Woonstichting
Woonstichting
Xxxxxx xx Xxx
Xxxxxx Xxxxxx 000
0000 XX Xxxxxxxxx
Xxxxxxx 0000
0000 XX Xxxxxxxxx
020-6214333
xxxx@xxxxxxxxxxx.xx xxx.xxxxxxxxxxx.xx
Huurovereenkomst Riekerhaven
Contractnummer :
Datum :
Jongerenhuurcontract voor specifiek voor jongeren tot 28 jaar bedoelde woonruimte in het tijdelijke complex Startblok Riekerhaven.
Ondergetekenden:
Woonstichting Xxxxxx xx Xxx, statutair gevestigd en kantoor houdend te Amsterdam aan de Hoogte Kadijk 179
hierna te noemen: ‘verhuurder’ EN
,
hierna te noemen 'huurder'
Overwegende dat:
• Verhuurder een tijdelijk wooncomplex van 565 modulaire wooneenheden op de locatie Riekerhaven in Amsterdam mag exploiteren tot uiterlijk 1 juli 2027. Uiterlijk 1 juli 2027 dienen alle 565 wooneenheden leeg en ontruimd door alle huurders te worden opgeleverd zodat deze tijdig van het terrein kunnen worden verwijderd en de grond kan worden opgeleverd aan de gemeente Amsterdam.
• Verhuurder een gedeelte van deze 565 modulaire wooneenheden gebruikt om statushouders
te huisvesten in een bijzondere setting. De statushouders worden in het kader van project Riekerhaven tijdelijk gehuisvest tezamen met jongeren. De bedoeling is een gemeenschap te vormen waardoor integratie sneller zal plaats vinden;
• Huurder weet en accepteert dat Verhuurder in ieder geval zal opzeggen wegens het aflopen
van de tijdelijke omgevingsvergunning en einde van de exploitatie termijn op uiterlijk 1 juli 2027;
• Xxxxxxx begrijpt en accepteert dat hij aan het einde van de huurperiode geen recht heeft op
een verhuiskostenvergoeding en verhuurder aan huurder geen nieuwe woning en/of huurovereenkomst zal aanbieden.
• Door Burgemeester en Wethouders van de gemeente Amsterdam aan verhuurder voor het
tijdelijke complex Riekerhaven en daarmee ook voor de hierna te noemen huurwoning een tijdelijke omgevingsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 2.23a lid 1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht met kenmerk olo 1970103 sectie F nummer 2685, (hierna te noemen: de vergunning). De vergunning is verleend voor het tijdvak beginnend op 18 november 2015 en eindigend op 18 november 2024.
• De gemeente Amsterdam heeft aangegeven dat het tijdvak van de vergunning niet verlengd kan worden. Verhuurder attendeert huurder er uitdrukkelijk op dat zij de huurovereenkomst tussentijds kan opzeggen op grond van artikel 7:274, sub g, BW wegens het aflopen van de tijdelijke vergunning.
• De gemeente heeft aangegeven wel bereid te zijn een nieuwe (semi-permanente) vergunning
af te geven die eindigt op 1 juli 2027. Verhuurder zal huurder de mogelijkheid bieden om binnen het complex Riekerhaven te verhuizen naar een andere modulaire woning. Voor deze woning zal dan een tijdelijke huurovereenkomst worden gesloten op grond van de leegstandswet. Verhuurder behoudt zich het recht voor om indien geen leegstandswet vergunning wordt afgegeven door de gemeente een andere tijdelijke huurovereenkomst met huurder aan te gaan.
• Huurder is zich ervan bewust dat de modulaire woningen slechts tot uiterlijk 1 juli 2027 op het
terrein Riekerhaven mogen blijven staan en dan door verhuurder dienen te worden verwijderd. Indien de huurovereenkomst tussentijds niet wordt opgezegd door verhuurder, dan stemt huurder er mee in dat de huurovereenkomst uiterlijk zal eindigen op 1 juli 2027 en dat hij uiterlijk die datum het gehuurde leeg en ontruimd zal opleveren aan verhuurder.
• Verhuurder in dit complex uitsluitend aan alleenstaande jongeren van onder 28 jaar
woonruimte verhuurt. Verhuurder wil deze jongeren op de
• Amsterdamse woningmarkt een kans geven om tijdelijke woonruimte te huren, waarna zij moeten uitstromen. Daarom draagt het complex woningen dan ook de naam project Startblok Riekerhaven;
• Verhuur alleen mogelijk is aan alleenstaanden omdat de woningen in Startblok Riekerhaven klein zijn en daarmee ongeschikt zijn voor meer dan één persoon. Huurder begrijpt dat de woningen ongeschikt zijn voor samenleving, laat staan voor gezinsvorming en/of gezinshereniging. Gebruik van de woning door meer personen dan huurder zelf is verboden. Huurder begrijpt dat hij boete moet betalen indien hij meer personen dan hij zelf in zijn woning laat wonen, al dan niet tegen betaling en al dan niet met zijn toestemming en/of medeweten. Verhuurder kan bij overtreding ontbinding van de huurovereenkomst dan wel ontruiming van het gehuurde eisen bij de rechter;
• De exploitatie van Startblok Riekerhaven behalve door haar tijdelijkheid ook bijzonder is
omdat Verhuurder inzet op sociaal beheer. Verhuurder wil dat in Startblok Riekerhaven een gemeenschap ontstaat tussen de verschillende huurdersgroepen. Huurders krijgen veel vrijheid om samen een prettige leefomgeving te creëren, waarbij men elkaar inspireert en de verschillende huurdersgroepen elkaar helpen bij integratie;
• Verhuurder voor het slagen van de opbouw van een gemeenschap en het bieden van de
eerste (op)stap in de maatschappij alleen tijdelijk en alleen aan alleenstaande jongeren van onder 28 jaar verhuurt. Het gaat om twee groepen: alleenstaande jongeren van onder 28 jaar en alleenstaande statushouders van onder 28 jaar. Huurder weet dat deze groepen jongeren naast en door elkaar worden gehuisvest in Startblok Riekerhaven en kiest bewust voor het tijdelijke en gemengde wonen;
• Verhuurder op deze manier twee groepen jongeren onder 28 jaar tijdelijk wil huisvesten die moeite hebben om een huurwoning te betrekken, waarbij de eerste groep jongeren moeilijk onderdak vindt
• Verhuurder de opgave heeft om (onder meer) alleenstaande statushouders onder 28 jaar te huisvesten en er een groot tekort aan betaalbare huurwoningen in Amsterdam is. Ook deze groep vindt moeilijk onderdak;
• Huurder begrijpt dat hij een contract aangaat voor maximaal 5 jaar doch uiterlijk tot 1 juli 2027 vanwege de ontmanteling van het gehele complex, na zijn vertrek moet zijn woning vrijkomen voor nieuwe kandidaten uit een van de twee genoemde groepen jongeren of zal de woning worden ontmanteld en verwijderd;
• Xxxxxxx schrijft zich direct na de contract ondertekening in bij WoningNet, voor zover dat nog niet het geval is
• Huurder begrijpt dat hij gedurende de looptijd van het contract actief moet zoeken naar vervolghuisvesting. Huurder begrijpt dat het aanbieden van deze jongerenovereenkomst voor jongeren onder 28 jaar de eerste stap is. Huurder begrijpt ook de noodzaak dat het gehuurde binnen of na afloop van genoemde looptijd weer vrij moet komen voor nieuwe huurders uit een van de twee doelgroepen die zo ook een eerste stap kunnen zetten, mits de einddatum voor 1 juli 2027 ligt
verklaren als volgt te zijn overeengekomen:
Artikel 1. Het gehuurde en duur en beëindiging van de huurovereenkomst
1.1 Verhuurder verhuurt aan huurder die in huur aanneemt de woning gelegen aan de …, inclusief onroerende aanhorigheden en inclusief het medegebruik van de om het complex eventueel gelegen groenstroken, en tuinen die als onroerende aanhorigheid zijn te beschouwen en het medegebruik van eventueel gemeenschappelijke ruimten, hierna te noemen: het gehuurde.
1.2 De overeenkomst gaat in met ingang van … en wordt aangegaan voor bepaalde tijd, te weten een periode van maximaal 5 jaar, en zal uiterlijk eindigen op 1 juli 2027. De huurovereenkomst kan tussentijds worden opgezegd vanwege de aflopende tijdelijke omgevingsvergunning op 18 november 2024. De huurovereenkomst zal in ieder geval eindigen op 1 juli 2027 en kan dan niet worden verlengd.
1.3 Huurder kan de huurovereenkomst tegen ieder tijdstip opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van 1 maand.
Artikel 2. De huurprijs en bijkomende kosten
2.1 De betalingsverplichting van huurder bedraagt per maand € … en bestaat uit:
• de huurprijs voor het enkele gebruik van het gehuurde en
• de vergoeding voor de bijkomende leveringen en diensten (=servicekosten).
2.2 De huurprijs voor het enkele gebruik van het gehuurde bedraagt € … per maand. Indien de Minister belast met de zorg voor de Volkshuisvesting een afwijkende huurprijs vaststelt, treedt die huurprijs met ingang van de daarvoor vastgestelde datum in de plaats van de huurprijs die in deze overeenkomst wordt genoemd.
2.3 De huurprijs kan worden gewijzigd conform de regels neergelegd in het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte.
2.4 Indien het gehuurde zelfstandige woonruimte betreft met een geliberaliseerde huurprijs, dan geldt dat de laatstgeldende huurprijs wordt verhoogd met het inflatiepercentage zoals dat op 1 juli van het jaar waarin de huurprijswijziging plaatsvindt door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) is gepubliceerd. Dit bedrag wordt vermeerderd met een opslag van maximaal 7%;
• de hoogte van de variabele opslag wordt vastgesteld aan de hand van de waarde
van het gehuurde zoals vastgesteld op basis van de Wet waardering onroerende zaken;
• de gewijzigde huurprijs geldt ook indien van de wijziging aan de huurder geen
afzonderlijke mededeling wordt gedaan;
• indien het CBS de bekendmaking van bedoeld prijsindexcijfer staakt of de basis van de berekening daarvan wijzigt, zal een zoveel mogelijk vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd. Indien het CBS haar activiteiten volledig staakt, zal een zoveel mogelijk aangepast of vergelijkbaar indexcijfer worden gehanteerd van de rechtsopvolger van het CBS of een instantie met een vergelijkbare functie.
2.5 Het voorschot op de servicekosten bedraagt bij afsluiting van deze overeenkomst € … per maand. Dit bedrag bestaat deels uit jaarlijkse verrekenbare voorschotten op de werkelijke kosten en voor het overige uit vaste vergoedingen.
2.6 Een overzicht van de door of vanwege verhuurder voor huurder te verzorgen bijkomende leveringen en diensten is als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd.
2.7 Aan bijkomende kosten voor leveringen en diensten worden per jaar de werkelijke kosten en de vaste vergoedingen in rekening gebracht. Indien het gehuurde deel uitmaakt van een complex en de leveringen en diensten tevens betrekking hebben op andere in dit complex gelegen ruimten, stelt verhuurder het naar haar oordeel redelijkerwijs voor rekening van huurder komende aandeel in die kosten vast. verhuurder hoeft daarbij geen rekening te houden met de omstandigheid dat huurder van een of meerdere van deze leveringen en diensten geen gebruik maakt.
2.8 Verhuurder wijzigt zonodig het voorschotbedrag voor de servicekosten met inachtneming van de daarvoor geldende wettelijke bepalingen. In geval van een wijziging van de omvang en/of de aard van de leveringen en diensten ontvangt huurder de berekening die aan de wijziging ten grondslag ligt, dan wel een overzicht van de in het voorafgaande jaar in rekening gebrachte servicekosten.
2.9 Betaling van de verschuldigde huurprijs en servicekosten dient maandelijks bij vooruitbetaling voor de eerste dag van de maand plaats te vinden. Indien er een huurachterstand ontstaat, strekt elke huurbetaling in de eerste plaats tot aflossing van de schuld.
2.10 Huurder stemt er in toe dat de te betalen prijs voor het gehuurde in zijn geheel door verhuurder langs automatische weg via een incassomachtiging wordt geïncasseerd. Vóór ingang van het huurcontract dient deze machtiging in het bezit te zijn van verhuurder. Indien de maandelijkse huurbetalingen op enig moment anders dan door middel van automatische incasso plaatsvinden, is verhuurder gerechtigd hiervoor de redelijke kosten aan huurder in rekening te brengen.
2.11 Verhuurder verstrekt huurder jaarlijks, uiterlijk zes maanden na het verstrijken van een kalenderjaar, een naar soort uitgesplitst overzicht van de in dat kalenderjaar in rekening gebrachte servicekosten, met vermelding van de wijze van berekening daarvan. Indien aan verhuurder kosten in rekening worden gebracht die niet een kalenderjaar betreffen, maar een andere periode van twaalf maanden, die een boekjaar vormt en in het verstreken kalenderjaar eindigt, neemt verhuurder de kosten over die andere periode in het betreffende overzicht op. Bij beëindiging van de huurovereenkomst heeft het overzicht als hiervoor bedoeld betrekking op het tijdvak van het kalenderjaar, dat op het tijdstip van de beëindiging reeds is verstreken.
2.12 Verhuurder biedt huurder op zijn verzoek de gelegenheid, gedurende een maand na het verstrekken van een overzicht, tot inzage van de aan het overzicht ten grondslag liggende boeken en andere zakelijke bescheiden of afschriften daarvan.
2.13 Het verschil tussen het in rekening gebrachte bedrag en het door huurder betaalde voorschot zal, indien het lager is dan het voorschot, met de verschuldigde huurprijs worden verrekend. Indien het bedrag hoger is dan de voorschotbetalingen zal huurder het door hem verschuldigde bedrag binnen een nader door verhuurder aan te geven termijn aan verhuurder terugbetalen.
2.14 Bij het einde van de huurovereenkomst vindt eventuele verrekening als bedoeld onder artikel 2 lid 11 plaats. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat per maand één twaalfde deel van de jaarlijkse servicekosten door huurder zijn gemaakt.
2.15 Ter beperking van de hoogte van de servicekosten is verhuurder gerechtigd in de maanden juni, juli en augustus de collectieve centrale verwarmingsinstallatie buiten gebruik te stellen, maar zal daar in een bepaald pand of complex niet toe overgaan als minimaal 30% van de huurders schriftelijk verzoekt om de collectieve centrale verwarmingsinstallatie gedurende deze maanden in bedrijf te houden.
2.16 Indien verhuurder één of meer van de tot het overeengekomen pakket behorende leveringen en/of diensten wil wijzigen, dan wel het overeengekomen pakket wil uitbreiden of inkrimpen, dan wel de berekeningswijze en/of de hoogte van het voorschotbedrag wil wijzigen, verklaart huurder zich daarmee bij voorbaat akkoord, mits:
• het belang van verhuurder bij de wijziging, uitbreiding of inkrimping zodanig is dat
huurder in redelijkheid, de belangen van beide partijen inaanmerking genomen, zijn toestemming daaraan niet kan onthouden, en
• verhuurder tijdig de huurder en (zo deze er is) de vertegenwoordiging van de
huurders over de wijziging, uitbreiding of inkrimping heeft geïnformeerd en met huurder en de huurdersvertegenwoordiging overleg heeft gevoerd, en
• -de wijziging, uitbreiding of inkrimping van het pakket dan wel van de
berekeningswijze en/of de hoogte van het voorschotbedrag niet wezenlijk afwijkt van hetgeen tussen partijen is overeengekomen.
2.17 Huurder is in ieder geval gebonden aan de wijziging, uitbreiding of inkrimping dan wel de wijziging van de berekeningswijze en/of de hoogte van het voorschotbedrag, indien deze betrekking heeft op leveringen of diensten die slechts aan een aantal huurders gezamenlijk geleverd kunnen worden en tenminste 70% van die huurders daarmee heeft ingestemd. Een huurder die niet met de wijziging, uitbreiding of inkrimping dan wel de wijziging van de berekeningswijze en/of de hoogte van het voorschotbedrag heeft ingestemd, kan binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van verhuurder dat overeenstemming is bereikt met tenminste 70% van de huurders, een beslissing vorderen van de rechter omtrent de redelijkheid van het voorstel. Laat de huurder dit na, dan is hij aan het voorstel van verhuurder gebonden.
2.18 Indien huurder één of meer van de tot het overeengekomen pakket behorende leveringen en/of diensten wil wijzigen, dan wel het overeengekomen pakket leveringen en/of diensten wil wijzigen, uitbreiden of inkrimpen, verklaart verhuurder zich daarmee bij voorbaat akkoord, mits:
• het belang van huurder bij de wijziging of uitbreiding of inkrimping zodanig is dat verhuurder in redelijkheid, de belangen van beide partijen in aanmerking genomen, haar toestemming daaraan niet kan onthouden, en
• de voorgestelde wijziging, uitbreiding of inkrimping uitsluitend complexgewijs of per gedeelte daarvan kan worden gerealiseerd, en
• tenminste 70% van de huurders binnen het complex of betreffende gedeelte daarvan met de voorgestelde wijziging, uitbreiding of inkrimping dan wel de wijziging van de berekeningswijze en/of de hoogte van het voorschotbedrag heeft ingestemd.
2.19 In de gevallen bedoeld in artikel 2 leden 14, 15 en 16 is huurder gehouden aan een eventueel daaruit voortvloeiende verhoging van de kosten en het maandelijkse voorschotbedrag daarop, voor zover die verhoging redelijk en in overeenstemming is met de daarvoor geldende wettelijke regels. De verhoging zal ingaan op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de wijziging of uitbreiding is ingegaan.
Artikel 3. De verplichtingen van verhuurder
3.1 Verhuurder stelt op de overeengekomen datum het gehuurde, behoudens overmacht, ter beschikking aan huurder. verhuurder draagt er zorg voor dat het gehuurde in goede staat van onderhoud verkeert en dat de daarin aanwezige voorzieningen naar behoren functioneren.
3.2 Bij het begin van de huur wordt door verhuurder en huurder gezamenlijk een lijst van bevindingen (opleveringstaat) opgemaakt over de toestand van het gehuurde en de daarin aanwezige voorzieningen. Zowel huurder als verhuurder ontvangen een door beiden ondertekend exemplaar. De opleveringstaat maakt deel uit van de overeenkomst en is als bijlage bij deze overeenkomst gevoegd. Mocht om welke reden dan ook geen opleveringsstaat worden opgemaakt, dan zal huurder alsnog geconstateerde gebreken van
het gehuurde binnen acht dagen na aanvang van de huurperiode schriftelijk aan verhuurder melden, bij gebreke waarvan huurder wordt vermoed het gehuurde in goede staat, onbeschadigd en zonder gebreken te hebben ontvangen.
3.3 verhuurder is gehouden op verlangen van huurder gebreken aan het gehuurde of de daarin aanwezige voorzieningen te verhelpen, tenzij dit onmogelijk is of uitgaven vereist die in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs niet van verhuurder zijn te vergen. De eventueel noodzakelijke werkzaamheden zullen door verhuurder uitsluitend op basis van de standaarduitvoering van het gehuurde worden uitgevoerd.
3.4 Indien verhuurder met het verhelpen van de gebreken als bedoeld in het vorige lid in verzuim is, dan is huurder gerechtigd de noodzakelijke reparatie(s) zelf te (laten) verrichten en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op verhuurder te verhalen, desgewenst door deze in mindering op de huurprijs te brengen. Alvorens huurder overgaat tot het verrichten van de noodzakelijke reparatie(s) informeert hij verhuurder schriftelijk, onder gespecificeerde opgave van de te verrichten werkzaamheden, de daarmee gepaard gaande kosten en van de overlast die de werkzaamheden voor omwonenden met zich (kunnen) brengen.
3.5 De verplichting als bedoeld in lid 3 geldt niet ten aanzien van de kleine herstellingen tot het verrichten waarvan huurder gehouden is noch ten aanzien van gebreken voor het ontstaan waarvan huurder jegens verhuurder aansprakelijk is.
3.6 Indien en voor zover als gevolg van nalatigheid, onachtzaamheid, overbewoning of onjuist gebruik door huurder of derden, die met zijn toestemming gebruik van het gehuurde maken of zich in het gehuurde bevinden, werkzaamheden in of aan het gehuurde noodzakelijk zijn, zijn alle kosten die verband houden met deze werkzaamheden voor rekening van huurder, ongeacht de aard en omvang van de werkzaamheden.
3.7 Behoudens uit hoofde van een verplichting op grond van een wettelijke bepaling en/of eisen van redelijkheid en billijkheid, is verhuurder niet verplicht huurder te waarborgen tegen belemmeringen van feitelijke aard welke huurder door derden worden toegebracht.
3.8 Artikel 7:220 lid 3 BW wordt buiten toepassing verklaard.
Artikel 4. Verplichtingen van de huurder
4.1 Het gehuurde is bestemd om te worden gebruikt als woonruimte door huurder en zijn huishouden. Het is huurder niet toegestaan om het gehuurde een andere bestemming te geven. De huurder is niet bevoegd een eventueel bij de woning behorende schuur, berging, zolder en dergelijke tot woon- en/of verblijfruimte te bestemmen.
4.2 Huurder dient het gehuurde daadwerkelijk, behoorlijk, overeenkomstig de bestemming en zelf als hoofdverblijf te gebruiken. Hij zal daarbij de voorschriften van verhuurder ten aanzien van het gebruik van het gehuurde en de installaties en voorzieningen die zich in het gehuurde bevinden in acht nemen. Gebruik als pied-à-terre en een hoofdverblijf elders is niet toegestaan. Op de huurder rust de bewijslast dat hij/zij onafgebroken hoofdverblijf in de woning heeft behouden. Verder is het huurder verboden de woning te laten bewonen door meer personen dan alleen de huurder zelf. Huurder weet dat hij een kleine woning huurt die ongeschikt is voor permanent gebruik/verblijf van meer dan één persoon. Gebruik van de woning door meer personen dan de huurder zelf is verboden. Indien huurder handelt in strijd met dit verbod verbeurt hij aan verhuurder een direct opeisbare boete van € 50, - per kalenderdag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 1000,-, onverminderd het recht van verhuurder om ontruiming van het gehuurde dan wel ontbinding van de huurovereenkomst te vorderen.
4.3 Huurder zal het gehuurde naar behoren stofferen en meubileren.
4.4 Indien tot het gehuurde een tuin behoort, is huurder gehouden de tuin deugdelijk te gebruiken en te onderhouden. Het is huurder niet toegestaan de tuin, het balkon of het terras te gebruiken voor de opslag van zaken, van welke aard dan ook. Het is huurder evenmin
toegestaan de tuin, het balkon of het terras te gebruiken voor de opslag en/of reparatie van (motor)voertuigen.
4.5 Huurder plaatst geen zaken in of aan de gemeenschappelijke ruimten.
4.6 Huurder biedt zijn huisvuil aan volgens de regels gesteld door of namens de overheid.
4.7 Het is huurder niet toegestaan het gehuurde voor een deel of in zijn geheel onder te verhuren of aan derden in gebruik te geven. Daaronder wordt onder meer ook begrepen het onderverhuren, doorverhuren, in gebruik geven, verhuren van kamers en het verlenen van pension of het doen van afstand van huur. Het in gebruik geven aan derden wordt in de ruimste zin des woords gelijk gesteld aan onderverhuur. Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als woonruimte.
4.8 Ingeval huurder handelt in strijd met het bepaalde in 4.7 verbeurt hij aan verhuurder per kalenderdag dat de overtreding voortduurt indirect een boete, gelijk aan driemaal de op dat moment voor huurder geldende huurprijs per dag met een minimum van €50,- per dagen een maximum van € 5.000, - voor de algehele boete, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie, alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de boete overstijgt. Verder dient huurder alle onrechtmatig verkregen inkomsten door verhuur van de door huurder gehuurde woning of een of meerdere onderdelen hiervan aan verhuurder af te dragen. Verhuurder heeft te allen tijde het recht te onderzoeken of een huurder handelt in strijd met dit artikellid. De huurder moet daaraan zijn medewerking verlenen. De bewijslast dat de huurder onafgebroken hoofdverblijf in de woning heeft behouden rust op de huurder.
4.9 Het is huurder niet toegestaan de uit de huurovereenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen aan een ander af te staan en/of over te dragen, tenzij hij hiervoor de voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder heeft verkregen.
4.10 Indien huurder handelt in strijd met het bepaalde 4.9, verbeurt hij aan verhuurder een direct opeisbare boete, per kalenderdag dat de overtreding voortduurt. De boete is gelijk aan driemaal de op dat moment geldende huurprijs per dag met een minimum van € 50,- per dag en een maximum van € 2.500, - voor de algehele boete, onverminderd het recht van verhuurder om nakoming dan wel ontbinding wegens wanprestatie, alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de boete overstijgt.
4.11 Huurder dient er voor te zorgen dat er voor omwonenden geen overlast, gevaar of hinder ontstaat ten gevolge van gedragingen door huurder, huisgenoten, huisdieren of derden die met zijn goedvinden het gehuurde gebruiken of zich met zijn goedvinden daarin bevinden. Indien verhuurder huurder drie keer tevergeefs schriftelijk heeft gemaand om te stoppen met het veroorzaken van overlast, gevaar of hinder, dan verbeurt huurder aan verhuurder een boete van € 50,- per dag zolang de overlast voortduurt na de laatste schriftelijke aanmaning, met een maximum van € 1.500,- voor de algehele boete.
4.12 Indien huurder gebreken of schade aan het gehuurde ontdekt of derden hem in zijn genot storen of enig recht op het gehuurde beweren, is huurder gehouden daarvan terstond schriftelijke mededeling aan verhuurder te doen, bij gebreke waarvan huurder de door zijn nalatigheid ontstane schade aan verhuurder zal vergoeden.
4.13 Huurder zal zich onthouden van gedragingen die schade veroorzaken aan het gehuurde, de daarin aanwezige installaties en voorzieningen, de gemeenschappelijke ruimten en aan naburige woningen en wooneenheden.
4.14 Huurder is verplicht adequate maatregelen te treffen ter voorkoming van schade aan het gehuurde als gevolg van brand, storm, wateroverlast, vorst en andere calamiteiten, bij gebreke waarvan huurder de door zijn nalatigheid ontstane schade aan verhuurder zal vergoeden.
4.15 Huurder dient te zijn aangesloten op de reguliere energiebronnen. Het is huurder niet toegestaan gebruik te maken van alternatieve energiebronnen,tenzij daartoe vooraf schriftelijke toestemming van de verhuurder is verkregen.
4.16 Huurder onthoudt zich in het gehuurde van het kweken, het produceren en/of verhandelen van hennepplanten en/of van enig andere plant of narcoticum welke voorkomt in de Opiumwet en op de bij deze wet behorende lijsten.
4.17 Bij splitsing in appartementsrechten van het gebouw of complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt is huurder gehouden de voorschriften omtrent het gebruik uit de splitsingsakte en het splitsingsreglement na te leven. Indien een voorschrift tot stand komt dat strijdig is met (een regeling uit) de huurovereenkomst, prevaleert het betreffende voorschrift boven de huurovereenkomst en is huurder jegens verhuurder gehouden tot naleving van het voorschrift.
4.18 Huurder is verplicht om bij de gemeente waarin het gehuurde is gelegen aangifte te doen van het adres van het gehuurde als woonadres. Op verzoek van verhuurder zal huurder daarvan een schriftelijk bewijs overleggen.
4.19 Huurder is verplicht om actief te zoeken naar permanente huisvesting nu hij een woning met een tijdelijke huurovereenkomst huurt.
4.20 Het is niet toegestaan huisdieren te houden in het gehuurde.
Artikel 5. Onderhouds- en reparatieplicht van de huurder
5.1 Voor rekening van huurder komen de kleine herstellingen in, op of aan het gehuurde. Deze werkzaamheden zijn beschreven in een apart overzicht “Onderhoud aan uw kamer/woning” dat als bijlage bij deze overeenkomst is gevoegd.
5.2 Huurder verricht de voor zijn rekening komende werkzaamheden naar de eisen van deugdelijk en goed werk. Huurder neemt daarbij de voorschriften in acht van verhuurder en van de overheid. Worden deze voorschriften niet in acht genomen of worden de werkzaamheden niet of niet vakkundig uitgevoerd, zodanig dat daardoor direct schade aan het gehuurde of aan derden wordt veroorzaakt of dreigt te worden veroorzaakt, is verhuurder gerechtigd de bedoelde werkzaamheden op kosten van huurder alsnog te (laten) uitvoeren, zonder dat daarvoor rechterlijke tussenkomst is vereist. Voorts komen alle overige kosten als gevolg van onvakkundige uitvoering voor rekening van huurder.
Artikel 6. Het aanbrengen van veranderingen en voorzieningen door de huurder
6.1 Huurder is bevoegd de inrichting of gedaante van het gehuurde, waaronder de tuin, het terras of het balkon, te veranderen, zij het met inachtneming van de voorwaarden die zijn neergelegd in deze huurovereenkomst en de brochure “Verbouwen aan uw woning”, die deel uitmaakt van deze overeenkomst (bijlage). Indien het gehuurde als rijks- of gemeentemonument aangemerkt is, dan is te alle tijde voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder nodig voor het aanbrengen van veranderingen.
6.2 Voor veranderingen aan de buitenzijde van het gehuurde (waaronder het plaatsen van een (schotel)antenne) behoeft huurder te allen tijde de voorafgaande schriftelijke toestemming van verhuurder, ook indien het veranderingen betreft die bij het einde van de huurovereenkomst zonder noemenswaardige kosten kunnen worden ongedaan gemaakt en verwijderd.
6.3 Verhuurder kan aan een te verlenen toestemming voorwaarden verbinden, zoals voorwaarden met betrekking tot de te gebruiken materialen, de wijze van uitvoering, het uitvoeren van onderhoud, het sluiten van verzekeringen, de betaling van belastingen, retributies en aansprakelijkheden alsmede voorwaarden betreffende de oplevering bij het einde van de huurovereenkomst.
6.4 Verhuurder zal haar beslissing schriftelijk en, ingeval geen toestemming wordt verleend, onder opgaaf van redenen aan huurder meedelen.
6.5 Veranderingen die huurder heeft aangebracht zonder voorafgaande toestemming van verhuurder (voor zover vereist), dan wel in strijd met de door verhuurder aan haar toestemming gestelde voorwaarden, zullen op eerste aanzegging van verhuurder door huurder ongedaan worden gemaakt. Indien huurder daarmee in gebreke blijft en de aard van de verandering zodanig is dat daardoor schade aan het gehuurde of derden ontstaat of dreigt
te ontstaan, dan wel de verhuurbaarheid en/of de waarde van het gehuurde daardoor wordt geschaad, is verhuurder gerechtigd de noodzakelijke werkzaamheden op kosten van huurder alsnog te (laten) uitvoeren, zonder dat daarvoor rechterlijke tussenkomst is vereist.
Hetzelfde geldt indien huurder veranderingen aanbrengt zonder de voorwaarden, neergelegd in deze huurovereenkomst en de brochure “Verbouwen aan uw woning”, in acht te nemen. De uit het aanbrengen respectievelijk verwijderen van deze veranderingen voortvloeiende schade aan het gehuurde en kosten komen voor rekening van de huurder. Huurder is verplicht verhuurder op eerste verzoek toe te laten in het gehuurde, indien verhuurder dit wenselijk of noodzakelijk acht om geplaatste objecten te verwijderen en/of om schade aan het gehuurde te herstellen.
6.6 Huurder is verplicht tot al het onderhoud en alle reparaties van de door hem aangebrachte veranderingen. Voor gebreken aan de door huurder aangebrachte veranderingen noch voor de daaruit voortvloeiende schade is verhuurder aansprakelijk.
6.7 Huurder is niet verplicht geoorloofde veranderingen bij het einde van de huurovereenkomst ongedaan te maken, indien en voor zover is voldaan aan de voorwaarden neergelegd in deze huurovereenkomst, de eisen van het Bouwbesluit en de algemene voorwaarden neergelegd in de brochure "Verbouwen aan uw Woning" en aan de voorwaarden die verhuurder aan haar toestemming heeft gesteld.
6.8 Verhuurder zal geen onderhoud verrichten, herstellingen uitvoeren aan of voor vervanging zorgen van de in de keuken aangebrachte inbouwapparatuur. Huurder dient de door hem aangebrachte inbouwapparatuur bij het einde van de huurovereenkomst te verwijderen, tenzij de opvolgend huurder heeft aangegeven de apparatuur te willen overnemen en zich akkoord heeft verklaard met het feit dat verhuurder geen onderhoud aan de inbouwapparatuur zal verrichten, noch herstellingen daaraan zal uitvoeren of voor vervanging zal zorgen.
6.9 Het in het vorige lid bepaalde geldt eveneens voor een door huurder in het gehuurde aangebrachte sauna, bubbelbad en jacuzzi.
Artikel 7. Het aanbrengen van veranderingen en voorzieningen door verhuurder
7.1 Wanneer van overheidswege aan verhuurder dwingende voorschriften worden gegeven tot veranderingen, aanpassingen of verbeteringen van het gehuurde afzonderlijk, dan wel van het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt, verklaart huurder deze veranderingen in, op, aan of bij het gehuurde te zullen gedogen. Deze verplichting geldt eveneens indien verhuurder dringende werkzaamheden aan het gehuurde wenst uit te voeren of indien verhuurder krachtens artikel 56 van Boek 5 iets moet toestaan ten behoeven van een naburig erf. verhuurder zal huurder tijdig informeren over de aard en inhoud van de werkzaamheden, de aanvangsdatum en de duur van de werkzaamheden. verhuurder draagt er zorg voor dat de overlast voor huurder als gevolg van de werkzaamheden zoveel mogelijk wordt beperkt. In dringende gevallen is verhuurder gerechtigd, zonodig zonder voorafgaand overleg met huurder, het gehuurde te betreden. Huurder heeft geen aanspraak op vermindering van de huurprijs, op ontbinding van de huurovereenkomst en/of op schadevergoeding.
7.2 Indien verhuurder buiten het geval bedoeld in het vorige lid, het gehuurde, het complex of het gedeelte daarvan, waartoe het gehuurde behoort, wenst te veranderen, aan te passen of te verbeteren, dan zal huurder deze veranderingen, aanpassingen of verbeteringen en de daarmee gemoeide werkzaamheden gedogen, ook indien deze in het gehuurde zelf moeten worden uitgevoerd. Huurder heeft geen aanspraak op vermindering van de huurprijs, op ontbinding van de huurovereenkomst en/of op schadevergoeding.
7.3 Alvorens tot uitvoering van de in het vorige lid bedoelde werkzaamheden over te gaan, doet verhuurder huurder een schriftelijk voorstel waarin de aard en inhoud van de werkzaamheden, de aanvangsdatum van de uitvoering en de duur van de werkzaamheden zijn vermeld. Het voorstel vermeldt voorts de redenen waarom verhuurder de werkzaamheden wenst uit te voeren en de consequenties die de veranderingen zullen hebben voor de
huurprijs en/of de servicekosten. Indien de in lid 2 bedoelde werkzaamheden tien of meer woningen die een bouwkundige eenheid betreft, wordt het voorstel in elk geval vermoed redelijk te zijn indien tenminste 70% van de huurders met het voorstel heeft ingestemd.
7.4 Indien huurder niet instemt met het voorstel als bedoeld in het vorige lid, kan hij, binnen acht weken na de schriftelijke kennisgeving van verhuurder dat 70% of meer van de huurders met het voorstel heeft ingestemd, een beslissing van de rechter vorderen omtrent de redelijkheid van het voorstel, bij gebreke waarvan huurder aan het voorstel van verhuurder is gebonden en hij de daaruit voortvloeiende werkzaamheden zal moeten gedogen.
7.5 De instemming van huurder met een voorstel van verhuurder als bedoeld in dit artikel betekent niet dat verhuurder gehouden is de in het voorstel genoemde werkzaamheden uit te (doen) voeren.
7.6 Voor zover door verhuurder voorzieningen worden getroffen en/of veranderingen worden aangebracht aan het gehuurde resp. aan het complex waarvan het gehuurde deel uitmaakt waardoor het woongerief wordt vermoed te zijn gestegen, is verhuurder gerechtigd de huurprijs te verhogen met een bedrag dat in redelijke verhouding staat tot de door verhuurder bestede kosten van die voorzieningen en/of veranderingen, met dien verstande dat de nieuwe huurprijs niet hoger mag zijn dan die, welke bij toepassing van de terzake geldende wettelijke regelingen, als redelijk is aan te merken. Huurder zal de huurverhoging accepteren en betalen met ingang van de eerste maand volgende op die waarin de voorzieningen en/of veranderingen zijn gereedgekomen.
7.7 De voorgaande leden doen niet af aan de bevoegdheid van verhuurder om de overeenkomst op te zeggen op de grond dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor renovatie, waaronder sloop met vervangende nieuwbouw, voorzover zulks kan worden gebracht onder de wettelijke opzeggingsgronden vermeld in artikel 7:274 BW.
Artikel 8. Toegang tot het gehuurde, gedoogplicht
8.1 verzoek van verhuurder zal huurder door verhuurder aangewezen personen in de gelegenheid stellen het gehuurde te bekijken, hetzij in verband met de controle op eventuele gebreken, hetzij in verband met het uitvoeren van werkzaamheden.
8.2 De in het vorige lid bedoelde bezoeken en werkzaamheden worden, binnen een redelijke termijn, van tevoren aangekondigd. Zij worden uitgevoerd op werkdagen tussen 08.00 en
18.00 uur, dringende gevallen uitgezonderd.
8.3 Huurder is gehouden bezichtigingen van het gehuurde te dulden indien verhuurder voornemens is het gehuurde te verkopen of tegen het einde van de met huurder gesloten huurovereenkomst te verhuren. verhuurder informeert huurder tijdig over het voorgenomen tijdstip van bezichtiging. De bezichtiging zal plaatsvinden op werkdagen tussen 08.00 uur en
18.00 uur. Op eerste schriftelijke verzoek van verhuurder is huurder gehouden de gebruikelijke ‘te koop’ of ‘te huur’ borden aan of bij het gehuurde te gedogen. Indien huurder in strijd handelt met deze verplichtingen dan wel bezichtigingen van het gehuurde verhindert of bemoeilijkt, dan verbeurt huurder aan verhuurder een direct opeisbare boete ten bedrage van €50,- per overtreding dan wel per kalenderdag dat de overtreding voortduurt met een maximum van €1.500,- voor de algehele boete,onverminderd het recht van verhuurder om nakoming van de verplichtingen dan wel ontbinding wegens wanprestatie alsmede schadevergoeding te vorderen voor zover de schade de boete overstijgt.
Artikel 9. Aansprakelijkheid
9.1 De Key is niet aansprakelijk voor schade aan huurder of derden die zich in het gehuurde bevinden of zaken, veroorzaakt door weersomstandigheden, overstromingen, stijging of daling van het grondwaterpeil, natuurrampen, atoomreacties, conflicten, oorlogen, aanslagen en andere calamiteiten.
9.2 Huurder is aansprakelijk voor schade die tijdens de huurtijd aan het gehuurde is ontstaan voor zover die schade het gevolg is van een hem toe te rekenen tekortschieten in het nakomen van een verplichting uit deze overeenkomst en de wet. Alle schade wordt vermoed daardoor te zijn ontstaan. Het gehuurde wordt, echter uitsluitend voor de toepassing van dit artikel, geacht mede te omvatten de leidingen, kabels en buizen die zich bevinden in de grond die bij het gehuurde hoort.
9.3 Huurder is gehouden tot het afsluiten en instandhouden van een adequate inboedelverzekering. Schade die onder de reikwijdte en dekking valt van de door huurder afgesloten verzekering wordt door De Key in beginsel niet vergoed.
9.4 Huurder is aansprakelijk voor alle kosten en schade van De Xxx en huurder zal De Key vrijwaren tegen alle vorderingen van derden veroorzaakt door of verband houdend met door huurder aangebrachte objecten. In ieder geval komen voor rekening van huurder alle door De Key gemaakte en te maken kosten gemoeid met de verwijdering, afvoer en de eventuele opslag van de objecten, evenals alle kosten verband houdend met het herstel in de oorspronkelijke toestand van de buitenzijde van het gehuurde. Schade die onder de reikwijdte en dekking valt van de door huurder afgesloten verzekering dan wel schade die normaliter onder de reikwijdte en dekking valt van een inboedelverzekering wordt in beginsel door De Key niet vergoed.
Artikel 10. Opzeggen van de huurovereenkomst
10.1 Huurder kan de huurovereenkomst alleen opzeggen tegen de eerste dag van de kalendermaand. De opzegging geschiedt bij aangetekende brief of deurwaardersexploot, of door een volledige huuropzegging digitaal op de website van verhuurder in te vullen. Alleen volledig ingevulde huuropzeggingen worden in behandeling genomen.
10.2 De opzeggingstermijn die huurder in acht moet nemen bedraagt één maand.
10.3 Verhuurder hoeft bij afloop van de overeengekomen contractduur van 5 jaar geen huuropzegging te versturen. Het contract eindigt van rechtswege na verloop van de overeengekomen huurtermijn van 5 jaar. Als verhuurder echter de huurovereenkomst wil opzeggen, is de door verhuurder in acht te nemen opzeggingstermijn drie maanden. Deze termijn wordt verlengd met een maand voor ieder jaar dat de huurovereenkomst heeft geduurd met een maximum van vijf maanden.
10.4 Huurder en verhuurder kunnen te allen tijde de overeenkomst met wederzijds goedvinden beëindigen op een door hen daartoe te bepalen datum.
Artikel 11. Het opleveren van het gehuurde door de huurder
11.1 Huurder zal het gehuurde bij het einde van de huurovereenkomst volledig ontruimen en, onder afgifte van alle sleutels en eventuele codekaarten, ter beschikking stellen in dezelfde staat als vermeld in de opleveringsstaat die bij de aanvang van de huurovereenkomst is opgemaakt, behoudens normale slijtage en geoorloofde veranderingen. Bij het ontbreken van een opleveringsstaat zal huurder het gehuurde schoon, onbeschadigd, geheel ontruimd, vrij van rechten en in goede staat ter beschikking stellen, onder afgifte van alle sleutels en eventuele codekaarten.
11.2 Tenminste twee weken voor het einde van de huurovereenkomst zal verhuurder een voorinspectie in het gehuurde uitvoeren. Huurder dient verhuurder daartoe in de gelegenheid te stellen. Van deze voorinspectie zal een rapport opgemaakt worden, waarin zal worden vastgelegd welke onderhouds- en reparatiewerkzaamheden voor het einde van de huurovereenkomst door en ten laste van de huurder verricht moeten worden en welke aangebrachte veranderingen ongedaan gemaakt moeten worden. Dit inspectierapport wordt aan huurder overhandigd.
11.3 Bij het einde van de huurovereenkomst zal er wederom een inspectie plaatsvinden. Het daarvan opgemaakte rapport wordt aan huurder ter hand gesteld. Indien blijkt dat huurder niet
heeft voldaan aan zijn verplichtingen tot herstel, volledige ontruiming en eventuele ongedaanmaking van aangebrachte veranderingen, is verhuurder gerechtigd alle tengevolge daarvan noodzakelijke werkzaamheden en verrichtingen op kosten van huurder uit te (laten) voeren.
11.4 Ten aanzien van veranderingen die tijdens de huurtijd door huurder zijn aangebracht zullen bij het einde van de huur de volgende regels gelden:
• verhuurder kan vorderen dat veranderingen die zonder haar toestemming zijn
aangebracht door huurder ongedaan gemaakt worden;
• verhuurder kan vorderen dat veranderingen die mét haar toestemming zijn aangebracht toch ongedaan gemaakt worden:
1. Indien verhuurder respectievelijk de rechter bij het verlenen van toestemming de voorwaarde heeft gesteld dat deze veranderingen bij het einde van de huur ongedaan moeten worden gemaakt of voorwaarden heeft gesteld waaraan huurder niet of niet behoorlijk heeft voldaan, of
2. indien huurder de voorwaarden neergelegd in de brochure “Verbouwen aan uw woning” niet of niet behoorlijk in acht heeft genomen, of
3. indien huurder niet heeft voldaan aan zijn onderhoudsverplichting zoals die is vastgelegd in de artikelen 5 en 6 van deze overeenkomst.
11.5 Huurder is te allen tijde gerechtigd door hem aangebrachte veranderingen ongedaan te maken, mits zulks gedaan wordt zonder beschadiging van het gehuurde en het gehuurde in een toestand wordt gebracht die redelijkerwijs in overeenstemming met de oorspronkelijke kan worden geacht.
11.6 De na het einde van de huurovereenkomst, de oplevering van het gehuurde of de ontruiming van het gehuurde achtergebleven zaken gelden als door huurder afgestaan. Verhuurder is vrij om naar eigen inzicht over deze zaken te beschikken, zonder enige aansprakelijkheid harerzijds. verhuurder is gerechtigd de zaken op kosten van huurder te verwijderen, te verkopen, te vernietigen of op te slaan, tenzij het verhuurder bekend is dat de opvolgende huurder de zaken heeft overgenomen. verhuurder is niet gehouden de achtergebleven zaken in bewaring te nemen.
Artikel 12. Inspraak en overleg; geschillen
12.1 Op grond van het bepaalde in artikel 18 van het Besluit Beheer Sociale Huursector stelt verhuurder huurder in de gelegenheid zich uit te spreken over onderwerpen van beleid die voor huurders van wezenlijk belang zijn, overeenkomstig de bepalingen van het daarvoor op enig moment geldende Reglement van verhuurder, welk reglement geen deel uitmaakt van deze huurovereenkomst.
12.2 Op grond van het bepaalde in artikel 16 van het Besluit Beheer Sociale Huursector kan huurder klachten en geschillen voorleggen aan een voor dat doel ingestelde Commissie, overeenkomstig de bepalingen van het daarvoor op enig moment geldende Reglement van verhuurder, welk reglement geen deel uitmaakt van deze huurovereenkomst.
12.3 verhuurder xxxxx huurder op diens verzoek de tekst van de Reglementen, genoemd in artikel 12 de leden 1 en 2.
Artikel 13. Niet meer dan één huurder
13.1 De in de huurovereenkomst genoemde woonruimte is bestemd voor één persoon (de huurder).
Artikel 14. Adres, woonplaatskeuze en huisvestingsvergunning
14.1 Verhuurder mag het adres van het gehuurde beschouwen als het enige juiste adres van huurder, zolang huurder haar niet anders heeft bericht. Uitsluitend voor het geval huurder te eniger tijd geen woonplaats zal hebben in het gehuurde en evenmin bekende werkelijke
woonplaats zal hebben in de gemeente waarin het gehuurde is gelegen, kiest huurder voor alles wat de uitvoering van deze overeenkomst betreft woonplaats in het gehuurde.
14.2 Voor het in gebruik nemen en geven van deze woning is op grond van de huisvestingsverordening een huisvestingsvergunning nodig. Hieronder wordt uitgelegd dat de huisvestingsvergunning met ondertekening van deze huurovereenkomst is verleend.
14.3 Huurder machtigt de corporatie om namens huurder die huisvestingsvergunning aan te vragen.
14.4 Gezien de aanvraag en gelet op de Huisvestingswet 2014 en de huisvestingsverordening komt huurder als eerste in aanmerking voor de benodigde huisvestingsvergunning. Er zijn geen redenen bekend waarom de huisvestingsvergunning in dit geval geweigerd moet worden.
14.5 Bij ondertekening van deze huurovereenkomst door verhuurder wordt de huisvestingsvergunning geacht te zijn verleend namens het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waarin de woonruimte waarop deze huurovereenkomst betrekking heeft gelegen is.
14.6 Een belanghebbende kan bezwaar maken tegen dit besluit. Het bezwaarschrift moet binnen zes weken na de dag van bekendmaking van dit besluit ingediend zijn bij het college van burgemeester en wethouders van de desbetreffende gemeente.
14.7 Voor woningen die bij het in gebruik nemen en geven niet onder de Huisvestingswet 2014 en de huisvestingverordening vallen gelden artikel 15.2 tot en met 15.6 niet. Dit betreft onder meer studentenwoningen met campuscontract, tijdelijke verhuringen en woningen verhuurd onder de Leegstandwet.
Artikel 15. Nietigheid
15.1 Indien enige bepaling van deze overeenkomst, om welke reden dan ook, geheel of gedeeltelijk ongeldig is, dan blijft de overeenkomst voor het overige onverminderd van kracht, terwijl partijen voor wat betreft de ongeldige bepaling geacht worden datgene te zijn overeengekomen dat rechtsgeldig de strekking van de ongeldige bepaling het meest nabij komt.
Artikel 16. Persoonsregistratie
16.1 Huurder geeft verhuurder hierbij toestemming om zijn persoonsgegevens en die van zijn partner in een persoonsregistratie op te (doen) nemen en te (doen) verwerken. Verhuurder gebruikt contactgegevens van de huurder voor interne doeleinden en voor klantonderzoeken in opdracht van verhuurder. De gegevens zullen conform de Wet Bescherming Persoonsgegevens worden behandeld. Indien u een geheim telefoonnummer en/of bezwaren heeft dat uw telefoonnummer aan een onderzoeksbureau wordt verstrekt dan kunt u dit doorgeven aan verhuurder.
16.2 Tenzij anders met Xxxxxxx is afgesproken, machtigt Xxxxxxx Verhuurder om de verhuizing van Huurder door te geven aan de Gemeente. Huurder blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat hij juist in-/uitgeschreven staat. Huurder mag andere personen zijn woonadres niet (laten) gebruiken als postadres. Dit wordt opgevat als woonfraude waaraan Verhuurder consequenties verbindt (onderzoek, waarschuwing, een boete van € 50,- per kalenderdag dat de overtreding voortduurt met een maximum van € 500,- of ontbinding van deze huurovereenkomst/ontruiming van het gehuurde.
Artikel 17. Waarborgsom
17.1 Bij ondertekening van deze huurovereenkomst betaalt de Huurder een waarborgsom ter grootte van € 452,00.
17.2 De Verhuurder vergoedt geen rente over de waarborgsom.
17.3 De Verhuurder is bevoegd eventuele vorderingen op de huurder te verrekenen met de waarborgsom.
17.4 Indien Verhuurder vorderingen verrekent met de waarborgsom tijdens de huurperiode dient de huurder de waarborgsom weer aan te vullen tot de betaalde waarborgsom.
17.5 Verhuurder zal de waarborgsom uiterlijk drie (3) maanden na de ontruiming van het gehuurde door huurder terugstorten, tenzij er na verrekening niets dan wel minder dan de betaalde waarborgsom overblijft. In het laatste geval zal Verhuurder het restant van de waarborgsom na verrekening uitkeren.
17.6 Voor toegelaten zorg- en/of maatschappelijke instellingen geldt dit artikel 18 niet.
Artikel 18. Schadevergoeding bij ongeldigheid boeteclausules
18.1 In het geval een rechter een boeteclausule zoals vermeld in de artikelen 1.4, 4.8, 4.10, 4.11,
8.3 en 14.4 van deze huurovereenkomst buiten toepassing verklaart, dan geldt dat verhuurder gerechtigd is om een vergoeding van haar volledige schade te vorderen.
Artikel 19. Sociaal beheermodel Startblok Riekerhaven
19.1 Op het complex waar deze woning of kamer deel van uitmaakt is een sociaal beheermodel van toepassing (zie bijlage). Huurder verklaart zich uitdrukkelijk akkoord met de tekst en inhoud van dit beheermodel, de bij dit model behorende tekst Sociaal Beheermodel Startblok Riekerhaven maakt als zodanig deel uit van deze huurovereenkomst.