Het Aanvullend Prospectus
Achmea Grondstoffen
fonds
Achmea Euro Staatsobligaties fonds
Het Aanvullend Prospectus
Dit Aanvullend Prospectus maakt onderdeel uit van het Prospectus van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. betreffende de beleggingsfondsen van de beleggingsverzekeringen en moet in samenhang daarmee worden gelezen. Tenzij uitdrukkelijk anders is aangegeven hebben begrippen in dit Aanvullend Prospectus de betekenis die daaraan is toegekend in het Basis Prospectus.
Potentiële beleggers in één van de Fondsen van Xxxxxx Xxxxxxxx- en Levensverzekeringen N.V. worden er nadrukkelijk op gewezen dat aan het beleggen in deze Fondsen financiële risico’s verbonden zijn. Zij dienen dan ook goed nota te nemen van de volledige inhoud van het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus van Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V.
De in dit Aanvullend Prospectus opgenomen gegevens zijn, voor zover dit aan de directie van Xxxxxx Xxxxxxxx- en Levensverzekeringen N.V. redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, in overeenstemming met de werkelijkheid en geen gegevens zijn weggelaten waarvan de vermelding de strekking van dit Aanvullend Prospectus zou wijzigen. Uitsluitend Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. is verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de gegevens zoals opgenomen in dit Aanvullend Prospectus.
De afgifte en verspreiding van het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus, alsmede het aanbieden, verkopen en leveren van de participaties van elk Fonds kunnen in bepaalde rechtsgebieden onderworpen zijn aan (wettelijke) beperkingen.
Op het Basis Prospectus en dit Aanvullend Prospectus is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.
Voor een uitleg van de gehanteerde begrippen wordt verwezen naar het document ‘Begrippenlijst Unit Linked Beleggingsfondsen’.
Dit Aanvullend Prospectus is geldig vanaf 1 juli 2024.
Inhoudsopgave
1. Beschrijving
2. Beleggingsbeleid van het Fonds
3. Risico’s
4. Duurzaamheidsrisico’s
5. De vermogensbeheerder
6. Dividendpolitiek
7. Gegevens over kosten en vergoedingen
8. Gegevens over het behaalde rendement
9. Gegevens over de waardering
10. Jaarrekening
11. Koersinformatie
Bijlage A: Precontractuele informatieverschaffing Achmea Euro Staatsobligaties fonds
1. Beschrijving
Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen N.V. biedt onder andere Centraal Beheer, Avéro Achmea en Interpolis beleggingsverzekeringen aan. De premies voor deze beleggingsverzekeringen kunnen worden belegd in het Achmea Euro Staatsobligaties fonds. Via het Achmea Euro Staatsobligaties fonds belegt u in Euro obligaties. Daarnaast kan het Fonds voor een klein gedeelte geld op een betaalrekening aanhouden.
Het Achmea Euro Staatsobligaties fonds is gestart per 1 oktober 2012.
2. Beleggingsbeleid van het Fonds
Het Achmea Euro Staatsobligaties fonds belegt in het Achmea IM Euro Government Bond Fund (hierna genoemd het “Achmea IM Beleggingsfonds”), zoals beschreven in het Basis Prospectus. Dit Achmea IM Beleggingsfonds is een besloten fonds voor gemene rekening, niet direct toegankelijk voor particuliere beleggers, en stelt zich ten doel voor rekening en risico van participanten, waaronder begrepen het Achmea Euro Staatsobligaties fonds, het verwerven, houden, beheren en het vervreemden van vermogenswaarden met het doel vermogensgroei te realiseren op de lange termijn.
Duurzaamheidskenmerken
Het Maatschappelijk Verantwoord Beleggingsbeleid van Achmea Investment Management B.V. (hierna genoemd: “Achmea IM”) is van toepassing. In het Basis Prospectus leest u hier meer over. Dit Fonds en het Achmea IM Euro Government Bond Fund promoten onder andere ecologische en/of sociale kenmerken, maar heeft duurzame beleggingen niet als doel. De ondernemingen waarin belegd wordt voldoen aan de praktijken van goed bestuur. Hiermee classificeert dit Fonds als artikel 8 onder SFDR.
Meer informatie over de ecologische en/of sociale kenmerken leest u in Bijlage A van dit prospectus
Achmea Euro Staatsobligaties fonds
Achmea IM Euro Government Bond Fund
Financiële instrumenten
2.1. Achmea IM Euro Government Bond Fund
Het Achmea Euro Staatsobligaties fonds belegt via de Achmea IM Euro Government Bond Fund minimaal voor 75% in staatsobligaties uitgegeven door Eurozone landen en kan ook beleggen in, overheidsgegarandeerde obligaties en obligaties uitgegeven door een supranationale instelling.
Het Achmea IM Beleggingsfonds voert een actief beleggingsbeleid. Door een maximale tracking error van 1,5% te hanteren blijft de afwijking van de samenstelling van de portefeuille van het Achmea IM Beleggingsfonds ten opzichte van de benchmark naar verwachting relatief beperkt. De doelstelling is met een goed gespreide portefeuille een outperformance te bereiken ten opzichte van de benchmark. Dit betekent dat de benchmark niet wordt gevolgd. Hierdoor zijn relatief grote rendementsverschillen, afgezien van kosten zoals vermeld in dit Aanvullend Prospectus, met de benchmark mogelijk. Als benchmark geldt de Bloomberg Barclays Euro Agg Treasury GDP Weighted 75% Core + 25% Non-core Total Return Index.
• Er kan ter optimalisering van de rendement-/risicoverhouding gebruik worden gemaakt van opties op toegestane instrumenten, rentefutures, renteswaps en inflatieswaps.
• Daarnaast is het gebruik van valuta spots, forwards en swaps toegestaan, waarbij valuta exposure naar euro wordt afgedekt. Hierbij geldt dat non-euro exposure niet te allen tijde volledig afgedekt is en dat beperkte non-euro exposure kan worden aangehouden.
• Het maximale gewicht van uitgevende entiteiten met een rating lager dan BBB- bedraagt 10%.
• Uitgevende entiteiten binnen de Eurozone beschikken minimaal over een BB- rating.
• Uitgevende entiteiten buiten de Eurozone beschikken minimaal over een A- rating.
• Mocht een obligatie of een onderliggende waarde van een derivaat na belegging lager worden gewaardeerd dan BB- of A-, dan wordt deze maximaal 6 maanden aangehouden.
• Het rating beleid van Achmea IM wordt gevolgd.
• Maximaal 15% mag buiten de Eurozone worden belegd.
• Voor maximaal 10% mag belegd worden in supranationale instellingen.
• Voor maximaal 10% mag belegd worden in overheidsgegarandeerde obligaties.
• Duurzame beleggingen: Minimaal 2% wordt belegd in groene obligaties die voldoen aan het Achmea IM beoordelingsraamwerk en de definitie van ‘duurzame beleggingen’ volgens de SFDR. Groene obligaties zijn obligaties waarvan de opbrengsten uitsluitend gebruikt worden om projecten of activiteiten met een aantoonbaar positief effect op het milieu of klimaat te financieren. Achmea IM gebruikt haar eigen onafhankelijke raamwerk om te beoordelen of groene obligaties voldoen aan de definitie van ‘duurzame beleggingen’ volgens de SFDR en de kwaliteits- en duurzaamheidscriteria van Achmea IM. Dit raamwerk is gebaseerd op de Green Bond Principles van de International Capital Market Association en de taxonomie van het Climate Bonds Initiative. Voor zover mogelijk belegt het Achmea IM Beleggingsfonds in obligaties die ecologisch duurzame economische activiteiten financieren, zoals gedefinieerd in de EU Taxonomie.
• Liquiditeiten zijn toegestaan. Dit zijn bankrekeningen, deposito’s en beleggingen in het Achmea IM Euro Local Government Loans Fund.
• Er mag van de totale portefeuillewaarde voor maximaal 10% direct belegd worden in het Achmea IM Euro Local Government Loans Fund-Z en in door Achmea IM geselecteerde ETF’s, waarvan het beleggingsbeleid van de ETF aansluit bij het beleggingsbeleid van het Achmea IM Beleggingsfonds. Een ETF is een instrument waarmee een benchmark kan worden gevolgd. Dit doet de ETF door het kopen van de onderliggende beleggingen of via derivaten. ETF’s die volledig bestaan uit derivaten (synthetische ETF’s) zijn niet toegestaan. Het is Achmea IM toegestaan om ETF’s te selecteren waarbinnen sprake is van securities lending. Er wordt enkel gebruik gemaakt van ETF’s om snel marktexposure op of af te kunnen bouwen, indien sprake is van grote in- en/of outflows en/of bij een verandering van de marktvisie.
Achmea IM is vermogensbeheerder van het Achmea IM Beleggingsfonds. Achmea IM beschikt over een eigen researchteam dat gericht onderzoek doet naar ontwikkelingen binnen de verschillende sectoren, de macro-economie en de invloeden daarvan op de financiële markten wereldwijd.
2.2. Hefboomfinanciering
In deze paragraaf wordt informatie verstrekt of direct in het Fonds, of indirect via de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds, sprake is van hefboomfinanciering en over de risico’s daarvan. Van hefboomfinanciering is sprake als posities worden ingenomen met geleend geld, geleende effecten, of een hefboom als onderdeel van (bepaalde) derivatenposities. Indien gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering vergroot dit de risicopositie van het Fonds en kan uw belegging risicovoller zijn dan wanneer geen gebruik wordt gemaakt van hefboomfinanciering.
De wetgever heeft regels opgesteld om hefboomfinanciering te berekenen en te verantwoorden. De berekening vindt plaats volgens enerzijds de netto methode, officieel genaamd de methode op basis van gedane toezeggingen. En anderzijds vindt de berekening plaats volgens de bruto methode. Ieder jaar zal het Fonds in zijn jaarverslag de uitkomst van deze berekeningen verantwoorden. In het Fonds zelf is de hefboomfinanciering naar verwachting conform bovengenoemde berekeningsmethodieken nihil. In overeenstemming met het beleggingsbeleid is er indirect wel sprake van hefboomfinanciering waar het Fonds aan kan blootstaan door de belegging in het Achmea IM Beleggingsfonds.
Uitgangspunt is dat in het Fonds geen sprake is van hefboomfinanciering als gevolg van geleend geld of geleende effecten. Een eventuele debetstand (‘overdraft’), tot 10% van de waarde van de activa van het Fonds, wordt alleen gebruikt voor het opvangen van een tijdelijk liquiditeitentekort. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door afwikkeling van reguliere transacties in het portefeuillemanagement, of als gevolg van toe- en uittredingen. Deze debetstand vormt geen hefboomfinanciering. Uitgangspunt is verder dat derivaten gebruikt worden voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer. Het gebruik maken van derivaten is ter ondersteuning van het beleggingsbeleid van het Fonds. Het niveau van hefboomfinanciering op basis van de netto methode (methode van gedane toezeggingen, zoals beschreven in de AIFMD-richtlijn) is voor het Fonds gemaximeerd op 150%.
2.3. Benchmarkverordening
Op 1 januari 2018 is de Verordening (EU) 2016/1011 van het Europees Parlement betreffende het gebruik van indices als benchmarks voor beleggingen van toepassing (de “Benchmarkverordening”). Conform de Benchmarkverordening heeft Achmea IM een plan opgesteld, waarin aangegeven is welke maatregelen Achmea IM neemt als een benchmark materieel van samenstelling wijzigt, niet langer wordt aangeboden of als de beheerder van de benchmark niet meer is geregistreerd bij European Securities Markets Authority (ESMA). Meer informatie over de betreffende procedures is beschikbaar op verzoek. De benchmark van dit Fonds is een benchmark in de zin van de Benchmarkverordening en de beheerder van deze benchmark geregistreerd bij de ESMA.
3. Risico’s
Bij beleggen loopt u risico’s. Uw belegging kan in waarde stijgen. Maar dat is niet zeker. Uw belegging kan ook in waarde dalen. U kunt dus minder terugkrijgen dan u heeft ingelegd. Of erger nog, u kunt uw inleg zelfs helemaal kwijtraken. De waardeontwikkeling van de belegging is namelijk afhankelijk van fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten waarin direct of indirect middels de Achmea IM Beleggingsfondsen of beleggingsfondsen van derden door het Fonds wordt belegd. Deze fluctuaties in prijzen van individuele financiële instrumenten zijn het gevolg van ontwikkelingen op de kapitaal-, effecten-, valuta- en goederenmarkten. De koers en de waarde van de beleggingen van het Fonds worden door deze fluctuaties beïnvloed met als gevolg dat de (intrinsieke) waarde (in euro) van het Fonds kan dalen. Er wordt in volgorde van relevantie aangegeven welke risico’s het meest van toepassing zijn op het Fonds. Dit gebeurt van groot naar klein. Het grootste risico wordt als eerste vermeld en het kleinste risico als laatste. De risico’s worden met hulp van het ‘kans maal impactmodel’ beoordeeld. Dit betekent dat per risico wordt bekeken hoe groot de kans is dat het risico ten aanzien van de beleggingen optreedt en wat dit betekent voor de koers van het Fonds. Regelmatig wordt getoetst of de beheersmaatregelen nog voldoen of aangepast moeten worden. In de jaarrekening leest u welke beheersmaatregelen zijn genomen, welke maatregelen veranderd zijn en wat de gevolgen zijn.
Elk risico wordt kort toegelicht:
Marktrisico
Dit is het risico dat door marktschommelingen uw beleggingen in waarde dalen. Marktschommelingen zijn onder andere bewegingen in rentestanden, valutakoersen en aandelenkoersen. Er zijn verschillende oorzaken voor deze schommelingen. Zo kan er sprake zijn van politieke, macro-economische of monetaire ontwikkelingen. Ook ontwikkelingen in een sector, regio of bedrijf kunnen zorgen voor
marktschommelingen. Marktrisico hoort bij beleggen en de mate waarin is afhankelijk van de beleggingscategorie waarin wordt belegd. Zo is onder normale omstandigheden het marktrisico van aandelen groter dan van obligaties.
Renterisico
Renterisico is de gevoeligheid van de marktwaarde van een belegging voor een verandering in de rente. Bij beleggingen in vastrentende waarden (bijvoorbeeld obligaties en liquiditeiten) speelt renterisico een grote rol. Stijgt de rente, dan daalt de koers van de vastrentende waarde. Langlopende vastrentende waarden hebben normaal gesproken een groter renterisico dan kortlopende vastrentende waarden.
Kredietrisico
Dit is het risico dat de kredietwaardigheid van een tegenpartij verslechtert. Een tegenpartij kan bijvoorbeeld een land of een bedrijf zijn. Een verslechtering van de kredietwaardigheid houdt in dat de kans toeneemt dat een tegenpartij niet voldoet aan de betalingsverplichtingen op vastrentende waarden. Dit leidt tot een verlies op de belegging. In het uiterste geval kan dit betekenen dat de belegging geen waarde meer heeft.
Concentratierisico
Het risico dat in verhouding veel van het fondsvermogen belegd wordt in een bepaalde risicofactor wordt concentratierisico genoemd. Met risicofactor wordt bijvoorbeeld een land, sector of bedrijf bedoeld. Als er een groot gedeelte van het vermogen belegd wordt in één risicofactor, wordt een Fonds zeer gevoelig voor specifieke gebeurtenissen of specifiek slecht nieuws. Hierdoor kan het fondsrendement lager worden.
Spreiding kan het concentratierisico verkleinen. Hiermee wordt zo veel mogelijk voorkomen dat bijvoorbeeld een faillissement van een bedrijf of problemen in een bepaald land een te grote invloed heeft op het rendement van het Fonds.
Inflatierisico
Inflatie is een stijging van het algemene prijspeil. De koopkracht van het belegde geld neemt hierdoor af. Bij een stijging van de inflatie bestaat de kans dat er met het opgebouwde vermogen in de Fondsen in de praktijk minder producten en diensten kunnen worden afgenomen dan voorheen het geval was of waar vooraf op gerekend was.
Duurzaamheidsrisico
Een duurzaamheidsrisico is een gebeurtenis of omstandigheid op ecologisch (milieu), sociaal (maatschappelijk) of governance gebied die, indien ze zich voordoet, en materieel en negatief effect op de waarde van de belegging kan veroorzaken.
Portefeuillerisico
Dit is het risico dat het rendement van het Fonds afwijkt van de benchmark. Hoe groot dit risico is hangt af van het beleggingsbeleid van het Fonds.
Liquiditeitsrisico
Er is een risico dat beleggingen, waarin het Fonds belegt, moeilijk zijn te kopen of te verkopen. Of niet tegen
een acceptabele prijs zijn te kopen of verkopen. Het is zelfs mogelijk dat een belegging helemaal niet meer gekocht of verkocht kan worden. In het hoofdstuk “Risicomanagement Achmea IM” in het Basis Prospectus is uitgelegd hoe het liquiditeitsrisico wordt beheerst. Een slechte liquiditeit van beleggingen kan er voor zorgen dat de waarde van het Fonds daalt.
Fiscaal risico
Gedurende het bestaan van het Fonds bestaat de mogelijkheid dat de fiscale wet- of regelgeving of de jurisprudentie in ongunstige zin verandert waardoor er meer belasting drukt op de beleggingsportefeuille van het Fonds of de Achmea IM Beleggingsfondsen of waardoor het rendement negatief wordt beïnvloed. Ook bestaat de kans dat de aanpassing in de wet of wetsinterpretatie al dan niet met terugwerkende kracht wordt doorgevoerd. Het is daardoor mogelijk dat additionele belastingen verschuldigd worden, inclusief eventuele bronheffingen met betrekking tot betaalbaar gestelde dividenden of rente.
Afwikkelingsrisico
Dit is het risico dat een afwikkeling via het betalingsverkeer niet plaatsvindt zoals verwacht. Dit kan komen omdat bij de verkoop van beleggingen de tegenpartij niet of niet op tijd betaalt. Of dat bij de koop van beleggingen de tegenpartij niet of niet op tijd levert. Dit risico is voor het Fonds laag. Dit komt omdat bij verkoop van beleggingen de levering tegelijk plaatsvindt met de ontvangst van de opbrengst. En bij het kopen van beleggingen vindt de betaling tegelijk plaats met de ontvangst van de gekochte beleggingen.
Tegenpartijrisico
Bij de beleggingen kan gebruik worden gemaakt van derivatencontracten. Derivatencontracten zijn afgeleide beleggingsinstrumenten. Met derivatencontracten wordt een bepaald marktrisico afgedekt (zoals valutarisico of renterisico) of derivatencontracten worden gebruikt voor de optimalisering van de risico/rendementsverhouding. Derivatencontracten kunnen in twee groepen verdeeld worden: beursgenoteerd en niet-beursgenoteerd. Voor beursgenoteerde derivaten zoals bijvoorbeeld futures is het tegenpartijrisico klein. De beurs is hier namelijk de tegenpartij en niet een individuele marktpartij. Bovendien wordt dagelijks de verandering in waarde afgerekend. Niet-beursgenoteerde derivatencontracten worden afgesloten met banken. Voorbeelden van niet-beursgenoteerde derivaten zijn renteswaps en valuta termijncontracten. De kans bestaat dat een bank niet meer kan voldoen aan de betalingsverplichting die voortkomt uit een derivatencontract. Daarmee is het tegenpartijrisico bij deze derivatencontracten groter dan bij beursgenoteerde contracten.
Derivatentransacties in de Achmea IM Beleggingsfondsen vinden plaats met kwalitatief goede banken als tegenpartijen. De tegenpartijen worden zorgvuldig geselecteerd en periodiek beoordeeld. In beginsel worden transacties gedaan met meerdere tegenpartijen. Zo wordt het risico gespreid.
Onderpandrisico
Als een niet-beursgenoteerd derivatencontract waarde krijgt, wordt daarbij onderpand uitgewisseld met de tegenpartij als zekerheidsstelling. Als een tegenpartij vervolgens in gebreke blijft, dan kan het voorkomen dat er onderpand verkocht moet worden om de schuld te innen. Het onderpand kan daarbij minder opbrengen dan mocht worden verwacht. Als er onderpand bij de tegenpartij ligt, kan het langer duren voordat het onderpand weer kan worden hergebruikt of dat het onderpand helemaal niet terugkomt. Dit kan de waarde van het Fonds beïnvloeden.
Bewaarrisico
De bij wet verplicht gestelde bewaarder van de Achmea IM Beleggingsfondsen, en – indien relevant- de bewaarder van de beleggingsfondsen van derden, bewaart de beleggingen. Een bewaarder kan in de problemen komen door bijvoorbeeld fraude of nalatigheid. Beleggingen kunnen verloren gaan bij een (onder)bewaarnemer. Ook zou de bewaarder failliet verklaard kunnen worden. Deze risico’s zijn beperkt. De bewaarder staat onder toezicht. Ook zijn afspraken vastgelegd over de verantwoordelijkheid en heeft de bewaarder interne controlemaatregelen getroffen en rapporteert hierover.
Risico van sluiting van het Fonds
Er is een risico dat het niet mogelijk is om de units van een Fonds te verkopen door sluiting van het Fonds. Sluiting kan ook tijdelijk of deels plaatsvinden. Dit gebeurt alleen in bijzondere situaties. Bijvoorbeeld als:
• de inkoop niet mag volgens de wet;
• de inkoop niet past in het beleggingsbeleid van het Fonds, het Achmea IM Beleggingsfonds of de beleggingsfondsen van derden;
• de inkoop onevenredig schadelijk is voor de bestaande deelnemers in het Fonds;
• het Fonds onvoldoende geld heeft;
• of de onderliggende beleggingen, beleggingsfondsen van derden of de Achmea IM Beleggingsfondsen zich door dezelfde of soortgelijke redenen moeten beroepen tot gehele of gedeeltelijke -tijdelijke- sluiting.
Wordt het Fonds -tijdelijk- gesloten? Dan neemt Xxxxxx IM maatregelen zodat handel in het Fonds zo snel mogelijk weer kan worden hervat.
4. Duurzaamheidsrisico’s
In het Basisprospectus is uitgelegd wat Achmea IM verstaat onder duurzaamheidsrisico’s en hoe deze risico’s voor het Fonds worden berekend en beoordeeld. De belangrijkste duurzaamheidsrisico’s waaraan de beleggingen van dit Fonds zijn blootgesteld zijn financieel management, financieel kapitaal en beschikbare landbouwgrond en minerale grondstoffen. Bij het beheer van het Fonds houdt Achmea IM rekening met bovengenoemde en andere duurzaamheidsrisico's, door deze in algemene zin te integreren in de beleggingsbeslissingen. Dit doet Achmea IM door het doen van impact beleggen en het toepassen van het uitsluitingsbeleid (zoals beschreven in bijlage A van dit aanvullend prospectus).
De volledige lijst met ESG-risico’s met omschrijving is te vinden op de website met fondsinformatie.
De mogelijke impact van alle duurzaamheidsrisico’s op de (verwachte) waarde van de beleggingen van dit Fonds wordt op basis van de ESG-ratings beoordeeld als gemiddeld.
CCC | B | BB | BBB | A | AA | AAA |
Veel hoger | Hoger | Gemiddeld | Lager | Veel lager |
5. De vermogensbeheerder
De vermogensbeheerder van het Achmea IM Beleggingsfonds is Achmea Investment Management B.V.
6. Dividendpolitiek
Het Fonds keert geen dividend uit. Eventuele door de Achmea IM Beleggingsfondsen ontvangen dividenden van ondernemingen worden herbelegd in het betreffende Achmea IM Beleggingsfonds.
7. Gegevens over kosten en vergoedingen
Kosten
Het totaal van de kosten, de lopende kosten factor (‘lopende kosten’), dat direct danwel indirect ten laste van het Achmea Euro Staatsobligaties fonds wordt gebracht, bedraagt het hieronder vermelde percentage.
De lopende kosten bedragen 0,22% op jaarbasis en bestaan uit:
Kosten van het Fonds | 0,09% |
Kosten van het Achmea IM Beleggingsfonds waarin het Fonds belegt | 0,13% |
Lopende kosten | 0,22% |
De kosten worden op beursdagen bepaald over het vermogen van het Fonds en het Achmea IM Beleggingsfonds. De kosten worden iedere maand achteraf betaald.
Kosten van het Fonds
Voor het beheren van het vermogen van het Fonds worden kosten gemaakt, waarvoor een beheervergoeding uit het Fonds wordt onttrokken. Deze beheervergoeding wordt dagelijks bepaald over het eigen vermogen van het Fonds. Het Fonds betaalt deze beheervergoeding uit het vermogen van het Fonds.
Welke kosten vallen onder de beheervergoeding?
In het volgende overzicht ziet u welke kosten onder andere worden gemaakt voor het Fonds. Als over deze kosten btw moet worden betaald (voor zover van toepassing), dan vermelden wordt dit erbij vermeld.
a. Kosten voor beheer- en directievoering.
b. Kosten voor uitbesteding van de (financiële) administratie. Achmea IM laat de administratie van de Fondsen uitvoeren door The Bank of New York Mellon SA/NV. Dit houdt onder andere in:
• De intrinsieke waarde berekenen van de Participaties
• Rendementsberekeningen maken.
• Controleren of er belegd wordt volgens het beleggingsbeleid
c. Operationele kosten voor onder andere juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling en het maken van (half)jaarverslagen, prospectussen en factsheets.
d. Kosten van de (externe) accountant voor de controle van de jaarrekening, en voor overige werkzaamheden. De hoogte van deze kosten hangt af van het aantal uren dat de accountant heeft gewerkt. Deze kosten zijn inclusief btw.
e. Overige bedrijfslasten. Deze kosten bestaan vooral uit bankkosten voor het gebruik van bankrekeningen.
Kosten van het Achmea IM Beleggingsfonds waarin het Fonds belegt
Achmea IM maakt kosten voor het beheren van het vermogen. Hiervoor ontvangt Achmea IM een
vergoeding. Deze vergoeding wordt dagelijks bepaald over het eigen vermogen van het Achmea IM Beleggingsfonds en in de intrinsieke waarde van dit Achmea IM Beleggingsfonds verrekend. De vergoeding wordt iedere maand achteraf aan Achmea IM uitbetaald.
Om welke kosten gaat het?
In het volgende overzicht ziet u welke kosten Achmea IM onder andere maakt. Incidentele kosten en uitgaven die redelijkerwijs niet ten laste van Achmea IM dienen te komen worden ten laste gebracht van het Achmea IM Beleggingsfonds. Als Achmea IM over deze kosten btw moet betalen (voor zover van toepassing), dan wordt dit erbij vermeld.
a. Kosten voor beheer- en directievoering .
b. Kosten voor het vermogensbeheer.
De kosten voor vermogensbeheer zijn vrijgesteld van btw.
c. Kosten voor uitbesteding van de (financiële) administratie. Achmea IM laat de administratie van de uitvoeren door The Bank of New York Mellon SA/NV. Dit houdt onder andere in:
• De intrinsieke waarde berekenen van de Participaties
• Rendementsberekeningen maken.
• Controleren of er belegd wordt volgens het beleggingsbeleid .
d. Bewaaractiviteiten door BNY Mellon
Dit zijn de activiteiten die genoemd zijn in hoofdstuk “De bewaarneming van de Achmea IM Beleggingsfondsen” van het Basis Prospectus
e. Operationele kosten voor onder andere juridische zaken, assetmanagement, productontwikkeling en het maken van (half)jaarverslagen en prospectussen
f. Bankkosten voor het gebruik van bankrekeningen. Deze kosten zijn inclusief btw.
g. Kosten van het toezicht door de AFM en DNB.
h. Kosten van de (externe) accountant voor de controle van de jaarrekening en voor overige werkzaamheden. De hoogte van deze kosten hangt af van het aantal uren dat de accountant heeft gewerkt. Deze kosten zijn inclusief btw.
Kosten toe- en uittreding
Kosten veroorzaakt door of verband houdende met toe- en uittreding, als brokerkosten, bankkosten en belastingen, worden door Achmea Pensioen- en Levensverzekeringen voldaan. Spreads tussen bied- en laatprijzen en de eventuele verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie komen ten laste van het Fonds.
Transactie- en interestkosten
Onderstaande kosten zijn niet in de lopende kosten opgenomen, maar worden in rekening gebracht ten laste van het resultaat van het Fonds:
1) Transactiekosten
2) Interestkosten
1) Transactiekosten
De transactiekosten hebben betrekking op het maken van kosten door het Achmea IM Beleggingsfonds bij het aankopen en verkopen van de financiële instrumenten (aandelen, obligaties e.d.). Dit kunnen kosten zijn op het gebied van belastingen, kosten van de (effecten)makelaar,
spreads tussen bied- en laatprijzen en de verandering in de marktprijs als gevolg van de transactie. De hoogte van de transactiekosten is niet met voldoende nauwkeurigheid te bepalen. Dit komt omdat veelal de transactiekosten verwerkt zijn in de (bruto)prijs van het financiële instrument. Daarnaast zijn veranderingen in de marktprijs als gevolg van een transactie moeilijk te voorspellen omdat dit sterk afhankelijk is van het sentiment op de financiële markten. Ook kunnen marktomstandigheden grote invloed hebben op het aantal beleggingstransacties en hiermee op de hoogte van de transactiekosten. De aankoopkosten maken deel uit van de verkrijgingsprijs van de desbetreffende financiële instrumenten en worden indien de waardering plaatsvindt tegen beurswaarde verwerkt in de ongerealiseerde koersresultaten. Verkoopkosten worden verantwoord in het gerealiseerde koersresultaat.
2) Interestkosten
Het al dan niet tijdelijk beleggen in liquiditeiten kan onderdeel zijn van de beleggingsstrategie van het Fonds. De baten en lasten (een lening leidt tot interestkosten voor het Fonds), veroorzaakt door het aanhouden van liquiditeiten, worden ten laste van het resultaat geboekt en worden niet verantwoord in de lopende kosten.
8. Gegevens over het behaalde rendement
Jaarrendementen
Hieronder vindt u overzicht van de jaarrendementen. Het jaarrendement van het Fonds is gebaseerd op de intrinsieke waarde van het Fonds.
Fondsrendement | Benchmarkrendement | |
Jaar 2019 | 6,57% | 6,77% |
Jaar 2020* | 3,08% | 3,01% |
Jaar 2021 | -3,42% | -3,34% |
Jaar 2022 | -18,77% | -18,53% |
Jaar 2023 | 6,24% | 6,47% |
* Vanaf 1 mei 2020 zijn het beleggingsbeleid en de benchmark van het Achmea IM Fonds gewijzigd. De resultaten van het Achmea IM Fonds en de benchmark tot die datum zijn behaald in omstandigheden die niet volledig vergelijkbaar meer zijn.
De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
Vergelijkend overzicht
Hieronder is een vergelijkend overzicht opgenomen beschikbaar van de beleggingen en de baten en lasten van de beleggingen.
Bedragen zijn in € x 1.000 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
Beleggingen | 390.475 | 393.416 | 393.841 | 312.643 | 330.776 |
Saldo van baten en lasten | 24.268 | 12.068 | -13.485 | -73.503 | 19.190 |
9. Gegevens over de waardering
Bij de dagelijkse bepaling van de intrinsieke waarde van het Achmea Euro Staatsobligaties fonds zijn de volgende waarderingsgrondslagen van toepassing.
De waardering van de deelneming in fondsen wordt bepaald door BNY Mellon, conform de door Achmea IM gegeven opdracht.
Directe beleggingen in (beursgenoteerde) aandelen worden gewaardeerd tegen de laatst bekende koers. De overige activa en passiva worden gewaardeerd op nominale waarde. Activa en passiva luidende in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de laatst bekende koers. Baten en lasten in vreemde valuta’s worden omgerekend tegen de transactiekoers.
De waardering van activa en passiva geschiedt naar maatstaven die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden beschouwd.
Het vermogen van het gedeeld door het op de dag van vaststelling uitstaande units in het Achmea Euro Staatsobligaties fonds geeft de intrinsieke waarde van elke unit in het Achmea Euro Staatsobligaties fonds.
10. Jaarrekening
Voor het Achmea Euro Staatsobligaties fonds alsmede voor Achmea IM Euro Government Bond Fund, waarin het Achmea Euro Staatsobligaties fonds participeert, wordt jaarlijks een jaarrekening afgegeven.
11. Koersinformatie
U kunt dagelijks de koers van het Achmea Euro Staatsobligaties fonds vinden op de website van de verzekeraar.
BIJLAGE A
Precontractuele informatieverschaffing voor de financiële producten bedoeld in artikel 8, leden 1, 2 en 2 bis, van Verordening (EU) 2019/2088 en in artikel 6, eerste alinea, van Verordening (EU) 2020/852
Productbenaming: Achmea Euro Staatsobligaties fonds Internationaal
effectenidentificatie- nummer (ISIN):
N.v.t.
Ecologische en/of sociale kenmerken (E/S-kenmerken)
Heeft dit financiële product een duurzame beleggingsdoelstelling?
Ja
Nee
Dit product zal minimaal de volgende
duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling doen: %
Dit product promoot ecologische/sociale (E/S)
kenmerken. Hoewel duurzaam beleggen niet het doel ervan is, zal het een minimum van 2% duurzame beleggingen hebben
in economische activiteiten die volgens
de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam gelden
met een ecologische doelstelling in economische
activiteiten die volgens de EU-taxonomie als ecologisch duurzaam gelden
in economische activiteiten die volgens
de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam gelden
met een ecologische doelstelling in economische
activiteiten die volgens de EU-taxonomie niet als ecologisch duurzaam gelden
met een sociale doelstelling
Dit product zal minimaal de volgende
duurzame beleggingen met een sociale
Dit product promoot E/S-kenmerken, maar zal
niet duurzaam beleggen.
doelstelling doen: %
Duurzame belegging: een belegging in een economische activiteit die bijdraagt aan het behalen van een ecologische of een sociale doelstelling, mits deze belegging geen ernstige afbreuk doet aan ecologische of sociale doelstellingen en de ondernemingen waarin is belegd, praktijken op het gebied van goed bestuur toepassen.
De EU-taxonomie is een classificatie- systeem dat is vastgelegd in Verordening (EU) 2020/852. Het gaat om een lijst van ecologisch duurzame economische activiteiten. Die verordening bevat geen lijst van sociaal duurzame economische activiteiten.
Duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling kunnen wel of niet op de taxonomie zijn afgestemd.
Welke ecologische en/of sociale kenmerken promoot dit financiële product?
Dit financiële product (hierna: Fonds) belegt 1-op-1 door in het ‘Achmea IM Euro Government Bond Fund’. Het Fonds promoot de volgende ecologische en/of sociale kenmerken:
▪ Impact beleggen. Dit Fonds belegt voor 2% in groene obligaties die voldoen aan het
onafhankelijke beoordelingsraamwerk en de definitie van ‘duurzame beleggingen’ volgens de SFDR. G waarvan de opbrengsten uitsluitend gebruikt worden om projecten of activiteiten met een aantoonbaar positief effect op het milieu of klimaat te financieren. De duurzame beleggingen in dit Fonds hebben een duurzaamheidsdoelstelling die hoofdzakelijk toeziet op economische activiteiten die een substantiële bijdrage leveren aan het voorkomen (mitigatie) van
klimaatverandering. Daarnaast wordt er geen significante schade toegebracht aan andere milieudoelstellingen en volgen de ondernemingen waarin belegd wordt internationale richtlijnen voor goed bestuur.
▪ Uitsluitingsbeleid. De volgende investeringen zijn uitgesloten:
- ondernemingen die controversiële wapens produceren;
- ondernemingen die structureel de normen van het VN Global Compact schenden, zoals mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anti-corruptie;
- producenten van tabaksproducten;
- ondernemingen die omzet behalen uit de winning en/of elektriciteitsopwekking van fossiele brandstoffen zoals beschreven in het document ‘Uitgangspunten voor MVB’;
- overheden van landen:
o waar machthebbers op systematische wijze de fundamentele mensenrechten op grove wijze schenden (Sanctiewet 1977 biedt belangrijk handvat hiervoor);
o waar het non-proliferatieverdrag wordt geschonden (Sanctiewet 1977 biedt belangrijk handvat hiervoor);
o met slechte prestaties op het gebied van mensenrechten, arbeidsrechten en corruptie volgens de Freedom in the World index, de ITUC Global Rights index en de Corruption Perception Index;
o bedrijven in die landen waar het uitgesloten land een meerderheidsbelang heeft zoals beschreven in het document ‘Uitgangspunten voor MVB’.
De door dit Fonds gehanteerde benchmark wordt gebruikt voor performancevergelijking en is niet afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het Fonds promoot.
Duurzaamheids- indicatoren meten hoe de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot, worden verwezenlijkt.
Met welke duurzaamheidsindicatoren wordt de verwezenlijking van elk van de door dit financiële product gepromote ecologische of sociale kenmerken gemeten?
Om te meten of dit Fonds voldoet aan de ecologische of sociale kenmerken, wordt gebruik gemaakt van de volgende duurzaamheidsindicatoren:
▪ Percentage green bonds. Achmea IM gebruikt haar eigen onafhankelijke raamwerk om te beoordelen of groene obligaties voldoen aan de definitie van ‘duurzame beleggingen’ volgens de SFDR en de kwaliteits-en duurzaamheidscriteria van Achmea IM. Dit raamwerk is gebaseerd op de Green Bond Principles van de International Capital Market Association en de taxonomie van het Climate Bonds Initiative.
▪ Uitsluitingsbeleid. Het percentage beleggingen ten opzichte van de benchmark dat op de lijst van uit te sluiten ondernemingen en/of landen staat ten behoeve van het uitsluitingsbeleid van Achmea IM.
Wat zijn de doelstellingen van de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen en hoe draagt de duurzame belegging bij tot die doelstellingen?
De doelstelling van de duurzame beleggingen van dit Fonds is:
Mitigatie van klimaatverandering. Het proces om de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot beduidend minder dan 2 °C en de inspanningen voort te zetten om de temperatuurstijging te beperken tot 1,5 °C boven het pre-industriële niveau, zoals vastgelegd in de Overeenkomst van Parijs.
Dit Fonds bevat geen beleggingen met een sociale duurzaamheidsdoelstelling.
Hoe doen de duurzame beleggingen die het financiële product gedeeltelijk beoogt te doen, geen ernstige afbreuk aan ecologisch of sociaal duurzame beleggingsdoelstellingen?
De duurzame beleggingen mogen geen significante schade toebrengen aan ecologische of sociaal duurzame beleggingsdoelstellingen. Dit wordt gewaarborgd door alle potentieel duurzame beleggingen te beoordelen aan de hand van het green bond beoordelingsraamwerk van Achmea IM en de EU-criteria voor ecologisch duurzame beleggingen. Daar bovenop wordt een
screening op controverses uitgevoerd.
Hoe is rekening gehouden met de indicatoren voor ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?
De duurzame beleggingen van dit Fonds hebben als doel een positieve bijdrage te realiseren door middel van impact beleggen in Green Bonds. Achmea IM beoordeelt of de uitgegeven obligaties voldoen aan het Achmea IM Green Bond beoordelingsraamwerk. Daarnaast wordt via het uitsluitings- en engagementbeleid rekening gehouden met de belangrijkste ongunstige effecten, zoals hieronder beschreven wordt.
Hoe zijn de duurzame beleggingen afgestemd op de OESO-richtsnoeren voor multinationale ondernemingen en de leidende beginselen van de VN inzake bedrijfsleven en mensenrechten? Details:
Achmea IM sluit ondernemingen uit die met hun gedrag structureel de normen schenden van de UN Global Compact, OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen en de UN Guiding Principles on Business & Human Rights, zoals mensenrechten, arbeidsnormen, milieu en anti-corruptie.
In de EU-taxonomie is het beginsel ’geen ernstige afbreuk doen’ vastgesteld. Dit houdt in dat op de taxonomie afgestemde beleggingen geen ernstige afbreuk mogen doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie, en dat een en ander vergezeld gaat van specifieke EU-criteria.
Het beginsel ‘geen ernstige afbreuk doen’ is alleen van toepassing op de onderliggende beleggingen van het financiële product die rekening houden met de EU-criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten. De onderliggende beleggingen van het resterende deel van dit financiële product houden geen rekening met de EU- criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten.
Andere duurzame beleggingen mogen evenmin ernstige afbreuk doen aan ecologische of sociale doelstellingen.
Houdt dit financiële product rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren?
Ja, dit Fonds houdt via de MVB-instrumenten (uitsluitingsbeleid, ESG-integratie, impact beleggen en engagement) rekening met de belangrijkste ongunstige effecten op duurzaamheidsfactoren. Deze ongunstige effecten, ook wel PAI-indicatoren genoemd, worden in de tabel hierna toegelicht. Zie ter referentie ook het MVB-halfjaarverslag en het jaarverslag van het Fonds. Voor meer informatie over de MVB-instrumenten verwijzen wij u naar het ‘Uitgangspunten voor MVB’.
Nee
Belangrijkste ongunstige effecten (PAI-indicatoren)
Toelichting Genomen
maatregelen
De belangrijkste ongunstige effecten zijn de belangrijkste negatieve effecten van beleggings- beslissingen op
Blootstelling aan ondernemingen actief in de sector fossiele brandstoffen
Blootstelling aan controversiële wapens (antipersoneelsmijnen, clustermunitie, chemische wapens en biologische wapens)
Uitsluiten van kolen en teerzanden, schalieolie en -gas, arctische olie en- gas met een omzetgrens van >5%
Uitsluiten van producenten van controversiële wapens
Uitsluiten
Uitsluiten
duurzaamheids- factoren die verband houden met ecologische en sociale thema’s en arbeidsomstandig- heden, eerbiediging
Schendingen van de beginselen van het VN Global Compact of van de richtsnoeren voor multinationale ondernemingen van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO)
Uitsluiten van normschenders Uitsluiten, Normatief
engagement
van de
mensenrechten en bestrijding van corruptie en omkoping.
Landen waarin is belegd met schendingen van sociale rechten
Uitsluiten van landen met schendingen van sociale rechten (absoluut aantal en relatief aantal gedeeld door alle landen waarin is belegd), als bedoeld in internationale verdragen en overeenkomsten, beginselen van de Verenigde Naties en, in voorkomend geval, nationaal recht
Uitsluiten
Welke beleggingsstrategie hanteert dit financiële product?
De beleggingsstrategie stuurt beleggings- beslissingen op basis van factoren als beleggings- doelstellingen en risicotolerantie.
Het Fonds belegt actief via het Achmea IM Euro Government Bond Fund minimaal 75% in staatsobligaties uitgegeven door Eurozone landen en kan ook beleggen in overheidsgegarandeerde obligaties en obligaties uitgegeven dooreen supranationale instelling. Door middel van een minimale weging naar groene obligaties ondersteunt het Fonds het duurzaamheidsbeleid van landen binnen de eurozone.
Hierbij wordt rekening gehouden met de ecologische en/of sociale kenmerken. Voor meer informatie over de beleggingsstrategie, zie het hoofdstuk ‘Beleggingsbeleid van het Fonds’ in dit aanvullend prospectus.
Welke bindende elementen van de beleggingsstrategie zijn bij het selecteren van de beleggingen gebruikt om alle ecologische of sociale kenmerken te verwezenlijken die dit financiële product promoot?
Bij de selectie van de beleggingen zijn de volgende bindende elementen gebruikt om aan alle ecologische en sociale kenmerken te voldoen:
▪ Allocatie. Minimale allocatie naar duurzame beleggingen (green bonds).
▪ Uitsluitingsbeleid.
Met welk toegezegd minimumpercentage wordt de ruimte voor in overweging te nemen beleggingen beperkt vóór de toepassing van die beleggingsstrategie?
Er is geen minimumreductie van het beleggingsuniversum toegezegd voor deze beleggingsstrategie. De bindende elementen leiden wel tot een beperking van het beleggingsuniversum, maar deze beperking wordt niet vooraf vastgesteld.
Praktijken op het gebied van goed bestuur omvatten goede management- structuren, betrekkingen met werknemers, personeelsbeloning en naleving van de belastingwetgeving.
Wat is het beleid om praktijken op het gebied van goed bestuur te beoordelen voor de ondernemingen waarin is belegd?
Het Fonds belegt voor een klein gedeelte in bedrijfsobligaties.
De ondernemingen waarin belegd wordt, voldoen aan de praktijken van goed bestuur (‘good governance’). Ondernemingen die zeer slecht presteren op het gebied van goed bestuur worden op voorhand uitgesloten. Daarbij wordt minimaal gekeken naar wettelijke vereisten op het gebied van:
▪ goede managementstructuren;
▪ betrekkingen met werknemers;
▪ beloning van het betrokken personeel;
▪ naleving van de belastingwetgeving.
Hier bovenop wordt, zowel vóór als na het aankopen van beleggingen, het MVB-beleid toegepast. Bij het bepalen of ondernemingen goed presteren op het gebied van goed bestuur, wordt gebruik gemaakt van ESG-data van derden. Mocht een onderneming waarin wordt belegd binnen een vastgestelde periode niet goed presteren, dan wordt deze onderneming alsnog uitgesloten volgens het gestandaardiseerde uitsluitingsproces.
Welke activa-allocatie is er voor dit financiële product gepland?
De activa-allocatie beschrijft het aandeel beleggingen in bepaalde activa.
Minimaal 85% van de beleggingen zal behoren tot de categorie #1 Afgestemd op E/S-kenmerken. Het gaat hier hoofdzakelijk om beleggingen in staatsobligaties van landen binnen de Economische en Monetaire Unie (EMU). Ten minste 2% van deze beleggingen zijn duurzame beleggingen die niet als ecologisch duurzaam zijn aangemerkt in de EU-taxonomie (Categorie #1A). Maximaal 15% van de beleggingen kan in de categorie #2 Overige vallen. Het gaat daarbij om bijvoorbeeld liquide middelen en derivaten. Zie het hoofdstuk ‘Beleggingsbeleid van het Fonds’ voor het volledige beleggingsuniversum.
Op de taxonomie afgestemde
Afgestemd op de taxonomie: 0%
#1A Duurzaam:
>2%
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken:
>85%
Overige ecologisch: 100%
Beleggingen #1B Overige E/S-
kenmerken: <98%
#2 Overige: <15%
Sociaal: 0%
#1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat de beleggingen van het financiële product die worden gebruikt om te
voldoen aan de ecologische of sociale kenmerken die het financiële product promoot.
#2 Overige omvat de overige beleggingen van het financiële product die niet zijn afgestemd op de ecologische of sociale kenmerken en die evenmin als duurzame belegging gelden.
De categorie #1 Afgestemd op E/S-kenmerken omvat:
- De subcategorie # 1A Duurzaam omvat duurzame beleggingen met ecologische of sociale doelstellingen.
- De subcategorie # 1B Overige E/S-kenmerken omvat beleggingen die op de ecologische of sociale kenmerken zijn afgestemd, maar die niet als duurzame belegging gelden.
activiteiten worden uitgedrukt als aandeel van:
- de omzet die het aandeel weergeeft van de opbrengsten uit groene activiteiten van ondernemingen waarin is belegd;
- de kapitaaluitgaven (CapEx) die laten zien welke groene beleggingen worden gedaan door de ondernemingen waarin is belegd, bv. voor een transitie naar een groene economie;
- de operationele uitgaven (OpEx) die groene operationele activiteiten van ondernemingen waarin is belegd weergeven.
Hoe worden met het gebruik van derivaten de ecologische of sociale kenmerken verwezenlijkt die het financiële product promoot?
Het gebruik van derivaten draagt niet bij aan het behalen van de ecologische of sociale kenmerken van dit Fonds. Derivaten ondersteunen het beleggingsbeleid van het Fonds en zorgen voor een doelmatig en effectief portefeuillebeheer.
Om te bepalen of aan de EU-taxonomie wordt voldaan, bevatten de criteria voor fossiel gas emissie- grenswaarden en de omschakeling op hernieuwbare energie of koolstofarme brandstoffen tegen het eind van
In hoeverre zijn duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling minimaal op de EU-taxonomie afgestemd?
Het Fonds verwacht 0% te investeren in duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling afgestemd op de EU-taxonomie.
Ja:
1 Activiteiten in de sectoren fossiel gas en/of kernenergie zullen alleen aan de EU-taxonomie voldoen indien zij bijdragen aan het beperken van klimaatverandering (“klimaatmitigatie”) en geen ernstige afbreuk doen aan de doelstellingen van de EU-taxonomie -zie de toelichting in de linkermarge. De uitgebreide criteria voor economische activiteiten in de sectoren fossiel gas en kernenergie die aan de EU-taxonomie voldoen, zijn vastgelegd in Gedelegeerde Verordening (EU) 2022/1214 van de Commissie.
De twee onderstaande diagrammen geven in groen het minimumpercentage op de EU-taxonomie afgestemde
beleggingen. Er is geen geschikte methode om te bepalen in hoeverre staatsobligaties* op de taxonomie zijn afgestemd. Daarom geeft het eerste diagram de mate van afstemming voor alle beleggingen van het financiële product inclusief staatsobligaties weer, terwijl het tweede diagram alleen voor de beleggingen van het financiële product in andere producten dan staatsobligaties aangeeft in hoeverre die op de taxonomie zijn afgestemd.
1. Afstemming beleggingen op
taxonomie inclusief staatsobligaties*
2. Afstemming beleggingen op
taxonomie exclusief staatsobligaties*
100%
100%
Op taxonomie afgestemd: fossiel gas
Op taxonomie afgestemd: fossiel gas
Op taxonomie afgestemd: kernernergie
Op taxonomie afgestemd: kernernergie
Op taxonomie afgestemd: (geen fossiel gas
& kernenergie)
Niet op taxonomie afgestemd
Op taxonomie afgestemd: (geen fossiel gas
& kernenergie)
Niet op taxonomie afgestemd
*In deze diagrammen omvat ‘staatsobligaties’ alle blootstellingen aan overheden.
2035. Voor kernenergie bevatten de criteria uitgebreide regels inzake veiligheid en afvalbeheer.
Nee
in fossiel gas
in kernenergie
Faciliterende activiteiten maken het rechtstreeks mogelijk dat andere
Wat is het minimumaandeel beleggingen in transitie- en faciliterende activiteiten?
Het Fonds verwacht 0% in transitie- en faciliterende activiteiten te investeren.
activiteiten een substantiële bijdrage leveren aan een ecologische doelstelling.
Transitieactiviteiten zijn activiteiten waarvoor nog geen koolstofarme alternatieven beschikbaar zijn en die onder meer broeikasgasemissie- niveaus hebben die overeenkomen met de beste prestaties.
Wat is het minimumaandeel duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die niet op de EU-taxonomie zijn afgestemd?
zijn duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die geen rekening houden met de criteria voor ecologisch duurzame economische activiteiten in het kader van de EU- taxonomie.
Het Fonds verwacht minimaal 2% te investeren in duurzame beleggingen met een ecologische doelstelling die niet zijn afgestemd op de EU-taxonomie.
Wat is het minimumaandeel sociaal duurzame beleggingen?
Het Fonds verwacht 0% in sociaal duurzame beleggingen te investeren.
Welke beleggingen zijn opgenomen in ‘#2 Overige’? Waarvoor zijn deze bedoeld en bestaan er ecologische of sociale minimumwaarborgen?
Groene obligaties kunnen ook voor het Fonds gekocht worden als deze nog niet met het raamwerk van Achmea IM beoordeeld zijn. Deze obligaties vallen tijdelijk onder #2 Overige. Als deze obligaties na de beoordeling niet aan het beoordelingsraamwerk blijken te voldoen, zullen deze weer verkocht worden. Daarnaast is er ruimte voor liquide middelen in het Fonds. Het streven is om het percentage liquide middelen zo klein mogelijk te houden. De beleggingen zijn bedoeld om de portefeuille efficiënt te beheren of rendement te behalen. Er bestaan geen ecologische of sociale minimumwaarborgen.
Is er een specifieke index als referentiebenchmark aangewezen om te bepalen of dit financiële product is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het promoot?
Referentie- benchmarks zijn indices waarmee wordt gemeten of het financiële product de ecologische of sociale kenmerken
De benchmark van het Fonds is een brede standaard marktindex die gebruikt wordt voor performancevergelijking. De benchmark is niet specifiek aangewezen om te bepalen of het Fonds is afgestemd op de ecologische en/of sociale kenmerken die het promoot.
Hoe wordt de referentiebenchmark doorlopend afgestemd op elk van de ecologische of sociale kenmerken die dit financiële product promoot?
verwezenlijkt die dat product promoot.
Niet van toepassing.
Hoe wordt geborgd dat de beleggingsstrategie doorlopend op de methodologie van de index afgestemd blijft?
Niet van toepassing.
Waarin verschilt de aangewezen index van een relevante brede marktindex?
Niet van toepassing.
Waar is voor de berekening van de aangewezen index de gebruikte methodologie te vinden?
Niet van toepassing.
www