Algemene Voorwaarden Huur en Verhuur van Ligplaatsen van Watersport Vereniging "van Merlenhaven"
Algemene Voorwaarden Huur en Verhuur van Ligplaatsen van Watersport Vereniging "van Merlenhaven"
ARTIKEL 1 - DEFINITIES
In deze voorwaarden wordt verstaan onder
a. verhuurder: de Watersport Vereniging "Van Merlenhaven" , gevestigd te Heemstede.
b. huurder: degene die met verhuurder de huurovereenkomst heeft gesloten.
c. passant: een derde die met de verhuurder een huurovereenkomst aangaat waarbij de huurprijs per dag in rekening wordt gebracht en op wie de artikelen 3, 4, 5, 10 en 11 van deze voorwaarden niet van toepassing zijn.
d. huurovereenkomst: de overeenkomst waarbij de verhuurder zich verbindt om de huurder of de passant tegen betaling een ligplaats met bijbehorende voorzieningen in gebruik te geven.
e. jaar : de periode van 16 april van een bepaald kalenderjaar tot en met 15 april van het daarop volgende kalenderjaar.
f. zomerseizoen: de periode van 16 april tot en met 15 oktober in een bepaald kalenderjaar.
g. winterseizoen: de periode van 16 oktober van een bepaald kalenderjaar tot en met 15 april van het daarop volgende kalenderjaar.
x. xxxxxxxxxxxx: de haven en de bijbehorende (parkeer-)terreinen en gebouwen.
i. havenreglement: het reglement betreffende de in de havens van verhuurder geldende regels van gedrag en orde, zoals dat door de ledenvergadering van verhuurder is vastgesteld en eventueel gewijzigd.
ARTIKEL 2 - DE TOEPASSELIJKHEID
Deze voorwaarden zijn van toepassing op overeenkomsten van huur en verhuur van ligplaatsen voor vaartuigen en aanverwante artikelen.
ARTIKEL 3 - DE VERSCHULDIGDHElD VAN DE HUURSOM
1. De totale huursom is bij vooruitbetaling verschuldigd.
2. De huurder blijft de totale huursom verschuldigd ook al maakt hij tijdelijk geen gebruik van het gehuurde.
ARTIKEL 4 - BETALINGSVOORWAARDEN
1. Indien de huurder aan verhuurder een machtiging tot incasso heeft verleend zal verhuurder deze een maand na aanvang van de overeengekomen huurperiode verwerken. Huurder is verplicht ervoor zorg te dragen dat dan voldoende saldo op zijn rekening aanwezig is.
2. Indien de huurder aan verhuurder geen machtiging tot incasso van de huursom heeft verleend moet de totale huursom binnen een maand na ontvangst van een door verhuurder aan huurder te zenden factuur door overmaking naar een door de verhuurder aan te wijzen bankrekening worden betaald.
3. Indien de huurder de hem toegezonden factuur op de vervaldag niet heeft betaald dan wel indien de incasso door aan huurder toe te rekenen omstandigheden is mislukt wordt de huurder geacht van rechtswege in verzuim te zijn. In dat geval is de verhuurder gerechtigd om de wettelijke rente plus 2 % op jaarbasis over het verschuldigde bedrag aan de huurder in rekening te brengen.Deze rente wordt berekend vanaf de vervaldag. Alle buitengerechtelijke kosten zijn voor rekening van de huurder; deze kosten bedragen tenminste 15% van het verschuldigde bedrag met een minimum van € 40,- te vermeerderen met de werkelijk gemaakte verschotten.
4. Lid 3 is van overeenkomstige toepassing op hetgeen huurder aan verhuurder verschuldigd mocht zijn door toepassing van enige bepaling uit het havenreglement dan wel van artikel 6 lid 2 of artikel 8 lid 2 van deze voorwaarden. Met betrekking tot deze vorderingen wordt beroep op schuldvergelijking uitgesloten.
ARTIKEL 5 – ANNULERING
1. Indien de huurovereenkomst meer dan drie maanden voor aanvang van de huurperiode tot stand is gekomen, kan de huurder de overeenkomst annuleren tot twee maanden voor aanvang van de huurperiode. In dat geval is de huurder 50% van de overeengekomen huursom verschuldigd.
2. In geval van annuleren binnen een periode van twee maanden tot een maand voor aanvang van de huurperiode is de huurder 75% van de overeengekomen huursom verschuldigd.
3. In geval van annuleren binnen een maand vóór aanvang van de huurperiode is de huurder tot volledige overeengekomen huursom verschuldigd.
4. De in de voorgaande leden bedoelde annulering dient schriftelijk te geschieden.
ARTIKEL 6 - BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE VERHUURDER
1. De verhuurder is verplicht zorg te dragen voor een goede gang van zaken in de havens en daartoe op dagen en tijden dat de intensiteit van het gebruik van de havens zulks naar het oordeel van verhuurder nodig maakt door een havenmeester toezicht te doen houden.
2. Indien gevaar voor schade dreigt of de veiligheid in gevaar zou kunnen worden gebracht, is de verhuurder gerechtigd huurder aan te zeggen de noodzakelijke voorzieningen te treffen, en deze zelf op kosten van huurder te treffen indien deze in gebreke blijft binnen redelijke termijn aan deze aanzegging te voldoen. In spoedgevallen mag de verhuurder ook zonder voorafgaande aanzegging de nodige maatregelen treffen.
3. De verhuurder is gerechtigd om een tijdelijk niet door huurder gebruikte ligplaats aan passanten te verhuren, mits de huurder die aan zijn in artikel 7 lid 4 te omschrijven meldingsplicht heeft voldaan hierdoor op geen enkele wijze in zijn gebruiksrechten wordt gestoord.
ARTIKEL 7 - BIJZONDERE RECHTEN EN VERPLICHTINGEN VAN DE HUURDER
1. De huurder moet het havenreglement en de aanwijzingen wat betreft de huurovereenkomst van of namens de verhuurder nakomen.
2. Onderhuur of bruikleen van het gehuurde is niet toegestaan.
3. De huurder is verplicht zijn vaartuig en toebehoren tegen wettelijke aansprakelijkheid te verzekeren gedurende de tijd dat hij gebruik maakt van de ligplaats. De verhuurder heeft het recht van inzage in de desbetreffende polis van de huurder.
4. De huurder is verplicht om, indien hij voornemens is een etmaal of langer met zijn vaartuig afwezig te zijn, dit door middel van het daartoe bestemde afmeldformulier aan de havenmeester te melden.
ARTIKEL 8 - AANSPRAKELIJKHEID
1. De verhuurder is jegens de huurder aansprakelijk voor schade aan de zaak of zaken die het gevolg is van een tekortkoming die is toe te rekenen aan de verhuurder, aan personen in zijn dienst, dan wel aan personen die door hem zijn aangesteld voor de uitvoering van werkzaamheden.
2. De huurder is jegens de verhuurder aansprakelijk voor schade die wordt veroorzaakt door een tekortkoming die is toe te rekenen aan hemzelf, aan zijn gezinsleden, aan personeelsleden dan wel aan door de huurder genodigden.
3. Iedere persoonlijke aansprakelijkheid van functionarissen van verhuurder is uitgesloten, tenzij in geval hun grove schuld te verwijten valt.
4. In geen geval zal enige aansprakelijkheid van verhuurder voor welke schade dan ook gegrond kunnen worden op de stelling dat onvoldoende toezicht (als bedoeld in artikel 6, eerste lid) is gehouden.
ARTIKEL 9 - WANPRESTATIE EN TOEREKENBARE TEKORTKOMING
1. Klachten over de uitvoering van de huurovereenkomst dienen, bij voorkeur schriftelijk en behoorlijk omschreven en toegelicht, binnen bekwame tijd ter kennis van de wederpartij te worden gebracht.
2. Onverminderd het recht om nakoming te vorderen geeft een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming van de huurder dan wel van de verhuurder in de nakoming van één van hun verbintenissen aan de verhuurder respectievelijk de huurder de bevoegdheid om zonder gerechtelijke tussenkomst de huurovereenkomst terstond te ontbinden.
3. In geval van ontbinding van de huurovereenkomst als gevolg van een wezenlijke wanprestatie of toerekenbare tekortkoming kan aanspraak worden gemaakt op vergoeding van eventuele schade en op betaling van alle, ook niet direct opeisbare, vorderingen.
ARTIKEL 10 - DUUR EN VERLENGING VAN DE HUUR
1. De huurovereenkomst wordt aangegaan voor een periode van één jaar dan wel één zomerseizoen of één winterseizoen, tenzij anders door partijen wordt overeengekomen.
2. De huurovereenkomst die voor een jaar dan wel voor het zomer- of winterseizoen geldt, wordt - behoudens het in de leden 3, 5 en 6 gestelde - geacht stilzwijgend onder dezelfde voorwaarden en voor dezelfde periode te zijn verlengd, tenzij uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode de overeenkomst schriftelijk door één van beide partijen is opgezegd.
3. Indien huurder gedurende twee opvolgende huurperiodes geen gebruik maakt van het gehuurde wordt de huurovereenkomst automatisch beëindigd zonder dat opzegging door verhuurder is vereist.
4. De verhuurder kan uiterlijk drie maanden voor het begin van de nieuwe huurperiode de huursom wijzigen. In dat geval heeft de huurder het recht om binnen vijftien werkdagen na ontvangst van het bericht alsnog de huurovereenkomst op te zeggen. Dit laatste geldt niet, indien de huursom wordt gewijzigd naar aanleiding van een lastenverzwaring aan de zijde van de verhuurder als gevolg van een wijziging van
belastingen, heffingen en dergelijke die mede de huurder betreffen. Het geldt evenmin indien de huursom wordt gewijzigd binnen het kader van een door de overheid vastgestelde prijsbeschikking.
5. In afwijking van hetgeen in het tweede lid wordt bepaald zal de overeenkomst, voor zover deze voor het gehele jaar of voor het zomerseizoen is aangegaan, zonder opzegging tegen het einde van de lopende huurperiode worden beëindigd wanneer huurder het lidmaatschap van verhuurder verliest.
6. In afwijking van het hetgeen in het tweede lid wordt bepaald zal een huurovereenkomst met betrekking tot het winterseizoen, gesloten met een huurder die niet lid van de vereniging is, niet stilzwijgend worden verlengd.
7. Indien de overeenkomst is aangegaan voor een zomerseizoen, is het de huurder toegestaan, bij overleg vooraf en ná uitdrukkelijke goedkeuring van de havencommissaris, de ligplaats in gebruik te houden tot uiterlijk 14 dagen na afloop van het zomerseizoen. Dit geldt eveneens bij aanvang van het seizoen. In dit geval is de ligplaatshouder bij overleg vooraf en ná uitdrukkelijke goedkeuring van de havencommissaris, de ligplaats in gebruik te nemen tot uiterlijk 14 dagen vóór aanvang van het zomerseizoen.
8. Indien huurder zonder overleg met de havencommissaris de ligplaats in gebruik blijft nemen of neemt, is hij vanaf het einde van het zomerseizoen, dan wel tot aan het begin van het zomerseizoen het passantentarief verschuldigd.
ARTIKEL 11 – VERKOOP VAN HET VAARTUIG
1. In afwijking van het bepaalde in artikel 10 lid 2 zal de huurovereenkomst worden beëindigd indien de huurder zijn vaartuig heeft verkocht.
2. Huurder is verplicht van de voorgenomen verkoop ten spoedigste mededeling te doen aan verhuurder.
3. Overdracht van huurrechten op de koper is uitgesloten. Dit geldt ook indien de koper lid van de vereniging is. Koper kan het vaartuig gedurende het restant van de huurperiode laten liggen op de voet van passant. De huurder is verplicht van een en ander aan de koper mededeling te doen. Koper dient hiertoe een passantenovereenkomst met verhuurder aan te gaan met vooruitbetaling van het verschuldigde tarief.
4. Indien huurder een ander vaartuig wenst aan te schaffen en een nieuwe huurovereenkomst wenst aan te gaan, dient hij vóór aanschaf van het vaartuig verhuurder te informeren over de aard en afmeting van het nieuwe vaartuig. Vervolgens zal verhuurder beslissen of het vaartuig een passend vaartuig is in de zin van het algemeen beleid zoals omschreven in het Meerjarenplan, zodat de capaciteit van de ligplaats optimaal wordt benut.
5. Indien verhuurder van mening is dat het nieuw aan te schaffen vaartuig geen passend vaartuig is en huurder aanspraak wil maken op een nieuwe ligplaats dient hij zich opnieuw bij de verhuurder aan te melden om een aanvraag voor een ligplaats in te dienen. In dat geval zal hij op de wachtlijst worden geplaatst.
ARTIKEL 12 - BEZWARENREGELING
Een huurder, niet zijnde passant, kan bezwaren tegen een ten aanzien van het havenbeheer door enige functionaris van verhuurder genomen beslissing binnen 10 dagen schriftelijk voorleggen aan het bestuur, dat zo spoedig mogelijk daarover beslist. Wanneer een lid van de Vereniging dit verlangt, zal de beslissing van het bestuur op de eerstvolgende algemene ledenvergadering aan de orde worden gesteld.
ARTIKEL 13 - TOEPASSELIJK RECHT EN BEVOEGDE RECHTER
1. Op de huurovereenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Uitsluitend de rechter te Haarlem is bevoegd van geschillen tussen huurder en verhuurder kennis te nemen.
ARTIKEL 14 - AFWIJKINGEN VAN DE VOORWAARDEN
Tussen huurder en verhuurder overeengekomen afwijkingen van dan wel aanvullingen op deze voorwaarden, een afwijkende contractperiode daaronder begrepen, zijn slechts geldig indien deze schriftelijk zijn vastgelegd.
ARTIKEL 15 - WIJZIGING VAN DE VOORWAARDEN
Deze Algemene Voorwaarden zijn vastgesteld door de algemene ledenvergadering van verhuurder en kunnen door deze worden gewijzigd. Door de algemene ledenvergadering vastgestelde wijzigingen worden twee maanden na de datum van de vergadering van toepassing op lopende overeenkomsten.
Heemstede, April 2016