Algemene voorwaarden voor het gebruik van parkeervoorzieningen
Algemene voorwaarden voor het gebruik van parkeervoorzieningen
De toegang tot de Parkeervoorziening wordt uitsluitend verleend onder de navolgende voorwaarden, welke deel uitmaken van iedere parkeerovereenkomst tot stand gekomen tussen de Exploitant van de Parkeervoorziening en de Parkeerder.
Artikel 1.
In deze Algemene Voorwaarden wordt verstaan onder:
Exploitant:
De op het Parkeerbewijs als Exploitant aangewezen rechtspersoon, te weten de Erasmus Universiteit Rotterdam. De uitvoerder is SSC EFB-Beveiligings- dienst.
Kortparkeertarief:
Het tarief dat incidentele parkeerders verschuldigd zijn voor het gebruik van de parkeervoorziening per tijdseenheid.
Parkeervoorziening:
Eén van de Parkeervoorzieningen met bijbehorende terreinen en garages.
Parkeerder:
De eigenaar, houder, gebruiker of inzittende van een motorvoertuig, die dat motorvoertuig in of op de Parkeervoorziening heeft gebracht, dan wel vervoerd is door dat motorvoertuig.
Parkeerbewijs:
Parkeerkaart, uitrijkaart, kortingskaart, parkeerpas, waardekaart, afwaardeerkaart, abonnement, kortparkeerkaart, kenteken of andere drager van de gegevens van het Parkeerrecht van de Parkeerder.
Parkeerrecht:
Het recht dat de Parkeerder van de Exploitant verkrijgt om zijn of haar voertuig te parkeren in een Parkeervoorziening gedurende de voor het Parkeerrecht geldende voorwaarden.
Parkeergeld:
Xxxxxx dat Xxxxxxxxxx verschuldigd is voor het gebruik van de Parkeervoorziening.
Versie: maart 2013
Artikel 2.
Deze algemene voorwaarden zijn van toepassing op de rechtsrelatie tussen de Exploitant van de Parkeervoorziening en de Parkeerder; eventuele algemene voorwaarden van de Parkeerder worden door de Exploitant uitdrukkelijk niet geaccepteerd.
Artikel 3.
Een overeenkomst als bedoeld in de aanhef van deze Algemene Voorwaarden wordt geacht tot stand te zijn gekomen door het enkele feit van het houderschap van een Parkeerbewijs dan wel door het enkele feit van het gebruik van de Parkeervoorziening.
Bij onenigheid tussen Exploitant en Parkeerder over de vraag of er reeds gebruik wordt gemaakt van de Parkeervoorziening, zal bepalend zijn het feit dat de Parkeerder zich op het tot de garage behorende terrein bevindt.
De prestatie waartoe de Exploitant zich verplicht, is het ter beschikking stellen van een willekeurige plaats aan de Parkeerder in de Parkeervoorziening. Tot de verplichting van de Exploitant behoort niet bewaking van het voertuig noch omvat de verplichting van de Exploitant enige aansprakelijkheid.
Artikel 4.
Een Parkeerder die zijn motorvoertuig in de Parkeervoorziening wenst te brengen dient uit een bij de ingang van de Parkeervoorziening geplaatste automaat een Parkeerbewijs op te vragen, dan wel het hem ter beschikking gestelde Parkeerbewijs te gebruiken. Het Parkeerbewijs is en blijft eigendom van de Exploitant, is niet overdraagbaar en dient bij het beëindigen van het gebruik van de Parkeervoorziening aan de Exploitant te worden teruggegeven.
Artikel 5.
Een Parkeerbewijs geeft, mits wordt voldaan aan de overige bepalingen van deze Algemene Voorwaarden, recht op toegang tot de Parkeervoorziening en het daarin brengen en parkeren van één motorvoertuig; het Parkeerrecht. Indien geconstateerd wordt dat een Parkeerder op
welke manier dan ook niet parkeert conform de voor het Parkeerrecht geldende voorwaarden, is Exploitant gerechtigd hem de toegang tot de Parkeervoorziening onmiddellijk te ontzeggen. Exploitant verschaft Parkeerder eerst weer toegang tot de Parkeervoorziening na betaling van gederfde parkeerinkomsten op basis van het vigerende Kortparkeertarief. Exploitant bepaalt wanneer de Parkeerder hernieuwd recht op toegang tot de Parkeervoorziening krijgt.
Artikel 6.
Voor het gebruik van de Parkeervoorziening is de Parkeerder Xxxxxxxxxxx verschuldigd. Het Parkeergeld wordt berekend volgens de door de Exploitant vastgestelde tarieven, zoals deze in de Parkeervoorziening, bij de ingang van de Parkeervoorziening of in het Parkeerbeleid staan vermeld.
Artikel 7.
Het Parkeerbewijs heeft een van te voren overeengekomen geldigheidsduur, dan wel vermeldt de datum en het tijdstip van aanvang van het gebruik van de Parkeervoorziening en is, voor wat die gegevens betreft, bindend voor elk van de partijen.
Artikel 8.
Tot de Parkeervoorziening worden uitsluitend toegelaten motorvoertuigen waarbij de maatvoering niet uitgaat boven hetgeen bij de entree van de parkeervoorziening is aangegeven. Geen toegang tot de Parkeervoorziening hebben motorvoertuigen als bedoeld in artikel 5 indien deze een aanhangwagen van welke aard ook, hieronder mede begrepen caravans, voorttrekken. Het parkeren van aanhangwagens van welke aard ook, hieronder mede begrepen caravans, is niet toegestaan.
Artikel 9.
a. Motorvoertuigen mogen uitsluitend worden geparkeerd in de daarvoor bestemde vakken en voorts met inachtneming van de bepalingen van deze Algemene Voorwaarden en van de door de Exploitant gegeven aanwijzingen. De in- en uitritten, de laad- en loszones, de witte blindengeleidenrichels alsmede de rijbanen dienen te allen tijde vrij en berijdbaar te worden gehouden.
Versie: maart 2013
b. De speciale gehandicaptenparkeerplaatsen mogen alleen gebruikt worden door voor personen die in het bezit zijn van de algemene landelijke gehandicaptenparkeerkaart.
c. Motorvoertuigen die in strijd met het bepaalde onder a. en b. zijn geparkeerd kunnen te allen tijde door de Exploitant worden voorzien van een wielklem. De kosten van het verwijderen van de wielklem en andere daarmee verband houdende kosten worden bij de houder van het motorvoertuig in rekening gebracht.
Artikel 10.
De Exploitant is, wanneer dat naar zijn oordeel noodzakelijk is, te allen tijde gerechtigd om een Parkeerder en/of diens motorvoertuig de toegang tot de Parkeervoorziening te weigeren. Dit geval zal zich voornamelijk voordoen indien Exploitant weet of vermoedt dat een voertuig ontplofbare of andere gevaarlijke stoffen vervoert, daaronder niet begrepen motorbrandstof in het daarvoor bestemde reservoir van het voertuig, evenals in het geval de Exploitant van oordeel is dat het voertuig, gelet op de omvang en/of zwaarte, dan wel door de zaken die daarmede worden vervoerd, aan de omgeving schade kan toebrengen, in de meest ruime zin.
Artikel 11.
De Parkeerder en alle anderen die zich in de Parkeervoorziening bevinden dienen de door de Exploitant gegeven aanwijzingen en opdrachten onmiddellijk en stipt op te volgen. Het niet, niet tijdig of niet behoorlijk opvolgen van deze aanwijzingen en opdrachten kan leiden tot verwijdering uit de Parkeervoorziening, onverminderd de verplichting van de weigerachtige tot vergoeding van de door hem veroorzaakte schade.
Artikel 12.
Om met zijn motorvoertuig de Parkeervoorziening te verlaten dient de Parkeerder het door hem verschuldigde Xxxxxxxxxxx te voldoen. Betaling van het Parkeergeld dient te geschieden door het bij de inrit verkregen Parkeerbewijs in te voeren in de daarvoor bestemde betaalautomaat. De betaalautomaat stelt het einde van de parkeertijd vast, berekent de parkeerduur en het daarvoor verschuldigde Parkeergeld.
De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor alle partijen.
In voorkomende gevallen kan betaling ook geschieden bij de kassa, alwaar de door Exploitant aangewezen kassier het Parkeerbewijs invoert in de daarvoor bestemde automaat, welke het einde van de parkeertijd en de parkeerduur vaststelt en het daarvoor vastgestelde Parkeergeld berekent. De door de automaat bepaalde gegevens zijn bindend voor alle partijen. Indien Exploitant en Parkeerder dit van te voren apart overeengekomen zijn, kan betaling van het Parkeerbewijs ook vooraf per bank of contant bij de Exploitant geschieden.
Artikel 13.
Na ontvangst van de betaling geeft het Parkeerbewijs de Parkeerder gedurende een periode van tien minuten, te rekenen vanaf het moment van betaling, het recht en de gelegenheid om zijn motorvoertuig buiten de Parkeer- voorziening te brengen. Indien genoemde periode verstrijkt zonder dat de Parkeerder zijn motorvoertuig buiten de Parkeervoorziening heeft gebracht dan vangt een nieuwe parkeertermijn aan waarvoor opnieuw Parkeergeld verschuldigd is.
In het geval dat Parkeerder vooraf zijn Parkeergeld voldaan heeft, als bedoeld in artikel 6, geldt steeds een periode van tien minuten voor het uitrijden van het motorvoertuig.
Artikel 14.
Bij verlies of anderszins ontbreken van het Parkeerbewijs kan een motorvoertuig alleen dan buiten de Parkeervoorziening worden gebracht indien en nadat de Parkeerder de maximale vergoeding per dag heeft betaald, voor elke dag of een gedeelte daarvan dat het motorvoertuig, naar het uitsluitend oordeel van de Exploitant, in de Parkeervoorziening aanwezig is geweest.
Artikel 15.
De Parkeervoorziening is geopend op dagen en tijden door de Exploitant te bepalen; Buiten de openingstijden is het, anders dan met toestemming van de Exploitant, niet mogelijk om een motorvoertuig in of buiten de Parkeervoorziening te brengen.
Artikel 16.
Zonder voorafgaande en schriftelijke toestemming van de Exploitant mag een motorvoertuig niet langer dan 14 dagen ononderbroken in de Parkeervoorziening geparkeerd zijn.
Na afloop van deze termijn kan het motorvoertuig worden weggesleept. De kosten van het wegslepen en opslag van het voertuig door de sleepdienst alsmede het verschuldigde Xxxxxxxxxxx wordt door de Exploitant op de kentekenhouder c.q. parkeerder verhaald.
Artikel 17.
De Parkeervoorziening is uitsluitend, en niet langer dan noodzakelijk is voor het onmiddellijk in- en uitrijden, toegankelijk voor de Parkeerder van een motorvoertuig dat in de Parkeervoorziening is, dan wel wordt geparkeerd. Alle anderen hebben slechts toegang na toestemming van de Exploitant.
Artikel 18.
De motor van een motorvoertuig mag slechts in werking zijn voor zover dat noodzakelijk is voor het onmiddellijk in- en uitrijden van de Parkeervoorziening.
Artikel 19.
De Parkeerder dient zijn geparkeerde motorvoertuig steeds afdoende afgesloten te hebben.
Artikel 20.
Het is verboden om in de Parkeervoorziening te roken of open vuur te maken.
Artikel 21.
Het is verboden brandbare, explosieve, corrosieve, giftige of anderszins gevaarlijke en/of schadelijke stoffen voor mens en milieu in de Parkeer- voorziening te brengen. Motorbrandstoffen in het normaal daarvoor bestemde brandstofreservoir van het motorvoertuig uitgezonderd.
Artikel 22.
Het is, anders dan met voorafgaande toestemming van de Exploitant, verboden om de Parkeer- voorziening voor andere doeleinden te gebruiken dan voor het parkeren van motorvoertuigen.
Versie: maart 2013
Artikel 23.
Het is verboden om afval op andere dan daarvoor bestemde plaatsen achter te laten.
Artikel 24.
Het is zonder toestemming van de Exploitant niet toegestaan in, op of aan de Parkeervoorziening reclame, in welke vorm dan ook, te maken.
Artikel 25.
Op het terrein van de Universiteit en in de Parkeervoorziening zijn de bepalingen van de Wegenverkeerswet, van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, de daarbij behorende bijlagen en nadere regels van overeenkomstige toepassing. Met dien verstande dat in de garage voor motorvoertuigen een maximumsnelheid geldt van 10 kilometer per uur en voetgangers te allen tijde voorrang hebben boven motorvoertuigen.
Artikel 26.
De tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst omvat niet de bewaking van of het voortdurende toezicht op een ieder die en op al het geen dat zich in de Parkeervoorziening bevindt, dan wel enige aansprakelijkheid vanwege de Exploitant van de Parkeervoorziening. De Exploitant aanvaardt met name geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal of het verloren gaan van eigendommen van de Parkeerder, noch aanvaardt de Exploitant enige aansprakelijkheid voor welke schade dan ook, aan de eigendommen van de Parkeerder, ter zake van lichamelijk letsel of enige andere schade, direct of indirect veroorzaakt door of ten gevolge van het gebruik van de Parkeervoorziening.
Artikel 27.
De Parkeerder is aansprakelijk voor alle schade die door of ten gevolge van het gebruik van de Parkeervoorziening door hem is veroorzaakt. Schade door de Parkeerder veroorzaakt aan de Parkeervoorziening of de daarbij behorende apparatuur dient ter plaatse te worden vergoed, tenzij de Parkeerder voldoende zekerheid kan stellen, zulks ten genoegen van de Exploitant, dat de schade op hem kan worden verhaald. Voor de vaststelling van het bedrag van de schade zal een door of namens de Exploitant opgestelde expertise
beslissend zijn. De kosten van deze expertise zijn voor rekening van de Parkeerder.
Artikel 28.
De Exploitant is te allen tijde gerechtigd om het motorvoertuig terug te houden, zolang niet al wat hij hetzij op grond van de parkeerovereenkomst, hetzij uit andere hoofde van de Parkeerder te vorderen heeft, is voldaan.
Artikel 29.
Deze Algemene Voorwaarden zijn te allen tijde beschikbaar via xxx.xxx.xx.
Artikel 30.
Alle geschillen voortvloeiende uit de tussen de Exploitant en de Parkeerder gesloten overeenkomst inclusief onderhavige voorwaarden vallen onder het Nederlands recht.
Artikel 31.
Een tekortkoming kan de Exploitant niet worden toegerekend indien zij te wijten is aan een van de wil van de Exploitant onafhankelijke omstandigheid als gevolg waarvan de nakoming van de verplichting van de overeenkomst redelijkerwijs door de Parkeerder niet meer van de Exploitant kan worden verlangd. Hieronder worden in ieder geval begrepen werkstaking, brand, overheids- maatregelen, bedrijfsstoringen evenals een tekortkoming in de nakoming door betrokken derden.
Artikel 35.
Voor zover enig beding in de tussen de Exploitant en de Parkeerder besloten overeenkomst, waaronder begrepen de onderhavige Algemene Voorwaarden, nietig is c.q. vernietigbaar is c.q. de wederpartij stelt dat enig beding niet van toepassing is omdat dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn en een beroep hierop door de rechter wordt gehonoreerd
c.q. aanvaard, dient dit beding te worden geconverteerd in een zodanig beding dat zoveel als mogelijk recht wordt gedaan aan de strekking van het nietige c.q. vernietigde c.q. buiten toepassing gelaten beding.
Versie: maart 2013