Contract
C-197
Green Deal Business met biomassa en biobased gas
Partijen
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp, handelend in zijn hoedanigheid van bestuursorgaan;
2. De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, xxxxxxx X.X.X. Xxxxxxx, handelend in haar hoedanigheid van bestuursorgaan;
Partijen genoemd onder 1 en 2 hierna samen te noemen: Rijksoverheid;
3. AkzoNobel N.V., te dezen vertegenwoordigd door:
a. de xxxx X. Xxxxxxxxxxxx, voorzitter Directie AkzoNobel Nederland en
b. de heer X. Xxxx, director R,D&I and Technology Akzo Nobel Industrial Chemicals, hierna te noemen: AkzoNobel;
4. Koninklijke Coöperatie Cosun U.A., te dezen vertegenwoordigd door de heer P.H.J. Mesters, directeur Productie Suiker Unie, hierna te noemen: Cosun;
5. Koninklijke DSM N.V., te dezen vertegenwoordigd door:
a. de xxxx X. Xxxxxxx – president of DSM Nederland en
b. de xxxx X. Xxxxxxxx – chief Technology officer DSM, hierna te noemen: DSM;
6. Stichting Energy Academy Europe, te dezen vertegenwoordigd door de heer A.P.C. Xxxxx, wetenschappelijk directeur Energy Academy Europe, hierna te noemen: Energy Academy Europe;
7. Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), te dezen vertegenwoordigd door de heer R. A. Kleiburg, COO Executive Board ECN, hierna te noemen: ECN;
8. Koninklijke FrieslandCampina N.V., te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, Chief Executive Officer, hierna te noemen: FrieslandCampina;
9. N.V. Nederlandse Gasunie, te dezen vertegenwoordigd door de xxxx X. Xxxxxxx, CEO, hierna te noemen: Gasunie;
10. Stichting Groen Gas Nederland, te dezen vertegenwoordigd door de heer X. xxx xx Xxxx, directeur, hierna te noemen: Groen Gas Nederland;
11. Havenbedrijf Rotterdam N.V., te dezen vertegenwoordigd door de heer A.S. Xxxxxxxxx, Chief Executive Officer, hierna te noemen: Havenbedrijf Rotterdam;
Hierna allen samen te noemen: Partijen.
Algemene overwegingen
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden, is het nodig om het concurrentievermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen en te komen tot een circulaire economie.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar een circulaire economie en groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal-aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen, die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen – mits niet strijdig met vastgelegd recht van intellectueel eigendom – gebruikt worden door andere, vergelijkbare projecten waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Business met biomassa en biobased gas
1. Het kabinet streeft naar een circulaire economie en wil de (Europese) markt voor duurzame grondstoffen en hergebruik van schaarse materialen stimuleren. Het beleid Xxx Xxxxx Naar Grondstof (VANG) leidt tot een meer circulaire economie en het zoveel mogelijk sluiten van kringlopen. Dit vergt het duurzaam omgaan met natuurlijke bronnen (sustainable sourcing), het zuinig omgaan met onze grondstoffen (resource efficiency), het optimaal benutten van reststromen, maar ook het tegengaan van voor het milieu schadelijke emissies, zoals broeikasgasemissies.
2. De biobased economy is een economie die voor zijn energie en materialen niet meer afhankelijk is van fossiele brandstoffen, maar van groene grondstoffen, ofwel biomassa (regeerakkoord kabinet Xxxxx XX). Biomassa moet zo hoogwaardig mogelijk worden ingezet (cascadering) en de duurzame productie en herkomst van biomassa gegarandeerd.
3. Om de potentiële bijdrage van biomassa aan de biobased economy en de duurzame energievoorziening te realiseren zullen ook nieuwe strategische biomassastromen ontwikkeld moeten worden.
4. Business cases waarbij biomassa, al of niet via cascadering, wordt gevaloriseerd komen nog te weinig tot stand, omdat:
a. er voor ketens met maatschappelijke waarde soms nog geen ketenregisseur1 is. Het ontwikkelen van ketens vergt dat een partij optreedt als trekker/ondernemer om de gehele keten tot wasdom te brengen;
b. er soms nog te weinig stimuli zijn voor ketenregisseurs om te zorgen dat biomassaketens worden ontwikkeld op een zodanige wijze dat de waarde maximaal is voor zowel de maatschappij als de business;
c. er geen raamwerk is voor meervoudige verwaarding van biomassa. Maatschappelijke waardes moeten worden omgezet in economische waardes (bijvoorbeeld broeikasgasemissiereductie (met name methaanemissiereductie), het oplossen van mestproblematiek, het oplossen van afvalproblematiek);
d. de doorstroom in ketens soms gehinderd wordt door afvalregelgeving, waardoor reststoffen van een eerdere stap in een keten als afvalstof bestempeld worden in plaats van als grondstof voor een volgende stap in de keten;
e. er worden afwegingen gemaakt tussen energetische toepassingen en toepassingen als groene grondstof, alsook tussen hernieuwbare energie en fossiele energie en tussen hernieuwbare grondstoffen en fossiele grondstoffen;
f. er soms nog onduidelijkheid is over de waardering van hernieuwbaar gas in de toekomst. De ontwikkeling van opschaalbare rendabele ketens gaat immers niet alleen over investeringen in installaties nu, maar richt zich ook op de termijn tot na 2020;
1 Onder ‘ketenregisseur’ wordt hier verstaan: een partij die de wil en de invloed heeft om de actoren in een bepaalde biomassaketen (van productie tot en met de verschillende toepassingen) tot zodanige afstemming of samenwerking te brengen dat de keten daadwerkelijk wordt ontwikkeld.
g. er geen eenduidige langetermijnvisie is op hoe de gasmarkten zich gaan ontwikkelen (vraag- en aanbodzijde, inclusief feedstock), inclusief visie op gaskwaliteiten.
5. Partijen willen nieuwe algemene knelpunten gezamenlijk oplossen die worden ervaren bij het tot stand brengen van meervoudige verwaarding van concrete biomassaketens, door een proces van het gezamenlijk uitvoeren van verdiepende analyses van knelpunten aan de hand van concrete cases,
en het gezamenlijk zoeken naar oplossingen.
6. Partijen willen door deel te nemen aan deze Green Deal ook bijdragen aan de eigen bedrijfsdoelen op het gebied van klimaat en duurzaamheid.
7. Partijen willen toewerken naar een situatie waarin biomassaketens optimaal worden ingericht, door het bereiken van kennisoverdracht en synergie tussen de verschillende ketens wat betreft noodzakelijk beleid, duurzaamheidsdoelstellingen en een optimale samenhang van toepassing van biomassa als groene grondstof en als bio-energie.
8. Partijen willen leren van elkaars rol als ketenregisseur.
9. Partijen zullen de leerervaringen en opgedane kennis op het gebied van meervoudige verwaarding van biomassaketens en ketenregie breed delen en verspreiden, zodat navolging en opschaling plaats kan vinden.
Komen het volgende overeen:
1. Doel
Artikel 1. Doel
Doel van deze Green Deal is om structurele rendabele business met biomassa mogelijk te maken, de hoeveelheid biogas in Nederland te verhogen en hiermee de ontwikkeling van een biobased economy te versnellen. Dit door:
• het delen en ontsluiten van kennis, ervaringen en successen op het gebied van meervoudige verwaarding van biomassaketens;
• het gezamenlijk werken aan oplossingen voor nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten bij concrete biobased business cases (concrete cases);
• het gezamenlijk nadenken over het in de toekomst optimaal inrichten van biomassaketens, waarbij gezocht wordt naar een optimale samenhang tussen de toepassing van biomassa als groene grondstof enerzijds en als bio-energie anderzijds en hoe dit concreet vorm te geven;
• het oppakken van een rol als ketenregisseur in een biobased keten die samenwerking bevordert tussen de verschillende schakels in die keten.
2. Inzet en acties
Artikel 2. Werkwijze samenwerking
1. Een aantal Partijen brengt concrete cases in aan de hand waarvan een analyse wordt gemaakt van nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten.
2. De knelpuntenanalyse worden door Partijen besproken in werksessies waarbij tevens de mogelijke oplossingen worden verkend en een plan van aanpak wordt opgesteld om deze oplossingen te implementeren of toe te passen. Daarbij wordt ook gekeken naar welke andere publieke of private organisaties of partners betrokken zouden moeten worden.
Artikel 3. Inzet en acties Rijksoverheid
1. De Rijksoverheid draagt actief bij aan de knelpuntenanalyse zoals bedoeld in artikel 2 lid 2.
2. De Rijksoverheid neemt daartoe deel aan het periodieke overleg en werksessies met de andere Partijen.
3. De Rijksoverheid zal zich inspannen om bij knelpunten in wet- en regelgeving te bezien hoe dat kan worden aangepast ter bevordering van het doel van de Green Deal.
4. De Rijksoverheid zal zich inspannen om een verbindende rol te spelen om tot oplossingen te komen bij knelpunten op regionaal, provinciaal of gemeentelijk niveau.
5. Deze Green Deal zal als voorbeeldproject door de Rijksoverheid worden uitgedragen, onder meer via de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx, mits de communicatie formeel is geaccordeerd door alle deelnemende Partijen.
Artikel 4. Inzet en acties AkzoNobel
1. AkzoNobel zal de volgende concrete cases inbrengen in werksessies met de andere Partijen:
• Afvalvergassing (syngasproductie)
• Bioraffinage van suikerbieten (azijnzuurproductie), in samenwerking met Cosun
2. AkzoNobel zal hierbij het voortouw nemen bij de analyse van de nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten en mogelijk oplossingen.
3. AkzoNobel zal de benodigde kennis van deze twee cases daartoe delen met de andere Partijen.
4. AkzoNobel zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassaketens delen met de andere Partijen.
5. AkzoNobel zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
6. AkzoNobel zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
7. AkzoNobel zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 5. Inzet en acties Cosun
1. Xxxxx zal de volgende concrete cases inbrengen in werksessies met de andere Partijen:
• Pulp to Value
• Vergisting van suikerbietenpulp
2. Cosun zal hierbij het voortouw nemen bij de analyse van de nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten en mogelijk oplossingen.
3. Cosun zal de benodigde kennis van deze twee cases daartoe delen met de andere Partijen.
4. Xxxxx zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassa- ketens delen met de andere Partijen.
5. Cosun zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
6. Cosun zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
7. Xxxxx zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 6. Inzet en acties DSM
1. DSM zal in samenwerking met Gasunie de volgende concrete case inbrengen in werksessies met de andere Partijen:
• Het meervoudig verwaarden van aquatische biomassa
2. DSM zal hierbij het voortouw nemen bij de analyse van de nog niet eerder in kaart gebrachte knel- punten en mogelijk oplossingen.
3. DSM zal de benodigde kennis van deze case daartoe delen met de andere Partijen.
4. DSM zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassa- ketens delen met de andere Partijen.
5. DSM zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
6. DSM zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
7. DSM zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 7. Inzet en acties FrieslandCampina
1. FrieslandCampina zal de volgende concrete case inbrengen in werksessies met de andere Partijen:
• Meervoudige mestverwaarding
2. FrieslandCampina zal hierbij het voortouw nemen bij de analyse van de nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten en mogelijk oplossingen.
3. FrieslandCampina zal de daartoe benodigde kennis van deze case daartoe delen met de andere Partijen.
4. FrieslandCampina zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassaketens delen met de andere Partijen.
5. FrieslandCampina zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
6. FrieslandCampina zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
7. FrieslandCampina zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 8. Inzet en acties Gasunie
1. Gasunie zal de volgende concrete cases inbrengen in werksessies met de andere Partijen:
• Biomassavergassing (Xxxxxx/XXXX)
• Torrgas (voorbewerking biomassa via torrefactie, daarna vergassing)
2. Gasunie zal hierbij het voortouw nemen bij de analyse van de nog niet eerder in kaart gebrachte knelpunten en mogelijk oplossingen.
3. Gasunie zal de benodigde kennis van deze twee cases daartoe delen met de andere Partijen.
4. Gasunie zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassa- ketens delen met de andere Partijen.
5. Gasunie zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
6. Gasunie zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
7. Gasunie zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 9. Inzet en acties Groen Gas Nederland
1. Groen Gas Nederland zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassaketens delen met de andere Partijen.
2. Groen Gas Nederland zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
3. Groen Gas Nederland zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
4. Groen Gas Nederland zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 10. Inzet en acties Havenbedrijf Roverdam
1. Havenbedrijf Rotterdam zal haar ervaringen over de rol van ketenregisseur bij meervoudige verwaarding in biomassaketens delen met de andere Partijen.
2. Havenbedrijf Rotterdam zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen.
3. Havenbedrijf Rotterdam zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
4. Havenbedrijf Rotterdam zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 11. Inzet en acties Energy Academy Europe
1. Energy Academy Europe zal haar kennis en ervaringen op het gebied van meervoudige verwaarding van biomassaketens delen met de andere Partijen.
2. Energy Academy Europe zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen door het inbrengen van specifieke kennis.
3. Energy Academy Europe zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
4. Energy Academy Europe zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 12. Inzet en acties ECN
1. ECN zal haar ervaringen en (technologische) kennis op het gebied van meervoudige verwaarding van biomassaketens delen met de andere Partijen.
2. ECN zal meewerken aan het analyseren van knelpunten en mogelijke oplossingen bij cases die worden ingebracht door andere Partijen door het inbrengen van specifieke kennis.
3. ECN zal zich inspannen om oplossingen te implementeren of te helpen implementeren.
4. ECN zal deelnemen aan het periodieke overleg van Partijen.
Artikel 13. Uitvoering
Voor de uitvoering zullen de Partijen voor 1 juni 2016 een werkprogramma opstellen en nadere afspraken maken over het periodieke overleg tussen alle Partijen.
3. Slotbepalingen
Artikel 14. Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technische normen en voorschriften.
Artikel 15. Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 16. Evaluatie
1. Partijen zullen de uitvoering en werking van deze Green Deal vóór 14 oktober 2017 evalueren.
2. De evaluatie zal worden verricht door de Partijen en een verslag daarvan zal worden opgemaakt door de Partijen.
Artikel 17. Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan Stichting Groen Gas Nederland. Zodra alle Partijen unaniem schriftelijk hebben ingestemd met het verzoek tot toetreding, ontvangt de toetredende partij de status van Partij van de Green Deal en gelden voor die Partij de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 18. Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Business met biomassa en biobased gas.
Artikel 19. Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand schriftelijk opzeggen.
Artikel 20. Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 21. Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 14 april 2017.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 22. Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam op 14 april 2016.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
X.X.X. Xxxxxxx
AkzoNobel N.V,
X. Xxxxxxxxxxxx, voorzitter Directie AkzoNobel Nederland
M. Xxxx, director R,D&I and Technology Akzo Nobel Industrial Chemicals
Koninklijke Coöperatie Cosun U.A.,
P.H.J. Mesters, directeur Productie Suiker Unie
Koninklijke DSM N.V.,
X. Xxxxxxx, president of DSM Nederland
X. Xxxxxxxx, chief Technology officer DSM
Energy Academy Europe,
A.P.C. Xxxxx, wetenschappelijk directeur Energy Academy Europe
Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN),
R. A. Kleiburg, COO Executive Board ECN
Koninklijke FrieslandCampina N.V.,
X. Xxxxxxx, Chief Executive Officer
N.V. Nederlandse Gasunie,
X. Xxxxxxx, CEO
Stichting Groen Gas Nederland,
X. xxx xx Xxxx, directeur
Havenbedrijf Rotterdam N.V.,
A.S. Xxxxxxxxx, Chief Executive Officer