STATUTEN HOOFDSTUK I. ALGEMEEN.
DOORLOPENDE TEKST VAN DE STATUTEN VAN:
Oogvereniging Nederland, gevestigd te Utrecht, per 20 november 2013.
STATUTEN
HOOFDSTUK I. ALGEMEEN.
Artikel 1. Considerans.
1. De volgende rechtspersonen:
i. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Federatie van Ouders van Visueel Gehandicapten, opgericht op zesentwintig mei negentienhonderd drieëntachtig;
ii. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Nederlandse Vereniging van Geleidehondgebruikers, opgericht op zeventien januari tweeduizend vijf;
iii. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Nederlandse Vereniging van Blinden en Slechtzienden, opgericht op drieëntwintig december negentienhonderd zevenenzeventig, teneinde de belangenbehartiging van blinden en slechtzienden, welke voorheen onder andere geschiedde door:
a. de Nederlandse Blindenbond, gevestigd te 's-Gravenhage en opgericht op zevenentwintig mei achttienhonderd vijfennegentig;
b. de Nederlandse R.K. Blindenbond “St. Xxxxxx”, gevestigd te Amsterdam en opgericht op tien december negentienhonderd negentien;
c. het Academisch Genootschap “Xxxxxxxxxx Xxxxx”, gevestigd te Amsterdam en opgericht op tien oktober negentienhonderd zevenenveertig,
in één vereniging met inachtneming van artikel 4 lid 1 te doen plaatsvinden;
iv. de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Glaucoomvereniging (Nederlandse Vereniging van Glaucoompatiënten), opgericht op tien oktober negentienhonderd achtentachtig,
hebben besloten om met ingang van één januari tweeduizend dertien een vereniging op te richten. Daarnaast is iedere hiervoor onder sub i, ii, iii en iv omschreven vereniging voornemens om in de loop van het jaar tweeduizend dertien afzonderlijk een juridische fusie aan te gaan met die bij deze akte op te richten vereniging.
De oprichting en voorgenomen fusies komen voort uit de wens van partijen hun krachten te bundelen om daarmee hun oorspronkelijke vergelijkbare en complementaire doelstellingen vanuit één krachtige organisatie te kunnen
realiseren.
2. Met ingang van één januari tweeduizend dertien zullen de volgende rechtspersonen hun vermogensbestanddelen bij wijze van activa-passiva overdracht overdragen aan de bij deze akte op te richten vereniging:
v. de stichting: Stichting Viziris, statutair gevestigd te Utrecht, en opgericht op zestien oktober tweeduizend negen;
vi. de stichting: Stichting DoofBlinden Netwerk, statutair gevestigd te Zoetermeer, en opgericht op achtentwintig september tweeduizend negen.
HOOFDSTUK II. BEGRIPSBEPALINGEN.
Artikel 2. Begripsbepalingen.
1. In deze statuten hebben de volgende begrippen de daarachter vermelde betekenis:
bestuur: het bestuur van de Vereniging; bestuurder: een lid van het bestuur;
dagen: alle dagen van een week en derhalve niet uitgezonderd algemeen erkende feestdagen of daarmee op grond van de Algemene termijnenwet gelijkgestelde dagen;
directeur: de directeur van de Vereniging;
huishoudelijk reglement: het huishoudelijk reglement van de Vereniging; leden: de leden van de Vereniging, tenzij anders vermeld;
ledengroep: verbinden leden in één van de volgende soorten groepen:
a. patiëntengroepen;
b. themagroepen;
c. regiogroepen;
ledengroepbestuur: het bestuur van een ledengroep; ledengroepbestuurder: een lid van het ledengroepbestuur; ledengroepvergadering: een vergadering van een ledengroep;
ledenraad: het orgaan van de Vereniging dat in Titel 2 van Boek 2 Burgerlijk Wetboek wordt aangeduid als algemene vergadering; ledenraadvergadering: een vergadering van de ledenraad;
lidmaatschap: het lidmaatschap van de Vereniging; patiëntengroepen: verbinden leden met dezelfde ziekte of aandoening
(bijvoorbeeld glaucoom, netvliesaandoeningen, albinisme, doofblindheid, et cetera) met elkaar;
rayon: een door de ledenraad op voorstel van het bestuur vastgesteld geografisch gebied waarbinnen een of meerdere regiogroepen actief zijn; regiogroepen: verbinden leden die zich willen inzetten voor en/of betrokken voelen bij belangenbehartiging, informatievoorziening en/of sociale activiteiten binnen een geografisch gebied;
schriftelijk: een bericht dat is overgebracht bij brief, telefax of e-mail of enig ander elektronisch communicatiemiddel, mits het bericht leesbaar en reproduceerbaar is;
themagroepen: verbinden leden met eenzelfde behoefte of belang bij een onderwerp, thema, probleem of vraagstuk;
Vereniging: de Vereniging waarvan de interne organisatie wordt beheerst door deze statuten.
2. Verwijzingen naar artikelen zijn verwijzingen naar artikelen van deze statuten,
tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hij’ wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘zij’. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘hem wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’. Met verwijzingen in deze statuten naar ‘zijn’- anders dan als werkwoord(svorm) - wordt tevens bedoeld te verwijzen naar ‘haar’.
HOOFDSTUK III. NAAM EN ZETEL. DOEL
Artikel 3. Naam en Zetel
1. De Vereniging draagt de naam: Oogvereniging Nederland.
2. In het Engels wordt de naam: “Eye Association Netherlands” gebruikt.
3. De Vereniging is statutair gevestigd in de gemeente Utrecht.
Artikel 4. Doel
1. De Vereniging heeft als doel de behartiging van de individuele en collectieve belangen en de bevordering van het welzijn van mensen met een visuele beperking, een oogaandoening of doofblindheid alsmede van hun familie en mantelzorgers.
2. De Vereniging behartigt nadrukkelijk ook de belangen van degenen die naast een visuele beperking een andere beperking hebben.
3. De Vereniging tracht haar doel onder meer te bereiken door
a. het organiseren van lotgenotencontact en informatievoorziening;
b. het versterken van de positie van de in het eerste lid bedoelde personen in de samenleving;
c. het verzamelen van voor de Vereniging relevante ervaringen en deze benutten voor het opbouwen van ervaringsdeskundigheid;
d. het bevorderen en stimuleren van wetenschappelijk onderzoek op het terrein van oogaandoeningen en de behandelingen van oogaandoeningen al dan niet in combinatie met daaraan gerelateerde aandoeningen, waaronder begrepen een auditieve beperking;
e. het bevorderen van onderzoek met het oog op de vermindering dan wel het wegnemen van obstakels die een belemmering vormen voor participatie van mensen met een visuele beperking al dan niet in combinatie met een andere beperking, zoals een auditieve beperking;
f. het doen ontwikkelen van normen die de kwaliteit van zorg en voorzieningen verhogen en het bevorderen van het toepassen hiervan;
g. het verzorgen van voorlichting aan de samenleving ter bevordering van een juist beeld van de mogelijkheden van mensen met een visuele beperking al dan niet in combinatie met een andere beperking, zoals een auditieve beperking alsmede over de wijze waarop die mogelijkheden kunnen worden verruimd;
h. aandacht te geven aan mobiliteit ten behoeve van mensen met een visuele beperking, al dan niet in combinatie met een andere beperking, zoals een auditieve beperking;
i. het inzetten van alle overige middelen die daartoe bijdragen,
dit alles zelfstandig en in samenwerking met en binnen andere relevante organisaties in binnen- en buitenland.
4. Bij de verwezenlijking van haar doel geldt de binnen de Vereniging beschikbare ervaringsdeskundigheid als uitgangspunt.
5. De Vereniging werkt haar doelstelling uit in een beleidsplan voor meerdere jaren en in jaarlijkse werkplannen.
6. De Vereniging heeft geen winstoogmerk. HOOFDSTUK IV. LEDEN. LIDMAATSCHAP. Artikel 5. Leden.
1. De Vereniging kent:
a. gewone leden;
b. buitengewone leden;
c. ereleden.
Uitsluitend natuurlijke personen kunnen zich aanmelden als lid.
2. Gewone leden zijn zij, die als zodanig door het bestuur zijn toegelaten.
3. Buitengewone leden zijn zij die bij aanvang van het lidmaatschap nog minderjarig zijn. De toelating geschiedt overeenkomstig hetgeen in lid 2 van dit artikel is bepaald en met inachtneming van hetgeen in lid 5 van dit artikel is bepaald.
4. Indien en zodra een buitengewoon lid voldoet aan de eisen van een gewoon lidmaatschap komt het buitengewoon lidmaatschap te vervallen en wordt diens buitengewoon lidmaatschap van rechtswege per direct omgezet in een gewoon lidmaatschap, tenzij het betreffende lid schriftelijk te kennen geeft hierop geen prijs te stellen. Diens lidmaatschap wordt in dat geval door het bestuur opgezegd per einde van het kalenderjaar. Het lidmaatschap wordt als dan tot die datum geacht een buitengewoon lidmaatschap te zijn.
5. Minderjarigen, die lid van de Vereniging wensen te worden, behoeven daartoe de schriftelijke toestemming van hun wettelijke vertegenwoordigers.
6. Ereleden zijn zij, die wegens hun buitengewone verdiensten jegens de Vereniging of in het kader van de doelstelling van de Vereniging op voorstel van het bestuur, als zodanig door de ledenraad zijn benoemd.
7. Uitsluitend gewone leden en ereleden zijn leden in de zin van de wet.
Artikel 6. Aanmelding als lid en toelating tot het lidmaatschap. Ledenregister.
1. Xxxxxxxxxx als lid geschiedt door middel van een verzoek daartoe aan het bestuur.
2. De toelating tot het lidmaatschap door het bestuur geschiedt op de wijze en onder de voorwaarden zoals nader bepaald in het huishoudelijk reglement.
3. Zij die tot het lidmaatschap zijn toegelaten, worden geacht de doelstelling van de Vereniging te respecteren.
4. In geval van niet-toelating door het bestuur kan de betrokkene binnen zes maanden nadat het besluit tot niet-toelating aan hem bekend is gemaakt, beroep instellen bij de ledenraad. De ledenraad kan alsnog tot toelating besluiten.
5. Het bestuur houdt een ledenregister bij, waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen. De leden zijn verplicht (adres)wijzigingen onverwijld aan het bestuur mede te delen.
Artikel 7. Contributie.
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van contributie aan de Vereniging, waarvan de hoogte door de ledenraad wordt vastgesteld. Zij kunnen daartoe door het bestuur in categorieën worden ingedeeld, die een verschillende contributie betalen.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van contributie te verlenen. In het huishoudelijk reglement kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld.
Artikel 8. Einde van het lidmaatschap. Schorsing.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door opzegging door het lid;
c. door opzegging door de Vereniging;
d. door ontzetting.
2. Een lid kan zijn lidmaatschap te allen tijde met onmiddellijke ingang opzeggen.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de Vereniging geschiedt door het bestuur, indien redelijkerwijs niet kan worden gevergd het lidmaatschap te laten voortduren, indien een lid een contributieachterstand heeft en in geval van maatschappelijk onbehoorlijk gedrag van een lid dat niet valt onder lid 4 van dit artikel. Opzegging van het lidmaatschap door de Vereniging doet het lidmaatschap met onmiddellijke ingang eindigen.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur. Deze kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Vereniging handelt, of de Vereniging op onredelijke wijze benadeelt. Ontzetting doet het lidmaatschap met onmiddellijke ingang eindigen.
5. Het besluit tot ontzetting wordt niet door het bestuur genomen dan nadat het desbetreffende lid in de gelegenheid is gesteld te worden gehoord.
6. Het lid dat is ontzet, staat binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit beroep open bij de ledenraad welke beslist of de ontzetting al dan niet terecht heeft plaatsgevonden. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep, is het lid geschorst.
7. Het bestuur kan besluiten een lid te schorsen. Het betreffende lid wordt daarvan schriftelijk in kennis gesteld. Een schorsing die niet binnen negentig dagen gevolgd wordt door een besluit tot beëindiging van het lidmaatschap, eindigt door het verlopen van die termijn.
8. Indien het lidmaatschap in de loop van een kalenderjaar eindigt, blijft desalniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het gehele jaar verschuldigd.
HOOFDSTUK V. LEDENGROEPEN VAN DE VERENIGING.
Artikel 9. Ledengroepen. Ledengroepbestuur. Indeling bij regiogroep
1. De Vereniging kent ledengroepen. Een ledengroep heeft geen rechtspersoonlijkheid. Zij geeft invulling aan de doelstelling van de Vereniging, toegespitst op hetgeen de leden binnen de ledengroep bindt.
De Vereniging kent de volgende categorieën ledengroepen:
a. patiëntengroepen;
b. themagroepen;
c. regiogroepen.
Patiëntengroepen verbinden leden met dezelfde ziekte of aandoening. Themagroepen verbinden leden met eenzelfde behoefte of belang bij een onderwerp, thema, probleem of vraagstuk. Het kan daarbij ook gaan om een onderwerp dat verschillende patiëntengroepen en/of regiogroepen overstijgt. Regiogroepen verbinden leden die zich willen inzetten voor en/of betrokken voelen bij belangenbehartiging, informatievoorziening en/of sociale activiteiten binnen een geografisch gebied.
Het huishoudelijk reglement geeft nadere regels omtrent ledengroepen. Bij huishoudelijk reglement wordt tevens de wijze bepaald waarop het aantal
ledengroepen alsmede de benaming daarvan kenbaar wordt gemaakt.
2. Instelling, samenvoeging, splitsing en opheffing van ledengroepen geschiedt door de ledenraad op voorstel van het bestuur, met inachtneming van hetgeen ter zake in het huishoudelijk reglement is bepaald.
3. Ieder lid van de Vereniging is verplicht lid te zijn van ten minste één ledengroep.
4. Ieder lid wordt daartoe door het bestuur ingedeeld bij een regiogroep op basis van diens woonadres zoals dat op één januari van elk kalenderjaar in het ledenregister van de Vereniging is vermeld.
5. Een lid kan bij aanvang van diens lidmaatschap aan het bestuur verzoeken - en vervolgens steeds uiterlijk op eenendertig december en in dat geval met ingang van één januari daaropvolgend - bij een andere regiogroep te worden ingedeeld dan op basis van diens woonadres het geval zou zijn.
6. Indien een lid aan het bestuur te kennen geeft geen prijs te stellen op lidmaatschap van een regiogroep, is dat uitsluitend mogelijk indien het betreffende lid tegelijkertijd aangeeft lid te willen worden van een patiëntengroep en/of themagroep.
7. Indien en zodra een lid diens lidmaatschap van een patiëntengroep of themagroep opzegt bij het bestuur zonder dat daarna sprake is van een situatie als vermeld in lid 3 van dit artikel, wordt het betreffende lid door het bestuur ingedeeld bij een regiogroep conform het bepaalde in lid 4 van dit artikel.
8. De leden van elke ledengroep vormen de algemene vergadering van een ledengroep.
9. De ledengroepvergadering benoemt uit haar midden een ledengroepbestuur van ten minste twee natuurlijke personen. De omvang van het ledengroepbestuur wordt bepaald door de algemene vergadering van de betreffende ledengroep. Leden van een ledengroep stellen daartoe kandidaten, zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement en/of het reglement ledengroep van de betreffende ledengroep.
10. Een ledengroepbestuur kent ten minste een voorzitter en een penningmeester. Uitsluitend de voorzitter wordt door de algemene vergadering van de betreffende ledengroep in functie benoemd. Overige functies worden door het ledengroepbestuur in onderling overleg verdeeld. Een ledengroepbestuurder kan meer dan een functie bekleden, met dien verstande dat de functie van voorzitter en penningmeester niet kunnen worden gecombineerd.
11. Een ledengroepbestuurder wordt benoemd voor een periode van drie jaar en is tweemaal herbenoembaar.
12. Het lidmaatschap van een ledengroepbestuur is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur, noch is het toegestaan dat een ledengroepbestuurder een arbeidsrechtelijke verhouding heeft met de Vereniging.
13. Een ledengroepbestuurder kan worden geschorst en ontslagen door de algemene vergadering van de betreffende ledengroep. Ontslag van een ledengroepbestuurder is mogelijk wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen, of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als ledengroepbestuurder redelijkerwijs niet van de betreffende ledengroep kan worden verlangd.
14. Een ledengroepbestuurder defungeert voorts:
a. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de Vereniging;
b. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de ledengroep;
c. indien en zodra sprake is van een situatie als omschreven in lid 12 van dit artikel;
d. door zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
e. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd;
f. door het verlies van het vrije beheer over zijn eigen vermogen.
15. Ontbreekt het ledengroepbestuur of zijn alle ledengroepbestuurders geschorst, dan voorziet het bestuur binnen vijf maanden na het ontstaan van een dergelijke situatie in het bestuur van een ledengroep. In de tussenliggende periode kunnen de taken van het ledengroepbestuur - uitsluitend voor het afwikkelen van dringende zaken - worden waargenomen door een bestuurder.
Artikel 10. Ledengroepen. Vergaderingen.
1. Een ledengroepbestuur vergadert ten minste twee maal per jaar. Voorts wordt een vergadering van een ledengroepbestuur uitgeschreven zo dikwijls het bestuur van de Vereniging of het ledengroepbestuur dit nodig oordeelt.
2. Nadere regelingen omtrent ledengroepen, waaronder begrepen een regeling omtrent de algemene vergadering van een ledengroep, worden vastgelegd in het huishoudelijk reglement en/of in het ledengroepreglement.
HOOFDSTUK VI. HET BESTUUR.
Artikel 11. Bestuur en bestuursleden.
1. Het bestuur bestaat uit een door de ledenraad vast te stellen aantal van ten minste vijf en ten hoogste negen bestuurders.
Ten hoogste een derde van het aantal bestuurders mag familie van een andere bestuurder zijn. Geen enkele bestuurder mag familie van de directeur zijn. Onder familie moet in dit verband worden verstaan:
bloed- en aanverwanten tot en met de vierde graad, waarbij samenwoning wordt gezien als een huwelijk.
2. De benoeming van bestuurders geschiedt door de ledenraad uit de leden van de Vereniging en voorts op de wijze zoals nader omschreven in het huishoudelijk reglement.
3. Het bestuurslidmaatschap is niet verenigbaar met het lidmaatschap van een ledengroepbestuur en/of de ledenraad, noch is het toegestaan dat een bestuurder een arbeidsrechtelijke verhouding heeft met de Vereniging.
4. Een bestuurder mag niet tevens zijn bestuurder, oprichter, aandeelhouder, toezichthouder of werknemer van:
a. een entiteit waaraan de Vereniging de door haar ingezamelde gelden middellijk of onmiddellijk geheel of gedeeltelijk afstaat;
b. een entiteit waarmee de Vereniging op structurele wijze op geld waardeerbare rechtshandelingen verricht.
Met een entiteit zoals bedoeld in dit lid wordt gelijkgesteld een rechtspersoon of entiteit die statutair - direct of indirect - met de Vereniging is verbonden.
De desbetreffende bestuurder dient het bestuur van het bestaan van een hoedanigheid als in dit lid bedoeld onverwijld op de hoogte te stellen.
5. Het bepaalde in lid 4 geldt niet ten aanzien van een entiteit of daaraan statutair
- direct of indirect - verbonden entiteit waaraan de Vereniging conform haar statutaire doelstelling gelden afstaat (ontvangende entiteit) met dien verstande
dat:
a. de invloed van een ontvangende entiteit op de benoeming en voordracht tot benoeming van het bestuur van de Vereniging is toegestaan tot ten hoogste een derde van het aantal bestuurders;
b. niet meer dan een derde van het aantal bestuurders mag bestaan uit de onder lid 4 van dit artikel genoemde personen.
6. Het bepaalde in lid 4 en lid 5 geldt niet indien en voor zover ten aanzien van de Vereniging en de bedoelde entiteit sprake is van consolidatie.
7. Een bestuurder meldt al diens relevante nevenfuncties aan de ledenraad. Voor het aanvaarden of continueren van een betaalde of onbetaalde nevenfunctie die op welke wijze dan ook strijdig kan zijn met de belangen van de Vereniging, behoeft de betreffende bestuurder de goedkeuring van de ledenraad.
8. Het bestuur bestaat ten minste uit een voorzitter, een vicevoorzitter, een secretaris, een penningmeester en een algemeen bestuurslid. Uitsluitend de voorzitter wordt door de ledenraad in functie benoemd. Overige functies worden door het bestuur in onderling overleg verdeeld. Een bestuurder kan meer dan een functie bekleden, met dien verstande dat de functie van voorzitter en penningmeester niet kunnen worden gecombineerd.
Artikel 12. Duur en einde lidmaatschap bestuur. Ontslag, schorsing en aftreden.
1. Een bestuurder wordt benoemd voor een periode van drie jaar. Een bestuurder is ten hoogste tweemaal herbenoembaar.
2. Een bestuurder defungeert:
a. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de Vereniging;
b. indien en zodra sprake is van een situatie als omschreven in artikel 11 lid 3 of 4;
c. door zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
d. door ontslag door de ledenraad;
e. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd;
f. door het verlies van het vrije beheer over zijn eigen vermogen.
3. Bij ontstentenis of belet van een bestuurder zijn de overige bestuurders met het bestuur belast. Indien één of meer bestuurders ontbreken, vormen de overgebleven bestuurders of de overgebleven bestuurder een bevoegd bestuur. In vacatures dient zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is, te worden voorzien. Indien alle bestuurders ontbreken zal de ledenraad onverwijld nieuwe bestuurders benoemen.
4. Elke bestuurder kan door de ledenraad worden geschorst of ontslagen. Ontslag van een bestuurder is mogelijk wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen, of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan zijn handhaving als bestuurder redelijkerwijs niet van de Vereniging kan worden verlangd.
Een schorsing die niet binnen negentig dagen nadat de schorsing aan de betreffende bestuurder bekend is gemaakt wordt gevolgd door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
Artikel 13. Besluitvorming van het bestuur.
1. Het bestuur vergadert zo dikwijls dit ingevolge de statuten nodig is of de voorzitter of een andere bestuurder zulks wenst, doch ten minste vier keer per
jaar.
2. In vergaderingen van het bestuur kunnen slechts besluiten worden genomen indien ten minste de helft van de bestuurders in persoon aanwezig is. Iedere bestuurder heeft één stem.
3. Het bestuur kan ook buiten vergadering (schriftelijk) besluiten, mits alle bestuurders zich omtrent het desbetreffende voorstel schriftelijk hebben uitgesproken. Ieder besluit dat buiten vergadering wordt genomen, wordt schriftelijk vastgelegd.
4. Van het verhandelde in elke vergadering worden notulen opgesteld, die na vaststelling door het bestuur door de voorzitter en de secretaris van de vergadering worden ondertekend.
5. Het in de vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
6. Bij reglement van het bestuur kunnen nadere regelingen aangaande onder meer de vergaderingen en de besluitvorming van het bestuur worden vastgesteld. Het reglement van het bestuur wordt, na voorafgaande goedkeuring van de ledenraad, vastgesteld en gewijzigd door het bestuur.
Artikel 14. Bestuurstaak, bevoegdheid en beloning.
1. Het bestuur is belast met het besturen van de Vereniging waaronder begrepen de algemene beleidsvoering van de Vereniging op basis van het door het bestuur vastgestelde en door de ledenraad goedgekeurde beleidsplan.
2. Het bestuur is, mits met goedkeuring van de ledenraad, bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen. Voormelde goedkeuring is niet vereist indien en voor zover een dergelijk besluit verband houdt met een schenking of erfrechtelijke verkrijging. Het bestuur is niet bevoegd tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
3. Erfstellingen mogen door het bestuur slechts worden aanvaard onder het voorrecht van boedelbeschrijving.
4. Bestuurders kunnen - ter beoordeling van de ledenraad - recht hebben op vergoeding van de door hen in uitoefening van hun functie (in redelijkheid) gemaakte kosten en kunnen voorts een niet bovenmatig vacatiegeld ontvangen ter zake van hun werkzaamheden voor de Vereniging.
De ledenraad stelt daartoe een regeling vast conform hetgeen daartoe in het huishoudelijk reglement is bepaald.
5. De in lid 4 van dit artikel omschreven vergoedingen worden in de jaarrekening van de Vereniging zichtbaar gemaakt en nader toegelicht.
HOOFDSTUK VII. DIRECTEUR. VERENIGINGSBUREAU
Artikel 15. Directeur. Verenigingsbureau
1. De Vereniging kent een directeur. De directeur is belast met de leiding over en de verantwoordelijkheid voor het verenigingsbureau, de dagelijkse gang van zaken, het voorbereiden en uitvoeren van besluiten van het bestuur, het ondersteunen van de ledengroepbesturen, het aanstellen, schorsen en ontslaan van medewerkers, het vaststellen van hun rechtspositie, alsmede het verrichten van alle voorkomende werkzaamheden ter realisering van de doelstellingen van de Vereniging.
2. De directeur laat zich bij het realiseren van diens werkzaamheden bijstaan door het verenigingsbureau, gevormd door medewerkers van de Vereniging.
3. De directeur handelt binnen de door het bestuur vastgestelde beleidskaders en binnen de grenzen van het beschikbare budget en is daarover verantwoording verschuldigd aan het bestuur.
4. Het bestuur benoemt, schorst en ontslaat de directeur. Het bestuur bepaalt de vergoeding casu quo arbeidsvoorwaarden en de werkzaamheden van de directeur en legt dat bij bestuurs- en directiereglement vast.
5. De directeur woont, tenzij zaken worden behandeld welke de directeur in persoon betreffen dan wel het bestuur anders besluit, alle vergaderingen van het bestuur van de Vereniging bij en kan daar in adviserende zin het woord voeren. Daarnaast heeft de directeur, tenzij de ledenraad anders besluit, tevens toegang tot de ledenraadvergaderingen.
HOOFDSTUK VIII. VERTEGENWOORDIGING EN TEGENSTRIJDIG BELANG.
Artikel 16. Vertegenwoordiging.
1. De Vereniging wordt vertegenwoordigd door het bestuur. Voorts kan de Vereniging worden vertegenwoordigd door twee gezamenlijk handelende bestuurders.
2. Het bestuur kan besluiten tot het verlenen van volmacht aan één of meer bestuurders alsook aan derden, om de Vereniging binnen de grenzen van die volmacht te vertegenwoordigen. Het bestuur kan voorts besluiten aan gevolmachtigden een titel te verlenen.
3. Het bestuur doet van het toekennen van doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid opgave bij het handelsregister van de Kamer van Koophandel.
4. In het geval dat zich een tegenstrijdig belang voordoet ten aanzien van een bestuurder, dient de desbetreffende bestuurder dit onverwijld te melden aan de overige bestuurders. De desbetreffende bestuurder dient zich voorts van de beraadslaging en besluitvorming ter zake te onthouden. De aanwezigheid van de desbetreffende bestuurder telt niet mee ter bepaling of het vereiste quorum voor de besluitvorming is behaald.
5. In geval van een tegenstrijdig belang tussen één of meer bestuurders en de Vereniging, wordt de Vereniging vertegenwoordigd door het voltallig bestuur, dan wel door de persoon of personen die daartoe door de ledenraad zijn aangewezen.
HOOFDSTUK IX. JAARVERSLAG - REKENING EN VERANTWOORDING.
Artikel 17. Boekjaar. Administratie. Jaarverslag en jaarlijkse begroting.
1. Het boekjaar valt samen met het kalenderjaar.
2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Vereniging en van alles betreffende de werkzaamheden van de Vereniging op zodanige wijze
een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de Vereniging kunnen worden gekend.
3. Het bestuur brengt op een ledenraadvergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de ledenraad, zijn jaarverslag uit over de gang van zaken in de Vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter vaststelling aan de ledenraad over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
4. Het jaarplan en de jaarlijkse begroting voor het volgend kalenderjaar worden ten minste negentig dagen voor de aanvang van dat kalenderjaar opgesteld door het bestuur. Zij worden daarna vastgesteld door de ledenraad.
5. De ledenraad verleent aan een accountant als bedoeld in artikel 2:393 Burgerlijk Wetboek, de opdracht om de door het bestuur opgemaakte balans en de staat van baten en lasten te onderzoeken overeenkomstig het bepaalde in lid 3 van dat artikel. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de stukken. Deze verklaring wordt aan de stukken toegevoegd zoals die aan de ledenraad ter vaststelling worden voorgelegd.
6. Het bestuur is verplicht de in de leden 2 en 3 van dit artikel bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.
HOOFDSTUK X. LEDENRAAD EN LEDENRAADVERGADERINGEN.
Artikel 18. Ledenraad. Samenstelling. Jaarlijkse vergadering
1. De algemene vergadering van de Vereniging wordt gevormd door de ledenraad, bestaande uit afgevaardigden van de ledengroepen die door en uit de leden worden gekozen op de wijze zoals hierna in lid 2 en lid 3 is vastgelegd. Naast een afgevaardigde wordt steeds één vaste plaatsvervanger per afgevaardigde gekozen.
2. Het aantal afgevaardigden wordt als volgt bepaald:
a. per rayon wordt door de betrokken regiogroepbesturen één afgevaardigde en één plaatsvervanger gekozen;
b. per patiëntengroep wordt één afgevaardigde en één plaatsvervanger gekozen;
c. per themagroep wordt één afgevaardigde en één plaatsvervanger gekozen.
3. Zowel de afgevaardigde als diens plaatsvervanger maken deel uit van het ledengroepbestuur van de ledengroep dan wel het rayon door wie zij zijn afgevaardigd. Een ledengroepbestuurder wordt gekozen op de wijze als omschreven in artikel 9 lid 9.
Van zowel een afgevaardigde als diens plaatsvervanger wordt verwacht dat deze voortdurend op de hoogte zijn van hetgeen er speelt binnen regiogroepen van het rayon respectievelijk de patiëntengroep dan wel themagroep door wie de betreffende afgevaardigde en diens plaatsvervanger zijn gekozen.
4. Een afgevaardigde en diens plaatsvervanger worden gekozen voor een periode van drie jaar. Herbenoeming kan tweemaal geschieden.
5. In vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
6. Een niet-voltallige ledenraad behoudt haar bevoegdheden.
7. Het lidmaatschap of plaatsvervangerschap van de ledenraad is niet verenigbaar met het lidmaatschap van het bestuur, noch is het toegestaan dat een afgevaardigde of diens plaatsvervanger een arbeidsrechtelijke verhouding heeft met de Vereniging.
8. Het lidmaatschap of plaatsvervangerschap van de Ledenraad eindigt:
a. door het eindigen van zijn lidmaatschap van de Vereniging;
b. door het niet langer lid zijn van het ledengroepbestuur van de betreffende ledengroep door wie hij is afgevaardigd;
c. indien en zodra sprake is van een situatie als omschreven in lid 7 van dit artikel;
d. door zijn vrijwillig ontslag (bedanken);
e. door het verstrijken van de tijd waarvoor hij is benoemd;
f. door het verlies van het vrije beheer over zijn eigen vermogen.
9. Iedere afgevaardigde en iedere plaatsvervanger vervult diens functie zonder last en ruggespraak.
10. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het kalenderjaar en met inachtneming van artikel 17 lid 3, wordt een ledenraadvergadering (de voorjaarsvergadering) gehouden waarin onder meer de volgende agendapunten aan de orde komen:
a. het jaarverslag en de rekening en verantwoording bedoeld in artikel 17 met het verslag van de aldaar genoemde accountant alsmede het verslag van de financiële commissie;
b. de benoeming van de in artikel 17 genoemde accountant voor het volgende kalenderjaar;
c. voorstellen van het bestuur, de ledenraad of een ledengroepbestuur, aangekondigd bij de oproeping voor de ledenraadvergadering.
11. Voorts wordt elk najaar de zogenaamde najaarsvergadering gehouden, waarin onder meer de volgende agendapunten aan de orde komen:
a. het jaarplan en de begroting voor het volgende kalenderjaar;
b. vaststelling van het aantal rayons met ingang van de eerste dag van het volgende kalenderjaar, waarbij rekening wordt gehouden met een evenwichtige verdeling van het aantal rayons versus het aantal patiënten- en themagroepen, met dien verstande dat steeds een derde deel van het aantal afgevaardigden uit afgevaardigden vanuit de rayons bestaat;
c. vaststelling van de contributie voor het volgende kalenderjaar;
d. voorstellen van het bestuur, de ledenraad of een ledengroepbestuur, aangekondigd bij de oproeping voor de ledenraadvergadering.
12. Andere ledenraadvergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt.
13. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van één tiende gedeelte van de stemmen, verplicht tot het bijeenroepen van een ledenraadvergadering op een termijn van niet langer dan vier weken. Indien aan dit verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan overeenkomstig artikel 19.
Artikel 19. Wijze bijeenroepen en toegang ledenraadvergadering.
1. De ledenraadvergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproeping geschiedt schriftelijk aan de adressen van de afgevaardigden en hun plaatsvervangers, volgens het ledenregister. De termijn van oproeping - behoudens in de situatie als omschreven in artikel 18 lid 13 - bedraagt ten minste vier weken, de dag van de oproeping en die van de ledenraadvergadering niet meegerekend.
2. De oproeping aan iedere afgevaardigde alsmede iedere plaatsvervanger, die daarmee instemt, kan ook geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel aan de Vereniging bekend is gemaakt. In het huishoudelijk reglement wordt nader vastgelegd in welke leesvorm documenten kunnen worden ontvangen dan wel de wijze waarop hiermee wordt omgegaan, met dien verstande dat:
a. het bestuur erop toeziet dat ieder lid - voor zover mogelijk - gelijkwaardig kan communiceren binnen de Vereniging;
b. ieder lid kennis moet kunnen nemen van officiële bekendmakingen en andere voor hem relevante verenigingsinformatie;
c. ieder lid zich in welke verenigingsbijeenkomst dan ook moet kunnen uiten naar alle andere leden/aanwezigen.
3. Bij de oproeping worden de op de ledenraadvergadering te behandelen onderwerpen vermeld en de bijbehorende stukken meegezonden. De oproeping en de daarbij behorende stukken worden tevens toegezonden aan de ledengroepbesturen en voorts aan leden die hierom bij de directeur hebben verzocht.
4. Toegang tot de ledenraadvergadering hebben alle niet geschorste afgevaardigden, alle niet geschorste plaatsvervangers, alle niet geschorste bestuurders, de directeur van de Vereniging en alle niet geschorste leden die zich daartoe ten minste twee weken voor de betreffende ledenraadvergadering bij de directeur van de Vereniging hebben aangemeld. Over toelating van andere dan de hiervoor bedoelde personen beslist de ledenraad.
5. Het bestuur kan besluiten dat de afgevaardigden en hun plaatsvervangers bevoegd zijn door middel van een elektronisch communicatiemiddel aan een ledenraadvergadering deel te nemen, daarin het woord te voeren en het stemrecht uit te oefenen. Het gebruik van het elektronische communicatiemiddel komt voor risico van de stemgerechtigde.
6. Voor de toepassing van lid 5 is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van het verhandelde ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. Door het bestuur kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien het bestuur besluit voorwaarden te stellen, worden deze voorwaarden bij de oproeping bekend gemaakt.
7. Het bestuur kan besluiten dat een stemgerechtigde bevoegd is zijn stem reeds voorafgaand aan de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uit te brengen.
Tot het op deze wijze stem uitbrengen zijn slechts gerechtigd zij die op een bij de bijeenroeping van de ledenraadvergadering te vermelden tijdstip als stemgerechtigde kunnen worden aangemerkt. Op deze wijze stemmen is
slechts toegestaan nadat de ledenraadvergadering is bijeengeroepen, doch nooit eerder dan op de veertiende dag voor die van de vergadering en nooit later dan op de dag voor die van de vergadering.
Het bestuur draagt zorg voor de registratie van deze stemmen en deelt de stemmen mede aan de voorzitter van de ledenraadvergadering.
Een stemgerechtigde die op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht, kan zijn stem niet herroepen. Evenmin kan hij op de ledenraadvergadering opnieuw zijn stem uitbrengen. Indien een afgevaardigde die op deze wijze zijn stem heeft uitgebracht ten tijde van de ledenraadvergadering niet langer lid van de Vereniging is, wordt zijn stem geacht niet te zijn uitgebracht.
8. Het bestuur kan besluiten dat de afgevaardigden of hun plaatsvervangers, alvorens tot de ledenraad te worden toegelaten een presentielijst dienen te tekenen, onder vermelding van hun naam.
Artikel 20. Xxxxxxxxx en besluitvorming ledenraad.
1. In ledenraadvergaderingen hebben alle afgevaardigden stemrecht. Iedere afgevaardigde heeft één stem. Indien een afgevaardigde afwezig is, heeft zijn plaatsvervanger stemrecht. De voor de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uitgebrachte stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de ledenraadvergadering worden uitgebracht.
2. Voor zover de statuten of de wet niet anders bepalen, worden alle besluiten genomen met gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen, in een ledenraadvergadering waarin ten minste de helft van het aantal afgevaardigden of hun plaatsvervangers aanwezig is. Xxxxxx stemmen en ongeldige stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
3. Indien de stemmen staken is het voorstel verworpen.
4. Xxxxxxxx over personen geschiedt schriftelijk, tenzij de ledenraad besluit tot stemming bij acclamatie. Ten aanzien van iedere schriftelijke stemming geldt dat:
a. de voorzitter van de ledenraadvergadering zich tot het uiterste inspant om ervoor te zorgen dat een zodanige stemprocedure wordt gevolgd dat iedere afgevaardigde - al dan niet met assistentie van diens tolk of begeleider - zelfstandig aan de stemming kan deelnemen;
b. onverminderd het sub a. bepaalde, een afgevaardigde zich bij het uitbrengen van zijn stem kan laten bijstaan door een ter vergadering aanwezige persoon naar zijn eigen keuze, mits dit vooraf aan de voorzitter van de ledenraadvergadering is gemeld.
5. Een afgevaardigde is niet bevoegd zijn stem te doen uitbrengen door een gevolmachtigde.
6. Zolang in een ledenraadvergadering alle afgevaardigden aanwezig zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen, ook al is de oproeping niet op de voorgeschreven wijze geschied of is enig ander voorschrift omtrent vermelding van de te behandelen onderwerpen en/of het oproepen en houden van ledenraadvergaderingen niet in acht genomen.
7. Het in de ledenraadvergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter van de ledenraadvergadering omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van dit oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid van de vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
8. Een eenstemmig besluit van alle afgevaardigden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits genomen met voorkennis van het bestuur, dezelfde kracht als een besluit van de ledenraad. Een dergelijk besluit wordt schriftelijk vastgelegd.
Artikel 21. Voorzitterschap. Notulen.
1. De ledenraadvergaderingen worden geleid door de voorzitter van het bestuur. Ontbreekt de voorzitter dan treedt de vicevoorzitter als voorzitter van de vergadering op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelf.
2. Van het verhandelde in elke ledenraadvergadering worden notulen gemaakt, die na vaststelling door de ledenraadvergadering door de voorzitter en de secretaris van de vergadering worden ondertekend.
3. Indien een ledenraadvergadering met inachtneming van het bepaalde in artikel 18 lid 13 op verzoek van afgevaardigden wordt bijeengeroepen, kunnen degenen die om de vergadering hebben verzocht anderen dan bestuurders belasten met de leiding van de ledenraadvergadering en het opstellen van de notulen.
HOOFDSTUK XI. COMMISSIES.
Artikel 22.
1. Zowel het bestuur als de ledenraad kunnen één of meerdere commissies instellen en opheffen. Onder commissie wordt tevens stuurgroep, werkgroep of projectgroep verstaan.
2. De leden van de commissies worden benoemd en ontslagen door het orgaan dat de betreffende commissie heeft ingesteld.
3. De taken en de bevoegdheden van de commissies, de wijze van benoeming van de leden van een commissie alsmede bepalingen omtrent het functioneren daarvan, worden bepaald door het orgaan dat de betreffende commissie heeft ingesteld. In het huishoudelijk reglement kunnen hieromtrent nadere regels worden gesteld.
HOOFDSTUK XII. REGLEMENTEN
Artikel 23. Huishoudelijk reglement en overige reglementen.
1. Bij huishoudelijk reglement kan naast hetgeen waarnaar wordt verwezen in de statuten, al datgene geregeld worden, waarvan een nadere regeling gewenst wordt geacht. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten die in strijd zijn met de wet of de statuten.
2. Het huishoudelijk reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door de ledenraad. Artikel 24 lid 1 tot en met 4 is van overeenkomstige toepassing.
3. Het bestuurs- en directiereglement als bedoeld in artikel 15 lid 4 wordt - na overleg met de directeur - vastgesteld door het bestuur.
4. Het modelreglement ledengroep op basis waarvan het reglement ledengroep per ledengroep wordt vastgesteld, wordt vastgesteld door de ledenraad. De leden van een ledengroep stellen voor hun eigen ledengroep een reglement
ledengroep vast. Van het modelreglement ledengroep kan uitsluitend worden afgeweken na schriftelijke goedkeuring door het bestuur, en met inachtneming van hetgeen daaromtrent voorts is bepaald in het modelreglement ledengroep. Wijziging van een reeds vastgesteld reglement ledengroep geschiedt eveneens door de leden van de ledengroep, al dan niet op voorstel van het ledengroepbestuur, en met inachtneming van hetgeen daaromtrent voorts in dit lid is bepaald.
5. De ledenraad stelt voorts tenminste de volgende reglementen vast:
a. een interne klachtenregeling;
b. een gedragscode met interne regels voor omgangsvormen.
Voor zover de statuten, het huishoudelijk reglement en het reglement ledengroep daarin niet voorzien, stelt de ledenraad een aanvullende regeling vast waarin de invloed en zeggenschap van leden, donateurs, stakeholders en derde partijen (waaronder begrepen sponsoren) transparant is vastgelegd.
HOOFDSTUK XIII. STATUTENWIJZIGING, JURIDISCHE FUSIE EN JURIDISCHE SPLITSING. ONTBINDING.
Artikel 24. Statutenwijziging. Juridische fusie en juridische splitsing.
1. In de statuten van de Vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van de ledenraad, waartoe een ledenraadvergadering is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld.
2. Bij de oproeping van de ledenraadvergadering als bedoeld in lid 1 van dit artikel, wordt de inhoud van het voorstel waarin de voorgestelde wijziging woordelijk is opgenomen, meegezonden.
3. Het besluit tot wijziging van de statuten kan slechts worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen, in een ledenraadvergadering waarin ten minste twee derde van het aantal afgevaardigden of hun plaatsvervangers aanwezig is.
4. Indien in een ledenraadvergadering waarin een voorstel tot statutenwijziging aan de orde is niet ten minste twee derde van het aantal afgevaardigden of hun plaatsvervangers aanwezig is, dan wordt een nieuwe ledenraadvergadering bijeengeroepen, te houden ten minste veertien dagen later, doch uiterlijk binnen dertig dagen na de eerste. In deze ledenraadvergadering kan een besluit tot statutenwijziging rechtsgeldig worden genomen met een meerderheid van ten minste twee derde van de uitgebrachte stemmen ongeacht het aantal aanwezige afgevaardigden of plaatsvervangers.
5. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing bij een besluit tot juridische fusie of juridische splitsing.
6. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat daarvan een notariële akte is opgemaakt. Iedere bestuurder is afzonderlijk bevoegd die notariële akte te doen verlijden.
Artikel 25. Ontbinding.
1. De Vereniging kan worden ontbonden door een besluit daartoe van de ledenraadvergadering. Het bepaalde in artikel 24 is van overeenkomstige toepassing.
2. De Vereniging blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van haar
uitgaan, moet aan haar naam worden toegevoegd: in liquidatie. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop aan de vereffenaars geen baten meer bekend zijn.
3. De bestuurders zijn de vereffenaars van het vermogen van de Vereniging. Op hen blijven de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing en het ontslag van bestuurders van toepassing. De overige statutaire bepalingen blijven eveneens voor zoveel mogelijk van kracht tijdens de vereffening.
4. Een eventueel batig saldo van de ontbonden Vereniging wordt toegekend aan een door de ledenraad te bepalen rechtspersoon in de zin van artikel 5b van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en welke rechtspersoon een met de Vereniging vergelijkbare doelstelling kent of aan een buitenlandse instelling die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt en die een soortgelijke doelstelling heeft.
5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Vereniging gedurende zeven jaar onder berusting van een door de ledenraad daartoe aangewezen persoon.
HOOFDSTUK XIV. SLOTBEPALING.
Artikel 26. Slotbepaling.
Aan de ledenraad komen in de Vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.
Artikel 27. Overgangsbepalingen
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 11 worden de bestuurders voor de eerste maal bij deze akte benoemd.
2. Tot uiterlijk eenendertig december tweeduizend dertien bestaat de ledenraad, in afwijking van het bepaalde in artikel 18, uit de in de slotverklaring onder sub
B. genoemde afgevaardigden.
3. Tot uiterlijk eenendertig december tweeduizend dertien worden de in de slotverklaring onder sub C. genoemde personen, in afwijking van het bepaalde in artikel 18, als plaatsvervanger aangemerkt.
4. De afgevaardigden als bedoeld in lid 2 van dit artikel alsmede hun plaatsvervangers als bedoeld in lid 3 van dit artikel zijn met name belast met het formeren en benoemen van een ledenraad op de wijze als omschreven in artikel 18.
Indien en voor zover zij alsdan conform artikel 18 als afgevaardigde of plaatsvervanger worden benoemd, zijn zij op dat moment - gelijk aan de overige alsdan te benoemen afgevaardigden en plaatsvervangers - benoembaar voor een periode van drie jaar en tweemaal herbenoembaar.
5. Tot uiterlijk één oktober tweeduizend dertien worden de personen die op eenendertig december tweeduizend twaalf nog fungeerden als bestuurder van een orgaan dat per één januari tweeduizend dertien is omgevormd tot een ledengroep van de Vereniging, in afwijking van het bepaalde in artikel 9, als ledengroepbestuurder aangemerkt. Voor zover het orgaan als bedoeld in de vorige volzin een bestuur betreft van een rechtspersoon als omschreven in artikel 1 ofwel een bestuur van een ondergroepering van de rechtspersoon als omschreven in artikel 1 lid 1 sub iii, geldt de volgende bepaling. In het geval dat in de periode gelegen vanaf één januari tweeduizend dertien en de datum waarop tussen de betreffende rechtspersoon en de vereniging een juridische fusie van kracht is, een bestuurswisseling plaatsvindt binnen het bestuur van
de betreffende rechtspersoon of ondergroepering van vorenbedoelde rechtspersoon, defungeert de uittredende bestuurder van rechtswege als ledengroepbestuurder en wordt de inkomende bestuurder aangemerkt als ledengroepbestuurder in de zin van de eerste volzin van dit lid 5.
6. De personen als bedoeld in lid 5 van dit artikel zijn met name belast met het formeren en benoemen van een ledengroepbestuur op de wijze als omschreven in artikel 9 alsmede met het laten vaststellen van het reglement ledengroep van de eigen ledengroep.
Indien en voor zover zij alsdan conform artikel 9 als ledengroepbestuurder worden benoemd, zijn zij op dat moment - gelijk aan de overige alsdan te benoemen ledengroepbestuurders - benoembaar voor een periode van drie jaar en tweemaal herbenoembaar.
7. Tot één juli tweeduizend veertien is het, in afwijking van het bepaalde in de artikelen 9 lid 12 en 11 lid 3, wel toegestaan dat een bestuurder tevens ledengroepbestuurder is, een en ander doch uitsluitend ten behoeve van het realiseren van een soepele overgang van de oude situatie naar de nieuwe situatie.
8. De vereniging als omschreven in artikel 1lid 1 sub iii kende voor fusie met de Vereniging een zogenaamd “lidmaatschap voor het leven”. De Vereniging respecteert een dergelijk lidmaatschap en de rechten en plichten die daarmee verband hielden, waaronder begrepen het afkopen van de contributieplicht.
9. Tot één januari tweeduizend vijftien luidt artikel 20 lid 1 als volgt:
In ledenraadvergaderingen hebben alle afgevaardigden stemrecht. Iedere afgevaardigde heeft één stem, met uitzondering van de afgevaardigde die als zodanig wordt geacht afgevaardigde te zijn van de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid: Retina Nederland, zoals deze vereniging voor fusie met de vereniging bestond. Aan deze afgevaardigde en diens plaatsvervanger in de ledenraad, komen tot één januari tweeduizend vijftien twee stemmen toe. Indien een afgevaardigde afwezig is, heeft zijn plaatsvervanger stemrecht. De voor de ledenraadvergadering via een elektronisch communicatiemiddel uitgebrachte stemmen worden gelijkgesteld met stemmen die ten tijde van de ledenraadvergadering worden uitgebracht.