STATUTEN NAAM
STATUTEN NAAM
Artikel 1.
De coöperatie draagt de naam: COÖPERATIE ENERGIE SAMEN U.A. Onder coöperatie wordt verstaan een als coöperatie opgerichte vereniging. ZETEL EN DUUR
Artikel 2.
De coöperatie heeft haar zetel in de gemeente Utrecht en is aangegaan voor onbepaalde tijd. DOEL en MIDDELEN
Artikel 3.
1. De coöperatie heeft ten doel het versterken van maatschappelijk eigenaarschap in het kader van de energietransitie naar een duurzame samenleving.
2. Tot het doel van de coöperatie behoort voorts het actief betrekken van zowel kleine als grote energiecoöperaties en -verenigingen en daarmee de Nederlandse burger bij:
a. de coöperatie treedt (mede) op als belangenbehartiger van exploitanten van duurzame elektriciteitsproductie, zoals producenten van wind- en zonne-energie;
b. de coöperatie heeft tot doel een wet- en regelgevend kader tot stand te brengen dat bevorderend is voor het verkrijgen van omstandigheden die gunstig zijn voor de ontwikkeling van duurzame energieprojecten, zoals wind-, zon- en warmteprojecten, en dat de middelen ter bereiking van deze doelstelling bevorderlijk zijn aan dit doel, hetgeen met zich meebrengt het voeren van overleg met netbeheerders over reguleringsvoorwaarden en in voorkomend geval het voeren van juridische procedures over deze reguleringsvoorwaarden;
c. de exploitatie en het gebruik van de op Nederlands grondgebied beschikbare duurzame energiebronnen, zoals zon en wind;
c. de energiebesparing in de gebouwde omgeving;
d. de opwekking en gebruik van duurzame warmte, met lage en hoge temperatuur, ten behoeve van de gebouwde omgeving;
e. het verduurzamen van mobiliteit;
f. de verantwoordelijkheid voor de gehele energieketen zo veel mogelijk in handen te geven aan de burger als energiegebruiker en energieproducent;
g. de toekomst een gemeenschap van mensen te helpen worden die alle soorten energie die ze gebruiken zelf individueel en of collectief opwekken, zelf individueel of collectief opslaan;
h. de belangen van alle leden en supporters te behartigen;
i. al het bovenstaande in de ruimste zin.
3. De volgende middelen worden gebruikt om het doel te bereiken:
a. Belangenbehartiging, zowel op nationaal als regionaal niveau, bij Rijk, Provincies, Gemeenten en Unie van Waterschappen;
b. Ondersteuning van aangesloten coöperaties en verenigingen in de ruimste zin van het woord: bij het beheer van organisaties en bij projecten;
c. Kennisdeling en -ontwikkeling;
d. Het ontwikkelen van diensten ten behoeve van de leden en supporters;
e. Het ondersteunen van de professionalisering van de leden;
f. Het creëren van verdienmodellen voor de leden;
g. het oprichten en verwerven van, het deelnemen in, het samenwerken met, het besturen van, alsmede het (doen) financieren van andere ondernemingen, in welke rechtsvorm ook;
h. het verstrekken en aangaan van geldleningen, het beheren van en het beschikken over registergoederen en het stellen van zekerheden, ook voor schulden van anderen;
i. het bevorderen van het maatschappelijke draagvlak voor burgerinitiatieven op het gebied van duurzame energieproductie bij bewoners, overheden en politiek, door middel van informatieverstrekking, promotionele activiteiten en lobby;
j. het bevorderen van de uitwisseling van informatie en ervaringen in de ruimste zin van het woord;
x. het bevorderen van de samenwerking tussen de aangesloten coöperaties en verenigingen;
l. het bevorderen van de samenwerking met de actoren in de economie en de coöperatieve financiering;
m. het bevorderen van collectieve burgerparticipatie bij de ontwikkeling van duurzame energie (in het bijzonder windenergie) op zulke wijze dat deze productie, of tenminste een deel ervan:
1. geschiedt met respect voor strikte technische-, sociale- en milieucriteria;
2. geschiedt onder democratische controle; en
3. geschiedt met een zo groot mogelijk economisch rendement voor de gemeenschap en de burger;
n. het stimuleren van een lager energiegebruik in de gebouwde omgeving;
o. het oprichten, ontwikkelen en beheren van een shared service center, waarin vergelijkbare processen en taken van de afzonderlijke leden gezamenlijk worden uitgevoerd; het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn;
p. het sluiten van (collectieve) overeenkomsten met de leden en derden ten behoeve van backoffice activiteiten;
q. het ontwikkelen van werkinstrumenten, met name op financieel en bancair vlak, gericht op de realisatie van haar doelen;
r. haar leden te vertegenwoordigen bij gemeentelijke en provinciale overheden, bij de landelijke overheid, bij de Europese Unie en bij financiële en politieke organisaties.
s. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn;
4. De middelen van de coöperatie bestaan uit:
1. a. contributies van de leden als bedoeld in artikel 4 lid 4;
b. bijdragen van supporters, zoals bedoeld in lid 5 van dit artikel. Natuurlijke personen en rechtspersonen die de coöperatie ondersteunen en het woord verspreiden. Zonder stemrecht. Maar Energie samen doet wel voor deze mensen belangen behartiging. Bijvoorbeeld de saldering regeling.
c. giften, erfstellingen, legaten, subsidies;
d. leningen van leden, onder de voorwaarden en bedingen als geregeld in een leningsreglement;
x. xxxxxxxx van derden;
f. andere geldmiddelen;
5. Supporters zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die de coöperatie ondersteunen; zij hebben toegang tot de algemene ledenvergadering, doch geen stemrecht.
XXXXXXXXXXXX en daaraan VERBONDEN RECHTEN en VERPLICHTINGEN
Artikel 4
1. Leden van de Coöperatie zijn:
a. landelijke verenigingen en landelijke koepels van burger energiecoöperaties;
b. regionale verenigingen of regionale koepels van burger energiecoöperaties;
c. lokale burger energiecoöperaties en lokale duurzame energieverenigingen;
d. supporters.
Het bestuur beslist binnen drie maanden nadat zij een verzoek daartoe heeft ontvangen over de toelating als lid.
2. Een aantal criteria waar coöperaties en verenigingen als lid van ENERGIE SAMEN in belangrijke mate aan moeten voldoen zijn:
a. leerbereid: van anderen leren, en anderen laten leren van jou;
b. transparant: helderheid nastreven over de eigen regels en werkwijze (bijvoorbeeld statuten op de website, bestuursleden zichtbaar, en dergelijke);
c. open source (wat wordt bedacht mag een ander ook gebruiken);
d. democratisch, one man one vote;
e. autonoom (zelfstandige organisatie van leden, dus niet een uitvoeringsorganisatie van de gemeente, lokale installatiebedrijven, of energiebedrijf);
f. gebiedsgericht: de energietransitie vraagt om gebiedsgerichte aanpak, ook vanuit de coöperatieve beweging.
3. De aanvraag tot het lidmaatschap en de mededeling van toelating geschieden schriftelijk. Bij niet-toelating wordt dit schriftelijk aan de aanvrager medegedeeld. De toelatingsprocedure wordt nader vastgelegd in het huishoudelijk reglement van de coöperatie.
4. leder lid betaalt een jaarlijkse contributie, waarvan de hoogte op voorstel van het bestuur door de Algemene Ledenvergadering wordt vastgesteld. Nieuwe leden betalen éénmalig inschrijfgeld. De hoogte hiervan wordt door het bestuur vastgesteld.
Artikel 5
Elke aansprakelijkheid van de leden of de oud-leden voor een tekort van de coöperatie is uitgesloten.
Artikel 6
De coöperatie kan het batig saldo van de exploitatie geheel of gedeeltelijk reserveren dan wel geheel of gedeeltelijk uitkeren aan de leden.
EINDE van het LIDMAATSCHAP
Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. Door ontbinding indien het een rechtspersoon betreft.
b. Door opzegging door het lid.
c. Door opzegging namens de coöperatie. Deze kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het lidmaatschap bij de statuten gesteld te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de coöperatie niet nakomt, wanneer redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
d. Door ontzetting. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der coöperatie handelt, of de coöperatie op onredelijke wijze benadeelt.
2. De opzegging of ontzetting dienen schriftelijk te geschieden. De opzegging namens de coöperatie als bedoeld in lid 1 onder c of ontzetting als bedoeld onder d geschiedt schriftelijk door het bestuur.
3. Opzegging namens de coöperatie geschiedt door het bestuur.
4. Opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden. Echter kan het lidmaatschap onmiddellijk worden beëindigd indien van het lid redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
5. Een opzegging in strijd met het bepaalde in het vorige lid doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd. Een lid is niet bevoegd door opzegging van zijn lidmaatschap een besluit waarbij de verplichtingen van de leden van geldelijke aard zijn verzwaard, te zijnen opzichte uit te sluiten.
6. Van een besluit tot opzegging van het lidmaatschap door de coöperatie op grond dat redelijkerwijs van de coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren en van een besluit tot ontzetting uit het lidmaatschap staat de betrokkene binnen een maand na de ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open op de algemene vergadering. Hij wordt daartoe ten spoedigste schriftelijk van het besluit met opgave van redenen in kennis gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst met dien verstande evenwel dat het geschorste lid toegang heeft tot de Algemene Vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en bevoegd is daarover het woord te voeren.
7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een contributiejaar eindigt, blijft desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.
8. Indien het lidmaatschap is geëindigd, heeft het gewezen lid jegens de coöperatie geen andere rechten dan op terugbetaling van de lening bedoeld in artikel 3 lid 4.
BESTUUR
Artikel 8
1. De coöperatie wordt bestuurd door een bestuur bestaande uit ten minste vijf en ten hoogste negen personen.
2. De Algemene Ledenvergadering bepaalt, met inachtneming van het bepaalde in het vorige lid, het aantal bestuursleden.
3. Voor benoeming komen in aanmerking natuurlijke personen die lid dan wel bestuurder zijn van een lid van de coöperatie zoals bedoeld in artikel 4 lid 1.
4. Benoeming van bestuursleden geschiedt uit een of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 5. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tien leden. De voordracht van het bestuur wordt bij de oproeping voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door tien of meer leden moet voor de aanvang van de vergadering -schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
5. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met de meerderheid van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin ten minste twee-derde van de leden vertegenwoordigd is.
6. Is geen voordracht opgemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid aan de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in de keus. Indien er meer dan een bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP, PERIODIEK LIDMAATSCHAP, SCHORSING
Artikel 9
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd is benoemd, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elk bestuurslid treedt uiterlijk drie jaar na zijn benoeming af.
3. Elk bestuurslid kan eenmalig voor een termijn van drie jaar worden herverkozen. Bestuursleden treden af volgens een aftreedrooster.
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. Ten aanzien van een bestuurslid dat uit de leden benoemd is door het eindigen van het lidmaatschap van de coöperatie.
b. Door bedanken.
BESTUURSFUNCTIES BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR
Artikel 10
1. De voorzitter, secretaris en penningmeester worden door de Algemene Ledenvergadering in functie gekozen.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld en ondertekend.
3. In afwijking van hetgeen de wet dienaangaande bepaalt, is het oordeel van de voorzitter omtrent de totstandkoming en de inhoud van een besluit niet beslissend.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
BESTUURSTAAK VERTEGENWOORDIGING
Artikel 11
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de coöperatie.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden vijf is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een Algemene Vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies die door het bestuur worden benoemd.
4. Het bestuur is, naast de door de Algemene Ledenvergadering vastgestelde begroting, bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, het sluiten van overeenkomsten waarbij de coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een derde verbindt, tot een maximum van vijfentwintig duizend euro (€ 25.000,00).
5. Indien de coöperatie haar activiteiten middels een samenwerkingsovereenkomst wenst uit te oefenen kan daartoe een afzonderlijke rechtspersoon worden opgericht. Het bestuur is hiertoe bevoegd. Het bestuur bepaalt de vertegenwoordiger(s) van de coöperatie in het bestuur van de gemeenschappelijke rechtspersoon. Over de gang van zaken bij de hier bedoelde rechtspersoon wordt in het jaarverslag separaat gerapporteerd. Overschrijden de met de samenwerkingsovereenkomst gemoeide kosten het bedrag van vijfentwintig duizend euro (€ 25.000,00) dan is goedkeuring van de Algemene Ledenvergadering vereist.
6. Het bestuur behoeft goedkeuring van de Algemene Vergadering voor besluiten tot het aangaan van rechtshandelingen en het verrichten van investeringen wanneer deze het op de door de Algemene Ledenvergadering goedgekeurde begroting vermelde bedrag meer dan vijfentwintig duizend euro (€ 25.000,00) te boven gaan. Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden geen beroep worden gedaan. Binnen de daarvoor op de begroting vermelde bedragen is het bestuur bevoegd aan die leden, die ertoe overgegaan zijn om aan de coöperatie een geldlening te verstrekken, subsidies te verstrekken ter verwerving van technische hulpmiddelen voor het opwekken van milieuvriendelijke energie of het besparen van energie in het algemeen en om aan deze leden ander geldelijk voordeel te doen toekomen, met dien verstande het bestuur dient te handelen naar objectief vastgestelde richtlijnen en zonder leden, die aan de als zodanig vastgestelde objectieve criteria voldoen, verschillend te behandelen.
7. De coöperatie wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd.
a. Hetzij door het bestuur;
b. Hetzij door twee bestuursleden tezamen. ALGEMENE VERGADERINGEN
Artikel 12
1. Jaarlijks worden ten minste twee algemene vergadering gehouden en wel binnen zes maanden na afloop van het boekjaar (voorjaarsvergadering), behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering en minstens een maand voorafgaand aan het volgende boekjaar (najaarsvergadering).
In de voorjaarsvergadering brengt het bestuur zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de coöperatie en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuursleden; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
In de najaarsvergadering stelt het bestuur het jaarplan voor het komend boekjaar voor met daaraan verbonden de begroting.
2. Voorts roept het bestuur de algemene ledenvergadering bijeen indien hij dit wenst, indien een bestuursbesluit de goedkeuring van de algemene ledenvergadering behoeft of indien ten minste een/tiende deel van de leden zulks schriftelijk met opgave van de te behandelen onderwerpen verzoekt.
3. Indien na indiening van een zodanig verzoek het bestuur niet binnen veertien dagen de leden tot een vergadering heeft opgeroepen tegen een datum uiterlijk een maand na de indiening, kan bijeenroeping geschieden door de verzoekers.
4. Een algemene ledenvergadering wordt schriftelijk bijeengeroepen met vermelding van de agenda. De termijn van oproeping bedraagt tenminste acht dagen, de dag der oproeping en de dag van de vergadering niet meegerekend. Deze termijn bedraagt echter ten minste veertien dagen indien een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding van de coöperatie voor de eerste maai aan de orde komt.
TOEGANG EN STEMRECHT
Artikel 13
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de coöperatie. Geen toegang hebben geschorste bestuursleden, behoudens in de vergadering waarin hun beroepsrecht aan de orde komt.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Alle leden hebben stemrecht, met uitzondering van supporters die wel vergaderrecht hebben doch geen stemrecht.
4. Ten aanzien van besluitvorming in de Algemene Ledenvergadering aangaande specifieke diensten die alleen als abonnement afgenomen kunnen worden is het stemrecht beperkt tot de coöperaties zijnde betalende gebruikers van het betreffende abonnement. Dit alles binnen de kaders van het vastgestelde Jaarplan en de vastgestelde Begroting (Artikel 12, lid 1).
5. Een stemgerechtigd lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander stemgerechtigd lid laten uitbrengen, met dien verstande dat een lid voor niet meer dan twee andere leden als gemachtigde mag stemmen, zodat een lid nimmer meer dan voor drie leden hemzelf inbegrepen, stemmen kan uitbrengen.
Artikel 14
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de coöperatie of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan xxxxxx een der andere bestuursleden door het bestuur aan te wijzen als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering worden door de secretaris - of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING
Artikel 15
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door - de vergadering een besluit is genomen is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voor zover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in het eerste lid bedoeld oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan wederom niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij een persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemmingen (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen, op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan een persoon uitgebracht, dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van die personen bij de nieuwe
stemmen geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht Xxxxxxx bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Alle stemmen geschieden mondeling, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of een der stemgerechtigden zulks voor de stemming verlangt. Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een eenstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen omtrent alle aan de orde komende onderwerpen dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding ook al heeft geen - oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
10. Over personen wordt schriftelijk gestemd, indien de Algemene Ledenvergadering daartoe besluit.
BOEKJAAR, JAARVERSLAG, REKENING EN VERANTWOORDING. BEGROTING
Artikel 16
Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar. Artikel 17
1. Het bestuur brengt zijn jaarverslag uit op de in artikel 12 lid 1 bedoelde ledenvergadering en doet rekening en verantwoording van zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur. Het legt daartoe over: een balans, een winst- en verliesrekening en een toelichting op deze stukken.
2. Omtrent de getrouwheid van de stukken bedoeld in het vorige lid aan de algemene vergadering wordt slechts een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 2:393 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek, gehecht indien dit wettelijk is voorgeschreven. Is dit niet wettelijk voorgeschreven dan heeft de algemene vergadering, het recht jaarlijks daartoe een commissie van ten minste drie leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken als kascommissie de stukken te laten beoordelen.
3. Goedkeuring van de jaarrekening door de algemene ledenvergadering strekt het bestuur tot decharge voor het door hem gevoerde beleid in het afgelopen jaar.
4. De algemene ledenvergadering stelt vast welke bedragen aan een reservefonds moeten worden toegevoegd alsmede de ingevolge de in artikel 4 bedoelde geldleningen aan leden te vergoeden rente en uitkeringen.
5. Jaarlijks stelt de algemene vergadering een begroting vast voor het komende boek jaar. HUISHOUDELIJK REGLEMENT
Artikel 18.
1. De algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement vaststellen.
2. Het huishoudelijk reglement mag niet in strijd zijn met de wet, ook waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
COMMISSIES
Artikel 19
1. Het bestuur kan commissies instellen waardoor zij zich onder haar verantwoording kan doen laten bijstaan. Daarnaast kunnen commissies worden ingesteld door de algemene vergadering op voorstel van minimaal tien (10) stemgerechtigde leden.
2. Het bestuur kan commissies ontbinden. Indien het een commissie betreft die door de algemene vergadering is ingesteld kan het bestuur aan de algemene vergadering voorstellen de commissie te ontbinden.
STATUTENWIJZIGING EN ONTBINDING
Artikel 20
1. Een besluit tot wijziging van de statuten of tot ontbinding van de coöperatie kan slechts worden genomen in een vergadering, opgeroepen met inachtneming van het bepaalde in artikel 12 en onder toezending van de volledige tekst van de voorgestelde wijziging in de statuten, waarin ten minste twee/derde van de leden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is, en alsdan met ten minste drie/vierde van de geldig uitgebrachte stemmen voor het voorstel.
2. Is op die vergadering niet ten minste twee/derde deel van de leden aanwezig of vertegenwoordigd, dan wordt binnen een maand na de dag van de eerste vergadering een tweede vergadering belegd, die volgens de gewone regels wordt opgeroepen en die, ongeacht het aantal alsdan aanwezige of vertegenwoordigde leden kan besluiten met een meerderheid van ten minste drie/vierde deel van de geldig uitgebrachte stemmen.
3. Een statutenwijziging wordt eerst van kracht nadat deze bij notariële akte is vastgelegd. Het bestuur doet zo spoedig mogelijk van de aangenomen statutenwijziging een notariële akte opmaken.
4. Xxxxxxx van ontbinding van de coöperatie, is het bestuur met de vereffening belast, tenzij de ledenvergadering anders beslist. De ledenvergadering bepaalt de bestemming van het batig saldo.
SCHRIFTELIJK
Artikel 21
Onder "schriftelijk" wordt in deze statuten verstaan: bij brief, telefax of e-mail, of bij boodschap die via een ander gangbaar communicatiemiddel wordt overgebracht en op schrift kan worden ontvangen, mits de identiteit van de verzender met afdoende zekerheid kan worden vastgesteld.