Algemene voorwaarden, horende bij de Praktijkovereenkomst
Algemene voorwaarden, horende bij de Praktijkovereenkomst
Graafschap College Doetinchem Geldig per *datum*
Jouw praktijkovereenkomst
Wat is een praktijkovereenkomst?
Een praktijkovereenkomst (POK) is een contract waarin de rechten en plichten van jou, het leerbedrijf en het Graafschap College staan. Een praktijkovereenkomst (POK) bestaat uit twee delen. Een blad met gegevens van jou, jouw opleiding, het leerbedrijf en jouw beroepspraktijkvorming (het bpv-blad) en een deel met algemene voorwaarden waarin de rechten en plichten staan van jou, het leerbedrijf en het Graafschap College.
Voor het begin van de beroepspraktijkvorming moeten jij, het leerbedrijf en het Graafschap College de praktijkovereenkomst ondertekenen. Ook als je jonger bent dan 18 jaar mag je de praktijkovereenkomst ondertekenen als je ouder(s)/verzorger(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) in de onderwijsovereenkomst daar toestemming voor hebben gegeven. Toestemming hebben ze gegeven als ze de onderwijsovereenkomst hebben ondertekend zonder bezwaar te maken tegen artikel 7.4 van de onderwijsovereenkomst. Als je ouder(s)/verzorger(s) of wettelijk vertegenwoordiger(s) geen toestemming hebben gegeven, dan moeten zij de praktijkovereenkomst voor jou ondertekenen.
Elke student sluit met de school een praktijkovereenkomst af. Omdat het een contract is, staan er soms lastige begrippen in.
Xxxx het bpv-blad en deze algemene voorwaarden die erbij horen goed door.
Na de inhoudsopgave en de inleiding (artikel 1), worden moeilijke begrippen toegelicht in artikel 2. Samen met de studentenraad is de tekst zo begrijpelijk mogelijk gemaakt. Wanneer je uitleg wilt van bepaalde woorden of alinea’s dan helpt je studieloopbaanbegeleider je graag.
Inhoud
Artikel 2 Uitleg gebruikte begrippen en afkortingen 3
Artikel 4 Totstandkoming en duur van de overeenkomst 5
Artikel 5 Wijzigingen en aanvullingen van de overeenkomst 5
Artikel 6 Inhoud en inrichting 6
Artikel 7 Inspanningsverplichting leerbedrijf 7
Artikel 8 Inspanningsverplichting Graafschap College 7
Artikel 9 Inspanningsverplichting student 8
Artikel 10 Gedragsregels, veiligheid en verzuim 8
Artikel 11 Financiële verplichtingen 8
Artikel 12 Aansprakelijkheid 9
Artikel 13 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming 9
Artikel 14 Ontbinding overeenkomst 9
Artikel 15 Vervangende praktijkplaats 10
Artikel 16 Gegevensuitwisseling en privacy 10
1.1 De studentenraad van het Graafschap College heeft ingestemd met de praktijkovereenkomst van het Graafschap College.
1.2 Deze overeenkomst wordt gesloten tussen de student, het Graafschap College en het leerbedrijf, in deze overeenkomst ook wel aangeduid als “partijen” en wordt beheerd door het Graafschap College.
1.3 De student is ingeschreven bij het Graafschap College op grond van een onderwijsovereenkomst.
1.4 De organisatie die de beroepspraktijkvorming verzorgt, het leerbedrijf, beschikt op de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomst over een gunstige beoordeling van het Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven (hierna te noemen: “SBB”) voor de kwalificatie waarvoor de student is ingeschreven bedoeld in artikel 7.2.10 van de Wet educatie en beroepsonderwijs (hierna te noemen: “WEB”).
Artikel 2 Uitleg gebruikte begrippen en afkortingen
Bpv-blad | Het bpv-blad (voluit: beroepspraktijkvormingsblad) is een onderdeel van de praktijkovereenkomst. Op het bpv-blad staan de individuele gegevens van de student, zijn opleiding, het leerbedrijf en gegevens (omvang, duur, enzovoort) met betrekking tot de beroepspraktijkvorming. |
Beroepspraktijkvorming | Periode van praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. Studenten doen tijdens hun opleiding gedurende één of meer periodes begeleide praktijkervaring op binnen een leerbedrijf. De beroepspraktijkvorming wordt vaak afgekort tot ‘bpv’ en wordt ook wel ‘stage’ genoemd. |
Keuzedeel | Binnen de gekozen beroepsopleiding, kiest de student één of meer keuzedelen. Deze zijn verbredend, verdiepend of dragen bij aan een betere in- of doorstroom naar een vervolgopleiding of naar een beroep. |
Klachtenregeling | De klachtenregeling van het Graafschap College is een regeling voor behandeling van klachten die zijn ingediend door (o.a.) studenten over bijvoorbeeld het onderwijs, de examens of discriminatie. |
Kwalificatie | De kwalificatie beschrijft aan welke exameneisen de student moet voldoen om zijn diploma te behalen voor het functioneren in een beroep/groep van samenhangende beroepen, vervolgonderwijs en als burger. De kwalificatie is de combinatie van het basis- en profieldeel en staat beschreven in een door de minister van OCW vastgesteld kwalificatiedossier. |
Leerbedrijf | Een leerbedrijf is een organisatie, met een geldige erkenning van de Stichting Beroepsonderwijs Bedrijfsleven. Bij het leerbedrijf krijgt de student het onderwijs in de praktijk van het beroep (de beroepspraktijkvorming). |
Onderwijsovereenkomst | De onderwijsovereenkomst is het contract tussen het Graafschap College en de student waarin de rechten en plichten van beide partijen staan. |
Ontbinding | Ontbinding is de juridische benaming voor een manier van het beëindigen van een overeenkomst. |
Persoonlijk instellings-e- mailadres | Xxxx student krijgt een persoonlijk instellings-e-mailadres. Vanuit het Graafschap College wordt middels dit e-mailadres met de student gecommuniceerd. |
Praktijkbegeleider | De praktijkbegeleider is een medewerker van het Graafschap College die de student begeleidt tijdens de beroepspraktijkvorming. |
Praktijkopleider | De praktijkopleider is de medewerker van het leerbedrijf die verantwoordelijk is voor de opleiding van de student. |
Praktijkovereenkomst | De praktijkovereenkomst (POK) is het contract tussen het Graafschap College, het leerbedrijf en de student. Daarin staan alle rechten en plichten van partijen die voor de beroepspraktijkvorming gelden. |
Praktijkplaats | Een praktijkplaats is een ander woord voor stageplek. Het is een plaats binnen een leerbedrijf, waar de student één of meer periodes begeleide praktijkervaring kan opdoen. |
Privacyreglement studentgegevens | In het privacyreglement studentgegevens staan de afspraken over het verwerken van (persoons)gegevens van de student die onderwijs volgt of heeft gevolgd bij het Graafschap College. |
Schooldag | Een schooldag is een dag waarop onderwijsactiviteiten gepland kunnen worden door het Graafschap College. Het betreffen de doordeweekse dagen met uitzondering van de vakantieperiodes, nationale feestdagen en andere dagen waarop het Graafschap College geen onderwijsactiviteiten verzorgt. Dagen waarop de student geen onderwijs volgt (bijvoorbeeld in verband met de beroepspraktijkvorming), maar het Graafschap College wel onderwijsactiviteiten verzorgt, gelden als schooldagen. |
Student | De student is een persoon die met het Graafschap College een onderwijsovereenkomst heeft afgesloten en op basis van die overeenkomst wordt ingeschreven als student van het Graafschap College. Met de term ‘student’ wordt in deze overeenkomst ook ‘studente’ bedoeld en waar ‘hem/zijn’ staat wordt ook ‘haar/haar’ bedoeld. |
Studentenportaal | Elke student krijgt toegang tot het studentenportaal. Het studentenportaal is een besloten portaal waarop een student van het Graafschap College kan inloggen. Op het studentenportaal staan de studiegids en overige relevante informatie en berichten. |
Studentenraad | De studentenraad is een door het college van bestuur ingesteld wettelijk verplicht medezeggenschapsorgaan. De studentenraad denkt mee over beleid dat gevolgen heeft voor een student aan het Graafschap College. Daarbij heeft de studentenraad soms instemmingsrecht en soms adviesrecht. |
Wettelijk vertegenwoordiger | Een wettelijk vertegenwoordiger is een persoon die namens iemand anders (bijvoorbeeld een minderjarige) handelingen verricht. Doorgaans zijn beide ouders of verzorgers de wettelijk vertegenwoordigers van een minderjarige, maar het kan ook een door de rechtbank benoemd persoon zijn. |
3.1 De praktijkovereenkomst (als bedoeld in artikel 7.2.8 WEB) bevat de algemene voorwaarden, het eerste beroepspraktijkvormingsblad (bpv-blad) en voor zover aan de orde het actuele bpv- blad. De praktijkovereenkomst kan worden aangevuld met bijlagen.1
1 Addendum, begeleidingsbladen, keuzedeelbladen etc.
3.2 In deze overeenkomst staan de algemene rechten en plichten van partijen. Afspraken die specifiek gaan over de door de student te volgen beroepspraktijkvorming, staan in het bpv- blad. Het bpv-blad is een onlosmakelijk onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘beroepspraktijkvorming’ staat, wordt de beroepspraktijkvorming bedoeld zoals vermeld op het bpv-blad.
Artikel 4 Totstandkoming en duur van de overeenkomst
4.1 De praktijkovereenkomst treedt na ondertekening van het eerste bpv-blad in werking en wordt in principe aangegaan voor de duur zoals vermeld op het bpv-blad.
4.2 De overeenkomst kan met wederzijds goedvinden worden verlengd. Dit wordt vastgelegd in een nieuw bpv-blad.
4.3 De praktijkovereenkomst eindigt:
a. op het moment dat de student het afgesproken aantal uren heeft afgerond en de beroepspraktijkvorming met positieve beoordeling heeft voltooid of in het geval van een keuzedeel indien de student het afgesproken aantal uren heeft afgerond en de beroepspraktijkvorming heeft voltooid;
b. door het verstrijken van de geplande einddatum zoals vermeld op het bpv-blad;
c. door het eindigen van de onderwijsovereenkomst tussen de student en het Graafschap College;
d. door onderlinge overeenstemming tussen partijen over de beëindiging;
e. door ontbinding of door verlies van rechtspersoonlijkheid van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de praktijkovereenkomst bedoelde beroep in het genoemde bedrijf uit te oefenen;
f. op het moment dat de erkenning van het leerbedrijf zoals bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB verloopt of wordt ingetrokken;
g. op het moment dat één van de partijen de overeenkomst ontbindt; en
h. bij overlijden van de student.
4.4 Indien mogelijk bevestigen partijen schriftelijk en/of per e-mail de beëindiging van de praktijkovereenkomst.
Artikel 5 Wijzigingen en aanvullingen van de overeenkomst
5.1 De praktijkovereenkomst en meer in het bijzonder, de gegevens zoals opgenomen op het bpv- blad, kunnen gedurende de beroepspraktijkvorming met instemming van partijen worden gewijzigd of aangevuld. Zowel de student als het leerbedrijf kunnen een verzoek tot wijziging van de gegevens op het bpv-blad indienen bij de praktijkbegeleider van het Graafschap College.
5.2 De gegevens op het bpv-blad betreffende de opleiding in het kader waarvan de beroepspraktijkvorming wordt gevolgd, kunnen alleen worden gewijzigd op verzoek van de student indien daar een aanpassing van de onderwijsovereenkomst op verzoek van de student aan is vooraf gegaan.
5.3 Het Graafschap College stuurt het nieuwe bpv-blad zo spoedig mogelijk schriftelijk (op papier of digitaal) aan de student en aan het leerbedrijf. Het nieuwe bpv-blad hoeft niet (opnieuw) door de student en het leerbedrijf te worden ondertekend.
5.4 Indien de gegevens op het nieuwe bpv-blad niet correct zijn, niet in overeenstemming zijn met het verzoek dan wel niet over de vereiste instemming van alle partijen beschikt, kunnen de student en het leerbedrijf dit binnen 10 schooldagen na verzending van het nieuwe bpv-blad aan de praktijkbegeleider van het Graafschap College kenbaar maken. Het Graafschap College zal dan overgaan tot correctie van de betreffende gegevens dan wel tot schrapping van het nieuwe bpv-blad, totdat alsnog instemming van beide partijen wordt verkregen. In de tussentijd blijft de student de beroepspraktijkvorming volgen zoals vermeld op het bpv-blad dat zou worden vervangen met het nieuwe bpv-blad.
5.5 Als de student en/of het leerbedrijf niet binnen de termijn van artikel 5.4 reageren, dan vervangt het nieuwe bpv-blad het vorige bpv-blad.
5.6 In onderling overleg kunnen partijen nadere individuele afspraken maken.2 Deze afspraken worden vastgelegd in een addendum en maken onderdeel uit van de praktijkovereenkomst.
5.7 Het Graafschap College draagt zorg voor het tijdig (jaarlijks) doorvoeren van noodzakelijke wijzigingen en aanvullingen van deze algemene voorwaarden. Noodzakelijke wijzigingen en aanvullingen kunnen voortkomen uit wet- en regelgeving of veranderingen in interne organisatie of regelgeving. Wijzigingen en aanvullingen worden door het college van bestuur vastgesteld en worden van kracht na instemming van de studentenraad. Het Graafschap College stelt de student en het leerbedrijf via een e-mail op de hoogte van de wijzigde algemene voorwaarden.
5.8 De wijzigingen of aanvullingen gelden voor de reeds afgesloten praktijkovereenkomst, tenzij dit niet redelijk en billijk is. In het laatste geval blijven de algemene voorwaarden van kracht, die tijdens het afsluiten van de praktijkovereenkomst geldig waren.
5.9 Op de website van het Graafschap College staan de actuele algemene voorwaarden horende bij de praktijkovereenkomst.
Artikel 6 Inhoud en inrichting
6.1 Uitgangspunt van de beroepspraktijkvorming zijn de voor de opleiding geldende onderwijs- en vormingsdoelen zoals die staan beschreven in de onderwijs- en examenregeling (hierna te
noemen “OER”) van de opleiding. Aan de beroepspraktijkvorming ligt een inhoudelijk plan voor de beroepspraktijkvorming ten grondslag dat in de OER is opgenomen of waarnaar in de OER wordt verwezen. Het dient voor het leerbedrijf helder te zijn welk deel van de kwalificatie de student tijdens zijn beroepspraktijkvorming moet behalen. De OER is te downloaden via het studentenportaal van het Graafschap College. Het leerbedrijf kan de OER opvragen bij de praktijkgeleider van het Graafschap College.
6.2 De activiteiten die door de student in het kader van de praktijkovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
2 Bijvoorbeeld over leerdoelen, de begeleiding en/of de beoordeling van de student.
6.3 De student kan tijdens de beroepspraktijkvorming bij het leerbedrijf een of meer keuzedelen volgen. Voor deze keuzedelen wordt een nieuwe praktijkovereenkomst opgesteld en ondertekend.
6.4 De student, het leerbedrijf en het Graafschap College houden zich aan de aanvullende afspraken die door het Graafschap College met de sector of in de regio gemaakt zijn.
Artikel 7 Inspanningsverplichting leerbedrijf
7.1 Het leerbedrijf stelt de student in staat om de voor de kwalificatie dan wel keuzedeel benodigde kennis en ervaring op te doen zodat de student zijn beroepspraktijkvorming kan behalen. Het leerbedrijf draagt zorg voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de werkvloer.
7.2 Het leerbedrijf maakt het rooster en de locaties tijdig, ruim voor het begin van de praktijkperiode, aan de student bekend. Eventuele wijzigingen van het rooster, locaties dan wel voor de student relevante wijzigingen van organisatorische of inhoudelijke aard maakt het leerbedrijf tijdig aan de student bekend.
7.3 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die is belast met de begeleiding van de student tijdens de beroepspraktijkvorming. De student weet bij aanvang van de beroepspraktijkvorming wie de praktijkopleider is.
7.4 Het leerbedrijf verklaart zich bereid om beoordeling van de beroepspraktijkvorming door een functionaris van het Graafschap College in het leerbedrijf mogelijk te maken.
7.5 De student wordt door het leerbedrijf in staat gesteld om tijdens de beroepspraktijkvorming deel te nemen aan het onderwijs dat door het Graafschap College volgens het geldende rooster wordt aangeboden evenals aan toetsen, examens en vergaderingen van de studentenraad indien de student lid is van de studentenraad. De student en het leerbedrijf regelen dit in onderling overleg en leggen dit vast in het werkrooster.
Artikel 8 Inspanningsverplichting Graafschap College
8.1 Het Graafschap College draagt zorg voor voldoende begeleiding door de praktijkbegeleider. De student weet bij aanvang van de beroepspraktijkvorming wie zijn begeleider is.
8.2 De praktijkbegeleider vanuit het Graafschap College volgt het verloop van de beroepspraktijkvorming door het onderhouden van regelmatige contacten met de student en met de praktijkopleider van het leerbedrijf en bewaakt de voortgang en de aansluiting van de leerdoelen van de student op de leermogelijkheden in het leerbedrijf.
8.3 Het Graafschap College maakt het rooster tijdig bekend zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden.
8.4 Het Graafschap College heeft de eindverantwoordelijkheid bij de beoordeling of de student die onderdelen van de kwalificatie die in de beroepspraktijkvorming zijn gevolgd, heeft behaald. De procedure van de beoordeling en de wijze van beoordeling van de beroepspraktijkvorming, staan beschreven in de OER. Het Graafschap College neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de student.
Artikel 9 Inspanningsverplichting student
9.1 De student is verplicht daadwerkelijk de beroepspraktijkvorming te volgen, tenzij dit om zwaarwegende redenen niet van hem kan worden verwacht.
9.2 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken termijn met succes af te ronden. Dat is vóór of uiterlijk op de geplande einddatum die is opgenomen op het bpv-blad.
9.3 De student houdt een urenregistratie bij. De student vraagt het leerbedrijf deze urenregistratie te ondertekenen voor akkoord.
9.4 De student gebruikt zoveel mogelijk het persoonlijk instellings-e-mailadres ten behoeve van de communicatie tussen de student en het leerbedrijf, tenzij de student en het leerbedrijf hiervoor andere afspraken hebben gemaakt.
Artikel 10 Gedragsregels, veiligheid en verzuim
10.1 De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels, voorschriften en aanwijzingen in het belang van de orde, veiligheid en gezondheid in acht te nemen. Het leerbedrijf licht de student voor aanvang van de beroepspraktijkvorming over deze regels in.
10.2 De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij het vertrouwelijke karakter redelijkerwijs moet begrijpen.
10.3 Het leerbedrijf treft overeenkomstig de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die gericht zijn op de bescherming van lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student.
10.4 Het leerbedrijf treft maatregelen die gericht zijn op voorkoming of bestrijding van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld. In het geval van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie, geweld en/of andere dringende reden heeft de student het recht om de werkzaamheden per direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de praktijkbegeleider. Wanneer dit niet mogelijk is, dan meldt de student de werkonderbreking bij de vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of bij de vertrouwenspersoon en/of een medewerker van het Graafschap College.
10.5 De regels die het leerbedrijf hanteert met betrekking op ziekte en afwezigheid, gelden ook voor de student tijdens de beroepspraktijkvorming evenals de regels uit de onderwijsovereenkomst.
Artikel 11 Financiële verplichtingen
11.1 Het leerbedrijf kan met de student financiële afspraken maken, over bijvoorbeeld een stagevergoeding, een reiskostenvergoeding of een pensionkostenvergoeding. Deze afspraken worden vastgelegd in een addendum en maken onderdeel uit van de praktijkovereenkomst.
11.2 De student die een opleiding volgt in de beroepsbegeleidende leerweg, machtigt het leerbedrijf om namens hem het wettelijk verschuldigd cursusgeld alsmede andere schoolkosten te voldoen.
11.3 Het leerbedrijf verklaart het wettelijk verschuldigde cursusgeld alsmede andere schoolkosten voor de student die een opleiding volgt in de beroepsbegeleidende leerweg te voldoen, tenzij het leerbedrijf en de student anders zijn overeengekomen.
12.1 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student in de uitoefening van zijn werkzaamheden tijdens of in verband met de beroepspraktijkvorming lijdt dan wel toebrengt aan het leerbedrijf en/of aan derden, tenzij het leerbedrijf aantoont dat zij de in artikel 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek genoemde verplichtingen is nagekomen, of dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de student.
12.2 Het Graafschap College is gevrijwaard voor schade die is ontstaan aan de student, het leerbedrijf en/of derden in de uitoefening van de beroepspraktijkvorming.
12.3 De aansprakelijkheid van het Graafschap College is in alle gevallen beperkt tot de voorwaarden en de daarop gebaseerde dekking in de afgesloten verzekering van het Graafschap College. Dit betekent dat die aansprakelijkheid beperkt is tot het uit te keren bedrag door de verzekeringsmaatschappij van het Graafschap College.
Artikel 13 Problemen en conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming
13.1 Bij problemen of conflicten tijdens de beroepspraktijkvorming richt de student zich in eerste instantie tot de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de praktijkbegeleider van het Graafschap College. Deze proberen in gezamenlijk overleg tot een oplossing te komen.
13.2 Wanneer de student en de praktijkopleider van het leerbedrijf en/of de praktijkbegeleider van het Graafschap College niet tot een oplossing komen of wanneer de student vindt dat het probleem of conflict niet naar zijn tevredenheid is opgelost, kan de student het probleem of conflict voorleggen aan zijn studieloopbaanbegeleider en/of de opleidingsmanager. De aangesproken studieloopbaanbegeleider en/of opleidingsmanager bespreekt met de student de mogelijkheden om tot een oplossing te komen.
13.3 Indien partijen er in onderling overleg niet uitkomen, kan de student een klacht indienen via de klachtenregeling van het Graafschap College. De klachtenregeling staat op de website van het Graafschap College.
13.4 Eventuele geschillen naar aanleiding van deze overeenkomst dan wel de beëindiging daarvan, worden bij uitsluiting berecht door de bevoegde rechter van de vestigingsplaats van het Graafschap College.
Artikel 14 Ontbinding overeenkomst
14.1 De praktijkovereenkomst kan (buitengerechtelijk) worden ontbonden:
a. door het leerbedrijf als de student ondanks nadrukkelijke (herhaalde) waarschuwing specifieke aanwijzingen en/of door het leerbedrijf vastgestelde veiligheidsvoorschriften en gedragsregels niet in redelijkheid opvolgt;
b. door één van de partijen als op grond van zwaarwegende omstandigheden in redelijkheid niet langer van deze partij kan worden verlangd de praktijkovereenkomst te laten voortduren;
c. door één van de partijen als het Graafschap College, de student en/of het leerbedrijf de hem bij wet of in de praktijkovereenkomst opgelegde verplichtingen niet nakomt; en
d. door de student of het leerbedrijf, als de arbeidsovereenkomst dan wel de equivalente overeenkomst daarvan tussen de student en het leerbedrijf wordt beëindigd.
14.2 Een partij kan een beroep op ontbinding doen binnen drie maanden nadat de reden voor de ontbinding bekend is geworden. Per aantekende brief dient de partij aan de andere partijen de ontbinding met vermelding van de reden van ontbinding kenbaar te maken.
14.3 Voorafgaand aan een ontbinding op grond van artikel 14.1 onder c dient de partij die zijn verplichtingen niet nakomt door de andere partijen in de gelegenheid gesteld te worden om binnen een termijn van twee weken alsnog zijn verplichtingen na te komen. Een schriftelijke ingebrekestelling is niet nodig indien nakoming blijvend onmogelijk is of als de partij heeft aangegeven zijn verplichtingen niet meer na te zullen komen.
Artikel 15 Vervangende praktijkplaats
15.1 Indien de praktijkovereenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf niet aan haar verplichtingen voldoet (de praktijkplaats is niet of niet volledig beschikbaar , de begeleiding schiet tekort of ontbreekt, het leerbedrijf beschikt niet langer over een gunstige beoordeling als bedoeld in artikel 7.2.10 van de WEB of er is sprake van andere omstandigheden die maken dat de beroepspraktijkvorming niet langer naar behoren kan plaatsvinden), dan bevordert het Graafschap College na overleg met SBB dat een toereikende vervangende voorziening zo snel als mogelijk beschikbaar wordt gesteld voor de student.
Artikel 16 Gegevensuitwisseling en privacy
16.1 De student heeft altijd recht op inzage in het eigen dossier.
16.2 Bij het uitwisselen van gegevens over de student nemen het Graafschap College en het leerbedrijf de Algemene Verordening Gegevensbescherming in acht. Dit betekent onder meer dat zij zorgvuldig omgaan met de persoonsgegevens van de student en dat zij daarover transparant zijn richting de student. In het privacyreglement studentgegevens van het Graafschap College is opgenomen welke gegevens van de student onder welke voorwaarden worden verstrekt aan het leerbedrijf en wanneer de toestemming van de student daarvoor vereist is.
16.3 Met de ondertekening van het eerste bpv-blad geeft de student toestemming aan het Graafschap College om het leerbedrijf informatie te verstrekken over de start- en einddatum van de opleiding en de voortgangsgegevens van de student.
17.1 In de gevallen waarin de praktijkovereenkomst dan wel andere overeenkomsten, regelingen en documenten waarnaar de praktijkovereenkomst verwijst, niet voorzien, beslissen het Graafschap College en het leerbedrijf na overleg met de student. Als het om zaken gaat die de verantwoordelijkheid van SBB raken, dan wordt SBB bij dit overleg betrokken.
17.2 De student en het leerbedrijf verklaren dat zij de documenten waarnaar in deze praktijkovereenkomst wordt verwezen en/of als bijlage aan de overeenkomst zijn toegevoegd, hebben ontvangen en/of daarvan kennis hebben genomen.
17.3 Op deze overeenkomst is uitsluitend Nederlands recht van toepassing.