MELDING WIJZIGING OPENBARE INRICHTING / AANVRAAG ONTHEFFING EXPLOITATIEVERGUNNING OPENBARE INRICHTING
MELDING WIJZIGING OPENBARE INRICHTING / AANVRAAG ONTHEFFING EXPLOITATIEVERGUNNING OPENBARE INRICHTING
Naam van het bedrijf :
Adres van het bedrijf :
Postadres :
Naam contactpersoon :
Telefoonnummer contactpersoon :
e-mailadres contactpersoon :
Inschrijvingsnummer in handelsregister
kamer van koophandel :
Soort openbare inrichting (bedrijf) :
Terras (zie toelichting)
Exploiteert u een terras bij de inrichting : ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Zo ja, bevindt het terras zich op gemeentegrond: ja / nee (doorhalen wat niet van toepassing is) Wat is de oppervlakte van het terras : …… m²
Welke wijziging meldt u ten opzichte van de verleende exploitatievergunning?
Datum :
Naam :
Handtekening
Toelichting
Hieronder leest u de procedure die u moet volgen om als openbare inrichting in aanmerking te komen voor een ontheffing van de exploitatievergunningplicht.
Procedure ontheffing nieuwe openbare inrichting
a. De ondernemer dient uiterlijk 4 weken voor de gewenste openingsdatum een aanvraag voor een ontheffing in middels het aanvraagformulier;
b. Een volledig ingevulde en ondertekende aanvraag wordt getoetst aan de criteria/voorwaarden die zijn opgenomen in artikel 2:28a APV.
c. Als de ondernemer met zijn onderneming niet aan de criteria voldoet om een ontheffing van de vergunningplicht te kunnen krijgen, ontvangt hij binnen 15 werkdagen – gerekend vanaf de dag van ontvangst van de volledig ingevulde en ondertekende aanvraag – een schriftelijk bericht van de burgemeester dat hij dient te beschikken over een exploitatievergunning openbare inrichting om te mogen exploiteren.
Procedure ontheffing bestaande openbare inrichting
De ondernemer die beschikt over een geldige exploitatievergunning openbare inrichting behoudt deze zolang er geen wijzigingen optreden. Pas bij wijziging(en) vult de ondernemer alsnog het aanvraagformulier voor een ontheffing in. Als wordt voldaan aan de criteria zoals opgenomen in artikel 2:28a APV, dan krijgt de ondernemer schriftelijk bericht van de burgemeester dat hij in aanmerking komt voor ontheffing van het verbod om zonder vergunning een openbare inrichting te exploiteren. De exploitatievergunning openbare inrichting wordt dan ingetrokken.
Terras
Voor het exploiteren van een terras is een terrasvergunning nodig, tenzij het terras behoort tot een bedrijf waarvoor op grond van artikel 2:28 vijfde lid van de APV geen vergunning nodig is.
Wanneer het terras op gemeentegrond ligt, dan moet ook een huurovereenkomst worden gesloten.
Randvoorwaarden
Bij de beoordeling van het terras hanteert de gemeente de volgende randvoorwaarden:
1. Een terras mag worden geplaatst op eigen terrein of in de openbare ruimte: direct aansluitend tegen de voor- of zijgevel, achter het pand ten behoeve waarvan het terras wordt geëxploiteerd of in de onmiddellijke nabijheid van de openbare inrichting.
2. De minimale breedte van het terras bedraagt 1,5 meter.
3. Het terras moet zodanig worden ingericht dat:
a. voor de voetgangers minimaal een doorgang van 1,2 meter op het trottoir vrij blijft;
b. voor hulpdiensten een vrije rijbaan van ten minste 3,5 meter beschikbaar blijft, tenzij de hulpdiensten anders hebben aangegeven;
c. tussen het terras en een naastgelegen rijbaan of fietspad te allen tijde minstens 0,9 meter vrij blijft;
d. een in de bestrating aangebrachte gidslijn voor blinden en slechtzienden vrij blijft.
4. Terrasafscheidingen moeten wegneembaar en verplaatsbaar zijn en mogen maximaal 1,5 meter hoog zijn, terwijl ze ten minste vanaf 0,6 meter hoogte transparant moeten zijn.
5. De breedte van het terras mag niet meer bedragen dan de breedte van de voor-, zij- of achtergevel van het pand waar de openbare inrichting gevestigd is.
6. In afwijking van het vorige lid mogen terrassen indien dat in de vergunning is aangegeven:
a. een afwijkende breedte hebben;
b. voor de gevel van een aangrenzend pand worden geplaatst, indien de eigenaar en de exploitant van het betreffende pand daar schriftelijk toestemming voor hebben gegeven aan de vergunninghouder en dit in de vergunning is opgenomen.
7. Straatmeubilair dat onderdeel is van het openbaar gebied maakt alleen onderdeel uit van het terras, wanneer dat opgenomen is in de huurovereenkomst.
8. Terras voeren aan de overzijde van een fietspad is mogelijk indien dit niet in strijd is met de functie van de weg en de verkeersveiligheid niet onevenredig wordt benadeeld.
9. Indien de gemeente of een nutsbedrijf werkzaamheden moet uitvoeren aan of onder de bestrating, is de gemeente niet aansprakelijk voor de mogelijke schade in verband met het afbreken en opbouwen van het terras en mogelijke verminderde omzet. De horecaondernemer zal, behalve bij spoed, tijdig en schriftelijk van de werkzaamheden op de hoogte worden gebracht.
Voorschriften
Wanneer een terrasvergunning verleend wordt, worden daaraan de in elk geval de volgende voorschriften verbonden:
1. gedurende de uren dat het bedrijf gesloten is, dient het terrasmeubilair te worden verwijderd, dan wel voldoende worden vastgezet;
2. het overdekken van terrassen anders dan met xxxxxxxx, luifels en markiezen is niet toegestaan;
3. de toegangsdeur tot de openbare inrichting moet vrij toegankelijk zijn en blijven;
4. het verstrekken van alcoholische dranken op het terras is alleen toegestaan indien het terras op de drank- en horecavergunning is vermeld als één van de DHW-inrichtingsonderdelen, waar het horecabedrijf mag worden uitgeoefend;
5. brandkranen en geboorde putten dienen vrij te blijven;
6. de schoonmaak van het terras geschiedt door of namens de exploitant;
7. terrasverwarming is, mits voldaan wordt aan (milieu)regelgeving, toegestaan;
8. bij bijzondere gelegenheden, zoals evenementen en Nationale feestdagen, kan de burgemeester mits hij daarvoor zwaarwegende gronden heeft, een terrasverbod opleggen;
9. een terrasverbod wordt zo spoedig mogelijk, schriftelijk en met opgaaf van redenen, aan de horecaondernemer meegedeeld;
00.xx terrassen mogen geen belemmering vormen voor de weekmarkt, standplaatshouders en evenementen (inclusief de op- en afbouw hiervan) op plein Het Rond;
00.xx kunstobjecten ‘Fladderbron’ en ‘Walk of Light’ moeten tot hun recht blijven komen.
Intrekking
Indien noodzakelijk, kan op grond van redenen van openbare orde en veiligheid, de exploitatievergunning openbare inrichting voor het terras worden ingetrokken.
Als de huur/verhuurovereenkomst voor het terras om welke reden dan ook wordt ontbonden, dan wordt de exploitatievergunning openbare inrichting voor het terras gelijktijdig ingetrokken.
Sluitingstijden
De basisregel is dat horecabedrijven van 0.00 uur tot 7.00 uur gesloten zijn. In onderstaande tabel zijn alle uitzonderingen op de basisregel te lezen:
Maandag tot en met vrijdag | Zaterdag en zondag | |
Restaurants | 1.00 uur – 7.00 uur | 2.00 uur – 7.00 uur |
Cafés | 1.00 uur – 7.00 uur | 3.00 uur – 7.00 uur Eenrichtingsprincipe tot 4.00 uur |
Sportkantines | 1.00 uur – 7.00 uur | 1.00 uur – 7.00 uur |
Sociaal cultureel centra | 0.00 uur – 7.00 uur | 2.00 uur – 7.00 uur |
Een bij een openbare inrichting behorend terras: van 1 maart tot 1 november van 1 november tot 1 maart | 0.00 uur – 7.00 uur 22.00 uur – 7.00 uur | 1.00 uur – 7.00 uur 22.00 uur – 7.00 uur |
Het hele artikel is terug te lezen in artikel 2:29 van de Algemene Plaatselijke Verordening.
Toelichting soort horecabedrijf:
- café: een openbare inrichting, niet zijnde een discotheek of bar/dancing, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken voor consumptie ter plaatse, met als mogelijke nevenactiviteit het verstrekken van kleine etenswaren al dan niet ter plaatse bereid;
- paracommerciële instelling: paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1 lid 1 van de Drank- en Horecawet;
- restaurant: een openbare inrichting die tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van alcoholhoudende en alcoholvrije dranken;
- sportkantine: een openbare inrichting, waarin het horecabedrijf ten dienste staat van activiteiten van sportieve aard;
- sociaal cultureel centrum: een openbare inrichting waarin het horecabedrijf ten dienste staat van activiteiten van recreatieve, sociaal-culturele, educatieve, levensbeschouwelijke of godsdienstige aard;
Tijdelijke ontheffingen sluitingstijden
Aan een openbare inrichting kan op maximaal 12 dagen per kalenderjaar een tijdelijke ontheffing verleend worden van de reguliere sluitingstijd. Het maximum aantal ontheffingen geldt per openbare inrichting. Inrichtinghouders zijn zelf verantwoordelijk voor het verdelen van de ontheffingen.
Aanvraag
De ontheffing wordt op aanvraag verleend.
De aanvraag bevat, naast de eisen die artikel 4:2 van de Algemene wet bestuursrecht daaraan stelt, de volgende gegevens:
a. omschrijving van de maatregelen die de exploitant van de openbare inrichting neemt om (geluids)overlast te voorkomen;
b. omschrijving van de maatregelen die de exploitant van de openbare inrichting neemt om de openbare orde en veiligheid te waarborgen;
c. het mobiele telefoonnummer waarop de persoon bereikbaar is die aanwezig is tijdens de activiteit en toezicht houdt op een goed verloop van de festiviteiten.
Weigeringsgronden
Een ontheffing wordt geweigerd indien:
1. Er onvoldoende maatregelen zijn genomen om eventuele (geluids)overlast als gevolg van het gebruik van de ontheffing te voorkomen;
2. Er onvoldoende maatregelen zijn genomen om de openbare orde en veiligheid te waarborgen.
Uiterste sluitingstijd
De burgemeester bepaalt de uiterste sluitingstijd van de ontheffing aan de hand van:
1. de gevraagde sluitingstijd;
2. de aard van de activiteit;
3. de te verwachten overlast en vrees voor verstoring van de openbare orde en veiligheid;
4. eerdere ervaringen met de aanvrager of openbare inrichting.
Voorschriften
Aan de ontheffing kan de burgemeester in ieder geval de volgende voorschriften verbinden:
1. De ontheffing is niet van toepassing op een bij de openbare inrichting behorend terras of (al dan niet) tijdelijk geplaatste aanhorigheid zoals een overkapping;
2. Een half uur voor de uiterste sluitingstijd moet de drankverstrekking gestaakt zijn en de verlichting aan;
3. Er dient minimaal 1 persoon per 100 bezoekers aanwezig te zijn die toezicht houdt op een goed verloop van de activiteiten. Ook bij minder dan 100 bezoekers dient er minimaal 1 persoon aanwezig te zijn die toezicht houdt;
4. Deze toezichthouders dienen nuchter en aanspreekbaar te zijn;
5. De ontheffinghouder brengt omwonenden vooraf schriftelijk op de hoogte van de activiteit. Een kopie van deze kennisgeving dient naar de gemeente gestuurd te worden.
Paracommercie
De tijdelijke ontheffing sluitingstijd mag alleen worden gebruikt in het kader van een activiteit die past binnen de doelstelling van de paracommerciële instelling (ontheffinghouder).
Indien de paracommerciële instelling haar activiteiten organiseert in een openbare inrichting waarvoor alleen de bestemming ‘Sport’ geldt, dient de activiteit waarvoor ontheffing verleend wordt een sport- of clubgerelateerde activiteit te zijn.
Tegelijkertijd met het verlenen van een tijdelijke ontheffing sluitingstijd stelt de burgemeester op grond van artikel 2:34b derde lid van de APV de schenktijd vast op een half uur voor de uiterste sluitingstijd.