BOEK P
BOEK P
<.. image(Une image contenant chemise, dessin Description générée automatiquement) removed ..>
Inhoudstafel
Titel 1 - Reglementair kader profvoetbal 4
Titel 2 – Bondsorganisatie van het profvoetbal 5
1 Instanties voor het profvoetbal 5
1.1 Disciplinair comité voor het Profvoetbal 5
1.2 Disciplinaire raad voor het Profvoetbal 7
1.3 Liaison Commissie Arbitrage profvoetbal 10
Titel 5 – Diensten van trainers 14
1 Aantal gediplomeerde trainers per club 14
Titel 7 – Competities profvoetbal 17
1.1 Licenties voor het profvoetbal 1A EN 1B 17
1.1.2 Toekennings- en licentievoorwaarden 20
1.1.3 Procedure voor de toekenning van de licentie 29
1.1.4 Toezicht op de toekenningsvoorwaarden en de verplichtingen 31
1.2 Financial fair play Belgie (“FFP”) 33
1.2.1 Clubs onderworpen aan Financial Fair Play België 33
1.2.2 Geen of onvolledig dossier - Weigering – Sancties 34
1.3 Jeugdlicenties elite A en Elite B 42
2.1 Organisatie van de kampioenschappen - De kalender 42
2.2 De herenkampioenschappen van het profvoetbal 43
2.2.1 Competitie van het profvoetbal 1A 43
2.2.2 Competitie van het profvoetbal 1B 49
2.2.3 Beloftecompetitie van de afdeling profvoetbal 53
2.2.4 Elite jeugdkampioenschappen 55
3 De Beker van België U21 profvoetbal 58
3.1 Beheer van de Beker van België U21 profvoetbal 58
3.1.1 Organisatie - Bevoegdheid 58
3.2.3 Verdeling van de ontvangsten 60
3.3 Klachten - Verhaal - Gevolgen 60
3.3.3 Bevoegde disciplinaire instanties 61
TITEL 1 - REGLEMENTAIR KADER PROFVOETBAL
1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel P1.1
Onderhavig document maakt het Reglement uit voor het profvoetbal binnen de KBVB. Het bepaalt de nadere regels inzake de specifieke bondsinstanties, de licenties en de competities van het profvoetbal.
Boek B van het Bondsreglement is behoudens andersluidende bepaling in onderhavig reglement integraal toepasselijk op het profvoetbal
De volgorde van de Titels van Boek B zullen in onderhavig reglement gevolgd worden voor die hoofdstukken waarvoor een afzonderlijke regeling in
onderhavig reglement geldt.
Het betreft in het bijzonder aanvullingen op de volgende Titels van Boek B :
- Titel 2, Bondsorganisatie
- Titel 5, officials en niet-spelende aangeslotenen
- Titel 7, Competities (miv licenties)
TITEL 2 – BONDSORGANISATIE VAN HET PROFVOETBAL
1 INSTANTIES VOOR HET PROFVOETBAL
1.1 DISCIPLINAIR COMITÉ VOOR HET PROFVOETBAL
Het Disciplinair Comité voor het profvoetbal is samengesteld uit een aantal leden dat zal zetelen in afzonderlijke kamers.
Deze Kamers, ingedeeld door het secretariaat, bestaan uit één enkel lid.
De leden van het Disciplinair Comité voor het profvoetbal, worden benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League, en dienen, afgezien van de algemene benoemingsvoorwaarden voor leden van benoemde instanties, bijkomend aan volgende vereisten te voldoen:
- zij dienen jurist te zijn;
- een onberispelijke reputatie genieten;
- zij mogen voorafgaand aan de kandidatuurstelling:
o geen aandeelhouder zijn geweest van een club van het profvoetbal of 1ste nationale,
o geen bestuursfunctie (verantwoordelijk bestuurslid, lid raad van bestuur of directiecomité, …) in een club van het profvoetbal of 1ste nationale hebben gehad,
o niet in loondienst geweest zijn of als consultant hebben opgetreden bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
o niet als raadsman hebben opgetreden voor een club van het profvoetbal in de 5 jaar voorafgaand aan de kandidatuurstelling.
o Niet aangesloten zijn geweest bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
- zij dienen bij voorkeur tweetalig (Nederlands - Frans) te zijn of minstens een goede passieve kennis te hebben van de andere landstaal dan de moedertaal;
- zij dienen een grondige kennis van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord te hebben.
Alle leden moeten hun functie op een onafhankelijke, onpartijdige en neutrale manier uitoefenen. Bovenvermelde vereisten dienen steeds te zijn nageleefd, op sanctie van ontslag door de Raad van Bestuur van de KBVB.
Afwijkend van de bepalingen betreffende de mandaten van leden van benoemde instanties:
- behoeven deze leden niet toegewezen te zijn aan een club of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn;
- worden deze leden benoemd voor twee seizoenen, maar is hun benoeming, op gemotiveerd voorstel van de Eerste Voorzitter, steeds door de Raad van Bestuur van de KBVB herroepbaar.
De hierna vermelde zaken, waarbij:
- een club van het profvoetbal,
- een speler, trainer, afgevaardigde of begeleider van eerste ploegen, beloften of reserven van clubs van het profvoetbal, of een andere toegewezen niet-spelende aangeslotene aan een club van het profvoetbal,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in de eindronde van de 1ste nationale,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in wedstrijden van de Beker van België Heren tussen clubs van het profvoetbal en clubs van het amateurvoetbal,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in de Beker van België U21 profvoetbal
betrokken is, worden behandeld door het Disciplinair Comité voor het profvoetbal.
In aanwezigheid van een lid van het Bondsparket oordeelt het Disciplinair Comité voor het profvoetbal over alle incidenten, laakbare feiten, betwistingen, gevallen van wangedrag van spelers, aangeslotenen of toeschouwers en over alle feiten ten laste van de clubs die zich voordoen:
- tijdens de officiële competities;
- tijdens vriendschappelijke wedstrijden of tornooien;
- tijdens een wedstrijd in het kader van een internationale competitie, tenzij deze haar eigen disciplinaire jurisdictie bezit.
In dit laatste geval is het Disciplinair Comité voor het profvoetbalslechts gevat wanneer ze erom verzocht wordt door een internationale disciplinaire jurisdictie.
Het Disciplinair Comité voor het profvoetbal oordeelt over de volgende betrekkingen tussen clubs en spelers:
1° het verhaal ingediend tegen de beslissingen van disciplinaire aard die door een club van het profvoetbal tegen haar amateurs en tegen haar niet-spelende aangeslotenen genomen werden;
2° de disciplinaire klachten ingediend door clubs van het profvoetbal tegen hun spelers of hun spelers tegen deze clubs;
3° de betwistingen omtrent:
- de heraansluiting na het ontslag als amateur in de maand april;
- de administratieve kosteloze transfers wegens uitzonderlijke omstandigheden.
Tegen beslissingen van het Disciplinair Comité voor het profvoetbal is hoger beroep mogelijk bij de Disciplinaire Raad profvoetbal.
In geval van samenhang tussen een zaak die tot de bevoegdheid behoort het Disciplinair Comité voor het profvoetbal en een zaak die tot de bevoegdheid behoort van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal, is de Disciplinaire Raad bevoegd voor het geheel.
1.2 DISCIPLINAIRE RAAD VOOR HET PROFVOETBAL
De Disciplinaire Raad voor het profvoetbal is samengesteld uit:
- de Eerste Voorzitter van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal.
- een aantal leden die zullen zetelen in minstens twee Kamers.
Deze Kamers, samengesteld door secretariaat, bestaan elk uit drie leden waarvan het voorzitterschap wordt waargenomen door het lid met de hoogste anciënniteit in deze instantie en bij gelijke anciënniteit door de oudste in jaren. Indien de Eerste Voorzitter zetelt in de Disciplinaire Raad, wordt het voorzitterschap van de kamer steeds door de Eerste Voorzitter waargenomen.
De Eerste Voorzitter van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal, benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League, dient, naast de algemene benoemingsvoorwaarden, bondsreglement, aan volgende vereisten te voldoen:
- jurist te zijn met een bewezen staat van dienst van minstens 10 jaar in een topfunctie (advocatuur of magistratuur);
- genieten van een onberispelijke reputatie;
- tweetalig (Nederlands - Frans) te zijn;
- een grondige kennis van de voetbalwereld (sportwereld) in de breedste zin van het woord te hebben;
- voorafgaand aan de kandidatuurstelling:
o geen aandeelhouder zijn geweest van een club van het profvoetbal of 1ste nationale,
o geen bestuursfunctie (verantwoordelijk bestuurslid, lid raad van bestuur of directiecomité;…) in een club van het profvoetbal of 1ste nationale hebben gehad,
o niet in loondienst zijn geweest of als consultant hebben opgetreden bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale,
o niet als raadsman hebben opgetreden voor een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
o Niet aangesloten zijn geweest bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
De leden van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal, benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League, dienen aan volgende vereisten te voldoen:
- jurist, te zijn;
- een onbesproken reputatie genieten;
- voorafgaand aan de kandidatuurstelling:
o geen aandeelhouder zijn geweest van een club van het profvoetbal of 1ste nationale,
o geen bestuursfunctie verantwoordelijk bestuurslid, lid raad van bestuur of directiecomité;…) in een club van het profvoetbal of 1ste nationale hebben gehad,
o niet in loondienst zijn geweest of als consultant hebben opgetreden bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
o niet als raadsman hebben opgetreden voor een club uit het profvoetbal in de 5 jaar voorafgaand aan de kandidatuurstelling.
o Niet aangesloten zijn geweest bij een club van het profvoetbal of 1ste nationale;
- zij dienen bij voorkeur tweetalig (Nederlands - Frans) te zijn of minstens een goede passieve kennis te hebben van de andere landstaal dan de moedertaal;
- zij dienen een grondige kennis van de voetbalwereld in de breedste zin van het woord te hebben.
Alle leden moeten hun functie op een onafhankelijke, onpartijdige en neutrale manier uitoefenen.
Bovenvermelde vereisten dienen steeds te zijn nageleefd, op sanctie van ontslag door de Raad van Bestuur van de KBVB.
Afwijkend van de bepalingen betreffende de mandaten van leden van benoemde instanties:
- behoeven deze leden niet toegewezen te zijn aan een club of rechtstreeks bij de KBVB aangesloten te zijn;
- worden deze leden benoemd voor twee seizoenen, maar is hun benoeming, op gemotiveerd voorstel van de Eerste Voorzitter, steeds door de Raad van Bestuur herroepbaar.
1.2.2.1 Eerste Voorzitter Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal
De Eerste Voorzitter neemt de algemene, functionele leiding waar van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal en staat in voor de goede werking van de instantie, de kwaliteit van de beslissingen van de verschillende kamers en de uniformiteit van de disciplinaire beslissingen.
1.2.2.2 De Kamers
De hierna vermelde zaken, waarbij:
- een club van het profvoetbal,
- een speler, trainer, afgevaardigde of begeleider van eerste ploegen, beloften of reserven van clubs van het profvoetbal, of een andere toegewezen niet-spelende aangeslotene aan een club van het profvoetbal,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in de eindronde van de 1ste nationale,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in wedstrijden van de Beker van België Heren tussen clubs van het profvoetbal en clubs van het amateurvoetbal,
- een club, speler, trainer, afgevaardigde of begeleider in de Beker van België U21 profvoetbal
betrokken is, worden behandeld door de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal in eerste aanleg of in hoger beroep
Deze Kamers oordelen in eerste aanleg over:
1° Op grond van het dossier dat te dien einde wordt overgemaakt:
- dopingpraktijken: voor d inbreuken waarvoor ze bevoegd is; (zie Boek B- Titel 10, Doping)
In geval van onderzoek inzake dopingpraktijken voegt het secretariaat een arts uit de Pool van Specialisten toe aan de Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal.
- feiten die beschouwd worden als hebbende algemeen forfait te hebben gegeven;
2° de inbreuken betreffende wedstrijdvervalsing waarbij minstens één van betrokken partijen behoort tot of een band heeft met het profvoetbal, hetzij op het ogenblik van het plegen der feiten, hetzij op het ogenblik van de vordering.
Daarenboven is zij bevoegd om te statueren over alle samenhangende inbreuken die tijdens het onderzoek aan het licht zouden komen.
3° de regularisatie of annulatie van een aansluiting;
4° het uitzonderlijk valideren of annuleren van transfers; 5° de kwalificatie van spelers;
6° stopgezette of niet-gespeelde wedstrijden;
7° ieder scheidsrechtersverslag of geschil in verband met de uitslag van een wedstrijd indien het een wedstrijd betreft waaraan één of twee clubs van het profvoetbal deelnemen, of wedstrijden van de Beker van België Heren vanaf de 1/16de finales.
Voor de wedstrijden van de 5 eerste speeldagen is het Sportcomité KBVB bevoegd.
Klachten betreffende de spelleiding in wedstrijden van de Beker van België Heren zijn de bevoegdheid van het Sportcomité KBVB voor de eerste 5 speeldagen, en van het Departement Arbitrage Profvoetbal vanaf de 1/16de finales.
8° inmenging in andere clubs ;
9° inbreuken op het reglement betreffende de samenwerking met Tussenpersonen, ongeacht het statuut van de betrokkenen (clubs, spelers, anderen)
(Boek B, Titel 8, Tussenpersonen); 10° weddenschappen.
11° inbreuken op de verbintenissen van de aangeslotenen van een club uit het profvoetbal of aangeslotenen die een band hebben met het profvoetbal, hetzij op het ogenblik van het plegen der feiten, hetzij op het ogenblik van de vordering, en dit ongeacht het statuut van de club van aansluiting (vb. scheidsrechters die in het profvoetbal optreden)
Deze Kamers oordelen in hoger beroep over:
- de beslissingen in eerste aanleg van het Disciplinair Comité voor het profvoetbal;
- de beslissingen in eerste aanleg van het Bureau Arbitrage voor het Profvoetbal;
- de beslissingen genomen door een profclub in eerste aanleg in het kader van de procedure betreffende de burgerrechtelijke uitsluiting van toeschouwers tot het bijwonen van voetbalwedstrijden. De Disciplinaire Raad wordt hierbij aangevuld met een lid van de Commissie Veiligheid, dat een adviserende rol heeft;
- de beslissingen in eerste aanleg van de Kalendermanager, voor zover het profvoetbal betrokken is en de beslissing vatbaar is voor hoger beroep.
De beslissingen van de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal:
- genomen in eerste aanleg, zijn vatbaar voor beroep bij het Belgisch Arbitragehof voor de Sport;
- genomen in beroep, zijn vatbaar voor evocatie bij de Evocatiecommissie.
1.3 LIAISON COMMISSIE ARBITRAGE PROFVOETBAL
De Liaison Commissie voor het Profvoetbal is het overlegorgaan tussen:
- de Strategische Raad Arbitrage van de KBVB vertegenwoordigd door ten minste één van haar leden;
- het Referee Departement Profvoetbal, vertegenwoordigd door ten minste de technical director en de operations director;
- de Pro League vertegenwoordigd door haar CEO (eventueel bijgestaan door een expert).
Clubs van het profvoetbal richten hun verzoeken en mededelingen via de Pro League door middel van de Liaison Commissie en onthouden zich van het nemen van andere initiatieven of rechtstreekse contacten met het Referee Departement of met leden van het scheidsrechterkorps, De Liaison Commissie Profvoetbal komt ten minste eenmaal per kwartaal bijeen en ook telkens wanneer een onderdeel ervan dit vereisen, zonder dat dit leidt tot meer dan drie vergaderingen per trimester.
De belangrijkste bevoegdheid van de Liaison Commissie Profvoetbal is het opstellen van een "Service Level Agreement", rekening houdend met "prestatie-indicatoren", het waarborgen van de goede uitvoering ervan en het voorstellen van de bijdrage van de Pro League aan het budget van het Departement Arbitrage Profvoetbal, met name in verband met de uitvoering van het "Service Level Agreement".
Zij heeft ook de volgende bevoegdheden:
- de behandeling van vragen die worden gesteld door de Pro League clubs zoals geselecteerd en geformuleerd door de Raad van Bestuur van de Pro League;
- de behandeling van de follow-up (indien van toepassing) van vragen of verzoeken om rapporten die door de CEO van de Pro League aan de technical director of de operations director worden gericht;
- de evaluatie van de effecten van semi-professionalisme en de bespreking van de mogelijke ontwikkelingen daarvan;
- de evaluatie (met name technische) van de Video Assistance en de bespreking van de ontwikkelingen ervan ("project remote", uitbreiding tot andere competities van het Profvoetbal enz. );
- de evaluatie van de maatregelen die zijn genomen om nieuwe scheidsrechters aan te werven;
- de analyse van de problemen die zich hebben voorgedaan bij het respecteren van de scheidsrechters.
De Reviewcommissie is bevoegd voor de wedstrijden van het reguliere kampioenschap en de play-offs van het profvoetbal, en vanaf de kwartfinales van de Beker van België, tenzij er een Video Assistant Referee is voorzien.
De Reviewcommissie is samengesteld uit minstens 6 experts, benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League.
Zij mogen deel uitmaken van een andere bondsinstantie.
Voor dezelfde wedstrijd, zijn de functies van lid van de Reviewcommissie onverenigbaar met deze van opleider of Match Delegate.
De Reviewcommissie heeft, op basis van artikel 77a) en b) van de Disciplinaire Code van de FIFA, de bevoegdheid om, op basis van televisiebeelden, te beslissen dat het bondsparket in de volgende gevallen een vordering dient in te stellen tegen de betrokkene(n):
- manifeste en opzettelijke fouten van een zodanige zwaarwichtigheid dat de fysieke integriteit van een tegenstrever kan in het gedrang worden gebracht (zelfs indien deze inbreuk de fysieke integriteit niet daadwerkelijk in het gedrang heeft gebracht);
- zwaar misplaatste gedragingen op het speelveld of binnen de neutrale zone die strijdig zijn met de basisprincipes van de sport (zwaar beledigende gebaren of woorden, spuwen in de richting van een tegenstander, enz…).
In dit geval zal de oproeping van de partijen voor de disciplinaire instantie een aanduiding bevatten van het standpunt/de vordering van het bondsparket.
De Reviewcommissie kan deze bevoegdheid zelfs uitoefenen in het geval de fouten of gedragingen gezien zijn en desgevallend gesanctioneerd werden door de scheidsrechter. Indien hij gesanctioneerd werd met een gele kaart -of een rode kaart als gevolg van een tweede gele kaart-, is er éénparigheid vereist van de leden van de Reviewcommissie.
Het lid dat, in toepassing van punt 22 hiervoor, zijn bevoegdheid niet kan uitoefenen, kan bovendien niet mee beraadslagen over deze wedstrijd.
De Reviewcommissie dient deze bevoegdheid uit te oefenen uiterlijk de eerste werkdag na de laatste wedstrijd van de speeldag om 19u00.
De Reviewcommissie zal de eerste werkdag na de laatste wedstrijd van de speeldag een omstandig verslag opstellen.
De disciplinaire instantie mag zich niet beroepen op artikel 77 a) en b) van de Disciplinaire Code van de FIFA indien de scheidsrechter(s) ter zitting, na het zien van de beelden, bevestigt dat de fout niet van een zodanige zwaarwichtigheid is dat de fysieke integriteit van de tegenstander in het gedrang kan worden gebracht of, naargelang het geval, geen zwaar misplaatste gedragingen uitmaken die strijdig zijn met de basisprincipes van de sport.
De Match Delegates worden benoemd door de Raad van Bestuur van de KBVB na overleg met de Pro League.
In afwijking van de verbodsbepalingen, onverenigbaarheden en de bepalingen betreffende de mandaten van leden van benoemde instanties:
- mogen ze deel uitmaken van een andere bondsinstantie of van de bondsadministratie
- worden ze voor de duur van twee jaar benoemd
Zij dienen verder te voldoen aan de volgende minimale vereisten: voorkomen of voorgekomen zijn op de lijst van “UEFA Match Delegates”, of opleider zijn, of een stage van minimum twee maanden hebben gevolgd onder leiding van een Match Delegate.
Voor wedstrijden die betrekking hebben op het profvoetbal 1A en 1B, en voor de wedstrijden van de Beker van België Heren vanaf de kwartfinales, duidt de KBVB een Match Delegate aan om deze wedstrijd bij te wonen.
De Match Delegate cumuleert deze bevoegdheden met deze die hij heeft als opleider, behalve tijdens “risico matchen”, tijdens dewelke deze bevoegdheden zullen uitgeoefend worden door verschillende personen.
De Match Delegate organiseert en zit een organisatievergadering voor die doorgaat uiterlijk 90 minuten voor de aftrap van de wedstrijd in een lokaal dat ter beschikking wordt gesteld door de bezochte club, en waarop (minstens) aanwezig zijn: een vertegenwoordiger van de ordemacht indien mogelijk, de veiligheidsverantwoordelijken van beide clubs, de vierde scheidsrechter en de terreinafgevaardigde van de bezochte club.
De count down van de ontmoeting wordt geanalyseerd en besproken.
De Match Delegate maakt de aanbevelingen die hij opportuun acht. Desgevallend stelt hij ter plaatse een verslag van de vergadering op, waarvan hij een kopij overhandigt aan een vertegenwoordiger van beide clubs.
Het is de Match Delegate toegestaan om zich gedurende de wedstrijd in de neutrale zone te begeven en via de vierde scheidsrechter met de scheidsrechter van de wedstrijd te communiceren, om zo nodig de fases 1, 2 of 3 voorzien bij agressie op een lid van het arbitrageteam, bij verbaal geweld (spreekkoren) of wanordelijkheden buiten het speelveld te starten.
De Match Delegate stelt na de wedstrijd een verslag op van zijn bevindingen, van zijn aanbevelingen en meer bepaald van alle incidenten die hij heeft vastgesteld buiten het speelveld voor, tijdens en na de wedstrijd.
Dit verslag wordt uiterlijk om 19.00 uur de eerste werkdag na de wedstrijd overgemaakt aan de gerechtigde correspondenten van beide clubs, aan de directie van de Pro League en aan de KBVB .
Dit betreft het Competitions Department van de KBVB
Het verslag wordt binnen dezelfde termijn eveneens overgemaakt aan het bondsparket indien dit melding maakt van:
- incidenten die een mogelijke schending van de beginselen inzake neutraliteit en niet- discriminatie zouden uitmaken;
- de niet naleving van de specifieke bepalingen inzake schorsingen van trainers van het profvoetbal door deze trainers en, in voorkomend geval, over de gevallen van wangedrag vanwege een bestuurslid, trainer of speler waarvan hijzelf vóór, tijdens of na de wedstrijd het slachtoffer is geworden;
- incidenten die het normale verloop van de wedstrijd hebben beïnvloed (bijvoorbeeld een tijdelijke onderbreking van de wedstrijd);
- het gooien van pyrotechnisch materiaal, zelfs indien het normale verloop van de wedstrijd niet werd beïnvloed.
In deze gevallen zal het bondsparket zijn bevoegdheden uitoefenen en de zaak voorleggen aan de bevoegde disciplinaire instanties.
TITEL 5 – DIENSTEN VAN TRAINERS
1 AANTAL GEDIPLOMEERDE TRAINERS PER CLUB
Artikel P5.1
Iedere club is verplicht zich te verzekeren van de diensten van één of meer gediplomeerde trainers. Zij dient zich tevens te vergewissen van de integriteit, en in voorkomend geval, van de arbeidsvergunning.
Artikel P5.2
Als hoofdtrainer wordt bedoeld de sportief-technisch verantwoordelijke van de eerste ploeg voor in het bijzonder:
1° trainingen en tactische richtlijnen voor de eerste ploeg van de club;
2° de selectie en de samenstelling van de ploeg en personen opgenomen op de wedstrijdbladen; 3° instructies geven aan de spelers en de andere leden van de technische staf in de kleedkamers
en de technische zone vóór, tijdens en na de match;
4° deelnemen aan alle media-activiteiten welke zijn voorbehouden voor de hoofdtrainer.
Artikel P5.3
Per afdeling dient men zich te verzekeren van de diensten van volgende trainers: 1° In afdeling profvoetbal 1A heren :
- één UEFA-PRO gediplomeerde trainer met een geldige licentie die effectief als hoofdtrainer van de eerste ploeg moet optreden
- één UEFA-A gediplomeerde assistent-trainer met een geldige licentie.
De club voldoet eveneens indien de hoofdtrainer de UEFA-PRO cursus volgt en haar assistent-trainer over een UEFA-PRO diploma met een geldige licentie beschikt.
Indien de club aantreedt in de Elite jeugdkampioenschappen, dient de club te beschikken over twee UEFA-A en twee UEFA-B gediplomeerde trainers allen telkens met een geldige UEFA licentie voor deze Elite jeugdploegen.
2° In afdeling profvoetbal 1B heren :
- één UEFA-A gediplomeerde trainer met een geldige licentie die effectief als hoofdtrainer van de eerste ploeg moet optreden,
- één UEFA-B gediplomeerde assistent-trainer.
De club voldoet eveneens indien de hoofdtrainer de UEFA-A cursus volgt en haar assistent- trainer over een UEFA-PRO diploma met een geldige licentie beschikt.
Indien de club aantreedt in de Elite jeugdkampioenschappen, dient de club te beschikken over twee UEFA-A en twee UEFA-B gediplomeerde trainers allen telkens met een geldige UEFA licentie voor deze Elite jeugdploegen.
Artikel P5.4
Een club waarvan de eerste ploeg promoveert naar het profvoetbal, geniet van een periode van één seizoen om zich in regel te inzake de verplichtingen met betrekking tot trainers.
Het in dienst nemen van een nieuwe trainer, in de loop van bovenvermelde overgangsperiode, verplicht de club ertoe zich onmiddellijk te schikken naar de reglementering die geldt voor de afdeling waarin ze zich bevindt.
2 BETEKENING AAN DE KBVB
Artikel P5.5
Iedere club dient vóór 1 september van het lopende seizoen de lijst van zijn trainers aan de KBVB te betekenen via het toepasselijke digitale platform.
Dit is E-kickoff
Ingeval van laattijdige betekening zal de club slechts beschouwd worden te voldoen aan de verplichtingen vanaf de maand die volgt op de verzendingsdatum.
Toevoegingen of wijzigingen moeten uiterlijk binnen de veertien dagen, te rekenen vanaf de inwerkingtreding van de overeenkomst met de trainer, aan de KBVB via het toepasselijke digitale platform worden betekend.
Iedere verandering van één van deze verplichte trainers, doorgevoerd in het lopende seizoen, moet onmiddellijk via het toepasselijke digitale platform gemeld worden aan de KBVB.
3 BOETES
Artikel P5.6
Iedere inbreuk op het aantal in dienst te hebben gediplomeerde trainers geeft ambtshalve aanleiding tot een maandelijkse administratieve boete voor de maanden september tot en met april. Deze bedraagt:
Niveau van de ploeg | Maandelijkse boete (EUR) bij het niet in dienst hebben van een trainer voor de kern van de eerste ploeg | Maandelijkse boete (EUR) bij het niet in dienst hebben van één of meerdere bijkomende trainers |
profvoetbal 1A | 1.336,00 | 336,00 (UEFA A) 100,00 (UEFA B) |
profvoetbal 1B | 336,00 | 100,00 |
(1): Zonder afbreuk te doen aan het recht van de Licentiecommissie om de toekenning van de UEFA- en/of nationale licentie te weigeren voor het seizoen dat volgt op het niet-naleven van de verplichtingen.
Artikel P5.7
Een club mag geen gebruik maken van de diensten van trainers die niet zijn bekendgemaakt aan de KBVB.
Bij een inbreuk wordt de club ambtshalve gesanctioneerd met een boete als volgt :
- 200,00 EUR voor seniortrainers
- 50,00 EUR voor jeugdtrainers
Artikel P5.8
Een club mag geen gebruik maken van de diensten van trainers die niet zijn aangesloten bij de KBVB.
Inbreuken worden bestraft als volgt :
- een boete van 200,00 EUR voor de club voor seniortrainers en 50,00 EUR voor jeugdtrainers en trainers van provinciaal spelende vrouwenploegen.
- Een boete voor de trainer van 200,00 EUR.
Zo de trainer, buiten zijn weten, gedesaffecteerd werd, is de boete niet verschuldigd, indien hij zijn toestand regulariseert binnen de zeven dagen volgend op de datum waarop hij door de KBVB hiervan wordt ingelicht.
Deze uitzondering geldt eveneens voor de club, indien de trainer door een andere club in de loop van het seizoen werd gedesaffecteerd en de toestand binnen dezelfde termijn is geregulariseerd.
TITEL 7 – COMPETITIES PROFVOETBAL
1 CLUBLICENTIES EN LABELS
1.1 LICENTIES VOOR HET PROFVOETBAL 1A EN 1B
1.1.1.1 Verzoek tot toekenning van een licentie
Artikel P7.1
Het verzoek tot toekenning van een licentie dient als volgt ingediend te worden:
1° Club die uitkomt in de afdeling profvoetbal 1A of op het punt staat naar deze afdeling te promoveren:
De club moet een verzoek indienen tot aflevering van een licentie van het profvoetbal 1A en deze toegekend krijgen vooraleer in bedoelde competitie te mogen aantreden.
2° Club die in het profvoetbal 1B uitkomt of op het punt staat naar deze afdeling te dalen:
De club moet een verzoek indienen tot aflevering van een licentie van club van afdeling 1A van het profvoetbal en deze toegekend krijgen vooraleer te mogen aantreden in het profvoetbal 1B.
3° Club die op het punt staat om te stijgen naar de afdeling 1B van het profvoetbal:
De club moet een verzoek indienen tot aflevering van een licentie van club van afdeling 1B van het profvoetbal vooraleer in bedoelde competitie te mogen aantreden.
4° In geval van overdracht van patrimonium waarbij de overnemer zich engageert om alle schulden van de overdragende club op zich te nemen, kan de overnemer zelf een licentie aanvragen in naam van de overdragende club.
De licentiecommissie spreekt zich in dezelfde beslissing uit over het sanctioneerbaar karakter van de overdracht van patrimonium en over de toekenning van de licentie aan de overdragende club.
Artikel P7.2
De toekenning van een licentie aan een club van het profvoetbal 1A of aan een club van het profvoetbal 1B geeft recht op toetreding als werkend lid tot de vzw Pro league.
Artikel P7.3
In dit hoofdstuk wordt onder verbonden juridische entiteit verstaan:
- elk filiaal van de licentie kandidaat;
- elke entiteit verbonden met de licentie kandidaat;
- elke entiteit, tot en met de partij welke de ultieme controle uitoefent, welke direct of indirect over 10% of meer van de stemrechten beschikt in de schoot van de algemene vergadering van de licentie kandidaat of die op één of andere wijze een beduidende invloed uitoefent op de licentie kandidaat;
- elke partij die de bevoegdheid heeft, in feite of in rechte, het directiecomité of de vertegenwoordigers van de club bij de Pro League te benoemen;
- elke partij verbonden door een ondertekende overeenkomst die afspraken inhoudt met betrekking tot het beheer of de directie van de club of de uitoefening van het stemrecht in de Algemene Vergadering;
- elke partij welke is aangeduid om de club in rechte te vertegenwoordigen op basis van de statuten of een geschreven mandaat;
- de voorzitter, de bestuurders, de algemeen directeur (of algemeen manager), de financieel directeur, de sportief directeur, de verantwoordelijke van het opleidingscentrum en de gerechtigde correspondent van de club.
1.1.1.2 Voorwaarden tot deelname aan de Belgische competitie
Artikel P7.4
Iedere club uitkomend in het profvoetbal 1A of 1B moet houder zijn van een licentie, die niet kan afgestaan worden aan een andere rechtspersoon, waardoor zij toegelaten wordt tot en gemachtigd is deel te nemen aan de competitie voorbehouden aan bedoelde afdeling.
Artikel P7.5
Alle clubs van het profvoetbal die wensen uit te komen in de Europese competities dienen bovendien te voldoen aan de toelatingsvoorwaarden van de Europese Licentie.
Artikel P7.6
De club die een licentie heeft aangevraagd binnen de daartoe voorziene periode en deze heeft bekomen en welke een niet sanctioneerbare overdracht van patrimonium heeft gerealiseerd, kan de Licentiecommissie verzoeken deze licentie over te dragen aan de overnemende rechtspersoon.
De overnemende rechtspersoon richt daartoe binnen de 8 dagen na de goedkeuring van de overdracht een verzoek aan het Licentiedepartement.
Deze aanvraag wordt onderzocht volgens dezelfde procedure als de licentieaanvraag met inachtneming van de toestand van de overnemer na de overdracht.
Artikel P7.7
Ingeval in de loop van het seizoen een sanctioneerbare overdracht van patrimonium wordt gedaan kan de rechtspersoon aan wie het patrimonium wordt overgedragen slechts een licentie aanvragen van 01.02 tot en met 15.02 van het seizoen volgend op dat waarin de overdracht tot stand kwam.
1.1.1.3 Geen aanvraag - Verzaking - Weigering - Intrekking - Sancties
1.1.1.3.1 Licentie voor het profvoetbal 1A of 1 B
Artikel P7.8
Indien geen aanvraag werd ingediend, aan het statuut van club van het profvoetbal verzaakt wordt of indien dit statuut geweigerd of ingetrokken wordt wegens niet-economische redenen, degradeert de betrokken club naar 1ste nationale, voor zover de club voldoet aan de licentievoorwaarden van die afdeling.
De club waarvan de licentie voor afdeling 1A of 1B van het profvoetbal wordt geweigerd of ingetrokken bij gebrek aan continuïteit wordt verwezen naar 1ste nationale, voor zover de club voldoet aan de licentievoorwaarden van die afdeling.
De club waarvan de licentie voor afdeling 1A of 1B van het profvoetbal wordt geweigerd of ingetrokken omwille van niet naleving van de voorwaarden inzake het betalen van de schulden vermeld in de algemene (licentie)voorwaarden wordt verwezen naar 2de afdeling VV/ACFF en moet het kampioenschap aanvangen met een handicap van drie punten, namelijk één punt per periode.
De Licentiecommissie stelt in haar beslissing vast dat de toepassing van deze sanctie zich opdringt en maakt haar beslissing voor het opleggen ervan over aan de bondsadministratie voor uitvoering.
Deze sanctie van de puntenhandicap vindt geen toepassing wanneer de club er vrijwillig toe besluit geen licentie aan te vragen of hieraan verzaakt uiterlijk 12 uur voor de zitting van de licentiecommissie waarvoor de club is opgeroepen.
1.1.1.3.2 Europese licentie
Artikel P7.9
Indien de Europese licentie door een club van het profvoetbal niet wordt aangevraagd of geweigerd of ingetrokken wordt, heeft dit geen gevolg voor het behoud van deze club in afdeling 1A of 1B van het profvoetbal voor zover zij voldoet aan de criteria van de nationale licentie voor afdeling 1A of 1B van het profvoetbal.
Naast alle reglementaire sancties worden alle inbreuken of tekortkomingen op de voorwaarden van de Europese licentie of betreffende het toezicht op de financiële verplichtingen van de clubs in het kader van de UEFA-licentie, op verzoek van en na het aanhoren van het verslag van het Licentiedepartement, door de Licentiecommissie gesanctioneerd.
1.1.1.4 Verplichting tot het mededelen van alle gebeurtenissen na het bekomen van de Licentie
Artikel P7.10
De club die een licentie bekomt voor het profvoetbal dient het Licentiedepartement op elk moment onmiddellijk schriftelijk op de hoogte te brengen van alle belangrijke veranderingen en gebeurtenissen die een belangrijke economische weerslag kunnen hebben, zoals onder meer doch niet limitatief:
- elk voornemen tot overdracht of overname, rechtstreeks of onrechtstreeks, van een percentage van 10% of meer van de stemrechten of van het eigendomsbelang in het kapitaal van eender welke aan de club verbonden rechtspersoon voorkomend binnen het organigram.
- elke gebeurtenis die dergelijke overname, overdracht, akkoorden tot gevolg kan hebben alsook voor elke overwogen wijziging binnen een of meerdere met de club verbonden juridische entiteiten.
- ingeval zeggenschap of controle wordt bekomen via andere middelen.
De informatie dient zowel alle relevante stukken als een omschrijving te bevatten van de aard van deze gebeurtenissen of de voorwaarden ervan, alsmede een schatting van hun financiële impact of een (gemotiveerde) reden waarom een dergelijke schatting niet kan worden gemaakt.
Door het indienen van een aanvraag tot het bekomen van een licentie verbindt de club er zich toe deze kennisgevingsverplichting strikt te zullen naleven.
Elke onjuiste verklaring, schending, ontkenning of het niet uitvoeren van de verplichtingen opgenomen in dit artikel kan door de Licentiecommissie, na het Licentiedepartement en de betrokken club te hebben gehoord, worden gesanctioneerd.
1.1.2 Toekennings- en licentievoorwaarden
1.1.2.1 Toekenningsvoorwaarden
Artikel P7.11
De club geeft de rechtspersoon of rechtspersonen op die de kosten dragen en/of de ontvangsten bekomen verbonden aan de volgende voetbalactiviteiten:
1° Alle loonkosten van alle medewerkers (spelers, trainers en andere administratieve en technische, medewerkers, alsmede de medische staf en de veiligheidsmedewerkers), daaronder begrepen alle soorten van betalingen aan de medewerkers ingevolge contractuele of wettelijke verplichtingen;
2° Alle kosten/inkomsten verbonden met het verwerven/verkoop van spelers (inclusief ter beschikking stellingen/ tijdelijke transfers);
3° De ticketinkomsten van de club;
4° De sponsoring en andere commerciële rechten; 5° De mediarechten;
6° De merchandising en hospitality;
7° Het operationeel beheer van de club (bv. Administratie, activiteiten tijdens de wedstrijddagen, verplaatsingen, aanwervingen e.d.);
8° De financiële kosten en inkomsten (inbegrepen de financieringen gedekt of gewaarborgd door de activiteiten van de licentieaanvrager);
9° Het gebruik en het beheer van het stadion en trainingsfaciliteiten; 10° De jeugdsector.
Artikel P7.12
De licentie eigen aan de afdeling waarin de club uitkomt wordt toegekend voor zover aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
1° de club voldoet aan de algemene licentievoorwaarden en aan de specifieke licentievoorwaarden van de afdeling waarvoor zij de licentie aanvraagt;
2° door de bevoegde instantie, op basis van het ingediende dossier en alle bekende gegevens, wordt geoordeeld dat de continuïteit van de club verzekerd is tot het einde van het seizoen waarvoor de licentie wordt verleend.
Vóór 15 oktober, publiceert het Licentiedepartement op de website van de KBVB de criteria welk zij zal toepassen om op uniforme wijze haar verslag op te stellen.
Artikel P7.13
Om te beoordelen of een club de continuïteit van haar activiteiten bewijst tot het einde van het seizoen waarvoor de licentie werd aangevraagd, worden waarborgen, leningen en ter beschikking gestelde fondsen buiten beschouwing gelaten indien:
- de schuldeiser de terugbetaling kan eisen voor het einde van genoemde periode;
- ze, direct, indirect of via een verbonden juridische entiteit, afkomstig zijn van (een) perso(o)n(en) vermeld in artikel P7.19.
Artikel P7.14
Vanaf de opening tot de sluiting van een gerechtelijke insolvabiliteitsprocedure geldt het onweerlegbaar vermoeden dat de continuïteit niet verzekerd is.
Artikel P7.15
Door de toekenning ervan wordt de licentie gegeven voor het komende seizoen.
De licentie kan niet toegekend worden onder voorwaarden die, als ze niet zouden vervuld zijn, voor gevolg zouden hebben dat de licentie vervalt voor het seizoen waarvoor de licentie is gegeven.
Artikel P7.16
Indien er schulden zijn als bedoeld in algemene (licentie)voorwaarden die door de club worden betwist en waarvan de betwisting kennelijk niet onredelijk lijkt, kan beslist worden de licentie toe te kennen voor zover de club voldoet aan alle overige licentievoorwaarden.
In het geval de betwisting kennelijk onredelijk lijkt, dient de club voorafgaandelijk de betwiste sommen hetzij op een rekening van de KBVB, hetzij op een geblokkeerde rekening van de club te consigneren, welke slechts kunnen worden gedeblokkeerd mits toestemming van het Licentiedepartement.
Artikel P7.17
Indien blijkt dat de club, waaraan een licentie werd verleend, tijdens het voorgaande seizoen, op basis van de afbetalingsplannen, gedurende meer dan één maand in gebreke is gebleven bij het naleven van haar verplichtingen, kan de Licentiecommissie slechts een nieuwe licentie toekennen vergezeld van afbetalingsplannen, voor zover een zekerheid wordt gesteld onder de vorm van een onvoorwaardelijke bankwaarborg door een bank met AAA rating gevestigd in de Europese Unie.
1.1.2.2 Algemene voorwaarden
Artikel P7.18
De aanvragende club moet aan de volgende algemene voorwaarden voldoen:
1° een organigram voorleggen van haar juridische structuur, tot en met de persoon die de ultieme controle uitoefent (miv UBO-register);
2° voor alle entiteiten welke deel uitmaken van de club, de rechtspersoonlijkheid bezitten en het bewijs voorleggen van inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen of, in voorkomend geval, in een ander nationaal register, evenals alle akten of documenten betreffende de machtigingen tot vertegenwoordiging en de mandaten waarvan de wettelijke publicatie vereist is;
3° de rechtspersoon, houder van het stamnummer moet de werkgever zijn van de spelers en van de trainers van het eerste elftal en voor alle spelers en trainers voldoen aan alle sociaal en fiscaalrechtelijke wettelijke verplichtingen ter zake;
4° een controleverslag voorleggen van een door de Algemene Vergadering benoemde commissaris dat betrekking heeft op het laatst afgesloten boekjaar en hetwelk geen onthoudende of afkeurende verklaring inhoudt en dat voldoet aan alle wettelijke bepalingen ter zake, waaronder desgevallend de alarmbelprocedure;
5° een geraamde staat van ontvangsten en uitgaven tot het einde van het seizoen waarvoor de licentie wordt aangevraagd voorleggen, met een vergelijking van de gerealiseerde cijfers en de veronderstellingen waarop de club zich baseert. Deze staat dient de normale werking te garanderen van de club tot het einde van het seizoen waarvoor de licentie werd aangevraagd;
6° het bewijs leveren in orde te zijn met de aangifte en de betaling van:
- de lonen aan spelers, trainers en het volledige personeel;
- de aan R.S.Z. verschuldigde sommen:
- de bedrijfsvoorheffing;
- de patronale bijdragen aan het pensioenfonds van alle personeelsleden;
- de taksen en de belastingen van welke aard ook;
- de bondsschulden en de vorderingen tussen clubs;
- de huur of welke andere vergoeding verschuldigd aan de eigenaar van alle stadions en trainingsinstallaties;
- alle premies inzake arbeidsongevallenverzekering voor alle personeelsleden; 7° een verzekering tegen arbeidsongevallen afsluiten voor alle personeelsleden;
8° zich schikken naar de regelgeving die betrekking heeft op de verblijfs en arbeidsvergunning van de spelers, trainers en personeel die geen onderdaan zijn van een land van de Europese Economische Ruimte (E.E.R.);
9° zich onderwerpen aan een controle met alle door de bevoegde instantie nuttig geachte middelen op de strikte toepassing van de in dit hoofdstuk voorziene reglementaire bepalingen;
10° een beroep doen op gediplomeerde trainers zoals bepaald inhet bondsreglement en voor alle trainers voldoen aan alle wettelijke bepalingen ter zake;
Indien een functie van gediplomeerde trainer vacant wordt tijdens het seizoen waarop de licentie betrekking heeft:
- om een reden die ontsnapt aan de controle van de licentiekandidaat (ziekte, ongeval, enz.) moet de licentiekandidaat er zich van verzekeren dat deze functie binnen de 60 dagen wordt overgenomen door:
o een persoon die over de nodige kwalificatie beschikt en die beantwoordt aan het criterium (in dit geval kan de vervanging gebeuren voor een periode van onbepaalde duur);
o een persoon die niet beschikt over de nodige kwalificatie en die niet beantwoordt aan het criterium (in dit geval is de vervanging slechts tijdelijk en mag de duur ervan het einde van het seizoen onderworpen aan de licentie, niet overschrijden).
- om een reden die voortvloeit uit een beslissing van de licentiekandidaat (bv. ontslag van de hoofdtrainer of de verbreking van zijn contract in onderling overleg), moet de licentiekandidaat er zich van verzekeren dat de functie binnen de 60 dagen wordt overgenomen door een persoon die over de nodige kwalificatie beschikt en die beantwoordt aan het criterium (in dit geval kan de vervanging gebeuren voor een periode van onbepaalde duur).
Deze vervanging moet binnen de 60 dagen nadat een functie vacant is komen te staan, worden betekend aan het Licentiedepartement.
Bij niet-naleving van deze termijn van 60 dagen, dient de Licentiemanager een de Licentiecommissie te vatten, die, per vijf werkdagen dat de club niet voldoet aan deze bepalingen een geldboete kan opleggen aan de betrokken club.
11° over een stadion beschikken dat beantwoordt aan alle wettelijke bepalingen en aan de uitvoeringsbesluiten inzake veiligheid in de stadions en ticketing. Daarenboven dient de club over een schriftelijk akkoord te beschikken van de lokale autoriteiten om haar thuiswedstrijden te mogen afwerken in dit stadion tijdens het seizoen waarvoor de licentie wordt aangevraagd;
12° zonder enig voorbehoud alle contractuele en statutaire verplichtingen van de Pro League, aanvaarden en zich ertoe verbinden aan de uitvoering van de contractuele verplichtingen van de Pro League alle medewerking te verlenen.
Artikel P7.19
De licentie zal niet worden toegekend :
1° een club waarvan minstens één van de verbonden juridische entiteiten:
a) als lid is geschrapt door een internationale, Belgische of buitenlandse sportinstantie of geschorst gedurende een periode die het in de aanvraag bedoelde seizoen geheel of gedeeltelijk bestrijkt;
b) is veroordeeld wegens daden van wedstrijdvervalsing of medeplichtigheid daaraan;
c) is veroordeeld wegens witwassen, mensenhandel of bendevorming, of voor een strafrechtelijk beteugelde handeling die krachtens het Belgisch Strafwetboek kwalificeert als een misdaad;
d) een gerechtelijk verbod heeft opgelegd gekregen om bepaalde ambten, beroepen of werkzaamheden uit te oefenen.
e) om disciplinaire redenen is geschrapt voor een termijn van tenminste drie jaar door een beroepsorganisatie waartoe de verbonden juridische entiteit behoort op het ogenblik dat de licentieaanvraag wordt ingediend of gedurende een periode die het in de aanvraag bedoelde seizoen (zelfs gedeeltelijk) bestrijkt;
f) minder dan tien kalenderjaren voor de licentieaanvraag, nog bestuurder was van een Belgische club die om andere dan sportieve redenen is geschrapt of gedegradeerd (bijvoorbeeld, wegens het niet betalen van schulden), tenzij de Raad van Bestuur van de Pro League vaststelt dat de verbonden juridische entiteit niet bij de situatie betrokken was of alle binnen zijn macht liggende maatregelen heeft getroffen om de situatie op te lossen of ze aan de bevoegde instanties te melden.
Bovenstaande voorwaarden zijn enkel van toepassing in zoverre betreffende uitspraak in kracht van gewijsde is getreden.
2° een club die geen gehoor geeft aan elk schriftelijk verzoek van de Pro League met onmiddellijke ingang alle verbonden juridische entiteiten van de club te ontslaan waarvan de Pro League het Licentiedepartement inlicht:
- dat zij tijdens het afgelopen seizoen persoonlijk of via een tussenpersoon betrokken was bij weddenschappen op de uitslagen van door zijn club gespeelde wedstrijden; of op andere wedstrijden waarbij zijn club belang heeft, tenzij het gaat om een op kleine schaal door de club georganiseerde pronostiek voor een goed doel;
- dat zij direct of indirect 10% of meer aandelen of deelbewijzen aanhouden in een vennootschap die sportweddenschappen in verband met het voetbal organiseert;
- dat zij op eender welk moment sinds zij een beslissende invloed uitoefent in de club, de uitslag van een wedstrijd in de Pro League heeft beïnvloed om zo zelf een weddenschap (te proberen) te winnen of een derde te laten winnen. Het contract van elk betaald sportbeoefenaar die is aangesloten bij de club, moet tevens een clausule bevatten die de speler verbiedt om deel te nemen aan weddenschappen van welke aard ook die betrekking hebben op voetbalwedstrijden van de club of op andere wedstrijden waarbij hun club belang heeft.
3° een club waarvan één of meerdere verbonden juridische entiteiten:
- eveneens een juridische entiteit is verbonden met een andere club van het profvoetbal;
- activiteiten als tussenpersonen uitoefenen overeenkomstig de definitie van FIFA;
4° een club indien ze met een Belgische of buitenlandse club, met een vereniging in eender welke vorm of met een tussenpersoon een overeenkomst heeft betreffende de training en/of (uitgestelde) rekrutering van spelers van minder dan 18 jaar van wie de opleiding niet in overeenstemming is met de wetten op de kinder- en jeugdbescherming, met de regels van openbare orde, met het Verdrag inzake de rechten van het kind van de Verenigde Naties van 20 november 1989 en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie of met de reglementering van de FIFA, KBVB of de Pro League.
1.1.2.3 Specifieke voorwaarden voor het profvoetbal 1A
Artikel P7.20
Om een licentie te bekomen voor het profvoetbal 1A moet een club tevens voldoen aan volgende specifieke voorwaarden:
1° Sportief in aanmerking komen om uit te komen in of te promoveren naar afdeling 1A van het profvoetbal of in aanmerking komen om uit te komen in of te degraderen naar afdeling 1B van het profvoetbal;
2° uiterlijk op 1 september van ieder seizoen in het profvoetbal 1A beschikken over minstens 23 spelers, tenzij andersluidende bepaling in de afgesloten CAO, met het statuut van betaalde sportbeoefenaar en voor alle spelers voldoen aan de wettelijke bepalingen ter zake;
3° over installaties beschikken die op dag van de aanvraag van de licentie aan de volgende specifieke criteria beantwoorden:
a) het stadion moet uitgerust zijn met een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde verlichtingssterkte van minstens 800 lux;
een club welke gedurende 2 opeenvolgende seizoen is uitgekomen in afdeling 1A van het profvoetbal, moet bij haar aanvraag van haar licentie voor het volgende seizoen voor de afdeling 1A profvoetbal, beschikken over een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde verlichtingssterkte van minstens 1200 lux;
b) het speelveld moet een lengte hebben van minstens 100 meter en maximum 105 meter, een breedte van minstens 64 meter en maximum 68 meter. Het moet in perfecte staat zijn en de club moet bewijzen dat ze over het nodige materiaal en personeel voor het onderhoud beschikt;
c) de neutrale zone moet afgesloten zijn met een doeltreffende afrastering die de veiligheid van de officiëlen en van de spelers waarborgt, conform de normen van de UEFA en de Belgische regelgeving;
d) de kleedkamers moeten ruim zijn;
e) binnen de installaties of in de onmiddellijke nabijheid ervan moet een parkeerterrein aangelegd zijn. Het moet voldoende groot zijn om de wagens te parkeren van de bestuursleden van de thuisclub en de bezoekers, van de scheidsrechters en assistent- scheidsrechters, evenals van de leden van de bondsinstanties die houder zijn van een kaart "Raadslid";
f) er moet een receptiezaal voorzien zijn;
g) uitgerust zijn met een medisch kabinet, dat voldoet aan de normen van professionele voetbalsport. Het moet bovendien beantwoorden aan de noden van het jeugdvoetbal en de medische opvolging van de sportbeoefenaars dient gewaarborgd te zijn;
h) de sanitaire voorzieningen moeten toereikend zijn;
i) de pers-, radio- en televisietribune moet voorzien zijn van het nodige materiaal en voldoen aan de normen voorzien in de akkoorden afgesloten met de B.B.S. en de radio- en televisiezenders;
j) het stadion moet een capaciteit hebben van minstens 8.000 plaatsen, waarvan minstens
5.000 zitplaatsen;
k) de officiële tribune moet duidelijk gescheiden zijn van de andere zitplaatsen.
Artikel P7.21
De keuring van de installaties gebeurt in opdracht van het Licentiedepartement onder de verantwoordelijkheid van de veiligheidsverantwoordelijke van de KBVB. Het ontvangen rapport van deze deskundigen kan, buiten het kader van de toekenning van de licentie, voor verder gevolg worden overgemaakt aan de andere bondsinstanties voor verder gevolg.
Artikel P7.22
Bij het uitvoeren van verbouwingswerken aan het stadion kan de Licentiecommissie op basis van de voorgelegde plannen en concrete verbintenissen tot uitvoering, na advies van het Licentiedepartement een afwijking toestaan van de infrastructuur- en capaciteitsvereisten (met uitzondering van deze inzake de capaciteit van de lichtinstallatie) op voorwaarde dat :
- het stadion bij aanvang van de werken aan de capaciteitsvereisten voldoet en
- gedurende de duur van deze afwijking beantwoordt aan alle regelgeving inzake veiligheid in de stadions en ticketing.
De duur van deze afwijking mag zich echter niet verder uitstrekken dan de uiterste datum van indiening van de volgende licentieaanvraag, tenzij een nieuwe afwijking wordt gevraagd en bekomen voor nieuwe werken (fasering van werken).
Ingeval van verbouwingswerken aan het stadion kan de licentiecommissie na advies van het Licentiedepartement de club een afwijking toestaan om haar thuiswedstrijden tijdelijk en voor een welbepaalde tijd in een ander stadion te spelen, dat, tijdens deze periode voldoet aan de specifieke criteria voorzien voor het profvoetbal 1A of 1B, naargelang het geval.
De duur van deze afwijking mag zich echter niet verder uitstrekken dan de uiterste datum van indiening van de volgende licentieaanvraag, tenzij een nieuwe afwijking wordt gevraagd en bekomen voor nieuwe werken (fasering van werken).
1.1.2.4 Specifieke voorwaarden voor het behalen van de UEFA-licentie en deelname aan competities van de UEFA
Artikel P7.23
Voor zover de nationale licentie voor het profvoetbal wordt bekomen, dient de club bijkomend te voldoen aan het UEFA-reglement betreffende de toekenning van de licenties aan de clubs.
UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 Art. 17 tot en met 52 en Art. 67 tot en met 74, en de daarbij horende bijlagen) – Zie hiervoor xxx.xxxx.xxx
Artikel P7.24
Inzake de UEFA-licentie gelden er A en B-Criteria. Alle criteria die niet als B worden beschouwd, zijn automatisch A-criteria.
Volgende artikels worden beschouwd als B-criteria:
UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 Artikels 19.2 , 22, 23, 23 bis, 26, 35, 35 bis , 41 en 42
Artikel P7.25
Volgende afwijkingen of verduidelijkingen van de voorwaarden gesteld in het UEFA-reglement gelden voor de Belgische clubs:
- Art.18: Jeugdploegen
De clubs moeten de jeugdploegen zoals voorzien in dit reglement in lijn brengen in de Elite jeugdkampioenschappen.
- Art.19 – Medische opvolging
Alle jeugdspelers die een contract van betaalde sportbeoefenaar ondertekenen dienen een medisch onderzoek te ondergaan inclusief cardio vasculair onderzoek.
- Art. 24: Stadion voor interclub competitie UEFA
De club moet een akkoord met de eigenaar en de lokale autoriteiten voorleggen voor een stadion van categorie 4.
- Art. 26: trainingsfaciliteiten
De club moet het bewijs voorleggen te kunnen beschikken gedurende de duur van de licentie over volgende trainingsfaciliteiten:
o Minstens 4 terreinen die voldoen aan volgende afmetingen, zijnde : minstens 90 meter lengte en minstens 45m breedte. Een synthetisch terrein wordt voor 2 terreinen in aanmerking genomen;
o 2 van deze bovenvermelde terreinen moeten beschikken over een verlichtingsinstallatie van minstens 60 lux;
o Een uitgeruste medische ruimte ter beschikking hebben in deze trainingsfaciliteiten (met inbegrip van een defibrillator);
- Art. 28: Administratief verantwoordelijke
Dit dient de gerechtigde correspondent van de club te zijn.
- Art. 29: Financieel verantwoordelijke
Punt 2: Deze dient een IAB-accountant of een bedrijfsrevisor te zijn.
- Art. 30: Mediaverantwoordelijke
Het diploma onder 2b dient te worden afgeleverd door Xxxxxxxxxx.xx, en punt 2c vervalt.
- Art.33: Veiligheidsverantwoordelijke
Punt 2: Dit dient een houder te zijn van een licentie van veiligheidsverantwoordelijke uitgereikt door de KBVB, en die de voorziene bijscholingen heeft gevolgd.
- Art. 36: Hoofdtrainer van de eerste ploeg
De hoofdtrainer moet beschikken over een geldige UEFA-Pro Licentie of de UEFA-Pro cursus volgen, wat dit laatste betreft op voorwaarde dat de 1ste assistent-trainer beschikt over een geldige UEFA-Pro Licentie
- Art. 37: Assistent-trainer van de eerste ploeg
De Assistent-trainer moet beschikken over een geldige UEFA-A Xxxxxxxx
- Art. 38: Jeugdcoördinator
De Jeugdcoördinator moet beschikken over een geldige UEFA-A Xxxxxxxx
- Art. 39: Jeugdtrainers
De club dient te beschikken over volgende jeugdtrainers voor de ploegen die uitkomen in de Elite jeugdkampioenschappen: minstens 2 trainers die beschikken over minstens een geldige UEFA-A licentie en 2 trainers die beschikken over minstens een geldige UEFA-B licentie
- Art. 47: Jaarlijkse financiële informatie
Punt 2: de onafhankelijke auditeur dient een bedrijfsrevisor; lid van de IBR te zijn.
- Art. 47 bis – Publicatie van de financiële informatie
De club dient het bewijs te leveren dat volgende elementen werden gepubliceerd op de website van de club :
o Totaal bedrag betaald aan tussenpersonen van het laatst afgesloten boekjaar;
o Jaarlijkse financiële informatie van het laatst afgesloten boekjaar in formaat van Nationale Bank.
Indien de club het bewijs niet levert, behoudt het licentiedepartement het recht om deze gegevens te publiceren op de website van de KBVB zonder voorafgaande toelating van de club.
- Art. 48: Financiële informatie voor de tussentijdse periode
Punt 3: de onafhankelijke auditeur dient een bedrijfsrevisor, lid van de IBR te zijn.
- Art. 50: Geen betalingsachterstand t.o.v. het personeel Punt 3 slaat op alle personeelsleden van de club.
- Artikel 50bis: Geen betalingsachterstand t.o.v. de fiscale en sociale administraties
Dit slaat op alle personeelsleden van de club en is van toepassing op alle sommen verschuldigd aan RSZ, bedrijfsvoorheffing en alle taksen en belastingen van welke aard ook.
Artikel P7.26
Bij niet-naleving van een A-criterium krijgt de kandidaat geen UEFA-licentie, en is bijgevolg niet gemachtigd om deel te nemen aan de UEFA-competitie noch aan de testwedstrijden van respectievelijk Play Off 2 – en desgevallend Play Off 2 - Play Off 1 zoals bepaald in dit reglement.
Bij het niet-naleven van het zogenoemde B-criterium, zal de club niet worden uitgesloten van een UEFA-competitie.
Bij het onderzoek tot toekenning van een licentie door de Licentiecommissie wordt iedere tekortkoming betreffende een verplicht B-criterium bestraft met een boete van 2.500,00 EUR per tekortkoming. In geval van herhaling tijdens het daaropvolgende seizoen, wordt de boete verhoogd tot 5.000 EUR.
Uitzondering ingeval een amateurclub zich zou kwalificeren voor een Europese Competitie :
Artikel P7.27
Ingeval een club in aanmerking komt voor deelname aan een UEFA-competitie en niet uitkomt in het profvoetbal, dient de club zich te schikken naar alle wettelijke Belgische bepalingen inzake veiligheid en infrastructuur, alsook naar de UEFA-reglementen met betrekking tot deze competities.
De KBVB deelt aan UEFA binnen de gestelde termijn door UEFA de identiteit van deze clubs mede.
zie artikel 15 en daarbij horende bijlage IV van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations– Editie 2018 - Zie hiervoor xxx.xxxx.xxx).
1.1.2.5 Specifieke voorwaarden voor het profvoetbal 1B
Artikel P7.28
Om een licentie te bekomen voor het profvoetbal 1B moet een club tevens voldoen aan volgende specifieke voorwaarden:
1° in aanmerking komen om sportief te promoveren naar afdeling 1B van het profvoetbal;
2° uiterlijk op 1 september van elk seizoen in het profvoetbal 1B beschikken over minstens 19 spelers, tenzij andersluidende bepaling in de afgesloten CAO, met het statuut van betaalde sportbeoefenaar
3° over installaties beschikken die aan de volgende specifieke criteria beantwoorden:
a) Het stadion moet uitgerust zijn met een verlichtingsinstallatie met een gemiddelde verlichtingssterkte van minstens 800 lux;
b) het speelveld moet een lengte hebben van minstens 100 meter en maximum 105 meter, een breedte van minstens 64 meter en maximum 68 meter. Het moet in perfecte staat zijn en de club moet bewijzen dat ze over het nodige materiaal en personeel voor het onderhoud beschikt;
c) de neutrale zone moet afgesloten zijn met een doeltreffende afrastering die de veiligheid van de officiëlen en van de spelers waarborgt, conform de normen van de UEFA en de Belgische regelgeving;
d) de kleedkamers moeten ruim zijn;
e) binnen de installaties of in de onmiddellijke nabijheid ervan moet een parkeerterrein aangelegd zijn. Het moet voldoende groot zijn om de wagens te parkeren van de bestuursleden van de thuisclub en de bezoekers, van de scheidsrechters en assistent- scheidsrechters, evenals van de leden van de bondsinstanties die houder zijn van een kaart "Raadslid";
f) er moet een receptiezaal voorzien zijn;
g) uitgerust zijn met een medisch kabinet, dat voldoet aan de normen van de professionele voetbalsport. Het moet bovendien beantwoorden aan de noden van het jeugdvoetbal en de medische opvolging van de sportbeoefenaars dient gewaarborgd te zijn;
h) de sanitaire voorzieningen moeten toereikend zijn;
i) de pers-, radio- en televisietribune moet voorzien zijn van het nodige materiaal en voldoen aan de normen voorzien in de akkoorden afgesloten met de B.B.S. en de radio- en televisiezenders;
j) het stadion moet een capaciteit hebben van minstens 4.000 plaatsen, waarvan 1.500 zitplaatsen;
k) de officiële tribune moet duidelijk gescheiden zijn van de overige zitplaatsen.
De keuring van de installaties gebeurt in opdracht van het Licentiedepartement onder de verantwoordelijkheid van de veiligheidsverantwoordelijke van de KBVB. Het ontvangen rapport van deze deskundigen kan, buiten het kader van de toekenning van de licentie, voor verder gevolg worden overgemaakt aan de andere bondsinstanties voor verder gevolg.
In uitvoering van de specifieke voorwaarden waaraan de installaties van de club dienen te voldoen is, de club welke gepromoveerd is naar afdeling 1B van het profvoetbal en welke een
licentie moet bekomen voor afdeling 1A van het profvoetbal vanaf het tweede seizoen nadat zij is toegetreden tot afdeling 1B van het profvoetbal, niet verplicht, op de datum van de aanvraag, te beschikken over installaties die beantwoorden aan specifieke criteria. Voor de club, worden de desbetreffende bepalingen slechts gecontroleerd op 15 oktober en op 31 december van het tweede seizoen volgend op haar promotie.
1.1.3 Procedure voor de toekenning van de licentie
1.1.3.1 Het verzoek tot voorafgaand onderzoek, enkel voor clubs uitkomend in het profvoetbal
Artikel P7.29
Op straffe van verval, tijdens de periode van 1 tot en met 15 september van ieder seizoen, kunnen de clubs die uitkomen in het profvoetbal en wensen uit te komen in de UEFA competities een voorafgaande aanvraag tot toekenning van een Europese licentie voor het daaropvolgend seizoen indienen bij het Licentiedepartement. Deze aanvraag zal de clubs ter beschikking worden gesteld via het gedigitaliseerd systeem.
Na ontvangst van deze aanvraag stelt het Licentiedepartement de clubs de documenten ter beschikking waarin de verschillende criteria tot het bekomen van de Europese licentie en van de nationale licentie worden opgesomd en uitgelegd.
Artikel P7.30
De club dient de ingevulde documenten, op straffe van verval, uiterlijk op 15 oktober daaropvolgend in te dienen via het gedigitaliseerd systeem van het Licentiedepartement.
Dit betreft niet het digitaal platform van de KBVB, kickoff.
Het Licentiedepartement gaat na of de antwoorden en informatie volledig zijn. In voorkomend geval wordt de club verzocht om binnen een toegemeten termijn de ontbrekende stukken bijkomend aan te leveren.
Artikel P7.31
Het Licentiedepartement gaat na of alle voorwaarden tot het bekomen van de Europese licentie zijn vervuld.
Het kan daarbij beroep doen op interne of externe deskundigen met het oog op het staven van het verslag bij de Licentiecommissie.
Artikel P7.32
Het Licentiedepartement brengt bij de Licentiecommissie verslag uit over de vastgestelde tekortkomingen bij de indiening van de voorafgaande aanvraag.
1.1.3.2 Het verzoek tot toekenning van de licentie
Artikel P7.33
Op straffe van verval moeten de clubs die de licentie profvoetbal wensen te bekomen ieder seizoen van 1 februari tot en met 15 februari de aanvraag hiertoe indienen op de wijze bepaald door het Licentiedepartement.
Voor de clubs uitkomende in het profvoetbal dient deze aanvraag te gebeuren door middel van het via het gedigitaliseerd systeem ter beschikking gesteld formulier.
Voor de clubs uitkomende in het amateurvoetbal dient deze aanvraag te gebeuren per aangetekend schrijven of het digitaal platform, gericht aan het Licentiedepartement.
Artikel P7.34
Op straffe van nietigheid, dient de aanvraag ingediend te worden door middel van een standaardformulier, goedgekeurd door de Licentiecommissie, waarin de verschillende voorwaarden tot het bekomen van de licentie worden vermeld, en waarin de bij te voegen attesten en bewijsstukken kunnen worden opgelijst.
De aanvraag dient vergezeld van de bewijsstukken, waaruit de naleving van de licentievoorwaarden blijkt en dit ongeacht de onderzoeksmogelijkheden van het Licentiedepartement en de bevoegde instanties naar alle feitelijke elementen, ook deze begrepen tussen de dag van de aanvraag en de dag vóór de zitting van de bevoegde instantie waarop de zaak is vastgesteld.
Artikel P7.35
De licentiekandidaat moet, bijgevoegd aan zijn aanvraag, volgende documenten en onderstaande geschreven bevestigingen leveren binnen de toegemeten termijnen:
- de statuten van de licentiekandidaat;
- bevestiging van zijn verbintenis tot de naleving van de bepalingen en voorwaarden van de licentieprocedure;
- bevestiging dat de club de arbitrage zoals bepaald in deze procedure aanvaardt;
- bevestiging van de volledigheid en de juistheid van alle aan de licentieverlener overgelegde documenten;
- bevestiging van zijn toelating verleend aan de bondsinstanties bevoegd voor het onderzoek van de licentieaanvraag en haar toekenning om de overgelegde documenten te onderzoeken en alle informatie op te zoeken in verband met de aflevering van de licentie.
Artikel P7.36
Op basis van het voorafgaand onderzoek voor clubs uitkomende in het profvoetbal en van de bijkomende gegevens die door de club samen met het aanvraagformulier worden ingediend of van ieder ander rechtmatige verkregen element, stelt het Licentiedepartement een schriftelijk verslag op bestemd voor de Licentiecommissie.
Dit verslag, waarin de Licentiemanager een advies uitbrengt over het al dan niet toekennen van de licentie, moet uiterlijk 20 werkdagen beginnende vanaf de 2de werkdag na 15 februari voor de clubs uitkomende in het profvoetbal waarbij het dossier werd ingediend via het gedigitaliseerd systeem en beginnende op de werkdag van ontvangst van het aangetekend schrijven voor de clubs uit het amateurvoetbal, worden opgesteld.
Het volledige dossier, samen met het verslag van het Licentiedepartement, wordt ter beschikking gesteld van de Licentiecommissie. Het verslag van het Licentiedepartement wordt tevens onmiddellijk ter beschikking gesteld van de aanvragende club.
via het digitaal systeem of per aangetekend schrijven.
1.1.3.3 Aangifte van vorderingen van schuldeisers
Artikel P7.37
De schuldeisers, die menen dat met hen rekening moet gehouden worden bij de toekenning van de licentie, dienen zich per aangetekende brief aan het Licentiedepartement of de Licentiecommissie kenbaar te maken en er de nodige stavingstukken aan toe te voegen.
Het Licentiedepartement maakt binnen de 48 uur na ontvangst een kopie over aan de betrokken club.
1.1.3.4 De procedure voor de Licentiecommissie
Zie Boek B-Titel 11, Geschillen en Procedures (B11)
1.1.3.5 Verhaal bij het Belgisch Arbitragehof voor de Sport tegen de beslissing van de Licentiecommissie
Zie Boek B-Titel 11, Geschillen en Procedures (B11)
1.1.4 Toezicht op de toekenningsvoorwaarden en de verplichtingen
1.1.4.1 Controle op de uitvoering van de financiële verplichtingen
Artikel P7.38
Tijdens de maanden mei/juni en november/december van elk seizoen, oefent het Licentiedepartement controle uit op de uitvoering van de verplichtingen inzake de betaling van de schulden vermeld in de algemene (licentie)voorwaarden.
De Licentiecommissie kan een club sanctioneren voor elke tekortkoming en hierbij het verbod aan de in gebreke blijvende club opleggen om spelers aan te werven die mogelijk zouden kunnen worden opgesteld in de eerste ploeg.
Dit verbod geldt voor de duur van de deelneming aan het profvoetbal 1A of 1B.
Het verbod kan enkel opgeheven worden door de Licentiecommissie na bevestiging door de Licentiemanager van de perfecte uitvoering van de verplichtingen door de club.
1.1.4.2 Toezicht op de toekenningsvoorwaarden door de Licentiecommissie en het Licentiedepartement
Artikel P7.39
Het Licentiedepartement ziet toe :
- op de naleving van de maatregelen die de club desgevallend worden opgelegd bij de toekenning van de licentie.
- op de uitvoering van de verplichtingen opgenomen in afbetalingsplannen overeengekomen met de schuldeisers, bij en met het oog op het bekomen van de licentie.
Bij niet naleving wordt een verslag overgemaakt aan de Licentiecommissie en wordt de club door het Licentiedepartement opgeroepen om te verschijnen voor de Licentiecommissie.
De Licentiecommissie kan een boete opleggen, dan wel een verbod tot aanwerving van spelers die mogelijk zouden kunnen opgesteld worden in de eerste ploeg.
Dit transferverbod kan pas worden opgeheven door de Licentiecommissie na bevestiging door het Licentiedepartement van de naleving van de maatregelen.
Artikel P7.40
De licentie kan door de Licentiecommissie worden ingetrokken in geval van faillissement of in vereffeningstelling.
Artikel P7.41
Elke bondsinstantie die een klacht ontvangt met betrekking tot een verschuldigd bedrag als bedoeld in de algemene (licentie)voorwaarden lastens een club die uitkomt in het profvoetbal 1A, 1B of 1ste nationale, dient het Licentiedepartement hiervan onverwijld schriftelijk in kennis te stellen.
Er geldt een richttermijn van maximum vijf werkdagen.
Elke beslissing, uitgesproken in het kader van een dergelijke procedure, wordt tevens onverwijld schriftelijk meegedeeld aan het Licentiedepartement die de zaak voor nuttig gevolg bij de Licentiecommissie aanhangig kan maken.
Artikel P7.42
Elke onjuiste verklaring, elke schending, miskenning of niet-uitvoering van de door de Licentiecommissie bepaalde maatregelen in het kader van het onderzoek en/of de beslissing over een licentie, met uitzondering van de bepalingen in verband met de toekenningsvoorwaarden betreffende de infrastructuur, kan door de Licentiecommissie gesanctioneerd worden, na het Licentiedepartement en de betrokken club te hebben gehoord, met hetzij :
- een boete voor clubs zoals voorzien in het bondsreglement,
- een verbod tot aanvraag van de licentie voor het seizoen volgend op de vaststelling van de inbreuk. Een aanvraag in strijd met dit verbod, wordt van rechtswege als onontvankelijk beschouwd.
- de veroordeling tot betaling van een boete conform de beschikkingen over de niet- naleving van de specifieke voorwaarden voor het behalen van de UEFA-licentie en deelname aan competities van de UEFA voor de clubs van het profvoetbal 1A.
1.1.4.3 Toezicht op de toekenningsvoorwaarden betreffende de infrastructuur door de Licentiecommissie en het Licentiedepartement
Artikel P7.43
De club dient uiterlijk op het ogenblik van de licentie-aanvraag over installaties te beschikken die de specifieke licentiecriteria beantwoorden.
Artikel P7.44
Voor clubs van de 1ste nationale die promoveren naar 1B van het profvoetbal en die een licentie profvoetbal 1A moeten bekomen vanaf het seizoen volgend op hun toetreding tot 1 B geldt het volgende:
1° Het Licentiedepartement ziet toe op de naleving van de maatregelen betreffende de infrastructuur die de club worden opgelegd bij de toekenning van de licentie.
2° De periode om aan de maatregelen betreffende infrastructuur te voldoen wordt bepaald tot en met 15 oktober. Indien na deze datum niet wordt voldaan aan de gestelde maatregelen vat het Licentiedepartement de Licentiecommissie met oproeping van de de betrokken.
De Licentiecommissie kan op basis van het verslag van het Licentiedepartement, na de club te hebben gehoord, een boete opleggen ten bedrage van het aandeel in de mediarechten die aan betrokken club werden of zullen worden betaald voor het seizoen waarop de licentie betrekking heeft.
3° Indien de club op 31 december nog steeds niet voldoet aan de gestelde maatregelen betreffende infrastructuur, dient het Licentiedepartement de de Licentiecommissie opnieuw te vatten met oproeping van de betrokken club.
4° Op basis van het verslag van het Licentiedepartement kan de Licentiecommissie, na de club te hebben gehoord, de club een verbod opleggen om het volgende seizoen een licentie aan te vragen voor het profvoetbal. Een aanvraag in strijd met dit verbod, wordt van rechtswege onontvankelijk beschouwd.
1.1.4.4 Toezicht op de financiële verplichtingen van de clubs in het kader van de UEFA-licentie
Artikel P7.45
De clubs die zich kwalificeren voor een UEFA-competitie worden onderworpen aan dit toezicht.
De club dient te voldoen aan het UEFA-reglement betreffende de toekenning van de licenties aan de clubs.
Voor wat betreft de artikels 53 tot 66bis van dit UEFA-reglement:
- De clubs dienen jaarlijks uiterlijk 10 dagen voor de gestelde termijn de vereiste documenten bezorgen aan het Licentiedepartement, dat deze na nazicht doorstuurt naar de UEFA op de door deze laatste bepaalde datum.
- Indien de club één van de indicatoren conform artikel 62 van “de UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations”- Editie 2018 heeft overschreden, of wanneer UEFA hierom officieel verzoekt, dient de club uiterlijk 10 dagen voor de gestelde termijn de vereiste documenten opnieuw te bezorgen aan het Licentiedepartement, dat deze na nazicht doorstuurt naar de UEFA op de door deze laatste bepaalde datum.
Artikel P7.46
Afgezien van de mogelijke opgelegde sancties opgelegd door UEFA, wordt de niet-naleving van de vooropgestelde termijnen door de club gesanctioneerd met een boete van 2.500,00 EUR per werkdag vertraging.
1.2 FINANCIAL FAIR PLAY BELGIE (“FFP”)
1.2.1 Clubs onderworpen aan Financial Fair Play België
Artikel P7.47
De club die voor het tweede opeenvolgende seizoen uitkomt in het profvoetbal, is onderworpen aan de regelgeving betreffende Financial Fair Play in België.
De club dient alle entiteiten te bevatten zoals bepaald in de toekennings- en licentievoorwaarden voor het profvoetbal.
1.2.2 Geen of onvolledig dossier - Weigering – Sancties
Artikel P7.48
Indien de club nalaat het dossier in te dienen, verzaakt of weigert de gevraagde informatie binnen de reglementaire termijn over te maken, zal de club worden opgeroepen voor de Licentiecommissie en kunnen sancties worden opgelegd.
Artikel P7.49
De sancties inzake Financial Fair Play België hebben geen invloed op de lopende licenties voor het profvoetbal 1A en 1B.
Artikel P7.50
Het laattijdig of onvolledig indienen van het dossier conform de door het Licentiedepartement voorgestelde procedure door de club geeft van rechtswege aanleiding tot een retributie van 2.500,00 EUR per werkdag.
Artikel P7.51
De sancties voor het niet naleven van het aanvaardbaar verlies zijn als volgt: 1° Bij een eerste inbreuk:
- Aftrek van 3 punten bij de start van het seizoen volgend op de uitspraak. Indien de club uitkomt in 1B, zal de aftrek gebeuren in het 1ste periodekampioenschap;
- Vermindering met 2 spelers van het maximum aantal spelers ouder dan U21 dat mag voorkomen op de Squad Size limit lijst voor het seizoen volgend op de uitspraak.
Bijgevolg mogen er maximaal 23 spelers ouder dan U21 voorkomen op de SSL lijst van de desbetreffende club.
2° Bij een tweede opeenvolgende inbreuk:
- Aftrek van 6 punten bij de start van het seizoen volgend op de uitspraak. Indien de club uitkomt in 1B, zal de aftrek gebeuren in het 1ste periodekampioenschap;
- Vermindering met 4 spelers van het maximum aantal spelers ouder dan U 21 dat mag voorkomen op de Squad Size limit lijst voor het seizoen volgend op de uitspraak.
Bijgevolg mogen er maximaal 21 spelers ouder dan U21 voorkomen op de SSL lijst van de desbetreffende club.
3° Vanaf een derde opeenvolgende inbreuk:
- Aftrek van 9 punten bij de start van het seizoen volgend op de uitspraak. Indien de club uitkomt in 1B, zal de aftrek gebeuren in het 1ste periodekampioenschap;
- Vermindering met 4 spelers van het maximum aantal spelers ouder dan U 21 dat mag voorkomen op de Squad Size limit lijst voor het seizoen volgend op de uitspraak.
Bijgevolg mogen er maximaal 21 spelers ouder dan U21 voorkomen op de lijst van de desbetreffende club;
- Een boete van minimaal 50% en maximaal 100% van het aandeel van de club in de mediarechten van het profvoetbal voor het betrokken seizoen.
Artikel P7.52
De bevoegde instantie dient bij het bepalen van de sancties rekening te houden met verzachtende omstandigheden zoals verder bepaald in dit reglement.
1.2.2.1 Algemene voorwaarden
1.2.2.1.1 Voor te leggen elementen
Artikel P7.53
Iedere aan de FFP reglementering onderworpen club dient volgende elementen voor te leggen:
1° een controleverslag van een door de Algemene Vergadering benoemde commissaris xxxx betrekking heeft op het laatst afgesloten boekjaar (indien het boekjaar afsluit per 31 mei of per 30 juni) of het laatste seizoen (1 juli tot en met 30 juni) indien de statutaire afsluitingsdatum niet 31 mei of 30 juni is;
2° de balans- en resultatenrekening volgens het volledig schema van de Nationale Bank, alsook de interne balans en resultatenrekening van het laatst afgesloten boekjaar of het laatste seizoen zoals hiervoor bepaald;
3° de door het Licentiedepartement opgestelde template van de gereviseerde balans- en resultatenrekening van het laatst afgesloten boekjaar of het laatste seizoen zoals hiervoor bepaald, getekend door de door de Algemene Vergadering benoemde commissaris én die overeenstemt met het voorgelegde controleverslag, alsmede alle door het Licentiedepartement vereiste bijlagen ter ondersteuning van deze template;
4° alle verantwoordingsstukken met betrekking tot de eventuele aangebrachte correcties voor het berekenen van het Belgische Financial Fair Play resultaat;
5° alle verantwoordingsstukken betreffende de eventuele doorgevoerde kapitaalsverhoging(en) van het laatst afgesloten boekjaar of het laatste seizoen zoals hiervoor bepaald;
6° indien het Financial fair play resultaat van de club negatief is voor één van de laatste 3 boekjaren of seizoenen zoals hiervoor bepaald, een budget met alle verantwoordingsstukken voor het lopende seizoen;
7° de bevestiging van de verbintenis van de club tot de naleving van de voorwaarden en sancties in deze procedure;
8° de bevestiging dat de club de arbitrage zoals voorzien voor deze procedure zonder voorbeoud aanvaardt;
9° de bevestiging van de volledigheid en de juistheid van alle overgelegde documenten.
1.2.2.1.2 Basisprincipe en waarderingsregels
Artikel P7.54
De volgende basisprincipe en waarderingsregels dienen in acht te worden genomen:
1° de balans en resultatenrekening dient de geconsolideerde gegevens te bevatten van alle entiteiten zoals bepaald in de toekennings- en licentievoorwaarden voor het profvoetbal;
2° Indien het laatst afgesloten boekjaar per 31 mei of per 30 juni, een kortere of langere periode bevat dan het laatste seizoen, dient de club de gegevens voor te leggen van het laatste seizoen conform wat bepaald is in verband met het controleverslag zoals bepaald in de algemene voorwaarden;
3° De template opgesteld door het Licentiedepartement dient minstens alle elementen te bevatten zoals bepaald in bijlage VI punten B tot en met G van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018;
4° De waardering van de Immateriële vaste activa – spelers dient te gebeuren conform het advies van de commissie van boekhoudkundige normen – CBN-advies 2010/21 én zoals bepaald in bijlage VII punt C en D van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018, waarbij punt 3d) van bijlage VII punt C van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 bij verlenging van het contract niet van toepassing is;
5° Deze jaarrekening dient te zijn opgesteld conform de richtlijnen met betrekking tot specifieke uitgaven zoals bepaald in bijlage VII punt E van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 en de specifieke inkomsten zoals bepaald in bijlage VII punt F van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018.
6° Onder gerelateerde partijen wordt verstaan:
- elke entiteit, tot en met de partij welke de ultieme controle uitoefent, welke direct of indirect over 10% of meer van de stemrechten beschikt in de algemene vergadering van de club of die op één of andere wijze een beduidende invloed uitoefent op de club;
- elke partij die de bevoegdheid heeft, in feite of in rechte, het directiecomité of de vertegenwoordigers van de club bij de Pro League te benoemen;
- elke partij verbonden door een ondertekende overeenkomst die afspraken bevat met betrekking tot directie van de club of de uitoefening van het stemrecht in de Algemene Vergadering;
- elke partij die gemandateerd is om de club in rechte te vertegenwoordigen op basis van de statuten of een schriftelijke volmacht;
Alle bepalingen zoals opgesomd in bijlage X. punt F 1 tot en met 3 en punt F.7 van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 zijn eveneens van toepassing.
7° De Belgische Financial Fair Play baseert zich hoofdzakelijk op de regels van UEFA zoals bepaald in bijlage X van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 waarbij er bijkomende correcties worden toegelaten.
1.2.2.1.3 Berekening van het Financial fair play resultaat voor het boekjaar
Artikel P7.55
De berekening van het Financial fair play resultaat voor het boekjaar gebeurt als volgt:
1° het financial fair play resultaat voor het boekjaar of het seizoen 1 is het verschil tussen de relevante inkomsten verminderd met de relevante uitgaven, waaraan de club bepaalde correcties dient of kan aanbrengen;
2° de relevante inkomsten zijn als volgt :
zie bijlage X punt B van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018:
- Ticketinginkomsten
- Sponsoring & publiciteit
- Uitzendrechten
- Commerciële ontvangsten
- UEFA prijzengeld
- Andere operationele inkomsten
- Winst uit verkoop van spelers
- Meerwaarde uit verkoop van Materiële vaste activa
- Financiële inkomsten en wisselkoersresultaten
De relevante inkomsten moeten worden verminderd indien één van bovenstaande elementen volgende zaken bevat:
- Niet-monetaire inkomsten (bvb. goodwill)
- Inkomsten met gerelateerde partijen boven marktwaarde
- Inkomsten uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion;
- Inkomsten uit verkoop van spelers indien de club de economische rechten bij de verkoop behoudt;
- Een schuldvermindering als gevolg van een bescherming tegen schuldeisers.
3° de relevante uitgaven zijn - zie bijlage X punt C van het UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018:
- Aankoop handelsgoederen
- Personeelskosten
- Andere operationele uitgaven
- Verlies uit verkoop van spelers en afschrijving van de immateriële vaste activa –spelers
- Financiële kosten
- Dividend
De relevante uitgaven moeten worden vermeerderd indien één van bovenstaande elementen volgende zaken bevat:
- Uitgaven met gerelateerde partijen onder marktwaarde
De relevante uitgaven mogen worden verminderd indien één van bovenstaande elementen volgende zaken bevat:
- Uitgaven betreffende de bouw van een nieuw stadion of vernieuwing van het stadion
- Uitgaven in het jeugdvoetbal
- Uitgaven betreffende de community/sociale werking van de club
- Uitgaven betreffende het damesvoetbal
- Niet monetaire uitgaven
- Financiële kosten ten gevolge de aanbouw van een nieuw stadion (voordat het stadion in gebruik is)
- Kosten voor verbetering van de gehuurde gebouwen
- Uitgaven uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion;
4° Volgende elementen worden niet in aanmerkig genomen bij de berekening van het financial fair play resultaat voor het boekjaar
- Winst en verlies uit het buiten gebruik stellen van materiële vaste activa en afschrijvingen en waardevermindering hiervan;
- Winst en verlies uit het buiten gebruik stellen van immateriële vaste activa andere dan spelers en de afschrijvingen en waardevermindering hiervan;
- Belastingen op het resultaat.
1.2.2.1.4 Aanvaardbaar verlies
Artikel P7.56
1° het aanvaard verlies voor de clubs uit het profvoetbal wordt bepaald op 5 miljoen EUR.
2° voor de berekening van het aanvaardbaar verlies wordt altijd de som gemaakt van het financial fair play resultaat van de laatste 3 boekjaren / seizoenen beginnende vanaf het seizoen 2018/2019;
Uitzonderingen:
- Voor de beoordeling in het seizoen 2020/2021 wordt het aanvaardbaar verlies gebaseerd op slechts 2 seizoenen zijnde het boekjaar of seizoen 2018/2019 en 2019/2020;
- Voor de clubs die promoveren naar het profvoetbal na het seizoen 2020/2021 wordt het aanvaardbaar verlies over 2 seizoenen in aanmerking genomen nadat zij 3 opeenvolgende seizoenen uitkomen in het profvoetbal. Vanaf het vierde opeenvolgende seizoen dat zij uitkomen in het profvoetbal, vervalt deze uitzondering voor deze clubs;
- Clubs die het wensen kunnen het seizoen 2017/2018 in aanmerking nemen bij de beoordeling door de Licentiecommissie in het seizoen 2020/2021 tot en met het seizoen 2022/2023;
- Clubs die het wensen kunnen de laatste 5 boekjaren/ seizoenen beginnende vanaf het seizoen 2017/2018 in aanmerking nemen bij de beoordeling door de Licentiecommissie;
3° de club vertoont een verlies indien de som zoals bepaald in punt 2° negatief is;
4° dit aanvaardbaar verlies kan worden verhoogd met de uitgevoerde kapitaalsverhoging(en) of hieraan gelijkgestelde elementen. Deze kapitaalsverhoging(en) dient(en) te zijn uitgevoerd in de boekjaren of de seizoenen die in aanmerking worden genomen voor de berekening van het aanvaardbaar verlies. Het maximale bedrag van de uitgevoerde kapitaalsverhoging(en) of hieraan gelijkgestelde elementen bedraagt maximaal 30 miljoen EUR.
1.2.2.2 Correcties
Artikel P7.57
Volgende correcties dienen verplicht te worden doorgevoerd indien van toepassing voor de club:
1° Niet-monetaire inkomsten (bvb goodwill)
2° Inkomsten met gerelateerde partijen boven marktwaarde;
3° Inkomsten uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion;
4° Inkomsten uit verkoop van spelers indien de club de economische rechten bij de verkoop behoudt;
5° Een schuldvermindering als gevolg van een bescherming tegen schuldeisers 6° Uitgaven met gerelateerde partijen onder marktwaarde
Artikel P7.58
Volgende correcties mogen facultatief door de club worden toegepast:
1° Uitgaven betreffende de bouw van een nieuw stadion of vernieuwing van het stadion 2° Uitgaven in het jeugdvoetbal
3° Uitgaven betreffende de community/ sociale werking van de club 4° Uitgaven betreffende het damesvoetbal
5° Niet monetaire uitgaven
6° Financiële kosten ten gevolge de aanbouw van een nieuw stadion (voordat het stadion in gebruik is)
7° Kosten voor verbetering van de gehuurde gebouwen
8° Uitgaven uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion;
Artikel P7.59
De verplichte correcties moeten worden toegepast volgens volgende principes: 1° Niet-monetaire inkomsten
Deze dient conform bijlage X punt B. j) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast
2° Inkomsten met gerelateerde partijen boven marktwaarde
Indien de club inkomsten ontvangt van gerelateerde partijen, dient de club hiervan melding te maken.
Voornoemde inkomsten mogen echter niet meer bedragen dan 30% van het bedrag dat de club ontvangt uit de som van volgende inkomsten:
- Ticketinginkomsten
- Sponsoring & publiciteit
- Uitzendrechten
- UEFA prijzengeld
- Andere operationele inkomsten
Deze som moet worden verminderd met de recuperatie van de bedrijfsvoorheffing voor de sportbeoefenaars opgenomen in de andere operationele inkomsten.
Het bedrag van inkomsten van gerelateerde partijen boven de 30% dient te worden gelijkgesteld met een kapitaalsverhoging.
Ter verduidelijking wordt gesteld dat alle andere inkomsten nooit minder mogen zijn dan 70% van deze inkomsten.
Bijvoorbeeld:
Sponsoring van gerelateerde partij bedraagt 10 miljoen EUR en het totale bedrag van de totale inkomsten hierboven vermeld bedraagt 17 miljoen EUR (inbegrepen deze sponsoring van 10 miljoen EUR en niet inbegrepen de recuperatie van de bedrijfsvoorheffing voor de sportbeoefenaars).
De sponsoring van deze gerelateerde partij wordt herleid naar 3 miljoen EUR zodat de herwerkte inkomsten van de club nog 10 miljoen bedragen.
De resterende zeven miljoen EUR ontvangen als sponsoring van een gerelateerde partij zal worden gelijkgesteld met een kapitaalverhoging.
3° Inkomsten uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion;
Deze dient conform bijlage X punt B.l) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
4° Inkomsten uit verkoop van spelers indien de club de economische rechten bij de verkoop behoudt;
Deze dient conform bijlage X punt B.m) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
5° Een schuldvermindering als gevolg van een bescherming tegen schuldeisers
Deze dient conform bijlage X punt B.n) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
6° Uitgaven met gerelateerde partijen onder marktwaarde
Indien een gerelateerde partij kosten betaalt die normaal dienden te worden betaald door de club, dient de club hiervan melding te maken.
Deze dient conform bijlage X punt C. f) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
Artikel P7.60
De facultatieve correcties moeten worden toegepast volgens volgende principes:
1° Uitgaven betreffende de bouw van een nieuw stadion of vernieuwing van het stadion
Voor de kosten die een club maakt voor de bouw van een nieuw stadion of de vernieuwing van het stadion én die niet zijn opgenomen in de afschrijvingen of in andere correcties, mag de club deze kosten in deze rubriek in aanmerking nemen (bvb financiële kosten = rente voor de verbouwing).
Deze rubriek is ook van toepassing voor de leasingkosten van een nieuw stadion of nieuwe tribune, op voorwaarde dat de club op het einde van de leaseperiode een recht tot aankoop heeft.
Bovendien mogen de hierop betrekking hebbende kapitaalsubsidies, die de club ontvangen zou hebben, in deze rubriek in rekening worden gebracht.
2° Uitgaven in het jeugdvoetbal
Deze dient conform bijlage X punt C g) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
Bijkomend mag de clubs de loonkost van betaalde sportbeoefenaars in rekening brengen die cumulatief voldoen aan volgende voorwaarden:
- Geen 21 jaar zijn op het einde van het boekjaar of het seizoen;
- Minstens 2 jaar zijn opgeleid door een Belgische club voordat de speler de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt.
Bijkomend mag de club die een vergoeding betaald voor de door een andere club ter beschikking gestelde speler die voldoet aan bovenvermelde criteria, deze betaalde vergoeding in aanmerking nemen in deze rubriek.
3° Uitgaven betreffende de community/ sociale werking van de club
Deze dient conform bijlage X punt C h) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
4° Uitgaven betreffende het vrouwenvoetbal
Deze dient conform bijlage X punt C i) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
5° Niet monetaire uitgaven
Deze dient conform bijlage X punt C j) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
6° Financiële kosten ten gevolge de aanbouw van een nieuw stadion (voordat het stadion in gebruik is)
Deze dient conform bijlage X punt C k) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
7° Kosten voor verbetering van de gehuurde gebouwen
Deze dient conform bijlage X punt C l) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
8° Uitgaven uit niet-voetbal gerelateerde activiteiten die geen link hebben met de club, haar merk of het stadion
Deze dient conform bijlage X punt C m) van UEFA Club Licensing and Financial Fair Play Regulations – Editie 2018 te worden toegepast.
1.2.2.3 Verzachtende omstandigheden
Artikel P7.61
De bevoegde instantie dient rekening te houden met volgende verzachtende omstandigheden voor het bepalen van de sancties als volgt:
1. de sancties worden niet opgelegd indien uit het voorgelegde budget voor het lopende seizoen en gestaafd met onderliggende documenten, blijkt dat de club op basis van de beoordeling van 4 boekjaren of seizoenen, voldoet aan de bepalingen betreffende aanvaardbaar verlies.
2. de sancties worden gereduceerd tot 50% indien uit het voorgelegde budget voor het lopende seizoen en gestaafd met onderliggende documenten, blijkt dat cumulatief is voldaan aan volgende voorwaarden:
- Het aanvaardbaar verlies nog altijd hoger is dan toegestaan;
- Het aanvaardbaar verlies voor het lopende seizoen met minstens 33% vermindert tegenover het voorgaande seizoen;
- Het netto resultaat uit de transferactiviteiten van het lopende seizoen, de loonkost van de spelers en de kosten voor tussenpersonen met minstens 33% verbetert tegenover het voorgaande seizoen.
Bij het indienen van het budget, mag de club in de rubriek winst/verlies van spelers enkel gerealiseerde transfers in rekening brengen.
1.2.2.4 Procedure van het onderzoek door het Licentiedepartement
Artikel P7.62
Op straffe van een retributie zoals bepaald voor het laattijdig indien van het dossier, dient de club de gegevens die vereist zijn in het kader van financial fair-play in te dienen aan het Licentiedepartement via het gedigitaliseerde systeem uiterlijk op 31 oktober.
Op basis van het onderzoek van het dossier en alle bijkomende verkregen elementen, stelt het Licentiedepartement een schriftelijk verslag op bestemd voor de Licentiecommissie.
Dit verslag, waarin het Licentiedepartement een advies uitbrengt over het al dan niet respecteren van de voorwaarden, moet uiterlijk op 20 januari worden opgesteld.
Het verslag wordt samen met het volledige ingediende dossier, overgemaakt aan de Licentiecommissie en onmiddellijk via het gedigitaliseerd systeem aan de club.
1.2.2.5 Procedure voor de Licentiecommissie
Zie Boek B-Titel 11, Geschillen en Procedures (B11)
1.2.2.6 Verhaal bij het Belgisch Arbitragehof voor de Sport tegen de beslissing van de Licentiecommissie
Zie Boek B-Titel 11, Geschillen en Procedures (B11)
1.3 JEUGDLICENTIES ELITE A EN ELITE B
Artikel P7.63
Om te kunnen deelnemen aan de jeugdkampioenschappen waarvoor een jeugdlicentie/jeugdlabel vereist is, dienen de clubs in het bezit te zijn van de overeenstemmende jeugdlicentie/jeugdlabel waarvan de criteria jaarlijks worden vastgelegd.
Artikel P7.64
De licentie wordt door de Pro League toegekend. Deze licenties hebben een geldigheidsduur van één seizoen.
Artikel P7.65
Indien een club van het profvoetbal niet voldoet aan de voorwaarden tot het bekomen van een Elite A of Elite B label, zal deze club het volgende seizoen dienen deel te nemen aan de interprovinciale kampioenschappen van ACFF of Voetbal Vlaanderen.
De vrijkomende plaats in de elite-jeugdkampioenschappen kan dan worden ingenomen door de club die degradeert van de afdeling 1B naar de 1ste nationale, op voorwaarde dat deze club voldoet aan de voorwaarden tot het bekomen van een Elite A of Elite B label.
2 KAMPIOENSCHAPPEN
2.1 ORGANISATIE VAN DE KAMPIOENSCHAPPEN - DE KALENDER
Artikel P7.66
De kalender en het vastleggen van de grensdata voor het begin en het einde van de kampioenschappen van het volgende seizoen, worden voor xx xxxxxxxxxx 0X xx 0X (xx xx xxxxxxxx, reserven en Elitejeugd) beheerd door de Kalendermanager KBVB die de grensdata vastlegt vóór 31 maart.
Artikel P7.67
Geschillen i.v.m. de kalender en de grensdate in de afdelingen 1A en 1B worden beslist door de Kalendermanager KBVB in eerste aanleg en de Disciplinaire Raad voor het Profvoetbal in hoger beroep.
De voorziene proceduretermijnen worden met de helft verminderd.
De beslissingen van de Kalendermanager ivm vooruitgeschoven, uitgestelde of te herspelen wedstrijden zijn zonder verhaal.
2.2 DE HERENKAMPIOENSCHAPPEN VAN HET PROFVOETBAL
Bepalingen geldig voor het seizoen 2019-2020
De competitie in 1A wordt stopgezet ingevolge het ministerieel besluit van 08 mei (artikel 10) en het klassement na de 29 afgewerkte speeldagen wordt beschouwd als het definitieve klassement van het seizoen dat als voltooid wordt beschouwd.
De clubs die nog aanspraak maakten op deelname aan de competitie in 1A voor het seizoen 2020-2021 op het moment van de stopzetting van de competitie, worden opgenomen in de competitie 1A 2020-2021.
De terugwedstrijd van de finale in 1B moet vóór de eerste speeldag van het profkampioenschap van het seizoen 2020-2021 afgewerkt zijn. De terugwedstrijd wordt afgewerkt om de kampioen van het seizoen 2019-2020 in 1B te bepalen. De twee clubs die deelnemen aan de finale promoveren naar 1A.
2.2.1 Competitie van het profvoetbal 1A
2.2.1.1 Indeling
Artikel P7.68
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De competitie van het profvoetbal 1A bestaat uit:
- een kampioenschap dat wordt betwist in één enkele reeks van achttien clubs, die allen in het bezit zijn van een licentie profvoetbal 1A;
- een Champions play-off tussen de nummers 1 tot en met 4 van het kampioenschap;
- een Europa League play-off tussen de nummers 5 tot en met 8 van het kampioenschap;
- testwedstrijden tussen de club uit de Champions play-off die aanspraak kan maken op het laatste ticket voor een Europese competitie, en de club die winnaar is van de play-off Europa League; Deze testwedstrijd wordt niet gespeeld indien de finale van de Beker van België gespeeld wordt door twee clubs die deelnemen aan de Champions play-off of indien de winnaar van de Beker van België de club is die heeft deelgenomen aan de Champions play- off;
- een eindronde tussen de club die op de zeventiende plaats staat in het kampioenschap en de club in afdeling 1B die die het hoogst in het eindklassement staat na de 28 speeldagen van het kampioenschap van afdeling 1B en niet rechtstreekspromoveert.
De competitie van het profvoetbal 1A bestaat uit:
- een kampioenschap dat wordt betwist in één enkele reeks van zestien clubs, die allen in het bezit zijn van een licentie profvoetbal 1A;
Het aantal clubs die aantreden in 1A kan worden verminderd tot een minimum van 14 clubs. In dit geval, zullen de bepalingen die hiermee verband houden aangepast worden rekening houdend met het juiste aantal clubs die zullen aantreden in 1A.
- een Champions play-off tussen de nummers 1 tot en met 6 van het kampioenschap;
- een play-off Europa League tussen de nummers 7 tot en met 16 van het kampioenschap, aangevuld met maximaal zes ploegen uit de afdeling profvoetbal 1B;
- testwedstrijden tussen de club uit de Champions play-off die aanspraak kan maken op het laatste ticket voor een Europese competitie, en de club die winnaar is van de play-off Europa League;
- een eindronde tussen de club die op de vijftiende plaats staat in het kampioenschap en de club in afdeling 1B die niet rechtstreeks gepromoveerd is en die het hoogst in het eindklassement staat na de 28 speeldagen van het kampioenschap van afdeling 1B.
2.2.1.2 Het kampioenschap – Daler naar de afdeling profvoetbal 1B
Artikel P7.69
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Het kampioenschap wordt betwist in heen- en terugwedstrijden, waarna er een eindrangschikking wordt opgemaakt.
Na vierendertig wedstrijden.
Het kampioenschap wordt betwist in heen- en terugwedstrijden. Na dertig wedstrijden wordt er een eindrangschikking opgemaakt.
Artikel P7.70
De club die bij het einde van dit kampioenschap eerste gerangschikt is, bekomt een Europees ticket, hetzij:
- Het ticket voor de Europa League dat bestemd is voor de winnaar van de Beker van België, indien deze beker gewonnen wordt door de eerste of tweede van het eindklassement bij het einde van de Champions play-off;
- Het vierde ticket in orde van belangrijkheid.
Het voorgaande geldt niet indien de club bij het einde van de Champions play-off een beter ticket bekomt.
Artikel P7.71
De voorlaatst gerangschikte in het eindklassement degradeert naar afdeling 1B van het profvoetbal als zij de eindronde verliest die wordt ingericht tegen de club uit afdeling 1B die niet rechtstreeks gepromoveerd is en die het hoogst in het eindklassement staat na het reguliere kampioenschap van afdeling 1B.
De laatst gerangschikte in het eindklassement daalt altijd naar de afdeling profvoetbal 1B. Zij wordt niet vervangen op de laatste plaats in het eindklassement door een club uit afdeling 1A die de licentie voor het volgende seizoen niet heeft bekomen.
2.2.1.3 Champions Play-off - Kampioen van België – Deelname aan Europese competities
Artikel P7.72
De Pro League bepaalt de modaliteiten van de Champions play-off.
Artikel P7.73
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De eerste vier geklasseerde clubs van het kampioenschap betwisten een Champions play-off in heen- en terugwedstrijden.
Voor de aanvang van deze play-off krijgen de clubs 50% van het aantal punten toegewezen dat zij in het kampioenschap bekomen hadden.
Indien dit geen geheel getal is, wordt het afgerond naar de hogere eenheid.
Bij de opmaak van de rangschikking na de 6 wedstrijden wordt er eerst het eventueel ter afronding toegekende halve punt in mindering gebracht.
Indien er dan nog gelijkheid van punten is tussen twee of meerdere clubs, zal de rangschikking van deze clubs bepaald worden door hun rangschikking bij het einde van het kampioenschap.
De eerste zes geklasseerde clubs van het kampioenschap betwisten een Champions play-off in heen- en terugwedstrijden.
Voor de aanvang van deze Champions play-off, krijgen de clubs 50% van het aantal punten toegewezen dat zij in het kampioenschap bekomen hadden.
Indien dit geen geheel getal is, wordt het afgerond naar de hogere eenheid.
Bij de opmaak van de rangschikking na de 10 wedstrijden van de play-off wordt eerst het eventueel ter afronding toegekende halve punt in mindering gebracht.
Indien er dan nog gelijkheid van punten is tussen twee of meerdere clubs, zal de rangschikking van deze clubs bepaald worden door hun rangschikking bij het einde van het reguliere kampioenschap.
Artikel P7.74
De club die als eerste eindigt is Kampioen van België en heeft recht op het eerste ticket dat aan België wordt toegewezen in de Europese competities.
De andere tickets die aan België worden toegewezen voor de Europese competities worden in dalende orde van belangrijkheid verdeeld vanaf de club die tweede eindigt, waarbij er steeds een ticket voor de Europa League dient gereserveerd te worden en verworven blijft voor de winnaar van de Beker van België.
De club die het laatste ticket kan toegewezen krijgen, dient hierom echter testwedstrijden te spelen tegen de winnaar van de play-off Europa League.
2.2.1.4 Play-off Europa League
Artikel P7.75
De Pro League bepaalt de modaliteiten van de play-off Europa League .
Artikel P7.76
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De play-off Europa League wordt gespeeld in heen- en terugwedstrijden tussen de clubs die van de 5de tot de 8ste plaats gerangschikt zijn op het einde van het kampioenschap.
Voor de aanvang van deze play-off krijgen de clubs 50% van het aantal punten toegewezen dat zij in het kampioenschap bekomen hadden.
Indien dit geen geheel getal is, wordt het afgerond naar de hogere eenheid.
Bij de opmaak van de rangschikking na de 6 wedstrijden wordt er eerst het eventueel ter afronding toegekende halve punt in mindering gebracht.
Indien er dan nog gelijkheid van punten is tussen twee of meerdere clubs, zal de rangschikking van deze clubs bepaald worden door hun rangschikking bij het einde van het kampioenschap .
De winnaar van deze play-off Europa League dient een testwedstrijd te spelen tegen de vierde gerangschikte van de Champions Play-off met het oog op de toekenning van het laatste Europese ticket.
De play-off Europa League wordt gespeeld tussen de clubs die van de 7de tot de 16de plaats gerangschikt zijn op het einde van het kampioenschap, aangevuld met maximaal zes clubs uit de afdeling profvoetbal 1B.
Iedere club vangt play-off Europa League aan met nul punten.
Artikel P7.77
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.77 is niet van toepassing.
Play-off Europa League wordt gespeeld in vier reeksen van maximaal vier clubs.
- Reeks A is samengesteld uit de 7de, 14de en 15de gerangschikte van de afdeling profvoetbal 1A, aangevuld met de 6de geplaatste club van de afdeling profvoetbal 1B.
- Reeks B is samengesteld uit de 8ste, 13de en 16de gerangschikte van de afdeling profvoetbal 1A, aangevuld met de 5de geplaatste club van de afdeling profvoetbal 1B.
- Reeks C is samengesteld uit de 9de en 12de gerangschikte van de afdeling profvoetbal 1A, aangevuld met de 1ste en 4de geplaatste club van de afdeling profvoetbal 1B.
- Reeks D is samengesteld uit de 10de en 11de gerangschikte van de afdeling profvoetbal 1A, aangevuld met de 2de en 3de geplaatste club van de afdeling profvoetbal 1B.
In iedere reeks worden heen en terugwedstrijden gespeeld.
De eindrangschikking per reeks wordt bepaald conform het bondsreglement.
zie Boek B Titel 7- Competities.
Artikel P7.78
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.78 is niet van toepassing.
De winnaars van de reeksen A en C spelen een halve finale met heen- en terugwedstrijd. De winnaars van de reeksen B en D spelen een halve finale met heen- en terugwedstrijd.
De terugwedstrijd wordt gespeeld op het veld van de club die het hoogst is geëindigd in het reguliere kampioenschap.
De winnaars van beide halve finales spelen vervolgens een finale met heen- en terugwedstrijd. De terugwedstrijd wordt gespeeld op het veld van de club die het hoogst is geëindigd in het reguliere kampioenschap.
De winnaar hiervan is de winnaar van play-off Europa League.
Beschikt deze club niet over een Europese licentie dan is vervolgens de verliezende finalist die over een Europese licentie beschikt, en daaropvolgend de halvefinalist die over een Europese licentie beschikt en die het hoogst is geëindigd in het reguliere kampioenschap gerechtigd de testwedstrijd zoals hierna bepaald te betwisten.
2.2.1.5 Testwedstrijd tussen de club uit de Champions play-off die kan recht hebben op het laatste ticket voor een Europese competitie, en de club die winnaar is van de play-off Europa League
Artikel P7.79
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Testwedstrijd tussen de club uit de Champions play-off die kan recht hebben op het laatste ticket voor een Europese competitie en de club die winnaar is van de play-off Europa League
Deze beide clubs spelen, voor zover zij over een Europese licentie beschikken, met als inzet het laatste ticket voor de Europese competities, een testwedstrijd op het veld van de club die het hoogst is geëindigd in het reguliere kampioenschap. Deze wedstrijd zal echter niet plaatsvinden indien de finale van de Beker van België wordt gespeeld door 2 clubs van de Champions Play- off of indien de winnaar van de Beker van België één van de 4 clubs uit de Champions Play-off is.
Indien één van deze twee clubs geen Europese licentie heeft bekomen, wordt de testwedstrijd niet georganiseerd en wordt het laatste Europese ticket toegewezen aan de andere club die de testwedstrijd moest betwisten.
Indien geen van beide clubs de Europese licentie heeft bekomen, wordt de testwedstrijd niet georganiseerd en wordt het laatste Europese ticket toegewezen aan de hoogst gerangschikte uit de play-off Europa League die de Europese licentie heeft bekomen.
Deze beide clubs spelen, voor zover zij over een Europese licentie beschikken, een testwedstrijd op het veld van de club die het hoogst is geëindigd in het reguliere kampioenschap met als inzet het laatste ticket voor de Europese competities.
Indien de betrokken club uit Champions play-off niet over een Europese licentie beschikt, wordt die vervangen door die club die het best geklasseerd staat na Champions play-off en over een Europese licentie beschikt.
Indien geen enkele club komende uit play-off Europa League over een Europese licentie beschikt, wordt deze testmatch niet georganiseerd, en wordt het laatste Europese ticket toegewezen aan de club uit Champions play-off .
2.2.1.6 Modaliteiten voor de halve finales, de finale play-off Europa League en de testmatch
2.2.1.6.1 Halve finales en finale play-off Europa League
Artikel P7.80
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.80 is niet van toepassing.
De modaliteiten voor de halve finales worden bepaald in het reglement competities
zie Boek B- Titel 7, Competities.
2.2.1.6.2 Testmatch
Artikel P7.81
Bij gelijkspel wordt de wedstrijd verlengd met tweemaal vijftien minuten.
Indien de stand dan nog gelijk is, volgt er een strafschoppenserie conform de voorschriften van de regels van het voetbalspel om de winnaar aan te duiden.
De ontvangsten van de wedstrijd wordt in gelijke delen verdeeld tussen de twee clubs, na aftrek van de bondsheffing en de eventuele gemeentetaks.
De bezochte club draagt de organisatiekosten en de niet terugbetaalde scheidsrechtersvergoedingen, de bezoekende club haar verplaatsingskosten.
2.2.1.7 Eindronde tussen de club die als voorlaatste gerangschikt staat in 1A en de niet rechtstreeks gepromoveerde club uit 1B die het hoogst gerangschikt staat in het eindklassement na het reguliere kampioenschap van afdeling 1B
Artikel P7.82
De twee betrokken clubs spelen, naargelang het geval, voor het behoud of de promotie naar afdeling 1A, een eindronde met heen - en terugwedstrijden, waarbij de eerste wedstrijd wordt gespeeld op het veld van de club uit afdeling 1B.
2.2.1.8 Niet-bekomen van de licentie profvoetbal 1A: gevolgen betreffende dalers of deelname aan Champions play-off of play-off Europa League
Artikel P7.83
Wanneer één of meerdere clubs uitkomend in de afdeling profvoetbal 1A de licentie profvoetbal 1A niet bekomen, wegens redenen van niet-economische aard, wordt/worden zij ambtshalve verwezen naar de afdeling profvoetbal 1B voor zover de club voldoet aan de licentievoorwaarden van die afdeling.
Deze club(s) worden niet beschouwd als te zijn geëindigd op de laatste plaats(en) van het eindklassement.
Artikel P7.84
Wanneer één of meerdere clubs uitkomend in de afdeling profvoetbal 1A hun licentie niet bekomen om reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden betreffende de continuïteit van de club, wordt/worden zij ambtshalve verwezen naar de 1ste nationale voor zover de club voldoet aan de licentievoorwaarden van die afdeling.
Deze club(s) worden niet beschouwd als te zijn geëindigd op de laatste plaats(en) van het eindklassement.
Artikel P7.85
Wanneer één of meerdere clubs uitkomend in de afdeling profvoetbal 1A hun licentie niet bekomen om reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden inzake de betaling van de schulden als vermeld in de algemene (licentie)voorwaarden, wordt/worden zij ambtshalve verwezen naar de 2de afdeling VV/ACFF.
Deze club(s) worden niet beschouwd als te zijn geëindigd op de laatste plaats(en) van het eindklassement.
Artikel P7.86
Wanneer meer dan één club uitkomend in de afdeling profvoetbal 1A de licentie profvoetbal 1A niet bekomt wegens redenen van niet-economische aard, wegens reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden betreffende de continuïteit van de club of wegens reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden inzake de betaling van de schulden als vermeld in de algemene (licentie)voorwaarden en verwezen worden naar respectievelijk de afdeling profvoetbal 1B, 1ste nationale of 2de afdeling VV/ACFF, kunnen achtereenvolgens de volgende clubs rechtstreeks stijgen naar de afdeling profvoetbal 1A op voorwaarde dat ze de licentie profvoetbal 1A beschikken en dat er minder dan 16 clubs deelnemen aan de competitie 1A:
- de verliezende finalist van de finalewedstrijden tussen de winnaars van beide periodekampioenschappen
- de de clubs van de afdeling profvoetbal 1B in volgorde van de eindrangschikking van dit kampioenschap.
2.2.2 Competitie van het profvoetbal 1B
2.2.2.1 Indeling
Artikel P7.87
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De competitie van de afdeling profvoetbal 1B bestaat uit een kampioenschap dat wordt betwist in één enkele reeks van acht clubs, die allen in het bezit zijn van een licentie voor profvoetbal 1A, met uitzondering van de club die stijgt uit de 1ste nationale (zie punt 7 hierna).
Indien er geen acht clubs zijn die aan bovenstaande voorwaarden voldoen, wordt de competitie aangevuld met een U23-ploeg, op voorwaarde dat de wedstrijden betwist worden in installaties die voldoen aan de bepalingen uit het hoofdstuk “Specifieke voorwaarden voor het profvoetbal 1B”. Indien er meer dan één U23-team voldoet aan bovenstaande bepalingen, zal de Ranking zal als volgt bepaald worden om indien nodig te selecteren tussen de kandidaat clubs: i. 50% op basis van ranking jeugdlicentie van de seizoenen 2018-2019 en 2019-2020 ii. 50% op basis van de ranking van de beloftecompetitie van het seizoen 2019-2020.
De competitie van de afdeling profvoetbal 1B bestaat uit:
- een kampioenschap dat wordt betwist in één enkele reeks van acht clubs, die allen in het bezit zijn van een licentie voor profvoetbal 1A, met uitzondering van de club die stijgt uit de 1ste nationale, en wordt opgedeeld in twee periodekampioenschappen;
- finalewedstrijden heen en terug tussen de winnaars van beide periodekampioenschappen om de kampioen en stijger naar de afdeling profvoetbal 1A aan te duiden;
- een play-off 3 tussen maximaal 2 clubs van de afdeling profvoetbal 1B, om de daler naar de 1ste nationale aan te duiden.
2.2.2.2 Het kampioenschap - Periodekampioenschappen
Artikel P7.88
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Het kampioenschap wordt betwist in dubbele heen- en terugwedstrijden. Na achtentwintig wedstrijden wordt er een eindrangschikking opgemaakt.
Het kampioenschap wordt betwist in dubbele heen- en terugwedstrijden. Na achtentwintig wedstrijden wordt er een eindrangschikking opgemaakt.
Artikel P7.89
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.89 is niet van toepassing.
Het kampioenschap wordt opgedeeld in twee periodekampioenschappen van veertien wedstrijden. Na deze wedstrijden wordt er een perioderangschikking opgemaakt, volgens de criteria bepaald voor de eindrangschikking.
2.2.2.3 Kampioen en stijger naar de afdeling profvoetbal 1A
Artikel P7.90
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De club die als eerste gerangschikt is in het eindklassement is kampioen van de afdeling profvoetbal 1B en zal promoveren naar de afdeling profvoetbal 1A.
Indien een club aantreedt met een U23-ploeg, kan deze ploeg op geen enkele manier stijgen naar 1A. Indien het U23-team als eerste eindigt, stijgt de tweede gerangschikte club rechtstreeks naar 1A en speelt de derde gerangschikte club de barragewedstrijd. Indien het U23-team als tweede eindigt, speelt de derde gerangschikte club de barragewedstrijd.
Indien een club aantreedt met een U23-ploeg, kan deze ploeg op geen enkele manier dalen naar de 1e nationale afdeling. Indien de U-23 ploeg als laatste eindigt in 1B, daalt de voorlaatst gerangschikte club rechtstreeks naar de 1e nationale afdeling.
De winnaars van beide periodekampioenschappen spelen een heen- en terugwedstrijd om de kampioen van de afdeling profvoetbal 1B aan te duiden, die stijgt naar de afdeling profvoetbal 1A.
De eerste wedstrijd wordt gespeeld op het terrein van de club die het laagste eindigde in de eindrangschikking van het kampioenschap.
Indien beide periodekampioenschappen dezelfde winnaar hebben, vervallen deze wedstrijden.
Artikel P7.91
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.91 is niet van toepassing.
Indien een periodekampioen niet voldoet aan de voorwaarden om deel te nemen aan de finalewedstrijden 1B, vervallen deze wedstrijden.
De kampioen en stijger naar de afdeling profvoetbal 1A is dan de club die als periodekampioen voor zover die voldoet aan deze voorwaarden.
Artikel P7.92
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.92 is niet van toepassing.
Indien beide periodekampioenen niet voldoen aan de voorwaarden om deel te nemen aan de finalewedstrijden 1B, zal de kampioen en stijger de club zijn die het hoogst gerangschikt werd in de eindrangschikking van het kampioenschap, voor zover die voldoet aan de voorwaarden.
Artikel P7.93
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Indien nadien blijkt, wanneer de beslissingen inzake licenties in kracht van gewijsde zijn getreden, dat de kampioen geen licentie profvoetbal 1A heeft bekomen, zal achtereenvolgens worden aangeduid als kampioen en stijger op voorwaarde dat de vereiste licentie werd bekomen:
- de eerstvolgende club die het hoogst gerangschikt werd in de eindrangschikking van het kampioenschap.
Indien nadien blijkt, wanneer de beslissingen inzake licenties in kracht van gewijsde zijn getreden, dat de kampioen geen licentie profvoetbal 1A heeft bekomen, zal achtereenvolgens worden aangeduid als kampioen en stijger op voorwaarde dat de vereiste licentie werd bekomen:
- de verliezende finalist van de finalewedstrijden heen en terug;
- de club die het hoogst gerangschikt werd in de eindrangschikking van het kampioenschap.
2.2.2.4 Aanduiding van de deelnemers aan play-off Europa League van profvoetbal 1A
Artikel P7.94
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Artikel P7.94 is niet van toepassing.
De zes best geplaatste clubs in de eindrangschikking van het kampioenschap die voldoen aan de voorwaarden, nemen deel aan play-off Europa League van de afdeling profvoetbal 1A.
Indien er niet voldoende clubs zijn die voldoen aan de voorwaarden, zijn er minder deelnemers uit de afdeling profvoetbal 1B aan play-off Europa League van de afdeling profvoetbal 1A.
2.2.2.5 Voorwaarden om mogen deel te nemen aan de finalewedstrijden heen en terug tussen beide periodekampioenen, of aan play-off Europa League
Artikel P7.95
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
Om mogen deel te nemen aan de barragewedstrijd tussen de club die op de voorlaatste plaats staat in het kampioenschap van afdeling 1A en de club uit afdeling 1B die niet rechtstreeks promoveert en die na het reguliere kampioenschap van afdeling 1B het hoogst gerangschikt is in het eindklassement, moeten de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
- de licentie profvoetbal 1A moet zijn aangevraagd, en mag nog niet zijn geweigerd bij een in kracht van gewijsde getreden beslissing met uitzondering voor de club die voor eerste seizoen uitkomt in 1B;
- de club mag niet het voorwerp uitmaken van een transferverbod dat nog niet is opgeheven;
- de club moet op 15/2 voldoen aan de licentievoorwaarden betreffende infrastructuur. Voor de club die voor het eerste seizoen uitkomt in 1B, dient dat slechts uiterlijk op 15/10 van het tweede seizoen te zijn.
Om mogen deel te nemen aan de finalewedstrijden heen en terug tussen beide periodekampioenen, of aan play-off Europa League, of aan de eindronde tussen de club die op de vijftiende plaats staat in het kampioenschap van afdeling 1A en de club uit afdeling 1B die niet rechtstreeks gepromoveerd is en die na de 28 speeldagen van het kampioenschap van afdeling 1B het hoogst gerangschikt is in het eindklassement, moeten de volgende voorwaarden cumulatief vervuld zijn:
- de licentie profvoetbal 1A moet zijn aangevraagd, en mag nog niet zijn geweigerd bij een in kracht van gewijsde getreden beslissing met uitzondering voor de club die voor eerste seizoen uitkomt in 1B;
- de club mag niet het voorwerp uitmaken van een transferverbod dat nog niet is opgeheven;
- de club moet op 15/2 voldoen aan de licentievoorwaarden betreffende infrastructuur voor de club die voor het eerste seizoen uitkomt in 1B, dient dat slechts uiterlijk op 15/10 van het tweede seizoen te zijn.
2.2.2.6 Play-off 3: daler naar 1ste nationale
Artikel P7.96
Bepalingen geldig voor het seizoen 2020-2021
De club die als laatste eindigt na het reguliere kampioenschap daalt rechtstreeks naar de 1e nationale afdeling. Indien de laatste club een club is die met het U23-ploeg speelt, degradeert de voorlaatste club in de eindrangschikking rechtstreeks.
De clubs die 7de en 8ste eindigen in het kampioenschap spelen een play-off 3 bestaande uit maximaal 5 wedstrijden. De club die na toepassing van de rangschikking niet meer kan bijgehaald
worden is winnaar van deze play-off 3, welke vervolgens met onmiddellijke ingang wordt stopgezet.
De club die 7de eindigde start met een voorsprong van 3 punten, zonder dat dit wordt gelijkgesteld aan een overwinning.
De club die 7de eindigde speelt de eerste, derde en de vijfde wedstrijd thuis.
De club die de play-off 3 verliest, daalt rechtstreeks naar de 1ste nationale, voor zover de stijger van deze afdeling minstens de licentie van profclub 1B heeft bekomen.
2.2.2.7 Verplichtingen voor de club die stijgt naar de afdeling profvoetbal 1B
Artikel P7.97
De kampioen van de 1ste nationale stijgt naar de afdeling profvoetbal 1B, op voorwaarde dat hij minstens de licentie van profvoetbal 1B heeft bekomen, ongeacht de licentie die de daler uit de afdeling profvoetbal 1B, die hij vervangt, heeft bekomen.
Indien de kampioen van de 1ste nationale niet minstens de licentie 1B voor het profvoetbal heeft bekomen zal hij worden vervangen door de best geplaatste club uit 1ste nationale die minstens de licentie 1B voor het profvoetbal heeft bekomen.
2.2.2.8 Niet-bekomen van de licentie voor profvoetbal 1B: gevolgen betreffende de daler en play-off 3
Artikel P7.98
Wanneer één of meerdere clubs uitkomend in de afdeling profvoetbal 1B de licentie voor profvoetbal 1B niet bekomen, wegens redenen van niet-economische aard of wegens reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden betreffende de continuïteit van de club, wordt/worden zij ambtshalve verwezen naar de eerste nationale, voor zover die club aan de licentievoorwaarden van deze reeks voldoet.
Deze club(s) worden beschouwd als te zijn geëindigd op de laatste plaats(en) van de eindrangschikking, en is er geen andere rechtstreekse daler uit de afdeling profvoetbal 1B naar de eerste nationale.
Wanneer één of meerdere clubs uitkomend in de afdeling profvoetbal 1B hun licentie niet bekomen om reden dat zij niet voldoen aan de voorwaarden inzake de betaling van de schulden als vermeld in de algemene (licentie)voorwaarden, wordt/worden zij ambtshalve verwezen naar de 2de afdeling VV/ACFF.
Deze club(s) worden beschouwd als te zijn geëindigd op de laatste plaats(en) van de eindrangschikking, en is er geen andere rechtstreekse daler uit de afdeling profvoetbal 1B naar de eerste nationale.
Het spelen van play-off 3 is dan ook overbodig.
2.2.3 Beloftecompetitie van de afdeling profvoetbal
2.2.3.1 Deelnemers - Indeling in reeksen
Artikel P7.99
De beloftecompetitie van het profvoetbal wordt gespeeld door de clubs die uitkomen in de afdelingen profvoetbal 1A en 1B.
2.2.3.2 Deelnemende spelers
Artikel P7.100
Een ploeg die deelneemt aan de beloftecompetitie van het profvoetbal moet samengesteld zijn uit spelers U21, eventueel vervolledigd door maximum 3 oudere spelers, waarvan er minstens 2 maximum U23 mogen zijn.
Spelers moeten op de dag van de wedstrijd de leeftijd van 15 jaar bereikt hebben om speelgerechtigd te zijn voor die wedstrijd.
2.2.3.3 Verloop van de competitie
2.2.3.3.1 Reeks A
Artikel P7.101
Het kampioenschap wordt gespeeld in wedstrijden heen- terug- heen (of vice versa). Na afloop van de 21 wedstrijden, wordt er een eindrangschikking opgemaakt.
De club die het einde van het kampioenschap als eerste beëindigd, is kampioen van de afdeling beloften van het profvoetbal.
De zevende en achtste van het eindklassement degraderen naar de reeks B.
2.2.3.3.2 Reeks B
Artikel P7.102
Het kampioenschap wordt gespeeld in heen en terugwedstrijden. Na afloop van de 30 wedstrijden, wordt er een eindrangschikking opgemaakt.
De club die het einde van het kampioenschap als eerste of tweede beëindigen, promoveren naar de A-reeks.
2.2.3.4 Kalender
Artikel P7.103
De wedstrijden worden gespeeld op maandag, maar de thuisclub heeft het recht, mits akkoord van de tegenstrever, om een afwijking te bekomen om op zaterdag te spelen.
2.2.3.5 Vrijkomende plaats als gevolg van de degradatie van een club uit de afdeling 1B
Artikel P7.104
De belofteploeg van de club die uit afdeling 1B degradeert naar de 1ste nationale heeft niet meer het recht om deel te nemen aan de beloftecompetitie van het profvoetbal.
Indien deze belofteploeg uitkwam in de reeks A, zal de derde van de eindrangschikking van de reeks B de vrijkomende plaats innemen.
Artikel P7.105
De belofteploeg van de club die promoveert naar de afdeling 1B zal uitkomen in de reeks B van de beloftecompetitie van het profvoetbal.
2.2.3.6 Sancties
Artikel P7.106
In geval van inbreuk op de bepalingen inzake de deelnemende spelers, zal de bevoegde bondsinstantie aan de betrokken club de sanctie opleggen van verlies der punten volgens het bondsreglement, alsook een boete van minimum 2.500,00 EUR.
Bovendien, in geval van recidive, kan de bevoegde bondsinstantie besluiten om de ploeg uit te sluiten uit de competitie van het lopende seizoen, of om haar degradatie te bevelen voor het volgende seizoen.
2.2.4 Elite jeugdkampioenschappen
2.2.4.1 Deelnemers
Artikel P7.107
De ELITE jeugdkampioenschappen worden gespeeld door de clubs die uitkomen in de afdelingen profvoetbal 1A en 1B en de jeugdlicentie ELITE bezitten.
De clubs die geen jeugdlicentie ELITE behalen, worden opgenomen in de interprovinciale kampioenschappen.
2.2.4.2 Aantal op te stellen ploegen
Artikel P7.108
Alle deelnemende clubs zijn verplicht volgend aantal ploegen op te stellen:
Wedstrijdvorm | Categorie | Aantal ploegen |
11/11 | U18 | 1 |
U16 | 1 | |
U15 | 1 | |
U14 | 1 | |
U13 | 1 | |
8/8 | U12 | 2 |
U11 | 2 | |
U10 | 2 | |
5/5 | U9 | 3 |
2.2.4.3 Reeksindeling
Artikel P7.109
De deelnemende clubs worden ingedeeld in twee reeksen van twaalf ploegen. 1° Voor de categorieën U13 tot U18:
- Reeks A: de twaalf ploegen met de hoogste kwaliteitsranking. De Pro League bepaalt de criteria van deze kwaliteitsranking en deelt deze mee vóór aanvang van het voorafgaande seizoen. Deze criteria zijn onafhankelijk van het feit of een ploeg uitkomt in de afdelingen profvoetbal 1A of 1B;
- Reeks B: de overige ploegen.
2° Voor de categorieën U9 tot U12: twee reeksen, regionaal opgedeeld (Oost/West). In geval van discussie, beslist de Pro League autonoom over deze opdeling.
2.2.4.4 Verloop van de competitie
2.2.4.4.1 Categorieën U13 tot U18
Artikel P7.110
Na de heen- en terugwedstrijden wordt er in de reeksen A en B per leeftijdscategorie een rangschikking opgemaakt.
Er wordt dan een ranking bepaald. Daartoe worden de plaatsen in de rangschikkingen van U15 tot U18 opgeteld. De ploegen met het laagste aantal punten worden hoogst gerangschikt. In geval van gelijke stand is de eindrangschikking van U18 doorslaggevend.
De nummers 1 tot 8 van reeks A spelen een play off 1, de nummers 9 tot 12 van reeks A en de nummers 1 tot 4 van reeks B spelen een play off 2, en de nummers 5 tot 12 van reeks B spelen een play off 3.
In de play offs wordt er maar één wedstrijd gespeeld tegen elke tegenstander, in principe afwisselend thuis en uit.
De winnaar na play off 1 is de kampioen van de elite jeugdkampioenschappen. Hiertoe worden de punten behaald in de reguliere competitie en in play off 1 samengeteld.
2.2.4.4.2 Categorieën U9 tot U12
Artikel P7.111
Na de heen- en terugwedstrijden in de reeksen A en B, worden de ploegen heringedeeld in drie reeksen van acht ploegen.
Er wordt in deze nieuwe indeling maar één wedstrijd gespeeld tegen elke tegenstander, afwisselend thuis en uit.
De wedstrijden voor U12 tot en met U9 worden gespeeld zonder rekening te houden met uitslag of score. Rangschikking is ten strengste verboden.
2.2.4.5 Kalender
Artikel P7.112
De wedstrijden worden gespeeld op zaterdag of zondag. De ploegen spelen in principe afwisselend thuis en uit, volgens de kalender opgesteld door de Kalendermanager KBVB.
2.2.4.6 Deelname aan jeugdkampioenschappen van het amateurvoetbal
Artikel P7.113
De clubs die deelnemen aan de elite jeugdkampioenschappen, mogen deelnemen aan de provinciale jeugdkampioenschappen op voorwaarde dat ze inschrijven:
- in de Voetbal Vlaanderen kampioenschappen: in al de categorieën voorzien in de betrokken provincies;
- in de ACFF kampioenschappen: in alle van volgende leeftijdscategorieën: X00, X00, X00 en U19. Bovendien kunnen zij toegang krijgen tot de interprovinciale kampioenschappen volgens de modaliteiten voor stijgen en dalen.
Artikel P7.114
Indien een Elite club wenst deel te nemen aan de provinciale kampioenschappen en zij met deze teams in een accommodatie wenst te spelen die ook gebruik wordt door een club waarmee men samenwerkt, dient deze club dit uiterlijk 31 maart aan het sporttechnisch departement van Voetbal Vlaanderen en de ACFF te melden, teneinde te kunnen nagaan of hun aanvraag overeenstemt met de provinciale licentie, die de samenwerkende club anders diende aan te vragen.
Artikel P7.115
De clubs die deelnemen aan de elite jeugdkampioenschappen, mogen deelnemen aan de gewestelijke kampioenschappen.
3 DE BEKER VAN BELGIË U21 PROFVOETBAL
3.1 BEHEER VAN DE BEKER VAN BELGIË U21 PROFVOETBAL
3.1.1 Organisatie - Bevoegdheid
Artikel P7.116
In de schoot van de KBVB, volgens modaliteiten bepaald door de Pro League, wordt ieder seizoen een nationale competitie ingericht, "Beker van België U21 profvoetbal" genaamd. De gespeelde wedstrijden worden beschouwd als officiële bekerwedstrijden.
Artikel P7.117
De Beker van België U21 profvoetbal wordt beheerd door de Kalendermanager KBVB en de KBVB.
Het betreft het Competitions Department
De Kalendermanager KBVB beheert de kalender. Tegen beslissingen inzake de kalender is geen verhaal mogelijk.
Artikel P7.118
De voorschriften van het bondsreglement zijn van toepassing op de Beker van België U21 profvoetbal, tenzij andersluidende bepalingen in deze titel.
Artikel P7.119
Alle clubs uit het profvoetbal kunnen deelnemen aan de Beker van België U21 profvoetbal, op voorwaarde dat ze inschrijven voor de door de Kalendermanager KBVB bepaalde datum.
Artikel P7.120
Om een totaal van maximum 32 ploegen te bereiken, kunnen een aantal clubs van de 1ste nationale eveneens deelnemen.
3.2.1.1 Kalender
Artikel P7.121
Al naar gelang het aantal inschrijvingen, zal er door de Kalendermanager KBVB een speelschema worden uitgewerkt waarbij uiteindelijk met 16 ploegen de achtste finales worden aangevat.
Artikel P7.122
De tegenstanders worden vanaf de eerste speeldag van de beker aangewezen door loting, beheerd door de Kalendermanager KBVB.
3.2.1.2 Rechtstreekse uitschakeling
Artikel P7.123
De Beker van België U21 profvoetbal wordt gespeeld:
- met rechtstreekse uitschakeling;
- in één wedstrijd voor wat betreft de finale.
3.2.1.3 Scheiding der ploegen
Artikel P7.124
Wanneer een wedstrijd onbeslist eindigt, worden er geen verlengingen gespeeld. De winnaar wordt aangeduid door middel van een strafschoppenserie.
3.2.1.4 Keuze van de terreinen
Artikel P7.125
De wedstrijden worden gespeeld op het terrein van de clubs waarvan de naam het eerst uit de bus komt.
De twee clubs mogen hiervan afwijken op voorwaarde dat zij hun akkoord betekenen aan de Kalendermanager KBVB en dit:
- minstens veertien dagen op voorhand;
- binnen de 48 uur na de loting of het tijdstip waarop hun tegenstrever gekend is, indien de wedstrijd binnen een termijn van minder dan veertien dagen erop volgend gepland is.
De Kalendermanager KBVB kan deze afwijking toestaan. Er is geen verhaal mogelijk tegen een beslissing hieromtrent.
Artikel P7.126
Wanneer bij de loting wordt vastgesteld dat twee clubs die hun thuiswedstrijden in hetzelfde stadion betwisten, als thuisclub worden geloot, wordt de wedstrijd van de club die als tweede geloot werd, ambtshalve omgedraaid.
Artikel P7.127
Kwalificatievoorwaarden:
1° De spelers moeten voldoen aan de maximale leeftijd voorzien voor de U21, en minimaal 15 jaar oud zijn op de dag van de wedstrijd.
2° Op het speelveld is de aanwezigheid van minimaal 7 spelers die selecteerbaar zijn voor een Belgische nationale vertegenwoordigende ploeg verplicht, en dit gedurende gans de wedstrijd.
Een inbreuk op deze voorwaarden wordt bestraft met het verlies van de wedstrijd.
3.2.3 Verdeling van de ontvangsten
Artikel P7.128
Het principe van de verdeling in gelijke delen van de bruto-ontvangst van een wedstrijd wordt in de Beker van België U21 profvoetbal niet toegepast.
De thuisclub staat in voor de scheidsrechterskosten, de bezoekende club draagt de kosten voor haar verplaatsing.
3.3 KLACHTEN - VERHAAL - GEVOLGEN
Artikel P7.129
Een klacht moet, op straffe van nietigheid en, via het toepasselijke digitale platform, telefoon, telefax, of e-mail worden medegedeeld aan de KBVB vóór 12 uur van de eerste werkdag volgend op de wedstrijd en binnen dezelfde termijn met een kopie aan de tegenstrever.
Artikel P7.130
Tegen disciplinaire beslissingen van het Disciplinair Comité voor het profvoetbal is hoger beroep mogelijk, bij de Disciplinaire Raad voor het profvoetbal overeenkomstig de procedureregels van het bondsreglement
Boek B- Titel 11, Geschillen en Procedures
Tegen administratieve beslissingen van de KBVB en de Kalendermanager KBVB is geen verhaal mogelijk.
Artikel P7.131
Wanneer een klacht in verband met feiten van sportieve aard of met de kwalificatie van een speler gegrond wordt verklaard, wordt de in het ongelijk gestelde club in de volgende speeldag vervangen door de club die ten onrechte sportief werd uitgeschakeld.
Artikel P7.132
Wanneer een klacht betreffende een vergissing, die door de scheidsrechter werd begaan in de toepassing van de regels van het voetbalspel, als gegrond wordt aanvaard en deze vergissing de uitslag van de wedstrijd heeft beïnvloed, wordt de wedstrijd beschouwd als geëindigd op een gelijkspel.
De club die aan de volgende ronde mag deelnemen wordt bij loting door de KBVB bepaald.
3.3.3 Bevoegde disciplinaire instanties
Artikel P7.133
De disciplinaire instanties van het Profvoetbal zijn bevoegd, zelfs als het een club(s) betreft van de 1ste nationale, of een speler(s) toegewezen aan een club van de 1ste nationale.
4 OVERMACHT
Artikel P7.134
Indien tot definitieve stopzetting van de competitie omwille van overmacht wordt beslist, wordt het klassement na de laatste effectief gespeelde wedstrijddag aanvaard en beschouwd als zijnde het eindklassement voor wat betreft de sportieve gevolgen (kampioen, Europese tickets en degradatie), indien aan onderstaande voorwaarden wordt voldaan.
- Indien alle clubs uit de competitie ten minste 1x tegen elkaar hebben gespeeld in hetzelfde seizoen of 50% van de wedstrijden van het reguliere kampioenschap zijn afgewerkt, dan wordt het klassement op het moment van de stopzetting beschouwd als zijnde definitief (inclusief sportieve gevolgtrekking). De regel van drie wordt toegepast indien niet alle clubs evenveel wedstrijden hebben afgewerkt.
- Indien deze voorwaarde niet is vervuld, dan wordt het seizoen geannuleerd. Er zal bijgevolg geen kampioen zijn, geen sportieve dalers en geen stijgers. De Europese tickets (m.u.v. het ticket dat aan de winnaar van de Beker van België toekomt) worden in dat geval toegekend op basis van de prestaties van de clubs in de nationale profcompetities en/of de Beker van België (= competities die bepalend zijn voor de kwalificatie voor de Europese competities) in de vorige 5 seizoenen.
Indien door overmacht de barragewedstrijd tussen de voorlaatste club uit de competitie 1A en de nummer 2 uit de competitie 1B niet kan worden afgewerkt, wordt de club uit de competitie 1A als winnaar beschouwd van deze barragewedstrijd.