Contract
C-160
Green Deal Grassen G Gewassen
Partijen:
1. De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Xxxxxxxx, ieder handelend in de hoedanigheid van bestuursorgaan, samen hierna te noemen: Rijksoverheid;
2. Stichting Amsterdam Economic Board, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. Xxxxxx, vanuit het programma Biobased Connections, te dezen vertegenwoordigd door xxxxxxx X. xxx Xxxx, hierna te noemen: Biobased Connections (BBC);
3. Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam, handelend als bestuurs orgaan, namens deze de xxxx X. Xxxxx, wethouder Xxxxx en Wijken, Armoede, Openbare Ruimte en Groen, Programma Maatschappelijke Investeringen, Koers Nieuw West, Zeehavenbedrijf en Westpoort, hierna te noemen: Gemeente Amsterdam;
4. Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Haarlemmermeer, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer J. Xxxxx, wethouder Financiën, Wonen, Groen en Recreatie, hierna te noemen: Gemeente Haarlemmermeer;
5. Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amstelveen, handelend als bestuursorgaan, namens deze de heer J.P.W. Xxxxx, wethouder Economische zaken, Schiphol, Regionale ontwikkelingen, Volkshuisvesting, Milieu en Energie, Vervoer, Vastgoed, Deregulering en Zorgvlied, hierna te noemen: Gemeente Amstelveen;
6. Schiphol Nederland BV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur Asset Management mevrouw F.A. Felten, hierna te noemen: Schiphol;
7. Waternet en het Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, te dezen vertegenwoordigd door AGVbestuurder de xxxx X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen: AGV/Waternet;
8. GEM A4 zone west C.V. met als handelsnaam Schiphol Trade Park, te dezen vertegenwoordigd door de projectdirecteur de xxxx X. xxx xxx Xxxxx, hierna te noemen: Schiphol Trade Park;
9. Schiphol Area Development Company NV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de heer J.H.R. Xxxxx, namens deze de xxxx X. xxx xxx Xxxxx, hierna te noemen: SADC;
10. Ursa Paint BV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. xxx Xxxxxxxxxxx;
11. NPSP Composieten BV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur Innovatie de xxxx X. Xxxxxxx;
12. HempFlax BV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de heer G.D. Dronkers;
13. Stichting Hoger Onderwijs Nederland, domein Agri, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. Xxxxxxxxx, hierna te noemen Hogeschool InHolland;
14. Coöperatieve Miscanthusgroep, te dezen vertegenwoordigd door de bestuurder de heer G.J. Xxxxx, hierna: Miscanthusgroep;
15. Havenbedrijf Amsterdam NV, te dezen vertegenwoordigd door de financieel directeur de heer E.H.J. Nieuwenhuizen;
16. AEB Amsterdam Exploitatie BV, te dezen vertegenwoordigd door de Algemeen Directeur de xxxx X. xx Xxxxx, hierna te noemen AEB;
17. RVR Hoofddorp BV, te dezen vertegenwoordigd door de directeur de xxxx X. xxx xxx Xxxxx, hierna te noemen: RVR.
Hierna samen te noemen: Partijen;
Algemene overwegingen:
1. Om onze welvaart ook voor toekomstige generaties te behouden is het nodig om het concurrentie vermogen van onze economie te versterken en tegelijkertijd de belasting van het milieu en de afhankelijkheid van fossiele energie en schaarse grondstoffen te verminderen.
2. Creativiteit, ondernemerschap en innovatie zijn essentieel om deze omslag naar groene groei mogelijk te maken. Bedrijven, burgers en maatschappelijke organisaties nemen volop concrete initiatieven voor vergroening van economie en samenleving. Met de Green Deal Aanpak wil het kabinet deze dynamiek in de samenleving op groene groei optimaal benutten.
3. Green Deals bieden bedrijven, burgers en organisaties een laagdrempelige mogelijkheid om samen met de overheid te werken aan groene groei. Initiatieven uit de samenleving staan daarbij aan
de basis. Daar waar deze tegen belemmeringen aanlopen die volgens initiatiefnemers kunnen worden aangepakt op rijksniveau, wil het kabinet zich inzetten deze weg te nemen of op te lossen om zo
deze initiatieven te faciliteren en te versnellen. In een Green Deal leggen partijen hierover concrete afspraken schriftelijk vast.
4. De resultaten van een Green Deal kunnen gebruikt worden bij andere, vergelijkbare projecten, waardoor er navolging kan plaatsvinden en de reikwijdte van een Green Deal kan worden vergroot zonder dat daar specifieke ondersteuning vanuit de Rijksoverheid tegenover staat.
Specifieke overwegingen Green Deal Grassen & Gewassen:
De Green Deal Grassen & Gewassen is een Green Deal gericht op het bevorderen van de transitie naar een biobased economy. Biobased economy is één van de domeinen binnen de Groene Groei agenda van het kabinet en een horizontaal thema binnen het Topsectorenbeleid. De biobased economy is een economie die haar grondstoffen grotendeels uit de levende natuur betrekt en deze omzet in duurzame producten en diensten. In een biobased economy zullen nieuwe productketens ontstaan tussen sectoren die elkaar
op dit moment nog weinig raken. Het is voor ondernemers zoeken naar slimme routes voor biomassa aan de hand van het cascadeprincipe. Dit betekent het zo hoogwaardig mogelijk toepassen van de aanwezige functionaliteit in de biomassa.
Partijen overwegen dat:
1. Het programma Biobased Connections van de Amsterdam Economic Board gericht is op het stimuleren van de biobased economy in de Metropoolregio Amsterdam in samenwerking met bedrijven, kennis instellingen en overheden. Binnen het programma Biobased Connections wordt ingezet op de hoog waardige verwerking en toepassing van rest en afvalstoffen en groene gewassen en het ontwikkelen van nieuwe business cases. De Green Deal Grassen & Gewassen is één van de projecten binnen het programma Biobased Connections. Daarnaast worden in ieder geval ook projecten rondom de verwaarding van rest en afvalstromen, zoals urinefosfaat, afvalwater en waterplanten georganiseerd. Het programma Biobased Connections houdt zich in beperkte mate bezig met vergisting, biobrand stoffen en verbranding.
2. Voor het ontwikkelen van rendabele biobased business cases nauwe samenwerking tussen verschillende schakels in de keten essentieel is. Daarbij moet in groot vertrouwen en afhankelijkheid van elkaar geopereerd worden met een lange termijn visie. Dit vraagt vaak om gezamenlijke investeringen. Omdat de biobased economy en de daarbij behorende technieken en producten in ontwikkeling zijn, zal altijd eerst een basisketen worden gevormd op basis van bestaande technieken, onder meer voor omzetting naar energie. Daarna zullen meer hoogwaardige elementen van de keten toegevoegd
en ontwikkeld worden.
3. Met de Green Deal Xxxxxxx xx Xxxxxxxx het ontwikkelen van nieuwe business cases met grassen en gewassen als basismateriaal wordt versneld. De partners die deze Green Deal aangaan, waaronder grondbezitters, agrarisch ondernemers en producenten van halffabricaten of eindfabricaten, zien kansen in een integrale aanpak van het produceren van grassen en gewassen in de regio. Enkele van deze partners werken al intensief samen rondom bepaalde gewassen.
4. Het lonend is om zoveel mogelijk tijdelijk braakliggende arealen, of arealen die relatief lastig bebouwbaar zijn als slootkanten en bermen langs wegen of landingsbanen, of reststromen uit natuurgebieden economisch aan te wenden. Hiermee worden ook nevendoelstellingen behaald rondom ganzenwerendheid, alternatieve landbouw, CO2 doelstellingen, landschapsontwikkeling en ruimtelijk aanzicht. Bij de keuze voor nieuwe gewassen binnen de pijlers van deze Green Deal zal een inschatting worden gemaakt van het risico van het aantrekken van risicovolle vogelsoorten voor de luchtvaart door dit gewas, en dit zal in die overweging zwaarwegend meespelen.
5. Er voor de transitie naar een biobased economy belemmeringen zijn in (lokale) wet en regelgeving, die een goede samenwerking in de keten in de weg staan. Deze Green Deal is er ook op gericht deze belemmeringen in beeld te brengen en vervolgens in samenwerking met de Rijksoverheid en de betrokken gemeenten waar mogelijk weg te nemen.
6. Economische bedrijvigheid de enige manier is om de transitie richting de biobased economy daadwerkelijk plaats te laten vinden. Daarvoor is het nodig om fysieke en financiële ruimte te bieden voor pilots en startende ondernemers en om bedrijvigheid aan te jagen. Het Havenbedrijf Amsterdam, AGV/Waternet en AEB willen een ‘Incubation Lab’ ontwikkelen voor startende ondernemers met (biobased) concepten, die aansluiten op de doelen van hun samenwerkingsconcept Clean Capital. Daarbij is het mogelijk om die concepten, in synergie met de processen van het Havenbedrijf Amsterdam, AGV/Waternet en AEB, effectief en tegen lagere kosten te ontwikkelen.
7. Het belangrijk is om zowel MKBbedrijven als grote spelers op de markt te betrekken bij de uitvoering van deze Green Deal, en hen met elkaar te verbinden. Verder onderschrijven Partijen het belang om ontwikkelde kennis te valoriseren, via concrete business cases, in samenwerking tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden.
8. Er aansluiting is met kennisinstellingen en andere partners om ervaringen van initiatieven met grassen en gewassen elders te gebruiken bij initiatieven voortvloeiend uit deze Green Deal en omgekeerd ook de kennis uit deze Green Deal te delen. Hetzelfde geldt voor aansluiting met andere Green Deals, zoals Olifantsgras, Biobased Bouwen, Nederland hotspot voor circulaire economie en Circulair Inkopen. Verder zal op deelgebieden, zoals composieten, bouwmaterialen en verpakkingen, samengewerkt worden met initiatieven met vergelijkbare business cases die gebruik maken van andere biobased grondstoffen, zoals cellulose uit afvalwater of biopolymeren.
9. Het voor de marktontwikkeling van biobased producten van belang is om de mogelijkheden van biobased toepassingen onder de aandacht te brengen van overheden en bedrijven in de metropoolregio Amsterdam.
10. Deze Green Deal uitdrukkelijk open staat voor toetreding van nieuwe partijen.
Komen het volgende overeen:
1. Green Deal Initiatief
Artikel 1 Doel
Het ontwikkelen van business cases en marktopbouw van biobased producten met als basismateriaal grassen en gewassen waarbij de verschillende componenten van grassen en gewassen zo hoogwaardig mogelijk worden toegepast. Hierbij wordt voortdurend gewerkt aan het verder optimaliseren van ketens van bron tot product. De business cases worden indien rendabel binnen de looptijd van de Green Deal daadwerkelijk opgestart en geïmplementeerd.
Artikel 2 Aanpak
Om het doel van deze Green Deal Grassen & Gewassen te bereiken worden activiteiten ontplooid in verschillende pijlers, met onderlinge synergie. In een pijler werkt een aantal van de Partijen samen aan het ontwikkelen van rendabele business cases. Er wordt daarbij eerst een basisketen gevormd op basis van bestaande technieken. Daarna gaan de deelnemers binnen een pijler samen aan de slag om hoogwaardige componenten toe te voegen aan de keten, waardoor de business case in waarde toeneemt. Tegelijkertijd wordt daarmee beschikbare kennis gevaloriseerd. Bij elke pijler wordt er voor gezorgd dat relevante kennispartners zijn aangesloten, zoals het Biobased Expocenter binnen Schiphol Trade Park met samenwerkingspartner Wageningen UR, de Miscanthusgroep en het domein Agri van Hogeschool
INHolland. Op een centraal niveau wordt de kennis uit de pijlers gedeeld ter bevordering van de onderlinge synergie en wordt de voortgang bewaakt.
Artikel 3 Vlas: verwerking van vlas tot lijnolie, pijler 1
1. Inhoud
Pijler 1 betreft het ontwikkelen en in praktijk uitvoeren van een business case rondom vlas, waarbij alle delen van het gewas zo hoogwaardig mogelijk worden toegepast (verwaarding). Onderzocht wordt of de basisketen van de zaden (lijnolie voor verf en voedsel) kan worden uitgebreid met verwaarding van de halmen via vezels voor kleding of bouwmaterialen.
2. Deelnemers
Ursa Paint, NPSP, HempFlax, Gemeente Amsterdam, Schiphol, Xxxxxxxx Xxxxx Xxxx, XXXX, XXX/Xxxxxxxx, Xxxxxxxxxx XxXxxxxxx, Xxxxxxxxxxxxxxx, XXX, XXX.
Artikel 4 Straatmeubilair, pijler 2
1. Inhoud
Pijler 2 betreft de ontwikkeling van biobased straatmeubilair. Biocomposiet is bijvoorbeeld een goede vervanger van fossiele kunststof, maar wordt nog mondjesmaat gebruikt in straatmeubilair. In dit traject wordt ook gekeken naar de mogelijkheden om afvalhout, onder meer uit het Amsterdamse Bos, te verwerken tot bermpaaltjes of andere straatmateriaal.
Deze pijler bestaat uit vijf onderdelen:
Het gebruik van biokunststof uit vezels voor het maken van een biobased promotioneel Amsterdammertje;
Het onderzoeken van de marktmogelijkheden voor een miniversie van het biobased Amsterdammertje;
Het verkennen van de business case voor de toepassing van biobased straatmeubilair op bedrijven terreinen waarin SADC participeert;
Het uitvoeren van een pilot rondom biobased straatmeubilair op Schiphol;
Het onderzoeken van de mogelijkheden tot gedeeltelijke vervanging van het straatmeubilair in diverse gemeentes door biokunststof alternatieven en/of het gebruiken van afvalhout voor bankjes en bermpaaltjes.
2. Deelnemers
NPSP, Schiphol, SADC, Schiphol Trade Park, Gemeente Haarlemmermeer, HempFlax, AEB, AVG/Waternet.
Artikel 5 Hennep: verwerking tot diverse materialen, pijler 3
1. Inhoud
Pijler 3 betreft het ontwikkelen en in praktijk uitvoeren van een business case rondom hennep waarbij alle delen van het gewas zo hoogwaardig mogelijk worden toegepast (verwaarding). Hierbij wordt samengewerkt tussen grondeigenaren, agrarisch ondernemers, ontwikkelaars van biobased materialen, kennisinstellingen en eindafnemers. Uitgangspunt van deze pijler is de business case rondom het toepassen van biobased straatmeubilair op de bedrijventerreinen waarin SADC participeert, één van
de onderdelen van de in artikel 4 genoemde pijler 2. Pijler 3 zal met verschillende onderdelen worden uitgebreid (vezels voor textiel, bouwmaterialen, verpakkingen) en verbinding zoeken met het in artikel 7 genoemde pijler 4.
2. Deelnemers
AGV/Waternet, NPSP, HempFlax, Gemeente Amsterdam, Schiphol, SADC, Schiphol Trade Park, Gemeente Haarlemmermeer, Hogeschool InHolland, AEB, Miscanthusgroep, RVR.
Artikel 6 Bermgras: verwerking tot hoogwaardige producten, pijler 4
1. Inhoud
Pijler 4 betreft het verkennen en ontwikkelen van een business case rondom (berm)grassen als basis materiaal voor hoogwaardige producten, waaronder verpakkingen en veevoer. Er wordt verbinding met andere relevante pijlers gelegd, om eventueel reststromen van gewassen bij te mengen. Dit traject wordt opgebouwd in aanvulling op en samenwerking met een traject van enkele deelnemers waarbij bermgras wordt omgezet in groen gas, met als doel om te komen tot een zo hoogwaardig mogelijke toepassing van bermgras.
2. Deelnemers
AEB, AGV/Waternet, Schiphol, RVR, Gemeente Amstelveen, Gemeente Haarlemmermeer, Schiphol Trade Park.
Artikel 7 Bamboe: producten, pijler 5
1. Inhoud
Pijler 5 betreft het verkennen en ontwikkelen van een business case rondom bamboe. Bamboe wordt op kleine schaal geteeld in de regio, maar is een product dat voor vele toepassingen bruikbaar is, met name voor consumentenproducten en producten in de bouw. De deelnemers onderzoeken wat de regionale mogelijkheden zijn van een bamboeketen met concrete regionale bamboeproducten als resultaat.
2. Deelnemers
Gemeente Haarlemmermeer, Gemeente Amstelveen, Schiphol Trade Park.
Artikel 8 Ontwikkeling Biobased Economy via communicatie en pilot faciliteiten, pijler 6
1. Inhoud
Pijler 6 is gericht op het gezamenlijk in de regio laten zien wat al mogelijk is en wat rendabel is binnen de biobased economy en op het aanjagen van biobased bedrijvigheid. De deelnemers aan de initiatieven
in de pijlers bundelen hun inspanningen op het gebied van communicatie en public relations rondom de biobased economy, zoals artikelen en de organisatie van events en workshops. Er wordt ook een verbinding gelegd met het door het Havenbedrijf Amsterdam, AGV/Waternet en AEB te ontwikkelen ‘Incubation Lab’ en andere locaties voor duurzame bedrijven, zoals The Valley van Schiphol Trade Park. Er zal samengewerkt worden met andere initiatiefnemers op het gebied van de biobased economy. Daarnaast wordt verbinding
gezocht met andere Green Deals, die hetzelfde effect beogen. In het Biobased Expocenter zoals genoemd in artikel 2 worden in samenwerking met de Miscanthusgroep gewassen die als grondstof dienen voor de biobased economy onderzocht en gepresenteerd.
2. Deelnemers
Schiphol Trade Park, Gemeente Haarlemmermeer, Havenbedrijf Amsterdam, AEB, Hogeschool InHolland, AGV/Waternet, Miscanthusgroep, Gemeente Amsterdam, NPSP, Gemeente Amstelveen.
2. Inzet en acties
Artikel 9 Biobased Connections (BBC)
a. BBC zet in op het faciliteren en coördineren van de uitvoering van de Green Deal Grassen & Gewassen en fungeert daarin als centraal aanspreekpunt.
b. BBC deelt kennis en creëert synergie tussen de verschillende pijlers en de deelnemers.
c. BBC zal in samenwerking met diverse deelnemers overstijgend onderzoek uitzetten bij kennispartners in binnen en buitenland, en daarbij kennis delen rondom kansrijke biomassastromen, cascadering, technieken voor verwerking en kansrijke toevoegingen aan ketens.
d. BBC stimuleert en faciliteert de voortgang van de activiteiten binnen de diverse pijlers.
e. De website van BBC met betrekking tot het programma Biobased Connections zal mede fungeren als platform en community ten behoeve van de uitvoering van de Green Deal Grassen & Gewassen.
f. BBC is het eerste aanspreekpunt voor de Rijksoverheid en andere organisaties en faciliteert kennisuitwisseling met andere Green Deals.
Artikel 10 Gemeente Amsterdam
a. Gemeente Amsterdam stelt gronden beschikbaar voor beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal in het bijzonder in het gebied Westpoort/Sloterdijken III.
b. Gemeente Amsterdam werkt samen met Schiphol rondom gronden.
c. Gemeente Amsterdam spant zich in om belemmeringen in regelgeving weg te nemen.
d. Gemeente Amsterdam neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 3 en 6.
Artikel 11 Gemeente Haarlemmermeer
a. Gemeente Haarlemmermeer stelt eventueel gronden beschikbaar voor beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal, bijvoorbeeld vanuit het project de Groene Klimaatgordel.
b. Gemeente Haarlemmermeer draagt bij aan het onderzoeken van de mogelijkheden van toepassing van bamboe.
c. Gemeente Haarlemmermeer draagt er zorg voor dat, indien de door haar beschikbaar gestelde gronden als bedoeld in artikel 11a binnen een straal van 6 km rond het banenstelsel van de luchthaven Schiphol zijn gelegen, dat er dan bij het telen van gewassen, voor alle teeltstadia, een inschatting wordt gemaakt van het risico op het aantrekken van risicovolle vogels voor de luchtvaart en zo nodig maatregelen worden genomen om dit risico te beperken.
d. Gemeente Haarlemmermeer neemt ten minste deel aan de pijlers 2, 3, 4, 5 en 6.
Artikel 12 Gemeente Amstelveen
a. Gemeente Amstelveen is deelnemer in de in artikel 7 genoemde pijler 4 rondom de verwerking van bermgras, onder meer vanuit het project de Groene Klimaatgordel.
b. Gemeente Amstelveen draagt bij aan het onderzoeken van de mogelijkheden van toepassing van bamboe.
c. Gemeente Amstelveen neemt ten minste deel aan de pijlers 4, 5 en 6.
Artikel 13 Schiphol
a. Schiphol stelt gronden beschikbaar voor de beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal, ter stimulatie van alternatieve landbouw die geen aantrekkende werking van ganzen heeft, een duurzaam gebruik van grond inhoudt, voedselproductie op geen enkele manier in de weg staat,
die voor alle relevante betrokkenen een structurele oplossing biedt en die past in de Haarlemmermeer (rotatie)teelt.
b. Schiphol draagt bij aan de verkenning in pijler 3 naar (vezel) biobased bouw toepassingen.
c. Schiphol is actief met een pilot rondom straatmeubilair zoals bedoeld de in artikel 4 genoemde pijler 2.
d. Schiphol gebruikt de (rest)stromen van de gewassen voor biovergisting.
e. Schiphol draagt er zorg voor dat, indien de door haar beschikbaar gestelde gronden als bedoeld in artikel 13a, binnen een straal van 6 km rond het banenstelsel van de luchthaven Schiphol zijn gelegen, dat er dan bij het telen van gewassen, voor alle teeltstadia, een inschatting wordt gemaakt van het risico op het aantrekken van risicovolle vogels voor de luchtvaart en zo nodig maatregelen worden genomen om dit risico te beperken.
f. Schiphol neemt –met inachtneming van onderdelen a en e ten minste deel aan de pijlers 1, 2, 3 en 5.
Artikel 14 AGV/Waternet
a. AGV/Waternet stelt gronden beschikbaar voor beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal.
b. AGV/Waternet legt de verbinding met het ‘biomassa expertteam’ van de Unie van Waterschappen.
c. AGV/Waternet deelt kennis met betrekking tot inzameling en verwerking van biomassa.
d. AGV/Waternet wil in samenwerking met Havenbedrijf Amsterdam en AEB een ‘Incubation Lab’.
e. AGV/Waternet neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2, 3, 4 en 6.
Artikel 15 SADC
a. SADC stelt binnen de bedrijventerreinen waarin zij participeert gronden beschikbaar voor beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal.
b. SADC is actief met het verkennen van de business case rondom toepassing van straatmeubilair op haar terreinen.
c. SADC neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2 en 3.
Artikel 16 Schiphol Trade Park
a. Schiphol Trade Park stelt gronden beschikbaar voor beplanting van diverse gewassen binnen deze Green Deal.
b. Schiphol Trade Park deelt de ervaringen met de Green Deal Olifantsgras met Partijen in deze
Green Deal en zal waar mogelijk verbindingen leggen tussen deze deals, bijvoorbeeld op het gebied van communicatie en kennisdeling.
c. Schiphol Trade Park neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2, 3, 4, 5 en 6.
Artikel 17 Ursa Paint
a. Ursa Paint draagt bij aan de business case rondom de in artikel 3 genoemde pijler 1 betreffende vlas.
b. Ursa Paint draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en expertise rondom biobased gebruik in en van verf.
c. Ursa Paint draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en expertise rondom het verbouwen van specifieke gewassen.
Artikel 18 NPSP
a. NPSP draagt bij aan de business case rondom de in artikel 4 genoemde pijler 2 betreffende straatmeubilair en de in artikel 5 genoemde pijler 3 betreffende hennep.
b. NPSP draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en expertise rondom biobased kunststoffen en composieten.
c. NPSP neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2, 3 en 6.
Artikel 19 HempFlax
a. HempFlax draagt bij aan de business case rondom de in artikel 3 genoemde pijler 1 betreffende vlas en de in artikel 4 genoemde pijler 2 betreffende straatmeubilair en de in artikel 5 genoemde pijler 3 betreffende hennep.
b. HempFlax draagt bij aan de ontwikkeling van kennis en expertise rondom biobased kunststoffen en composieten;
c. HempFlax neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2 en 3.
Artikel 20 Hogeschool INHOLLAND
a. Hogeschool INHolland voert onderzoek uit naar succesvolle bedrijfs en netwerkmodellen voor de valorisatie van biomassa en zal door uitvoeren van studentenprojecten en opdrachten actief zijn binnen deze Green Deal.
b. Hogeschool INHOLLAND neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 3 en 6.
Artikel 21 Coöperatieve Miscanthusgroep
a. Coöperatieve Miscanthusgroep draagt bij aan de business case rondom de in artikel 3 genoemde pijler 1 betreffende vlas en de in artikel 5 genoemde pijler 3 betreffende hennep.
b. Coöperatieve Miscanthusgroep deelt haar kennis rondom Olifantsgras en andere gewassen binnen deze Green Deal.
c. Coöperatieve Miscanthusgroep neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 3 en 6.
Artikel 22 Havenbedrijf Amsterdam
a. Havenbedrijf Amsterdam wil in samenwerking met AEB en AGV/Waternet een ‘Incubation Lab’.
b. Het Havenbedrijf Amsterdam neemt ten minste deel aan pijler 6.
Artikel 23 AEB
a. AEB adviseert op het gebied van energie en omzetting naar energie voor de verschillende reststromen.
b. AEB wil in samenwerking met AGV/Waternet en Havenbedrijf Amsterdam een ‘Incubation Lab’.
c. AEB neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 2, 3, 4 en 6.
Artikel 24 RVR
a. RVR is als loonbedrijf betrokken bij de teelt en oogst van gewassen op gronden van Schiphol, Gemeente Amsterdam (in het bijzonder het gebied Sloterdijken III/Westpoort) en SADC.
b. RVR neemt ten minste deel aan de pijlers 1, 3 en 4.
Artikel 25 Rijksoverheid
a. De Rijksoverheid ondersteunt de initiatieven die in het kader van de pijlers door de deelnemers worden uitgevoerd door verbindingen te leggen met relevante partners uit haar netwerk van de biobased economy;
b. De Rijksoverheid zal zich inspannen om te inventariseren in hoeverre sprake is van knellende wet en regelgeving rondom biomassa (in afval, transport, bewerking en verwerking in biobased producten) die relevant zijn voor de pijlers van deze Green Deal en spant zich in om daar waar mogelijk knelpunten weg te nemen of wet en regelgeving aan te passen.
c. De Rijksoverheid draagt via haar netwerk ook bij aan het waar mogelijk wegnemen van belemmeringen in regelgeving op regionaal niveau en treedt daarbij in overleg met de bij deze Green Deal betrokken gemeenten.
d. De Rijksoverheid zal de uitvoering van deze Green Deal en het programma Biobased Connections van BBC actief promoten door dit als voorbeeldproject op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx te plaatsen
Artikel 26 Samenwerkingsstructuur
1. De Biobased Regisseur van het Programma Biobased Connections (BBC) is coördinator van de uitvoering van deze Green Deal. De Biobased Regisseur is verantwoordelijk voor het faciliteren en coördineren van het proces, afstemming met Partijen, het zorgen voor een juiste link tussen praktijk en kennis, het begeleiden van spinoffs, synergie tussen de pijlers, het betrekken van nieuwe partners voor samenwerking en het uitzetten van onderzoek.
2. Binnen de werkgroep van het programma Biobased Connections is de voortgang van de uitvoering van de Green Deal een vast agendaonderdeel. De Biobased Regisseur rapporteert aan de werkgroep. Partijen nemen deel aan deze bespreking met als doel:
• de voortgang van de uitvoering van de Green Deal in het algemeen te bespreken;
• opgedane kennis en ervaringen te delen, zoals praktische oplossingen voor geconstateerde knelpunten;
• voorstellen te doen voor acties, en
• behaalde resultaten vast te stellen.
3. Binnen de diverse pijlers van de Green Deal beslissen de deelnemers onderling over het initiëren van acties en het uitvoeren van activiteiten. Over de voortgang van die uitvoering wordt via de Biobased Regisseur gerapporteerd aan de werkgroep.
3. Slotbepalingen
Artikel 27 Uitvoering in overeenstemming met het Unierecht
De afspraken van deze Green Deal zullen in overeenstemming met het recht van de Europese Unie worden uitgevoerd in het bijzonder voor zover de afspraken vallen onder de werking van de Europese regels met betrekking tot aanbesteding, mededinging, staatssteun en technisch normen en voorschriften.
Artikel 28 Wijzigingen
1. Elke Partij kan de andere Partijen schriftelijk verzoeken de Green Deal te wijzigen. De wijziging behoeft de schriftelijke instemming van alle Partijen.
2. Partijen treden in overleg binnen zes weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft medegedeeld.
3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlagen aan de Green Deal gehecht.
Artikel 29 Toetreding van nieuwe partijen
1. Er kunnen nieuwe partijen toetreden tot deze Green Deal.
2. Een nieuwe partij maakt haar verzoek tot toetreding schriftelijk bekend aan de Biobased Regisseur als bedoeld in artikel 26. In een vergadering van de in artikel 26 bedoelde werkgroep wordt de toetreding van deze nieuwe partij besproken. Zodra alle Partijen akkoord zijn met het verzoek tot toetreding, wordt een schriftelijke overeenkomst met de toetredende partij en Partijen gesloten waarin de
inzet en acties van die partij worden vastgelegd. De nieuwe partij krijgt daarna de status van Partij van de Green Deal. Voor die Partij gelden de voor haar uit de Green Deal voortvloeiende rechten en verplichtingen.
3. De overeenkomst met de toetredende partij wordt als bijlage aan de Green Deal gehecht.
Artikel 30 Citeertitel
De Green Deal kan worden aangehaald als Green Deal Grassen & Gewassen.
Artikel 31 Opzegging
Elke Partij kan deze Green Deal (te allen tijde) met inachtneming van een opzegtermijn van 3 maanden schriftelijk opzeggen.
Artikel 32 Nakoming
Partijen komen overeen dat de nakoming van de afspraken van de Green Deal niet in rechte afdwingbaar is.
Artikel 33 Vrijwaring
a. Geen der Partijen aanvaardt aansprakelijkheid voor kosten of schade die een andere Partij in het kader van de uitvoering van deze Green Deal maakt of lijdt.
b. Elke Partij vrijwaart de andere Partijen voor aanspraken van derden die verband houden met de uitvoering van de Green Deal door eerstbedoelde Partij.
Artikel 34 Inwerkingtreding
1. Deze Green Deal treedt in werking met ingang van de dag na ondertekening door alle Partijen en loopt tot en met 31 december 2015.
2. Partijen nemen de uitvoering van alle in deze Green Deal genoemde afspraken zo snel mogelijk ter hand.
Artikel 35 Openbaarmaking
Deze Green Deal zal samen met andere afgesloten Green Deals openbaar worden gemaakt, onder andere in de Staatscourant, waardoor anderen kennis kunnen nemen van de gesloten Green Deals, zodat navolging hiervan kan worden bevorderd.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend te Amsterdam op 16 januari 2014
De Minister van Economische Zaken, de heer H.G.J. Kamp
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, mevrouw X.X. Mansveld
Stichting Amsterdam Economic Board, het programma Biobased Connections, Xxxxxxx X. xxx Xxxx
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Amsterdam, De xxxx X. Xxxxx
Het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Haarlemmermeer, De heer J. Nobel
Het College van Burgemeester en Xxxxxxxxxx xxx xx Xxxxxxxx Xxxxxxxxxx, Xx xxxx X.X.X. Xxxxx
Xxxxxxxx Xxxxxxxxx BV, Mevrouw F.A. Felten
Waternet en Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht, De xxxx X. Xxxxxxxxx
GEM A4 zone west C.V., De xxxx X. xxx xxx Xxxxx
Schiphol Area Development Company NV, De xxxx X. xxx xxx Xxxxx
Ursa Paint BV, De xxxx X. xxx Xxxxxxxxxxx
NPSP Composieten BV, De xxxx X. Xxxxxxx
HempFlax BV, De heer G.D. Dronkers
Stichting Hoger Onderwijs Nederland, De xxxx X. Xxxxxxxxx
Coöperatieve Miscanthusgroep, De heer G.J. Petri
Havenbedrijf Amsterdam NV, De heer E.H.J. Nieuwenhuizen
AEB Amsterdam Exploitatie BV, De xxxx X. xx Xxxxx
RvR Hoofddorp BV, De xxxx X. xxx xxx Xxxxx