Air Miles – Name Space DomJur 2000-40
Air Miles – Name Space DomJur 2000-40
Pres. Rechtbank Amsterdam
Zaak-/rolnummer: KG 00/1835 OdC Datum: 24-08-2000
Xxxxxx in kort geding gewezen in de zaak van:
1. de vennootschap naar het recht van de Nederlandse Antillen Air Miles International Holding N.V., gevestigd te Curaçao Nederlandse Antillen,
2. de besloten vennootschap Loyalty Management Netherlands B.V., gevestigd te Hoofddorp, eiseressen bij dagvaarding van 10 augustus 2000, procureur mr X.X. xx Xxxxx,
tegen
1. de commanditaire vennootschap Name Space C.V., gevestigd te Amstelveen,
2. de stichting Stichting Orleans, gevestigd te Amsterdam,
3. de stichting Stichting Informatica & Bedrijfsbeheer, gevestigd te Amsterdam, gedaagden, gemachtigde G. de Vente.
Verloop van de procedure:
De zaak is ter terechtzitting van 16 augustus 2000 gelijktijdig behandeld met een aantal andere zaken tegen gedaagden, wegens hun onderlinge samenhang.
Eiseressen hebben gesteld en gevorderd overeenkomstig de in fotokopie aan dit vonnis gehechte dagvaarding.
Gedaagden hebben geen inhoudelijk verweer gevoerd.
Na verder debat hebben eiseressen stukken overgelegd voor vonniswijzing.
Gronden van de beslissing:
1. De president is bevoegd van de vorderingen kennis te nemen, nu gedaagden zijn gevestigd en/of kantoorhouden in Amsterdam en/of in Amstelveen en dus in het arrondissement Amsterdam. Hiermee is (ook) voldaan aan het bepaalde in artikel 37 van de Benelux Merkenwet.
2. Gedaagden hebben ter zitting een verklaring afgelegd, inhoudende dat zij onder protest ter zitting aanwezig zijn. Uit de verdere bewoordingen van die verklaring wordt afgeleid dat zij van mening zijn dat hun onvoldoende tijd wordt geboden de zaak voor te bereiden vanwege het grote aantal zaken dat op de zittingsdag is gepland. Dit verweer, dat de vraag betreft of gedaagden voldoende gelegenheid hebben om zich te verweren, wordt verworpen. In de eerste plaats hebben zij niet om aanhouding van de behandeling gevraagd en ook niet te kennen gegeven (alsnog) inhoudelijk verweer te willen voeren. In de tweede plaats zijn de desbetreffende dagvaardingen zes dagen vóór de behandeling uitgebracht, zodat voldoende voorbereidingstijd beschikbaar was. In de derde plaats is in de afgelopen maanden een aanzienlijk aantal processen over dezelfde materie tegen gedaagden gevoerd, zodat deze materie in beginsel bij gedaagden bekend is. Ten slotte hebben gedaagden van de wel beschikbare zittingstijd geen gebruik gemaakt. Zij hebben volstaan met het voorlezen (of laten lezen) van een verklaring, waarmee enkele minuten waren gemoeid, terwijl de gehele werkdag voor de behandeling van de zaken beschikbaar was.
3. In de verklaring van gedaagden komt voorts tot uiting dat zij zich niet kunnen verenigen met eerder door de president in soortgelijke zaken gegeven oordelen en beslissingen. Zij dienen zich echter met deze klacht tot de rechter in hoger beroep
te wenden. Voor zover bekend is dit mogelijkerwijs in één zaak gebeurd, namelijk in de zaak van Unilever c.s. tegen gedaagden, waarin vonnis is uitgesproken op 6 april 2000. Zij hebben echter blijkbaar geen spoedappel aanhangig gemaakt en ook niet met voortvarendheid geprocedeerd, nu nog onzeker is wanneer een uitspraak van het hof te verwachten valt, zo al van grieven gediend is. Die uitspraak kan niet worden afgewacht, gelet op de spoedeisende belangen van eiseressen om het onrechtmatig gebruik van domeinnamen te stoppen of te voorkomen.
4. Voorts blijkt uit de verklaring van gedaagden dat zij zich niet kunnen verenigen met voor hen negatieve uitspraken van de zogenoemde wrakingskamer van deze rechtbank naar aanleiding van hun wrakingsverzoeken. Die beslissingen, waarvan geen hoger beroep mogelijk is, staan hier echter niet ter beoordeling en doen in elk geval niet af aan de bevoegdheid op deze zaken te beslissen.
5. Gedaagden hebben uitdrukkelijk afgezien van het voeren van inhoudelijk verweer, zodat de vorderingen als niet betwist toewijsbaar zijn. De volgende termijn komt redelijk voor.
6. De vorderingen onder IVa, IVb en V van het petitum zijn te onbepaald en worden daarom afgewezen.
7. Nu eiseressen worden gemachtigd dit vonnis in de plaats te stellen van de toestemming van gedaagden, hebben zij de controle op de naleving van de veroordeling geheel in eigen hand. Bij toewijzing van de dwangsommen hebben zij dan ook geen belang.
8. De termijn als bedoeld in artikel 50 lid 6 van het Agreement on Trade-related Aspects of Intellectual Property Rights zal ambtshalve worden gesteld op drie maanden na deze uitspraak.
9. Gedaagden worden als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.
Beslissing:
1. Veroordeelt gedaagden om binnen vijf dagen na de betekening van dit vonnis:
a. ieder gebruik, waaronder het direct of indirect registreren, onder zich houden of te koop aanbieden van de domeinnamen xxxxxxxxxxxx.xx, xxxxxxxxxxxxxxxx.xx, xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx, xxxxxxxx-xxxxxxxx.xx en airmiles- xxxxxxxxx.xx te staken en gestaakt te houden;
b. al datgene te doen dat nodig is om te bewerkstelligen dat deze domeinnamen onvoorwaardelijk op naam worden gesteld en worden overgedragen aan rechtspersonen en verhuizen naar providers, op aanwijzing van de advocaat van eiseressen, een en ander conform het reglement van de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland, door per aangetekende post voor elk van deze domeinnamen ingevulde en ondertekende aanvraagformulieren tot overdracht en tot verhuizing te zenden aan de advocaat van eiseressen en alle door de Stichting Internet Domeinregistratie Nederland eventueel nader verlangde informatie op het eerste verzoek te verstrekken, met vergoeding van de eventueel door de stichting berekende kosten.
2. Machtigt eiseressen om, indien gedaagden niet aan de onder 1.b gegeven veroordeling voldoen, dit vonnis in de plaats te stellen van de toestemming van gedaagden voor de overdracht en de verhuizing.
3. Bepaalt de termijn als bedoeld in artikel 50 lid 6 van het Agreement on Traderelated Aspects of International Property Rights (TRIPS) op drie maanden na heden.
4. Veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de kosten van dit geding, tot heden aan de zijde van eiseressen begroot op f 569,40 aan verschotten, waaronder f 400,= wegens vastrecht en op f 850,= aan salaris procureur.
5. Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
6. Wijst het meer of anders gevorderde af.
Xxxxxxx door de vice-president xx X. Xxxxxx de Xxxxxx, fungerend president der Arrondissementsrechtbank te Amsterdam, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van donderdag 24 augustus 2000 in tegenwoordigheid van de griffier.
Met bronvermelding is overname toegestaan. Aansprakelijkheid wordt niet aanvaard.