OVEREENKOMST
OVEREENKOMST
tussen de Europese Unie enerzijds en de Republiek Moldavië anderzijds over de deelname van de Republiek Moldavië aan het programma van de Unie “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie”
De Europese Commissie (hierna “de Commissie” genoemd) namens de Europese Unie, enerzijds, en
de Republiek Moldavië, anderzijds,
hierna “de Partijen” genoemd,
OVERWEGENDE dat in protocol I bij de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds (1), inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor deelname van de Republiek Moldavië aan programma’s van de Unie (2) is bepaald dat de specifieke bepalingen en voorwaarden voor de deelname van de Republiek Moldavië aan elk afzonderlijk programma, met name de financiële bijdrage en de rapportage- en evaluatieprocedures, worden vastgesteld in een memorandum van overeenstemming tussen de Europese Commissie en de bevoegde autoriteiten van de Republiek Moldavië, op grond van de criteria die door deze programma’s zijn bepaald (3);
OVERWEGENDE dat het programma van de Europese Unie voor onderzoek en innovatie, “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (hierna “het Horizon Europa-programma ” genoemd), is vastgesteld bij Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad (4);
GEZIEN de inspanningen van de Europese Unie om het voortouw te nemen door de krachten te bundelen met haar internationale partners om mondiale uitdagingen aan te pakken in overeenstemming met het actieplan voor mens, planeet en welvaart in de agenda van de Verenigde Naties “Onze wereld transformeren: Agenda 2030 voor duurzame ontwikkeling”, en erkennend dat onderzoek en innovatie belangrijke aanjagers en essentiële instrumenten zijn voor innovatiegedreven duurzame groei, voor het economisch concurrentievermogen en voor de aantrekkelijkheid van de economie;
INSTEMMEND MET de algemene beginselen van Verordening (EU) 2021/695;
MET INACHTNEMING VAN de doelstellingen van de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte om een gemeenschappelijke wetenschappelijke en technologische ruimte en een eengemaakte markt voor onderzoek en innovatie tot stand te brengen, de samenwerking tussen organisaties voor onderzoek in innovatie, waaronder universiteiten, de uitwisseling van beste praktijken en aantrekkelijke onderzoeksloopbanen te bevorderen en te faciliteren, de mobiliteit van onder zoekers tussen landen en sectoren te vergemakkelijken, het vrije verkeer van wetenschappelijke kennis en innovatie te bevorderen, de eerbiediging van de academische vrijheid en vrij wetenschappelijk onderzoek te stimuleren, wetenschaps onderwijs en -communicatie te ondersteunen, en het concurrentievermogen en de aantrekkelijkheid van deelnemende economieën te bevorderen, evenals het feit dat geassocieerde landen hierbij belangrijke partners zijn;
DE NADRUK LEGGEND op de rol van de Europese partnerschappen, waarmee enkele van de meest dringende uitdagingen van Europa door middel van gezamenlijke onderzoeks- en innovatie-initiatieven worden aangepakt, en aanzienlijk wordt bijgedragen tot de prioriteiten van de Europese Unie op het gebied van onderzoek en innovatie waarvoor kritische massa en langetermijnvisie nodig zijn, en op het belang van de betrokkenheid van geassocieerde landen bij die partnerschap pen;
(1) PB L 260 van 30.8.2014, blz. 4.
(2) PB L 260 van 30.8.2014, blz. 619.
(3) Deze overeenkomst heeft dezelfde rechtsgevolgen als een memorandum van overeenstemming dat is opgenomen in protocol I inzake een kaderovereenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor deelname van de Republiek Moldavië aan programma’s van de Unie.
(4) Verordening (EU) 2021/695 van het Europees Parlement en de Raad van 28 april 2021 tot vaststelling van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot vaststelling van de regels voor deelname en verspreiding, en tot intrekking van Verordeningen (EU) nr. 1290/2013 en (EU) nr. 1291/2013 (PB L 170 van 12.5.2021, blz. 1).
VOORNEMENS ZIJNDE wederzijds voordelige voorwaarden tot stand te brengen om fatsoenlijke banen te scheppen, de innovatie-ecosystemen van de Partijen te versterken en te ondersteunen door ondernemingen op de markten van de Partijen te helpen innoveren en opschalen, en zowel de toepassing, de uitrol als de toegankelijkheid van innovatie te bevorderen, onder meer door middel van capaciteitsopbouw;
ERKENNEND dat deelname aan elkaars onderzoeks- en innovatieprogramma ’s wederzijdse voordelen moet opleveren, maar dat de Partijen zich ook het recht voorbehouden om de deelname aan hun onderzoeks- en innovatieprogramma ’s te beperken of aan voorwaarden te onderwerpen, met name voor acties die verband houden met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid;
MET INACHTNEMING VAN de gemeenschappelijke doelstellingen, waarden en sterke banden van de Partijen op het gebied van onderzoek en innovatie, zoals eerder vastgesteld door middel van de associatieovereenkomsten bij de opeenvolgende kaderprogramma ’s, en met erkenning van de gemeenschappelijke wens van de Partijen om hun betrekkingen en samen werking op dit gebied te ontwikkelen, te versterken, te bevorderen en uit te breiden,
ZIJN ALS VOLGT OVEREENGEKOMEN:
Artikel 1
Reikwijdte van de associatie
1. De Republiek Moldavië neemt als geassocieerd land deel aan en draagt bij aan alle onderdelen van het programma “Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie” (hierna “het Horizon Europa-programma ” genoemd) als bedoeld in artikel 4 van Verordening (EU) 2021/695 en uitgevoerd door middel van het specifieke programma dat is vastgesteld bij Besluit (EU) 2021/764 (5), in de actuele versies daarvan, en door middel van een financiële bijdrage aan het Europees Instituut voor innovatie en technologie.
2. Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad (6) en Besluit (EU) 2021/820 (7) zijn, in de actuele versies daarvan, van toepassing op de deelname van Moldavische juridische entiteiten aan de kennis- en innovatiegemeenschappen.
Artikel 2
Bepalingen en voorwaarden voor deelname aan het Xxxxxxx Xxxxxx-xxxxxxxxx
0. Xx Xxxxxxxxx Xxxxxxxx neemt deel aan het Horizon Europa-programma overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld in meest recente versies van protocol I bij de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Moldavië, anderzijds, inzake een kader overeenkomst tussen de Europese Unie en de Republiek Moldavië over de algemene beginselen voor deelname van de Republiek Moldavië aan programma’s van de Unie, alsmede overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van deze overeenkomst, van de in artikel 1 van deze overeenkomst bedoelde rechtshandelingen, en van andere regelgeving met betrekking tot de uitvoering van het Horizon Europa-programma.
2. Tenzij anders bepaald in de in lid 1 van dit artikel bedoelde bepalingen en voorwaarden, met inbegrip van die tot uitvoering van artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, mogen in de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten deelnemen aan indirecte acties van het Horizon Europa-programma onder voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de voorwaarden voor in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten, met inbegrip van de eerbiediging van de beperkende maatregelen van de Europese Unie (8).
3. Voordat zij beslist of in de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten in aanmerking komen voor een actie met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Europese Unie als bedoeld in artikel 22, lid 5, van Verordening (EU) 2021/695, kan de Commissie om specifieke informatie of toezeggingen ver zoeken, bijvoorbeeld:
a) informatie over de vraag of in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten toegang hebben gekregen of zullen krijgen tot bestaande en geplande programma’s en projecten van de Republiek Moldavië die equivalent zijn aan de desbetreffende actie van Horizon Europa;
(5) Besluit (EU) 2021/764 van de Raad van 10 mei 2021 tot vaststelling van het specifieke programma tot uitvoering van Horizon Europa — het kaderprogramma voor onderzoek en innovatie, en tot intrekking van Besluit 2013/743/EU (PB L 167 I van 12.5.2021, blz. 1).
(6) Verordening (EU) 2021/819 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende het Europees Instituut voor innovatie en technologie (herschikking) (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 61).
(7) Besluit (EU) 2021/820 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2021 betreffende de strategische innovatieagenda van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (EIT) 2021-2027: Het innovatietalent en de innovatiecapaciteit van Europa stimuleren, en tot intrekking van Besluit nr. 1312/2013/EU (PB L 189 van 28.5.2021, blz. 91).
(8) De beperkende maatregelen van de EU worden vastgesteld op grond van artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie of artikel 215 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie.
b) informatie over de vraag of de Republiek Moldavië beschikt over een nationaal screeningmechanisme voor investe ringen en waarborgen dat de Moldavische autoriteiten bij de Commissie verslag uitbrengen en advies vragen over alle mogelijke gevallen waarbij zij, bij de toepassing van een dergelijk mechanisme, kennis hebben gekregen van een voorgenomen buitenlandse investering of overname door een entiteit die buiten de Republiek Moldavië is gevestigd of waarover vanuit het buitenland zeggenschap wordt uitgeoefend, in een Moldavische juridische entiteit die finan ciering vanuit Horizon Europa heeft ontvangen in het kader van acties met betrekking tot de strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid van de Europese Unie, voor zover de Commissie na de ondertekening van subsidieovereenkomsten met deze entiteiten aan de Republiek Moldavië de lijst van de relevante in de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten verstrekt, en
c) waarborgen dat geen van de resultaten, technologieën, diensten en producten die door in de Republiek Moldavië gevestigde entiteiten in het kader van de desbetreffende acties zijn ontwikkeld, gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie aan beperkingen worden onderworpen wat betreft de uitvoer daarvan naar de lidstaten van de EU. De Republiek Moldavië deelt gedurende de actie en tot vier jaar na het einde van de actie jaarlijks een bijgewerkte lijst met zaken die aan nationale uitvoerbeperkingen onderworpen zijn.
4. In de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan de activiteiten van het Gemeen schappelijk Centrum voor onderzoek (JRC) onder bepalingen en voorwaarden die gelijkwaardig zijn aan de bepalingen en voorwaarden voor in de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten, tenzij beperkingen noodzakelijk zijn om coherentie met de reikwijdte van de deelname te waarborgen in verband met de uitvoering van de leden 2 en 3 van dit artikel.
5. Indien de Europese Unie het Horizon Europa-programma uitvoert door de artikelen 185 en 187 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie toe te passen, kunnen de Republiek Moldavië en Moldavische juridische entiteiten deelnemen aan de uit hoofde van deze bepalingen tot stand gebrachte juridische structuren, in overeenstem ming met de rechtshandelingen van de Europese Unie die voor de totstandbrenging van die structuren zijn of zullen worden vastgesteld.
6. Vertegenwoordigers van de Republiek Moldavië hebben het recht als waarnemers deel te nemen aan de ver gaderingen van het in artikel 14 van Besluit (EU) 0000/000 xxxxxxxx xxxxxx, zonder stemrecht en enkel voor kwesties die de Republiek Moldavië betreffen.
De vertegenwoordigers van de Republiek Moldavië mogen echter niet aanwezig zijn bij de stemmingen in deze comités. De Republiek Moldavië wordt van de uitkomst in kennis gesteld.
De in dit lid bedoelde deelname geschiedt in dezelfde vorm als de deelname van vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van de procedures voor het ontvangen van informatie en documentatie.
7. De rechten van de Republiek Moldavië om te worden vertegenwoordigd in en deel te nemen aan het Comité Europese onderzoeksruimte en de subgroepen ervan, zijn de rechten die van toepassing zijn op geassocieerde landen.
8. Vertegenwoordigers van de Republiek Moldavië hebben het recht als waarnemer deel te nemen aan de raad van beheer van het JRC, zonder stemrecht. Onder die voorwaarde gelden voor die deelname dezelfde regels en procedures als de regels en procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie, met inbegrip van de spreekrechten en de procedures voor de ontvangst van informatie en documentatie met betrekking tot kwesties die de Republiek Moldavië betreffen.
9. De Republiek Moldavië kan deelnemen aan een consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC), overeenkomstig Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad (9), in de meest recente versie, en overeenkomstig de rechtshandeling tot oprichting van het ERIC.
10. Reis- en verblijfkosten van vertegenwoordigers en deskundigen van de Republiek Moldavië in verband met hun deelname, als waarnemers, aan de werkzaamheden van het comité als bedoeld in artikel 14 van Besluit (EU) 2021/764 of aan andere vergaderingen in verband met de uitvoering van het Horizon Europa-programma, worden door de Europese Unie vergoed op dezelfde grondslag als en volgens de procedures die gelden voor vertegenwoordigers van de lidstaten van de Europese Unie.
11. De Partijen stellen in het kader van de bestaande bepalingen alles in het werk om het vrij verkeer en verblijf van wetenschappers die aan de onder deze overeenkomst vallende activiteiten deelnemen, alsook het grensoverschrijdend verlenen van diensten en vervoeren van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.
(9) Verordening (EG) nr. 723/2009 van de Raad van 25 juni 2009 betreffende een communautair rechtskader voor een Consortium voor een Europese onderzoeksinfrastructuur (ERIC) (PB L 206 van 8.8.2009, blz. 1).
12. De Republiek Moldavië neemt alle passende maatregelen die nodig zijn ervoor te zorgen dat in de Republiek Moldavië aangekochte of naar de Republiek Moldavië ingevoerde goederen en diensten die geheel of gedeeltelijk worden gefinancierd uit hoofde van subsidieovereenkomsten en/of contracten voor de uitvoering van de activiteiten overeen komstig deze overeenkomst worden vrijgesteld van in de Republiek Moldavië geldende douanerechten, invoerrechten en andere fiscale heffingen, met inbegrip van btw.
Artikel 3
Financiële bijdrage
1. De financiële bijdrage van de Republiek Moldavië aan het Horizon Europa-programma en aan de kosten voor het beheer, de uitvoering en het functioneren daarvan in het kader van de algemene begroting van de Europese Unie (hierna “de Uniebegroting” genoemd) is een voorwaarde voor de deelname van de Republiek Moldavië en Moldavische juridische entiteiten aan dat programma.
2. De financiële bijdrage bestaat uit de som van:
a) een operationele bijdrage, en
b) een vergoeding voor deelname.
3. De financiële bijdrage neemt de vorm aan van een jaarlijkse betaling in twee termijnen, die ten laatste in mei en juli verschuldigd zijn.
4. De operationele bijdrage dekt de operationele en ondersteunende uitgaven van het programma en is, zowel wat vastleggingen als wat betalingskredieten betreft, aanvullend aan in de definitieve Uniebegroting voor het Horizon Euro pa-programma opgenomen bedragen, met inbegrip van kredieten die overeenkomen met vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld, zoals bedoeld in artikel 15, lid 3, van de meest recente versie van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (10) (hierna “het Financieel Reglement” genoemd), en verhoogd met de externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan het Horizon Europa-programma (11).
De verhoging voor externe bestemmingsontvangsten die overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (12) zijn toegewezen, komt overeen met de jaarlijkse kredieten in de documenten bij de ontwerpbegroting van het Horizon Europa-programma.
5. De aanvankelijke operationele bijdrage wordt gebaseerd op een verdeelsleutel die wordt gedefinieerd als de ver houding tussen het bruto binnenlands product (bbp) van de Republiek Moldavië tegen marktprijzen en het bbp van de Europese Unie tegen marktprijzen. De toe te passen bbp’s tegen marktprijzen worden door de daarvoor bestemde diensten van de Commissie vastgesteld op basis van de meest recente statistische gegevens die beschikbaar zijn voor begrotingsberekeningen in het jaar voorafgaand aan het jaar waarin de betaling verschuldigd is. In afwijking daarvan is de aanvankelijke operationele bijdrage voor 2021 gebaseerd op het bbp tegen marktprijzen in 2019. In bijlage I is bepaald hoe deze verdeelsleutel wordt aangepast.
6. De aanvankelijke operationele bijdrage wordt berekend door toepassing van de aangepaste verdeelsleutel op de aanvankelijke vastleggingskredieten die zijn opgenomen in de definitieve begroting van de Europese Unie voor het Horizon Europa-programma van het desbetreffende jaar, verhoogd overeenkomstig lid 4 van dit artikel.
7. De vergoeding voor deelname bedraagt 4 % van de aanvankelijke jaarlijkse operationele bijdrage, zoals berekend overeenkomstig de leden 5 en 6 van dit artikel, en wordt overeenkomstig bijlage I ingefaseerd. De vergoeding voor deelname wordt achteraf niet aangepast of gecorrigeerd.
8. De aanvankelijke operationele bijdrage voor een jaar N kan met terugwerkende kracht in een of meer daaropvol gende jaren naar boven of naar beneden worden bijgesteld op basis van de vastlegging van vastleggingskredieten in de begroting van dat jaar N, verhoogd overeenkomstig lid 4 van dit artikel, van de uitvoering van de vastleggingen door middel van juridische verbintenissen en van de vrijmakingen ervan. Bijlage I bevat nadere bepalingen voor de uitvoering van dit artikel.
(10) Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).
(11) Dit omvat met name de middelen uit het herstelinstrument voor de Europese Unie, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).
(12) PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23.
9. De Europese Unie verstrekt de Republiek Moldavië informatie over haar financiële deelname, die is opgenomen in de informatie met betrekking tot de begroting, boekhouding, prestaties en evaluatie die is voorgelegd aan de begrotings- en kwijtingsautoriteiten van de Europese Unie met betrekking tot het Horizon Europa-programma. Die informatie wordt verstrekt met inachtneming van de regels van de Europese Unie en de Republiek Moldavië inzake vertrouwelijkheid en gegevensbescherming en laat de informatie die de Republiek Moldavië overeenkomstig bijlage III moet ontvangen, onverlet.
10. Alle bijdragen van de Republiek Moldavië of betalingen van de Europese Unie en de berekening van verschul digde of te ontvangen bedragen, worden in euro’s verricht.
Artikel 4
Automatisch correctiemechanisme
1. Er is een automatisch correctiemechanisme van de aanvankelijke operationele bijdrage van de Republiek Moldavië voor het jaar N, zoals aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, van toepassing, dat in het jaar N+2 wordt berekend. Dit mechanisme wordt gebaseerd op de prestaties van de Republiek Moldavië en Moldavische juridische entiteiten in de onderdelen van het Horizon Europa-programma die door middel van subsidies op basis van mededinging worden gefinancierd uit vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4.
Het bedrag van de automatische correctie wordt berekend op basis van het verschil tussen:
a) het aanvankelijke bedrag aan juridische verbintenissen voor subsidies op basis van mededinging die daadwerkelijk met de Republiek Moldavië of Moldavische juridische entiteiten zijn aangegaan en die gefinancierd zijn uit vast leggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, en
b) de bijbehorende, door de Republiek Moldavië betaalde operationele bijdrage voor het jaar N, zoals aangepast over eenkomstig artikel 3, lid 8, met uitzondering van de niet-interventiekosten die zijn gefinancierd uit vastleggings kredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4.
2. Indien het in lid 1 bedoelde bedrag, of dat nu positief of negatief is, meer dan 8 % van de bijbehorende aan vankelijke operationele bijdrage, zoals aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, bedraagt, wordt de aanvankelijke operationele bijdrage van de Republiek Moldavië voor jaar N gecorrigeerd. Het door of aan de Republiek Moldavië verschuldigde bedrag als aanvullende bijdrage of verlaging van de bijdrage van de Republiek Moldavië in het kader van het automatisch correctiemechanisme, is het bedrag waarmee de drempel van 8 % wordt overschreden; het bedrag onder deze drempel van 8 % wordt niet meegerekend in de aanvullende bijdrage die verschuldigd is of wordt gecompenseerd.
3. Bijlage I bevat gedetailleerde voorschriften met betrekking tot het automatische correctiemechanisme.
Artikel 5
Wederkerigheid
1. In de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten kunnen deelnemen aan aan Horizon Europa equivalente programma’s en projecten van de Republiek Moldavië overeenkomstig de nationale wetgeving die in de Republiek Moldavië van toepassing is.
2. Bijlage II bevat een niet-uitputtende lijst van equivalente programma’s en projecten van de Republiek Moldavië.
3. Voor de financiering van in de Unie gevestigde juridische entiteiten door de Republiek Moldavië geldt de nationale wetgeving die in de Republiek Moldavië van toepassing is op de uitvoering van onderzoeks- en innovatieprogramma ’s en
-projecten. Indien geen financiering wordt verstrekt, kunnen in de Unie gevestigde juridische entiteiten met hun eigen middelen deelnemen.
Artikel 6
Open wetenschap
De Partijen bevorderen en stimuleren openwetenschapspraktijken in hun programma’s en projecten wederzijds, over eenkomstig de voorschriften van het Horizon Europa-programma en de nationale wetgeving die van toepassing is in de Republiek Moldavië.
Artikel 7
Toezicht, evaluatie en verslaglegging
1. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de Commissie, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Rekenkamer van de Europese Unie met betrekking tot het toezicht op, de evaluatie van en de verslaglegging over het Horizon Europa-programma wordt de deelname van de Republiek Moldavië aan dat programma continu gemonitord op basis van partnerschap tussen de Commissie en de Republiek Moldavië.
2. Bijlage III bevat de voorschriften inzake goed financieel beheer, met inbegrip van financiële controle, invordering en andere fraudebestrijdingsmaatregelen met betrekking tot financiering van de Europese Unie in het kader van deze overeenkomst.
Artikel 8
Gezamenlijk comité voor onderzoek en innovatie EU-Republiek Moldavië
1. Hierbij wordt het Gezamenlijk comité voor onderzoek en innovatie EU-Republiek Moldavië (hierna “het Geza menlijk comité EU-Moldavië” genoemd) opgericht. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië is onder andere belast met:
a) het beoordelen, evalueren en herzien van de uitvoering van deze overeenkomst, met name wat betreft:
i) de deelname aan en prestaties van de juridische entiteiten van de Republiek Moldavië in het kader van het Horizon Europa-programma;
ii) de mate waarin deelname aan de programma’s en projecten van een Partij (wederzijds) openstaat voor de in elke Partij gevestigde juridische entiteiten;
iii) de uitvoering van het mechanisme voor financiële toewijzing en het automatisch correctiemechanisme over eenkomstig de artikelen 3 en 4;
iv) de uitwisseling van informatie en bestudering van eventuele vragen over de exploitatie van resultaten, met inbegrip van intellectuele-eigendomsrechten;
b) op verzoek van een van de Partijen, het bespreken van de door de Partijen toegepaste of geplande beperkingen van de toegang tot hun respectieve onderzoeks- en innovatieprogramma ’s, met name voor acties in verband met hun strategische activa, belangen, autonomie of veiligheid;
c) het onderzoeken hoe de samenwerking kan worden verbeterd en ontwikkeld;
het samen bespreken van de toekomstige oriëntaties en prioriteiten van beleid met betrekking tot onderzoek en innovatie, en het plannen van onderzoek van gemeenschappelijk belang, en
d) het uitwisselen van informatie, onder meer over nieuwe wetgeving, besluiten of nationale onderzoeks- en innova tieprogramma’s die relevant zijn voor de uitvoering van deze overeenkomst.
2. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de Europese Unie en de Republiek Moldavië, stelt zijn reglement van orde vast.
3. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië kan besluiten om op ad-hocbasis een werkgroep of adviesorgaan van deskundigen op te zetten, die/dat kan bijdragen tot de uitvoering van deze overeenkomst.
4. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië komt ten minste eenmaal per jaar bijeen en, indien dat vanwege bijzondere omstandigheden nodig is, op verzoek van een van de Partijen. De Europese Unie en de door de regering van de Republiek Moldavië aangewezen nationale autoriteit organiseren de vergaderingen beurtelings en treden beurtelings als gastheer op.
5. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië voert zijn werkzaamheden doorlopend uit door middel van de uitwisseling van relevante informatie via alle communicatiemiddelen, met name met betrekking tot de deelname en prestaties van de juridische entiteiten van de Republiek Moldavië. Het Gezamenlijk comité EU-Moldavië kan zijn taken met name schriftelijk uitvoeren wanneer dat nodig is.
Artikel 9
Slotbepalingen
1. Deze overeenkomst treedt in werking op de datum waarop de Partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van hun interne daartoe vereiste procedures.
2. Deze overeenkomst is van toepassing met ingang van 1 januari 2021. Zij blijft van kracht zolang dat nodig is voor de afronding van alle projecten, acties en activiteiten, of delen daarvan, die vanuit het Horizon Europa-programma worden gefinancierd, van alle acties die nodig zijn om de financiële belangen van de Europese Unie te beschermen, en van alle financiële verplichtingen tussen de Partijen die voortvloeien uit de uitvoering van deze overeenkomst.
3. Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast overeenkomstig de respectieve interne procedures en wetgeving van beide Partijen. De voorlopige toepassing begint op de datum waarop de Partijen elkaar in kennis stellen van de voltooiing van hun interne daartoe vereiste procedures.
4. Indien de Republiek Moldavië de Commissie, die namens de Europese Unie optreedt, ervan in kennis stelt dat zij haar interne procedures die nodig zijn voor de inwerkingtreding van deze overeenkomst niet zal voltooien, wordt de voorlopige toepassing van deze overeenkomst beëindigd op de dag waarop de Commissie die kennisgeving ontvangt, die voor de toepassing van deze overeenkomst geldt als de dag van stopzetting.
5. De Europese Unie kan de toepassing van deze overeenkomst opschorten indien de Republiek Moldavië de in het kader van deze overeenkomst verschuldigde financiële bijdrage niet of slechts ten dele betaalt.
Indien de niet-betaling de uitvoering en het beheer van het Horizon Europa-programma aanzienlijk in gevaar brengt, verzendt de Commissie een formele aanmaningsbrief. Indien binnen twintig werkdagen na de formele aanmaningsbrief geen betaling is verricht, stelt de Commissie de Republiek Moldavië in kennis van de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst door middel van een formele kennisgevingsbrief; die opschorting wordt 15 dagen na ontvangst van deze kennisgeving door de Republiek Moldavië van kracht.
Indien de toepassing van deze overeenkomst wordt opgeschort, komen in de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten niet in aanmerking voor deelname aan aanbestedingsprocedures die nog niet zijn afgerond op het moment dat de opschorting van kracht wordt. Een aanbestedingsprocedure wordt geacht te zijn voltooid wanneer als gevolg van die procedure juridische verbintenissen zijn aangegaan.
De opschorting laat de juridische verbintenissen die zijn aangegaan met in de Republiek Moldavië gevestigde juridische entiteiten voordat de opschorting van kracht werd, onverlet. Deze overeenkomst blijft van toepassing op dergelijke juridische verbintenissen.
Zodra de Europese Unie het volledige verschuldigde bedrag van de financiële bijdrage heeft ontvangen, stelt zij de Republiek Moldavië daarvan in kennis. De opschorting wordt onmiddellijk na deze kennisgeving opgeheven.
Vanaf de datum waarop de opschorting wordt opgeheven, komen juridische entiteiten van de Republiek Moldavië weer in aanmerking voor aanbestedingsprocedures die vóór en na die datum van start zijn gegaan en waarvoor de uiterste termijn voor het indienen van aanvragen nog niet is verstreken.
6. Elk van beide Partijen kan deze overeenkomst te allen tijde opzeggen door een schriftelijke kennisgeving van zijn voornemen daartoe.
De opzegging wordt drie maanden na de datum waarop de schriftelijke kennisgeving de geadresseerde bereikt, van kracht. De datum waarop de opzegging van kracht wordt, is de opzeggingsdatum voor de toepassing van deze over eenkomst.
7. Indien deze overeenkomst overeenkomstig lid 4 van dit artikel niet langer voorlopig van toepassing is, of over eenkomstig lid 6 van dit artikel wordt opgezegd, komen de Partijen overeen dat:
a) projecten, acties, activiteiten of delen daarvan waarvoor gedurende de voorlopige toepassing en/of na de inwerking treding van deze overeenkomst en voordat deze overeenkomst niet meer van toepassing is of wordt opgezegd juridische verbintenissen zijn aangegaan, onder de voorwaarden van deze overeenkomst worden voortgezet totdat zij zijn voltooid;
b) de jaarlijkse financiële bijdrage voor het jaar N waarin deze overeenkomst niet langer voorlopig van toepassing is of wordt opgezegd, volledig wordt betaald overeenkomstig artikel 3. De operationele bijdrage van het jaar N wordt aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, en gecorrigeerd overeenkomstig artikel 4 van deze overeenkomst. De betaalde vergoeding voor deelname voor het jaar N wordt niet aangepast of gecorrigeerd, en
c) de aanvankelijke operationele bijdragen die zijn betaald voor de jaren waarin deze overeenkomst van toepassing was, na het jaar waarin deze overeenkomst niet langer voorlopig van toepassing wordt of wordt opgezegd, worden aangepast overeenkomstig artikel 3, lid 8, en automatisch worden gecorrigeerd overeenkomstig artikel 4 van deze overeenkomst.
De Partijen regelen in onderlinge overeenstemming eventuele andere gevolgen van de opzegging of de beëindiging van de voorlopige toepassing van deze overeenkomst.
8. Deze overeenkomst kan alleen schriftelijk worden gewijzigd met wederzijdse instemming van de Partijen. Bij de inwerkingtreding van de wijzigingen wordt dezelfde procedure gevolgd als voor de inwerkingtreding van deze over eenkomst.
9. De bijlagen bij deze overeenkomst vormen een integrerend deel van deze overeenkomst.
Deze overeenkomst wordt in tweevoud opgesteld in het Engels en het Roemeens, waarbij beide teksten gelijkelijk authentiek zijn. In geval van verschil in interpretatie tussen deze talen geldt de Engelse tekst.
Gedaan te Brussel op 27 oktober 2021 in twee originelen in de Roemeense en de Engelse taal.
Voor de Commissie, namens de Europese Unie, Xxxxxx XXXXXXX
Commissaris voor Innovatie, Onderzoek, Cultuur, Onderwijs en Jeugd
Voor de Republiek Moldavië, Xxxxxxx XXXXXXXXX
Premier
Voorschriften voor de financiële bijdrage van de Republiek Moldavië aan het Horizon Europa-programma (2021-2027)
I. Berekening van de financiële bijdrage van de Republiek Moldavië
1. De financiële bijdrage van de Republiek Moldavië aan het Horizon Europa-programma wordt jaarlijks vastgesteld evenredig aan en als aanvulling op het bedrag dat elk jaar in de algemene begroting van de Europese Unie beschikbaar is voor vastleggingskredieten die nodig zijn voor het beheer, de uitvoering en het functioneren van het Horizon Europa- programma, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst.
2. De vergoeding voor deelname als bedoeld in artikel 3, lid 7, van deze overeenkomst wordt als volgt ingefaseerd:
— 2021: 0,5 %;
— 2022: 1 %;
— 2023: 1,5 %;
— 2024: 2 %;
— 2025: 2,5 %;
— 2026: 3 %;
— 2027: 4 %.
3. Overeenkomstig artikel 3, lid 5, van deze overeenkomst wordt de aanvankelijke operationele bijdrage die de Republiek Moldavië voor haar deelname aan het Horizon Europa-programma moet betalen voor de respectieve begrotingsjaren berekend door de verdeelsleutel aan te passen.
De verdeelsleutel wordt als volgt aangepast:
Aangepaste verdeelsleutel = Verdeelsleutel × Coëfficiënt
De coëfficiënt die in de bovenstaande berekening wordt gebruikt om de verdeelsleutel aan te passen, is 0,10.
4. Overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst vindt de eerste aanpassing met betrekking tot de uitvoering van de begroting voor jaar N plaats in jaar N+1, wanneer de aanvankelijke operationele bijdrage voor jaar N naar boven of naar beneden wordt bijgesteld met het verschil tussen:
a) een aangepaste bijdrage die wordt berekend door de aangepaste verdeelsleutel voor jaar N toe te passen op de som van:
i. de vastleggingen in de begroting die zijn gedaan voor vastleggingskredieten die in jaar N zijn toegestaan uit hoofde van de goedgekeurde begroting van de Europese Unie en voor vastleggingskredieten die overeenstemmen met vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld, en
ii. eventuele vastleggingskredieten op basis van externe bestemmingsontvangsten die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan het Horizon Europa-programma en die aan het einde van het jaar N beschikbaar waren (1).Voor externe bestemmingsontvangsten die overeenkomstig artikel 3, lid 1, van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (2) aan Horizon Europa zijn toegewezen, worden de jaarlijkse indicatieve bedragen in de MFK-programmering gebruikt om de aangepaste bijdrage te berekenen;
(1) Dit omvat met name de middelen uit het herstelinstrument voor de Europese Unie, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad van 14 december 2020 tot vaststelling van een herstelinstrument van de Europese Unie ter ondersteuning van het herstel na de COVID-19-crisis (PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23).
(2) PB L 433 I van 22.12.2020, blz. 23.
b) en de aanvankelijke operationele bijdrage voor jaar N.
De Unie berekent vanaf het jaar N+2 en elk jaar daarna totdat alle in het kader van vastleggingskredieten uit het jaar N gefinancierde budgettaire vastleggingen, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst, zijn betaald of vrijgemaakt, en ten laatste drie jaar na het einde van het Horizon Europa-programma, een aanpassing van de operationele bijdrage voor jaar N door van de operationele bijdrage van de Republiek Moldavië het bedrag af te trekken dat wordt verkregen door de aangepaste verdeelsleutel voor jaar N toe te passen op de vrijmakingen van elk jaar op vastleggingen van jaar N die zijn gefinancierd uit de begroting van de Unie of uit vrijmakingen die opnieuw ter beschikking zijn gesteld.
Als de bedragen uit externe bestemmingsontvangsten in jaar N (die de vastleggingskredieten en, voor bedragen uit hoofde van Verordening (EU) 2020/2094 van de Raad, de jaarlijkse indicatieve bedragen in de MFK-programmering omvatten) die niet voortvloeien uit financiële bijdragen van andere donoren aan het Horizon Europa-programma worden geannuleerd, wordt de operationele bijdrage van de Republiek Moldavië verminderd met het bedrag dat wordt verkregen door toepassing van de aangepaste verdeelsleutel van jaar N op het geannuleerde bedrag.
II. Automatische correctie van de operationele bijdrage van de Republiek Moldavië
1. Voor de berekening van de automatische correctie als bedoeld in artikel 4 van deze overeenkomst, gelden de volgende regels:
a) “subsidies op basis van mededinging”: door middel van oproepen tot het indienen van voorstellen toegekende subsidies, waarvan de eindbegunstigden kunnen worden geïdentificeerd wanneer de automatische correctie wordt berekend. Financiële steun aan derden in de zin van artikel 204 van het Financieel Reglement is uitgesloten;
b) indien een juridische verbintenis met een consortium wordt aangegaan, zijn de bedragen die worden gebruikt om de aanvankelijke bedragen van de juridische verbintenis vast te stellen de cumulatieve bedragen die zijn toegewezen aan begunstigden die Moldavische entiteiten zijn, overeenkomstig de indicatieve verdeling van de begroting van de subsidieovereenkomst;
c) alle bedragen van juridische verbintenissen in het kader van subsidies op basis van mededinging worden vastgesteld met behulp van het elektronische systeem “eCorda” van de Europese Commissie en worden op de tweede woensdag van februari van het jaar N+2 opgenomen;
d) “niet-interventiekosten ”: andere kosten van het programma dan subsidies op basis van mededinging, met inbegrip van ondersteunende uitgaven, programmaspecifiek beheer en andere acties (3);
e) de bedragen die aan internationale organisaties worden toegewezen als juridische entiteiten die de eindbegunstigde zijn (4), worden beschouwd als niet-interventiekosten.
2. Het mechanisme wordt als volgt toegepast:
a) automatische correcties voor het jaar N in verband met de betaling van vastleggingskredieten voor het jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst worden in jaar N+2 toegepast op basis van gegevens uit eCorda over het jaar N en het jaar N+1 als bedoeld in deel II, punt 1, c), van deze bijlage, nadat eventuele aanpassingen overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst zijn toegepast op de bijdrage van de Republiek Moldavië aan het Horizon Europa-programma. Het in aanmerking te nemen bedrag is het bedrag van subsidies op basis van mededinging waarvoor gegevens beschikbaar zijn wanneer de correctie wordt berekend;
b) met ingang van het jaar N+2 en tot en met 2029 wordt het bedrag van de automatische correctie voor het jaar N berekend door het verschil te nemen tussen:
i. het totale bedrag van de subsidies op basis van mededinging dat aan de Republiek Moldavië of Moldavische juridische entiteiten is toegewezen als vastleggingen voor begrotingskredieten van jaar N, en
(3) Andere acties omvatten met name aanbestedingen, prijzen, financiële instrumenten, directe acties van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek, contributies (OESO, Eureka, Ipeec, IEA enz.), deskundigen (beoordelaars, toezichthouders op projecten) enz.
(4) Internationale organisaties zouden alleen als niet-interventiekosten worden beschouwd als zij eindbegunstigden zijn. Dat is niet van toepassing als een internationale organisatie een project coördineert (toewijzing van middelen aan andere coördinatoren).
ii. het bedrag van de aangepaste operationele bijdrage van de Republiek Moldavië voor jaar N, vermenigvuldigd met de verhouding tussen:
A. het bedrag van subsidies op basis van mededinging uit de vastleggingskredieten voor jaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst, en
B. het totaal van alle goedgekeurde vastleggingskredieten in de begroting voor jaar N, met inbegrip van niet- interventiekosten.
III. Betaling van de financiële bijdrage van de Republiek Moldavië, betaling van de aanpassingen van de operationele bijdrage van de Republiek Moldavië, en betaling van de automatische correctie die op de operationele bijdrage van de Republiek Moldavië van toepassing is
1. De Commissie deelt de Republiek Moldavië zo spoedig mogelijk en uiterlijk bij de ondertekening van het eerste verzoek tot storting van het begrotingsjaar de volgende informatie mee:
a. de bedragen aan vastleggingskredieten in de Uniebegroting die voor het desbetreffende jaar zijn goedgekeurd voor de begrotingsonderdelen waar de deelname van de Republiek Moldavië aan het Horizon Europa onder valt, in voorkomend geval verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst;
b. het bedrag van de vergoeding voor deelname als bedoeld in artikel 3, lid 7, van deze overeenkomst;
c. vanaf jaar N+1 van de uitvoering van het Horizon Europa-programma: de uitvoering van de vastleggingskredieten voor het begrotingsjaar N, verhoogd overeenkomstig artikel 3, lid 4, van deze overeenkomst, en de hoogte van de vrijmaking;
d. voor het deel van het Horizon Europa-programma waarvoor dergelijke informatie nodig is om de automatische correctie te berekenen: het niveau van de vastleggingen ten behoeve van Moldavische juridische entiteiten, uitgesplitst naar het desbetreffende jaar van begrotingskredieten en het daarmee samenhangende niveau van de totale vastlegging.
Op basis van haar ontwerpbegroting verstrekt de Commissie zo spoedig mogelijk en uiterlijk op 1 september van het begrotingsjaar een raming van informatie voor het volgende jaar uit hoofde van de punten a) en b).
2. Uiterlijk in april en juni van elk begrotingsjaar doet de Commissie aan de Republiek Moldavië een verzoek tot storting van haar bijdrage in het kader van deze overeenkomst.
In elk verzoek tot storting moet zijn bepaald dat de Republiek Moldavië uiterlijk dertig dagen nadat het verzoek tot storting is gedaan zes twaalfde van haar bijdrage moet betalen.
Voor het eerste jaar van de uitvoering van deze overeenkomst doet de Commissie binnen zestig dagen na de ondertekening van deze overeenkomst een enkel verzoek tot storting.
3. Vanaf 2023 en in elk jaar daarna wordt in de verzoeken tot storting ook rekening gehouden met het bedrag van de automatische correctie die op de in het jaar N-2 betaalde operationele bijdrage van toepassing is.
Het verzoek tot storting wordt ten laatste in april gedaan en kan ook aanpassingen omvatten van de door de Republiek Moldavië betaalde financiële bijdrage voor de uitvoering, het beheer en het functioneren van het vorige kaderprogramma of de vorige kaderprogramma’s voor onderzoek en innovatie waaraan de Republiek Moldavië heeft deelgenomen.
Voor elk van de begrotingsjaren 2028, 2029 en 2030 is het bedrag dat voortvloeit uit de automatische correctie die wordt toegepast op de in 2026 en 2027 door de Republiek Moldavië betaalde operationele bijdragen of uit de overeenkomstig artikel 3, lid 8, van deze overeenkomst gedane aanpassingen verschuldigd aan of door de Republiek Moldavië.
4. De Republiek Moldavië betaalt haar financiële bijdrage in het kader van deze overeenkomst overeenkomstig punt III van deze bijlage. Indien de Republiek Moldavië op de vervaldatum niet heeft betaald, stuurt de Commissie een aanmaningsbrief. Bij te late betaling van de financiële bijdrage betaalt de Republiek Moldavië achterstandsrente op het resterende bedrag vanaf de vervaldatum.
De rentevoet voor op de vervaldatum niet voldane schuldvorderingen is het door de Europese Centrale Bank op haar basisherfinancieringsoperaties toegepaste percentage dat geldt op de eerste kalenderdag van de maand van de vervaldag, zoals gepubliceerd in het Publicatieblad van de Europese Unie, C-serie, vermeerderd met anderhalf procentpunt.
Lijst van equivalente programma’s en projecten van de Republiek Moldavië
De programma’s en projecten in de volgende niet-uitputtende lijst worden als equivalenten aan programma’s en projecten van het Horizon Europa-programma in de Republiek Moldavië beschouwd:
— staatsprogramma’s;
— programma’s voor technologieoverdracht en innovatie;
— bilaterale en multilaterale programma’s;
— postdoctorale programma’s.
Goed financieel beheer
Bescherming van financiële belangen en terugvordering
Artikel 1
Evaluaties en controles
1. De Europese Unie heeft het recht om, overeenkomstig de toepasselijke handelingen van een of meer instellingen of organen van de Unie en zoals bepaald in desbetreffende overeenkomsten en/of contracten, technische, wetenschappe lijke, financiële of andere evaluaties en controles uit te voeren in de gebouwen en op de terreinen van natuurlijke personen of andere juridische entiteiten die in de Republiek Moldavië woonachtig of gevestigd zijn en die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van in de Republiek Moldavië woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn. Die evaluaties en controles kunnen worden uitgevoerd door functionarissen van de instellingen en organen van de Europese Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, of door andere personen die daartoe door de Europese Commissie zijn gemachtigd.
2. De functionarissen van de instellingen en organen van de Europese Unie, met name van de Europese Commissie en de Europese Rekenkamer, en de andere door de Europese Commissie gemachtigde personen hebben passende toegang tot plaatsen, werken en documenten (zowel elektronische als papieren versies) en tot alle informatie die nodig is om deze controles uit te voeren, met inbegrip van het recht om een fysieke of digitale kopie en uittreksels van documenten of de inhoud van een gegevensdrager te verkrijgen die de gecontroleerde natuurlijke of rechtspersoon of de gecontroleerde derde in zijn bezit heeft.
3. De Republiek Moldavië zal het recht op toegang tot de Republiek Moldavië en tot de gebouwen en op de terreinen van de in lid 2 bedoelde functionarissen en andere personen niet weigeren of op enige wijze belemmeren vanwege de uitvoering van hun in dit artikel bedoelde taken.
4. De evaluaties en controles kunnen ook na de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeen komstig artikel 9, lid 5, daarvan, de beëindiging van de voorlopige toepassing of de opzegging van deze overeenkomst worden uitgevoerd onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in de toepasselijke handelingen van een of meer instel lingen of organen van de Europese Unie en in de relevante overeenkomsten en/of contracten met betrekking tot eventuele juridische verbintenissen tot besteding van de begroting van de Europese Unie die de Europese Unie vóór de datum waarop de opschorting van de toepassing van deze overeenkomst overeenkomstig artikel 9, lid 5, van deze overeenkomst, de beëindiging van de voorlopige toepassing of de opzegging van deze overeenkomst van toepassing wordt, is aangegaan.
Artikel 2
Bestrijding van onregelmatigheden en fraude en andere strafbare feiten waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad
1. De Europese Commissie en het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) zijn gemachtigd om op het grondgebied van de Republiek Moldavië administratieve onderzoeken, waaronder controles en verificaties ter plaatse, te verrichten. Deze onderzoeken worden uitgevoerd overeenkomstig de voorwaarden die zijn vastgesteld bij de toepas selijke handelingen van een of meer instellingen van de Unie.
2. De bevoegde Moldavische autoriteiten stellen de Europese Commissie of het OLAF binnen een redelijke termijn in kennis van elk feit of elk vermoeden waarvan zij kennis hebben gekregen in verband met een onregelmatigheid, fraude of een andere onwettige activiteit waardoor de financiële belangen van de Unie worden geschaad.
3. Controles en verificaties ter plaatse kunnen worden uitgevoerd op de terreinen van natuurlijke personen of andere juridische entiteiten die in de Republiek Moldavië woonachtig of gevestigd zijn en die financiering van de Europese Unie ontvangen, alsook van in de Republiek Moldavië woonachtige of gevestigde derden die bij de besteding van de middelen van de Unie betrokken zijn.
4. De controles en verificaties ter plaatse worden door de Europese Commissie of het OLAF voorbereid en uitgevoerd in nauwe samenwerking met de door de Moldavische regering aangewezen bevoegde Moldavische autoriteit. De aange wezen autoriteit wordt tijdig in kennis gesteld van het voorwerp, het doel en de rechtsgrondslag van de controles en verificaties, zodat zij bijstand kan verlenen. Te dien einde kunnen functionarissen van de bevoegde Moldavische autoriteiten aan de controles en verificaties ter plaatse deelnemen.
5. Op verzoek van de Moldavische autoriteiten kunnen de controles en verificaties ter plaatse samen met de Europese Commissie en het OLAF worden uitgevoerd.
6. Functionarissen van de Commissie en het OLAF hebben toegang tot alle informatie en documentatie over de desbetreffende verrichtingen die nodig zijn voor de passende uitvoering van controles en verificaties ter plaatse, met inbegrip van computergegevens. Zij mogen met name kopieën maken van relevante documenten.
7. Wanneer de persoon, entiteit of andere derde zich verzet tegen een controle of verificatie ter plaatse, staan de Moldavische autoriteiten overeenkomstig de nationale wet- en regelgeving de Europese Commissie of het OLAF bij om hen in staat te stellen hun taken met betrekking tot de controle of verificatie ter plaatse uit te voeren. Die steun omvat het nemen van passende voorzorgsmaatregelen uit hoofde van het nationale recht, met name ter bescherming van bewijsstukken.
8. De Europese Commissie of het OLAF stelt de Moldavische autoriteiten van het resultaat van deze controles en verificaties in kennis. De Europese Commissie of het OLAF stelt de bevoegde Moldavische autoriteit met name zo spoedig mogelijk in kennis van elk feit of vermoeden met betrekking tot een onregelmatigheid waarvan zij in het kader van de controle of verificatie ter plaatse kennis hebben gekregen.
9. Onverminderd de toepassing van het Moldavisch strafrecht, kan de Europese Commissie overeenkomstig de wetgeving van de Europese Unie administratieve maatregelen en sancties opleggen aan Moldavische natuurlijke of rechtspersonen die deelnemen aan de uitvoering van een programma of activiteit.
10. Met het oog op een goede uitvoering van dit artikel wisselen de Europese Commissie of het OLAF en de bevoegde Moldavische autoriteiten regelmatig informatie uit, en plegen zij overleg indien een van de Partijen bij deze overeenkomst daarom verzoekt.
11. Om doeltreffende samenwerking en informatie-uitwisseling met het OLAF te faciliteren, wijst de Republiek Moldavië een contactpunt aan.
12. Bij de informatie-uitwisseling tussen de Europese Commissie of het OLAF en de bevoegde Moldavische autori teiten worden de vertrouwelijkheidseisen naar behoren in acht genomen. Persoonsgegevens die in de uitgewisselde informatie zijn opgenomen, worden beschermd overeenkomstig de toepasselijke regels.
13. De Moldavische autoriteiten werken samen met het Europees Openbaar Ministerie om het in staat te stellen daders van en medeplichtigen aan strafbare feiten die de financiële belangen van de Europese Unie schaden overeen komstig de toepasselijke wetgeving te onderzoeken, te vervolgen en voor de rechter te brengen.
Artikel 3
Invordering en tenuitvoerlegging
1. Besluiten van de Europese Commissie waarbij een geldelijke verplichting wordt opgelegd aan natuurlijke of rechtspersonen die geen staten zijn met betrekking tot vorderingen uit hoofde van het Horizon Europa-programma zijn uitvoerbaar in de Republiek Moldavië. Het bevel van tenuitvoerlegging wordt, zonder andere controle dan de verificatie van de authenticiteit van het besluit, aangebracht door de nationale autoriteit die daartoe door de regering van de Republiek Moldavië is aangewezen. De regering van de Republiek Moldavië maakt haar aangewezen nationale autoriteit bekend aan de Commissie en het Hof van Justitie van de Europese Unie. Overeenkomstig artikel 4 heeft de Europese Commissie het recht dergelijke uitvoerbare beslissingen rechtstreeks ter kennis te brengen van in de Republiek Moldavië wonende personen en aldaar gevestigde juridische entiteiten. De tenuitvoerlegging vindt plaats volgens het recht en de procedurevoorschriften van Moldavië.
2. Arresten en beschikkingen van het Hof van Justitie van de Europese Unie op basis van de toepassing van een arbitragebeding in een contract of overeenkomst met betrekking tot programma’s, activiteiten, acties of projecten van de Unie zijn in de Republiek Moldavië uitvoerbaar op dezelfde wijze als de in lid 1 bedoelde besluiten van de Europese Commissie.
3. Het Hof van Justitie van de Europese Unie is bevoegd om de rechtsgeldigheid van het in lid 1 bedoelde besluit van de Commissie te toetsen en de tenuitvoerlegging ervan te schorsen. Het toezicht op de regelmatigheid van de ten uitvoerlegging behoort evenwel tot de bevoegdheid van de rechterlijke instanties van de Republiek Moldavië.
Artikel 4
Communicatie en uitwisseling van informatie
De instellingen en organen van de Europese Unie die betrokken zijn bij de uitvoering van het Horizon Europa-pro gramma of bij het toezicht op dat programma, hebben het recht rechtstreeks te communiceren met in de Republiek Moldavië wonende natuurlijke personen of aldaar gevestigde juridische entiteiten die middelen van de Unie ontvangen en met in de Republiek Moldavië wonende of gevestigde derden die betrokken zijn bij de besteding van middelen van de Unie, onder meer via systemen voor elektronische informatie-uitwisseling. Die personen, entiteiten en derden kunnen alle informatie en documentatie die zij moeten indienen op grond van de wetgeving van de Europese Unie die van toepassing is op het programma van de Unie en op grond van de contracten of overeenkomsten die voor de uitvoering van dat programma zijn gesloten rechtstreeks bij de instellingen en organen van de Europese Unie indienen.