Algemene verhuurvoorwaarden standplaatsen kermissen Helmond 2019
Algemene verhuurvoorwaarden standplaatsen kermissen Helmond 2019
I. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1 Begripsomschrijving
In deze beleidsnotitie wordt verstaan dan wel mede verstaan onder:
a. Kermis:
een cultureel evenement, waarbij door middel van een samenspel van bewegende en stilstaande vermaak attracties, daarbij passende mobiele verkoopzaken en gelegenheden tot het deelnemen aan spelen of tot het bezichtigen van het zogenaamde kijkwerk, de bezoekers van dat evenement geamuseerd worden.
b. Exploitant:
een natuurlijke persoon of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt van de exploitatie van een onder a. bedoelde inrichting.
c. NKB:
de Nederlandse Kermisbond.
d. BOVAK:
de Nationale Bond van Kermisbedrijfhouders.
e. Kermiscoördinator:
de persoon die zorg draagt voor de organisatie van de kermis en als zodanig is aangewezen door burgemeester en wethouder.
f. Kermisterrein:
de gehele oppervlakte van de terreinen die hiervoor elk jaar door het college van burgemeester en wethouders worden aangewezen.
Artikel 2 Kermisterreinen.
De volgende kermisterreinen worden aangewezen:
a. Voorjaarskermis: Markt, Ameideplein, gedeelte Watermolenwal;
b. Zomerkermis: Markt, Ameideplein, Watermolenwal, gedeelte Piet Blomplein en Havenpark;
c. Brouwhuis: Peeleik tot aan Rivierensingel met aangrenzende terreinen;
Artikel 3 Openingstijden
1. De volgende openingstijden gelden voor de kermissen:
Kermis | Openingstijden |
Voorjaarskermis | Vrijdag van 17.00 uur tot 24.00 uur Zaterdag t/m donderdag van 13.00 uur tot 24.00 uur |
Brouwhuiskermis | Zaterdag van 13.00 tot 01.00 uur Zondag van 13.00 tot 24.00 uur Maandag en dinsdag van 14.30 tot 24.00 uur |
Zomerkermis | Donderdag van 16.00 uur tot 01.00 uur Vrijdag van 13.00 uur tot 01.00 uur Zaterdag van 12.00 uur tot 01.00 uur Zondag van 13.00 uur tot 01.00 uur Maandag t/m woensdag van 13.00 uur tot 01.00 uur |
2. De navolgende zaken zijn minimaal open tot:
a. Kinderzaken: tot 22.00 uur;
b. Consumptiezaken gericht op horecapubliek: tot 30 minuten na sluitingstijd van de nabijgelegen horecagelegenheid en/of feesttent;
c. Grootvermaak: tot de tijden genoemd in lid 1;
d. Spel en behendigheid: tot de tijden genoemd in lid 1.
e. Alle attracties dienen hun verlichting tot de tijden genoemd in lid 1 aan te laten.
II. FINANCIËLE BEPALINGEN
Artikel 4 Vaste attractie- en consumptieprijzen
1. De vaste attractie- en consumptieprijzen zijn:
Categorie | Vaste attractie- of consumentenprijs |
Kinderzaken | € 1,80 en een verplichte aanbieding van een 8 rittenkaart voor € 10,--. |
Vermaakzaken | € 2,50 en een verplichte aanbieding 3 ritten voor € 6,00. |
Bijzondere attracties | € 3,00, € 4,00 of € 5,00 en een verplichte aanbieding. E.e.a. in overleg met de gemeente |
Verkoopzaken | I.o.m. de gemeente, maar wel met een verplichte aanbieding. De afspraken worden in de gunning vastgelegd. |
(Behendigheids)spelen | I.o.m. de gemeente, maar wel een verplichte aanbieding 3x spelen voor € 3,00. De afspraken worden in de gunning vastgelegd. |
2. Ieder inschrijver dient 2 aanbiedingen in: a. 1 met concurrentie en b. 1 zonder concurrentie.
3. Het bepaalde onder lid 2 is op het inschrijfformulier aangegeven.
4. De rit- en entreeprijzen worden vermeld op de van gemeentewege beschikbaar gestelde kaarten of borden welke gedurende de gehele kermis goed zichtbaar voor het publiek op de kassa en/of in de wagen/ kraam worden gehangen.
Artikel 5 Betaling huur, stroom, beveiliging en reclame
De kosten voor huur, stroom, beveiliging en reclame dienen als volgt te worden betaald:
1. De kosten voor huur, stroom, beveiliging en reclame dienen uiterlijk 1 week vóór aanvang van de kermis d.m.v. de toegestuurde factuur te worden betaald. Deze factuur wordt 1 maand voor aanvang kermis verstuurd naar de standplaatshouder. Betalingen zijn alleen mogelijk via deze factuur. Andere methoden van betalingen van deze huursom worden niet geaccepteerd.
2. Indien de factuur niet binnen de gestelde termijn voldaan wordt dan is de exploitant van de inrichting in gebreke door het enkele verloop van deze termijn zonder dat daarvoor een ingebrekestelling nodig is en verliest hij het recht op de aan hem toegewezen plaats.
3. De in het vorige lid bedoelde nalatige exploitant verbeurt de door hem al geboden volledige huursom en blijft daarenboven verplicht tot betaling van de volledige huursom.
4. Burgemeester en wethouders behouden zich het recht voor de opengevallen plaats aan een ander toe te wijzen.
5. De gemeente zal over de vooruitbetaalde kosten voor huur, stroom, beveiliging en reclame geen rentevergoeding geven.
Artikel 6 Restitutie huurprijs
1. Indien de kermis geen doorgang vindt of, al dan niet tijdelijk, gestaakt wordt, zulks ter beoordeling van burgemeester en wethouders of de burgemeester als gevolg van buitenaf komende omstandigheden of overmacht van de zijde van de gemeente vindt naar rato terugbetaling van de huurprijs plaats, zonder dat de gemeente gehouden is tot het doen van verdere betalingen hoegenaamd ook.
2. In gevallen waarin door overmacht, door onvoorziene en niet aan enige schuld of nalatigheid van de exploitant te wijten omstandigheden de toegewezen standplaats niet kan worden ingenomen, zullen burgemeester en wethouders op verzoek vermindering, teruggave of kwijtschelding van de huursom, dan wel het betaalde gedeelte, verlenen.
Artikel 7 Nutsvoorzieningen op kermisterrein en kosten
1. De aansluiting van de kermisinrichtingen op het elektriciteitsnet geschiedt op verzoek door een door burgemeester en wethouders aan te wijzen bedrijf.
2. De draad of kabel voor aansluiting benodigd, moet tenminste 50 meter lang zijn en moet door de exploitant worden verstrekt.
3. De aangeslotenen moeten gedogen dat via hun inrichting ook andere inrichtingen worden aangesloten op het elektriciteitsnet.
4. De kosten voor nutsvoorzieningen zijn opgedeeld in twee categorieën:
a. aansluitkosten van de stroomvoorziening
per inrichting zal een vergoeding in rekening worden gebracht, die afhankelijk is van het werkelijke vermogen, te weten:
Vermogen | Voorjaarskermis | Zomerkermis | Brouwhuiskermis |
<= 3 kWh | € 143,-- | € 143,-- | Via exploitanten |
> 3 kWh en <= 10 kWh | € 198,-- | € 198,-- | Via exploitanten |
> 10 kWh en <= 15 kWh | € 227,-- | € 227,-- | Via exploitanten |
> 15 kWh en <= 20 kWh | € 260,-- | € 260,-- | Via exploitanten |
> 20 kWh en <= 30 kWh | € 329,-- | € 329,-- | Via exploitanten |
> 30 kWh en <= 40 kWh | € 390,-- | € 390,-- | Via exploitanten |
> 40 kWh en <= 50 kWh | € 436,-- | € 436,-- | Via exploitanten |
> 50 kWh en <= 80 kWh | € 475,-- | € 475,-- | Via exploitanten |
> 80 kWh en <= 100 kWh | € 544,-- | € 544,-- | Via exploitanten |
> 100 kWh en <= 150 kWh | € 600,-- | € 600,-- | Via exploitanten |
> 150 kWh en <= 200 kWh | € 714,-- | € 714,-- | Via exploitanten |
> 200 kWh en <= 300 kWh | € 850,-- | € 850,-- | Via exploitanten |
Deze kosten worden vermeerderd met,
b. de kosten voor het werkelijk (ingeschatte) stroomverbruik
De berekening is als volgt: (ingeschat) verbruik van de attractie x het aantal draaiuren x
€ 0,30/kWh.
In de definitieve gunning zullen de verschuldigde kosten voor de nutsvoorzieningen worden opgenomen.
5. Alle in het vorige lid genoemde bedragen zijn exclusief BTW.
6. In het geval de aansluiting meer dan 300 kWh wordt deze vergoeding nader berekend en kenbaar gemaakt bij de toezending definitieve gunningovereenkomst.
7. In uitzonderingsgevallen kan met een exploitant worden afgesproken, dat deze zorg draagt voor een eigen bron van energievoorziening.
8. De gemeente kan niet aansprakelijk worden gesteld voor een tekortkoming in de stroomvoorziening aan de zijde van het ingeschakelde elektrotechnisch bedrijf, tenzij er sprake is van opzet of grove schuld aan de zijde van de gemeente.
Artikel 8 Reclamebijdrage
Per attractie is de exploitant de deelname aan reclameacties verplicht waardoor een reclamebijdrage verschuldigd. De reclamebijdrage bedraagt zowel voor de voorjaars- als zomerkermis € 325,-- (exclusief btw) per attractie. De reclamebijdrage zal niet worden meegewogen bij de gunning van een standplaats.
Artikel 9 Kosten beveiliging
Per attractie is de exploitant een bijdrage voor beveiliging verschuldigd. De bijdrage voor bewakingsdoeleinden bedraagt € 100,--(exclusief btw)
III VERPLICHTINGEN EXPLOITANT
Artikel 10 Innemen standplaats
1. Degene aan wie een standplaats is toegewezen, is verplicht deze tijdig in te nemen en tijdens de gehele duur van de kermis te exploiteren, overeenkomstig de op het inschrijfformulier vermelde bestemming.
2. Indien de standplaats niet, niet tijdig of niet gedurende de hele kermis wordt ingenomen, behoudens in het geval omschreven in artikel 10 tweede lid, verbeurt de exploitant aan de gemeente – na enkele ingebrekestelling en zonder rechterlijke tussenkomst - een direct opeisbare boete ter hoogte van de pachtsom, dan wel ter hoogte van de waarborgsom/ bankgarantie indien deze bij inschrijving of gunning is geëist.
3. Het recht op een standplaats vervalt automatisch indien 48 uur voor aanvang van de kermis door de exploitant de betreffende standplaats niet is ingenomen, tenzij betrokkene voordien schriftelijk (per aangetekende brief of fax), kenbaar heeft gemaakt dat hij niet tijdig de toegewezen standplaats kan innemen. In laatstbedoeld geval plegen partijen nader overleg over het gebruik van de standplaats. Indien de exploitant niet schriftelijk reageert zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de betreffende standplaats aan een andere exploitant toe te wijzen.
4. Afstand overdracht of ruiling van standplaats is niet geoorloofd, tenzij toestemming is verkregen van burgemeester en wethouders.
Artikel 11 Plaatsaanwijzing
1. Voor de plaatsaanwijzing der toegelaten inrichtingen moeten de belanghebbenden zich wenden tot de kermiscoördinator die belast is met de algemene leiding en supervisie op de kermisterreinen en de terreinen voor tijdelijke stalling van de woon- en pakwagens.
2. Op aanzegging namens burgemeester en wethouders moeten wagens e.d., welke niet voor de exploitatie der inrichtingen noodzakelijk zijn, naar aangewezen plaatsen vervoerd worden. Van deze wagens dient op het inschrijfformulier het aantal en de afmetingen te worden vermeld.
3. Plaatsing van woon- en pakwagens wordt tijdens de kermis onder geen enkel beding op het kermisterrein toegestaan.
Artikel 12 Opbouw en ontruiming
1. Met de opbouw mag worden begonnen:
a. Voorjaars- en zomerkermis op de maandag voorafgaande aan de kermis om 13.00 uur.
b. Brouwhuiskermis: op de dinsdag voorafgaande aan de kermis om 18.00 uur.
c. In uitzonderlijke gevallen kan hiervan, na verkregen toestemming van burgemeester en wethouders, worden afgeweken.
d. Voorts mag pas worden opgebouwd nadat de kermiscoördinator hiertoe toestemming heeft gegeven.
2. De kermisattracties worden in de door de kermiscoördinator te bepalen volgorde opgebouwd.
3. Met het afbreken van de kermisinrichtingen mag niet eerder worden begonnen dan op het sluitingstijdstip, zoals in de overeenkomst aangegeven laatste kermisdag. Voor dit tijdstip mogen ook geen wagens bij de inrichting worden geplaatst. Niet voldoen aan deze voorwaarden zal onherroepelijk uitsluiting van een plaats in een volgend jaar tot gevolg hebben.
4. Alle terreinen moeten geheel ontruimd zijn daags na de kermis om 22.00 uur.
5. De voorraadwagens mogen tijdens de kermis niet langer dan tot uiterlijk 11.00 uur vm. voor laden of lossen op het kermisterrein blijven staan.
6. Het is verboden om tijdens de opbouw en kermis auto’s en vrachtauto’s te parkeren op of nabij het woonwagen/kermisterrein waar dit volgens de wegenverkeerswet verboden is.
7. Alle door of namens burgemeester en wethouders te geven voorschriften en aanwijzingen moeten onmiddellijk worden opgevolgd.
8.
Artikel 13 Nutsvoorzieningen en reiniging
Op het kermisterrein, alsmede op het terrein waar de salon- en slaapwagens worden geplaatst, zal van gemeentewege worden gezorgd voor voldoende watertappunten en stroomtoevoercontacten. De terreinen worden tijdens de kermis door een door burgemeester en wethouders aangewezen reinigingsdienst gereinigd. Voor Brouwhuiskermis zijn andere voorwaarden van toepassing.
Artikel 14 Vervallen standplaats indien niet op tijd
1. Een standplaats die 48 uur vóór de aanvang van de kermis door de betreffende exploitant niet is ingenomen en waarbij de desbetreffende exploitant zich niet heeft gemeld bij de kermiscoördinator vervalt aan burgemeester en wethouders en kan aan een ander worden toegewezen.
2. Toewijzing aan een ander laat de verplichting van degene, wiens recht op grond van lid 1 vervallen is, tot betaling van de geboden huursom onverlet.
Artikel 15 Vervallen standplaats indien te groot
1. Indien bij het opbouwen van een inrichting blijkt, dat de afmetingen ervan groter zijn dan bij de inschrijving is opgegeven en hiermee de standplaats van andere exploitanten, de totale opstelling van de kermis of de (brand)veiligheid in het gedrang komt, verliest degene, aan wie de standplaats is toegewezen het recht op de plaats en de huursom die door hem reeds is betaald.
2. De exploitant zal dan binnen 6 uur, na constatering van de afwijking door de kermiscoördinator, de standplaats ontruimd dienen te hebben, opdat burgemeester en wethouders deze standplaats zo mogelijk aan een ander kunnen gunnen.
Artikel 16 Geen eigen stroommotoren en LPG(tanks)
Diesel-, benzine- of andere motoren, welke dienen tot opwekking van energie voor verlichting en/of het in werking brengen of houden van de inrichting, worden niet toegelaten, tenzij daartoe voor het begin van de kermis toestemming aan burgemeester en wethouders is gevraagd en verkregen.
Het gebruik van L.P.G. en L.P.G.-tanks, anders dan voor motortractie is verboden. Dit geldt eveneens voor pakwagens, woonwagens en caravans, welke op de daarvoor aangewezen terreinen worden opgesteld.
Artikel 17 Geluid
1. De exploitant dient er zorg voor te dragen, dat de exploitatie van de inrichting op een zodanige wijze geschiedt, dat voor het publiek, andere exploitanten of omwonenden geen (geluid)hinder wordt veroorzaakt.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd aan de exploitatie van een of meerdere inrichtingen voorschriften op te leggen. Deze voorschriften kunnen onder meer betreffen: het maximale geluidsniveau;
a. de situering van geluidsbronnen;
b. de frequentie en tijden van gebruik;
c. het verplichte gebruik van een geluidsbegrenzer.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd bij één of meerdere inrichtingen geluidsbegrenzende apparatuur aan te brengen. Aanwijzingen van het personeel van de instantie of het bedrijf dat die apparatuur namens burgemeester en wethouders aanbrengt dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd. Het saboteren van – onderdelen van – de aangebrachte geluidsbegrenzende apparatuur, wordt aangemerkt als misdraging als bedoeld in artikel 32.
4. Aanwijzingen van de kermiscoördinator, van andere medewerkers van de gemeente of van de politie dienen stipt en onmiddellijk te worden opgevolgd.
Artikel 18 Exploitatievoorschriften
1. De exploitant mag de aan hem verhuurde standplaats alleen gebruiken voor de plaatsing en exploitatie van de inrichting als waarvoor is ingeschreven. De exploitatie van de inrichting moet geheel in overeenstemming zijn met de daarvan in het desbetreffende door de exploitant ingezonden inschrijfformulier gegeven benaming of omschrijving. Attracties zonder bezetting dienen te zijn voorzien van naam en telefoonnummer van de exploitant.
In elk geval is verboden:
a. Muziek te maken buiten de openingsuren, behoudens voor het afstellen en testen.
b. Gebruik te maken van sirenes, hoorns - anders dan in een draaizaak om het begin en einde van een rit aan te geven en/of andere overmatig lawaai maken de apparaten;
c. In verkoopzaken gebruik te maken van versterkers.
d. In vermaakzaken of gokzaken consumptie-artikelen of andere voorwerpen te verkopen of uit te geven.
e. Vanuit speelgoedkramen goederen met suikerwaren of snoepgoed in welke vorm dan ook al dan niet aangehecht of gevuld te verkopen; in nougatkramen speelgoed in welke vorm dan ook aangehecht met snoepgoed, behalve de zgn. vulartikelen zoals trompetten, wandelstokken, paraplu's en flesjes met speen te verkopen.
f. Vóór het sluitingsuur van de kermis de inrichtingen te sluiten of onverlicht te laten, behoudens bijzondere gevallen.
g. Imitatie-wapens aan personen onder de 14 jaar te verstrekken en imitatie-wapens zonder CE- keurmerk of in geopende verpakking te verstrekken. Ook dient aan degene aan wie een
imitatie-wapen verstrekt wordt de richtlijn meegegeven te worden deze in de verpakking te laten en er niet de straat mee op te gaan.
h. Xxxxxx toestemming van burgemeester en wethouders reclame voor andere zaken dan de eigen inrichting te voeren in, aan of op de inrichting.
Artikel 19 Brandveiligheidsvoorschriften
1. Teneinde een begin van brand effectief te kunnen bestrijden moeten in of nabij de inrichting, afhankelijk van de omvang van de inrichting, één of meerdere handbrandblustoestellen van voldoende inhoud aanwezig zijn. Deze toestellen moeten voor eenieder duidelijk zichtbaar en gemakkelijk bereikbaar zijn aangebracht of opgehangen, voor direct gebruik gereed zijn en in goede staat van onderhoud verkeren. De blustoestellen dienen gecontroleerd en onderhouden te worden overeenkomstig het gestelde in NEN 2559 en moeten zijn voorzien van een Rijkskeurmerk met rangnummer.
2. In voorkomende gevallen kan de exploitant door of namens burgemeester en wethouders worden vrijgesteld van de verplichting, zoals in het eerste lid bedoeld.
3. Voor inrichtingen welke gebruikmaken van het bakken en braden in oliën of vetten, dient de inhoud van het blustoestel geschikt te zijn voor het blussen van branden in de klasse A, B en C. Voor de overige inrichtingen geldt, geschikt voor het blussen van branden in klasse A en B, met de aantekening ook geschikt voor het blussen van zogenaamde elektriciteitsbranden.
4. Bij de in het vorige lid bedoelde inrichtingen moeten voldoende goedpassende metalen deksels aanwezig zijn om elke pan of bak waarin olie en/of vet wordt verwarmd, bij brand te kunnen afsluiten.
5. Verwarmingstoestellen die worden gestookt met gas, moeten zijn aangesloten door middel van slangen die speciaal voor de gebruikte gassoort zijn bestemd. De slangen moeten tegen oververhitting beschermd zijn en op de verbindingsplaatsen door middel van doelmatige klemmen zijn bevestigd.
6. Het gebruik van gasflessen dient op de meest veilige wijze te geschieden, overeenkomstig de daarvoor geldende wettelijke eisen.
7. De exploitant is verplicht alle door de brandweer, ter voorkoming van brandgevaar, gegeven aanwijzingen of bevelen stipt en onmiddellijk op te volgen.
Artikel 20 Plaatsen en aansluiten woonwagens
1. Woonwagens dienen te worden geplaatst op de daarvoor bestemde terreinen. Dit dient te geschieden op aanwijzing van de kermiscoördinator.
2. Afvoerslangen van de woonwagen dienen op een deugdelijke manier te worden aangebracht in de daarvoor bestemde afvoerput of straatkolk.
3. Afval, afkomstig van de woonwagen, dient in een afgesloten vuilniszak te worden gedeponeerd in een van de grote containers die op de woonwagenterreinen staan.
4. De exploitant dient er zorg voor te dragen dat er geen (geluids)overlast voor de woonomgeving wordt veroorzaakt.
5. Honden dienen te zijn aangelijnd en zoveel als mogelijk binnen te worden gehouden.
6. Alle aanwijzingen van de kermiscoördinator, van andere medewerkers van de gemeente of van de politie dienen stipt en direct te worden opgevolgd.
Artikel 21 Parkeren pakwagens
Vracht- en pakwagens mogen uitsluitend worden geparkeerd op het daartoe aangewezen pakwagenterrein.
Artikel 22 Zorgplicht veiligheid inrichting
De exploitant verplicht zich ervoor zorg te dragen, dat de inrichting in zodanige staat is, alsmede dat zodanige maatregelen zijn getroffen, dat de veiligheid van het publiek dat zich in of nabij de inrichting bevindt, redelijkerwijs is gewaarborgd. Indien van toepassing dient ook voldaan te worden aan het gestelde in het Warenwetbesluit Attractie en Speeltoestellen.
Artikel 23 Opvolgen voorschriften
De exploitant is verplicht te allen tijde in zijn inrichting toe te laten ambtenaren van politie, bouw- en woningtoezicht, brandweer, alsmede andere vertegenwoordigers van de gemeente, en de voorschriften op te volgen die door deze personen in het belang van de openbare orde, veiligheid, gezondheid en/of goede zeden worden gegeven. Tot deze voorschriften kan behoren de eis tot (tijdelijke) sluiting van de inrichting, in het geval zich een ongeval in of met de inrichting heeft voorgedaan, het gevaar van een ongeval dreigt of in verband met (extreme) weersomstandigheden.
Artikel 24 Vegen rondom de inrichting
1. De exploitant is verplicht om iedere avond, na het sluiten van de kermis, het terrein rondom zijn inrichting schoon te vegen.
2. Onder “rondom zijn inrichting” dient te worden verstaan het terrein binnen de (denkbeeldige) lijn die rondom de inrichting is gelegen hoek, rand of wand van de inrichting een afstand van 10 meter in acht wordt genomen. De afstand van 10 meter kan – in overleg en /of aanwijzing van de kermiscoördinator - meer of minder bedragen.
3. Het opgeveegde afval dient in een op het kermisterrein aanwezige afvalcontainer te worden gedeponeerd.
4. Door of namens burgemeester en wethouders kan toestemming worden verleend om af te zien van het vegen op de laatste avond van de kermis.
IV VERPLICHTINGEN GEMEENTE
Artikel 24 Andere kermissen
1. Behoudens de hiervoor in artikel 2 sub b genoemde kermissen (voorjaars- zomer- en Brouwhuis kermis) zal de gemeente geen kermissen organiseren, noch medewerking verlenen aan derden, die op de openbare weg een kermis willen organiseren, tenzij bestuursrechtelijk medewerking moet worden verleend. Onder kermis wordt in dit verband verstaan: ieder voor publiek toegankelijk evenement waarop meer dan 2 gewoonlijk op kermissen aan te treffen attracties worden geplaatst.
2. Bij de beoordeling van aanvragen voor evenementen op de openbare weg, die onmiddellijk voorafgaande of gelijktijdig met de in artikel 2 sub b genoemde kermissen gehouden worden, zal de gemeente in coördinerende zin trachten eventuele negatieve gevolgen voor de exploitanten van vermaakinrichtingen op de kermis te vermijden. Het vorenstaande laat onverlet het recht van exploitanten om bezwaar en of beroep in te stellen tegen een verleende vergunning.
3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan het college van burgemeester en wethouders voor de periode gelegen tussen het plaatsvinden van de zomerkermis tot en met 31 december van dat jaar, medewerking verlenen aan het organiseren van een éénmalige kermis, tenzij zulks naar hun oordeel nadelige gevolgen zal opleveren voor de organisatie van kermissen in de toekomst, dan wel het niveau daarvan.
V AANSPRAKELIJKHEID
Artikel 25 Verzekeringsplicht
De exploitant is verplicht het risico van aansprakelijkheid, waarin begrepen zowel wettelijke als contractuele aansprakelijkheid, voor schade aan personen en goederen (daaronder begrepen het gehuurde), alsmede de daaruit voortvloeiende schade, direct of indirect verband houdende met de exploitatie van de inrichting, in toereikende mate te verzekeren.
Artikel 26 Schade
1. De exploitant is op gelijke wijze als voor eigen handelen aansprakelijk voor schade die ontstaat door handelen van zijn personeel en van door hem bij de exploitatie ingeschakelde derden.
2. De exploitant vrijwaart de gemeente voor alle in lid 1 bedoelde aanspraken wegens geleden schade, tenzij deze schade het gevolg is van door of vanwege de gemeente voor de samenstelling van de kermis genomen of voorgeschreven maatregelen.
3. De exploitant is aansprakelijk voor alle schade, toegebracht aan de bestrating, aan andere gemeentelijke eigendommen en aan eigendommen van derden, die aan hem te wijten is en welke is ontstaan door het plaatsen van en het rijden met kermisvoertuigen, het oprichten, onderhouden, wijzigen en afbreken van kermisinrichtingen, alsmede door het plaatsen, verplaatsen of verwijderen van machines en werktuigen, of door welke andere oorzaak ook.
Artikel 27 Bedrijfsschade
1. De gemeente is niet aansprakelijk voor bedrijfsschade van exploitanten van vermaakinrichtingen, hoegenaamd ook, als gevolg van het toewijzen van standplaatsen of van door later gebleken noodzaak om daarin verschuivingen aan te brengen noch kan een exploitant daaraan rechten ontlenen om in het algemeen een reductie van de pachtsom te claimen. Datzelfde geldt indien onverhoopt exploitanten geen of slechts beperkt gebruik maken van de hen toegewezen standplaats.
2. Het voren staande laat onverlet dat de gemeente zal trachten de belangen van de afzonderlijke exploitanten zo goed mogelijk te beschermen.
3. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de gemeente onverplicht een gedeeltelijke reductie van de pachtsom toestaan, zulks ter beoordeling van de gemeente.
VI NIET NAKOMING
Artikel 28 Niet-nakoming verhuurvoorwaarden
1. Indien één van beide partijen de verplichtingen op grond van deze verhuurvoorwaarden niet, niet tijdig of niet deugdelijk nakomt is deze partij, na schriftelijk in gebreke te zijn gesteld waarbij een redelijke termijn is gesteld om alsnog na te komen, tenzij zulks op grond van deze voorwaarden, het contract of de wet niet nodig is, en in geval van termijnstelling, nakoming binnen die termijn
uitblijft, aansprakelijk voor alle schade die hieruit voor de andere partij en/of derden voortvloeit en is de andere partij gerechtigd tot ontbinding van de huurovereenkomst over te gaan.
2. De verplichting tot betaling van een schadevergoeding op grond van het vorige lid laat onverlet de verplichting tot betaling van de huursom door de exploitant dan wel het verval van de huursom aan de gemeente. Bij overtreding van die voorwaarden, waarvan naleving - in het belang van de veiligheid van het publiek of in het algemeen belang van de kermis - bij voortduring gewaarborgd dient te zijn, zijn burgemeester en wethouders, onverminderd het bepaalde in lid 1, bevoegd:
a. de inrichting van de exploitant met onmiddellijke ingang te sluiten zo nodig onder het gelijktijdig staken van de levering van elektriciteit;
b. aan de exploitant een boete op te leggen van € 2.500,00 per overtreding en/of voor elke dag of gedeelte daarvan dat de overtreding duurt.
3. Voorwaarden waarvan de naleving bij voortduring gewaarborgd dient te zijn, als bedoeld in lid 3, zijn in ieder geval:
a. artikel 4 (attractie- en consumptieprijzen);
b. artikel 17 (geluid)
c. artikel 18 (exploitatievoorschriften)
d. Artikel 19 (brandveiligheid)
e. Artikel 22 (zorgplicht veiligheid inrichting);
f. artikel 23 (opvolgen voorschriften) .
Artikel 29 Uitsluiting
1. Indien een exploitant in één of meer (voorgaande) jaren niet aan zijn - al dan niet uit deze verhuurvoorwaarden voortvloeiende - verplichtingen jegens de gemeente Helmond heeft voldaan, aanwijzingen door of namens de gemeente, de politie of de brandweer gegeven niet of niet stipt en onmiddellijk heeft opgevolgd of zich heeft misdragen, kan hij voor één of meerdere jaren van deelname aan de kermis worden uitgesloten.
2. Onder misdragen wordt mede verstaan het niet melden van aan bestrating, straatmeubilair, groenvoorzieningen of eigendommen van derden toegebrachte schade.
3. Met gedragingen van een exploitant worden gelijkgesteld gedragingen van personeel.
VII SLOTBEPALING
Artikel 30 Geschillenregeling
Alle geschillen, die naar aanleiding van de verhuur van de standplaatsen mochten ontstaan, van welke aard en omvang ook, daaronder mede begrepen die, welke slechts door één der partijen als zodanig worden beschouwd, zullen worden voorgelegd aan de daartoe bevoegde rechter, tenzij partijen ter zake van die geschillen arbitrage overeenkomen.
Artikel 31 Toepasselijk recht
Geschillen, voortvloeiende uit de toepassing van het bovenstaande, worden beheerst door Nederlands recht.
Vastgesteld
burgemeester en wethouders van Helmond,
mevrouw P.J.M.G. Xxxxxxxx-xxx xxx Xxxxxx mr. drs. X.X.X. xxx Xxxxx de burgemeester de secretaris