VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
VLAAMS AGENTSCHAP ZORG EN GEZONDHEID
Xxxxxx Xxxxxx XX – xxxx 00 xxx 00, 0000 XXXXXXX
Afdeling Gespecialiseerde Zorg
REVALIDATIEOVEREENKOMST TUSSEN
DE VLAAMSE GEMEENSCHAP EN
DE V.Z.W. KATARSIS UIT GENK
Gelet op het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid artikel 110, eerste lid;
Gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging, inzonderheid op artikel 372;
Wordt overeengekomen wat volgt tussen:
enerzijds,
De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van de minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin, hierna te noemen, “de Vlaamse Gemeenschap”;
en anderzijds,
de v.z.w. Katarsis uit Genk, die de revalidatievoorziening met dezelfde naam beheert, welke verder in de tekst wordt aangeduid als “de revalidatievoorziening”.
DEFINITIES
In deze overeenkomst wordt verstaan onder:
1° agentschap: het agentschap Zorg en Gezondheid, opgericht bij het besluit van de Vlaamse Regering van 7 mei 2004 tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap “Zorg en Gezondheid”;
2° besluit: het Besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
3° decreet: het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische
verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
4° minister: de Vlaamse minister xxx Xxxxxxx, Volksgezondheid en Gezin;
5° rechthebbende: de rechthebbende zoals vermeld in artikel 2, 13° van het decreet van 6 juli 2018 betreffende de overname van de sectoren psychiatrische verzorgingstehuizen, initiatieven van beschut wonen, revalidatieovereenkomsten, revalidatieziekenhuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging;
6° zorggebruiker: iedere natuurlijke persoon die een beroep doet of wil doen op de zorgvoorziening;
Hoofdstuk I.VOORWERP VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 1. Deze overeenkomst definieert de door de revalidatievoorziening beoogde populatie, de aangeboden revalidatieprogramma's, de aard van de verrichte revalidatieverstrekkingen, de beoogde doelstellingen van de revalidatie en de revalidatie-equipe die hiervoor in staat. Voor de rechthebbenden legt de overeenkomst de tegemoetkomingen en de eigen bijdrage voor de revalidatie vast. Voor de partijen die de overeenkomst sluiten, regelt de overeenkomst niet alleen de onderlinge betrekkingen en de respectievelijke bevoegd- heden, maar ook de betrekkingen met en de bevoegdheden van het agentschap.
Hoofdstuk II. DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 2. De revalidatievoorziening Katarsis bestaat uit twee afdelingen (het detoxprogramma en de drugvrije therapeutische gemeenschap) die beiden een revalidatieformule in internaatsverband aanbieden aan een populatie van verslaafden. Iedere afdeling heeft haar eigen doelstellingen en revalidatieprogramma. Om die reden functioneren de afdelingen op therapeutisch vlak zo veel mogelijk gescheiden, wat minimum inhoudt dat iedere afdeling over eigen lokalen beschikt en dat tussen de zorggebruikers van beide afdelingen een strikte scheiding gehandhaafd wordt. Iedere afdeling beschikt tevens over een eigen therapeutisch personeelskader (zie bijlage II-A en II-B van de overeenkomst). Sommige personeelsleden kunnen echter in beide afdelingen tewerkgesteld worden. Om organisatorische redenen zijn daarnaast ook overplaatsingen van personeelsleden van de ene naar de andere afdeling toegelaten, zonder dat dit evenwel een wijziging van de voor iedere afdeling vooropgestelde personeelsomkadering mag voor gevolg hebben.
Om organisatorische redenen mogen de administratieve en logistieke taken voor beide afdelingen samen centraal worden uitgeoefend.
De revalidatievoorziening vormt een kleinschalige, functionele eenheid.
Artikel 3. §1. De afdeling detoxprogramma wil aan verslaafden die in een crisissituatie verkeren, de mogelijkheid bieden om de dag zelf dat zij dat wensen of ten laatste de dag daarna, in het centrum te worden opgenomen, ten einde in enkele weken tijd de crisissituatie te stabiliseren, indien mogelijk de verslaafden te ontwennen en ze te oriënteren naar en te motiveren voor een verdere, aangepaste therapeutische behandeling.
Van de zorggebruikers wordt, voorafgaand aan de opname, weinig motivatie voor een verandering van hun levenswijze verwacht. Om voor een opname in deze afdeling in aanmerking te komen, moet de crisissituatie waarin de zorggebruiker verkeert, echter dermate ernstig zijn dat ze ambulant niet afdoende kan opgevangen worden.
De revalidatievoorziening zal ervoor waken dat zorggebruikers die op deze afdeling een beroep doen, maar die niet onmiddellijk zouden kunnen worden opgenomen, terecht kunnen bij andere voorzieningen, eventueel slechts voorlopig; de revalidatievoorziening kan in dit verband met andere voorzieningen samenwerkingscontracten afsluiten.
§2. De afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap biedt aan verslaafden die reeds fysiek ontwend zijn en die daartoe gemotiveerd zijn, een lange-termijn-revalidatieprogramma aan dat op een fundamentele verandering van hun levenswijze als druggebruiker is gericht, zodat zij zich op een drugvrije wijze opnieuw in de maatschappij kunnen integreren.
Artikel 4. De revalidatievoorziening is verplicht hulp te bieden aan zorggebruikers van gelijk welk ras, geslacht, leeftijd, religie, levensbeschouwing, seksuele voorkeur of woonplaats.
In de behandeling zal de revalidatievoorziening steeds uitgaan van het respect voor ieders overtuiging en individuele vrijheid.
Artikel 5. De revalidatievoorziening zal in het belang van de zorggebruikers samenwerkingsbanden aangaan met allerlei andere voorzieningen en zorgverstrekkers. Zo zal de revalidatievoorziening samenwerken met de andere gespecialiseerde voorzieningen voor verslaafden (ambulante en residentiële voorzieningen), en met artsen, ziekenhuizen, psychiatrische ziekenhuizen, centra voor geestelijke gezondheidszorg, sociale diensten, enz.
Deze samenwerking houdt onder meer in dat met bovenbedoelde voorzieningen en verstrekkers afspraken worden gemaakt over doorverwijzing en dat de nodige gegevens aangaande bepaalde zorggebruikers (met respect voor het medisch geheim) worden uitgewisseld.
Ook zal de revalidatievoorziening zich inschakelen in de regionale overlegorganen met betrekking tot de behandeling van druggebruikers en deelnemen aan de in dat verband eventueel ontwikkelde initiatieven om tot een nauwkeurige registratie van de druggebruikers en tot een betere coördinatie van de verschillende voorzieningen te komen, mits hierbij de medische deontologie en de wetgeving inzake de bescherming van het privéleven worden gerespecteerd.
De revalidatievoorziening kan nooit weigeren om samen te werken met één van bovengenoemde zorgverstrekkers indien een zorggebruiker er beroep op doet.
Hoofdstuk III. BEOOGDE POPULATIE
Artikel 6. De rechthebbenden van onderhavige overeenkomst zijn rechthebbenden die illegale drugs of geneesmiddelen gebruiken en die in de revalidatievoorziening zijn opgenomen. Het gaat hier om zorggebruikers die lijden aan stoornissen door het gebruik van psychoactieve middelen die in de "Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders" (DSM-III-R) beschreven zijn onder de codes, 304.00, 304.10, 304.20, 304.30, 304.40, 304.50, 304.60 en 304.90.
Uitzonderlijk kan de revalidatievoorziening, indien dat aangewezen is, ook rechthebbenden die hoofdzakelijk alcohol gebruiken (code 303.90 van de DSM-III-R) opnemen.
Op het ogenblik van de opname in het detoxprogramma van de revalidatievoorziening, moet de zorggebruiker zich, ten gevolge van het gebruik van psycho-actieve middelen, op medisch, psychologisch of sociaal vlak in een crisissituatie bevinden die een opname verantwoordt.
Op het ogenblik van de opname in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening, moet de zorggebruiker fysiek ontwend zijn.
Hoofdstuk IV. DOEL VAN DE REVALIDATIE
Artikel 7. §1. Een opname in de afdeling detoxprogramma van de revalidatievoorziening heeft eensdeels tot doel te verhelpen aan de crisissituatie van de zorggebruiker en eventueel de verslaafde fysiek te ontwennen en anderdeels, indien nodig, de zorggebruiker te oriënteren naar een passende therapeutische follow-up (om de onderliggende oorzaken van de drugverslaving weg te werken en de verslaafde weer sociaal-professioneel te re-integreren). De zorggebruiker zal worden gemotiveerd voor zulke verdere therapeutische behandeling en hierop worden voorbereid.
§2. Een opname in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap heeft tot doel via een drugvrije, psychotherapeutische behandeling waarvan het hiërarchisch gestructureerd gemeenschapsleven één van de pijlers vormt, de ontwikkelingsprocessen van de verslaafde weer op gang te brengen en een fundamentele verandering in zijn levenswijze te bewerkstelligen, zodat de verslaving beëindigd, de psychische toestand verbeterd en een volledige sociaal-professionele re-integratie gerealiseerd wordt.
Hoofdstuk V. AARD VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 8. §1. De op basis van deze overeenkomst vergoedbare revalidatieverstrekking is de verpleeg- en revalidatiedag, d.w.z. elke dag tijdens welke de rechthebbende daadwerkelijk in een van de afdelingen van de revalidatievoorziening verblijft om aan het revalidatieprogramma van die afdeling deel te nemen.
§2. De dag van opname en de dag van ontslag worden samen gerekend als één enkele verpleeg- en revalidatiedag, behoudens wanneer volgende voorwaarden gelijktijdig worden vervuld: opname van een rechthebbende vóór 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van zijn ontslag. In die gevallen mogen zowel de dag van de opname als de dag van het ontslag worden aangerekend.
§3. Als een rechthebbende wordt opgenomen in de afdeling detoxprogramma van de revalidatievoorziening maar de revalidatievoorziening verlaat binnen de 24 uur na zijn opname, mag slechts één enkele verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen wanneer de zorggebruiker een volledige nacht is opgenomen geweest, wat betekent dat de zorggebruiker ten minste van middernacht tot 8 uur 's morgens in de afdeling detoxprogramma van de revalidatievoorziening heeft verbleven.
§4. Een verblijfsduur, van een rechthebbende van minder dan 24 uur in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening kan nooit aanleiding geven tot de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van een verpleeg- en revalidatiedag, behoudens wanneer de rechthebbende tijdens de eerste 24 uur na zijn opname overlijdt; in dat geval is de betaling van één verpleeg- en revalidatiedag verschuldigd.
§5. Voor de toepassing van §2, kan de dag waarop een zorggebruiker de afdeling detoxprogramma van de revalidatievoorziening verlaat maar opgenomen wordt in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening, of vice versa, in geen geval beschouwd worden als dag van ontslag.
§6. De dagen tijdens welke de rechthebbende niet effectief in de revalidatievoorziening verblijft (maar in een verpleeginrichting, een andere revalidatievoorziening, een revalidatieziekenhuis, het thuismilieu of gelijk waar), kunnen nooit worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen, met uitzondering van de in de artikelen 23 en 24 van deze overeenkomst bedoelde dagen.
Hoofdstuk VI. PRIJS VAN DE REVALIDATIEVERSTREKKINGEN
Artikel 9. §1. De prijs van de in artikel 8 gedefinieerde verpleeg- en revalidatiedag, vastgesteld op basis van
bijlage II-A t.e.m. IV bij deze overeenkomst, is een vast bedrag dat de volledige kostprijs van de revalidatie in de revalidatievoorziening dekt. Bijgevolg omvat de verpleeg- en revalidatiedagprijs de kosten welke voortvloeien uit het verblijf van de rechthebbende in de revalidatievoorziening, alsmede alle werkingskosten, alle kosten voor diagnostische verstrekkingen, alle door het personeel van de revalidatievoorziening verleende verstrekkingen en alle kosten van revalidatieactiviteiten die binnen of buiten de revalidatievoorziening plaatsvinden (dus ook de kosten van verbruiksmateriaal voor ateliers, allerlei toegangsprijzen, de kosten van het vervoer naar activiteiten die buiten de revalidatievoorziening plaatshebben, enz... )
§2. De in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen opgenomen verstrekkingen kunnen worden aangerekend boven op de in §1 bedoelde prijs van de verpleeg- en revalidatie- dag, behalve wanneer het gaat om :
a) een raadpleging, een bezoek of een advies van een algemeen geneeskundige;
b) een raadpleging, een consult of een advies van een psychiater of een neuropsychiater, evenals de door hen verleende psychotherapeutische behandelingen;
c) kinesitherapieverstrekkingen die verband houden met de revalidatie van verslaaf- den;
d) door verpleegkundigen verleende verzorging (artikel 8, §1, van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen);
e) fysiotherapieverstrekkingen die verband houden met de revalidatie van verslaafden.
De farmaceutische producten kunnen eveneens worden aangerekend bij de in §1 bedoelde prijzen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe aan de rechthebbende geen extra vergoeding aan te rekenen boven op de in §1 van onderhavig artikel vastgestelde prijs.
Het remgeld van de rechthebbende met betrekking tot de verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen en die op basis van de bepalingen van §2 van dit artikel boven op de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag in aanmerking kunnen komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen, kan echter wel aan de rechthebbende aangerekend worden.
§4. De kosten, gemoeid met de door het personeel van de revalidatievoorziening aan de rechthebbende verleende verstrekkingen die niet tot de revalidatie zouden behoren, mogen nooit worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
Deze bepaling geldt ook voor verstrekkingen die door het personeel van de revalidatievoorziening worden verleend buiten het raam van de revalidatievoorziening, voor verstrekkingen die eventueel zouden worden verricht door personen die voor de revalidatievoorziening werken op basis van het statuut van zelfstandige, en voor de in §2 bedoelde verstrekkingen als die door het personeel van de revalidatievoorziening verleend worden.
§5. De kostprijs van de verstrekkingen die eventueel in de revalidatievoorziening zouden worden verricht ten behoeve van kandidaat-zorggebruikers, nog vóór de start van hun revalidatieprogramma, kan in geen geval worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen, zelfs niet als de betrokken rechthebbende uiteindelijk niet in de revalidatievoorziening wordt opgenomen.
§6. De kostprijs van verstrekkingen die uitzonderlijk in de revalidatievoorziening zouden worden verricht ten behoeve van zorggebruikers die niet meer zijn opgenomen in de revalidatievoorziening, kan evenmin worden aangerekend, noch aan de rechthebbende, noch aan de verzekeringsinstellingen.
§7. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe om alle nodige maatregelen te nemen met het oog op de naleving van deze bepalingen. Het niet naleven van de bepalingen van dit artikel wordt door de partijen als een motief voor het opzeggen van de overeenkomst beschouwd. De procedure zoals beschreven in artikel 182 tot en met 189 van het besluit, betreffende het beëindigen van een overeenkomst op initiatief van de minister of het
agentschap, is desgevallend van toepassing.
Artikel 10. §1. De in artikel 9, §1 omschreven prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt vastgesteld op X, rekening houdend met de personeelskosten en de werkingskosten vermeld in bijlage II-A t.e.m. III bij deze overeenkomst.
§1bis. De structurele subsidie ingevolge de 1ste Staatshervorming, ter compensatie van de werkingsmiddelen, wordt met ingang van 01.01.2019 geïntegreerd in de basisforfaitprijs. De in §2 vermelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt, conform de berekening vermeld in bijlage IV, daardoor verhoogd met X.
§2. Het indexeerbaar gedeelte van de in §1 vastgestelde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag wordt gekoppeld aan spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013) van de consumptieprijzen. Dat indexeerbaar gedeelte, waarvan de hoegrootheid wordt vermeld in bijlage IV van deze overeenkomst, wordt aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Hoofdstuk VII. CAPACITEIT VAN DE REVALIDATIEVOORZIENING
Artikel 11. Deze overeenkomst wordt gesloten voor een jaargemiddelde van 27 internaatszorggebruikers per dag, met name 8 zorggebruikers voor de afdeling detoxprogramma van de revalidatievoorziening en 19 zorggebruikers voor de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening.
Het aantal zorggebruikers dat op eenzelfde dag in de afdeling detoxprogramma verblijft, mag in geen geval hoger liggen dan 11. Voor de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap mag dit aantal in geen geval hoger liggen dan 23.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe om voor de toepassing van dit artikel rekening te houden met alle in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers, met inbegrip van de zorggebruikers waarvoor geen beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Hoofdstuk VIII. MEDISCH-ADMINISTRATIEVE EN BOEKHOUDKUNDIGE BEPALINGEN
Artikel 12. Een tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter kan enkel worden toegekend als de verzekeringsinstelling waarbij de zorggebruiker is aangesloten of ingeschreven, een beslissing tot goedkeuring van de aangevraagde tegemoetkoming heeft genomen.
Alleen de verpleeg- en revalidatiedagen die daadwerkelijk worden gerealiseerd binnen de aanvaarde revalidatieperiode, komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
Elke overgang van een rechthebbende van de ene naar de andere afdeling van de revalidatievoorziening, dient het voorwerp uit te maken van een nieuwe aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Artikel 13. De aanvraag tot tegemoetkoming voor revalidatieverstrekkingen met residentieel karakter gebeurt conform de procedure zoals vermeld in artikel 206 tot 209 van het besluit. Het model van aanvraagformulier wordt beschreven in artikel 209 van het besluit. De revalidatievoorziening dient steeds de laatste versie van het aanvraagformulier (zoals gepubliceerd op de website) te gebruiken.
Artikel 14. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt ter beoordeling van de individuele aanvragen om tegemoetkoming.
Artikel 15. Een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen voor het resterende deel van die periode, als de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat zonder voorafgaande toelating van de directie van de revalidatievoorziening - wat dus inhoudt dat op voorhand
geen datum van terugkomst in de revalidatievoorziening is vastgesteld - en niet opnieuw opgenomen wordt in de week die volgt op zijn vertrek.
In geval van opname in een andere revalidatievoorziening waarmee de minister, de federale overheid of een andere gemeenschap of gewest een overeenkomst heeft gesloten, komt het resterende deel van een aanvaarde revalidatieperiode eveneens te vervallen.
Het is evenwel altijd mogelijk een nieuwe gemotiveerde aanvraag tot tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen van de revalidatie in te dienen voor een rechthebbende voor een beslissing tot goedkeuring van tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen komt te vervallen als gevolg van de bepalingen van ditartikel.
Artikel 16. De revalidatievoorziening houdt per zorggebruiker, al dan niet rechthebbende, een medisch- therapeutisch dossier bij dat een overzicht geeft van het verloop van de revalidatie in de revalidatievoorziening. Dat dossier moet voor iedere zorggebruiker minstens volgende elementen bevatten: de identiteit van de zorggebruiker, de antecedenten, de naam van de verwijzer of de verwijzende instantie, de medische en therapeutische briefwisseling, alle diagnostische gegevens, het individueel behandelingsplan, de gerealiseerde individuele revalidatiecontacten, de besluiten van teamvergaderingen, alle belangrijke particuliere beslissingen, alle belangrijke afspraken die met de zorggebruiker gemaakt zijn en alle afwezigheden van de zorggebruiker met hun motivatie.
Artikel 17. §1. De revalidatievoorziening houdt, op basis van een door het agentschap aanvaard model, een register bij van de dagelijkse aanwezigheden waarin de identiteit van alle gerevalideerde zorggebruikers, rechthebbenden of niet, wordt opgetekend. Het register wordt afzonderlijk bijgehouden voor de afdeling detoxprogramma en voor de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap.
Voor beide afdelingen moet het register dagelijks vóór 10 uur worden ingevuld.
§2. Het niet nakomen van de in §1 van dit artikel beoogde verplichtingen, wordt als een zware fout beschouwd. Als de minister vaststelt dat die verplichtingen op sommige dagen niet zijn nagekomen, kan de minister de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen voor die dagen weigeren. Die maatregel beperkt in geen geval het recht van de minister om andere nuttig geachte maatregelen te nemen, net zoals het dat ook kan voor alle andere gevallen waarin een in deze overeenkomst of in de bepalingen van het besluit, niet is nagekomen.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de dagen waarvoor de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen door de verzekeringsinstellingen wordt geweigerd krachtens de bepalingen van §2 van dit artikel, niet aan te rekenen aan de zorggebruiker.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe de productiecijfers ter beschikking te houden van het agentschap. De productiecijfers worden, op eenvoudig verzoek van het agentschap, binnen de maand overgemaakt aan het agentschap.
§5. De revalidatievoorziening verbindt zich er toe, op vraag van het agentschap de aanwezigheidsregisters voor te leggen om de productiecijfers te staven. Het opzettelijk bijhouden of overmaken van verkeerde productiecijfers zal aanleiding geven tot de ambtshalve opschorting van betaling door de verzekeringsinstellingen in het kader van deze overeenkomst.
§6. De revalidatievoorziening verbindt er zich toe de instructies inzake het dagelijks bijhouden van het aanwezigheidsregister en de instructies inzake het correct bijhouden van de productiecijfers strikt na te leven.
Bij het niet nakomen van de verplichtingen om de aanwezigheidsregisters correct in te vullen of de productiecijfers correct bij te houden worden, bij een eerste inbreuk, de revalidatieverstrekkingen die zijn
gerealiseerd op de dag dat de inbreuk werd vastgesteld niet vergoed. Bij een tweede inbreuk zal geen enkele revalidatieverstrekking worden vergoed voor de dagen waarop het aanwezigheidsregister niet correct werd ingevuld en/of de productiecijfers niet correct werden bijgehouden.
Artikel 18. §1. Indien een zorggebruiker tijdens zijn verblijf in de revalidatievoorziening één van de op basis van artikel 9, §2 vergoedbare verstrekkingen die opgenomen zijn in de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen, ontvangt, dient de revalidatievoorziening de zorgverstrekker ervan te verwittigen dat de zorggebruiker in een revalidatievoorziening verblijft en het identificatienummer van de revalidatievoorziening aan de zorgverstrekker mee te delen. De revalidatievoorziening dient de zorgverstrekker er bij die gelegenheid aan te herinneren dat voor de verstrekkingen die verschillende nomenclatuurcodenummers hebben voor ambulante en gehospitaliseerde zorggebruikers, de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor de gehospitaliseerde zorggebruikers, van toepassing zijn en dat op de getuigschriften voor verstrekte hulp het identificatienummer van de revalidatievoorziening dient te worden vermeld in het vak dat normaal bestemd is voor het nummer van de verpleeginrichting.
§2. Wat meer bepaald de verstrekkingen inzake klinische biologie betreft, moet de revalidatievoorziening voor elk laboratorium voor klinische biologie dat analyses uitvoert voor de revalidatievoorziening, aan het agentschap een document bezorgen waaruit blijkt dat het laboratorium voor klinische biologie akkoord gaat met de verschillende verplichtingen van deze overeenkomst met betrekking tot de uitgevoerde klinische analyses. Zo dient het laboratorium zich ertoe te verbinden om voor de zorggebruikers van de revalidatievoorziening de nomenclatuurcodenummers en honoraria voorbehouden voor gehospitaliseerde zorggebruikers te gebruiken en het identificatienummer van de revalidatievoorziening op de getuigschriften voor verstrekte hulp te vermelden.
Xxxxxxx als de revalidatievoorziening een beroep wenst te doen op een ander laboratorium voor klinische biologie, dient voorafgaandelijk een dergelijk document naar het agentschap te worden gestuurd.
§3. Indien het agentschap vaststelt dat de bepalingen van §2 van dit artikel niet worden nageleefd, wordt de uitwerking van de overeenkomst opgeschort.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap jaarlijks een statistisch overzicht te bezorgen van al de verrichte verstrekkingen inzake klinische biologie; die verstrekkingen inzake klinische biologie dienen te worden gegroepeerd per nomenclatuurcodenummer.
Artikel 19. De V.Z.W. Katarsis uit Genk verbindt zich ertoe een boekhouding te voeren die een overzicht geeft van alle inkomsten en uitgaven van de V.Z.W.
Het voeren van deze boekhouding dient zoveel mogelijk te gebeuren conform de door het agentschap aanvaarde boekhoudkundige richtlijnen voor de revalidatievoorzieningen, onder meer wat de minimumindeling van het rekeningenstelsel en de gehanteerde afschrijvingstermijnen voor investeringen betreft. De gevoerde boekhouding moet daarenboven toelaten de specifieke inkomsten en uitgaven van eventuele activiteiten van de V.Z.W. of de revalidatievoorziening die niet door deze overeenkomst worden gedekt, te onderscheiden. Daartoe kunnen de revalidatie-activiteiten als een afzonderlijke kostenrubriek worden beschouwd; ook kunnen eventueel binnen het rekeningenstelsel afzonderlijke rekeningen worden gebruikt voor de activiteiten binnen het kader van de overeenkomst en voor de activiteiten buiten het kader van de overeenkomst.
De jaarlijks, op basis van de door het agentschap aanvaarde modellen, op te maken balans en resultatenrekening van de V.Z.W. dienen binnen de zes maanden na het afsluiten van het boekjaar, dat telkens aanvangt op 1 januari en eindigt op 31 december, naar het agentschap te worden gestuurd. Hierbij dient tevens een exploitatierekening gevoegd te worden die louter betrekking heeft op de revalidatie-activiteiten van de revalidatievoorziening. Het agentschap kan voor het opmaken van deze exploitatierekening ten allen tijde een eenvormig model opleggen.
De revalidatievoorziening moet de bewijsstukken van de inkomsten en uitgaven gedurende 10 jaar bewaren. De gevoerde boekhouding dient steeds toegankelijk te zijn voor het agentschap.
Artikel 20. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de prijs per verpleeg- en revalidatiedag, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komt, aan de verzekeringsinstellingen aan te rekenen op basis van een factuur waarvan het model is goedgekeurd door het agentschap. Inlichtingshalve moeten alle door de revalidatievoorziening aan de rechthebbende gefactureerde bedragen voor diensten die niet tot de revalidatie behoren, eveneens op die factuur worden vermeld. Een afschrift van die factuur moet aan de rechthebbende of aan zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gegeven.
§2. In toepassing van de bepalingen van artikel 217 van het besluit, dient de aan de verzekeringsinstellingen aangerekende prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd te worden met het in de artikels 220 tot en met 222 van het besluit voorziene bedrag.
Artikel 21. §1. De in artikel 10 vastgestelde prijs is berekend, zoals vermeld in bijlage II-A t.e.m. IV bij deze overeenkomst, rekening houdend met een bezettingsgraad van 90 % .
De "normale facturatiecapaciteit", zijnde het normale totaal van de in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt bijgevolg X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 90 %.
De “realiseerbare capaciteit” van de revalidatievoorziening bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 100 % in de revalidatievoorziening.
De "maximale facturatiecapaciteit", zijnde het maximum aantal in een zelfde kalenderjaar gerealiseerde verpleeg- en revalidatiedagen die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, bedraagt X verpleeg- en revalidatiedagen, wat overeenstemt met een bezettingsgraad van 98 % .
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe nooit revalidatieverstrekkingen aan te rekenen boven de in §1 vastgelegde maximale facturatiecapaciteit, en dit noch aan de verzekeringsinstellingen, noch aan de zorggebruikers, noch aan andere instanties.
De revalidatieverstrekkingen die de revalidatievoorziening realiseert voor zorggebruikers die geen rechthebbende zijn, kunnen aan andere instanties worden aangerekend. Het totaal van alle aan de verzekeringsinstellingen en aan derden voor een bepaald kalenderjaar aangerekende revalidatieverstrekkingen, mag echter nooit de realiseerbare capaciteit van de revalidatievoorziening overschrijden die vastgesteld is in §1 van dit artikel.
§3. De revalidatievoorziening verbindt er zich tevens toe, indien voor een bepaald kalenderjaar de normale facturatiecapaciteit wordt overschreden, voor de aan de verzekeringsinstellingen gefactureerde verpleeg- en revalidatiedagen die de ‘normale facturatiecapaciteit’ overschrijden, een verminderde prijs aan te rekenen. De aan te rekenen verminderde prijs zal in dat kalenderjaar ofwel 50 % , ofwel 25 % bedragen van de krachtens de artikelen 10 en 23 vastgestelde prijzen en dit afhankelijk van het in de vorige kalenderjaren gerealiseerde aantal verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen.
De in de vorige alinea bedoelde verminderde prijzen bedragen :
1) 50 % van de krachtens de artikelen 10 en 23 vastgestelde prijzen van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % of aan 70 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening niet meer dan X (aantal = 90 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de "normale facturatiecapaciteit" niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in geen enkel kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
2) 25 % van de krachtens de artikelen 10 en 23 vastgestelde prijzen van de verpleeg- en revalidatiedag aan 100 % of aan 70 %:
a) als in het kalenderjaar dat onmiddellijk voorafgaat aan het beschouwde kalenderjaar, de revalidatievoorziening meer dan X (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
of
b) als sinds het recentste kalenderjaar waarvoor de "normale facturatiecapaciteit" niet overschreden werd, de revalidatievoorziening in minstens één kalenderjaar meer dan X (aantal = 94 %) verpleeg- en revalidatiedagen, die voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen, heeft gerealiseerd.
§4. Voor de toepassing van dit artikel geldt elke verpleeg- en revalidatiedag waarvoor krachtens artikel 23 aan 70 % dient te worden aangerekend, als 0,7 van een verpleeg- en revalidatiedag die aan de in artikel 10 vastgelegde basisprijs (100 %) wordt aangerekend.
§5. De revalidatieverstrekkingen die aan de verzekeringsinstellingen worden aangerekend voor zorggebruikers die ten laste zijn van een buitenlandse verzekeringsinstelling, zijn begrepen in de normale en maximale facturatiecapaciteit.
§6. Voor het kalenderjaar waarin aan onderhavige overeenkomst een einde komt, dienen de vermelde aantallen met betrekking tot de normale facturatiecapaciteit en de maximale facturatiecapaciteit evenredig verminderd te worden, rekening houdend met de toepassingstermijn van deze overeenkomst in dat kalenderjaar.
§7. Indien wordt vastgesteld dat de revalidatievoorziening verpleeg- en revalidatiedagen heeft aangerekend die krachtens de bepalingen van deze overeenkomst niet voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking kwamen omdat ze bepaalde quota overschreden, kunnen de verpleeg- en revalidatiedagen die niet aan de voorwaarden blijken te voldoen en die zijn gerealiseerd en aangerekend in de periode van vijf jaar vóór de datum dat de inbreuk wordt vastgesteld, worden teruggevorderd.
De revalidatievoorziening verbindt er zich toe in dat geval de teruggevorderde verpleeg- en revalidatiedagen niet te verhalen op de gerevalideerde zorggebruikers.
Hoofdstuk IX. BIJZONDERE BEPALINGEN MET BETREKKING TOT DE REVALIDATIE.
Artikel 22. Om de integratie van de zorggebruikers in hun thuismilieu te bevorderen, kan de directie van de revalidatievoorziening een zorggebruiker die opgenomen is in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening, toestaan het revalidatieproces tijdelijk te onderbreken, op voorwaarde dat de resultaten van de revalidatie daardoor niet in gevaar worden gebracht.
De dagen dat de zorggebruiker hierdoor afwezig is in de revalidatievoorziening, kunnen niet worden beschouwd als verpleeg- en revalidatiedagen en komen dus niet voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking.
De dag van vertrek mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende de revalidatievoorziening verlaat na 14 uur en de dag van terugkeer mag alleen worden beschouwd als effectieve aanwezigheidsdag wanneer de rechthebbende vóór 12 uur in de revalidatievoorziening terugkomt.
Om het intensief karakter van de revalidatie te vrijwaren, mag de onderbreking van de revalidatie in geen geval langer duren dan 14 dagen.
Artikel 23. De zorggebruikers die opgenomen zijn in de afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening, kunnen, mits toestemming van de verzekeringsinstelling, naast het in deze overeenkomst beoogde revalidatieprogramma, een onderwijsprogramma of een beroepsopleiding volgen buiten de revalidatievoorziening, of, tijdens de laatste 2 maanden van het verblijf in de revalidatievoorziening, een beroepsarbeid hervatten of aanvatten. In het belang van de zorggebruiker vragen we dat de revalidatievoorziening de wetgeving hieromtrent opvolgt en uitvoert.
In dat geval wordt, voor de dagen dat voornoemde activiteiten buiten de revalidatievoorziening effectief plaatsvinden en de zorggebruiker daardoor gedurende vier uur of meer niet deelneemt aan het revalidatieprogramma van de revalidatievoorziening, de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verminderd tot 70 percent.
Artikel 24. De afdeling drugvrije therapeutische gemeenschap van de revalidatievoorziening kan sporadisch, voor de zorggebruikers die het normale revalidatieprogramma van die afdeling volgen, activiteiten buiten de revalidatievoorziening organiseren die door hun karakter één of meerdere nachten buiten de revalidatievoorziening vergen.
De dagen waarop deze activiteiten plaatsvinden, kunnen, mits voorafgaandelijk schriftelijk advies van de expertencommissie, gelijkgesteld worden met verpleeg- en revalidatiedagen, die in aanmerking komen voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen.
Alleen activiteiten, met een onmiskenbare therapeutische functie in het raam van het revalidatieprogramma, waarvoor de revalidatievoorziening een kwantitatieve en kwalitatieve omkadering verzekert die niet geringer is dan de omkadering binnen de revalidatievoorziening zelf, kunnen in aanmerking worden genomen voor zulke gelijkstelling.
De aanvraag voor zulke gelijkstelling moet, ten minste twee maanden vooraf, schriftelijk worden gericht aan de expertencommissie en moet onder andere een beschrijving van de activiteit bevatten (soort activiteit, waar, wanneer) en van haar bijdrage aan het revalidatieprogramma, evenals lijsten van de verwachte zorggebruikers (met vermelding van de datum vanaf wanneer ze in de revalidatievoorziening zijn opgenomen) en van de voorziene begeleiders. Eventuele wijzigingen van de zorggebruikers of de begeleiders
moeten ten laatste op de dag van het vertrek genoteerd staan in het dossier van de zorggebruiker en/of personeelsdossier en kunnen worden voorgelegd aan de Zorgkassencommissie en Zorginspectie.
Hoofdstuk X. PERSONEEL
Artikel 25. §1. Teneinde de kwaliteit van de revalidatie te verzekeren, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om het personeelskader, dat voorzien is in bijlage II-A t.e.m. III van de overeenkomst, steeds volledig op te vullen. Dit houdt in dat de revalidatievoorziening voor iedere in dat personeelskader voorziene functie iemand effectief zal tewerkstellen die de voor die functie vereiste kwalificatie bezit en dit gedurende het vooropgesteld aantal werkuren per week.
Het agentschap kan niet beschouwd worden als partij in de arbeidscontracten die gesloten worden tussen de revalidatievoorziening en haar personeel.
§2. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe, in toepassing van de bepalingen van §1, steeds onverwijld alle nuttige schikkingen te treffen met het oog op de aanwerving van nieuw personeel, teneinde te vermijden dat een in het personeelskader voorziene functie niet meer zou opgevuld worden. Zo zal de revalidatievoorziening, zodra geweten is dat een in het personeelskader voorziene functie open zal komen te staan door ontslagneming, afdanking of door redenen van gewettigde langdurige afwezigheid (loopbaanonderbreking, verlof zonder wedde, ziekte, ... ), onmiddellijk maatregelen nemen om in de tijdige vervanging van het tijdelijk of definitief weggevallen personeelslid te voorzien. De revalidatievoorziening is evenwel niet verplicht een door de revalidatievoorziening ontslagen personeelslid dat op verzoek van de revalidatievoorziening geen arbeidsprestaties meer verricht tijdens de nog bezoldigde wettelijke vooropzegperiode, gedurende die periode reeds te vervangen. De revalidatievoorziening is evenmin verplicht een personeelslid dat afwezig is wegens ziekte te vervangen gedurende de wettelijke periode van gewaarborgd loon, periode tijdens welke het zieke personeelslid nog effectief door de revalidatievoorziening bezoldigd wordt.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe het agentschap steeds op de hoogte te houden van het effectief door de revalidatievoorziening tewerkgesteld personeel. Hiertoe zal de revalidatievoorziening jaarlijks een overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel als bijlage toevoegen bij de jaarrekening. De overzichtstabel wordt conform de door het agentschap aanvaarde richtlijnen ingevuld.
Indien de jaarrekening, opgemaakt volgens de boekhoudkundige regels die werden aanvaard door het agentschap, en de overzichtstabel van het tewerkgestelde personeel, aangeleverd op de manier die door het agentschap is bepaald, niet worden overgemaakt vóór het einde van de zevende maand die volgt op het afsluiten van het boekjaar, wordt de revalidatievoorziening, per aangetekend schrijven, aan haar verplichting ter zake herinnerd. Indien binnen de 30 kalenderdagen na het versturen van dit aangetekend schrijven deze documenten nog niet worden overgemaakt, worden de betalingen van de tegemoetkomingen voor de revalidatieverstrekkingen (in het kader van de tussen het RIZIV en de revalidatievoorziening gesloten overeenkomst) ambtshalve opgeschort.
§4. Indien het agentschap vaststelt dat de revalidatievoorziening zich niet gehouden heeft aan de bepalingen van artikel 25, §1 en §2, kan de minister, na advies van de expertencommissie ertoe besluiten, naast andere nuttig geachte maatregelen, de in artikel 10, §1 vastgestelde prijs per verpleeg- en revalidatiedag gedurende een bepaalde periode te verminderen met een bepaald bedrag, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de gelegenheid gehad heeft om de redenen van niet naleving van deze bepalingen schriftelijk toe te lichten.
De door de minister te bepalen periode gedurende welke de in artikel 10 vastgestelde prijs verminderd wordt, kan nooit de duur van de periode van niet naleving van de bepalingen van artikel 25, §1 en §2 overschrijden.
Het bedrag waarmee de in artikel 10, §1 vastgestelde prijs kan worden verminderd, wordt vastgesteld op X per voltijdse eenheid die gedurende een bepaalde periode in het personeelskader gemiddeld ontbreekt. Dit bedrag
dient te worden beschouwd als een basisbedrag dat proportioneel kan aangepast worden rekening houdende met het reëel aantal ontbrekende personeelsleden, uitgedrukt in voltijdse eenheden. Het basisbedrag van X wordt gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013) en aangepast volgens de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Indien terzelfder tijd de bepalingen van artikel 25 §§ 1, 2, en 3 niet worden nageleefd, is de in deze paragraaf bedoelde vermindering in ieder geval van toepassing, wat ook de redenen van de niet naleving mogen zijn. ·
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de op basis van de bepalingen van deze paragraaf toegepaste verminderingen in geen geval te verhalen op de in de revalidatievoorziening opgenomen zorggebruikers.
Artikel 25bis. §1. Om haar therapeutisch team te versterken, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe om 0,5 voltijdse equivalenten met een master in de psychologie aan te werven als loontrekkende en in de revalidatievoorziening permanent te werk te stellen in het kader van de activiteiten waarin onderhavige overeenkomst voorziet.
Het in het vorige lid bepaald aantal voltijdse equivalenten met een master in de psychologie mag – conform het sociaal akkoord van 4 februari 2011 tussen de werkgevers- en werknemersorganisaties van de gezondheidssector en de federale regering is gesloten – uitsluitend worden aangewend voor de creatie van nieuwe banen in de revalidatievoorziening: dit personeel moet derhalve worden toegevoegd aan de bestaande personeelsformatie van onderhavige overeenkomst.
§3. Voor de berekening van de loonkost van die psycholoog wordt uitgegaan van de loonschaal 1/80 van het paritair comité 330.
§4. De revalidatievoorziening kan de bijkomende tewerkstellingsuren hetzij aan één afdeling van haar keuze toekennen, hetzij die uren over de verschillende afdelingen verdelen.
§5. Dit artikel brengt geen aanpassing met zich mee van de facturatiecapaciteit van de afdeling.
§6. De sancties die deze overeenkomst voorziet in het geval dat de voorziene personeelsformatie niet permanent wordt ingevuld, zijn eveneens van toepassing op het bijkomend personeel waarin dit artikel voorziet.
Artikel 26. §1. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe haar personeel ten minste te bezoldigen volgens de principes die aan de basis hebben gelegen van de berekening van de personeelskosten van de revalidatievoorziening, berekening die zich in bijlage II-A t.e.m. IV bij deze overeenkomst bevindt. Deze berekening is, zoals aangeduid in voornoemde bijlage, ofwel gebaseerd op de loonschalen van het paritair comité 330 - met toepassing van de maatregelen voorzien in het sociaal akkoord van 4 juli 1991 (meerjarenplan gezondheidssector) en van de C.A.O.'s van 10 december 1992 en 24 april 1995 -, ofwel gebaseerd op de weddeschaal van adviserend arts bij een verzekeringsinstelling of de weddeschalen van de federale overheidsdiensten.
De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe bepaalde voordelen die in het raam van nieuwe C.A.O.'s, gesloten binnen het paritair comité 330, aan het personeel zouden toegekend worden en waarvan de kosten ten gevolge van een beslissing van de minister in de in artikel 10 vastgestelde prijs zouden opgenomen worden, eveneens toe te kennen aan zijn personeel.
§2. Indien een in het personeelskader van de revalidatievoorziening voorziene functie contractueel wordt vervuld door een zelfstandige, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe voor de prestaties van deze zelfstandige een honorarium uit te betalen dat minstens gelijk is aan de totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut. De totale loonkost in geval van tewerkstelling op basis van het werknemersstatuut omvat, naast de bruto bezoldiging onder meer de toeslag voor onregelmatige uren, het vakantiegeld, alle premies en de patronale R.S.Z.-bijdragen.
De revalidatievoorziening zal voor iedere functie die contractueel vervuld wordt door een zelfstandige, onmiddellijk een kopie van het tussen de revalidatievoorziening en de betrokken zelfstandige gesloten contract bezorgen aan het agentschap.
§3. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe ieder (loontrekkend of zelfstandig) personeelslid schriftelijk te informeren over de verplichtingen met betrekking tot zijn bezoldiging zoals die voortvloeien uit artikel 26 van deze overeenkomst.
De revalidatievoorziening bewaart de stukken waaruit blijkt dat het personeel ingelicht is over die verplichtingen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
De revalidatievoorziening machtigt het agentschap om ieder personeelslid dat erom vraagt, de gegevens met betrekking tot zijn bezoldiging die voortvloeien uit voormelde verplichtingen, mede te delen.
§4. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe jaarlijks, ten laatste op 31 maart, aan het Fonds voor de uitbetaling van een vakbondspremie, het in de prijs van de verpleeg- en revalidatiedag verrekend vast bedrag (momenteel 0,05 euro) over te maken voor iedere verpleeg- en revalidatiedag die het voorbije kalenderjaar door de verzekeringsinstellingen uitbetaald werd.
Artikel 27. Het aandeel van de personeelskosten in de in artikel 10 vastgestelde prijs zal aan de realiteit aangepast worden, indien de werkelijke personeelsuitgaven, ten gevolge van de evolutie van de anciënniteit van het werkelijk tewerkgestelde personeel, 1 % hoger zouden komen te liggen dan de personeelskosten die begrepen zijn in die prijs. Desgevallend is artikel 193 van het besluit van toepassing.
Hoofdstuk XI. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 28. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe alle nuttige maatregelen te nemen op het vlak van de brandveiligheid; de revalidatievoorziening zal daartoe bestendig contact houden met een bevoegde brandweerdienst en onmiddellijk de door deze laatste opgelegde maatregelen en werken uitvoeren.
Artikel 29. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de revalidatie in de revalidatievoorziening te organiseren zoals voorzien in het revalidatieproject dat zich als bijlage I bij deze overeenkomst bevindt. Aanpassingen aan dat revalidatieproject zijn slechts mogelijk via de procedure tot wijzigingen van een revalidatieovereenkomst, zoals beschreven in de artikels 159 tot en met 173 van het Besluit van de Vlaamse Regering.
Artikel 30. Om de kwaliteit van de revalidatie te waarborgen, verbindt de revalidatievoorziening zich ertoe aan ieder personeelslid een exemplaar te bezorgen van het revalidatieproject dat zich als bijlage I bij deze overeenkomst bevindt en het personeelslid op de in artikel 29 vermelde draagwijdte van die tekst te wijzen. De revalidatievoorziening bewaart de in dit verband door het personeel ondertekende ontvangstbewijzen en houdt ze ter beschikking van het agentschap.
Artikel 31. De revalidatievoorziening verbindt zich ertoe de verzekeringsinstellingen, het agentschap en de Zorgkassencommissie al de informatie te bezorgen die gevraagd wordt op therapeutisch en financieel vlak of met het oog op het algemeen beheer van de revalidatieovereenkomsten. De revalidatievoorziening verbindt zich er tevens toe alle afgevaardigden van de Zorgkassencommissie, de expertencommissie en het agentschap toe te laten de bezoeken af te leggen die zij hiertoe nuttig achten.
Hoofdstuk XII. OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 33. Deze overeenkomst wordt op therapeutisch vlak beschouwd als een normale verderzetting van de revalidatieprogramma’s, zoals bepaald in de overeenkomst ondertekend op 14 april 1997 tussen het beheerscomité van de dienst voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering en Katarsis vzw.
Voor elke zorggebruiker die een beslissing tot goedkeuring voor tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in het kader van het in het eerste lid vermelde overeenkomst heeft bekomen, mag de revalidatievoorziening het begonnen revalidatieprogramma verder zetten tot het einde van de periode waarvoor een beslissing tot goedkeuring werd bekomen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht na 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals bepaald in deze overeenkomst en moet de procedure zoals bepaald in artikel 13 van deze overeenkomst worden doorlopen.
Bij een eventueel nieuwe aanvraag vanaf 1 januari 2019 tot verlenging van de tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen en waarvoor de 1ste dag waarop revalidatieverstrekkingen in het kader van de verlenging worden verricht vóór 1 januari 2019 valt moeten de zorggebruikers beantwoorden aan de voorwaarden zoals die geldig waren vóór het in werking treden van deze overeenkomst en moet de procedure zoals die geldig was vóór het in werking treden van deze overeenkomst worden doorlopen.
Hoofdstuk XIII. GELDIGHEIDSTERMIJN VAN DE OVEREENKOMST
Artikel 34. §1. Deze overeenkomst, opgemaakt in twee exemplaren en behoorlijk ondertekend door beide partijen, treedt in werking op 1 januari 2019.
Deze overeenkomst vernietigt en vervangt vanaf die datum de op 14 april 1997 ondertekende overeenkomst tussen het Beheerscomité van de Dienst voor geneeskundige verzorging van het RIZIV en de revalidatievoorziening "Katarsis" V.Z.W.
§2. Deze overeenkomst geldt voor een onbepaalde duur
Het beëindigen van deze overeenkomst verloopt hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 182 tot en met 189 van het besluit in het geval de minister de overeenkomst wil beëindigen, hetzij conform de procedure zoals bepaald in artikel 174 tot en met 181 van het besluit, in het geval de revalidatievoorziening de overeenkomst wil beëindigen.
§3. De bijlagen bij deze overeenkomst maken, binnen de door de artikelen van de overeenkomst bepaalde grenzen, een integrerend deel ervan uit.
Het betreft de volgende bijlagen:
- Bijlage I: Revalidatieproject van de revalidatievoorziening
- Bijlage II-A: Berekening van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de residentiële setting (beide programma’s). Deze bijlage vermeldt tevens in detail het personeelskader van de revalidatievoorziening waarover de revalidatievoorziening vanaf 1 januari 2019 kan beschikken. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 04.11.2010 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d.
28.04.1997.
- Bijlage II-B: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de residentiële setting (beide programma’s). Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d. 04.11.2010 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 28.04.1997.
- Bijlage III: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de residentiële setting omwille van een baremaverhoging. Het betreft de bijlage zoals overgenomen van de wijzigingsclausule d.d.
27.11.2014 bij de basisovereenkomst met het RIZIV d.d. 28.04.1997.
- Bijlage IV: Aanpassing van de prijzen voor de revalidatieverstrekkingen in de residentiële setting, ingevolge de integratie van de structurele subsidies vanaf 01.01.2019.
Hoofstuk XIV. REGISTRATIE TREATMENT DEMAND INDICATORS
Artikel 35. Sciensano en de revalidatievoorzieningen voor verslaafden die met de minister een overeenkomst hebben afgesloten, richten samen een longitudinale databank op binnen Sciensano. Deze databank bevat bepaalde gegevens die systematisch en op uniforme wijze door de verschillende revalidatievoorzieningen geregistreerd worden met betrekking tot de door hen gerealiseerde revalidatieprogramma’s.
Sciensano analyseert de registratiegegevens van de databank en stelt in samenspraak met de revalidatievoorzieningen ten behoeve van de expertencommissie en het agentschap een jaarlijks rapport op van de resultaten van de gegevensanalyses.
Artikel 36. §1. De in artikel 35 §2 bedoelde gegevens worden geregistreerd voor elke zorggebruiker die in de revalidatievoorziening een revalidatieprogramma aanvat in een afdeling van de revalidatievoorziening waarvan de werking (al dan niet gedeeltelijk) gefinancierd wordt via deze overeenkomst. De gegevens worden geregistreerd voor alle zorggebruikers, ongeacht of zij rechthebbende zijn of niet.
§2. Per aangevat revalidatieprogramma zoals bedoeld in §1 wordt er een registratieregel of –record aangemaakt dat de volgende gegevens bevat:
- De scores op de verschillende Treatment Demand Indicators of TDI-variabelen1 bij aanvang van het revalidatieprogramma.
- De afstand tussen de verblijfplaats van de zorggebruiker (op het moment dat het revalidatieprogramma aanvangt) en het adres van de (antenne van de) revalidatievoorziening waar de zorggebruiker het revalidatieprogramma aanvat.
- De datum waarop het revalidatieprogramma effectief eindigt.
- Of de zorggebruiker een rechthebbende is, of niet.
§3. Op basis van de in §2 vermelde registratiegegevens moet het onder meer mogelijk zijn om inzicht te krijgen in:
1. De karakteristieken van de gerevalideerde zorggebruikers (algemene demografische kenmerken; aard, ernst en voorgeschiedenis van de verslavingsproblematiek; woonsituatie; arbeidssituatie, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt2. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie- afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van hun zorggebruikers, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
1 De Treatment Demand Indicators is een set van variabelen die door de European Monitoring Centre for Drugs and Drug Addiction (EMCDDA) zijn opgesteld om de populatie van problematische druggebruikers te beschrijven. Deze parameters dienen door alle lidstaten van de Europese Unie geregistreerd en overgemaakt te worden aan het EMCDDA. De TDI- parameters van het EMCDDA zijn geoperationaliseerd in een Belgisch TDI-protocol. De wijze waarop de gegevens geregistreerd worden in het kader van het in deze overeenkomst geregelde registratieproject verschilt op een aantal vlakken van het TDI-protocol. De belangrijkste verschillen worden gepreciseerd in deze overeenkomst. Onder meer dienen de revalidatievoorzieningen aan Sciensano alle afzonderlijke registratiegegevens van alle revalidatieprogramma’s over te maken en niet alleen de registratiegegevens van het laatste programma dat een zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat.
2 Met ‘type van revalidatie-afdeling’ wordt in deze overeenkomst bedoeld, de verschillende onderscheiden soorten residentiële en ambulante afdelingen waarvan de werking via de overeenkomst vergoed wordt: therapeutische gemeenschappen of andere residentiële afdelingen voor langdurige revalidatie voor verslaafden, crisisinterventiecentra, medisch-sociale opvangcentra, andere gespecialiseerde dagcentra voor verslaafden, …
2. De karakteristieken van de verstrekt revalidatieprogramma’s (type verwijzer, reële duur van het revalidatieprogramma, …) per type van revalidatie-afdeling waar het revalidatieprogramma verstrekt wordt. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in verschillen (variatie) tussen de revalidatievoorzieningen die over een zelfde type van revalidatie-afdeling beschikken, aangaande de hier bedoelde karakteristieken van de revalidatieprogramma’s die er verstrekt worden, zonder dat evenwel vermeld wordt op welke revalidatievoorziening bepaalde gegevens betrekking hebben.
3. Indien zorggebruikers (achtereenvolgens) meerdere revalidatieprogramma’s volgen (al dan niet in verschillende types van revalidatie-afdelingen, in verschillende revalidatievoorzieningen of in verschillende jaren), de kenmerken / karakteristieken van de zorgpaden die ze, in voorkomend geval, over verschillende jaren doorlopen (de types van revalidatie-afdelingen waar ze achtereenvolgens behandeld worden, de effectieve duur van elke revalidatieprogramma, de tijd die verloopt tussen twee achtereenvolgende revalidatieprogramma’s, de verwijzende persoon of instantie voor elke revalidatieprogramma, …) en de evolutie die zorggebruikers doormaken doorheen het zorgpad op het vlak van de TDI-parameters als druggebruik, woonsituatie, arbeidssituatie, …, die volgens §2 gemeten worden bij aanvang van elk nieuw revalidatieprogramma. Het moet ook mogelijk zijn om inzicht te krijgen in eventuele verschillen tussen regio’s met betrekking tot de hierboven bedoelde kenmerken van de zorgpaden die zorggebruikers er doorlopen. Hierbij wordt minstens de situatie in de verschillende grootsteden (en hun omgeving) met elkaar vergeleken.
4. Per type van revalidatie-afdeling en per regio van het land: de verhouding van het aantal, in een bepaald type van revalidatie-afdeling, gerevalideerde verslaafden dat woonachtig is in een bepaalde regio ten opzichte van het totaal aantal inwoners van de regio in kwestie of, indien mogelijk, ten opzichte van het (op basis van andere gegevens geschatte) aantal verslaafden dat in die regio verblijft. Deze informatie moet onder meer toelaten om eventuele, lokale behandelingsnoden precies te kunnen vaststellen. Daarvoor mogen de afzonderlijk geanalyseerde regio’s niet te groot zijn.
Artikel 37. §1. In artikel 35 wordt slechts globaal vastgesteld welke gegevens de revalidatievoorzieningen dienen te registreren. Om de in dat artikel beschreven informatie te kunnen afleiden uit de gegevens kan het noodzakelijk zijn dat ook nog andere gegevens geregistreerd worden. Het komt Sciensano en de revalidatievoorzieningen toe om samen de nodige afspraken te maken over welke gegevens precies geregistreerd worden, hoe elk gegeven uniform door elke revalidatievoorziening gescoord of vastgesteld wordt, …, zodat de gegevens van de verschillende revalidatievoorzieningen vergelijkbaar zijn en geen bias vertonen. Deze afspraken worden door Sciensano vastgelegd in een registratieprotocol dat aan elke revalidatievoorziening bezorgd wordt.
De revalidatievoorzieningen maken alle in artikel 35 §2 bedoelde registratierecords afzonderlijk over aan Sciensano. Ze bezorgen dus niet uitsluitend het record dat betrekking heeft op het laatste revalidatieprogramma dat een bepaalde zorggebruiker in een bepaald jaar heeft aangevat én ze bezorgen ook geen tabellen waarin de registratiegegevens van verschillende records geaggregeerd of opgeteld zijn.
De in deze paragraaf bedoelde afspraken mogen niet strijdig zijn met de bepalingen van de reglementering inzake de bescherming van de privacy en de wet op de patiëntenrechten.
De anonimisering of codering van de registratiegegevens wordt uitgevoerd door het E-health platform.
§2. Indien Sciensano het agentschap via een aangetekende brief laat weten dat de revalidatievoorziening de voorziene gegevens niet op de overeengekomen manier registreert of verstrekt of niet binnen de afgesproken tijdslimieten bezorgt, kunnen de betalingen door de verzekeringsinstellingen van de revalidatieverstrekkingen die krachtens deze overeenkomst voor een tegemoetkoming voor de revalidatieverstrekkingen in aanmerking komen, van ambtswege opgeschort worden, op voorwaarde dat de revalidatievoorziening de kans heeft gehad om de redenen voor het niet naleven van deze bepalingen toe te lichten, en dit tot dat de revalidatievoorziening zijn verplichtingen naleeft.
Artikel 38. §1. Te beginnen vanaf het jaar 2019 (jaar x) wordt er jaarlijks vóór het einde van het jaar aan de expertencommissie en het agentschap een rapport, bedoeld in artikel 34, bezorgd dat opgesteld is in het Nederlands. Het agentschap deelt mee in hoeveel exemplaren het rapport bezorgd moet worden.
§2. De in §1 bedoelde rapporten bevatten in principe de in artikel 35 §3 vermelde informatie-elementen. Elk van die informatie-elementen dient niet noodzakelijk telkens, maar wel regelmatig aan bod te komen in de in §1 bedoelde rapporten.
De informatie die in artikel 35 §3, 1), 2) en 4) omschreven wordt, is in principe gebaseerd op de gegevens die de revalidatievoorzieningen geregistreerd hebben over de revalidatieprogramma’s die in het jaar voordien (jaar x-1) zijn aangevat of verdergezet.
De informatie over de in artikel 35 §3, 3) bedoelde zorgpaden is in principe gebaseerd op de gegevens over de zorggebruikers die sinds de oprichting van de in artikel 37 bedoelde databank verschillende revalidatieprogramma’s hebben aangevat en die ook in het jaar x-1 een nieuw revalidatieprogramma hebben aangevat.
Behalve de in artikel 35 §3 vermelde informatie-elementen kunnen in de jaarrapporten ook andere gegevens opgenomen worden die relevant zijn voor het beleid inzake revalidatie van verslaafden.
De expertencommissie of het agentschap kunnen vragen om ook andere gegevens te registreren of op te nemen in het rapport.
§3. Het dient in principe mogelijk te zijn om vast te stellen welk deel van de gegevens van de jaarrapporten betrekking heeft op rechthebbenden en welk deel betrekking heeft op andere zorggebruikers.
Artikel 39. De in artikel 10 §1 bepaalde prijs van de verpleeg- en revalidatiedag werd verhoogd teneinde financieel tegemoet te komen in het TDI – registratieproject.
De in het eerste lid vermelde bedragen waarmee het revalidatieforfait werd verhoogd, is volledig indexeerbaar en is gekoppeld aan het spilindexcijfer 103,04 (juni 2017, basis 2013). Dit bedrag wordt aangepast overeenkomstig de bepalingen van artikel 192 van het besluit.
Artikel 40. De financiële middelen die voor het registratieproject zijn uitgetrokken voor de revalidatievoorzieningen voor verslaafden enerzijds en anderzijds Sciensano, worden zowel door de - revalidatievoorzieningen als door Sciensano exclusief aan dit project besteed. Deze middelen dekken alle onkosten die verbonden zijn aan de realisatie van het project.
Iedere externe financiële extra vergoeding aan het registratieproject moet worden bekendgemaakt in het in artikel 37 bedoelde rapport.
Opgemaakt te Brussel op 24 mei 2019 in 2 originele exemplaren. Elke partij verklaart een ondertekend exemplaar te hebben ontvangen.
De voorzitter van de Raad van Bestuur van de revalidatievoorziening | De Vlaamse minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin |
Xx Xxxxxxxxxx | |
De verantwoordelijke arts van de revalidatievoorziening | |