer het contractueel evenwicht van de opdracht wordt ontwricht in het nadeel of in het voordeel van de opdrachtnemer om welke omstandigheden ook die vreemd zijn aan de aanbesteder.
De omvang van het door de opdrachtnemer geleden nadeel of voordeel wordt uitsluitend beoordeeld op basis van de elementen die eigen zijn aan de huidige opdracht.
D.2.5. Feiten van de aanbesteder en van de opdrachtnemer
Overeenkomstig artikel 38/11 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule voor de herziening van de opdrachtvoorwaarden wanneer de aanbesteder of de opdrachtnemer ten gevolge van nalatigheden, vertragingen of welke feiten ook die ten laste van de andere partij kunnen worden gelegd, een vertraging of een nadeel heeft geleden.
De herziening kan bestaan uit een of meerdere van volgende maatregelen:
1. de aanpassing van de contractuele bepalingen, inclusief de verlenging of de inkorting van de uitvoeringstermijnen;
2. een schadevergoeding;
3. de verbreking van de opdracht.
D.2.6. Vergoeding voor schorsingen op bevel van de aanbesteder en incidenten bij de uitvoering
Overeenkomstig artikel 38/12 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, voorziet de huidige opdracht een herzieningsclausule in geval van schorsingen op bevel van de aanbesteder onder de volgende cumulatieve voorwaarden:
1. de schorsing overschrijdt in totaal één twintigste van de uitvoeringstermijn en minstens tien werkdagen of vijftien kalenderdagen, naargelang de uitvoeringstermijn uitgedrukt is in werk- of kalenderdagen;
2. de schorsing is niet het gevolg van ongunstige weersomstandigheden of van andere omstandigheden waaraan de aanbesteder vreemd is waardoor de opdracht, naar oordeel van de aanbesteder, niet zonder bezwaar op dat ogenblik kan worden verdergezet;
3. de schorsing vindt plaats binnen de uitvoeringstermijn van de opdracht.
In dat geval kan de opdrachtnemer een schadevergoeding krijgen die is vastgelegd op 25 euro per werkdag/kalenderdag voor de schorsingen op bevel van de aanbestedende overheid.
D.2.7. Vervanging van de opdrachtnemer
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om, zonder nieuwe plaatsingsprocedure, over te gaan tot vervanging van de opdrachtnemer:
- Wanneer het gaat om een rechtsopvolging onder algemene of gedeeltelijke titel van de opdrachtnemer, ten gevolge van een herstructurering van de onderneming (onder meer door overname, fusie, acquisitie of insolventie), door een andere ondernemer die voldoet aan de aanvankelijk vastgestelde selectiecriteria. In dat geval vervangt de ondernemer die de opdrachtnemer opvolgt deze opdrachtnemer, voor zover aan de volgende voorwaarden voldaan wordt:
• Deze vervanging geen andere wezenlijke wijzigingen in de opdracht meebrengt ;
• Deze vervanging niet bedoeld is om de reglementering inzake overheidsopdrachten te omzeilen ;
• De opdrachtgever voorafgaandelijk schriftelijk instemt met de vervanging.
- Wanneer de opdrachtnemer in gebreke blijft wat betreft artikel 44 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten. In dit geval kan de opdrachtnemer die in gebreke blijft, vervangen worden door de inschrijvers die als tweede en volgende stonden gerangschikt in het kader van de initieel georganiseerde plaatsingsprocedure. Om tot deze vervanging over te gaan, zal eerst aan de inschrijver die als tweede gerangschikt stond gevraagd worden, om de opdracht waarvan de opdrachtnemer in gebreke blijft, verder te zetten/over te nemen. Als de opdrachtnemer die als tweede gerangschikt stond de opdracht niet verder wenst te zetten/over te nemen, zal de inschrijver die als derde gerangschikt stond gecontacteerd worden. Opdat deze vervanging mogelijk zou zijn, moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden :
• De opdrachtnemer blijft in gebreke in verband met artikel 44 van het Koninklijk besluit van
14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten ;
• De opdrachtnemer is, na het verstrijken van de in artikel 44, § 2, van het het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten gestelde termijn om zijn verweermiddelen te doen gelden, inactief gebleven of heeft middelen aangevoerd die door de aanbestedende overheid als niet gerechtvaardigd worden beoordeeld ;
• De vervangende inschrijver is bereid de opdracht verder te zetten/over te nemen tegen de voorwaarden van de door hem ingediende offerte in het kader van de initieel georganiseerde plaatsingsprocedure.
- in de gevallen voorzien door artikel 62 en 62/1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot vaststelling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten.
D.3. PROCES VOOR DE UITVOERING VAN DE OPDRACHT: HET CASCADEMECHANISME
D.3.1.3. Algemeen
Deze opdracht betreft een raamovereenkomst met maximaal 3 opdrachtnemers (artikel 43 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten).
De inschrijver aanvaardt door het indienen van zijn offerte het proces en de wijze van uitvoering van de opdracht zoals hieronder beschreven.
In functie van de ontvangen offertes en de gunningscriteria zal de aanbestedende overheid een rangschikking opstellen waarbij de drie economisch meest voordelige offertes die in aanmerking komen voor de gunning, zullen worden gerangschikt met het oog op de uitvoering van de opdracht.
Bij een cascadesysteem ligt deze rangschikking vast. De aldus geselecteerde opdrachtnemers zullen via het hieronder beschreven cascademechanisme uitgenodigd worden voor de uitvoering van de opdracht.
De eerst gerangschikte opdrachtnemer krijgt als eerste de gelegenheid om iedere bestelling uit te voeren. Wanneer de eerst gerangschikte opdrachtnemer de bestelling niet aanvaardt, krijgt de tweede in de rangschikking de gelegenheid om de bestelling uit te voeren. Wanneer de tweede in de rangschikking de bestelling niet aanvaardt, krijgt de derde in de rangschikking de gelegenheid om de bestelling uit te voeren.
Alle bestellingen worden geplaatst deze voorwaarden, zonder dat de opdrachtnemers in de rangschikking opnieuw in mededinging worden gesteld.
D.3.1.4. Stappen in het cascademechanisme
Stap 1
De gebruikende partij verstuurt een bestelling naar de eerst gerangschikte opdrachtnemer. De eerst gerangschikte opdrachtnemer kan de bestelling aanvaarden of weigeren.
De opdrachtnemer moet de bestelling aanvaarden of weigeren binnen de twee werkdagen die volgen op de dag waarop de gebruikende partij de bestelling heeft verstuurd, tenzij de gebruikende partij een langere termijn bepaalt bij de bestelling.
Stap 2
Als de eerst gerangschikte opdrachtnemer de bestelling weigert of buiten de bepaalde termijn antwoordt, wordt de aanvraag naar de tweede gerangschikte opdrachtnemer verstuurd conform het cascademechanisme.
De tweede gerangschikte opdrachtnemer kan de bestelling aanvaarden of weigeren.
De opdrachtnemer moet de bestelling aanvaarden of weigeren binnen de twee werkdagen die volgen op de dag waarop de gebruikende partij de bestelling heeft verstuurd, tenzij de gebruikende partij een langere termijn bepaalt bij de bestelling.
Stap 3
Als de tweede gerangschikte opdrachtnemer de bestelling weigert of buiten de bepaalde termijn antwoordt, wordt de aanvraag naar de derde gerangschikte opdrachtnemer verstuurd conform het cascademechanisme.
De derde gerangschikte opdrachtnemer kan de bestelling aanvaarden of weigeren.
De opdrachtnemer moet de bestelling aanvaarden of weigeren binnen de twee werkdagen die volgen op de dag waarop de gebruikende partij de bestelling heeft verstuurd, tenzij de gebruikende partij een langere termijn bepaalt bij de bestelling.
Het weigeren van een bestelling zal geen gevolgen hebben voor de opdrachtnemer die de bestelling weigert.
Indien er volgens het cascademechanisme geen andere opdrachtnemers meer zijn, kan het mechanisme bij stap 1 herbeginnen.
D.4. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE OPDRACHTNEMER
Overeenkomstig artikel 152 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten draagt de dienstverlener de volle aansprakelijkheid voor de fouten en nalatigheden die in de verleende diensten voorkomen, inzonderheid in de studies, de berekeningen, de plannen of in alle andere ter uitvoering van de opdracht door hem voorgelegde stukken.
Overeenkomstig artikel 46 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten vrijwaart de opdrachtnemer de aanbesteder in voorkomend geval tegen elke schadevergoeding die deze aan derden verschuldigd is op grond van zijn vertraging in de uitvoering van de opdracht.
De aanbestedende overheid kan in geen geval aansprakelijk worden gesteld voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten die nodig zijn voor de uitvoering van deze opdracht. De opdrachtnemer vrijwaart de aanbestedende overheid tegen elke eis tot schadevergoeding van derden in dit verband.
D.5. BIJZONDERE VERBINTENIS VOOR DE OPDRACHTNEMER
De opdrachtnemer en zijn medewerkers zijn gebonden door discretieplicht met betrekking tot informatie waarvan zij weet krijgen bij de uitvoering van de opdracht. Deze discretieplicht is van toepassing op alle soorten informatie (professionele gegevens, privé-gegevens, enz.). De informatie kan in geen geval zonder schriftelijke toestemming van de aanbestedende overheid meegedeeld worden aan derden. De opdrachtnemer mag deze opdracht wel opgeven als referentie.
D.6. BESCHERMING VAN PERSOONLIJKE GEGEVENS
De opdrachtnemer en de aanbestedende overheid verzekeren het vertrouwelijk karakter van elke informatie, die wordt bekomen in het kader van de opdracht en verspreiden deze enkel onder derden na het bekomen van een geschreven akkoord van de degene die er belang bij heeft.
Bescherming van persoonsgegevens (Verordening 2016-679 “Algemene Verordening Gegevensbescherming”).
In het kader van deze opdracht wordt de inschrijver verzocht in de loop van de procedure maar vóór de gunning de verwerkersovereenkomst te onderschrijven in tweevoud en ze op te sturen naar de aanbestedende overheid door deze te adresseren zoals voor de offerte zelf (zie modelovereenkomst als bijlage, deze modelovereenkomst wordt door de overheid aangepast in functie van de concreet af te sluiten verwerkersovereenkomst wanneer ze voor handtekening aan de inschrijver wordt toegestuurd). Deze verwerkersovereenkomst kan latere wijzigingen ondergaan naargelang de uitvoering van de opdracht hiertoe noodzaakt.
D.7. OPLEVERING VAN DE UITGEVOERDE DIENSTEN
De prestaties zullen tijdens hun uitvoering nauwlettend worden opgevolgd door een afgevaardigde van de aanbestedende overheid. De identiteit van deze afgevaardigde zal aan de dienstverlener worden meegedeeld op het ogenblik dat de uitvoering van de diensten van start gaat.
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 kalenderdagen vanaf de datum van de volledige afronding van een opleiding om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen.
De voorlopige gedeeltelijke oplevering gebeurt stilzwijgend na het verstrijken van de verificatietermijn, indien er geen opmerkingen of klachten hangende zijn.
Opmerkingen of klachten zullen per e-mail aan de dienstverlener worden meegedeeld. Enkel (stilzwijgend) opgeleverde diensten mogen worden gefactureerd.
De definitieve oplevering betekent de volledige voltooiing van alle op grond van deze opdracht uitgevoerde tussenkomsten.
D.8. BORGTOCHT
Overeenkomstig artikel 25 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, is voor raamovereenkomsten een borg per bestelling vereist vanaf het moment dat de uitvoeringstermijn van de bestelling een periode van 45 dagen of een bedrag van 50.000 euro exclusief BTW overschrijdt.
Het bedrag van de borg is 5% van het bedrag van de bestelling. Het aldus verkregen bedrag wordt naar boven afgerond op de dichtstbijzijnde tien euro.
D.8.1. Borgtochtstelling
Overeenkomstig de wets- en reglementsbepalingen ter zake kan de borgtocht in speciën, in publieke fondsen of in de vorm van een gezamenlijke borgtocht worden gesteld.
De borgtocht kan eveneens worden gesteld via een waarborg toegestaan door een kredietinstelling die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving op het statuut van en de controle op de kredietinstellingen of door een verzekeringsonderneming die voldoet aan de voorschriften van de wetgeving betreffende de controle der verzekeringsondernemingen en die is toegelaten tot tak 15 (borgtocht).
De opdrachtnemer moet, binnen 30 kalenderdagen volgend op de dag waarop de opdracht wordt gesloten, het bewijs leveren dat hij of een derde de borgtocht op een van de volgende wijzen heeft gesteld:
1. wanneer de borgtocht in speciën wordt gesteld, door storting van het bedrag op de Bpost- bankrekening van de Deposito- en Consignatiekas (NB – zie informatie voor de inschrijving online hieronder) of van een openbare instelling die een functie vervult die gelijkaardig is met die van genoemde Kas, hierna openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult genoemd;
2. wanneer de borgtocht uit publieke fondsen bestaat, door neerlegging van deze voor rekening van de Deposito- en Consignatiekas in handen van de Rijkskassier op de zetel van de Nationale Bank te Brussel of bij een van haar provinciale agentschappen of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
3. wanneer de borgtocht wordt gedekt door een gezamenlijke borgtochtmaatschappij, door neerlegging via een instelling die deze activiteit wettelijk uitoefent, van een akte van solidaire borg bij de Deposito- en Consignatiekas of bij een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. wanneer de borgtocht gesteld wordt door middel van een waarborg door de verbintenisakte van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming.
Dit bewijs wordt geleverd, naargelang het geval, door overlegging aan de aanbesteder van:
1. hetzij het ontvangstbewijs van de Deposito- en Consignatiekas of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
2. hetzij het debetbericht van de kredietinstelling of van de verzekeringsonderneming;
3. hetzij het deposito-attest van de Rijkskassier of van een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
4. hetzij de originele akte van solidaire borg, geviseerd door de Deposito- en Consignatiekas of een openbare instelling die een gelijkaardige functie vervult;
5. hetzij het origineel van de verbintenisakte opgemaakt door de kredietinstelling of de verzekeringsonderneming die een waarborg heeft toegestaan.
Deze documenten, ondertekend door de deponent, vermelden waarvoor de borgtocht werd gesteld en de precieze bestemming, bestaande uit de beknopte gegevens betreffende de opdracht en verwijzing naar de opdrachtdocumenten, alsmede de naam, de voornamen en het volledige adres van de opdrachtnemer en eventueel deze van de derde die voor rekening van de opdrachtnemer het deposito heeft verricht, met de vermelding "geldschieter" of "gemachtigde", naargelang het geval.
De hierboven vermelde termijn van 30 kalenderdagen wordt opgeschort tijdens de sluitingsperiode van de onderneming van de opdrachtnemer voor de betaalde jaarlijkse vakantiedagen en de inhaalrustdagen die op reglementaire wijze of in een algemeen bindende collectieve arbeidsovereenkomst werden bepaald.
INFORMATIE VOOR DE INSCHRIJVING ON LINE BIJ DE DEPOSITO- EN CONSIGNATIEKAS
De procedure voor het storten van een borgtocht in geld is gewijzigd sinds de ingebruikname van de applicatie e-DEPO bij de Deposito- en Consignatiekas (DCK).
Stappen :
1. Opening van een dossier on-line op e-DEPO via de op de website vermelde link xxxxx://xxxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxx.
2. Zodra het dossier geopend is, worden de betalingsinstructies op het scherm getoond en een kopie van deze instructies wordt per e-mail opgestuurd.
3. Na ontvangst van het geld op de bankrekening van de DCK wordt een akte van borgstelling opgemaakt en deze moet rechtstreeks in de applicatie e-DEPO opgeladen worden;
4. Een kopie van deze akte van borgstelling moet worden opgestuurd naar xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx.
Voor vragen over borgtochten in geld kan contact opgenomen worden met xxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx.
Voor vragen over solidaire borgen kan contact opgenomen worden met xxxxxxxxx.xxxxxx@xxxxxx.xxx.xx
BEGUNSTIGDE(N) VAN DE BORGTOCHT
Vul hier de contactgegevens in van de administratie(s) die vragen om de borgtocht te plaatsen. Vraag deze gegevens zo nodig aan deze administratie(s).
BEGUNSTIGDE 1
Ondernemingsnr.: BE0308357159
E-mailadres: xxxxxxxxxxxxx.xxxxxxxxxxx.xxx@xxxxxx.xxx.xx Telefoonnr.: 02 576 66 81
Naam Administratie : FOD Financiën – Begroting en Beheerscontrole – Afdeling Vastleggingen
Voor de borgtochten bij een bank moet het origineel van het bewijs van de borgstelling naar het volgende adres worden verstuurd:
Federale Overheidsdienst FINANCIEN
Stafdienst Begrotings- en Beheerscontrole - Afdeling Vastleggingen Ter attentie van Xxxxxxx Xxxxxxxxx XXXXXXX
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, xxxxxxx 000 – Xxxx X00
1030 BRUSSEL
BELANGRIJKE OPMERKING
Het nummer van de bestelbon (4500XXXXXX) (indien gekend) en het referentienummer van het bestek moeten op het bewijs van de borgtochtstelling worden vermeld.
D.8.2. Vrijgave van de borgtocht
In overeenstemming met artikel 33 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt de borgtocht in één keer vrijgegeven na de voorlopige oplevering van elke bestellingen die worden uitgevoerd op basis van het contract dat op grond van dit bestek werd gesloten.
D.9. UITVOERING VAN DE DIENSTEN
D.9.1. Kick-off
Er zal een opstartvergadering ("kick-off meeting") worden georganiseerd tussen de aanbestedende overheid en de opdrachtnemer op basis van een tussen beide partijen overeengekomen agenda. Deze opstartvergadering zal ofwel online ofwel in de lokalen van de FOD Financiën plaatsvinden.
Deze vergadering zal de leidend ambtenaar en/of zijn afgevaardigde(n) in staat stellen om er zich van te vergewissen of de opdrachtnemer alle nodige maatregelen heeft genomen voor het plannen, opstarten en uitvoeren van de bestellingen. In de loop van deze vergadering moet de opdrachtnemer de nodige verduidelijkingen aanbrengen en moet hij de aandacht van de leidend ambtenaar en/of zijn afgevaardigde(n) vestigen op de prestaties die, in dat stadium van de overeenkomst, nog niet duidelijk zijn vastgesteld of gepland en op de acties die de opdrachtnemer plant om daaraan te verhelpen.
Als de opdracht vereist dat de aanbesteder een planning van de prestaties verstrekt, zal van de opstartvergadering gebruik worden gemaakt om de verwachtingen van de leidend ambtenaar en/of zijn afgevaardigde(n) over de inhoud van die planning te verduidelijken.
Zo nodig zal deze vergadering ook worden gebruikt om de inhoud van alle contractuele documenten gestructureerd en gericht te onderzoeken (bestelbrief, offerte, bestek, documentatie waarnaar het bestek verwijst) om er zeker van te zijn dat na de vergadering alle contractuele bepalingen door de beide partijen (administratie en opdrachtnemer) op dezelfde wijze worden begrepen en geïnterpreteerd.
Het is noodzakelijk dat de volgende inlichtingen minstens 3 kalenderdagen vóór de opstartvergadering door de leidend ambtenaar en/of zijn afgevaardigde(n) aan de opdrachtnemer ter beschikking worden gesteld:
- De lijst van de vragen en punten die moeten worden verduidelijkt;
- De thema’s die in de loop van de vergadering moeten worden besproken;
- Zo nodig bepaalde modaliteiten.
De leidend ambtenaar en/of zijn afgevaardigde(n) maakt (maken) van de opstartvergadering een officieel verslag. In dat verslag staan de thema’s en vragen die tijdens de vergadering werden besproken. Dit verslag moet zowel door de leidende ambtenaar en/of zijn afgevaardigde als door de opdrachtnemer worden ondertekend voor akkoord.
Het aantal deelnemers aan de vergadering moet tot het strikte minimum worden beperkt. Dit geldt voor de beide partijen.
D.9.2. Uitvoeringstermijn
De opdrachtnemer moet de diensten kunnen beginnen binnen een maximale termijn van 4 maanden na de kennisgeving van de opdracht.
D.9.3. Plaats waar de diensten moeten worden uitgevoerd
De opleidingen moeten worden gegeven in de opleidingsruimten die ter beschikking zijn gesteld door de opdrachtnemer.
Alleen opleidingsruimten die beschreven staan in de contractuele documenten, mogen tijdens de opleiding worden gebruikt.
D.9.4. Planning voor de uitvoering van de diensten
De planning van de uit te voeren diensten ziet er als volgt uit:
1. Opstartvergadering: de opdrachtnemer maakt zich binnen de 3 weken volgend op de gunning van de opdracht vrij om deel te nemen aan de opstartvergadering ("kickoff meeting").
2. Pilootgroep: de Academie van de FOD Financiën stelt de deelnemerslijst van de pilootgroep samen en plant, in samenspraak met zowel de pilootgroep als de opdrachtnemer, een opleidingsdatum in voor de eerste opleidingssessie, ten laatste 4 maanden na de datum van gunning van de opdracht.
3. Voorlopige versie van de syllabus: de opdrachtnemer levert ten laatste 8 weken voor de start van de eerste opleidingssessie een voorlopige versie van de syllabus.
4. Voorlopige versie van het opleidingsplan: de opdrachtnemer levert ten laatste 8 weken voor de start van de eerste opleidingssessie een voorlopige versie van het opleidingsplan.
5. Eerste opleidingssessie: de pilootgroep volgt de eerste opleidingssessie en geeft hierover feedback aan de Academie van de FOD Financiën; deze laatste communiceert aan de opdrachtnemer op welke punten de syllabus en/of het opleidingsplan gewijzigd moeten worden.
6. Definitieve versie van de syllabus: de opdrachtnemer levert ten laatste 8 weken na de opleidingssessie van de pilootgroep de definitieve versie van de syllabus.
7. Definitieve versie van het opleidingsplan: de opdrachtnemer levert ten laatste 8 weken na de opleidingssessie van de pilootgroep de definitieve versie van het opleidingsplan.
8. Validatie van de syllabus en van het opleidingsplan: de Academie van de FOD Financiën valideert beide documenten.
9. Opleidingsgroepen: de Academie van de FOD Financiën stelt de deelnemerslijsten van de opleidingsgroepen samen en plant, in samenspraak met de opdrachtnemer, de opleidingsdata.
10. Telkens wanneer de Academie van de FOD Financiën een voorstel van opleidingsdata vraagt aan de opdrachtnemer, levert de opdrachtnemer binnen de 10 werkdagen een voorstel; de door de opdrachtnemer voorgestelde opleidingsdata moeten binnen de 3 maanden volgend op de datum van de vraag liggen.
11. Ten laatste 2 werkdagen na de afloop van een opleidingssessie bezorgt de opdrachtnemer, per e-mail, een bewijs van deelname aan elke deelnemer die de opleiding heeft gevolgd.
12. Ten laatste 2 werkdagen na de afloop van een opleidingssessie bezorgt de opdrachtnemer, per e-mail, alle bewijzen van deelname aan de Academie van de FOD Financiën.
13. Ten laatste 2 werkdagen na de afloop van een opleidingssessie bezorgt de opleider, per e- mail, een gescande kopie van de aanwezigheidslijst aan de Academie van de FOD Financiën.
14. De opdrachtnemer en de Academie van de FOD Financiën houden een feedbackvergadering, wanneer de evaluatie van een opleidingssessie dit noodzaakt (zie onderdeel D.8.8, "Evaluatie van de uitgevoerde diensten").
Alleen in noodgevallen en in gevallen van overmacht kan afgeweken worden van de bovenstaande planning.
D.9.5. Xxxxxxxxx van een opleidingsdag
D.9.5.1. Door de gebruikende partij
Wanneer de gebruikende partij een bestelde opleidingsdag annuleert, zal de opdrachtnemer geen aanspraak kunnen maken op enige schadevergoeding indien de annulering gebeurt binnen 10 kalenderdagen of meer voorafgaand aan de opleidingsdag.
Wanneer de annulering gebeurt:
1. tussen 9 en 5 kalenderdagen vóór de opleiding, dan mag de dienstverlener 30% van het dagtarief factureren;
2. tussen 4 en 1 kalenderdag(en) vóór de opleiding of op de eigenlijke dag van de opleiding, dan mag de dienstverlener 60% van het dagtarief factureren.
De dienstverlener zal geen aanspraak kunnen maken op enige financiële compensatie in geval van annulering om de volgende redenen, en dat ongeacht het tijdstip van annulering:
1. staking bij het openbaar vervoer;
2. weersomstandigheden die het openbaar vervoer en het verkeer verstoren (kabelbreuk, verstoord verkeer door hevige sneeuwval enz.);
3. terreurdreiging;
4. een ander geval van overmacht.
D.9.5.2. Door de opdrachtnemer
Wanneer de opdrachtnemer een bestelde opleidingsdag annuleert, zal de FOD Financiën geen prijsvermindering kunnen vragen voor de vervangende opleidingsdag als de annulering gebeurt binnen 10 kalenderdagen of meer voorafgaand aan de opleidingsdag.
Wanneer de annulering gebeurt:
1. tussen 9 en 5 kalenderdagen vóór de opleidingsdag, dan mag de FOD Financiën voor de vervangende opleidingsdag een vermindering vragen van 30% van de prijs van de opleidingsdag;
2. tussen 4 en 1 kalenderdag(en) vóór de opleidingsdag of op de eigenlijke dag van de opleiding, dan mag de FOD Financiën voor de vervangende opleidingsdag een vermindering vragen van 60% van de prijs van de opleidingsdag.
De FOD Financiën zal, in geval van annulering om de volgende redenen, voor de vervangende opleidingsdag geen aanspraak kunnen maken op enige prijsvermindering, en dat ongeacht het tijdstip van annulering:
- weersomstandigheden die het openbaar vervoer en het verkeer verstoren (kabelbreuk, verstoord verkeer door hevige sneeuwval enz.);
- terreurdreiging;
- pandemie;
- een ander geval van overmacht dat aan de hand van een attest kan worden aangetoond (bijvoorbeeld: ziekte van de trainer).
D.9.6. Virtuele opleidingen
De opdrachtnemer mag geen enkel onderdeel van deze opleiding online (als een virtuele klas) geven. In geval van overmacht moet de opdrachtnemer de opleiding uitstellen tot op een latere datum zonder hiervoor extra kosten aan te rekenen.
D.9.7. Personeel van de dienstverlener
Voor deze opdracht heeft de opdrachtnemer een opleidingscoördinator aangeduid die hem zal vertegenwoordigen in zijn contacten met de Academie van de Federale Overheidsdienst Financiën. De opdrachtnemer zal ook een back-up coördinator aanstellen die verantwoordelijk zal zijn voor het overnemen van de taken van de eerste coördinator als deze afwezig is.
Deze coördinator zal o.a. instaan voor de volgende taken:
1. het inplannen van de opleidingsdata;
2. het versturen van de voorlopige en definitieve versies van de syllabus en het opleidingsplan;
3. het verzamelen en versturen van de aanwezigheidslijsten;
4. het afleveren van de in het kader van de opleiding gevraagde attesten of certificaten;
5. het beantwoorden van vragen van de Academie van de Federale Overheidsdienst Financiën betreffende de uitgevoerde diensten;
6. het beantwoorden van vragen van de Academie van de Federale Overheidsdienst Financiën betreffende de facturatie.
De naam en contactgegevens van deze coördinatoren zullen in bijlage F.4 van de offerte staan.
De Federale Overheidsdienst Financiën moet akkoord gaan met de samenstelling van het team van opleiders dat wordt voorgesteld in het kader van dit bestek. De opleiders die worden voorgesteld voor de uitvoering van de opdracht, moeten dezelfde zijn als de in de offerte voorgestelde personen.
De opdrachtnemer garandeert voor de volle duur van het contract de stabiliteit van het opleidersteam dat wordt belast met de uitvoering van de opdracht. Tijdens de uitvoering zal de opdrachtnemer geen wijzigingen aanbrengen in de samenstelling van het opleidersteam zonder voorafgaande toelating door de Federale Overheidsdienst Financiën. De lesgevers moeten rekening houden met de opmerkingen van de aanbestedende overheid wat betreft de inhoud en de presentatie van de opleiding.
Het feit dat de opdrachtnemer het geheel of een gedeelte van zijn verbintenissen aan derden toevertrouwt, ontslaat hem niet van zijn verantwoordelijkheid tegenover de Federale Overheidsdienst Financiën. Deze laatste erkent geen enkele contractuele band met die derden.
De opdrachtnemer en zijn medewerkers verbinden zich ertoe de administratieve procedure van de Academie van de FOD Financiën te volgen, bijvoorbeeld door de aanwezigheden van de deelnemers te registreren en het uurrooster te respecteren. De administratieve procedure zal verduidelijkt worden tijdens de opstartvergadering.
De Federale Overheidsdienst Financiën kan de onmiddellijke vervanging eisen van één of meer personen van het opleidersteam van de opdrachtnemer, indien zij meent dat hun kwalificaties of hun prestaties de goede uitvoering van de opdracht in het gedrang brengen. De vervanging dient plaats te vinden binnen 5 werkdagen na het verzoek vanwege de Federale Overheidsdienst Financiën en dient kosteloos te geschieden.
Indien een opleider vervangen dient te worden, wordt verwacht dat de vervanger minstens een gelijkwaardig niveau van kennis en werkervaring bezit. De vervanger moet beschikken over een cv dat voldoet aan de vereisten die zijn bepaald onder punt E.6 (“Profiel van de opleiders”) en moet ook beschikken over referenties die voldoen aan de selectiecriteria die zijn bepaald onder punt C.3.3.1 (“Selectiecriterium met betrekking tot de technische bekwaamheid en beroepsbekwaamheid”). Het cv en de referenties van de vervanger moeten ter evaluatie aan de aanbestedende overheid worden voorgelegd voordat een nieuwe opleidingssessie kan plaatsvinden.
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor een voorgestelde vervanger te weigeren
D.9.8. Evaluatie van de uitgevoerde diensten
De diensten zullen tijdens hun uitvoering nauwlettend worden opgevolgd door een afgevaardigde van de aanbestedende overheid. De identiteit van deze afgevaardigde zal aan de opdrachtnemer worden medegedeeld op het ogenblik dat met de uitvoering van de diensten zal worden gestart.
Opmerkingen zullen onmiddellijk aan de opdrachtnemer worden bezorgd door middel van een e- mailbericht en nadien worden bevestigd door middel van een (digitaal) aangetekend schrijven.
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen vanaf de datum van de volledige beëindiging van een opleiding om de formaliteiten betreffende de oplevering te vervullen en aan de opdrachtnemer kennis te geven van het resultaat daarvan.
De FOD Financiën maakt gebruik van een evaluatieformulier (“happy sheet”) uitgewerkt dat de deelnemers invullen na afloop van elke opleiding. Daarin gaat het over de mate waarin de opleiding aan hun verwachtingen beantwoordde. Indien er uit de evaluaties blijkt dat de algemene score van de opleiding en/of de score van de lesgever tussen de 60 en de 80% ligt, dan zal de FOD contact opnemen met de firma om een informatieve feedbackvergadering in te plannen. Tijdens de vergadering bekijken we samen de positieve en negatieve aspecten van de opleiding en/of lesgever volgens de deelnemers. We bespreken ook samen de feedback van de lesgever. De prestaties worden als geleverd beschouwd.
Indien er uit de evaluaties blijkt dat de algemene score van de opleiding en/of de score van de lesgever lager is dan 60 %, dan zal de FOD een feedbackvergadering inplannen. Tijdens de vergadering zal, in onderling overleg en in functie van het vastgestelde probleem, bekeken worden welke tegemoetkoming noodzakelijk is (bijvoorbeeld een gratis contactmoment om onvoldoende behandelde materie te hernemen, eventueel met een andere lesgever, met behulp van oefeningen, een Q&A sessie). De prestaties zullen pas als geleverd worden beschouwd nadat de tegemoetkoming werd verricht.
D.9.9. Naleving van de toepasselijke wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen
In het kader van de uitvoering van deze opdracht leeft de opdrachtnemer de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake de openbare weg, hygiëne, arbeidsbescherming na, evenals de bepalingen van de collectieve, nationale, gewestelijke, lokale of bedrijfsovereenkomsten.
De inschrijver verbindt zich ertoe om, tot de volledige uitvoering van de opdracht, de volgende verdragen/overeenkomsten na te leven:
- Overeenkomst nr. 87 van de IAO betreffende de vrijheid tot het oprichten van vakverenigingen en de bescherming van het vakverenigingsrecht.
- Overeenkomst nr. 98 van de IAO betreffende de toepassing van de beginselen van het recht zich te organiseren en collectief te onderhandelen.
- Overeenkomst nr. 29 van de IAO betreffende de gedwongen of verplichte arbeid.
- Overeenkomst nr. 105 van de IAO betreffende de afschaffing van gedwongen arbeid.
- Overeenkomst nr. 138 van de IAO betreffende de minimumleeftijd voor toelating tot het arbeidsproces.
- Overeenkomst nr. 111 van de IAO betreffende discriminatie in arbeid en beroep.
- Overeenkomst nr. 100 van de IAO betreffende gelijke beloning.
- Overeenkomst nr. 182 van de IAO over de ergste vormen van kinderarbeid.
- Verdrag van Wenen ter bescherming van de ozonlaag en het bijbehorende Protocol van Montreal betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken.
- Verdrag van Bazel inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan (Verdrag van Bazel).
- Verdrag van Stockholm inzake persistente organische verontreinigende stoffen.
- Verdrag van Rotterdam van 10 september 1998 inzake de procedure met betrekking tot voorafgaande geïnformeerde toestemming ten aanzien van bepaalde gevaarlijke chemische stoffen en pesticiden in de internationale handel (UNEP/FAO) (PIC-Verdrag), en de 3 regionale protocollen.
Het niet naleven van deze verbintenis wordt op grond van artikel 44, §1, 1° van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten beschouwd als het niet uitvoeren van de opdracht volgens de voorschriften bepaald in de opdrachtdocumenten, wat aanleiding zal geven tot het in gebreke stellen van de opdrachtnemer en kan, op basis van artikel 47, §2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013, aanleiding geven tot de toepassing van ambtshalve maatregelen, meer bepaald het eenzijdig verbreken van de opdracht.
D.9.10. Onderaannemers
Overeenkomstig artikel 12, §1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, wordt er aan herinnerd dat de opdrachtnemer aansprakelijk blijft ten opzichte van de aanbesteder wanneer hij de uitvoering van zijn verbintenissen geheel of gedeeltelijk aan derden toevertrouwt. De aanbestedende overheid heeft geen enkele contractuele band met die derden.
Overeenkomstig artikel 12/1 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, maakt de opdrachtnemer, ten laatste bij de aanvang van de uitvoering van de opdracht de volgende gegevens over aan de aanbesteder: naam, contactgegevens en wettelijke vertegenwoordigers van alle onderaannemers, ongeacht hun aandeel of plaats in de keten van onderaanneming, die bij de uitvoering van de werken of het verrichten van de diensten betrokken zijn, voor zover deze gegevens op dat moment bekend zijn. Hetzelfde geldt bij opdrachten voor diensten die ter plaatse onder rechtstreeks toezicht van de aanbesteder moeten worden uitgevoerd. De opdrachtnemer is tijdens de volledige looptijd van de opdracht gehouden de aanbesteder onverwijld in kennis te stellen van alle wijzigingen van deze gegevens, alsmede van de vereiste gegevens betreffende eventuele nieuwe onderaannemers die hij nadien bij de verlening van deze diensten zal betrekken. Deze gegevens worden verstrekt in de offerte.
Overeenkomstig artikel 12/2 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, controleert de aanbestedende overheid of er, in hoofde van de rechtstreekse onderaannemer(s) van de opdrachtnemer, uitsluitingsgronden bestaan in de zin
van artikels 67 tot 69 van de Wet van 17 juni 2016 inzake overheidsopdrachten. De aanbestedende overheid kan ook nagaan of er in hoofde van een onderaannemer verderop in de onderaannemingsketen gronden tot uitsluiting voorhanden zijn. De aanbestedende overheid verzoekt dat de opdrachtnemer de nodige maatregelen neemt teneinde in de vervanging te voorzien van de onderaannemer over wie in het onderzoek een uitsluitingsgrond aan het licht is gekomen.
Overeenkomstig artikel 12/4 van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten, moeten de onderaannemers, op welke plaats in de onderaannemingsketen zij ook optreden en in verhouding tot het deel van de opdracht dat zij uitvoeren, voldoen aan de minimumeisen inzake technische en beroepsbekwaamheid die door dit bestek zijn opgelegd.
D.10. E-FACTURERING (XML) EN BETALING
De facturatie, te onderwerpen aan de btw, zal maandelijks gebeuren, na effectieve en correcte prestatie van de diensten.
Voor de FOD Financiën moeten de facturen worden opgemaakt op naam van :
Federale Overheidsdienst FINANCIEN Centrale facturatiedienst
Xxxxxx Xxxxxx XX-xxxx 00, bus 788
1030 BRUSSEL
De facturatiegegevens van de Federale Politie zullen meegedeeld worden tijdens de kick- off vergadering.
De e-facturen moeten elektronisch verstuurd worden naar het Mercuriusplatform.
Dit platform is de unieke toegangspoort voor e-facturen naar alle overheden binnen België.
Mercurius zorgt voor een sterke uniformisering van de elektronische facturatie met de openbare sector. Xxxxxxxxx ontvangt alle facturen conform het Europese afsprakenkader PEPPOL (Pan European Public Procurement On Line). Dit kader kan ook perfect worden gebruikt voor facturatie binnen de privésector.
Momenteel is dit de meest beloftevolle aanpak voor een veralgemening van elektronische facturatie. Een volledige beschrijving van dit kader en de onderdelen ervan is te vinden op: xxxx://xxxxxx.xx/.
Op het Mercuriusplatform is een visuele “track and trace”-functionaliteit voorzien, waarop elke betrokkene, ongeacht de serviceprovider waar men bij is aangesloten, kan opvolgen wat de status is van de factuur die men heeft verstuurd naar het Mercuriusplatform.
Meer informatie omtrent het gebruik van het Mercuriusplatform is terug te vinden op: xxxxx://xxxxxxx.xxxxxxx.xx/x-xxxxxxxxx/.
Meer algemene informatie over e-facturatie in België is terug te vinden op: xxxx://xxx.xxxxxxxx.xxxxxxx.xx/xx/xxxxx/xxxxx.xxxx.
Het Koninklijk besluit van 9 maart 2022 tot vaststelling van de modaliteiten aangaande de verplichting voor de ondernemers op het gebied van de elektronische facturering in het kader van overheidsopdrachten en concessieovereenkomsten verplicht elektronische facturatie vanaf:
- 1 november 2022 wanneer de geraamde waarde de Europese drempelbedragen bereikt,
- 1 mei 2023 wanneer de geraamde waarde de Europese drempelbedragen niet bereikt, maar gelijk aan is of hoger dan 30.000 euro (excl. BTW).
Ongeacht of de opdrachtnemer gebruik maakt van een geïntegreerde oplossing voor e-facturatie, dient de opmaak van de e-factuur steeds in overeenstemming te zijn met het PEPPOL-BIS-afsprakenkader.
De opdrachtnemer waakt erover dat de elektronische factuur vrij is van computervirussen, macro’s of andere schadelijke instructies. Elk schriftelijk stuk dat met elektronische middelen werd opgesteld en dat in de ontvangen versie een computervirus, macro of andere schadelijke instructie vertoont, kan als niet ontvangen worden beschouwd. In dat geval wordt de afzender daarvan onverwijld op de hoogte gebracht.
Wanneer in een rechtstreeks betaling van de onderaannemer(s) is voorzien of wanneer de opdracht gegund is aan een combinatie van ondernemers, zijn onderhavige bepalingen van toepassing op elektronische facturen uitgegeven door de onderaannemer(s), door de combinatie of door elk van de ondernemingen die deel uitmaken van de combinatie.
Wat moet de e-factuur minimaal bevatten?
Behalve de gegevens die verplicht zijn overeenkomstig het BTW wetboek, is het belangrijk dat de e- factuur minstens ook de volgende kernelementen bevat opdat ze als regelmatig beschouwd kan worden en teneinde een efficiënte verwerking te kunnen garanderen:
1. Proces- en factuurkenmerken, met inbegrip van de referentie van deze opdracht: S&L/DA/2022/043;
2. Factuurperiode;
3. Inlichtingen betreffende de opdrachtnemer;
4. Inlichtingen betreffende de aanbestedende overheid;
5. Inlichtingen over de begunstigde van betaling (op de facturen moet de volgende vermelding staan: "Het verschuldigde bedrag moet worden gestort op het rekeningnummer … op naam van
… te …".
6. Inlichtingen over de fiscaal vertegenwoordiger van de opdrachtnemer1;
7. Verwijzing naar het contract (5XXXXXX) en het bestelbonnummer (4500XXXXXX);
8. Details van de uitgevoerde diensten/leveringen/prestaties;
9. Betalingsinstructies;
10. Informatie over kortingen of toeslagen;
11. Informatie over de factuurposten;
12. Totalen op de factuur;
13. Uitsplitsing van de BTW per tarief.
De vereffeningsprocedure verloopt conform het reglement betreffende de Rijkscomptabiliteit.
De aanbestedende overheid beschikt over een verificatietermijn van 30 dagen vanaf de datum van de beëindiging van de diensten, vastgesteld overeenkomstig de regels van de opdrachtdocumenten, om de formaliteiten betreffende de voorlopige oplevering te vervullen en de dienstverlener in kennis te stellen van het resultaat daarvan.
De betaling van het aan de dienstverlener verschuldigde bedrag vindt plaats binnen de betalingstermijn van 30 dagen vanaf het verstrijken van de verificatietermijn, en dit op voorwaarde dat de facturen correct
1 Indien van toepassing
zijn opgesteld, alle nodige verantwoordingsstukken zijn meegestuurd en worden overgemaakt aan het correcte facturatieadres.
Wanneer de opdrachtdocumenten niet in een afzonderlijke schuldvordering voorzien, geldt de factuur als schuldvordering.
De factuur moet worden opgesteld in euro.
Alle betalingen gebeuren uitsluitend op het in het offerteformulier vermelde rekeningnummer. In geval van een wijziging van het rekeningnummer wordt gevraagd om:
- een aanvraag tot wijziging in te dienen, die naar behoren is ondertekend door dezelfde persoon die de offerte heeft ondertekend. Als deze regel niet kan worden gevolgd, wordt gevraagd om het document (authentieke/onderhandse akte, nummer van de bijlage bij het Belgisch Staatsblad) toe te voegen dat aantoont dat de persoon gemachtigd is om deze aanvraag te ondertekenen;
- verplicht een bankcertificaat bij te voegen waaruit blijkt dat de opdrachtnemende firma wel degelijk titularis is van het meegedeelde rekeningnummer.
D.11. GESCHILLEN
Alle geschillen met betrekking tot de uitvoering van deze opdracht worden uitsluitend beslecht voor de bevoegde rechtbanken van het gerechtelijke arrondissement Brussel. De voertaal is het Nederlands of het Frans.
D.12. BOETES EN STRAFFEN
In toepassing van artikel 9, §4, van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten wordt de aandacht van de inschrijvers gevestigd op het feit dat in dit bestek afgeweken werd van artikels 45 en van het Koninklijk besluit van 14 januari 2013 betreffende de straffen en boeten wegens het belang dat de aanbestedende overheid hecht aan het principe van de continuïteit van haar diensten die slechts gewaarborgd is wanneer er gewaakt wordt over de eerbiediging van precieze termijnen en de kwaliteit van de opleiding over het specifieke onderwerp maritieme veiligheid.
D.12.1. Boete voor laattijdige uitvoering
Voor elke vertraging in de uitvoering van de opdracht, geldt van rechtswege een forfaitaire vertragingsboete van 250,00 euro per dag vertraging.
De boetes voor vertragingen bij de uitvoering van de opdracht worden bepaald bij wijze van forfaitaire schadevergoeding. Ze staan los van de hieronder bepaalde straffen. Ze zijn verschuldigd door het verstrijken van de termijn, zonder ingebrekestelling en zonder tussenkomst van een proces-verbaal, en worden van rechtswege toegepast voor alle kalenderdagen vertraging.
D.12.2. Straffen
Voor iedere niet-uitgevoerde dienstverlening, wordt een forfaitaire straf van 135,00 euro toegepast.
D.12.3. Verrekening van de boetes en straffen
Het bedrag van de boetes en de straffen, evenals het bedrag van de schade, uitgaven of kosten die voortvloeien uit of moeten voortvloeien uit de ambtshalve toepassing van maatregelen, worden op de eerste plaats afgetrokken van de bedragen die om welke reden dan ook verschuldigd zijn aan de opdrachtnemer (facturen) en daarna van de borgtocht.
E.1. CONTEXT
De huidige opdracht heeft als voorwerp het aanbieden van een opleiding over maritieme veiligheidstechnieken in de haven. Deze opleiding heeft als doel de medewerkers van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (AADA) van de FOD Financiën en van de Federale Politie die taken verrichten op en rond de kades van de havens van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge, de kennis en technieken aan te bieden waarmee ze watergebonden veiligheidsrisico's beter kunnen beheersen.
De opleiding moet 1 volledige dag in beslag nemen, moet praktijkgericht zijn, moet een opleiding op maat zijn en moet plaatsvinden in de opleidingsruimten van de opdrachtnemer, op data die zijn overeengekomen tussen de opdrachtnemer en iedere gebruikende partij.
E.2. BESCHRIJVING VAN DE UIT TE VOEREN DIENSTEN
De onderstaande beschrijving geldt voor elk van de twee percelen in dit bestek.
De opleiding die het voorwerp uitmaakt van dit bestek, beslaat 1 volledige werkdag. De duur van de opleiding bedraagt minimaal 6 uur en maximaal 8 uur. De opleiding begint ten vroegste om 8.30 uur tot en eindigt ten laatste om 17.00 uur.
Het aantal deelnemers per groep is 6. De deelnemers zullen ofwel douaniers of personeel van de navigatiepolitie zijn die bij de uitvoering van hun beroepsactiviteiten geconfronteerd worden met watergebonden risico's.
De opleiding moet de volgende onderwerpen behandelen:
1. Inleiding over wettelijk kader (STCW- en SOLAS-wetgeving)
2. Preventie van ongevallen: gevaren en risico’s tijdens het overstappen via de kade, hoe herken ik ze en hoe ga ik hiermee om?
• Proactieve RA en last-minute RA (risicoanalyse)
• Niet-limitatieve lijst van te bespreken situaties: wat te doen indien er een hoogteverschil is tussen de kade (blauwe steen) en het zeeschip, wat te doen indien onvoldoende maatregelen werden genomen om het loopvlak op de kade, gangway en scheepsdek ijs-/sneeuwvrij te houden, wat te doen indien de toe-/uitgang van de gangway/loopbrug onveilig is door bijvoorbeeld obstakels
3. Pictogrammen aan boord van schepen
4. De methode van LMRA (last-minute risk analysis)
5. Beschermingsmiddelen (PBM's), in het bijzonder het reddingsvest
• Overzicht van PBM's in het havengebied (op kade en op schip): reddingsvest, -boei, -ring,- vest, -stok, …
• Bewustwording: waarom is het reddingsvest belangrijk?
• Beschrijving van de technische specificaties van het 150 Newton Mullion Hi-Tide reddingsvest of het 275 Newton Mullion Hi-Rise reddingsvest, de twee types reddingsvesten die door de deelnemers gebruikt worden bij de uitoefening van hun beroepsactiviteiten
• Beschrijving van het correct gebruik van het 150 Newton Mullion Hi-Tide reddingsvest of het 275 Newton Mullion Hi-Rise reddingsvest:
o Kruisband/-riem
o Automatisch en manueel openen van de vest
o Opblazen en bijblazen van de vest
o Mogelijkheden om zelf tussen te komen in geval van disfunctie
o Correct gebruik van het reddingsvest: dagelijks te inspecteren onderdelen van het reddingsvest voor gebruik (o.a. nazicht van de groene kleurcode van het CO²- patroon)
6. Noodsituaties
• Hoe vergroot ik mijn overlevingskansen in geval van een acute of chronische situatie?
• Hoe kan ik mijzelf in redding brengen indien ik in het water terechtkom?
• Hoe bereid ik me voor op een redding? Hoe kan ik gered worden?
• Hoe kan ik een collega helpen die in het water is terecht gekomen?
• Welke bijkomende risico’s zijn er bij een val in het water tussen wal en schip, met stroming, onderstroming, kolken, obstakels, zowel in het water (vaartuigen, objecten, planten) als aan de waterkant (steigers, palen, planten)? Hoe hiermee om te gaan?
7. In koud water vallen
• Wat is het effect van een val in koud water en dit in alle seizoenen en in alle weersomstandigheden?
• Welke fasen doorloopt het lichaam indien het in het (koud) water terecht is gekomen, wat zijn de symptomen en de mogelijke gevaren:
1. Hydrocutie
2. Koudeschok ("cold shock")
3. Hypothermie
4. Verdrinking
5. Preventie, risico’s, te ondernemen acties
6. Praktijkoefening
8. Vallen vanop een hoogte
• Te bespreken situaties: wanneer via een kadeladder of via een vaste ladder van het schip de overstap wordt gemaakt
• Uitleg over het al dan niet gebruiken van de valbeveiliging/valblok
• Praktijkoefening met gebruikmaking van het reddingsvest en andere PBM's
9. Praktijkoefeningen
• Hoe te handelen als er een drenkeling is ?
o Gebruik van een enkele lijn
o Veiligheidssprong: wanneer en hoe?
o Welke zijn de rollen en verantwoordelijkheden van eenieder?
o Op welke manieren dient een slachtoffer te worden benaderd?
• Gebruik van PBM's: het reddingsvest, de ring, de werplijn, de reddingsboei
• Zwem- en drijftechnieken, met reddingsvest
• Koudeschok
• Individuele overlevingstechnieken in water met en zonder stroming/getijden: zwemmen, HELP-positie, Huddle-positie
• Gebruik van een ladder (redding via de kade): beklimming van een ladder aan een muur
10. Eerste hulp ("first aid") bij levensbedreigende aandoeningen
• Reanimatietechnieken: CPR en AED
• Nazorg
• Praktijkoefeningen (met proefpersonen en scenario’s)
De oefeningen moeten zo realistisch mogelijk worden gesimuleerd, met aandacht voor alle mogelijke worst-case scenario’s, maar in een gecontroleerde omgeving.
Onder de uit te voeren diensten valt ook de oplevering van de volgende documenten: het opleidingsplan, de syllabus, de bewijzen van deelname en de aanwezigheidslijsten. Deze documenten worden beschreven in de hiernavolgende delen van het bestek.
E.3. OPLEIDINGSPLAN
Nadat de opdracht is toegewezen en nadat de opstartvergadering heeft plaatsgevonden, stelt de opdrachtnemer een opleidingsplan op in het Nederlands, met gebruikmaking van het model in bijlage F.5.
De opleider bezorgt de voorlopige en definitieve versies van het opleidingsplan binnen de termijnen die zijn bepaald in onderdeel D.8.4. ("Planning van de uitvoering van de diensten").
Alleen wanneer het opleidingsplan is gevalideerd door de Academie van de FOD Financiën, zal de opleiding (het geheel van sessies volgend op de eerste sessie van de pilootgroep) kunnen plaatsvinden.
E.4. SYLLABUS
Nadat de opdracht is toegewezen en nadat de opstartvergadering heeft plaatsgevonden, stelt de opdrachtnemer een syllabus op in het Nederlands. Deze syllabus moet niet alleen de inhoud van de opleiding beschrijven maar moet ook als referentiedocument kunnen fungeren, zowel tijdens als na de opleiding.
Het eigendomsrecht van deze documentatie op maat wordt door de opdrachtnemer overgedragen aan de aanbestedende overheid.
De opleider bezorgt de voorlopige en definitieve versies van de syllabus binnen de termijnen die zijn bepaald in onderdeel D.8.4. ("Planning van de uitvoering van de diensten").
Alleen wanneer de syllabus is gevalideerd door de Academie van de FOD Financiën, zal de opleiding (het geheel van sessies volgend op de eerste sessie van de pilootgroep) kunnen plaatsvinden.
E.5. OPLEIDINGSINFRASTRUCTUUR EN -MATERIAAL
De opleidingsinfrastructuur moet beantwoorden aan de vereisten die beschreven staan in bijlage F.6. De belangrijkste vereiste is dat de opdrachtnemer moet beschikken over een koudwaterbad dat een golfslag kan simuleren.
Het onderstaande opleidingsmateriaal moet door de opdrachtnemer aan de deelnemers ter beschikking worden gesteld:
1. 150 Newton Mullion Hi-Tide reddingsvesten of gelijkaardig materiaal: in het geval dat de deelnemers hun beroepsactiviteiten uitoefenen in havens die liggen aan waterlopen (met of zonder getijden).
2. 275 Newton Mullion Hi-Rise reddingsvesten of gelijkaardig materiaal: in het geval dat de deelnemers hun beroepsactiviteiten uitoefenen in zeehavens of op zee.
3. Gewichtsgordels of gelijkaardig materiaal: in het geval dat de deelnemers tijdens de uitoefening van hun beroepsactiviteiten een wapengordel en/of een kogelwerende vest moeten dragen.
4. Nat- of droogpakken: in het geval dat de deelnemers bepaalde oefeningen niet met hun gewone interventiekleding mogen doen.
De opleidingen moeten in alle seizoenen van het jaar kunnen doorgaan.
E.6. OPLEIDERS
Voor elke opleidingssessie zijn er minste 2 opleiders beschikbaar, zodat de opleiders elkaar kunnen ondersteunen of vervangen, wanneer nodig.
Alle opleiders bezitten een grondige kennis van het Nederlands en hebben relevante studies, bijscholingen of opleidingen gevolgd. De kennis van de opleiders wordt bevestigd in de cv’s van de opleiders, die zijn ingevuld volgens het model in bijlage F.3 en die zijn toegevoegd aan de offerte.
Alle opleiders hebben ervaring als trainer van gelijkaardige maritieme veiligheidsopleidingen: opleidingen met een duur van minimaal 1 dag en maximaal 5 dagen die gelijkaardige onderwerpen behandelen als de opleiding die het voorwerp uitmaakt van dit bestek. De werkervaring van de opleiders wordt bevestigd in de cv’s van de opleiders, die zijn ingevuld volgens het model in bijlage
F.3 en die zijn toegevoegd aan de offerte.
E.7. PILOOTGROEP
De eerste opleidingssessie van elke perceel zal gevolgd worden door een pilootgroep van 6 deelnemers. Deze pilootgroep zal bestaan uit medewerkers van de Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (AADA) en van de Interne Dienst voor Preventie en Bescherming op het Werk (IDPBW) van de FOD Financiën.
Op basis van de feedback van deze pilootgroep zal de Academie van de FOD Financiën beslissen of de syllabus en het opleidingsplan al dan niet gewijzigd moeten worden.
E.8. VERMOEDELIJKE MAXIMALE HOEVEELHEDEN
Het vermoedelijke aantal deelnemers aan deze opleiding bedraagt :
Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (AADA) van de FOD Financiën
348 personen: 58 opleidingsgroepen van telkens 6 personen, waarvan 46 groepen in de regio Gent- Antwerpen en 12 groepen in de regio Brugge-Oostende.
Federale Politie
120 personen: 20 opleidingsgroepen van telkens 6 personen, waarvan 12 groepen in de regio Gent- Antwerpen en 8 groepen in de regio Brugge-Oostende. Het personeel zal echter gedurende 2 jaar worden opgeleid.
Deze aantallen zijn schattingen en houden geen verbintenis in vanwege de aanbestedende overheid om over te gaan tot de effectieve bestelling ervan. Indien de werkelijk bestelde hoeveelheden lager liggen, geeft dit de opdrachtnemer geen recht op schadevergoeding.
De ramingen hieronder van het aantal opleidingsgroepen per perceel en per jaar worden ook louter ter informatie gegeven en vormen dus ook geen verbintenis van de aanbestedende overheid.
Algemene Administratie van Douane en Accijnzen (AADA) van de FOD Financiën
Vermoedelijk aantal opleidingsroepen per jaar (1 opleidingsgroep = 6 personen) | |||||
Perceel 1 (Regio Gent-Antwerpen) | Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 | Jaar 4 | Totaal |
group | 7 | 13 | 13 | 13 | 46 |
Vermoedelijk aantal opleidingsroepen per jaar (1 opleidingsgroep = 6 personen) | |||||
Perceel 2 (Regio Brugge-Oostende) | Jaar 1 | Jaar 2 | Jaar 3 | Jaar 4 | Totaal |
group | 3 | 3 | 3 | 3 | 12 |
Federale Politie
Vermoedelijk aantal opleidingsroepen per jaar (1 opleidingsgroep = 6 personen) | |||
Perceel 1 (Regio Gent-Antwerpen) | Jaar 1 | Jaar 2 | Totaal |
group | 6 | 6 | 12 |
Vermoedelijk aantal opleidingsroepen per jaar (1 opleidingsgroep = 6 personen) | |||
Perceel 2 (Regio Brugge-Oostende) | Jaar 1 | Jaar 2 | Totaal |
group | 4 | 4 | 8 |
E.9. BEWIJZEN VAN DEELNAME
Elke deelnemer dient een bewijs van deelname te verkrijgen indien hij of zij de volledige opleiding heeft gevolgd.
Het bewijs van deelname dient minstens de volgende gegevens te bevatten:
1. Logo, naam en adres van de opdrachtnemer
2. Naam van de opleiding
3. Datum van de opleidingssessie
4. Naam en voornaam van de deelnemer
5. Aanwezig tijdens de opleiding (ja/nee)
6. Geslaagd (ja/nee)
De opleider bezorgt per e-mail de bewijzen van deelname aan zowel de deelnemers als de Academie van de FOD Financiën, binnen de termijnen die zijn bepaald in onderdeel D.8.4. ("Planning van de uitvoering van de diensten").
De opdrachtnemer mag niets van de bovenstaande informatie (noch de bewijzen van deelname noch de e-mailadressen van de bestemmelingen) delen met derden. Hij dient zich te houden aan de bepalingen van de verwerkingsovereenkomst in bijlage F.9.
E.10. AANWEZIGHEIDSLIJSTEN
Voor elke opleidingssessie stelt de opleider een lege aanwezigheidslijst op. Hij gebruikt hiervoor het model in bijlage F.7.
Aan het begin van elke opleidingssessie bezorgt de opleider een schrijfpen en een papieren kopie van de aanwezigheidslijst aan de aanwezige deelnemers, zodat ze de aanwezigheidslijst met de hand kunnen invullen.
Na de afloop van een opleidingssessie bezorgt de opleider een gescande kopie van de ingevulde aanwezigheidslijst aan de Academie van de FOD Financiën, binnen de termijn die is bepaald in onderdeel D.8.4. ("Planning van de uitvoering van de diensten").
Deze opdracht kan geenszins worden beschouwd als een verbintenis vanwege de FOD FINANCIEN, die zich het recht voorbehoudt om de opdracht, of één of meerdere percelen, al dan niet toe te wijzen.
1030 BRUSSEL,
Xxxx X’Xxxxx
Voorzitter van het Directiecomité
1. Offerteformulier + Prijsinventaris
2. Buitenlandse firma – Vaste inrichting
3. Uniform Europees Aanbestedingsdacument (UEA)
4. Model voor de referenties
5. Model voor de CV’s
6. Contactgegevens van de opleidingscoördinator
7. Model voor het opleidingsplan
8. Beschrijving van de opleidingsinfrastructuur
9. Model van de aanwezigheidslijsten
10. Artikel 9 en 10 van de codex over het welzijn op het werk
11. Model voor het stellen van vragen
F.1. OFFERTEFORMULIER
Federale Overheidsdienst Financiën Stafdienst Begroting en Beheerscontrole Team Overheidsopdrachten
North Galaxy – Toren B23 – bus 784 Koning Xxxxxx XX-laan 33
1030 BRUSSEL
Bestek: S&L/DA/2022/043
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking met als voorwerp “opleiding maritieme veiligheidstechnieken in de haven”
De firma:
(volledige benaming)
met als adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
ingeschreven bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen onder het nummer:
en waarvoor Xxxxxxxx/Mevrouw2: | (naam) (functie) |
gedomicilieerd op het adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
2 De niet correcte vermelding schrappen.
als inschrijver of gevolmachtigde optreedt, verbindt zich tot de uitvoering, overeenkomstig de voorwaarden en bepalingen van het bestek van de omschreven diensten tegen de de hieronder vermelde prijzen:
Perceel 1: Opleiding "Maritieme Veiligheidstechnieken in de Haven", regio Gent-Antwerpen
Overzicht van de prestaties | Eenheidsprijs excl. btw | Bedrag van BTW | Eenheidsprijs incl. btw |
(= prijs voor 1 groep van 6 deelnemers excl. btw) | (= prijs voor 1 groep van 6 deelnemers incl. btw) | ||
Opleidings- sessie van 1 volledige dag + syllabus inbegrepen |
Perceel 2: Opleiding "Maritieme Veiligheidstechnieken in de Haven", regio Brugge-Oostende
Overzicht van de prestaties | Eenheidsprijs excl. btw | Bedrag van BTW | Eenheidsprijs incl. btw |
(= prijs voor 1 groep van 6 deelnemers excl. btw) | (= prijs voor 1 groep van 6 deelnemers incl. btw) | ||
Opleidings- sessie van 1 volledige dag + syllabus inbegrepen |
In de offerte is de vertrouwelijke informatie en/of de informatie die betrekking heeft op technische of commerciële geheimen duidelijk aangeduid.
Het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid zal de verschuldigde sommen betalen door storting of overschrijving op:
het rekeningnummer:
- IBAN:
- BIC:
Indien de facturatie door een andere vestiging dan de hierboven vermelde maatschappelijke zetel zal worden opgemaakt, moet het adres ervan hieronder vermeld worden.
NB : het BTW-nummer ervan moet identiek zijn aan die van de op blz. 1 vermelde maatschappelijke zetel.
Vestiging die de facturatie zal opmaken, gedomicilieerd op het adres :
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
Alle briefwisseling betreffende de uitvoering van de opdracht moet worden gestuurd naar:
(straat) (postnr. en gemeente) (telefoonnummer)
(e-mailadres)
KMO (kleine en middelgrote onderneming):
Wordt uw firma beschouwd als een KMO in de zin van artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen?3 | JA / NEEN4 |
PRO MEMORIE: DOCUMENTEN VERPLICHT BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN
- Het offerteformulier (zie deel C, 2.4) + De prijsinventaris (zie deel C. 2.5).
- De statuten en alle andere nuttige documenten die de bevoegdheid van de ondertekenaar(s) bewijzen, met inbegrip van het document dat de volmacht van de gevolmachtigde(n) vaststelt (zie deel C, 1.2).
- Het Uniform Europees Aanbestedingsdocument (UEA) (zie punt C. 2.6).
- De documenten in verband met de selectiecriteria (zie deel C, 3.3.1).
- De documenten in verband met de gunningscriteria (zie deel C, 3.6).
- De cv’s van de personen die door de inschrijver aan de opdracht worden toegewezen (zie deel E, 6).
- De beschrijving van de diensten met betrekking tot de technische voorschriften (zie deel E).
- Andere documenten die gevraagd worden in de technische voorschriften (zie deel E).
- Andere bijlagen die de inschrijver nuttig acht.
Dit vak is voorbehouden aan de aanbestedende overheid:
GOEDGEKEURD VOOR DE BEDRAGEN VERMELD IN DE PRIJSINVENTARIS:
3 De voorwaarden om als een kmo te worden beschouwd, zijn:
- jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50
- jaaromzet, exclusief belasting over de toegevoegde waarde: 9.000.000 euro
- balanstotaal: 4.500.000 euro
Wanneer meer dan een van de hierboven vermelde criteria worden overschreden of niet meer worden overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich gedurende twee achtereenvolgende boekjaren voordoet. In dat geval zijn de gevolgen van deze overschrijding van toepassing vanaf het boekjaar volgende op het lopende boekjaar waarin voor de tweede keer meer dan een criterium overschreden werd of niet meer overschreden werd.
4 Schrappen wat niet past
F.2. BUITENLANDSE FIRMA - VASTE INRICHTING
Bestek: S&L/DA/2022/043
Vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking met als voorwerp “opleiding maritieme veiligheidstechnieken in de haven”
De firma:
(volledige benaming)
met als adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
ingeschreven bij de Kruispuntbank van de Ondernemingen onder het nummer:
OF
Buitenlands BTW-nummer:
en waarvoor Xxxxxxxx/Mevrouw5: | (naam) (functie) |
gedomicilieerd op het adres:
(straat) (postnr. en gemeente)
(land)
handelend in de hoedanigheid van inschrijver of gevolmachtigde, bevestigt de juistheid van de gegevens, verstrekt in dit document.
5 De niet correcte vermelding schrappen.
Het betalingsorganisme van de aanbestedende overheid zal de verschuldigde sommen betalen door storting of overschrijving op:
het rekeningnummer:
- IBAN:
- BIC:
KRUIS AAN WAT VAN TOEPASSING IS ONDER A EN/OF B
A. LEVERING VAN GOEDEREN
A.1. DE GOEDEREN WORDEN NIET IN BELGIË GEÏNSTALLEERD OF GEASSEMBLEERD DOOR DE LEVERANCIER
□ De goederen worden binnengebracht in België vanuit een plaats buiten het BTW-gebied van de Europese Unie of ingevoerd vanuit een derde land
De leverancier treedt op als de ontvanger van de invoer en moet zijn factuur uitreiken met Belgische BTW. Deze BTW wordt door de aanbestedende overheid samen met de factuur betaald.
NB: de leverancier moet een Belgisch BTW-nummer hebben om Belgische BTW te kunnen aanrekenen.
Belgisch BTW-nummer:
□ De goederen zijn afkomstig uit een andere EU-lidstaat
De leverancier moet zijn factuur uitreiken zonder BTW. De BTW moet door de aanbestedende overheid worden betaald via zijn speciale aangifte.
NB: wanneer de goederen vóór de verkoop door de leverancier eerst naar België worden overgebracht en vervolgens aan de aanbestedende overheid worden verkocht, moet de aanbestedende overheid worden geacht de aankoop in België te doen en niet in het buitenland.
De goederen zullen worden vervoerd vanuit (land)
□ De goederen komen uit België
NB: de leverancier moet een Belgisch BTW-nummer hebben om Belgische BTW te kunnen aanrekenen.
Belgisch BTW-nummer:
A.2. DE GOEDEREN WORDEN IN BELGIË GEÏNSTALLEERD OF GEASSEMBLEERD DOOR DE LEVERANCIER
□ De leverancier moet zijn factuur uitreiken met Belgische BTW. Deze BTW wordt door de aanbestedende overheid samen met de factuur betaald.
NB: de leverancier moet een Belgisch BTW-nummer hebben om Belgische BTW te kunnen aanrekenen.
Belgisch BTW-nummer:
B. PRESTATIE VAN DIENSTEN
B.1. DE DIENSTVERLENER HEEFT EEN PERMANENTE VESTIGING IN BELGIË DIE TUSSENKOMT/DEELNEEMT BIJ HET VERLENEN VAN DE DIENSTEN6
□ De dienstverlener moet zijn factuur uitreiken met Belgische BTW. Deze BTW wordt door de aanbestedende overheid samen met de factuur betaald.
Vaste inrichting met adres :
(straat) (postnummer en gemeente)
(België)
NB: de dienstverlener / vaste inrichting moet een Belgisch BTW-nummer hebben om Belgische BTW te kunnen aanrekenen.
6 In de zin van artikel 11 van het Uitvoeringsreglement nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de Richtlijn 2006/112/EG betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde.
Voor de toepassing van de artikelen 50, 51 en 55 van het BTW-Wetboek, beschouwt de Administratie dat een belastingplichtige een vaste inrichting in het land heeft als de drie volgende voorwaarden ingevuld zijn:
a) de belastingplichtige heeft hier te lande een directiezetel, een filiaal, een fabriek, een werkplaats, een agentschap, een magazijn, een kantoor, een laboratorium, een inkoop- of verkoopkantoor, een opslagplaats of enige andere vaste inrichting, met uitsluiting van de bouwwerken;
b) de in a) bedoelde inrichting wordt beheerd door een persoon die bekwaam is om de belastingplichtige te verbinden
tegenover de leveranciers en de klanten;
c) de in a) bedoelde inrichting verricht op geregelde wijze handelingen bedoeld in het BTW-Wetboek : leveringen van goederen of dienstsverrichtingen.
Een belastingplichtige die een vaste inrichting in België heeft wordt aangemerkt als een belastingplichtige die niet in België gevestigd is, als die inrichting aan de levering van goederen of aan de dienstverrichting geen deel neemt (artikel 51, § 2, alinea
2 van het BTW-Wetboek en 192bis van de Richtlijn 2006/112/CE van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
Een vaste inrichting wordt beschouwd als deelnemend aan de levering van goederen of aan de dienstverrichting, welke verricht werd vanuit deze vaste inrichting, met andere woorden als de menselijke en technische middelen van deze inrichting voor de uitvoering van de levering of prestatie wordt gebruikt. Eenvoudige taken van administratieve ondersteuning door de vaste inrichting volstaan niet (artikel 53 van het Uitvoeringsreglement nr. 282/2011 van de Raad van 15 maart 2011 tot vaststelling van de uitvoeringsmaatregelen van de Richtlijn 2006/112/CE betreffende het gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde).
Belgisch BTW-nummer:
B.2. DE DIENSTVERLENER HEEFT GEEN VASTE INRICHTING IN BELGIË OF DE BELGISCHE INRICHTING KOMT NIET TUSSEN BIJ/NEEMT NIET DEEL AAN HET VERRICHTEN VAN DE DIENSTEN
□ De dienstverlener moet zijn factuur uitreiken zonder BTW. De BTW moet door de aanbestedende overheid worden betaald via zijn speciale aangifte.
F.3. UNIFORM EUROPEES AANBESTEDINGSDOCUMENT (UEA)
Zoals aangegeven in het UEA zelf, moet u per ondernemer een UEA toevoegen wanneer u voor deze opdracht samen met andere ondernemers deelneemt en/of wanneer u een beroep doet op de draagkracht van andere ondernemers. In dat geval moeten deze allemaal toegevoegd worden op het moment dat u uw offerte indient.
Er zijn twee mogelijkheden om het UEA in te vullen.
F.3.1. Via het html-bestand
12. Klik op de volgende link: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/.
13. Kies uw taal.
14. Bij “Wie bent u?” kiest u voor “Ik ben een ondernemer”.
15. Bij “Wat wilt u doen” kiest u voor “Een UEA (aanvraag of antwoord) importeren”.
16. Upload het document “uea.xml”, dat beschikbaar is op het platform e-procurement (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
17. Bij “Waar bevindt uw onderneming zich?” kiest u uw land.
18. Klik op “Volgende”.
19. U kan nu beginnen met het invullen van de vereiste velden:
- Deel I. (enkel als de aanbestedende overheid dit niet vooringevuld heeft)
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
20. Wanneer u het document volledig ingevuld hebt, klikt u op “Overzicht”.
21. Klik op “Downloaden in beide formaten” (XML- en PDF-formaat).
22. Wanneer u uw offerte/aanvraag tot deelneming indient, moet u het ingevulde UEA in XML- en PDF-formaat toevoegen.
F.3.2. Via het PDF-bestand
23. Druk het PDF-bestand van het UEA af, dat beschikbaar is op het platform e-procurement (xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/).
24. Vul het volledig in.
- Deel I. (enkel als de aanbestedende overheid dit niet vooringevuld heeft)
- Deel II, A, B, C en D.
- Deel III, A, B en C.
- Deel IV, α.
- Deel VI.
25. Scan het volledig ingevulde UEA in.
26. Wanneer u uw offerte/aanvraag tot deelneming indient, moet u het ingevulde UEA in PDF- formaat toevoegen.
F.4. MODEL VOOR DE REFERENTIES
De inschrijver moet zijn referenties invullen volgens het onderstaande model. Hij gebruikt 1 formulier per referentie.
Datum van de opleiding |
Voorwerp van de opleiding |
Verband van de opleiding met het programma in dit bestek |
Organisatie waarvoor de opleiding werd gegeven + adresgegevens |
Totaalbedrag, btw niet inbegrepen |
Contactpersoon van de organisatie waarvoor de opleiding werd gegeven + contactgegevens |
Naam van de opleider die de opleiding heef gegeven |
F.5. MODEL VOOR DE CV’S
De inschrijver moet de cv's van de trainers invullen volgens het onderstaande model. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om geen rekening te houden met een cv dat niet op de onderstaande manier werd ingevuld.
Persoonlijke gegevens
Naam: | Geboortedatum: |
Voornaam: | Nationaliteit: |
Huidige functie: |
Talenkennis
0 = nihil, 1 = zwak, 2 = gemiddeld, 3 = goed, 4 = zeer goed, MT = moedertaal (in te vullen in de tabel)
Lezen | Spreken | Schrijven | |
Nederlands |
Relevante gevolgde opleidingen in verband met het voorwerp van de opdracht
…………………………………….….
………………………………………..
Relevante gegeven opleidingen in verband met het voorwerp van de opdracht
…………………………………….….
………………………………………..
Andere relevante werkervaring
…………………………………….….
………………………………………..
F.6. CONTACTGEGEVENS VAN DE OPLEIDINGSCOÖRDINATOR
De inschrijver moet de contactgegevens van de opleidingscoördinator en van een back-up opleidingscoördinator invullen volgens het onderstaande model. De opleidingscoördinator is door de inschrijver aangewezen om de taken te verrichten die worden beschreven onder punt D.8.7.
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om geen rekening te houden met contactgegevens die niet op deze manier werden ingevuld.
Naam en voornaam van de opleidingscoördinator |
Contactgegevens van de opleidingscoördinator |
E-mailadres: Vast telefoonnummer: Mobiel telefoonnummer: |
BACK-UP
Naam en voornaam van de opleidingscoördinator |
Contactgegevens van de opleidingscoördinator |
E-mailadres: Vast telefoonnummer: Mobiel telefoonnummer: |
F.7. MODEL VOOR HET OPLEIDINGSPLAN
De opdrachtnemer moet het opleidingsplan invullen volgens het onderstaande model. De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor om geen rekening te houden met een opleidingsplan dat niet op deze manier werd ingevuld. Het opleidingsplan kan best worden opgemaakt in landschapsformaat.
Algemene informatie (wordt ingevuld door de Academie van de FOD Financiën) | |
Titel van de opleiding | |
Totale duurtijd | |
Minimum/maximum aantal deelnemers | |
Competentiedoelstellingen | |
Bijkomende informatie | |
Blended learning | Ja/Nee |
Begrippenlijst
Competentiedoelstellingen: algemene doelstellingen die bepalen wat de deelnemers aan het einde van de opleiding kunnen doen, zijn of weten.
Leerdoelstellingen: specifieke en gedetailleerde doelstellingen die stap voor stap bepalen wat de deelnemers zullen leren; bij de FOD Financiën formuleren we de leerdoelstellingen op basis van de taxonomie van Xxxxx.
Leervormen: quiz, rollenspel, oefening, presentatie, demonstratie, simulatie, modellering, visual mapping, vraag en antwoord, probleem/casus oplossen, kennis/ervaring uitwisselen, brainstorming, zelfreflectie, ...
Opleidingsplan (wordt ingevuld door de inschrijver) | |||
Leerdoelstelling Na de opleiding zullen de deelnemers in staat zijn om… | Inhoud | Leervorm | Timing + Duur |
Module 1: (titel) |
Opleidingsplan (wordt ingevuld door de inschrijver) | ||||
Leerdoelstelling Na de opleiding zullen de deelnemers in staat zijn om… | Inhoud | Leervorm | Timing + Duur | |
Module 2: (titel) | ||||
Module 3: (titel) | ||||
Module 4: (titel) | ||||
F.8. BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDINGSINFRASTRUCTUUR
De inschrijver moet de onderstaande vragenlijst toevoegen aan de offerte. Deze vragenlijst stelt de minimumvoorwaarden vast die van de opleidingsinfrastructuur worden vereist. Een inschrijver die "ja" kan antwoorden op alle onderstaande vragen, voldoet aan de infrastructuurvereisten.
Vragenlijst | Ja | Nee |
Beschikt uw opleidingscentrum over minimum 6 parkeerplaatsen voor cursisten? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over een klaslokaal met een beamer en wifi? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over een koudwaterzwembad? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over een koudwaterbad dat een golfslag kan simuleren? | ||
Indien u op de twee bovenstaande vragen "ja" heeft geantwoord, gelieve dan hieronder het volledige adres uit te schrijven van het opleidingscentrum met zwembad waar de opleiding zal plaatsvinden: [ Adres ] | ||
Is er aan het zwembad een platform of springplank voorzien voor oefeningen? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over valbeschermingsmateriaal? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over reddingsvesten die door de deelnemers kunnen worden gebruikt? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over nat- of droogpakken die door de deelnemers kunnen worden gebruikt? | ||
Beschikt uw opleidingscentrum over demonstratiemateriaal voor de oefeningen inzake eerste hulp ("first aid")? |
F.9. MODEL VOOR DE AANWEZIGHEIDSLIJSTEN
Naam van de opleiding: | ||
Datum en duur van de opleiding: | ||
Plaats van de opleiding: | ||
Naam van de trainer: | ||
Namen van de deelnemers (Ingevuld, met de hand, door de deelnemers) | Aanwezig in de voormiddag (Handtekening van de deelnemer) | Aanwezig in de namiddag (Handtekening van de deelnemer) |
1. | ||
2. | ||
3. | ||
4. | ||
5. | ||
6. |
F.10. ARTIKEL 9 EN 10 VAN DE WET VAN 4 AUGUSTUS 1996 BETREFFENDE HET WELZIJN VAN DE WERKNEMERS BIJ DE UITVOERING VAN HUN WERK
Art. 9. <W 2007-06-03/81, art. 88, 017; Inwerkingtreding : 02-08-2007> § 1. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden :
1° de aannemers de nodige informatie te verstrekken ten behoeve van de werknemers van de aannemers en onderaannemers en ten behoeve van het overleg met betrekking tot de maatregelen bedoeld in 4°.
Deze informatie betreft inzonderheid :
a) de risico's voor het welzijn van de werknemers alsmede de beschermings- en preventiemaatregelen en -activiteiten, zowel voor de inrichting in het algemeen als voor elk type werkpost en/of elke soort functie of activiteit voor zover deze informatie relevant is voor de samenwerking of coördinatie;
b) de maatregelen welke zijn genomen voor de eerste hulp, de brandbestrijding en de evacuatie van werknemers en de aangewezen werknemers die belast zijn met het in praktijk brengen van deze maatregelen;
2° zich ervan te vergewissen dat de in 1° bedoelde werknemers de passende opleiding en instructies inherent aan zijn bedrijfsactiviteit hebben ontvangen;
3° de gepaste maatregelen te treffen voor de organisatie van het aan zijn inrichting specifiek onthaal van de in 1° bedoelde werknemers en, in voorkomend geval, deze aan een lid van zijn hiërarchische lijn toe te vertrouwen;
4° het optreden van de aannemers en onderaannemers te coördineren en de samenwerking tussen deze aannemers en onderaannemers en zijn inrichting bij de uitvoering van de maatregelen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk te verzekeren;
5° er zorg voor te dragen dat de aannemers hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan zijn inrichting, naleven.
§ 2. De werkgever in wiens inrichting werkzaamheden worden uitgevoerd door aannemers en, in voorkomend geval, door onderaannemers, is ertoe gehouden :
1° elke aannemer te weren waarvan hij kan weten of vaststelt dat deze de verplichtingen opgelegd door deze wet en haar uitvoeringsbesluiten met het oog op de bescherming van de werknemers niet naleeft;
2° met elke aannemer een overeenkomst te sluiten waarin inzonderheid volgende bedingen zijn opgenomen :
a) de aannemer verbindt er zich toe zijn verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar hij werkzaamheden komt uitvoeren, na te leven en door zijn onderaannemers te doen naleven;
b) indien de aannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, kan de werkgever in wiens inrichting de werkzaamheden worden uitgevoerd, zelf de nodige maatregelen treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de aannemer;
c) de aannemer die een beroep doet op (een) onderaannemer(s) voor het uitvoeren van werkzaamheden in de inrichting van een werkgever, verbindt er zich toe om in de overeenkomst(en) met deze onderaannemer(s) de bedingen op te nemen zoals bedoeld onder a) en b), wat inzonderheid inhoudt dat hijzelf, indien de onderaannemer zijn onder a) bedoelde verplichtingen niet of gebrekkig naleeft, de nodige maatregelen kan treffen, in de bij de overeenkomst bepaalde gevallen, op kosten van de onderaannemer.
3° zelf, na ingebrekestelling van de aannemer, onverwijld de nodige maatregelen in verband met het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk eigen aan de inrichting te treffen, indien de aannemer deze maatregelen niet neemt of zijn verplichtingen gebrekkig naleeft.
Art. 10. <W 2007-06-03/81, art. 88, 017; Inwerkingtreding : 02-08-2007> § 1. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers die werkzaamheden komen uitvoeren in de inrichting van een werkgever, zijn ertoe gehouden :
1° hun verplichtingen inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk die eigen zijn aan de inrichting waar zij werkzaamheden komen uitvoeren, na te leven en te doen naleven door hun onderaannemers;
2° de informatie, bedoeld in artikel 9, § 1, 1°, aan hun werknemers en onderaannemer(s) te verstrekken;
3° aan de werkgever bij wie zij werkzaamheden zullen uitvoeren de nodige informatie te verstrekken over de risico's eigen aan die werkzaamheden;
4° hun medewerking te verlenen aan de coördinatie en samenwerking bedoeld in artikel 9, § 1, 4°;
§ 2. De aannemers en, in voorkomend geval, de onderaannemers hebben ten aanzien van hun onderaannemers dezelfde verplichtingen als de werkgever in toepassing van artikel 9, § 2 heeft ten aanzien van de aannemers.
F.11. MODEL VOOR HET STELLEN VAN VRAGEN
Om een snel antwoord mogelijk te maken, vermelden alle vragen verplicht de verwijzingen naar het lastenboek (vb. punt A.5.1., paragraaf 1, pagina 5). Ook de taal van het lastenboek waarnaar verwezen wordt dient ingevuld aangezien de paginanummers kunnen variëren naargelang de taal.
Punt/ Paragraaf | Pagina- nummer | Taal | Vraag |