Gebruiksvoorwaarden voor dienstvoorzieningen van
Gebruiksvoorwaarden voor dienstvoorzieningen van
DeCeTe
Duisburger Container-Terminalgesellschaft mbH
(hierna: DeCeTe)
Uitgave: oktober 2019
De volgende “Gebruiksvoorwaarden voor dienstvoorzieningen” worden hoofdzakelijk be- heerst door de gebruiksovereenkomsten die door het Verband Deutscher Verkehrsunter- nehmen e.V. [vereniging van Duitse vervoersondernemingen] (VDV) worden aanbevolen. Ze regelen de zakelijke relatie met de toegangsgerechtigden die voortvloeit uit het gebruik van dienstvoorzieningen in de zin van § 2 lid 9 AEG [Allgemeines Eisenbahngesetz, Duitse al- gemene spoorwegwet]. Ze bestaan uit een algemeen deel (NBS-AT) en een specifiek deel (NSB-BT). Het NSB-BT bevat aanvullende bepalingen op de grond van bedrijfsspecifieke belangen van DeCeTe.
Uitgever:
DeCeTe Duisburger Container-Terminalgesellschaft mbH Xxxxxxxxxx 0, 00000 Xxxxxxxx
Inhoud Afkortingen
I. Algemeen gedeelte
1. Doel en toepassingsgebied
2. Algemene toegangsvoorwaarden
2.1 Vergunningen
2.2 Aansprakelijkheidsverzekering
2.3 Vereisten met betrekking tot het personeel, naleving van de bedrijfsregels van DeCeTe
2.4 Vereisten voor de voertuigen
2.5 Zekerheidstelling
3. Gebruik van de spoorweginfrastructuur
3.1 Algemeen
3.2 Beginselen met betrekking tot het coördinatieproces
4. Gebruiksvergoeding
4.1 Berekeningsgrondslag
4.2 Opzeggingen
4.3 Omzetbelasting
4.4 Betaalwijze
4.5 Recht op verrekening
5. Rechten en verplichtingen van partijen
5.1 Beginselen
5.2 Informatie met betrekking tot het overeengekomen gebruik
5.3 Storingen in het operationele proces
5.4 Stimuleringsregeling
5.5 Controlerecht, recht van toegang, zeggenschap
5.6 Wijzigingen met betrekking tot de spoorweginfastructuur
5.7 Onderhouds- en bouwwerkzaamheden
6. Aansprakelijkheid
6.1 Beginselen
6.2 Medeschuldigheid
6.3 Aansprakelijkheid van medewerkers
6.4 Verdeling van de aansprakelijkheid indien de veroorzakers van de schade onbekend zijn
6.5 Afwijkingen van het overeengekomen gebruik
7. Gevaren voor het milieu
7.1 Beginselen
7.2 Risico's voor het milieu
7.3 Bodemverontreiniging
7.4 Verplichting tot schadevergoeding
II. Het specifieke deel
1. Beschrijving van dienstvoorzieningen en infrastructuur Beschrijving van dienst- voorzieningen en infrastructuur
1.1 Algemene Informatie
1.2 Beschrijving van de afzonderlijke dienstvoorzieningen
2. Toegangsvoorwaarden
2.1 Gebruiksovereenkomst
2.2 Openingstijden
3. Vergoedingsbeginselen
Afkortingen
Abs. Absatz lid
AEG Allgemeines Eisenbahngesetz Duitse algemene spoorwegwet AT Allgemeiner Teil Algemeen deel
BGB Bürgerliches GesetzbuchDuits Burgerlijk Wetboek BGBl. Bundesgesetzblatt Duits Staatsblad
BOA Verordening(en) inzake bouw en exploitatie van aansluitende spoorwegen BT Specifiek deel
resp. respectievelijk
e. V. eingetragener Verein Duitse geregistreerde vrijwillige vereniging
EBO Eisenbahn-Bau- und Betriebsordnung Reglement inzake bouw en exploitatie van spoorwegen
EBOA Verordening(en) inzake bouw en exploitatie van aansluitende spoorwegen ERegG Eisenbahnregulierungsgesetz
ESBO Eisenbahn-Bau- und Betriebsordnung voor smalspoor EVU spoorwegonderneming
GGVSE Gefahrgutverordnung Straße und Eisenbahn verordening inzake vervoer van gevaarlijke goederen over de weg en per spoor
H-NBS-BT Hinweise zur Ausgestaltung der Nutzungsbedingungen für Serviceeinrichtungen - Besonderer Teil Leidraad ter ontwikkeling van de gebruiksvoorwaarden voor dienstvoorzieningen - specifiek deel
HPflG Haftpflichtgesetz Duitse Aansprakelijkheidswet
NBS-AT Nutzungsbedingungen für Serviceeinrichtungen – Allgemeiner Teil gebruiks- voorwaarden voor dienstvoorzieningen - algemeen deel
NBS-BT Nutzungsbedingungen für Serviceeinrichtungen – Allgemeiner Teil gebruiks- voorwaarden voor dienstvoorzieningen - specifiek deel
Nr. Nummer
RID Ordnung für die internationale Eisenbahnbeförderung gefährlicher Güter re- glement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen
P. Pagina
TEIV Transeuropäische-Eisenbahn-Interoperabilitätsverordnung Transeuropese spoorweg interoperabiliteitsverordening
enz. enzovoorts
VDV Verband Deutscher Verkehrsunternehmen e. V. vereniging van Duitse vervoers- ondernemingen
b.v. bijvoorbeeld
I. Algemeen gedeelte
1. Doel en toepassingsgebied
1.1 DeCeTe Duisburger Container Terminal Gesellschaft mbH (hierna: “DeCeTe”) exploi- teert een terminal waar containers worden overgeladen tussen de vervoermiddelen treinen, binnenvaartschepen en vrachtwagens. Voor zover containers op of van het spoor worden overgeladen, is de terminal een dienstvoorziening in de zin van § 2 lid 9 AEG jo. bijlage 2 nr. 2 b) ERegG. De locatie, de uitrusting en de algemene presta- tiekenmerken van de terminal zijn beschreven in
Bijlage 2: Beschrijving van de infrastructuur
1.2 Deze gebruiksvoorwaarden hebben uitsluitend betrekking op het gebruik van de ter- minal als dienstvoorziening in de zin van § 2 lid 9 AEG jo. bijlage 2 nr. 2 b) ERegG. Zij zijn bedoeld om voor alle toegangsgerechtigden de toegang tot de bovengenoem- de terminal op niet-discriminerende basis te regelen, alsmede het niet- discriminerende gebruik van de diensten die verband houden met de exploitatie van de terminal. Ze zijn van toepassing op de gehele daaruit voortvloeiende zakelijke re- latie tussen de toegangsgerechtigde en DeCeTe.
De details van de toegang, met name het tijdstip en de duur van het gebruik, alsmede de te betalen vergoeding en de overige gebruiksvoorwaarden, inclusief de voorwaar- den met betrekking tot de operationele veiligheid, zijn afhankelijk van de sluiting van een overeenkomst conform § 20 en § 21 lid 1 zin 2 ERegG.
1.4 Contractuele overeenkomsten tussen toegangsgerechtigden en de door hen inge- schakelde spoorwegondernemingen hebben geen invloed op de contractuele over- eenkomsten tussen de toegangsgerechtigden en DeCeTe.
1.5 De gebruiksvoorwaarden voor dienstvoorzieningen bestaan uit een algemeen deel (NBS-AT) en een bedrijfsspecifiek deel (NBS-BT). Uit de NBS-BT vloeien regelingen voort die de NBS-AT aanvullen en eventueel daarvan afwijken. De regelingen in de NBS-BT prevaleren boven de regelingen in de NBS-AT.
2. Algemene toegangsvoorwaarden
2.1 Vergunningen
2.1.1 Bij de sluiting van een overeenkomst conform § 20 en § 21 lid 1 zin 2 ERegG dient de toegangsgerechtigde op verzoek van DeCeTe aan te tonen dat hij in het bezit is van de volgende administratieve vergunningen door het overleggen van het origineel of een gewaarmerkte kopie van:
a) een Bedrijfsvergunning conform § 6 lid 1 zin 1 nr. 1 AEG voor de exploitatie van spoorwegdiensten. Vergunningen voor het exploiteren van spoorwegdiensten inzake het vervoer van personen of goederen, conform § 6 lid 3 nr. 1 AEG en in de tot 2 sep-
tember 2016 geldende versie, die worden beschouwd als bedrijfsvergunningen (§ 38 lid 3 AEG) of een vergunning voor het exploiteren van spoorwegdiensten die is afge- geven overeenkomstig het recht van een andere lidstaat van de Europese Gemeen- schappen of een lidstaat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992.
en
b) een veiligheidscertificaat in de zin van § 7a lid 1 zin 1 AEG of een aanvullend natio- naal certificaat conform § 7a lid 4 zin 1 AEG.
2.1.2 Bij de sluiting van een overeenkomst overeenkomstig § 20 en § 21 lid 1 zin 2 ERegG dient de houder van spoorvoertuigen op verzoek van DeCeTe voor de zelfstandige deelname aan spoorwegactiviteiten aan te tonen dat hij in het bezit is van de volgen- de administratieve vergunningen door het overleggen van het origineel of een ge- waarmerkte kopie van:
- een vergunning voor de zelfstandige deelname aan spoorwegactiviteiten als houder van spoorvoertuigen in de zin van § 6 lid 1 zin 1 nr. 2 AEG voor de zelfstandige deelname aan spoorwegactiviteiten als houder van voertuigen. Vergunningen voor de zelfstandige deelname aan spoorwegactiviteiten als houder van spoorvoertuigen, conform § 6 lid 3 nr. 2 AEG en in de tot 2 september 2016 geldende versie, worden beschouwd als bedrijfsvergunningen (§ 38 lid 3 AEG).
of
- een vergunning die is verleend overeenkomstig het recht van een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of van een lidstaat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte van 2 mei 1992 om als zelfstandige houder van spoorwegvoertuigen aan spoorwegactiviteiten deel te nemen.
2.1.3 In het geval van een door een buitenlandse instantie afgegeven vergunning kan De- CeTe eisen dat een beëdigde vertaling in het Duits wordt overgelegd.
2.1.4 De toegangsgerechtigde zal DeCeTe onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van elke intrekking of wijziging van vergunningen.
2.2 Aansprakelijkheidsverzekering
Bij de sluiting van een overeenkomst conform § 20 en § 21 lid 1 zin 2 ERegG dient de toegangsgerechtigde op verzoek van DeCeTe het bestaan van een aansprakelijk- heidsverzekering conform § 14 lid 1 AEG aan te tonen. In gevallen conform § 14a lid 1 zin 1 nr. 1 sub a AEG toont de toegangsgerechtigde aan dat hij op dezelfde wijze gedekt is door een aansprakelijkheidsregeling die niet onder het toezicht valt conform
§ 1 lid 3 nr. 3 Versicherungsaufsichtsgesetz [Duitse wet inzake toezicht op het verze- keringswezen]. Hij zal DeCeTe onmiddellijk schriftelijk op de hoogte brengen van eventuele wijzigingen in het bestaande verzekeringscontract.
2.3 Vereisten met betrekking tot het personeel, naleving van het bedrijfsregels van DeCeTe
2.3.1 Het door de toegangsgerechtigde ingezette operationele personeel dient de Duitse taal te beheersen voor zover dat noodzakelijk is voor hun desbetreffende activiteiten.
2.3.2 Iedereen die een spoorwegvoertuig bestuurt, moet in het bezit zijn van de vereiste vergunning.
2.3.3 Het door de toegangsgerechtigde ingezette personeel dient de bedrijfsregels van DeCeTe en de borden op het terrein van DeCeTe in acht te nemen. De instructies van het management van DeCeTe voor een vlotte afhandeling van klanten en de na- leving van veiligheidsprocessen en -aspecten moeten worden opgevolgd. Het spoor mag alleen worden gebruikt voor de in 1.1 genoemde doeleinden; het is niet toege- staan om het spoor te blokkeren, de operationele processen van DeCeTe te belem- meren of het spoor te gebruiken als opstel- of rangeerspoor zonder een met DeCeTe verbandhoudende reden. De uit dienstregelingen voortvloeiende verplichtingen van DeCeTe jegens andere bedrijven moeten in acht worden genomen, het spoor dient op verzoek van DeCeTe te worden vrijgemaakt.
2.4 Vereisten voor de voertuigen
2.4.1 Constructie, uitrusting en onderhoud van de gebruikte voertuigen moeten voldoen aan de wettelijke bepalingen en goedgekeurd zijn door de bevoegde instanties of be- schikken over een vergunning voor ingebruikneming conform § 6 e.v. TEIV. Hiervan kan worden afgeweken in het geval van het beoogde gebruik van onderhoudsfacilitei- ten en andere technische faciliteiten indien het veilige gebruik van het voertuig op an- dere wijze is gewaarborgd.
2.4.2 De uitrusting van de gebruikte voertuigen moet compatibel zijn met de besturings-, veiligheids- en communicatiesystemen van de gebruikte sporen, zoals eventueel be- schreven in het specifieke deel van de gebruiksvoorwaarden.
2.4.3 Op verzoek van DeCeTe toont de toegangsgerechtigde aan dat aan de voorwaarden van 2.4.1 en 2.4.2 is voldaan.
2.5 Zekerheidstelling
2.5.1 Wanneer er twijfel bestaat over de solvabiliteit van de toegangsgerechtigde maakt DeCeTe het gebruik van de spoorweginfrastructuur afhankelijk van een gepaste ze- kerheidstelling. Dit geldt niet voor toegangsgerechtigden in de zin van § 1 lid 12 nr. 2 sub a en c ERegG.
2.5.2 Er is sprake van twijfel aan de solvabiliteit van de toegangsgerechtigde
- bij een betalingsachterstand van meer dan een maand van een volledig fac- tuurbedrag resp. van een volledige maandelijks verschuldigde betaling, en
- bij achterstallige betalingen ten belope van een bedrag dat gemiddeld over de afgelopen drie maanden had moeten worden betaald.
Ook is er sprake van twijfel aan de solvabiliteit van de toegangsgerechtigde indien
- de verwachte te betalen vergoeding de volgens een kredietbureau aanvaard- bare kredietlimiet van de toegangsgerechtigde overschrijdt of indien de kre- dietwaardigheidsbeoordeling van een kredietbureau aangeeft dat de toe- gangsgerechtigde met toekomstige betalingen in moeilijkheden zou kunnen raken,
- zijn faillissement is aangevraagd,
- hij rechtsbijstand heeft aangevraagd, of
- hij langer dan twee weken niet bereikbaar is op het door hem aangegeven adres.
2.5.3 Een gepaste zekerheidstelling is gelijk aan de totale vergoeding die in één maand (veiligheidsperiode) betaald moet worden voor reeds overeengekomen of op basis van ervaring te leveren diensten. Daarbij geldt het volgende:
2.5.3.1 Er moet een zekerheid worden gesteld ten belope van het bedrag van de totale ver- goeding die voor de rest van de lopende maand moet worden betaald. Vervolgens dient er een zekerheid gesteld te worden ter hoogte van de totale vergoeding die voor de volgende maand moet worden betaald.
2.5.3.2 Indien voor een veiligheidsperiode, waarvoor reeds een zekerheid is gesteld, verdere diensten worden overeengekomen, moet voor de daarvoor te betalen vergoeding een aanvullende zekerheid worden gesteld.
2.5.4 De zekerheid kan worden gesteld conform § 232 BGB of door middel van een bank- garantie (hoofdelijk, op eerste verzoek en onder afstand van het voorrecht van uit- winning). De garantie van een bank die door een ratingbureau een non-investment grade is toegekend, wordt niet geaccepteerd.
2.5.5 DeCeTe zal haar aanspraak op zekerheidstelling schriftelijk formuleren. Met betrek- king tot de opeisbaarheid van de zekerheidstelling geldt het volgende:
2.5.5.1 Indien een vergoeding moet worden gewaarborgd voor de rest van de lopende maand, dient de zekerheid binnen vijf bankwerkdagen na ontvangst van het verzoek om zekerheidstelling te worden gesteld, echter in ieder geval vóór aanvang van de dienst.
2.5.5.2 Indien een vergoeding moet worden gewaarborgd voor de volgende maand, dient de zekerheid uiterlijk twee werkdagen vóór het begin van de volgende maand te worden gesteld.
2.5.5.3 Indien een vergoeding moet worden gewaarborgd voor verdere in een veiligheidspe- riode verleende diensten waarvoor reeds zekerheid is gesteld, moet de zekerheid voor deze verdere diensten ten minste twee werkdagen vóór aanvang van de dien- sten worden gesteld. Indien dit niet meer tijdig kan plaatsvinden als gevolg van op korte termijn overeengekomen diensten, moet de zekerheid in ieder geval vóór aan- vang van de dienst worden gesteld.
2.5.6 Indien DeCeTe niet kan vaststellen of de zekerheid tijdig is gesteld, heeft zij het recht om zonder nadere aankondiging dienstverlening te weigeren totdat de zekerheid aan- toonbaar is gesteld.
2.5.7 De toegangsgerechtigde kan het stellen van zekerheid vermijden door de vergoeding vooraf te betalen.
3. Gebruik van de spoorweginfrastructuur
3.1 Algemeen
3.1.1 Het gebruik van de spoorweginfrastructuur is alleen toegestaan binnen het kader en in overeenstemming met de contractuele overeenkomsten.
3.1.2 Voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur gelden naast de wettelijke bepa- lingen en deze NBS-AT en NBS-BT de bedrijfsregels en de exploitatievoorschriften van DeCeTe. DeCeTe zal de toegangsgerechtigde voorzien van relevante exploita- tievoorschriften en andere noodzakelijke documenten (bijv. plattegronden). Dit kan plaatsvinden door online publicatie. Op verzoek van de toegangsgerechtigde moet DeCeTe de documenten in gedrukte vorm eenmalig ter beschikking stellen zonder daarvoor kosten te berekenen. Voor elke volgende keer moet door alle toegangsge- rechtigden een zelfde vergoeding worden betaald. De toegangsgerechtigde kan de ter beschikking gestelde documenten ook zelf kopiëren.
3.1.3 Tijdens het concrete gebruik van de spoorweginfrastructuur moeten de mondelinge, operationele instructies worden opgevolgd die DeCeTe geeft op basis van de con- tractuele overeenkomsten resp. de opgemaakte documenten die zijn overhandigd aan de toegangsgerechtigde.
3.2 Beginselen met betrekking tot het coördinatieproces
3.2.1 Indien er aanvragen zijn voor gelijktijdig, onverenigbaar gebruik, zal DeCeTe conform
§ 13 ERegG met alle bij het conflict betrokken toegangsgerechtigden tegelijkertijd on- derhandelen om tot een voor alle partijen aanvaardbare oplossing te komen. Alle be- trokken partijen moeten bij de onderhandelingen zijn voorzien van dezelfde informa- tie.
3.2.2 Indien er geen overeenstemming wordt bereikt, is de procedure conform § 13 lid 3 ERegG van toepassing.
3.3.3 Een toegangsgerechtigde wiens aanvraag geheel of gedeeltelijk moet worden afge- wezen, kan binnen drie werkdagen na ontvangst van de voorgenomen negatieve be- slissing (§ 13 lid 4 zin 1 ERegG) beroep instellen bij de regelgevende instantie (§ 13 lid 5 zin 1 ERegG).
4 Gebruiksvergoeding
4.1 Berekeningsgrondslag
De basis voor de berekening van de vergoeding voor het gebruik van de dienstvoor- zieningen en de spoorweginfrastructuur van DeCeTe en de dienstverlening zijn de vergoedingsbeginselen van DeCeTe. De vergoeding voor het gebruik van de dienst- voorzieningen en de spoorweginfrastructuur van DeCeTe wordt berekend op basis van het aantal overgeladen containers (per containerhub, onderverdeeld naar lege en volle containers). De vergoedingsbeginselen en de vergoedingen zijn vastgelegd in de NBS-BT (hoofdstuk 3.) en in de tarievenlijst.
4.2 Opzeggingen
Indien in strijd met de contractuele overeenkomsten de toegangsgerechtigde de spoorweginfrastructuur niet gebruikt om redenen waarvoor hij verantwoordelijk is, zal DeCeTe de volgende annuleringskosten in rekening brengen:
- 30 % van de respectievelijke vergoeding conform de actuele tarievenlijst, in het geval van annuleringen die eerder dan de 7e kalenderdag vóór het over- eengekomen gebruik aan DeCeTe worden meegedeeld,
- 80 % van de respectievelijke vergoeding conform de actuele tarievenlijst, in het geval van annuleringen die later dan 7 kalenderdagen en meer dan 24 uur vóór het overeengekomen gebruik aan DeCeTe worden meegedeeld,
- 95 % van de respectievelijke vergoeding conform de actuele tarievenlijst, in het geval van annuleringen die later dan 24 uur vóór het overeengekomen ge- bruik aan DeCeTe worden meegedeeld,
4.3 Omzetbelasting
De vergoedingen die door de toegangsgerechtigde moeten worden betaald conform de vergoedingsbeginselen van DeCeTe zullen worden berekend exclusief de op dat moment geldende omzetbelasting.
4.4 Betaalwijze
De te betalen vergoeding zal door de toegangsgerechtigde op eigen kosten in princi- pe binnen één week na ontvangst van de factuur worden overgemaakt op een door DeCeTe te bepalen rekening.
4.5 Recht op verrekening
Partijen kunnen vorderingen van de andere partij alleen verrekenen indien deze vor- deringen onbetwist zijn of onherroepelijk zijn vastgesteld.
5 Rechten en plichten van partijen
5.1 Beginselen
5.1.1. Partijen verplichten zich tot een loyale samenwerking, waarbij rekening wordt gehou- den met de bijzonderheden bij het gebruik van de spoorweginfrastructuur en de nega- tieve gevolgen voor de andere partij tot een minimum worden beperkt.
5.1.2 Om de veiligheid en de efficiëntie bij het gebruik van de spoorweginfrastructuur te waarborgen, verstrekken partijen elkaar wederzijds en onmiddellijk alle nodige infor- matie. Dit geldt met name met betrekking tot gevaarlijke gebeurtenissen.
5.1.3. Partijen wijzen in de overeenkomst een of meer personen of instanties aan die ge- machtigd en in staat zijn om op korte termijn voor hen operationele beslissingen te nemen.
5.2 Informatie met betrekking tot het overeengekomen gebruik
5.2.1 DeCeTe zorgt ervoor dat de wederpartij tijdig wordt geïnformeerd resp. onmiddellijk op de hoogte wordt gebracht van ten minste de volgende omstandigheden:
a) de toestand van de gebruikte spoorweginfrastructuur, met name wijzigingen die van invloed zijn op de spoorweg en betrekking hebben op het treinverkeer (bv. bouwwerkzaamheden, seinwijzigingen, wijzigingen van de technische of operatio- nele kenmerken van de spoorweg)
b) onregelmatigheden tijdens het gebruik van de spoorweginfrastructuur, voor zover deze van belang kunnen zijn voor de verdere disposities van de toegangsgerech- tigde.
5.2.2 De toegangsgerechtigde zal ervoor zorgen dat DeCeTe onmiddellijk op de hoogte wordt gebracht van ten minste de volgende omstandigheden:
a) de samenstelling van de trein (lengte, treinmassa, wijzigingen ten opzichte van het gevraagde gebruik)
b) eventuele bijzonderheden (bv. vervoer van gevaarlijke goederen conform GGVSE/RID en hun positie in de trein, overschrijding van het laadprofiel),
c) onregelmatigheden tijdens het gebruik van de spoorweginfrastructuur, met name factoren met betrekking tot vertragingen (bv. verminderde remcapaciteit, uitval van locomotieven)
5.3 Storingen in het operationele proces
5.3.1 DeCeTe en de toegangsgerechtigde zullen elkaar onmiddellijk op de hoogte brengen van bijzondere voorvallen, namelijk afwijkingen van het overeengekomen gebruik en andere onregelmatigheden (storingen in het operationele proces). DeCeTe zal de toegangsgerechtigde informeren over beperkte gebruiksmogelijkheden.
5.3.2 In geval van technische storingen van de dienstvoorzieningen, met name technische storingen van een containerkraan, is DeCeTe gerechtigd de dienstverlening op te schorten voor de duur van de storing totdat de reparaties zijn uitgevoerd en om de toegangsgerechtigde erop te wijzen de overslag op andere containerterminals te la- ten uitvoeren.
5.3.3. De toegangsgerechtigde dient alle storingen in het operationele proces waarvoor hij verantwoordelijk is (bv. defecte spoorwegvoertuigen) onmiddellijk te verhelpen. Hij moet er met name voor zorgen dat het gebruik van de dienstvoorziening de contrac- tuele afspraken niet te boven gaat (bv. door treinen met defecten). Bij technische de- fecten van spoorvoertuigen van de toegangsgerechtigde is deze verplicht onmiddellijk voor reparatie te zorgen zodat het spoor weer wordt vrijgemaakt. DeCeTe kan te al- len tijde verzoeken dat de trein en/of wagons door een vervangende locomotief van het spoor worden getrokken, zodat het spoor weer wordt vrijgemaakt voor dienstver- lening aan klanten. In elk geval is ook DeCeTe te allen tijde gerechtigd de storing in het operationele proces te verhelpen op kosten van de veroorzaker (bijv. door het wegslepen van defecte treinen).
5.4 Stimuleringsregeling
5.4.1 In geval van storingen in het operationele proces is het volgende stimuleringsysteem van DeCeTe van toepassing teneinde storingen te verminderen en de capaciteit van de dienstvoorziening te verhogen.
5.4.2. De stimuleringsregeling vindt toepassing wanneer de dienstvoorziening die aan een toegangsgerechtigde is toegewezen op basis van een overeenkomst voor het gebruik van de infrastructuur niet tijdig beschikbaar is zoals overeengekomen als gevolg van een storing in het operationele proces waarvoor DeCeTe of de toegangsgerechtigde
verantwoordelijk is. Als de oorzaak van de storing in het operationele proces niet aan- toonbaar onder de verantwoordelijkheid van DeCeTe of de toegangsgerechtigde valt, wordt er geen gebruik gemaakt van het stimuleringssysteem.
5.4.3 De hoogte van de stimuleringsvergoeding is afhankelijk van de gebruiksvergoeding voor de dienstvoorziening, die op haar beurt gebaseerd is op de actuele tarievenlijst voor het overeengekomen gebruik. De partij die verantwoordelijk is voor de storing in het operationele proces, is aan de andere partij voor elke kalenderdag dat de storing voortduurt, een stimuleringsvergoeding verschuldigd ter hoogte van 10% van de overeengekomen gebruiksvergoeding voor die kalenderdag, echter voor maximaal 10 kalenderdagen.
5.4.4 Voor een storing in het operationele proces is in de volgende gevallen echter geen stimuleringsvergoeding verschuldigd:
- bij storingen in het operationele proces die onder de verantwoordelijkheid van DeCeTe vallen, voor zover DeCeTe de storing verhelpt binnen een termijn van 24 uur na de overeengekomen geplande beëindiging van het gebruik van de dienstvoorziening (gepland vertrek van de containerterminal),
- DeCeTe de toegangsgerechtigde conform artikel 5.3.2 van deze voorwaarden terecht erop heeft gewezen de overslag te laten verrichten op een andere con- tainerterminal.
5.4.5 Verdere aanspraken van DeCeTe, met name wanneer de toegangsgerechtigde zijn verplichtingen uit 5.3.3 van deze voorwaarden niet nakomt, blijven onaangetast.
5.5 Controlerecht, recht van toegang, zeggenschap
Op haar bedrijfsterrein heeft DeCeTe te allen tijde het recht om zich ervan te overtui- gen dat de toegangsgerechtigde zijn contractuele verplichtingen nakomt. Voor zover nodig om een veilige en goede werking te waarborgen, mag geautoriseerd personeel van DeCeTe voertuigen, installaties en voorzieningen van de toegangsgerechtigde betreden en instructies geven aan het personeel van de toegangsgerechtigde. Het personeel van de toegangsgerechtigde moet de instructies opvolgen.
5.6 Wijzigingen met betrekking tot de spoorweginfastructuur
DeCeTe heeft het recht om de spoorweginfrastructuur en de technische en operatio- nele normen voor het gebruik van de spoorweginfrastructuur te wijzigen, op redelijke wijze rekening houdend met de belangen van de toegangsgerechtigde. Zij stelt de toegangsgerechtigde onmiddellijk en indien noodzakelijk doorlopend op de hoogte van geplande wijzigingen (bijvoorbeeld bij langer durende maatregelen). Bestaande contractuele verplichtingen blijven onaangetast.
5.7 Onderhouds- en bouwwerkzaamheden
5.7.1 DeCeTe is te allen tijde gerechtigd om onderhouds- en bouwwerkzaamheden aan de spoorweginfrastructuur uit te voeren.
5.7.2 DeCeTe zal de toegangsgerechtigde onmiddellijk op de hoogte brengen van alle ge- plande werkzaamheden die van invloed kunnen zijn op de activiteiten van de toe- gangsgerechtigde. De toegangsgerechtigde kan reageren met betrekking tot de ge- plande werkzaamheden.
6. Aansprakelijkheid
6.1 Beginselen
6.1.1 De aansprakelijkheid van partijen wordt bepaald door de wettelijke voorschriften, voor zover de gebruiksvoorwaarden (AT/BT) en de door DeCeTe gebruikte algemene voorwaarden resp. de getroffen overeenkomsten geen bepalingen bevatten die hier- van afwijken.
6.1.2 Voor indirecte schade zijn partijen zijn jegens elkaar alleen aansprakelijk in geval van overlijden, lichamelijk letsel en aantasting van de gezondheid als ook in geval van grove schuld. In geval van eenvoudige nalatigheid zijn partijen jegens elkaar alleen aansprakelijk voor indirecte schade in geval van schending van wezenlijke contractu- ele verplichtingen en alleen voor voorzienbare, typische schade. Essentiële contrac- tuele verplichtingen zijn verplichtingen waarvan de nakoming essentieel is voor een goede uitvoering. In alle overige gevallen is er geen aansprakelijkheid voor indirecte schade.
6.1.3 In de relatie tussen DeCeTe en de toegangsgerechtigde is de vergoeding van eigen materiële schade uitgesloten. Dit geldt niet indien de materiële schade van een be- trokkene hoger is dan 10.000 euro; het geldt ook niet als een betrokkene zich schul- dig maakt aan opzet of grove nalatigheid of indien naast de eigen materiële schade van de betrokkenen ook materiële schade van derden of lichamelijk letsel moet wor- den vergoed. DeCeTe kan in het specifieke deel van haar gebruiksvoorwaarden een afwijkende bepaling opnemen met betrekking tot de hoogte van het bedrag van de aansprakelijkheidsuitsluiting.
6.2 Medeschuldigheid
§ 254 BGB en § 13 HPflG zijn dienovereenkomstig van toepassing.
6.3 Aansprakelijkheid van medewerkers
De aansprakelijkheid van de medewerkers gaat niet verder dan de aansprakelijkheid van partijen. De persoonlijke aansprakelijkheid van medewerkers ten opzichte van derden blijft onaangetast. Verhaal op medewerkers van de aansprakelijke partij is xx- xxxx mogelijk door de betreffende partij zelf, op basis van haar interne bedrijfsregels.
6.4 Verdeling van de aansprakelijkheid indien de veroorzakers van de schade on- bekend zijn
Indien niet kan worden vastgesteld wie de schade heeft veroorzaakt bij DeCeTe of bij derden, zijn beide partijen in gelijke mate aansprakelijk. Indien ook andere toegangs- gerechtigden de betreffende spoorlijnen gebruiken of hebben gebruikt, is de volgende regeling van toepassing:
a) Indien een toegangsgerechtigde aantoont dat hij kennelijk niet aan het ontstaan van de schade heeft kunnen bijdragen, is hij vrijgesteld van aansprakelijkheid.
b) In alle andere gevallen wordt de schade aanvankelijk gelijkelijk verdeeld over het totale aantal resterende betrokkenen.
(c) het gehele bedrag dat aldus aan de toegangsgerechtigden is toegewezen, wordt vervolgens onder hen verdeeld naar rato van de mate waarin zij in de drie maan- den voorafgaand aan het ontstaan van de schade daadwerkelijk gebruik hebben gemaakt van de spoorwegen.
6.5 Afwijkingen van het overeengekomen gebruik
Afwijkingen van het overeengekomen gebruik als gevolg van onvermijdelijke gebeur- tenissen of gebeurtenissen die ook niet hadden kunnen worden vermeden als de in het zakelijk verkeer vereiste zorgvuldigheid in acht was genomen, vallen onder het algemene exploitatierisico en zijn per geval voor rekening en risico van de betrokken partij, voor zover tussen partijen niet anders is overeengekomen. Dit is van overeen- komstige toepassing voor die afwijkingen van het overeengekomen gebruik die ook niet vermeden hadden kunnen worden als de in het zakelijk verkeer vereiste zorgvul- digheid in acht was genomen. De aansprakelijkheid bij opzet en grove nalatigheid blijft onaangetast.
7. Gevaren voor het milieu
7.1 Beginselen
De toegangsgerechtigde is verplicht alle risico’s voor het milieu te vermijden. Met name mag het overladen van milieugevaarlijke goederen en stoffen en het tanken van voertuigen alleen plaatsvinden op de daarvoor bestemde locaties. De toegangs- gerechtigde is verplicht het vervoer van gevaarlijke goederen alsmede containers en tanks voor gevaarlijke goederen volgens voorschrift te melden. De toegangsgerech- tigde moet er op eigen kosten voor zorgen dat de containers met gevaarlijke stoffen op de wettelijk voorgeschreven tijdstippen naar het magazijn voor gevaarlijke stoffen van DeCeTe worden gebracht als ze niet binnen één werkdag weer verder vervoerd worden. In dat geval is DeCeTe gerechtigd een depotvergoeding in rekening te bren- gen voor het overbrengen van dergelijke containers naar het magazijn voor gevaarlij- ke stoffen door middel van een reachstacker als ook voor het gebruik van het dit ma- gazijn. Deze depotvergoeding geldt op dezelfde wijze voor alle toegangsgerechtig- den.
7.2 Risico's voor het milieu
Indien er bij de exploitatie door de toegangsgerechtigde sprake is van milieugevaarlij- ke immissies of indien er door het gebruik van de bedrijfsmiddelen van de toegangs- gerechtigde waterverontreinigende stoffen in de grond terechtkomen, of indien er sprake is van explosie-, brand- of andere gevaren, dient de toegangsgerechtigde on- middellijk het dichtstbijzijnde bemande operationele punt van DeCeTe op de hoogte te stellen. Naast deze kennisgeving moet de toegangsgerechtigde tevens tegen- en reddingsmaatregelen treffen (b.v. kennisgeving van de dichtstbijzijnde politie, brand- weer, enz.). Indien de gevaarlijke situatie conform zin 1 het noodzakelijk maakt het terrein van DeCeTe te ontruimen, komen de kosten daarvan voor rekening van de veroorzakende partij.
7.3 Bodemverontreiniging
In geval van bodemverontreiniging, die - ook buiten zijn schuld - wordt veroorzaakt door de toegangsgerechtigde zal DeCeTe de nodige saneringsmaatregelen treffen. De kosten voor de sanering komen voor rekening van de veroorzakende toegangsge- rechtigde. Indien de vervuiler niet kan worden geïdentificeerd, wordt de aansprake- lijkheid vastgesteld overeenkomstig punt 6.4.
7.4 Verplichting tot schadevergoeding
Als DeCeTe als schadeveroorzaker verplicht is om de door de toegangsgerechtigde - ook buiten zijn schuld - veroorzaakte milieuschade te herstellen, zullen de door De- CeTe gemaakte kosten voor rekening komen van de schadeveroorzaker. Indien De- CeTe heeft bijgedragen aan het veroorzaken van de schade, hangt de verplichting tot schadevergoeding af van de omstandigheden, met name van de mate waarin de schade voornamelijk door de ene of de andere partij is veroorzaakt. Indien de vervui- ler niet kan worden geïdentificeerd, wordt de aansprakelijkheid vastgesteld overeen- komstig punt 6.4.
II. Het specifieke deel
1. Beschrijving van de dienstvoorzieningen en de infrastructuur
1.1 Algemene Informatie
DeCeTe exploiteert een containerterminal. Zij biedt trimodale containeroverslagdien- sten aan en beschikt voor het uitvoeren van deze taken over 4 container- portaalkranen en mobiele overslagapparatuur (reachstackers), evenals opstelplaat- sen en een opslagruimte voor gevaarlijke stoffen voor de tijdelijke opslag van contai- ners. De belangrijkste activiteiten is de overslag van containers tussen binnenvaart- schepen en vrachtwagens.
Op haar terrein, dat wordt gehuurd van Duisburger Hafen AG (“duisport”), heeft De- CeTe twee medegehuurde spoorbanen op haar terrein die via spoor verbonden zijn met het netwerk van Deutsche Bahn AG. Over deze sporen kunnen treinen naar 3 van de 4 container-portaalkranen rijden. Het laden en lossen van treinen (railover- slag) is momenteel alleen mogelijk met 2 container-portaalkranen.
Bijlage 1: Luchtfoto en plattegrond
1.2 Beschrijving van de afzonderlijke dienstvoorzieningen
DeCeTe exploiteert dienstvoorzieningen in de zin van § 2 lid 9 AEG in de vorm van portaalkranen en mobiele heftrucks voor zwaar gebruik (reachstackers). De locatie, de uitrusting en de algemene prestatiekenmerken van de dienstvoorzieningen waarop deze gebruiksvoorwaarden van toepassing zijn, staan beschreven in
Bijlage 2: Beschrijving van de infrastructuur
2. Toegangsvoorwaarden
2.1 Gebruiksovereenkomst
2.1.1 Om de dienstvoorzieningen te kunnen gebruiken, moet de toegangsgerechtigde bij DeCeTe is een afzonderlijk verzoek indienen. Dit verzoek moet schriftelijk worden in- gediend bij
DeCeTe Duisburger Container Terminalgesellschaft, Xxxxxxxxxx 0,
00000 Xxxxxxxx
Tel.: 0000-000-00000000
of per e-mail aan: Xxxxxxxxxx@xxxxxx.xx
.
De aanvraag moet de volgende gegevens bevatten:
1. Aanvrager:
Contactpersoon en contactadres/telefoonnummer van de bevoegde personen
2. Verkeersrelatie, deelnemende terminals,
3. Datum van de geplande route,
4. Rijdagen, rijduur,
5. Aankomende trein, gewenste tijden,
6. Uitgaande trein, gewenste tijden,
7. Overslagspoor, behoefte per terminal: Benodigde spoorlengte,
8. Overslagdiensten
Inkomende hoeveelheid per trein: - Spoor/straat, Uitgaande hoeveelheid per trein: - Straat/spoor, Hoeveelheid spoor-(opstellen)-spoor per trein
9. Hoeveelheid gevaarlijke goederen spooringang: Hoeveelheid gevaarlijke goe- deren spooruitgang,
10. Opstelbehoefte ingang spoor per trein, opstelbehoefte spooruitgang per trein.
2.1.2 Het gebruik van de door DeCeTe aangeboden dienstvoorzieningen vindt uit- sluitend plaats op basis van een afzonderlijke gebruiksovereenkomst conform
§ 20 en § 21 lid 1 zin 2 ERegG tussen DeCeTe en de toegangsgerechtigde. Deze gebruiksovereenkomst vormt samen met de NSB-AT en NSB-BT de contractuele basis. De details van de toegang, met name het tijdstip en de duur van het gebruik alsmede de te betalen vergoeding, worden daarop gebaseerd.
2.2 Openingstijden
2.2.1 De reguliere openingstijden van DeCeTe waarbinnen de dienstvoorzieningen zonder bijkomende kosten kunnen worden gebruikt, zijn:
Maandag 06:00 uur – zaterdag 06:00 uur.
2.2.2 Verzoeken om gebruik te maken van de dienstvoorzieningen moeten altijd ten minste 48 uur voor het gewenste tijdstip van gebruik door DeCeTe zijn ontvangen. Buiten de reguliere openingstijden (zaterdag 06:00 uur - maandag 06:00 uur) moet het verzoek
- met inachtneming van ten minste 48 uur - bovendien altijd uiterlijk donderdag 12:00 uur door DeCeTe zijn ontvangen. DeCeTe zal dan ten minste 24 uur voor de geplan- de aankomst van de trein het gebruik van de dienst bevestigen of annuleren.
2.2.3 Buiten de normale openingstijden (zaterdag 06:00 uur - maandag 06:00 uur) en op wettelijke feestdagen is een toeslag van 10 % verschuldigd op de volgens de gelden- de tarievenlijst te betalen vergoeding. Bovendien moet het gebruik ten minste een vo- lume van 20 containeroverslagen (handlings) omvatten.
3. Vergoedingsbeginselen
3.1 De berekening van de vergoedingen voor het gebruik van de dienstvoorzieningen van DeCeTe is gebaseerd op de actuele tarievenlijst van DeCeTe. De tarievenlijst is be- schikbaar onder de link: (voorbeeld: xxxx://xxx.xxx.xx/xx/xxxxxxx/xxxxxxxxx-xxxxx- duisburg/...[add link-address, filename]) -> upload document "Nutzungsentgelte DeCeTe. docx" to this address
3.2 De vergoeding voor de overslag van de in nr. 1.2 NSB-BT genoemde dienstvoorzie- ningen wordt berekend per containeroverslagdienst.
3.3 In de vergoeding is de behandeling van aanvragen om toewijzing van dienstvoorzie- ningen en de toestemming voor het gebruik van de toegewezen dienstvoorziening verdisconteerd.
3.4 Voor zover DeCeTe conform deze gebruiksvoorwaarden diensten levert, worden er geen afzonderlijke gebruiksvergoedingen in rekening gebracht voor het gebruik van en de toegang tot het spoor die voor dit doel vereist zijn. Alleen het vervoer resp. de overslag van containers wordt in rekening gebracht.