ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST
ALGEMENE BEPALINGEN STAGEOVEREENKOMST
(BPV en andere stages)
ROC van Amsterdam
Uitgave : ROC van Amsterdam-Flevoland
Auteur : X. Xxxxxxx, Dienst Onderwijsinformatie
Kenmerk : Alg. bepalingen Stageovereenkomst ROCvA Vastgesteld door de Raad van Bestuur op : 05-07-2021
Traject OR ROCvA-F : n.v.t.
Traject CSR ROCvA-F : 30-08-2021 ter informatie
Traject GMR VOvA : n.v.t.
Inhoudsopgave
1. Toelichting op het document 4
B. De opbouw van de Stageovereenkomst 4
3. Aanpassen en beëindigen van de Stageovereenkomst 5
B. Ondertekenen van de Stageovereenkomst 5
C. Aanpassen van de Stageovereenkomst 5
D. Xxxxxx van werken bij het aanpassen van bladen 6
E. Einde van de Stageovereenkomst 6
4. Verplichtingen van partijen 7
A. (Inspannings-)verplichting leerbedrijf 7
B. (Inspannings-)verplichting onderwijsinstelling 8
C. (Inspannings-)verplichting student 8
6. Niet nakomen van (houden aan de) verplichtingen 9
7. Aansprakelijkheid voor schade* 10
8. Geschillen* (problemen) en klachten 10
Inleiding
Een belangrijk onderdeel van de opleiding is de stage: het leren in de praktijk1 wordt geregeld in de Stageovereenkomst. De Stageovereenkomst wordt getekend door drie partijen: de student, het leerbedrijf en de onderwijsinstelling. In de Algemene bepalingen worden de rechten en plichten van de student, het leerbedrijf en de onderwijsinstelling beschreven. In de Algemene bepalingen worden ook andere documenten genoemd, zoals bijvoorbeeld de Onderwijs- en Examenregeling (OER). De laatste versies van deze documenten staan op de website2 van de onderwijsinstelling.
In artikel 1 wordt uitgelegd waarom bepaalde onderdelen gemarkeerd of genummerd zijn. In artikel 2 wordt uitgelegd hoe de Stageovereenkomst is opgebouwd. Artikel 3 gaat in op de stage van het begin tot het einde. Ook wordt uitgelegd hoe met aanpassingen wordt omgegaan. In artikel 4 worden de verplichtingen van alle partijen (student, leerbedrijf en onderwijsinstelling) verder uitgelegd. Artikel 5 gaat over privacy van de persoonsgegevens van partijen. Artikel 6 gaat over wat er gebeurt als men zich niet houdt aan de verplichtingen. Artikel 7 bespreekt de aansprakelijkheid tijdens de stage. Geschillen en klachten worden besproken in artikel 8. In artikel 9 staan slotbepalingen (de rest voorwaarden).
Samen met de Centrale Studentenraad (CSR) heeft de onderwijsinstelling de tekst zo helder mogelijk gemaakt. Omdat het een contract volgens de wet is, staan hier soms moeilijke begrippen en afkortingen in. Begrippen en afkortingen worden uitgelegd in een apart document3. Als de student sommige dingen niet begrijpt kan de student het vragen aan de studieloopbaanbegeleider/mentor.
Directeur van Dienst Onderwijsinformatie ROC van Amsterdam-Flevoland
1 Dit wordt ook wel BPV genoemd; BPV betekent Beroepspraktijk Vorming.
2 xxxxx://xxx.xxxxx.xx/Xxxxxxxxxx/Xxxx-xxxx-xxxxxxxxx
3 De Begrippenlijst staat op de website van de onderwijsinstelling.
1. Toelichting op het document
• Woorden die beginnen met een Hoofdletter zijn documenten die op de website staan.
• Woorden in de tekst met de eerste keer een sterretje* worden uitgelegd in de Begrippenlijst op de website4: eerst uitleg in dagelijkse taal, daarna volgens de wet.
• Woorden met een cijfer erachter, noemen we voetnoten, in de voetnoten (onder aan de pagina) kun je de details nalezen of het wetsartikel vinden.
2. De Stageovereenkomst
A. Reikwijdte
2.1 De student is ingeschreven bij de onderwijsinstelling omdat hij een Onderwijsovereenkomst* heeft en hij geen examendeelnemer is.
2.2 Het ROC van Amsterdam-Flevoland gebruikt één overeenkomst voor het leren in de praktijk Dit wordt de Stageovereenkomst* genoemd. De stageovereenkomst geldt zowel voor BPV5 als voor andere stages voor het contractonderwijs*.
2.3 De Stageovereenkomst wordt gesloten tussen de student, de onderwijsinstelling en het leerbedrijf*, in deze overeenkomst worden ze ook wel “partijen” genoemd. De Stageovereenkomst wordt volgens de wet geregeld door de onderwijsinstelling.
2.4 De onderwijsinstelling verstuurt het Stageblad naar het instellingsmailadres van de student en naar het (email)adres van het leerbedrijf. Hetzelfde geldt voor alle andere communicatie met student en leerbedrijf.
B. De opbouw van de Stageovereenkomst
2.5 De Stageovereenkomst bestaat uit een Stageblad* en deze Algemene bepalingen.
De Stageovereenkomst kan worden uitgebreid door bijlagen, aanvullende afspraken tussen de onderwijsinstelling, het leerbedrijf en de student; zij vormen hiermee één met elkaar verbonden geheel met de overeenkomst.
2.6 De Stageovereenkomst kan worden aangevuld door een Keuzedeel Stageblad*; zij vormen één met elkaar verbonden geheel met de overeenkomst6.
C. Het Stageblad
2.7 Op het Stageblad staat de afspraak over de stage die de student gaat volgen. Het Stageblad is een vast onderdeel van deze overeenkomst. Overal waar in deze overeenkomst ‘stage’ staat, bedoelen we de stage voor de opleiding die staat op het Stageblad.
D. Het Keuzedeel Stageblad
2.8 De onderwijsinstelling kan de student geheel of voor een deel aan zijn keuzedeelverplichting7 laten voldoen via een aparte stage: dit wordt opgeschreven op een Keuzedeel Stageblad.
2.9 Het (Keuzedeel) Stageblad maakt een onlosmakelijk onderdeel uit van de Stageovereenkomst en geldt zolang de stage duurt.
4 De link voor de website is xxxxx://xxx.xxxxx.xx/Xxxxxxxxxx/Xxxx-xxxx-xxxxxxxxx.
4 Beroepspraktijkvorming (BPV)* volgens art.7.2.8 lid1 Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB), hierna ook wel BPV-stage genoemd*.
6 Als alleen een Keuzedeelstage wordt afgesloten bestaat de overeenkomst uit een Keuzedeel Stageblad en deze Algemene bepalingen. Vanaf 1 augustus 2016 heeft de onderwijsinstelling keuzedelen voor alle opleidingen die dan starten.
E. De Algemene bepalingen
2.10 In deze Algemene bepalingen van deze Stageovereenkomst staan de algemene rechten en plichten van de student, het leerbedrijf en de onderwijsinstelling.
2.11 Aanpassingen en aanvullingen voor deze Algemene bepalingen gelden pas als de Centrale Studentenraad (CSR) toestemming heeft gegeven. Wijzingen en toevoegingen worden besloten door het College van Bestuur.
2.12 Op de website van de onderwijsinstelling staan altijd de op dat moment geldende Algemene bepalingen.
2.13 De wijzigingen of toevoegingen gelden ook voor de al afgesloten Stageovereenkomsten behalve als dit niet redelijk en eerlijk is.
3. Aanpassen en beëindigen van de Stageovereenkomst
A. Starten van de stage
3.1 Als voor het volgen van een stage een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG)* of Verklaring van Geen Bezwaar (VGB)* verplicht is, kan het leerbedrijf de Stageovereenkomst direct beëindigen als er geen VOG of VGB is.
De onderwijsinstelling kan dan ook de Onderwijsovereenkomst beëindigen. De eis om een VOG of VGB te hebben vóór de start van de stage staat op de website en/of in het Onderwijs- en Examenreglement (OER).
3.2 Een BPV stage kan alleen gelopen worden bij een door de SBB8* erkend leerbedrijf. Voor de start van de BPV sluiten partijen een Stageovereenkomst af.
In de Stageovereenkomst staan de afspraken over de BPV zodat de student de voor de kwalificatie*/het keuzedeel nodige kennis en ervaring kan krijgen. De activiteiten die door de student in verband met de Stageovereenkomst worden uitgevoerd, hebben een leerfunctie.
3.3 De onderwijsinstelling bepaalt wanneer een student de stage mag gaan volgen en waaraan deze moet voldoen. De voor de opleiding geldende stage-uren, onderwijs- en vormingsdoelen zijn opgenomen in het Onderwijs- en Examenregeling (OER) en/of Stagehandboek van de opleiding.
B. Ondertekenen van de Stageovereenkomst
3.4 Op het eerste Stageblad wordt altijd door iedere partij een handtekening gezet.
3.5 Studenten mogen vanaf 16 jaar zelf hun Stageovereenkomst ondertekenen, tenzij zijn ouders hier bezwaar tegen hebben. Door een instemmingsverklaring van de ouders/wettelijke vertegenwoordiger op het eerste Opleidingsblad van de Onderwijsovereenkomst kan de student onder de 18 (vanaf 16 jaar) zelf zijn Stageovereenkomst en/of Oriëntatie op het Beroep en mogelijke bijlagen die erbij horen tekenen.
3.6 Als de ouder/wettelijke vertegenwoordiger bezwaar heeft tegen het zelf tekenen door de student kan hij het (web)formulier ‘Bezwaar Instemmingsverklaring’* invullen en opsturen naar Bureau Studentenzaken. Dan wordt het (aangepaste) stageblad via de post naar zijn ouders/wettelijk vertegenwoordiger verzonden. De Onderwijsovereenkomst moet dan ook opnieuw worden gemaakt en ondertekend,
3.7 Pas na ondertekening door het leerbedrijf en de onderwijsinstelling kan de stage beginnen. Onder de overeenkomst kán ook een digitale handtekening staan9.
C. Aanpassen van de Stageovereenkomst
3.8 Op verzoek van de student kan de Stageovereenkomst aangepast worden, na overleg met de praktijkopleider van het leerbedrijf en de onderwijsbegeleider* van de opleiding. Alle partijen moeten het eens zijn en de nieuwe stage moet voldoen aan dezelfde wettelijke eisen.
8 SBB = Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, SBB houdt toezicht op stagebedrijven.
9 Als de onderwijsinstelling een digitale handtekening gebruikt is deze betrouwbaar volgens de regels van de wet (art. 3:15A Burgerlijk Wetboek (BW)).
De student moet voldoen aan de voorwaarden voor toelating voor de nieuwe stage.
De voorwaarden voor toelating staan in het Onderwijs- en Examenregeling (OER) en/of Stagehandboek van de opleiding. De opleiding en/of het leerbedrijf beslissen over de toelating. Voor het leerbedrijf is het belangrijk of het de stage mag (dit heeft te maken met de erkenning), kán en wil geven.
3.9 We spreken van aanpassingen in de Stageovereenkomst bij:
a. Uitbreiding
De student wil bij hetzelfde leerbedrijf een Keuzedeel-stage volgen. Dit wordt mogelijk door een Keuzedeel Stageblad bij de Stageovereenkomst te maken.
b. Verlenging
De Stageovereenkomst kan als alle partijen (student, leerbedrijf en onderwijsinstelling) het eens zijn worden verlengd. Hiervoor wordt een nieuw (Keuzedeel) Stageblad gemaakt.
c. Aanpassing
De student verandert van:
- opleiding (crebo);
- leerweg;
- niveau van de opleiding; binnen zijn opleidingstraject (xxx xxxxxx naar kwalificatiedossier naar kwalificatie).
In de situatie onder c moet eerst de Onderwijsovereenkomst worden aangepast.
d. Aanpassing van het Keuzedeel Stageblad
Dit is het geval als de student (een) ander(e) Keuzede(e)l(en) wil volgen.
D. Xxxxxx van werken bij het aanpassen van bladen
Als de partijen (student, leerbedrijf en onderwijsinstelling) niet zijn veranderd kan de volgende manier van werken worden gebruikt bij aanpassingen:
3.10 De onderwijsinstelling vervangt bij het aanpassen van het Stageblad of het Keuzedeel Stageblad het blad door een nieuw blad. De onderwijsinstelling verstuurt het gewijzigde blad naar het instellingsmailadres van de student en naar het (email)adres van het leerbedrijf.
3.11 Als de student onder de 18 is, wordt het aangepaste blad via de post ook naar zijn ouders/wettelijk vertegenwoordiger verzonden tenzij de instemmingsverklaring is ondertekend (volgens art. 3.6 hierboven).
3.12 Als de student10 (en/of het leerbedrijf niet akkoord gaat met de wijziging, dan moet hij dit binnen 10 schooldagen* schriftelijk (brief of email) melden bij Bureau Studentenzaken.
3.13 Als bezwaar is gemaakt tegen de aanpassing blijft het oude blad geldig. Als er binnen 10 schooldagen geen bezwaar is gemaakt, geldt het nieuwe blad .
E. Einde van de Stageovereenkomst
3.14 De Stageovereenkomst eindigt automatisch (van rechtswege):
a. aan het eind van de afgesproken periode;
b. door het bereiken van het aantal afgesproken uren op het (Keuzedeel-) Stageblad;
c. door het met goed gevolg afsluiten van de afgesproken leerdoelen* in de stage;
d. als de Onderwijsovereenkomst tussen de student en de onderwijsinstelling eindigt;
e. door ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid (juridische vorm) van het leerbedrijf of wanneer het leerbedrijf ophoudt het in de Stageovereenkomst bedoelde beroep of het genoemde bedrijf uit te oefenen of;
f. als de erkenning van het leerbedrijf11 is vervallen of ingetrokken.
3.15 In het geval dat de stage stopt omdat vóór de geplande einddatum het aantal afgesproken uren is bereikt (3.14.b) of de leerdoelen zijn bereikt (3.14.c) kunnen de student en het leerbedrijf mogelijk nieuwe afspraken maken over de invulling van de tijd tot de (eerder) geplande einddatum. Omdat de Stageovereenkomst van rechtswege in deze gevallen is beëindigd is de onderwijsinstelling geen partij bij deze mogelijke afspraak.
3.16 Een beëindiging van rechtswege wordt schriftelijk (brief of email) door de onderwijsinstelling bevestigd aan de student en het leerbedrijf.
10 Of ouder/wettelijke vertegenwoordiger indien student jonger dan 18 jaar is.
11 Zoals bedoeld in art. 7.2.9, 2de lid Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
F. Vervangende stageplaats
3.17 Als de Stageovereenkomst wordt beëindigd omdat het leerbedrijf zich niet aan haar wettelijke12 verplichtingen houdt, dan zorgt de onderwijsinstelling, na overleg met SBB, dat een voldoende vervangende voorziening zo snel als mogelijk wordt gesteld voor de student.
G. Nieuwe Stageovereenkomst
3.18 In de volgende situaties moet een nieuwe Stageovereenkomst worden afgesloten:
a. Per leerbedrijf:
De student volgt, wel of niet tegelijk, een stage bij meer dan één leerbedrijf: per leerbedrijf moet een Stageovereenkomst worden gesloten.
b. Per stageperiode:
Als een vervolgstage niet aansluitend in de tijd bij hetzelfde leerbedrijf wordt afgesloten: voor een nieuwe stageperiode moet een nieuwe (ondertekende) Stageovereenkomst worden afgesloten.
c. Per opleiding:
De student gaat in één leerbedrijf een stage volgen voor twee opleidingen (crebo’s).
d. Per onderwijsovereenkomst:
De student heeft een opleiding succesvol afgesloten met een diploma en gaat daarna een nieuwe opleiding doen. De student moet een nieuwe Onderwijsovereenkomst én een nieuwe Stageovereenkomst afsluiten.
4. Verplichtingen van partijen
Hieronder staan de rechten en plichten van partijen voor de stage13.
A. (Inspannings-)verplichting leerbedrijf
A1 Begeleiding en toezicht
4.1 Het leerbedrijf zorgt dat de student de afgesproken leerdoelen* haalt zodat hij zijn stage positief kan afsluiten. Het leerbedrijf zorgt voor voldoende dagelijkse begeleiding en opleiding van de student op de stageplek.
4.2 Het leerbedrijf wijst een praktijkopleider aan die verantwoordelijk is voor de begeleiding van de student tijdens de stage. De naam van de praktijkopleider wordt ingevuld in het Stagehandboek.
4.3 Het leerbedrijf is bereid om beoordeling van de stage door een medewerker van de onderwijsinstelling in het leerbedrijf mogelijk te maken.
A2 Vrijstelling en urenregistratie
4.4 Het leerbedrijf laat de student tijdens de stageperiode deelnemen aan het onderwijs dat door de onderwijsinstelling volgens het rooster wordt gegeven. Dit geldt ook voor deelname aan toetsen of examens.
4.5 Het leerbedrijf meldt voor de start van de stage de werktijden en de plaats aan de student. Wijziging hiervan bespreekt het leerbedrijf vooraf met de student.
4.6 Het leerbedrijf tekent de urenregistratie van de stage van de student wekelijks voor akkoord.
4.7 Het leerbedrijf geeft de student, als deze lid is van de (Centrale) Studentenraad vrijstelling* van stage-uren voor medezeggenschapsactiviteiten14 voor de Studentenraad.
12 Art. 7.2.10 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
13 Voor student gelden ook nog andere schriftelijke afspraken die staan op xxxxx://xxx.xxxxx.xx/Xxxxxxxxxx/Xxxx-xxxx-xxxxxxxxx.
14 Hieronder vallen activiteiten zoals vergaderingen, studiedagen, conferenties, officiële installatie, bezoeken
aan nationale en internationale partners. De student moet een bijlage Medezeggenschap te hebben.
A3 Voldoen aan wetgeving
4.8 Het leerbedrijf is een door SBB (voorlopig) erkend leerbedrijf. Het leerbedrijf voldoet aan de (wettelijke15) voorwaarden om de BPV-stage aan te bieden.
4.9 Het leerbedrijf neemt volgens de Arbeidsomstandighedenwet, maatregelen die het doel hebben de lichamelijke en geestelijke veiligheid van de student te beschermen16.
A4. Problemen/meningsverschillen bij seksuele intimidatie (bedreiging), discriminatie, agressie of geweld
4.10 Het leerbedrijf neemt maatregelen met als doel het voorkomen of bestrijden van vormen van seksuele intimidatie, discriminatie, agressie of geweld.
4.11 De student heeft in zo’n situatie het recht om het werk direct neer te leggen zonder dat dit reden is voor een negatieve beoordeling. De student moet de werkonderbreking direct melden bij de praktijkopleider en de onderwijsbegeleider. Wanneer dit niet mogelijk is meldt de student de werkonderbreking bij de Vertrouwenspersoon van het leerbedrijf of de onderwijsinstelling.
B. (Inspannings-)verplichting onderwijsinstelling
B1 Begeleiding en toezicht
4.12 De onderwijsinstelling wijst een onderwijsbegeleider17 aan die toezicht houdt op de stage en contactpersoon is voor student en leerbedrijf. De gegevens van de onderwijsbegeleider worden opgeschreven in het Stagehandboek.
B2 Taken onderwijsinstelling
4.13 De onderwijsinstelling heeft onderstaande taken en verantwoordelijkheden:
a. Eindverantwoordelijk voor de beoordeling of de student de stage heeft behaald.
- De manier waarop de stage wordt beoordeeld staat in het Examenreglement, Stagehandboek en de OER18 van de opleiding.
- De onderwijsinstelling neemt het oordeel van het leerbedrijf over de student mee als onderdeel van de beoordeling van de student.
b. Xxxxxx bekend maken van het rooster zodat de student en het leerbedrijf hier rekening mee kunnen houden.
c. Leer- en kwalificatie plichtige studenten* die niet in aanmerking komen voor een verplichte VOG of VGB naar een andere opleiding begeleiden.
d. Erop toe zien dat de stage opdrachten voldoen aan de geldende regels.
B2 Taken onderwijsbegeleider
4.14 De onderwijsbegeleider: heeft onderstaande taken en verantwoordelijkheden:
a. voortgang van de stage volgen.
b. controleren of de stage voldoende aansluit op de leerdoelen van de student.
c. minimaal 2 gesprekken voeren met leerbedrijf en student.
d. regelmatig contact houden met de student.
C. (Inspannings-)verplichting student
C1 Nakomen verplichtingen
4.15 De student moet vóór aanvang van de stage een VOG of VGB hebben als deze verplicht is.
4.16 De student is verplicht de binnen het leerbedrijf geldende regels over orde, veiligheid en gezondheid te volgen. Het leerbedrijf geeft de student voor het begin van de stage informatie over deze regels.
4.17 De student moet redelijke aanwijzingen van het leerbedrijf voor de stage op te volgen.
15 Zie art. 7.2.10 van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB).
16 Verplichtingen uit art. 7:658 Burgerlijk Wetboek (BW).
17 Dit wordt ook wel eens stagecoördinator of stagebegeleider genoemd.
18 OER=Onderwijs en Examenregeling
C2 Verzuim
4.18 De student is verplicht op stagedagen stage te lopen bij het leerbedrijf en zich te houden aan de met het leerbedrijf afgesproken werktijden.
4.19 Als de student tijdens de stage afwezig is, gelden de regels van het leerbedrijf én de onderwijsinstelling voor de presentie.
C3 Inzet en gedrag
4.20 De student spant zich zo goed mogelijk in om zijn leerdoelen binnen de afgesproken periode met succes af te ronden.
4.21 Wangedrag* van de student kan leiden tot het opzeggen (einde) van de stage. Onder wangedrag valt onder andere:
a. het tijdens de stage in het bezit zijn van en/of onder invloed zijn van (verboden) middelen, alcohol, drugs of op een andere manier niet in staat zijn om taken goed uit te voeren;
b. het in het bezit en/of onder invloed zijn van (verboden) middelen en wapens;
c. het meerdere keren zonder geldige reden niet of niet op tijd op de stage aanwezig zijn;
d. tijdens de stage iets doen wat volgens de wet strafbaar is of men heeft een redelijk vermoeden van schuld daaraan.
C4 Financiële verplichtingen
4.22 De student die een Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) opleiding volgt kan het leerbedrijf toestemming geven (machtigen) om namens hem het wettelijke verplichte cursusgeld en andere opleidingskosten te betalen. Dit wordt schriftelijk afgesproken in een derden machtiging*. Meer informatie is te vinden op de website.
4.23 Het leerbedrijf geeft door het zetten van een handtekening onder de derden machtiging aan dat het bedrijf het wettelijk te betalen cursusgeld en/of andere opleidingskosten voor de student zal betalen. De derden machtiging blijft tijdens de stage geldig behalve als deze schriftelijk door het leerbedrijf wordt gestopt.
4.24 De student blijft altijd zelf verantwoordelijk voor het op tijd betalen van het cursusgeld.
4.25 De student moet de rekeningen van de onderwijsinstelling binnen 4 weken te betalen. Als de rekening niet op tijd wordt betaald, moet de student de extra kosten die daardoor ontstaan betalen.
C5 Geheimhouding
4.26 De student is verplicht alles geheim te houden wat hem onder geheimhouding wordt verteld, wat hij als geheim heeft gehoord en/of waarvan het duidelijk is dat het niet aan anderen mag worden verteld.
5. Privacy
5.1 De omgang met gegevens van studenten en leerbedrijf gebeurt volgens de Algemene Verordening Gegevensbescherming en andere regels die hiervoor gelden.
5.2 De student kan zijn studentendossier inclusief zijn Stageovereenkomst digitaal inzien bij Bureau Studentenzaken. Hoe dat gaat staat in het Privacyreglement op de website.
5.3 Door ondertekenen van de Stageovereenkomst gaan partijen akkoord met het uitwisselen van informatie die noodzakelijk is voor een goede uitvoering van de Stageovereenkomst.
6. Niet nakomen van (houden aan de) verplichtingen
6.1 De Stageovereenkomst kan door een partij worden opgezegd:
a. als de student zich op zo’n manier gedraagt dat van het leerbedrijf of de onderwijsinstelling niet kan worden verwacht de Stageovereenkomst nog door te laten gaan;
b. als van een van de partijen door dringende omstandigheden niet kan worden verwacht de Stageovereenkomst verder te laten lopen;
c. als de verplichtingen uit deze Stageovereenkomst niet of niet voldoende nagekomen worden ondanks overleg hierover;
d. als gebleken is dat de student niet in staat is de stageopdrachten voldoende uit te voeren ondanks gesprekken hierover en extra begeleiding;
e. als alle partijen (onderwijsinstelling, leerbedrijf en de student) het eens zijn.
6.2 De Stageovereenkomst zal pas eindigen nadat partijen een gesprek hebben gehad om te beoordelen of de beëindiging kan worden voorkomen. Beëindiging van de stage gebeurt schriftelijk (brief of email) aan de partijen.
7. Aansprakelijkheid voor schade*
7.1 Tijdens de stage is het leerbedrijf de leidinggevende van de student. Het leerbedrijf is aansprakelijk voor schade die de student tijdens of in verband met de stage mocht lijden, tenzij zij aan haar zorgplicht heeft voldaan19 of als de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet* of bewuste roekeloosheid* van de student.
7.2 Het leerbedrijf is aansprakelijk voor de schade die de student tijdens of in verband met de stage veroorzaakt aan (de eigendommen van) het leerbedrijf of van derden20. Dit geldt niet als de student het expres doet (opzet) of doet zonder na te denken over de gevolgen (bewuste roekeloosheid).
7.3 Het leerbedrijf verklaart te zijn verzekerd tegen het financiële risico van (bedrijfs) aansprakelijkheid zoals genoemd in lid 7.1 en lid 7.2. Deze dekking moet ook gelden voor studenten.
7.4 Het leerbedrijf stelt de onderwijsinstelling niet aansprakelijk (vrijwaart*) voor schade die zij of derden lijden door het uitvoeren van de Stageovereenkomst door de student, behalve voor zover de schade vooral het gevolg is van opzet* of grove nalatigheid* van de onderwijsinstelling.
8. Geschillen* (problemen) en klachten
8.1 Bij problemen tijdens de stage proberen partijen samen tot een oplossing te komen.
8.2 Mocht dit gesprek voor student niet tot het gewenste resultaat leiden, dan kan hij een klacht indienen bij de onderwijsinstelling. Hoe de student een klacht kan melden staat in het Klachtenreglement. Het Klachtenreglement staat op de website.
8.3 Mocht dit gesprek voor het leerbedrijf niet tot het gewenste resultaat leiden dan kan het leerbedrijf een klacht melden bij de directie van het MBO College dat op de stageovereenkomst staat.
8.4 Elke partij kan een geschil (meningsverschil) uit deze overeenkomst voorleggen aan de bevoegde rechter van Amsterdam.
9. Slotbepalingen
9.1 In de gevallen waarin de Stageovereenkomst niet voorziet, beslissen de onderwijsinstelling en het leerbedrijf na overleg met de student.
9.2 De student en het leerbedrijf verklaren dat zij de documenten, genoemd in deze Algemene bepalingen, hebben ontvangen en/of daarvan hebben kennisgenomen.
8.9 Voor de Stageovereenkomst, eventuele bijlagen en deze Algemene bepalingen geldt alleen Nederlands recht.
- - - o O o - - -
19 Dit staat in art. 7:658 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek (BW)
20 Hiermee wordt bedoeld eigendommen van bv. klanten die het stagebedrijf beheert. Voorbeeld: de auto van een klant in de garage (stagebedrijf)