Contract
Addendum ‘Duaal leren’ bij het sectorconvenant 2021 - 2022 afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de Groene sectoren
Tussen de VLAAMSE REGERING,
hierbij vertegenwoordigd door:
- Xxxxxxx Xxxxx Xxxxxxx, De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw,
- De heer Xxx Xxxxx, De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
hierna de “Vlaamse Regering” genoemd,
en de SOCIALE PARTNERS VAN DE GROENE SECTOREN,
met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxxx, Coördinator Sociale Xxxxx Xxxxxxxxxx;
- De xxxx Xxx Xxxxxxxxxxx, Algemeen Verbond van de Belgische Siertelers en Groenvoorzieners;
- De xxxx Xxxx Xxx Xxxxxxxxxxxx, Belgische Federatie Groenvoorzieners;
- De xxxx Xxxxx Xxx Xxxxx, Secretaris Nationale Centrale Landbouwservice;
met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
- De xxxx Xxxxx Xxxxx, Nationaal Secretaris ACV Voeding en Diensten;
- De xxxx Xxxxx Xxxxxxxxxxx, Co-Voorzitter ABVV – FGTB Horval;
- De xxxx Xxxxxxx Xxxxxx, Nationaal Sectoraal Verantwoordelijke ACLVB;
hierna “de sector” genoemd,
Wordt overeengekomen wat volgt:
Verbintenissen van de Vlaamse Regering
Artikel 1. De Vlaamse Regering verbindt er zich toe in het kader van voorliggende overeenkomst tijdens de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2022 een maximale toelage van
196 786 EUR uit te betalen aan EDUplus vzw – ’s Xxxxxxxxxxxx 000 – 9810 Nazareth (ondernemingsnummer BE0852.074.724 - bankrekeningnummer: BE21 7360 0069 2103 – BIC XXXXXXXX ter financiering van acties ter versterking van de werkcomponent van duaal leren.
Artikel 2. De in dit addendum opgenomen engagementen zijn inspanningsverbintenissen en resultaatsverbintenissen. Bij de afrekening wordt de verantwoording van de inspanningen én van de resultaten beoordeeld:
- 80% is inspanningsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde inspanningsverbintenissen
- 20% is resultaatsfinanciering die wordt toegekend op basis van vooraf vastgelegde resultaatsverbintenissen. 20 % van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen behaald zijn. Als een verbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsverbintenissen uitbetaald;
- De storting van de subsidie wordt geregeld via het Ministerieel Besluit houdende toekenning van een projectsubsidie aan EDUplus ter uitvoering van het addendum “Duaal leren” bij het sectorconvenant (2021-2022) afgesloten tussen de Vlaamse Regering en de sociale partners van de Groene sectoren.
Verbintenissen van de sector
Artikel 3. De Groene sectoren verbinden zich ertoe om, vertrekkende van een sectorale visie op de werkcomponent van duaal leren, de sectorale realiteit en de sectorspecifieke uitdagingen en prioriteiten een aantal doelgerichte acties op te zetten ter versterking van de werkcomponent van duaal leren.
De acties geformuleerd in dit addendum hebben betrekking op:
- de kwantiteit van leerwerkplekken voor het secundair onderwijs
- de kwaliteit van leerwerkplekken voor het secundair onderwijs
- het inzetten op het duaal leren in het hoger- en volwassenenonderwijs
Artikel 4. De sector verbindt er zich toe de subsidie uitsluitend aan te wenden ter uitvoering van deze acties.
Artikel 5. Ter verantwoording en ter evaluatie van deze overeenkomst bezorgt de sector ten laatste op 31 januari 2022 een voortgangsrapport en ten laatste op 31 januari 2023 een
eindrapport aan het departement Werk en Sociale Economie. Het voortgangs- en eindrapport omvatten:
- de rapportering over de verschillende initiatieven ter realisering van het actieplan;
- de toetsing van de realisaties van de resultaatsverbintenissen en de doelstellingen vermeld in het addendum ‘duaal leren’;
- de verantwoording van de aanwending van de ontvangen subsidiebedragen (enkel voor het eindrapport).
Het departement Werk en Sociale Economie bezorgt de richtlijnen inzake de rapportering tijdig aan de sector.
Omgevingsanalyse
1. Sector in cijfers en trends
Sinds de start van duaal leren in september 2016 is er door EDUplus vzw een werking opgezet rond Xxxxx Xxxxx, gestuurd en omkaderd door het Sectoraal Partnerschap Groene sectoren. In september 2019 is het Xxxxx Xxxxx definitief ingevoerd in het secundair onderwijs en in de voorbije jaren is er een gestage toename geweest van duale opleidingen in de Groene sectoren.
Voor de werking rond Duaal Leren is het belangrijk om voor ogen te houden dat praktisch alle bedrijven in de Groene sectoren kleine ondernemingen zijn die meestal geen HR-afdeling of personeelsdienst hebben. De dienstverlening van EDUplus vzw is daarop afgestemd. Deze dienstverlening is opgebouwd in de periode dat het Paritair Leercomité het systeem van Xxxxx en Werken / ILW opvolgde en is verder uitgebouwd sinds de opstart van het Duaal Leren (Proefproject Schoolbank op de Werkplek). Elk bedrijf dat een erkenningsaanvraag indient, wordt bezocht: het bezoek heeft als doel om de bedrijfsleider zo goed mogelijk te informeren over duaal leren, de input die verwacht wordt van de bedrijven bij duaal leren, de verplichtingen van een bedrijf bij het afsluiten van een OAO-contract en alle andere relevante informatie over het contract.
Deze werking wordt in de addendumperiode 2021 - 2022 onveranderd verdergezet en uitgebreid. Tot nu was het Sectoraal Partnerschap Groene sectoren verantwoordelijk voor de ondernemingen van PC144 (landbouw) en PC145 (tuinbouw + tuinaanleg & onderhoud). Vanaf september 2020 worden ook de ondernemingen van PC132 (technische land- en tuinbouwwerken) door het Sectoraal Partnerschap Groene sectoren behandeld.
Na 4 jaar werking rond duaal leren, stellen we volgende ontwikkelingen vast:
- het aantal duale opleidingen is vanaf 2016 tot 2020 in het studiegebied land- en tuinbouw toegenomen van 1 opleiding in het proefproject SodW tot 8 opleidingen. Met deze 8 opleidingen kunnen bijna alle relevante arbeidsmarktgerichte opleidingen in het studiegebied land- en tuinbouw op een duale manier aangeboden worden.
- het aantal scholen uit het studiegebied land- en tuinbouw dat duale opleidingen aanbiedt is vanaf 2016 tot 2020 ook gegroeid en we verwachten dat het aantal in de komende jaren verder zal groeien (zie cijfergegevens hieronder).
- het volgen van de mentoropleiding is een verplichting voor nieuwe mentoren (sinds 1/9/2019).
- in 2021 vervallen de eerste erkenningen (duurtijd van een erkenning is 5 jaar en de eerste erkenningen dateren van september 2016) en deze moeten vernieuwd worden in de komende addendumperiode.
EDUplus neemt deel aan de vergaderingen van de klankbordgroep sectoren en aan andere eventuele vergaderingen / infomomenten die ingericht worden ter ondersteuning van het Duaal Leren. Op die manier worden de laatste ontwikkelingen en aanpassingen van nabij opgevolgd.
Het Sectoraal Partnerschap Groene Sectoren is opgestart op 29 november 2016 en neemt alle bevoegdheden uit het decreet OAO op.
Cijfergegevens erkende ondernemingen (gebaseerd op beslissingsdatum) Werkjaar 2016 (vanaf 1/9/2016): 82 erkende bedrijven
Werkjaar 2017: 254 erkende bedrijven
Werkjaar 2018: 224 erkende bedrijven
Werkjaar 2019: 250 erkende bedrijven
Cijfergegevens scholen met goedgekeurde nieuwe programmatieaanvraag duaal leren (18/5/2020)
- voltijds secundair onderwijs BSO 3° graad
o hippisch assistent duaal: 1 school
o dier & milieu duaal: 2 scholen
o plant & milieu duaal: 4 scholen
o groenaanleg & -beheer duaal: 5 scholen
o tuinaanlegger / groenbeheerder (Specialisatiejaar BSO): 9 scholen
- voltijds secundair onderwijs BuSO
o assistent plantaardige productie duaal: 8 scholen
o medewerker groen- en tuinbeheer duaal: 14 scholen
- Syntra
o Hippisch assistent duaal: 4 campussen
Hierbij een overzicht van de reeds aangeboden duale opleidingen (arbeidsmarktgericht) in het studiegebied land- en tuinbouw (naast de niet-duale opleidingen in Leren & Werken):
- dier & milieu duaal
- plant & milieu duaal
- assistent plantaardige productie duaal
- medewerker groen- en tuinbeheer duaal
- groenaanleg en –beheer duaal
- tuinaanlegger / groenbeheerder duaal
- natuurbeheerder duaal (nieuwe opleiding vanaf 1/9/2020)
- hippisch assistent xxxxx (nieuwe opleiding vanaf 1/9/2020)
Daarnaast zijn er in 2020 nog 4 duale standaardtrajecten afgewerkt die geprogrammeerd kunnen worden vanaf 1 september 2021:
- paardenhouder duaal (3° graad BSO)
- productiemedewerker plant duaal (Se-n-Se)
- productiemedewerker dier duaal (Se-n-Se)
- natuur- & groentechnieken duaal (3° graad TSO)
De impact van Covid-19 op de activiteiten in de groene sectoren is niet zo sterk als in sommige andere sectoren. Landbouw, tuinbouw en technische land- en tuinbouwwerken worden beschouwd als essentiële sectoren en de werkzaamheden kunnen (met in achtneming van de maatregelen) verdergezet worden. Gedurende de lockdown van de lente 2020 zijn de bedrijven blijven verder werken. Voor tuinaanleg en –onderhoud is er ook niet direct een verminderde activiteit merkbaar: de bedrijven slagen er in om de activiteiten verder te zetten, ook hier rekening houdend met de veiligheidsvoorschriften. De toekomstige ontwikkelingen worden opgevolgd en in het oog gehouden.
2. Uitdagingen en opportuniteiten duaal leren
• Uitdagingen
- Duaal Leren is nog niet in alle scholen van het studiegebied Land- en Tuinbouw geïmplementeerd en de Groene sectoren wensen dat het aantal duale scholen groeit.
- De Groene sectoren willen er voor zorgen dat elke jongere in Xxxxx Xxxxx een werkplek vindt in het kader van zijn / haar opleiding. Meestal is dit geen probleem, maar voor bepaalde studierichtingen verloopt de zoektocht minder gemakkelijk.
- Bedrijven dienen overtuigd te worden van het nut van Duaal Leren en van de mogelijkheden die het systeem voor hen biedt (indien er geen onmiddellijke aanwerving van een jongere in het vooruitzicht is).
- Mentoren in bedrijven moeten ondersteund worden bij het begeleiden van de jongere met een OAO-contract.
• Opportuniteiten
- Duaal Leren biedt de mogelijkheid aan scholen om nauwer in contact te komen met de bedrijven. Tot nu toe was dit vooral in het kader van stages, maar met Xxxxx Xxxxx is de samenwerking intenser en gebaseerd op een standaardtraject: scholen volgen de opleiding van jongere nauwgezetter op en vullen aan indien delen van de opleiding niet op het bedrijf aangeleerd kunnen worden.
- Bedrijven worden meer vertrouwd met de leercultuur: het opleiden van een jongere maakt de bedrijfsleider meer vertrouwd met het aanleren van competenties en dit kan de leercultuur in het bedrijf ten goede komen.
- Aan de verzuchting van bedrijfsleiders dat er geen (of niet genoeg) vaklui gevonden worden om in de sector te werken, wordt tegemoet gekomen: aan het einde van de duale opleiding(en) hebben jongeren voldoende kennis en ervaring om vlot in een bedrijf ingeschakeld te worden.
Sectoraal actieplan: visie en acties
Visie
De visie van de Groene sectoren over duaal leren zet een lange traditie verder (ILW en PLC) waarbij het opdoen van werkervaring en het aanleren van competenties op een bedrijf als een cruciaal deel van een opleiding gezien wordt. Dit wordt volop gesteund door het Sectoraal Partnerschap van de Groene sectoren.
In het kader van de behandeling van erkenningsaanvragen is er reeds een intersectorale samenwerking (op ad-hoc basis). Verdere, meer structurele intersectorale samenwerking zal in de komende addendumperiode verder onderzocht worden.
1. Kwantiteit van werkplekken in het secundair onderwijs | Actie 1: Samenwerking met scholen ter voorbereiding van het afsluiten van nieuwe OAO contracten Actie 2: Informatie verschaffen over Duaal Leren aan bedrijven van de Groene sectoren. Actie 3: Het behandelen van de hernieuwing van bestaande erkenningen |
2. Kwaliteit van werkplekken in | Erkennen van leerwerkplekken • Actie 1: Bedrijfsbezoek bij nieuwe erkenningsaanvragen |
het secundair onderwijs | • Actie 2: Administratieve ondersteuning van bedrijven bij erkenningsaanvragen (nieuwe of bij hernieuwing) Begeleiden van mentoren • Actie 1: Informeren van mentor over de inhoud van het standaardtraject • Actie 2: Organiseren van de mentoropleiding voor de erkende mentoren Opvolgen en begeleiden van erkende leerwerkplekken • Actie 1: Opvolgen van het verloop van het OAO-contract (bedrijfsbezoek) • Actie 2: Ondersteuning van bedrijven waar een jongere met een OAO-contract een eerste medewerker is. • Actie 3: Opvolgen van meldingen of klachten over het verloop van een OAO-contract. Inzetten op samenwerking/kennisdeling tussen onderwijs- en werkpartners • Actie 1: Netwerk BuSO scholen die duaal leren aanbieden • Actie 2: Deelnemen aan netwerken opleidingsverstrekkers (POV en Katholiek Onderwijs) Opleidingen voor jongeren met een OAO-contract • Actie 1: Deelname van jongeren met een OAO-contract aan het EDUplus opleidingsaanbod |
3. Hoger en volwassenen- onderwijs | Actie 1: Ondersteunen van de voorbereiding van de uitrol van Xxxxx Xxxxx in het Hoger en het Volwassenenonderwijs |
1. Acties met betrekking tot de kwantiteit van werkplekken in het secundair onderwijs
Visie
De meeste bedrijven in de Groene sectoren zijn KMO-bedrijven zonder HR-afdeling zijn. De meeste aanvragen voor erkenning van een bedrijf als leerwerkplek voor een jongere in een duale opleiding, gebeuren als er een concrete vraag is om een jongere met een OAO-contract in dienst te nemen. Als organisatie streven we er naar om in deze gevallen de erkenningen zo vlot en grondig mogelijk te laten verlopen, om de wachttijd tussen erkenningsaanvraag en aanvang van contract te beperken. Dit vergt een constante informatie-uitwisseling met de scholen die Xxxxx Xxxxx aanbieden.
Bij prospectie in de Groene sectoren (zie sectorconvenant) wordt het Duaal Leren altijd meegenomen in de gesprekken om de interesse van de bedrijfsleiders hiervoor te wekken. Ook via nieuwsbrief en artikels in de vakpers wordt het Duaal Leren aan de bedrijven van de Groene sectoren voorgesteld. Deze opvolgbezoeken kunnen ook kaderen in het hernieuwen van bestaande aanvragen: veel bedrijven zijn immers erkend voor opleidingen die ondertussen vervangen of aangevuld zijn en dan wordt bekeken welke erkenningen vernieuwd moeten worden en of er nieuwe erkenningen nodig / mogelijk zijn.
Acties
Actie 1: Samenwerking met scholen ter voorbereiding van het afsluiten van nieuwe contracten | |
Omschrijving | Informatie-uitwisseling met de scholen: EDUplus staat in nauw contact met de scholen die Duaal Leren aanbieden om zo snel en efficiënt mogelijk erkenningsaanvragen van bedrijven af te werken. De meeste aanvragen die we ontvangen, komen van scholen of bedrijven waarbij er een reële kans is dat er een jongere met een OAO-contract in dienst kan komen. Bedoeling is om de tijdspanne tussen eerste contact en begin van het contract zo kort mogelijk te houden. EDUplus is er ook voorstander van om de erkenningsaanvraag zelf in te vullen en in te brengen in xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx. Er wordt ook naar gestreefd om het Sectoraal Partnerschap onmiddellijk of zo snel mogelijk op de hoogte te brengen van nieuwe aanvragen om een vlotte beslissing te nemen (na akkoord van het SP). Indien scholen vergaderingen voor ondernemingen inrichten over Duaal Leren in het studiegebied Land- en Tuinbouw, zal EDUplus hieraan deelnemen om informatie te verstrekken. EDUplus voert elk jaar een groot aantal prospectiebezoeken uit (cfr sectorconvenant voorstel 2021 – 2022): deze prospectiebezoeken staan altijd in het kader van de volledige werking van EDUplus. Daarbij wordt het duaal leren meegenomen. Er zijn echter geen prospectiebezoeken die enkel gericht zijn op duaal leren. Indien het bezochte bedrijf interesse toont, wordt daar op ingegaan door het verstrekken van de nodige informatie over duaal leren en (eventueel) het indienen en behandelen van een erkenningsaanvraag. Bij deze aanpak wordt er geen onderscheid gemaakt tussen de verschillende groene sectoren. Wanneer een school tekorten van werkplekken signaleert voor Duaal Leren of Leren & Werken, helpt EDUplus de scholen om bedrijven te vinden. Daarbij is een belangrijk element dat de jongere vanuit zijn / haar woonplaats zich naar het bedrijf kan begeven (met de fiets, bromfiets of openbaar vervoer). EDUplus kan de school een overzicht geven van werkgevers in de buurt van de woonplaats van de jongere, die al dan niet erkend zijn. We hebben echter geen databank van zelfstandigen zonder personeel: deze bedrijven zijn ook een belangrijke bron van leerwerkplekken. Voor hen is het dan een eerste werknemer (in opleiding). |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De scholen die duale opleidingen en opleidingen in Leren & Werken aanbieden – de bedrijven van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | EDUplus wil de wettelijk voorziene periode van 14 dagen tussen aanvraag en beslissing over een erkenning zo veel mogelijk respecteren en stemt zijn werking daarop af door goed contact met de scholen en een vlotte afhandeling van de procedure van de erkenningsaanvraag. |
Actie 2: Informatie verschaffen over Duaal Leren aan bedrijven van de Groene sectoren. | |
Omschrijving | Alhoewel de meeste aanvragen komen van bedrijven waarbij er een reële kans is dat er een OAO-jongere in dienst komt, worden de Groene sectoren op de hoogte gehouden via: - Artikels in de publicaties van de vak- en werknemersorganisaties - Nieuwsbrieven aan bedrijven uit het adressenbestand van EDUplus - Tijdens de prospectiebezoeken van de EDUplus sectorconsulenten (zie sectorconvenant) wordt het onderwerp Duaal Leren voorgesteld als aanloop voor een eventuele toekomstige erkenning. - De promotiefilmpjes over Duaal Leren in de Groene sectoren worden via de website van EDUplus en nieuwsbrieven verspreid naar de bedrijven. - EDUplus is aanwezig op informatievergaderingen over Duaal Leren die scholen inrichten voor de bedrijven uit hun netwerk. Dit is voor een aantal bedrijven een eerste kennismaking met Xxxxx Xxxxx. Met bedrijven die geïnteresseerd zijn, worden afspraken gemaakt om de erkenningsaanvraag op te stellen. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De scholen die duale opleidingen en opleidingen in Leren & Werken aanbieden – de bedrijven van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | Bedrijven die een erkenning aanvragen of een bestaande erkenning wensen te vernieuwen en/of uit te breiden, worden gecontacteerd en/of bezocht om hen de nodige informatie te bieden over het duaal leren, de opleidingen, de hernieuwing van de erkenning en de bijkomende mogelijke opleidingen waarvoor het bedrijf een erkenning kan indienen. |
Actie 3: Het behandelen van de vernieuwing van bestaande erkenningen | |
Omschrijving | De eerste erkenningen dateren van september 2016 en zijn dus in 2021 aan hernieuwing toe. Op basis van de informatie uit xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx zullen alle bedrijven gecontacteerd worden, waarvan de erkenning vervalt. Het is zo dat de meeste opleidingen waarvoor er in 2016 een erkenning kon worden aangevraagd, vervangen zijn door of aangevuld met duale opleidingen. Daarnaast is nu ook de mentoropleiding verplicht. |
Voor het hernieuwen van een erkenning zal er in de addendumperiode 2021 & 2022 een bedrijfsbezoek nodig zijn; waarbij de focus zal liggen op de inhoud van de opleidingen en de voorwaarden voor het mentorschap. Bij mentoren die reeds goedgekeurd waren, wordt gepeild naar hun ervaringen met het onthaal en het opleiden van een jongere en met de evaluatie door de mentor aan het einde van een afgelopen contract. Daarnaast blijft de dienstverlening van EDUplus (o.a. het indienen van de erkenning voor het bedrijf en het verschaffen van informatie) ook in het geval van hernieuwing van de erkenning ongewijzigd. | |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven van de groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | Bedrijven die een bestaande erkenning wensen te vernieuwen en/of uit te breiden, worden gecontacteerd en indien nodig bezocht om hen de nodige informatie te bieden over de hernieuwing van de erkenning en de bijkomende mogelijke opleidingen waarvoor het bedrijf een erkenning kan indienen. |
2. Acties met betrekking tot de kwaliteit van werkplekken in het secundair onderwijs
Visie
Elke geïnteresseerd bedrijf of een bedrijf dat zelf een erkenningsaanvraag inbrengt in Werkplekduaal, wordt gecontacteerd en er wordt een bedrijfsbezoek gepland om de bedrijfsleider en / of mentor zo volledig mogelijk in te lichten over Duaal Leren en de verplichtingen / rechten van het bedrijf rond het OAO-contract, maar ook en vooral om na te gaan of de activiteiten van de duale opleiding kunnen aangeboden worden op het bedrijf.
Daarbij wordt als deel van de dienstverlening, de administratie van de erkenningsaanvragen in veel gevallen door EDUplus uitgevoerd.
Tijdens het bedrijfsbezoek wordt altijd het standaardtraject met de bedrijfsleider (in veel gevallen ook de mentor) overlopen: op die manier is het duidelijk welke competenties de jongere moet aanleren tijdens zijn / haar duale opleiding.
Na het afsluiten van het contract wordt er opnieuw overleg gepleegd met het bedrijf (telefonisch of via bedrijfsbezoek) om eventuele problemen of vragen te beantwoorden.
Het opzetten van netwerken van KMO-bedrijven en scholen is niet gemakkelijk omdat de bedrijfsleider meestal ook meewerkt op de werf en dus weinig beschikbaar is.
Om uitwisselingen en kennisdeling tussen scholen te ondersteunen, zijn er door POV en Katholiek Onderwijs ESF-projecten ingediend om scholen voor te bereiden en te ondersteunen bij de implementering van Xxxxx Xxxxx. EDUplus zal hieraan meewerken op het moment dat het Duaal Leren in de Groene sectoren aan bod komt. EDUplus zal echter geen partner zijn in deze ESF- projecten.
EDUplus zal ook deelnemen aan het intersectoraal ESF-project rond kennisdeling tussen bedrijven en scholen rond Duaal Leren. De klemtoon ligt hier op regionale netwerken en de deelname van EDUplus zal beperkt zijn tot de (info)vergaderingen over Duaal Leren in de Groene sectoren en als er scholen van het studiegebied Land- en Tuinbouw aan deelnemen. Ook voor dit project is EDUplus geen ESF-partner.
De ondersteuning van deze ESF-projecten is natuurlijk afhankelijk van de goedkeuring van deze projecten door ESF.
Acties
1. Erkennen van leerwerkplekken
Actie 1: Bedrijfsbezoek bij nieuwe erkenningsaanvragen | |
Omschrijving | Bij nieuwe erkenningen en indien er interesse is van een bedrijf dat een erkenning wil, wordt het volgende ondernomen - Administratieve controle van het bedrijf: activiteiten, sector, website van het bedrijf overlopen, document 596.2 controleren - Telefonisch en/of via e-mail afspraak maken - Bezoek bedrijf met gesprek met de bedrijfsleider en/of mentor. Hierbij dient het volgende aangestipt worden: bij landbouw en tuinbouw (productie) kan het bezoek meestal vlot ingepland worden tijdens de werkdag en op de locatie van het bedrijf. Voor bedrijven uit tuinaanleg en –onderhoud, wordt er vaak afgesproken op de werf tijdens de werkdag of voor / na de werkuren. - Overlopen van het standaardtraject waarvoor er een erkenning aangevraagd wordt - Informatie over het aanwerven van een jongeren met een OAO-contract. Soms gaat het over een eerste aanwerving, waarbij het bedrijf zo goed mogelijk geïnformeerd moet worden over de administratie en verplichtingen hiervoor - Informatie over de mentoropleiding verstrekken - Opmaak van de verklaring op eer |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | EDUplus streeft er naar om elk bedrijf in het kader van een nieuwe erkenningsaanvraag te bezoeken. |
Actie 2: Administratieve ondersteuning van bedrijven bij erkenningsaanvragen (nieuwe of bij hernieuwing) | |
Omschrijving | De meeste bedrijven hebben geen personeelsdienst of administratieve medewerkers. Daarom wil EDUplus de procedure voor de erkenningsaanvraag (nieuw of bij hernieuwing) voor de bedrijven zo eenvoudig mogelijk houden. - Tijdens het bedrijfsbezoek wordt meestal aan het einde de verklaring op eer opgemaakt, waarbij EDUplus daarna de erkenning aanvraagt in xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx. Dit maakt deel uit van de service / ondersteuning aan het bedrijf. Kleine bedrijven hebben niet altijd een administratieve kracht |
- In xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx zijn er veel opleidingen in de Groene sectoren opgenomen en dat leidt soms tot verwarring Bij het invullen van aanvraag bij het bezoek, wordt ineens de correcte opleiding aangevraagd en worden er meestal ook andere relevante opleidingen meegenomen in de aanvraag. | |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | De administratieve last voor de bedrijven bij een erkenningsaanvraag zoveel mogelijk beperken door de hierboven vermelde acties. |
2. Begeleiden van mentoren
Actie 1: Informeren van mentor over de inhoud van het standaardtraject | |
Omschrijving | Om de mentor (dit is in veel gevallen de bedrijfsleider) zo goed mogelijk te informeren over de inhoud van de opleiding, wordt het standaardtraject van de aangevraagde opleiding(en), met hem / haar overlopen tijdens het bedrijfsbezoek. Op die manier is de mentor op de hoogte van de competenties die de jongere met een OAO-contract moet verwerven op het bedrijf en heeft hij / zij al een eerste idee, wat er moet aangeleerd en geëvalueerd worden (aan de hand van de beschrijving van de competenties in het standaardtraject). |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijfsleiders en mentoren van de bedrijven met een erkenningsaanvraag |
Inspanningsverbintenissen | Bij elk bedrijfsbezoek in het kader van een nieuwe erkenning wordt het standaardtraject met bedrijfsleider of mentor overlopen. |
Actie 2: Organiseren van de mentoropleiding voor de erkende mentoren | |
Omschrijving | EDUplus organiseert de mentoropleiding voor mentoren van bedrijven uit de Groene sectoren: - Voor werknemers die mentor zijn: de volledige opleidingskost is ten laste van de sector en de bruto loonkost wordt aan het bedrijf terug betaald door het sociale fonds van het Paritair Comité waartoe het bedrijf behoort. - Voor werkgevers: de opleidingskost is ten laste van het bedrijf - De mentoropleidingen gaan door over geheel Vlaanderen om elke mentor de mogelijkheid te geven deel te nemen en vinden plaats in het najaar of in het vroege voorjaar. Hierbij wordt er rekening gehouden met de periodes van grote drukte in de bedrijven. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De mentoren van de bedrijven – Novare – de sociale fondsen van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | EDUplus organiseert in het najaar en in het vroege voorjaar een reeks mentoropleidingen |
3. Opvolgen en begeleiden van erkende leerwerkplekken
Actie 1: Opvolgen van het verloop van het OAO-contract (bedrijfsbezoek) en in het kader van hernieuwen van een bestaande erkenning. | |
Omschrijving | Bij bedrijven waar er een OAO-contract afgesloten wordt, wordt er naar gestreefd om binnen de 6 maanden na aanvang van het contract een opvolgbezoek af te leggen. - Heeft de mentor al een mentoropleiding gevolgd? Zo niet, wat was de reden? En wanneer is dit gepland? - Hoe verliep het onthaal van de jongere op het bedrijf bij aanvang? Is er meer ondersteuning nodig vanuit de sector hiervoor? Op basis van de feedback van de mentoren, kunnen we kijken welke acties hier eventueel nodig zijn. - om na te gaan hoe de mentor / bedrijfsleider het invoeren van het duaal leren in het bedrijf ervaart - welke de positieve punten en negatieve kanten van het systeem zijn voor het bedrijf - hoe verloopt de evaluatie van de jongere door de mentor? En hoe is de samenwerking met de school in dit verband? - bij bedrijven met een nieuwe erkenning die vanaf 1 september 2020 is goedgekeurd. Belangrijk is om zo snel mogelijk op vragen van de bedrijven te kunnen inspelen. Daarnaast zullen ook alle bedrijven die een hernieuwing van een bestaande erkenning aanvragen, gecontacteerd of bezocht worden. Daar is het nodig om na te gaan - of de opleidingen waarvoor er een erkenning is goedgekeurd, nog relevant zijn voor het bedrijf - of er een erkenning moet opgemaakt worden voor nieuwe opleidingen (die nog niet ingericht werden op het moment van de oorspronkelijke erkenning) - of er eventueel een nieuwe mentor moet aangeduid worden - welke informatie het bedrijf nog nodig heeft bij deze nieuwe aanvraag. De informatie waarover het bedrijf beschikt, zal hoogstwaarschijnlijk niet meer up-to-date zijn, zeker bij bedrijven die al een tijdje geen jongere met een OAO-contract in dienst hebben gehad. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De erkende bedrijven met een OAO-contract, de mentoren die een jongere begeleiden, de bedrijven die een erkenning wensen te vernieuwen. |
Inspanningsverbintenissen | Het aantal opvolgbezoeken bij bedrijven met een OAO-contract en bedrijven die een hernieuwing van de erkenning wensen |
Actie 2: Ondersteuning van bedrijven waar een jongere met een OAO-contract een eerste medewerker is. | |
Omschrijving | Indien een jongere met een OAO-contract de eerste vaste medewerker is in een bedrijf, is het nodig om het bedrijf bij de erkenningsaanvraag de nodige relevante informatie te geven over het aanwerven van een medewerker en de administratieve verplichtingen. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven van de Groene sectoren |
Inspanningsverbintenissen | Bij elk bedrijfsbezoek wordt aandacht besteed aan de verplichtingen van een bedrijf als werkgever van een OAO-jongere |
Actie 3: Opvolgen van meldingen of klachten over het verloop van een OAO- contract. | |
Omschrijving | Niet elk OAO-contract verloopt zonder horten of stoten. De groene sectoren willen dit zo veel mogelijk vermeden wordt. Indien er echter toch problemen zouden ontstaan die de samenwerking tussen bedrijven, scholen en jongeren op de helling zetten, heeft het Sectoraal Partnerschap de mogelijkheid om een eventuele melding of klacht te behandelen. Daarbij wordt onderzocht wat er juist fout gegaan is, wat de oorzaak van het probleem is en er wordt hierover aan het Sectoraal Partnerschap verslag uitgebracht. Op basis van dit verslag, neem het Sectoraal Partnerschap dan de gepaste beslissing. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven van de Groene sectoren – het Sectoraal Partnerschap Groene Sectoren |
Inspanningsverbintenissen | Het behandelen van meldingen en klachten over een problematisch verloop van een OAO-contract, verslag over de melding of klacht aan het Sectoraal Partnerschap. |
4. Inzetten op samenwerking/kennisdeling tussen onderwijs- en werkpartners
Actie 1: Netwerk BuSO scholen die duaal leren aanbieden | |
Omschrijving | Tijdens de voorbereiding van Xxxxx Xxxxx in het BuSO onderwijs waren er regelmatig vergaderingen met alle betrokken scholen onder impuls van EDUplus. Aangezien het aantal scholen is toegenomen en om lange verplaatsingen te vermijden, zullen deze vergaderingen regionaal of online georganiseerd worden. Doel is om zo informatie uit te wisselen tussen de scholen. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De BuSO-scholen die duale opleidingen in het studiegebied Land- en Tuinbouw aanbieden |
Inspanningsverbintenissen | Organisatie van regionale of online vergaderingen met BuSO scholen die duale opleidingen in Land- en Tuinbouw aanbieden. |
Actie 2: Deelname aan netwerken opleidingsverstrekkers | |
Omschrijving | Tot nu toe waren er regelmatig vergaderingen van POV en de scholen van POV die duale richtingen in Land- en Tuinbouw aanbieden waar EDUplus aan deelnam. Dit wordt verdergezet. Dit zal in de toekomst uitgebreid worden d.m.v. een ESF-project: EDUplus engageert zich om aan dit project mee te werken, maar niet als ESF-partner. (ESF oproep 480). Katholiek Onderwijs Vlaanderen heeft een ESF-project ingediend om de implementering van Xxxxx Xxxxx in hun scholen voor te bereiden. EDUplus zal hier aan meewerken voor scholen van het studiegebied Land- en Tuinbouw. EDUplus is echter geen partner in het ESF-project en ontvangt hiervoor geen ESF-financiering. (ESF-oproep 480). Ook hebben we onze medewerking toegezegd aan het intersectoraal ESF-project 9690 (oproep 480) waarbij er regionale netwerken worden opgezet tussen scholen die duaal leren willen voorbereiden / implementeren en de ondersteuning die de sectoren hierbij kunnen bieden. Als er scholen van het studiegebied land- en tuinbouw deelnemen aan het project, zal EDUplus meewerken, maar ook hier gebeurt dit niet als ESF- partner. In de vergaderingen van het Sectoraal Partnerschap zijn Katholiek Onderwijs Vlaanderen, GO! en POV vertegenwoordigd en is er ruimte om de stand van zaken van Xxxxx Xxxxx in het studiegebied Land- en Tuinbouw te bespreken. Naast de hierboven vermelde projecten en de vergaderingen van het Sectoraal Partnerschap, kan er eventueel nog een overkoepelend netwerkt opgestart worden, als daar nood aan is. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | POV en de scholen van POV die duale aanbiedingen in Land- en Tuinbouw aanbieden Katholiek Onderwijs en hun scholen die duaal leren aanbieden of willen organiseren in de toekomst Intersectorale samenwerking met de sectoren die het ESF-project 9690 ingediend hebben |
Inspanningsverbintenissen | Deelname aan bovenvermelde vergaderingen – kalender opgesteld door POV - kalender opgesteld door Katholiek Onderwijs – kalender opgesteld door de sectoren in het ESF-project. 9690. |
5. Opleidingen voor jongeren met een OAO-contract
Actie 1: Deelname van jongeren met een OAO-contract aan het EDUplus opleidingsaanbod | |
Omschrijving | Jongeren met een OAO-contract hebben het statuut van werknemer en kunnen dus logischerwijze deelnemen aan het opleidingsaanbod van EDUplus: - Deelname aan alle opleidingen met uitzondering van VCA en transportgerichte opleidingen - Aanvraag komt steeds van het bedrijf (niet van de school) - Een aanvulling op de opleiding in school en op het bedrijf - Kennismaking van de jongere met het concept ‘levenslang leren’ - Niet mogelijk voor jongeren uit het studiegebied land- en tuinbouw zonder OAO-contract - Niet mogelijk voor de opleidingen in het kader van de fytolicentie P1 / P2 (om met gereglementeerde bestrijdingsmiddelen te werken) - Enkel voor jongeren die een opleiding volgen in land- en tuinbouw, tuinaanleg en –onderhoud, loonwerk. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | De bedrijven die een jongere met een OAO-contract in dienst hebben, de opleidingsverstrekkers van EDUplus |
Inspanningsverbintenissen | Alle bedrijven die een jongere met een OAO-contract in dienst hebben, worden geïnformeerd over de mogelijkheid om de jonger aan de EDUplus opleidingen te laten deelnemen |
3. Acties naar het hoger en volwassenenonderwijs
Visie
De Groene sectoren zijn overtuigd van het nut van Xxxxx Xxxxx in de relevante studierichtingen in het hoger en volwassenenonderwijs. Ook voor deze studierichtingen is werkervaring op bedrijven een cruciaal onderdeel van de opleiding geworden en de Groene sectoren engageren zich om de uitrol mee te helpen voorbereiden, contact te nemen met de opleidingsverstrekkers en om het Duaal Leren in hoger en volwassenenonderwijs kenbaar te maken in de bedrijven.
De sector volgt de beleidsvoorbereiding op en neemt deel aan de eventuele overlegmomenten en klankbordvergaderingen.
Acties
Actie 1: Ondersteunen van de voorbereiding van de uitrol van Xxxxx Xxxxx in het hoger en volwassenenonderwijs | |
Omschrijving | EDUplus was tot halfweg 2020 niet betrokken bij de voorbereiding van de uitrol van het Duaal Leren in het Hoger of het Volwassenenonderwijs. Ook was er geen deelname aan een ESF-project over dit onderwerp. EDUplus engageert zich wel om mee te helpen aan de voorbereidende werkzaamheden van de uitrol van Xxxxx Xxxxx in Hoger en Volwassenenonderwijs (bijv. het vastleggen van de opleidingen die in aanmerking komen voor duaal leren). Hiervoor kunnen er nog geen concrete acties voorgesteld worden. |
Timing | 2021 & 2022 |
Betrokken partners | Het departement Onderwijs, AHOVOKS, de onderwijsverstrekkers |
Inspanningsverbintenissen | Deelname aan de voorbereiding van de uitrol Xxxxx Xxxxx en ondersteunen van de beleidsvoorbereiding |
Rode draden
Intersectorale samenwerking | In het kader van erkenningsaanvragen is er regelmatig contact met andere sectoren indien er voor opleidingen van het studiegebied Land- en Tuinbouw werkervaring in een andere sector wordt aangeboden en vice versa. Er wordt gekeken om mentoren van bedrijven van de Groene sectoren te laten deelnemen aan mentoropleidingen van andere sectoren. De sector neemt ook deel aan de maandelijkse klankbordgroep sectoren. |
Acties als gevolg van de impact van corona (relance toets) | De gevolgen van de Coronacrisis voor Xxxxx Xxxxx in de Groene sectoren is bij het schrijven van dit convenantvoorstel eerder beperkt. Als er een tweede lange besmettingsgolf op ons afkomt, met een eventuele economische recessie, zal dit zeker een invloed hebben op het consumentengedrag en op de activiteit in bijv. tuinaanleg en –onderhoud. Bedrijven uit landbouw, tuinbouw (productie) en loonwerk, zijn essentieel voor o.a. de voedselproductie Ze zijn dan ook niet zo gevoelig aan conjunctuurschommelingen en op dit moment worden voor deze bedrijven geen speciale acties (als gevolg van de impact van corona) opgezet. Bedrijven uit tuinaanleg en –onderhoud zijn iets gevoeliger voor grote conjunctuurschommelingen, maar in de afgelopen periode zijn er weinig signalen geweest over verminderde activiteit bij hen. Werknemers uit de groene sectoren die hun baan verliezen, hebben recht op een sectorspecifiek outplacementtraject. |
Voor jongeren met een OAO-contract die geconfronteerd zouden worden met een stopzetting van hun contract omwille van de coronacrisis, zal in samenwerking met de opleidingsverstrekker gezocht worden naar een gepaste oplossing. De situatie wordt in de komende periode (afhankelijk van de duurtijd van de gezondsheidscrisis) van nabij opgevolgd door contacten (telefonisch) met de bedrijven en de opleidingsverstrekkers. In de Groene sectoren zijn er tussen de sociale partners maatregelen overeengekomen om de verspreiding van Covid-19 in de bedrijven te beteugelen. Deze maatregelen zijn vastgelegd in een cao: - Informatiefiches voor de bedrijven over de toepassing van de maatregelen tijdens de werkzaamheden en voor de huisvesting van seizoensarbeiders - Werkgevers kunnen bij hun werknemers zelf een temperatuurmeting uitvoeren ter controle. - Het is mogelijk om testing op de bedrijven uit te voeren: personen die terugkeren uit een risicogebied moeten getest worden . - Indien nodig worden personen die besmet zijn in quarantaine geplaatst | |
Acties die bijdragen tot het optimaliseren/ vernieuwen van de erkenning | Bij bedrijven die een contract duaal leren afsluiten, wordt er stelselmatig een opvolgbezoek afgelegd om na te gaan hoe het bedrijf duaal leren ervaart, welke vragen of problemen er zijn bij de mentor(en) en om na te gaan hoever de jongere staat in het uitvoeren van de activiteiten die in het standaardtraject vermeld staan. Het is niet de bedoeling om de jongere op te volgen, maar eerder om de ervaring van het Duaal Leren vanuit het standpunt van het bedrijf te bekijken. Dit gebeurde tot nu toe eerder op ad-hoc basis. Deelname aan de netwerken van de onderwijsverstrekkers (in het kader van het studiegebied land- en tuinbouw), is noodzakelijk om als sector te weten hoe de scholen de implementatie en uitvoering van het Duaal Leren ervaren. |
Resultaatsverbintenissen
Resultaatsverbintenis | 2021 | 2022 |
Aantal plaatsbezoeken (per jaar) in het kader van erkenning en opvolging van leerwerkplekken | 360 | 360 |
Aantal telefonische contacten (per jaar) in het kader van erkenning en opvolging van leerwerkplekken | 360 | 360 |
Aantal op te volgen mentoren |
Ook ‘virtuele’ bezoeken kunnen in rekening gebracht worden. Dit zijn online vergaderingen van een 2-tal uur. Deze virtuele bezoeken tellen voor 1/4de werkdag (twee virtuele bezoeken staan dus gelijk aan 1 plaatsbezoek). Tijdens periodes waarin het omwille van wettelijke restricties op het vlak van de pandemie covid-19 crisis niet mogelijk is om fysiek langs te gaan op de werkplek, staat een virtueel bezoek gelijk aan een plaatsbezoek (telt dus 1/2de werkdag).
Noot: schatting houdt geen rekening met eventuele langdurige ongunstige evoluties te wijten aan de gezondheidscrisis van 2020 (COVID – Corona)
Budgetcategorieën
Budgetcategorie 1
Voorstel inschaling: categorie 2 – op basis van 360 plaatsbezoeken per jaar komen we op 180 werkdagen (1 bezoek wordt als 0,5 werkdag beschouwd) en op basis van 360 telefonische contacten (10 telefonische contacten is 1 werkdag) komen op 36 werkdagen – totaal 216 werkdagen per werkingsjaar
Dit voorstel voor inschaling is gebaseerd op het aantal ondernemingen in de Groene sectoren die in de afgelopen jaren (2016 – 2017 -2018 -2019) één of meerdere erkenningen gekregen hebben.
Budgetcategorie 2
Inschaling categorie: 280 mentoren op te volgen (xxxxxx van mentoren bij nieuwe erkenningsaanvragen, mentoren bij hernieuwing van erkenningsaanvragen, mentoren die een jongere in opleiding begeleiden)
Categorie 3 : > 270 mentoren < 540 mentoren
Algemene bepalingen inzake financiering, beëindiging, wijziging, evaluatie, controle en toezicht van de overeenkomst
Financiering
Twintig procent van het in artikel 1 vermelde bedrag wordt uitbetaald in zoverre de resultaatsverbintenissen zijn behaald. Als een resultaatsverbintenis niet wordt behaald, wordt de twintig procent a rato van het aantal behaalde resultaatsindicatoren uitbetaald.
Beëindiging
Het addendum wordt afgesloten voor een periode van 2 jaar. Het addendum kan niet stilzwijgend worden verlengd.
Het addendum eindigt hetzij bij het verstrijken van de looptijd, hetzij bij onderlinge overeenkomst tussen de partijen, hetzij door opzegging. De partijen kunnen op elk moment het addendum opzeggen, mits ze een opzegtermijn van 6 maanden in acht nemen. De kennisgeving van de opzegging gebeurt per aangetekende brief. De opzeggingstermijn begint te lopen vanaf de eerste werkdag na de kennisgeving. Het addendum kan door de Vlaamse Regering worden beëindigd zonder inachtname van een opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding als het algemeen belang dat in buitengewone omstandigheden vereist. Als bij de evaluatie door het departement Werk en Sociale Economie wordt vastgesteld dat de representatieve werkgevers- en werknemersorganisaties op ernstige wijze tekortschieten in de verwezenlijking van de beoogde doelstellingen, kan de Vlaamse Regering het addendum eenzijdig beëindigen zonder opzegtermijn en zonder dat het aanleiding kan geven tot de betaling van een vergoeding.
Evaluatie
Het departement Werk en Sociale Economie voorziet richtlijnen voor de inhoudelijke en financiële rapportage. Bij de opvolgingsmomenten en evaluaties wordt nagegaan of de aangegane verbintenissen ook effectief zijn bereikt.
Controle en toezicht
De sociaalrechtelijke inspecteurs van het departement Werk en Sociale Economie zijn belast met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze overeenkomst.
Opgemaakt in drie originele exemplaren waarvan elke partij een exemplaar ontvangt te Brussel op
Namens de Vlaamse Regering,
De Vlaamse minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale Economie en Landbouw,
Xxxxx XXXXXXX
De Vlaamse minister van Onderwijs, Sport, Dierenwelzijn en Vlaamse Rand,
Xxx XXXXX
Namens de sociale partners van de Groene sectoren, met als vertegenwoordigers voor de werkgevers:
De xxxx Xxxxx XXXXXXXXX, Coördinator Sociale Zaken Boerenbond
De xxxx Xxx XXXXXXXXXXX,
Algemeen Verbond van de Belgische Siertelers en Groenvoorzieners
De xxxx Xxxx XXX XXXXXXXXXXXX, Belgische Federatie Groenvoorzieners
De Xxxx Xxxxx XXX XXXXX, Secretaris Nationale Centrale Landbouwservice
en met als vertegenwoordigers voor de werknemers:
De xxxx Xxxxx XXXXX,
Nationaal Secretaris ACV Voeding en Diensten
De xxxx Xxxxx XXXXXXXXXXX, Co-Voorzitter ABVV – FGTB Horval
De xxxx Xxxxxxx XXXXXX, Nationaal Sectoraal Verantwoordelijke ACLVB