KADEROVEREENKOMST VAN DE WERELDGEZONDHEIDSORGANISATIE INZAKE DE BESTRIJDING VAN HET TABAKSGEBRUIK
VERTALING
KADEROVEREENKOMST VAN DE WERELDGEZONDHEIDSORGANISATIE INZAKE DE BESTRIJDING VAN HET TABAKSGEBRUIK
PREAMBULE
De Partijen bij deze Overeenkomst,
VASTBESLOTEN prioriteit te verlenen aan hun recht de volksgezondheid te beschermen,
ERKENNEND dat de verspreiding van de tabaksepidemie een mondiaal probleem is met ernstige gevolgen voor de volksgezondheid dat vraagt om een zo breed mogelijke internationale samenwerking en de participatie van alle landen voor een doeltreffende, passende en allesomvattende internationale actie,
UITDRUKKING GEVEND aan de bezorgdheid van de internationale gemeenschap over de verwoestende wereldwijde gezondheidseffecten en sociale, economische en milieugevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook,
ERNSTIG BEZORGD over de toename van de wereldwijde consumptie en vervaardiging van sigaretten en andere tabaksproducten, in het bijzonder in ontwikkelingslanden, alsmede over de last die deze betekenen voor de gezinnen, de armen en de systemen voor de nationale gezondheidszorg,
ERKENNEND dat wetenschappelijk bewijs onomkeerbaar hooft aangetoond dat tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook dood, ziekte en arbeidsongeschiktheid veroorzaken, en dat er geruime tijd ligt lussen de blootstelling aan roken en andere gebruikswijzen van tabaksproducten en het ontstaan van tabaksgerelateerde ziekten,
TEVENS ERKENNEND dat sigaretten en sommige andere producten, die tabak bevatten, zeer gesofisticeerde producten zijn en zodanig bewerkt zijn om verslaving te bewerkstelligen en in stand te houden, en dat veel van de stoffen die zij bevatten en de rook die erdoor wordt geproduceerd, farmacologisch actief, giftig, mutageen en carcinogeen zijn, en dat tabaksverslaving in belangrijke internationale ziekteclassificatiesystemen als een afzonderlijke stoornis is opgenomen.
ERKENNEND dat wetenschappelijk duidelijk is aangetoond dat prenatale blootstelling aan tabaksrook schadelijk is voor de gezondheid en ontwikkeling van kinderen,
ERNSTIG BEZORGD over de wereldwijde toename van het gebruik van sigaretten en andere vormen van tabaksconsumptie door kinderen en jongeren, in het bijzonder door het feit dat deze roken op steeds jongere leeftijd,
VERONTRUST door de wereldwijde toename van roken en andere vormen van tabaksconsumptie door vrouwen en meisjes en indachtig de noodzaak van volledige participatie van vrouwen op alle niveaus van beleidsvorming en -implementatie en de behoefte aan genderspecifieke strategieën voor tabaksbeheersing,
DIEP BEZORGD over de hoge vlucht die roken en andere vormen van tabaksconsumptie hebben genomen onder inheemse volkeren,
ERNSTIG BEZORGD over de effecten van alle vormen van reclame, promotie en sponsoring gericht op het aanmoedigen van het gebruik van tabaksproducten,
ERKENNEND dat samenwerking nodig is om alle vormen van illegale handel in sigaretten en andere tabaksproducten, met inbegrip van smokkel, illegale vervaardiging en imitatie, te bannen,
ERKENNEND dat voor tabaksbeheersing op alle niveaus en in het bijzonder in ontwikkelingslanden en in landen met een overgangseconomie voldoende financiële en technische middelen nodig zijn die toegespitst zijn op de huidige en verwachte behoefte aan activiteiten op het gebied van tabaksbeheersing,
DE NOODZAAK ERKENNEND geschikte mechanismen te ontwikkelen om in te spelen op de sociaal economische gevolgen op lange termijn van succesvolle strategieën voor het terugdringen van de vraag naar tabak.
INDACHTIG de sociaal economische problemen die programma's voor tabaksbeheersing op middellange en lange termijn kunnen veroorzaken in sommige ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie, en hun behoefte erkennend aan technische en financiële bijstand in het kader van nationaal ontwikkelde strategieën van duurzame ontwikkeling,
ZICH BEWUST van het waardevolle werk dat door vele staten wordt verricht op het gebied van tabaksbeheersing, en met lof voor de voortrekkersrol van de Wereldgezondheidsorganisatie alsmede de inspanningen van andere organisaties en instanties van de Verenigde Naties en andere internationale en regionale intergouvernementele organisaties bij de ontwikkeling van maatregelen voor tabaksbeheersing,
DE BIJZONDERE BIJDRAGE BENADRUKKEND van niet gouvernementele organisaties en andere maatschappelijke geledingen die niet aan de tabaksindustrie gelinkt worden, waaronder gezondheidsinstanties, vrouwen-, jongeren-, milieu- en consumentengroeperingen en universitaire en gezondheidszorginstanties, aan nationale en internationale inspanningen op het gebied van tabaksbeheersing en het vitale belang van hun deelname aan nationale en internationale op tabaksbeheersing gerichte inspanningen,
DE NOODZAAK ERKENNEND waakzaam te zijn ten aanzien van pogingen van de tabaksindustrie om inspanningen ten behoeve van tabaksbeheersing te ondermijnen of te ontkrachten en de noodzaak op de hoogte te zijn van activiteiten met negatieve gevolgen voor de tabaksindustrie,
IN HERINNERING ROEPEND artikel 12 van het Internationaal Convenant Inzake economische, sociale en culturele rechten, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 16 december 1966, waarin wordt verklaard dat eenieder recht heeft op het genot van het hoogst haalbare niveau van lichamelijke en geestelijke gezondheid,
MEDE IN HERINNERING ROEPEND de preambule van het Statuut van de Wereldgezondheidsorganisatie, waarin wordt verklaard dat het genot van bet hoogst haalbare niveau van gezondheid één van de grondrechten van ieder mens is, zonder onderscheid van ras, godsdienst, politieke overtuiging, economische of sociale omstandigheden,
VASTBESLOTEN maatregelen voor tabaksbeheersing te bevorderen die zijn gebaseerd op actuele en relevante wetenschappelijke, technische en economische overwegingen,
IN HERINNERING ROEPEND dat in de Overeenkomst inzake het bannen van alle vormen van discriminatie van vrouwen, door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties aangenomen op l8 december 1979, wordt bepaald dat de staten die partij bij deze Overeenkomst zijn passende maatregelen moeten nemen om discriminatie van vrouwen op het terrein van de gezondheidszorg te bannen.
VOORTS IN HERINNERING BRENGEND dat in de Overeenkomst inzake de rechten van het kind, aangenomen door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties op 20 november 1989, wordt bepaald dat de staten die partij bij deze overeenkomst zijn het recht van het kind op het genot van het hoogst haalbare niveau van gezondheid erkennen,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
DEEL 1
Inleiding
Artikel 1
Gebruik van de termen
Voor de toepassing van deze Overeenkomst:
a) Wordt verstaan onder «illegale handel», alle handelingen of gedragingen die bij wet verboden zijn en betrekking hebben op vervaardiging, verzending, ontvangst, bezit, distributie, verkoop of aankoop, met inbegrip van handelingen of gedragingen ten behoeve van het bevorderen van deze activiteiten;
b) Wordt verstaan onder «regionale organisatie voor economische integratie», een organisatie bestaande uit meerdere soevereine staten, waaraan de staten die daar lid van zijn de bevoegdheid over een aantal aangelegenheden hebben overgedragen, met inbegrip van de bevoegdheid om voor de lidstaten ten aanzien van die aangelegenheden bindende besluiten te nemen ( 1);
c) Wordt verstaan onder «tabaksreclame en –promotie », elke vorm van commerciële communicatie, aanbeveling afhandeling met het doel, het effect of mogelijke effect dat een tabaksproduct of tabaksgebruik direct of indirect wordt aangemoedigd;
d) Xxxxx verstaan onder «tabaksbeheersing», een reeks van strategieën voor de terugdringing van het aanbod, de vraag en de schade, die erop zijn gericht de gezondheid van een bevolkingsgroep te verbeteren door hun consumptie van tabaksproducten en blootstelling aan tabaksrook uit te bannen ofte verminderen;
e) Wordt verstaan onder «tabaksindustrie», tabaksfabrikanten, groothandelaren en invoerders van tabaksproducten.
f) Wordt verstaan onder «tabaksproducten», producten die geheel of ten dele zijn vervaardigd uit tabaksblad als grondstof, die worden vervaardigd om te worden gerookt, gepruimd, gekauwd of gesnoven;
g) Wordt verstaan onder «tabakssponsoring», elke vorm van bijdrage aan een evenement, activiteit of individuele persoon met het doel, het effect of mogelijke effect dat een tabaksproduct of tabaksgebruik direct of indirect wordt aangemoedigd.
Artikel 2
Verhouding tussen deze Overeenkomst en andere overeenkomsten en juridische instrumenten
1. Teneinde de gezondheid van de mens beter te beschermen, worden de Partijen aangemoedigd maatregelen te nemen die verder gaan dan de bepalingen van deze Overeenkomst en de protocollen daarbij, en niets in deze instrumenten belet een Partij strengere eisen op te leggen als die stroken met de bepalingen ervan en in overeenstemming zijn met het internationale recht
2. De bepalingen van de Overeenkomst en de protocollen (daarbij) doen geen enkele afbreuk aan het recht van Partijen bilaterale of multilaterale overeenkomsten te sluiten, waaronder regionale of subregionale overeenkomsten, met betrekking tot onderwerpen die samenhangen met de Overeenkomst en de protocollen daarbij, of deze aanvullen, mits dergelijke overeenkomsten stroken met de verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst en de protocollen daarbij. De betrokken Partij meldt dergelijke overeenkomsten via het Secretariaat aan de Conferentie van de Partijen.
DEEL II
Doel, richtsnoeren en algemene verplichtingen
Artikel 3
Doel
Het doel van deze Overeenkomst en de protocollen daarbij is de huidige en toekomstige generaties te beschermen tegen de verwoestende effecten op de gezondheid met nefaste sociale, milieu- en economische gevolgen, door de tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook; derhalve door een kader te bieden voor maatregelen voor tabaksbeheersing die door de Partijen op nationaal, regionaal en internationaal niveau moeten worden uitgevoerd om het wijdverbreide tabaksgebruik en de blootstelling aan tabaksrook permanent en in aanzienlijke mate te verminderen.
Artikel 4
Richtsnoeren
Teneinde het doel van deze Overeenkomst en de protocollen daarbij, te bereiken en de bepalingen ervan uit te voeren, worden de volgende Partijen, onder andere, geleid door hiernavolgende beginselen:
1. Iedereen moet worden geïnformeerd over de gevolgen voor de gezondheid, bet verslavende karakter en de dodelijke bedreiging die uitgaat van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook en op bet aangewezen regeringsniveau moeten doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen worden bestudeerd om iedereen te beschermen tegen blootstelling aan tabaksrook.
2. Teneinde allesomvattende multisectorale maatregelen en een gecoördineerd optreden te ontwikkelen en te ondersteunen is op nationaal, regionaal een internationaal niveau grote politieke betrokkenheid vereist, waarbij het volgende voor ogen moet worden gehouden :
a) de noodzaak om maatregelen te nemen om iedereen tegen de blootstelling aan tabaksrook te beschermen;
b) de noodzaak om maatregelen te nemen om te voorkomen dat mensen beginnen te roken, in welke vorm dan ook, om het stoppen te bevorderen en te ondersteunen, en de consumptie ervan te verminderen;
c) de noodzaak om maatregelen te nemen ter bevordering van de participatie van inheemse personen en gemeenschappen aan de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van programma's voor tabaksbeheersing die in sociaal-cultureel opzicht bij hun behoeften en mogelijkheden aansluiten; en
d) de noodzaak maatregelen te nemen om bij de ontwikkeling van strategieën voor tabaksbeheersing met genderspecifieke risico's rekening te houden.
3. Internationale samenwerking, in het bijzonder de overdracht van technologie, kennis en financiële bijstand en het bieden van daaraan gerelateerde expertise, teneinde doeltreffende programma's voor tabaksbeheersing op te zetten en uit te voeren, rekening houdend met lokale culturele, alsmede sociale, economische, politieke en juridische factoren, vormt een belangrijk onderdeel van de Overeenkomst.
4. Allesomvattende multisectorale maatregelen nemen en toepassen teneinde de consumptie van alle tabaksproducten op nationaal, regionaal en internationaal niveau terug te dringen; dit is van wezenlijk belang om, in overeenstemming met de beginselen van volksgezondheid, ziektes, voortijdige arbeidsongeschiktheid en sterfte, als gevolg van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook. te voorkomen.
5.Kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid, zoals door elke Partij binnen haar rechtsgebied bepaald, vormen een belangrijk onderdeel van allesomvattende tabaksbeheersing.
6. Het belang van technische en financiële bijstand om de economische overgang van tabakstelers en werknemers in ontwikkelingslanden die Partij zijn, alsmede in Partijen met een overgangseconomie, wier levensonderhoud als gevolg van programma’s voor tabaksbeheersing ernstig in gevaar komt, moet worden onderkend en in het kader van op nationaal niveau ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling moet naar een oplossing hiervoor worden gezocht
7. De participatie van het maatschappelijk middenveld is van wezenlijk belang voor de verwezenlijking van het doel van de Overeenkomst en de protocollen daarbij.
Artikel 5
Algemene verplichtingen
1. Elke Partij ontwikkelt in overeenstemming met deze Overeenkomst en met de protocollen waarbij zij betrokken is, allesomvattende multisectorale nationale strategieën voor tabaksbeheersing, voert deze uit, actualiseert en herziet deze strategieën periodiek.
2. Teneinde dit doel te bereiken gaat elke Partij, overeenkomstig haar capaciteiten, over tot:
a) instelling of versterking en financiering van een nationaal coördinatiemechanisme of van aanspreekpunten voor tabaksbeheersing en
b) aanneming en uitvoering van doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen en, naargelang het geval, samenwerking met andere Partijen bij de ontwikkeling van passend beleid ter preventie en terugdringen van de tabaksconsumptie, nicotineverslaving en blootstelling aan tabaksrook.
3. Bij de vaststelling en uitvoering van hun volksgezondheidsbeleid met betrekking tot tabaksbeheersing, nemen de Partijen in overeenstemming met bet nationaal recht maatregelen om dit beleid te beschermen tegen commerciële en andere gevestigde belangen van de tabaksindustrie.
4. De Partijen werken samen met het oog op het formuleren van voorgestelde maatregelen, procedures en richtlijnen voor de uitvoering van de Overeenkomst en van de protocollen waarbij zij partij zijn.
5. De Partijen werken samen, met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties om de doelstellingen van de Overeenkomst en van de protocollen waarbij zij partij zijn, te verwezenlijken.
6. Binnen de hun ter beschikking staande middelen werken de partijen samen om via bilaterale en multilaterale mechanismen voor fondsenwerving financiële middelen te verwerven voor een doeltreffende uitvoering van de Overeenkomst.
DEEL III
Maatregelen met betrekking tot de terugdringing van de vraag naar tabak
Artikel 6
Prijs- en belastingmaatregelen om de vraag naar tabak terug te dringen
1. De Partijen erkennen dal prijs- en belastingmaatregelen een doeltreffend en belangrijk instrument kunnen zijn om de tabaksconsumptie bij de diverse geledingen van de bevolking, in het bijzonder bij de jongeren, terug te dringen.
2. Zonder afbreuk te doen aan het soevereine recht van de Partijen om bun eigen belastingbeleid te bepalen en vast te stellen, moet elke Partij rekening houden met de nationale gezondheidsdoelen betreffende tabaksbeheersing en, naargelang het geval, maatregelen aannemen of handhaven, zoals:
a) het uitvoeren van het belastingbeleid en, waar passend, prijsbeleid inzake tabaksproducten, zodanig dat een bijdrage wordt geleverd aan de gezondheidsdoelen gericht op het terugdringen van de tabaksconsumptie; en
b) het verbieden of beperken, naargelang van het geval, van de verkoop aan en/of de invoer door internationale reizigers van belasting- en accijnsvrije tabaksproducten.
3. In hun periodieke verslagen aan de Conferentie van de Partijen, in overeenstemming met artikel 21, verstrekken de Partijen de belastingtarieven voor tabaksproducten en trends in de tabaksconsumptie.
Artikel 7
Andere dan prijsmaatregelen om de vraag naar tabak terug te dringen
De Partijen erkennen dat allesomvattende maatregelen die geen verband houden met de prijs, een doeltreffend en belangrijk instrument zijn voor het terugdringen van de tabaksconsumptie. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende. bestuurlijke of andere maatregelen die nodig zijn voor de naleving van haar verplichtingen ingevolge de artikelen 8 tot en met 13 met als doel ze te laten uitvoeren. en werkt, naargelang het geval, bij de uitvoering van deze maatregelen rechtstreeks of via bevoegde internationale instanties met de andere Partijen samen. De Conferentie van de Partijen stelt passende richtlijnen voor betreffende de uitvoering van de bepalingen van deze artikelen.
Artikel 8
Bescherming tegen de blootstelling aan tabaksrook
l. De Partijen erkennen dat wetenschappelijk bewijs heeft aangetoond dat blootstelling aan tabaksrook leidt tot dood, ziekte en arbeidsongeschiktheid.
2. Elke Partij neemt binnen de bestaande nationale rechtsbevoegdheid zoals bepaald in het nationaal recht doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke en/of andere maatregelen aan, voert deze uit, en bevordert deze maatregelen op andere niveaus van rechtsbevoegdheid. Deze doeltreffende maatregelen dienen te voorzien in bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook op binnen gebouwen gelegen werkruimtes, het openbaar vervoer, binnen openbare gebouwen en, naargelang bet geval, op andere openbare plaatsen.
Artikel 9
Reglementering van de inhoud van tabaksproducten
De Conferentie van de Partijen doet, in overleg met bevoogde internationale Instanties, voorstellen voor richtlijnen ten behoeve van het testen en meten van de inhoud en emissies van tabaksproducten, en voor de regulering van deze inhoud en emissies. Elke Partij neemt, wanneer goedgekeurd door bevoegde nationale autoriteiten, doeltreffende wetgevende, uitvoerende- en bestuurlijke of andere doeltreffende maatregelen, en voert deze uit, ten behoeve van deze tests en metingen, en ten behoeve van genoemde reglementering.
Artikel 10
Reglementering van vermeldingen op tabaksproducten
Elke Partij neemt, in overeenstemming met haar nationaal recht, doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere doeltreffende maatregelen aan, en voert deze uit, waarmee fabrikanten en invoerders van tabaksproducten worden verplicht aan de regeringsautoriteiten informatie bekend te maken met betrekking tot de inhoud en emissies van tabaksproducten. Elke Partij neemt voorts doeltreffende maalregelen aan, en voert deze uit, voor de bekendmaking aan het publiek van de giftige ingrediënten van de tabaksproducten en de emissies die deze producten kunnen produceren.
Artikel 11
Verpakking en etikettering van tabaksproducten
1. Elke Partij neemt, binnen een tijdvak van drie jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst ten aanzien van die Partij, in overeenstemming met haar nationaal recht, doeltreffende maatregelen aan, en voert deze uit, om te waarborgen dat :
a) de verpakking en etikettering van tabaksproducten op geen enkele wijze het gebruik van tabaksproducten bevordert met gebruikmaking van onjuiste, misleidende of bedrieglijke middelen of op zodanige wijze dat een verkeerde indruk wordt gewekt ten aanzien van de kenmerken, gevolgen voor de gezondheid, gevaren of emissies, met inbegrip van woordgebruik, omschrijvingen, handelsmerken, of figuratieve of andere tekens die direct of indirect de valse indruk wekken dat een bepaald tabaksproduct minder schadelijk is dan andere tabaksproducten. Hierbij kan het gaan om termen als « laag teergehalte », « light », « ultra light » of « mild »; en
b) elk pakje of elke slof tabaksproducten en alle verpakkingen en etiketten van deze producten eveneens worden voorzien van waarschuwingen voor de gezondheid waarin de schadelijke effecten van tabaksgebruik worden vermeld, en andere relevante boodschappen. Deze waarschuwingen en boodschappen :
i) moeten door de bevoegde nationale autoriteiten worden goedgekeurd,
ii) moeten op alle zijden van de verpakking worden aangebracht,
iii) moeten groot, duidelijk, zichtbaar en leesbaar zijn,
iv) zouden bij voorkeur 50 % of meer van de belangrijkste etiketruimte moeten uitmaken, maar moeten ten minste 30 % daarvan beslaan,
v) mogen worden aangebracht in de vorm van afbeeldingen of pictogrammen, of mogen deze omvatten.
2. Elk pakje en elke slof tabaksproducten en alle verpakkingen en etiketten van deze producten moeten, naast de in het eerste lid, onderdeel b, van dit artikel bedoelde waarschuwingen, informatie bevatten ten aanzien van de ingrediënten en relevante emissies van tabaksproducten wals gedefinieerd door de nationale autoriteiten.
3. Elke Partij verlangt dat de in het eerste lid, onderdeel b, en in het tweede lid van dit artikel bedoelde informatie en de waarschuwingen op elk pakje en op elke slof tabaksproducten en op alle verpakkingen en etiketten van deze producten wordt aangebracht in haar belangrijkste taal of talen.
4. Voor de toepassing van dit artikel is het begrip « verpakking en etiket » met betrekking tot tabaksproducten van toepassing op alle verpakkingen en etiketten die in de detailhandel voor het product worden gebruikt
Artikel 12
Educatie, communicatie, training en publieksvoorlichting
Elke Partij bevordert en versterkt de publieksvoorlichting op het gebied van tabaksbeheersingskwesties: hierbij gebruikt zij alle beschikbare, geschikte communicatiemiddelen. Om dit te bereiken neemt elke Partij doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen, en voert deze uit, ter bevordering van :
a) een brede toegang tot doeltreffende en allesomvattende educatie- en publieksvoorlichtingsprogramma's met betrekking tot de gezondheidsrisico's, waaronder de verslavende kenmerken van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook;
b) publieksvoorlichting met betrekking tot de gezondheidsrisico's van tabaksconsumptie en de blootstelling aan tabaksrook, en met betrekking tot de voordelen van het stoppen met tabaksgebruik en een leven zonder tabak als voorgeschreven in artikel 14.2;
c) de toegang voor het publiek, in overeenstemming met het nationaal recht, tot een breed forum aan informatie inzake de tabaksindustrie, in zoverre relevant voor het doel van deze Overeenkomst;
d) doeltreffende en passende training of bewustwordings- en voorlichtingsprogramma's met betrekking tot tabaksbeheersing voor mensen die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, maatschappelijk werkers, sociaal werkers, medewerkers van de media, onderwijzend personeel, beleidsmakers, bestuurders en andere betrokkenen;.
e) de bewustwording en participatie van publieke en private instellingen en niet- gouvernementele organisaties die niet met de tabaksindustrie nauw verbonden zijn met betrekking tot de ontwikkeling en uitvoering van intersectorale programma's en strategieën voor tabaksbeheersing; en
f) de publieksvoorlichting over en toegang tot informatie met betrekking tot de schadelijke gevolgen voor gezondheid, economie en milieu van de productie en consumptie van tabak.
Artikel 13
Tabaksreclame, -promotie en -sponsoring
1, De Partijen erkennen dat een allesomvattend verbod op reclame, promotie en sponsoring de consumptie van tabaksproducten zal terugdringen.
2. Elke Partij gaat, in overeenstemming met haar grondwet of grondwettelijke beginselen, over tot het verbieden van alle tabaksreclame, -promotie en -sponsoring. Afhankelijk van de juridische context en technische middelen die de desbetreffende Partij ter beschikking staan omvat dit mede een allesomvattend verbod op grensoverschrijdende publiciteit, promotie en sponsoring die van haar grondgebied afkomstig is. In dit verband neemt elke Partij, binnen een tijdvak van vijf jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst voor die Partij, passende wetgevende, uitvoerende. bestuurlijke en/of andere maatregelen en brengt daarvan overeenkomstig artikel 21 verslag uit
3. Een Partij die ten gevolge van baar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is tot een allesomvattend verbod over te gaan, legt beperkingen op ten aanzien van alle tabaksreclame, -promotie en -sponsoring. Afhankelijk van de juridische context en technische middelen die de desbetreffende Partij ter beschikking staan, omvat dit beperkingen of een allesomvattend verbod op reclame, promotie en sponsoring die van zijn grondgebied afkomstig is en grensoverschrijdende effecten heeft In dit verband neemt elke Partij passende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke- en/of andere maatregelen en brengt daarvan overeenkomstig artikel 21 verslag uit
4. Elke Partij is, in overeenstemming met haar grondwet of grondwettelijke beginselen, ten minste gehouden :
a) alle vormen van tabaksreclame, promotie en -sponsoring te verbieden die een tabaksproduct op onjuiste, misleidende of bedrieglijke wijze aanprijzen of zodanig dat een verkeerde indruk kan ontstaan over de kenmerken, gevolgen voor de gezondheid, gevaren of emissies ervan;
b) te vereisen dat waarschuwingen voor de gezondheid of andere passende waarschuwingen of voorlichting worden gegeven bij elke tabaksreclame en, in voorkomend geval, bij elke tabakspromotie en -sponsoring;
c) het gebruik van directe en/of indirecte aansporingen die de aankoop van tabaksproducten door het publiek aanmoedigen, te beperken;
d) te verlangen, wanneer geen allesomvattend verbod geldt dat aan de relevante regeringsautoriteiten de uitgaven van de tabaksindustrie aan reclame, promotie en sponsoring die nog niet verboden is, bekend wordt gemaakt. Deze autoriteiten kunnen, afhankelijk van bet nationaal recht, besluiten deze cijfers in overeenstemming met artikel 21 aan het publiek en aan de Conferentie van de Partijen beschikbaar te stellen;
e) over te gaan tot een allesomvattend verbod of, indien een Partij als gevolg van haar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is tot een allesomvattend verbod over te gaan, tabaksreclame, promotie en sponsoring via radio, televisie, gedrukte media en, in voorkomend geval, andere media, zoals het Internet, binnen een tijdvak van vijf jaar te verbieden: en
f) tabakssponsoring van internationale evenementen, activiteiten en/of van deelnemers daaraan te verbieden, of indien een Partij als gevolg van haar grondwet of grondwettelijke beginselen niet in staat is tot een verbod over te gaan, dit te beperken.
5. De Partijen worden aangemoedigd tot het nemen van maatregelen die de in het vierde lid bedoelde verplichtingen overschrijden.
6. De Partijen werken samen bij de ontwikkeling van technieken en andere middelen die nodig zijn om het bannen van grensoverschrijdende reclame te vergemakkelijken.
7. De Partijen waar een verbod geldt op bepaalde vormen van tabaksreclame, -promotie en
-sponsoring hebben het soevereine recht om die vormen van grensoverschrijdende tabaksreclame,
-promotie en -sponsoring te verbieden die hun grondgebied binnenkomen en in overeenstemming met hun nationaal recht vergelijkbare sancties op te leggen als die welke gelden voor nationale reclame, promotie en sponsoring die van hun grondgebied afkomstig is. In dit lid worden geen specifieke sancties ondersteund of goedgekeurd.
8, De Partijen overwegen de opstelling van een protocol waarin passende maatregelen worden neergelegd waarvoor internationale samenwerking vereist is voor een allesomvattend verbod op grensoverschrijdende reclame, promotie en sponsoring.
Artikel 14
Maatregelen voor het terugdringen van de vraag in verband met tabaksverslaving en stoppen met tabaksgebruik
l, Elke Partij ontwikkelt en verspreidt, met inachtname van de nationale omstandigheden en prioriteiten passende, op wetenschappelijk bewijs en de beste technieken gebaseerde allesomvattende en geïntegreerde richtlijnen, en neemt doeltreffende maatregelen om het stoppen met tabaksgebruik en adequate behandeling voor tabaksverslaving te bevorderen.
2. Teneinde dit doel te bereiken streeft elke Partij ernaar:
a) doeltreffende programma's op te zetten en uit te voeren gericht op de bevordering van het stoppen met tabaksgebruik, bij onderwijsinstellingen, instellingen in de gezondheidszorg, op werksites en op plaatsen waar sport wordt beoefend;
b) de diagnose en behandeling van tabaksverslaving en hulp bij het stoppen met tabaksgebruik op te nemen in programma's, plannen en strategieën voor de volksgezondheid en opvoeding, naargelang het geval, met de participatie van mensen die in de gezondheidszorg werkzaam zijn, of in de gemeenschappen alsook maatschappelijke werkers;
c) in de gezondheidszorg en in rehabilitatiecentra programma's in te stellen voor diagnose, advies, preventie en behandeling van tabaksverslavingen
d) samen te werken met andere Partijen ter vergemakkelijking van de toegang tot en betaalbaarheid van de behandeling van tabaksverslaving, met inbegrip van farmaceutische producten ingevolge artikel 22. Deze producten en hun ingrediënten kunnen in voorkomend geval geneesmiddelen, producten om geneesmiddelen toe te dienen en diagnoses bevatten.
DEEL IV
Maatregelen met betrekking tot de terugdringing van het aanbod van tabak
Artikel 15
Illegale handel in tabaksproducten
1. De Partijen erkennen dat het weren van alle vormen van illegale handel in tabaksproducten, waaronder smokkel, illegale vervaardiging en imitatie, en de ontwikkeling en uitvoering van daarmee samenhangend nationaal recht, naast subregionale, regionale en mondiale overeenkomsten, essentiële onderdelen van de tabaksbeheersing zijn.
2. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere doeltreffende maatregelen aan, en voert deze uit, om te waarborgen dat alle pakjes en sloffen met tabaksproducten en alle verpakkingen van deze producten worden gemarkeerd om de Partijen te helpen bij de vaststelling van de oorsprong van de tabaksproducten en, in overeenstemming met het nationaal recht en de desbetreffende bilaterale en multilaterale overeenkomsten, de Partijen te helpen bij bet vaststellen van bet punt waar de tabaksproducten worden verduisterd en de bewegingen van tabaksproducten en de juridisch statuut ervan te volgen, te documenteren en te beheersen. Daarnaast is elke Partij gehouden:
a) te vereisen dat pakjes en sloffen met tabaksproducten voor de detailhandel en groothandel die op de binnenlandse markt worden verkocht van de volgende mededeling zijn voorzien : « Verkoop uitsluitend toegestaan in (naam van het land of van de provinciale, regionale of federale bestuurlijke eenheid) » of zijn voorzien van een andere doeltreffende, eigen vermelding waaruit de uiteindelijke bestemming blijkt of die de autoriteiten kan helpen vast te stellen of het product wettig te koop is op de binnenlandse markten
b) waar dienstig, de ontwikkeling van een praktisch tracking en tracingsysteem te overwegen voor verdere beveiliging van het distributiesysteem en hulp bij het onderzoek naar illegale handel.
3. Elke Partij verlangt dat de in het tweede lid van dit artikel bedoelde informatie en vermeldingen op de verpakkingen in een leesbare vorm worden weergegeven en/of in de belangrijkste taal of talen worden vermeld.
4. Met het oog op het bannen van de illegale handel in tabaksproducten is elke Partij gehouden:
a) gegevens te controleren en te verzamelen met betrekking tot de grensoverschrijdende handel in tabaksproducten, met inbegrip van illegale handel, en op passende wijze, in overeenstemming met het nationaal recht en de toepasselijke bilaterale of multilaterale overeenkomsten, informatie uit te wisselen tussen douane-, belasting- en andere autoriteiten;
b) wetgeving vast te stellen of aan te scherpen met passende sancties en rechtsmiddelen. tegen de illegale handel in tabaksproducten, met inbegrip van imitatie- en gesmokkelde sigaretten;
c} passende maatregelen te nemen om te waarborgen dat alle in beslag genomen apparatuur, imitatie- en gesmokkelde sigaretten en andere tabaksproducten worden vernietigd, waar
mogelijk met gebruikmaking van milieuvriendelijke methoden, of in overeenstemming met het nationaal recht een andere bestemming krijgen;
d) maatregelen te nemen en uit te voeren voor het volgen, documenteren en beheersen van de opslag en distributie van tabaksproducten die binnen het rechtsgebied worden bewaard of verplaatst onder vrijstelling van belasting of accijns; en
e) passende maatregelen te nemen om de inbeslagneming van de opbrengst van de illegale handel in tabaksproducten mogelijk te maken.
5. De ingevolge het vierde lid, onderdelen a) en d), van dit artikel verzamelde informatie wordt, waar dienstig, in overeenstemming met artikel 21, door de Partijen in hun periodieke verslagen aan de Conferentie van de Partijen samengevoegd verstrekt.
6, De Partijen bevorderen, op passende wijze en in overeenstemming met het nationaal recht, de samenwerking tussen nationale instanties, alsmede regionale en internationale intergouvernementele organisaties ten aanzien van onderzoek, vervolging en procedures, met bet oog op de uitbanning van de illegale handel in tabaksproducten. In het bijzonder moet de nadruk worden gelegd op samenwerking, op regionaal en subregionaal niveau teneinde de illegale handel in tabaksproducten te bestrijden.
7. Elke Partij streeft ernaar andere maatregelen aan te nemen en uit te voeren, waaronder -waar dienstig- de instelling van een vergunningenstelsel om de vervaardiging en distributie van tabaksproducten te beheersen of te regulariseren teneinde illegale handel te voorkomen.
Artikel 16
Verkopen aan en door minderjarigen
I. Elke Partij neemt op het desbetreffende regeringsniveau doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen, en voert deze uit, om de verkoop van tabaksproducten aan personen jonger dan de in de binnenlandse of nationale wetgeving vastgestelde leeftijd, of achttien jaar, te verbieden. Deze maatregelen kunnen de volgende vorm aannemen:
a) vereisen dat alle verkopers van tabaksproducten een duidelijke en opvallende aanduiding binnen hun verkooppunt plaatsen met betrekking tot het verbod op de verkoop van tabak aan minderjarigen en, in geval van twijfel, verlangen dat elke koper van tabaksproducten het bewijs overlegt om aan te tonen dat hij of zij de daarvoor vereiste leeftijd heeft bereikt;
b) het verbieden van de verkoop van tabaksproducten indien deze direct toegankelijk zijn, zoals op winkelschappen;
c) het verbieden van de vervaardiging en verkoop van zoetwaren, zoutjes, speelgoed en andere voorwerpen in de vorm van tabaksproducten die minderjarigen aanspreken; en
d) ervoor zorg te dragen dat de verkoopautomaten van tabaksproducten binnen haar rechtsgebied niet toegankelijk zijn voor minderjarigen en deze automaten de verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen niet bevorderen.
2. Elke Partij verbiedt of bevordert het verbieden van de verspreiding van gratis tabaksproducten aan het publiek in het bijzonder aan minderjarigen,
3 Elke Partij streeft ernaar de verkoop van sigaretten per stuk of in kleine pakjes waardoor deze producten voor minderjarigen betaalbaarder worden, te verbieden.
4. De Partijen erkennen dat de maatregelen ter voorkoming van de verkoop van tabaksproducten aan minderjarigen, ter vergroting van de doeltreffendheid. Tegelijkertijd moeten worden uitgevoerd in combinatie met andere in deze Overeenkomst vervatte bepalingen.
5. Bij de ondertekening, bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring van of toetreding tot de Overeenkomst of op enig tijdstip daarna, kan een Partij, door middel van een bindende schriftelijke verklaring, aangeven dat zij zich ertoe verbindt de invoering van verkoopautomaten van tabaksproducten binnen haar rechtsgebied te verbieden of, naargelang het geval, verkoopautomaten van tabaksproducten volledig te verbieden. De ingevolge dit artikel gedane verklaring wordt door de Depositaris verzonden aan alle Partijen bij de Overeenkomst
6. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen aan. en voert deze uit, met inbegrip van sancties tegen verkopers en leveranciers, om te waarborgen dat de in het eerste tot en met het vijfde lid van dit artikel vervatte verplichtingen worden nagekomen.
7. Elke Partij neemt doeltreffende wetgevende, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen, en voert deze uit, om de verkoop van tabaksproducten door personen jonger dan de in de binnenlandse of nationale wetgeving vastgestelde leeftijd, of achttien jaar, te verbieden.
Artikel 17
Verlenen van steun aan economisch haalbare alternatieve activiteiten
De Partijen bevorderen, in samenwerking met elkaar en met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties, naargelang het geval, economisch haalbare alternatieven voor werknemers in de tabaksindustrie, tabakstelers en, naargelang het geval, verkopers.
DEEL V
Milieubescherming
Artikel 18
Bescherming van het milieu en van de volksgezondheid
De Partijen komen overeen bij de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van deze Overeenkomst op het terrein van de tabaksteelt en -vervaardiging binnen hun respectievelijke grondgebieden naar behoren rekening te houden met de bescherming van het milieu en van de volksgezondheid met betrekking tot het milieu.
DEEL VI
Kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid
Artikel 19
Aansprakelijkheid
1. Ten behoeve van de tabaksbestrijding overwegen de Partijen wetgevende maatregelen te nemen of de handhaving van hun bestaande wetgeving te bevorderen en, waar nodig, uit te breiden om te voorzien in strafrechtelijke en civiele aansprakelijkheid, met inbegrip van schadevergoedingsregelingen.
2. De Partijen werken met elkaar samen bij de uitwisseling van informatie via de Conferentie van de Partijen in overeenstemming met artikel 21, met inbegrip van:
a) informatie over de gevolgen van de consumptie van tabaksproducten en blootstelling aan tabaksrook voor de gezondheid in overeenstemming met artikel 20, derde lid, onderdeel a; en
b) informatie over van kracht zijnde wet- en regelgeving alsmede relevante jurisprudentie.
3. De Partijen verlenen elkaar, waar dienstig, en in onderlinge overeenstemming, binnen de grenzen van de nationale wetgeving, beleidslijnen, juridische praktijken en toepasselijke bestaande verdragen, bijstand bij gerechtelijke procedures inzake burgerlijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid, in overeenstemming met deze Overeenkomst.
4. De Overeenkomst vormt geen beletsel voor of beperking van het recht op toegang van de Partijen bij de rechtbanken, wanneer een dergelijk recht bestaat.
5. De Conferentie van de Partijen kan, indien mogelijk, in een vroeg stadium, met inachtname van de werkzaamheden die in relevante internationale instanties worden verricht, kwesties met betrekking tot aansprakelijkheid bestuderen, met inbegrip van een passende internationale benadering van deze vraagstukken en, op verzoek, passende middelen ter ondersteuning van de Partijen bij hun wetgevende of andere activiteiten in overeenstemming met dit artikel.
DEEL VII
Wetenschappelijke en technische samenwerking en verstrekking van informatie
Artikel 20
Onderzoek, toezicht en uitwisseling van informatie
l. De Partijen verplichten zich ertoe nationaalonderzoek te ontwikkelen en te bevorderen, en onderzoeksprogramma's op regionaal en internationaal niveau op het terrein van tabaksbestrijding te coördineren, Teneinde dit doel te bereiken is elke Partij gehouden :
a) rechtstreeks of door middel van bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties onderzoek en wetenschappelijke beoordelingen te creëren en hierbij samen te werken en onderzoek te bevorderen en aan te moedigen dat zich richt op de
oorzaken en gevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook alsmede onderzoek te doen naar alternatieve gewassen; en
b) met de steun van de bevoegde internationale en regionale intergouvernementele en andere instanties, training en ondersteuning voor alle personen die bij tabaksbestrijdingsactiviteiten betrokken zijn, te bevorderen, met inbegrip van onderzoek, uitvoering en evaluatie.
2. De Partijen stellen, naargelang het geval, programma's in voor nationaal, regionaal en mondiaal toezicht op de omvang, patronen, oorzaken en gevolgen van tabaksconsumptie en blootstelling aan tabaksrook. Teneinde dit doel te bereiken, dienen de Partijen programma's voor tabakstoezicht op te nemen in nationale, regionale en mondiale programma's voor toezicht op de volksgezondheid, zodat de gegevens op regionaal en internationaal niveau kunnen worden vergeleken en geanalyseerd.
3. De Partijen erkennen het belang van financiële en technische bijstand van internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties. Elke Partij streeft ernaar :
a) geleidelijk een nationaal systeem in te stellen voor epidemiologisch toezicht op de tabaksconsumptie en daaraan gerelateerde sociale, economische en gezondheidsindicatoren;
b) met bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere bevoegde instanties, waaronder gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties, samen te werken bij het regionaal en mondiaal tabakstoezicht en bij de uitwisseling van informatie met betrekking tot de in het derde lid, onderdeel a, van dit artikel bedoelde indicatoren; en
c) met de Wereldgezondheidsorganisatie samen te werken bij de ontwikkeling van algemene richtlijnen of procedures voor het verzamelen, analyseren en verspreiden van tabaksgerelateerde toezichtgegevens.
4, Onverminderd het nationaal recht bevorderen en vergemakkelijken de Partijen de uitwisseling van publiekelijk beschikbare wetenschappelijke, technische, sociaal economische, commerciële en juridische informatie, alsmede informatie met betrekking tot praktijken van de tabaksindustrie en de teelt van tabak. die voor deze Overeenkomst relevant zijn, en houden zij hierbij rekening met de bijzondere behoeften van ontwikkelingslanden die Partij zijn en van Partijen met een overgangseconomie. Elke Partij streeft ernaar:
a) geleidelijk een actuele database van wet- en regelgeving inzake tabaksbeheersing samen te stellen en bij te houden en, waar dienstig, informatie met betrekking tot de handhaving ervan, alsmede relevante jurisprudentie, en samen te werken bij de ontwikkeling van programma's voor regionale en mondiale tabaksbeheersing;
b) geleidelijk actuele gegevens van nationale toezichtprogramma's in overeenstemming met het derde lid, onderdeel a van dit artikel te verzamelen en bij te houden; en
c) met bevoegde internationale organisaties samen te werken om geleidelijk een mondiaal systeem op te zetten en in stand te houden om regelmatig informatie te verzamelen en te verspreiden met betrekking tot de tabaksproductie en -vervaardiging en de activiteiten van de tabaksindustrie die gevolgen hebben voor de Overeenkomst of voor nationale activiteiten voor tabakstoezicht.
5. De Partijen dienen samen te werken in regionale en internationale intergouvernementele organisaties en in financiële en ontwikkelingsorganisaties waarvan zij lid zijn om de voorziening van technische en financiële middelen ten behoeve van het Secretariaat te bevorderen en aan te moedigen., teneinde ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie te helpen hun verplichtingen inzake onderzoek. toezicht en uitwisseling van informatie na te komen.
Artikel 21
Verslaglegging en uitwisseling van informatie
1. Elke Partij dient bij de Conferentie van de Partijen, via het Secretariaat, periodieke verslagen in, met betrekking tot de uitvoering van deze Overeenkomst. De verslaglegging moet het volgende omvatten:
a.) informatie met betrekking tot de wettelijke, uitvoerende, bestuurlijke of andere maatregelen die ten behoeve van de uitvoering van de Overeenkomst zijn genomen;
b) informatie met betrekking tot beperkingen of obstakels bij de uitvoering van de Overeenkomst en met betrekking tot de maatregelen die zijn genomen om deze obstakels te overwinnen;
c) informatie met betrekking tot verleende of ontvangen financiële en technische bijstand ten behoeve van tabaksbestrijdingsactiviteiten;
d) informatie met betrekking tot toezicht en onderzoek als bedoeld in artikel 20; en
e) de in de artikel 6.3, 13.2, 13.3, 13.4d), 15.5 en 19.2 bedoelde informatie.
2. De frequentie en vorm van deze door alle Partijen in te dienen verslagen wordt door de Conferentie van de Partijen vastgesteld. Elke Partij dient haar eerste verslag in binnen twee jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst voor die Partij.
3. Overeenkomstig de artikelen 22 tot en met 26 bestudeert de Conferentie van de Partijen regelingen om ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, op verzoek, re helpen bij de naleving van hun verplichtingen uit hoofde van dit artikel.
4. De verslaglegging en uitwisseling van informatie uit hoofde van de Overeenkomst zijn onderworpen aan het nationaal recht met betrekking tot vertrouwelijkheid en privacy. De Partijen zorgen, op onderling bedongen wijze, voor de bescherming van vertrouwelijke informatie die wordt uitgewisseld.
Artikel 22
Samenwerking op wetenschappelijk, technisch en juridisch gebied en verschaffing van daaraan gerelateerde expertise
1. De Partijen werken rechtstreeks of via bevoegde internationale instanties samen ter versterking van hun capaciteit om de verplichtingen die uit deze Overeenkomst voortvloeien, na te komen, met inachtneming van de behoeften van ontwikkelingslanden die Partij rijn en van Partijen met een overgangseconomie. Bij deze samenwerking wordt de overdracht van technische, wetenschappelijke
en juridische expertise en technologie, op onderling bedongen wijze, bevorderd voor de instelling en aanscherping van nationale strategieën, plannen en programma's voor tabaksbeheersing, die onder meer gericht zijn op :
a) vergemakkelijking van de ontwikkeling, overdracht en verwerving van technologie, kennis, vaardigheden, capaciteit en expertise op het gebied van tabaksbeheersing;
b) de voorziening van technische, wetenschappelijke, juridische en andere expertise voor de instelling en aanscherping van nationale strategieën, plannen en programma's. voor tabaksbeheersing, gericht op de uitvoering van de Overeenkomst, onder meer door middel van:
i) hulp, op verzoek. bij de ontwikkeling van een sterke wettelijke basis alsmede van technische programma's, roer inbegrip van programma's ter voorkoming preventie van het initieel gebruik, ter bevordering van het stoppen en ter bescherming tegen blootstelling aan tabaksrook;
ii) hulp, in voorkomend geval, aan werknemers in de tabaksindustrie bij de ontwikkeling van geschikte economisch haalbare en legale alternatieve middelen van bestaan; en
iii) hulp, naargelang het geval, aan tabakstelers bij de overschakeling naar het telen van alternatieve gewassen, op een economisch haalbaar wijze;
c) ondersteuning bij relevante trainings- of voorlichtingsprogramma’s voor het daarvoor in aanmerking komende personeel, in overeenstemming met artikel 12;
d) de voorziening, zo nodig, van de benodigde materialen, apparatuur en voorzieningen, alsmede logistieke ondersteuning, voor strategieën, plannen en programma's voor tabaksbeheersing;
e) het in kaalt brengen voor methoden voor tabaksbeheersing, met inbegrip van de behandeling van nicotineverslaving; en
f) bevordering, waar dienstig, van onderzoek om de behandeling van nicotineverslaving beter betaalbaar te maken,
2. De Conferentie van de Partijen bevordert en vergemakkelijkt de overdracht van technische, wetenschappelijke en juridische expertise en technologie met de in overeenstemming met artikel 26 verworven financiële steun.
DEEL VIII
Institutionele regelingen en financiële middelen
Artikel 23
Conferentie van de Partijen
1. Hierbij wordt een Conferentie van de Partijen ingesteld. De eerste zitting van de Conferentie wordt uiterlijk één jaar na de inwerkingtreding van deze Overeenkomst bijeengeroepen door de Wereldgezondheidsorganisatie. De Conferentie stelt tijdens haar eerste zitting het tijdstip en de plaats van de volgende reguliere zittingen vast.
2. Buitengewone zittingen van de Conferentie van de Partijen kunnen op ieder ander tijdstip worden gehouden indien de Conferentie zulks noodzakelijk acht of op schriftelijk verzoek van een Partij, op voorwaarde dat dit verzoek binnen zes maanden nadat het door het Secretariaat van de Overeenkomst aan die Partijen is medegedeeld, door ten minste één derde van de Partijen wordt gesteund.
3. De Conferentie van de Partijen neemt tijdens haar eerste zitting bij consensus haar reglement van inwendige orde aan.
4. De Conferentie van de Partijen neemt bij consensus financiële regels voor haarzelf aan alsmede voor de financiering van hulporganen die zij kan instellen, alsook. financiële bepalingen voor het functioneren van het Secretariaat. Tijdens elke reguliere zitting neemt de Conferentie van de Partijen een begroting aan voor het financieel tijdvak tot de volgende reguliere zitting.
0.Xx Conferentie van de Partijen toetst regelmatig de uitvoering van de Overeenkomst en neemt de nodige besluiten om de daadwerkelijke uitvoering ervan te bevorderen en kan, in overeenstemming met de artikelen 28, 29 en 33 protocollen en bijlagen bij en wijzigingen van deze Overeenkomst aannemen. Daartoe, de Conferentie:
a) bevordert en vergemakkelijkt zij de uitwisseling van informatie ingevolge de artikelen 20 en 21;
b) bevordert en begeleidt zij de ontwikkeling en periodieke verfijning van vergelijkbare methoden voor onderzoek en bet verzamelen van gegevens, naast deze waarin ingevolge artikel 20 wordt voorzien, die voor de uitvoering van de Overeenkomst relevant zijn
c) bevordert zij, waar passend, de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van strategieën, plannen en programma's, alsmede beleid, wetgeving en andere maatregelen;
d) bestudeert zij verslagen die door de Partijen in overeenstemming met artikel 21 zijn ingediend en neemt zij periodieke verslagen aan inzake de uitvoering van de Overeenkomst;
e) bevordert er gemakkelijk zij de mobilisatie van financiële middelen voor de uitvoering van de Overeenkomst in overeenstemming met artikel 26;
f) creëert zij de hulporganen in die nodig zijn om het doel van de Overeenkomst te bereiken;
g) verzoekt zij, waar passend, om diensten en medewerking, alsmede om informatie van bevoegde en relevante organisaties en instamies van het systeem van de Verenigde Naties en
andere internationale en regionale intergouvernementele organisaties en niet-gouvernementele organisaties en instanties teneinde de uitvoering van de Overeenkomst kracht bij te zetten; en
h) overweegt zij, waar passend, andere maatregelen voor het bereiken van de doelstelling van de Overeenkomst in het licht van de bij de uitvoering ervan opgedane ervaringen.
6. De Conferentie van de Partijen stelt criteria vast voor de aanwezigheid van waarnemers bij haar bijeenkomsten.
Artikel 24
Secretariaat
l. De Conferentie van de Partijen wijst een permanent secretariaat aan en treft regelingen voor her functioneren daarvan. De Conferentie van de Partijen streeft ernaar dit tijdens haar eerste zitting te realiseren.
2. Tot het tijdstip waarop een permanent secretariaat is aangeduid en geïnstalleerd, worden de secretariaatstaken ingevolge deze Overeenkomst verzorgd door de Wereldgezondheidsorganisatie.
3. Het Secretariaat heeft tot taak :
a) zittingen van de Conferentie van de Partijen en de hulporganen te organiseren en hen de nodige diensten hiertoe te verlenen;
b) de door haar ingevolge de Overeenkomst ontvangen verslagen toe te zenden;
c) op verzoek de Partijen ondersteuning te verlenen, in het bijzonder ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, bij het verzamelen en verstrekken van de in overeenstemming met de bepalingen van de Overeenkomst vereiste informatie;
d) onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen verslagen op te stellen met betrekking tot de/haar activiteiten ingevolge de Overeenkomst, en deze aan de Conferentie van de Partijen voor te leggen;
e) onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen zorg te dragen voor de nodige coördinatie met de bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties en andere instanties;
f} onder begeleiding van de Conferentie van de Partijen, de administratieve of contractuele regelingen aan te gaan die nodig kunnen zijn voor het doelmatig verrichten van haar taken; en
g) andere in de Overeenkomst en in de protocollen daarbij vermelde secretariaatstaken alsmede de andere eventueel door de Conferentie van de Partijen vastgestelde taken te verrichten,
Artikel 25
Verhouding tussen de Conferentie van de Partijen en intergouvernementele organisaties
Teneinde de technische en financiële medewerking te kunnen verlenen voor het bereiken van het doel van deze Overeenkomst, kan de Conferentie van de Partijen verzoeken om de medewerking van bevoegde internationale en regionale intergouvernementele organisaties, met inbegrip van financiële en ontwikkelingsorganisaties.
Artikel 26
Financiële middelen
1. De Partijen erkennen de belangrijke rol van financiële middelen bij het bereiken van het doel van deze Overeenkomst.
2. Elke Partij voorziet, in overeenstemming met haar nationale plannen, prioriteiten en programma's in financiële ondersteuning ten behoeve van haar nationale activiteiten gericht op het bereiken van het doel van de Overeenkomst.
3. De Partijen bevorderen, zo nodig. het gebruik van bilaterale, regionale, subregionale en andere multilaterale kanalen om te voorzien in de financiering van de ontwikkeling en versterking van multisectorale allesomvattende programma's voor tabaksbeheersing in ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie. Derhalve moet, in het kader van nationaal ontwikkelde strategieën voor duurzame ontwikkeling, worden uitgekeken naar economisch haalbare alternatieven voor de tabaksproductie, met inbegrip van diversificatie van gewassen, en moeten deze worden ondersteund.
4. Partijen die vertegenwoordigd zijn in de desbetreffende regionale en internationale intergouvernementele organisaties, en financiële en ontwikkelingsorganisaties, moedigen deze organisaties aan financiële hulp te bieden aan Partijen die een ontwikkelingsland zijn en aan Partijen met een overgangseconomie, om hen te helpen bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst. zonder beperking van de rechten tot participatie binnen deze organisaties.
5. De Partijen komen overeen :
a) teneinde de Partijen bij te staan bij het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst, alle potentiële en bestaande relevante financiële, technische en andere publieke en private middelen die beschikbaar zijn voor tabaksbeheersingsactiviteiten te mobiliseren en aan te wenden ten bate van alle Partijen, in het bijzonder ontwikkelingslanden en landen met een overgangseconomie
b) op verzoek adviseert het Secretariaat ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie met betrekking tot beschikbare financieringsbronnen om het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst te vergemakkelijken;
c) tijdens haar eerste zitting beoordeelt de Conferentie van de Partijen bestaande en potentiële bronnen en mechanismen voor bijstand op grond van een studie die door het Secretariaat wordt uitgevoerd alsmede andere relevante informatie, en de geschiktheid daarvan; en
d) de Conferentie van de Partijen houdt rekening met de uitkomst van dit onderzoek bij het vaststellen van de noodzaak om bestaande mechanismen te versterken of een vrijwillig mondiaal fonds of andere geschikte financiële mechanismen in te stellen om zo nodig, aanvullende financiële middelen te regelen voor ontwikkelingslanden die Partij zijn en Partijen met een overgangseconomie, teneinde deze bij te staan bij het bereiken van de doelstellingen van de Overeenkomst.
DEEL IX
Regeling van geschillen
Artikel 27
Regeling van geschillen
1. Ingeval tussen twee of meerdere Partijen een geschil ontstaat met betrekking tot de interpretatie of toepassing van deze Overeenkomst, trachten de betrokken Partijen langs diplomatieke weg tot een regeling van het geschil te komen door middel van onderhandelen of andere vreedzame middelen van hun eigen keuze, met inbegrip van hand- en spandiensten, bemiddeling of verzoening. Indien geen overeenstemming kan worden bereikt door middel van voormelde diensten, bemiddeling of verzoening, worden de- partijen bij het geschil niet ontheven van de verplichting te blijven zoeken naar een oplossing voor het geschil.
2. Bij de bekrachtiging, aanvaarding, formele bevestiging van of toetreding tot de Overeenkomst, of op enig tijdstip daarna, kan een staat of regionale organisatie voor economische integratie schriftelijk aan de Depositaris verklaren voor een geschil dat niet in overeenstemming met het eerste lid van dit artikel wordt opgelost, bindende ad hoc arbitrage te aanvaarden, in overeenstemming met daartoe bij consensus door de Conferentie van de Partijen aan te nemen procedures.
3. De bepalingen van dit artikel zijn van toepassing ten aanzien van elk protocol tussen de partijen bij het protocol, tenzij daarin anders wordt gestipuleerd.
DEEL X
Ontwikkeling van de Overeenkomst
Artikel 28
Wijzigingen van deze Overeenkomst
1. Elke Partij kan wijzigingen van deze Overeenkomst voorstellen. Deze voorstellen worden door de Conferentie van de Partijen bestudeerd.
2. Wijzigingen van de Overeenkomst worden aangenomen door de Conferentie van de Partijen. De tekst van een voorgestelde wijziging van de Overeenkomst wordt door het Secretariaat aan de Partijen toegezonden, dit ten minste zes maanden vóór de zitting waarop zij ter aanneming wordt voorgesteld. Voorgestelde wijzigingen worden door het Secretariaat tevens toegezonden aan de ondertekenaars van de Overeenkomst en, ter kennisgeving, aan de Bewaarder.
3. De Partijen stellen alles in het werk om over elke voorgestelde wijziging van de Overeenkomst een consensus te bereiken. Indien alle pogingen om tot een consensus te komen mislukken en er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt de wijziging in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen verstaan, Partijen die aanwezig zijn en een voor- of tegenstem uitbrengen. Aangenomen wijzigingen worden door het Secretariaat toegezonden aan de Depositaris, die deze ter aanvaarding toezendt aan alle Partijen.
4. Akten van aanvaarding betreffende een wijziging worden nedergelegd hij de Depositaris. Een in overeenstemming met het derde lid van dit artikel aangenomen wijziging treedt voor de Partijen die deze hebben aanvaard in werking negentig dagen na de datum van ontvangst door de Depositaris van een akte van aanvaarding van ten minste twee derde van de Partijen bij de Overeenkomst.
5. Een wijziging treedt ten aanzien van elke andere Partij in werking. negentig dagen na de datum waarop die Partij haar akte van aanvaarding betreffende de bedoelde wijziging heeft nedergelegd bij de Depositaris.
Artikel 29
Aanneming en wijziging van bijlagen bij deze Overeenkomst
1. Bijlagen bij deze Overeenkomst en de wijzigingen daarvan worden voorgesteld en aangenomen en treden in werking in overeenstemming met de in artikel 28 uiteengezette procedure.
2. De bijlagen bij de Overeenkomst maken een integrerend deel uit van de Overeenkomst en een verwijzing naar de Overeenkomst vormt tegelijkertijd een verwijzing naar de bijlagen daarbij, tenzij uitdrukkelijk anders is bepaald.
3. Bijlagen worden beperkt tot lijsten, formulieren en andere beschrijvingen die betrekking hebben op procedurele, wetenschappelijke, technische of administratieve aangelegenheden.
DEEL XI
Slotbepalingen Artikel 30 Voorbehouden
Ten aanzien van deze Overeenkomst kan geen enkel voorbehoud worden gemaakt.
Artikel 31
Opzegging
1. Twee jaar na de datum waarop deze Overeenkomst voor een Partij in werking is getreden, kan die Partij het ten allen tijde opzeggen door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de Depositaris.
2. De opzegging wordt van kracht na het verstrijken van een termijn van één jaar te rekenen vanaf de datum waarop de Depositaris de kennisgeving van opzegging heeft ontvangen, of op een latere in bedoelde kennisgeving vermelde datum.
3. Een Partij die de Overeenkomst heeft opgezegd, wordt geacht ook elk protocol waarbij zij Partij is te hebben opgezegd.
Artikel 32
Stemrecht
1. Behoudens het bepaalde in het tweede lid van dit artikel, heeft elke Partij bij deze Overeenkomst één stem.
2. Regionale organisaties voor economische integratie beschikken voor, binnen hun bevoegdheid vallende aangelegenheden, over een aantal stemmen dat gelijk is aan het aantal van hun lidstaten die Partij bij de Overeenkomst zijn. Bedoelde organisaties oefenen bun stemrecht niet uit indien één van hun lidstaten zijn stemrecht uitoefent. en omgekeerd.
Artikel33
Protocollen
l. Elke Partij kan protocollen voorstellen. Deze voorstellen worden door de Conferentie van de Partijen bestudeerd.
2. De Conferentie van de Partijen kan protocollen bij deze Overeenkomst aannemen. Bij de aanneming van protocollen wordt alles in het werk gesteld om een consensus te bereiken. Indien alle pogingen om tot een consensus te komen mislukken en er geen overeenstemming wordt bereikt, wordt het protocol in laatste instantie aangenomen met een meerderheid van drie vierde van de aanwezige Partijen bij de zitting die hun stem uitbrengen. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder aanwezige Partijen die hun stem uitbrengen verstaan, Partijen die aanwezig zijn en een voor- of tegenstem uitbrengen.
3. De tekst van voorgestelde protocollen wordt uiterlijk zes maanden vóór de zitting waarop zij ter aanneming worden voorgelegd, door het Secretariaat aan de Partijen toegezonden.
4. Enkel een Partij bij de Overeenkomst kan partij bij een protocol worden.
5. Protocollen bij de Overeenkomst zijn uitsluitend bindend voor de partijen bij het desbetreffende protocol. Alleen partijen, betrokken bij een protocol, mogen beslissingen nemen die uitsluitend op het desbetreffende protocol betrekking hebben.
6. De vereisten voor de inwerkingtreding van een protocol worden in het protocol zelf vastgelegd.
Artikel 34
Ondertekening
Deze Overeenkomst zal van 16 juni 2003 tot en met 22 juni 2003 op de Zetel van de Wereldgezondheidsorganisatie te Genève open zijn voor ondertekening door alle leden van de Wereldgezondheidsorganisatie en door alle Staten die geen lid zijn van de Wereldgezondheidsorganisatie, maar wel lid zijn van de Verenigde Naties, en door regionale organisaties voor economische integratie, en daarna van 30 juni 2003 tot en met 29 juni 2004 op het Hoofdkwartier van de Verenigde Naties te New York.
Artikel 35
Bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring, formele bevestiging of toetreding
l. Deze Overeenkomst behoeft bekrachtiging, aanvaarding. goedkeuring of toetreding door Staten en formele bevestiging of toetreding door regionale organisaties voor economische integratie. De Overeenkomst zal open zijn voor toetreding vanaf de eerste dag na de datum waarop deze Overeenkomst niet langer kan worden ondertekend. De akten van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring. formele bevestiging of toetreding worden gedeponeerd bij de Depositaris.
2. Een regionale organisatie voor economische integratie die Partij wordt bij de Overeenkomst zonder dat één van haar lidstaten Partij is, is gebonden aan alle verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst. Wanneer één of meer lidstaten van een dergelijke organisatie Partij is of zijn bij de Overeenkomst, besluiten de organisatie en haar lidstaten over hun respectieve verantwoordelijkheden met betrekking tot het nakomen van hun verplichtingen uit hoofde van de Overeenkomst. In dergelijke gevallen zijn de organisatie en de lidstaten niet gerechtigd de uit de Overeenkomst voortvloeiende rechten tegelijkertijd uit te oefenen.
3, Regionale organisaties voor economische integratie xxxxxxxxx.xx hun akte met betrekking tot formele bevestiging of in hun akte van toetreding, de draagwijdte van hun bevoegdheid ten aanzien van de in deze Overeenkomst geregelde aangelegenheden. Deze organisaties doen tevens kennisgeving aan de Depositaris, die op zijn beurt de Partijen in kennis stelt, van belangrijke wijzigingen betreffende de omvang van hun bevoegdheid.
Artikel 36
inwerkingtreding
1. Deze Overeenkomst zalm werking treden negentig dagen na de datum van de neerlegging van de veertigste akte van bekrachtiging. aanvaarding, goedkeuring, formele bevestiging of toetreding bij de Depositaris.
2. Voor elke Staat die de Overeenkomst bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, dan wel hiertoe toetreedt, nadat aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorwaarden voor inwerkingtreding is voldaan,
treedt de Overeenkomst in werking negentig dagen na de datum van neerlegging door die staat van de akte van bekrachtiging, aanvaarding, goedkeuring of toetreding.
3. Voor elke regionale organisatie voor economische integratie die een akte van formele bevestiging of een akte van toetreding neerlegt nadat aan de in het eerste lid van dit artikel genoemde voorwaarden voor inwerkingtreding is voldaan, treedt de Overeenkomst in werking negentig dagen na de datum van neerlegging door die organisatie van de akte van formele bevestiging of van toetreding.
4. Voor de toepassing van dit artikel wordt een door een regionale organisatie voor economische integratie neergelegde akte niet meegeteld naast de door haar lidstaten van die organisatie neergelegde akten.
Artikel 37
Depositaris
De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties is de Depositaris van deze overeenkomst en wijzigingen daarvan en van de in overeenstemming met de artikelen 28, 29 en 33 aangenomen protocollen en wijzigingen.
Artikel 38
Authentieke teksten
Het origineel van deze Overeenkomst, waarvan de Engelse, de Arabische, de Chinese, de Spaanse, de Franse en de Russische tekst authentiek zijn, wordt neergelegd bij de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.
GEDAAN TE GENEVE op eenentwintig mei tweeduizendendrie.