BESTEK EN VOORWAARDEN VOOR

BESTEK EN VOORWAARDEN VOOR

……………………………

……………………………

BESTEKNUMMER : *****.**

Oraclenummer : *****

Complexcode : *****

RIJKSVASTGOEDBEDRIJF

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DIRECTIE VASTGOEDBEHEER

AFDELING ASSETMANAGEMENT / REALISATIE LANDELIJK

Bezoekadres:

Xx. Xxxxxxxxxxxx 00, 0000XX, Xxxxxxx

Correspondentieadres:

Xxxxxxx 00000, 0000XX, Xxx Xxxx

Pagina 1 van 1

Deel 1. Algemeen 1

01 OPDRACHTGEVER 2

02 DIRECTIE 2

03 LOCATIE 2

04 ALGEMENE BESCHRIJVING 2

05 TIJDSBEPALING 2

06 ONDERHOUDSTERMIJN 4

07 WERKTIJDEN 5

08 KWALITEITSBORGING 5

09 BONUS VOOR HET BEPERKEN VAN HET ONTTREKKEN EN LOZEN VAN GRONDWATER 5

10 BEWIJS VAN VAKBEKWAAMHEID ONDERAANNEMERS 5

Deel 2.1. Algemene gegevens 6

01	TEKENINGEN	7
02	PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN	7
03	KWALITEITSBORGING	7
04	BIJLAGEN	8
05	TOEGANGSREGELING	8
06	LOCATIEBESCHRIJVING	9
07	NATUUR-, LANDSCHAP- EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN	9
08	ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING	9
09	BODEMKUNDIGE EN GRONDMECHANISCHE GEGEVENS	9
10	MILIEUHYGIËNISCHE GEGEVENS	10
11	MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING	10
12	ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN	10
13	XXXXXXXXXXXXXXXXX	00
00	XXXXXXXX XXX XXXXXXX VAN BEMALINGEN	11
15	ZEEWATERSTANDEN	12
eel 2.2. Nadere beschrijving 13 1 SLOOP- EN OPRUIMINGSWERK 15 11 XXXXXXXXXX 00
00	XXXXXXXXXXXXX	15
13	BITUMINEUZE VERHARDINGEN	15
131	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	15
1311	Freesplan	15
132	MARKERINGEN OP ASFALT	15
133	ASFALTVERHARDINGEN	15
14	CEMENTGEBONDEN VERHARDINGEN	15
141	VOEGVULLINGEN	15
142	MARKERINGEN OP BETON	15
143	BETONVERHARDINGEN	15
144	BREKEN BETONVERHARDING	15
145	PREFAB BETONPLATEN	15
15	BESTRATINGEN	15
151	MARKERINGEN OP BESTRATING	15
152	BETONSTRAATSTEENVERHARDINGEN	15
153	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	15
155	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
00	XXXXXXXXXXXXXXXX XX XXXXX	16
161	KANTOPSLUITINGEN	16
1611	Xxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxxxxx	16
1613	Inritelementen	16
162	XXXXX	00
0000	Xxxxxxxx van xxxxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxx xxx xxxxxxxxxxx	16
1624	Betonnen molgoten	16
1625	Molgoten van prefab betonelementen	16

D CONCEPT

CONCEPT

1626	Xxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxx goten	16
17	FUNDERINGSLAGEN	16
171	ONGEBONDEN FUNDERINGSLAGEN VAN STEENMENGSELS	16
172	GEBONDEN FUNDERINGSLAGEN	16
18	KABELS EN LEIDINGEN	16
181	XXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	17
1812	Xxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxx	17
1814	Xxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx werkzaamheden	17
182	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	17
1822	Waterleidingen	17
1823	Xxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx werkzaamheden	17
183	XXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	17
1832	Gasleidingen	17
1833	Xxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx werkzaamheden	17
184	XXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	17
1842	Hoogspanningskabels	17
1843	Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx werkzaamheden	18
185	COMMUNICATIE- EN XXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	18
1852	Communicatiekabels	18
1853	Xxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx werkzaamheden	18
19	DIVERSEN	18
2	GRONDWERKEN	18
21	ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN	18
211	DETECTEREN	18
212	BENADEREN, IDENTIFICEREN EN VEILIGSTELLEN	18
213	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	18
22	GRONDBEWERKINGEN	18
221	FREZEN GRASLAND (BERMEN)	18
222	SPITTEN EN/OF PLOEGEN	18
223	GRONDVERBETERING	18
23	ONTGRAVEN	18
231	BOVENGROND	18
232	ONDERGROND	19
233	CUNETZAND	19
234	OPSCHONEN WATERGANG	19
24	VERVOEREN	19
241	BOVENGROND	19
242	ONDERGROND	19
243	CUNETZAND	19
25	XXXXXXX	00
000	XXXX VOOR ZANDBED	19
252	TEELGROND	19
26	VERWERKEN	19
261	ONDERGROND	19
262	XXXXXXXXX	00
000	XXXX VOOR ZANDBED	19
264	BOVENGROND	19
265	TEELGROND	19
266	DEMPEN WATERGANG	19

CONCEPT

27	PROFILEREN OPPERVLAKKEN	19
271	ZANDBED	19
272	BERMEN EN PLANTVAKKEN	20
28	GRONDDEPOT	20
281	TIJDELIJK GRONDDEPOT SCHONE GROND	20
2811	Inrichten tijdelijk gronddepot	20
2812	Verwerken in gronddepot	20
2813	Ontgraven uit gronddepot	20
2814	Opruimen tijdelijk gronddepot	20
282	TIJDELIJK GRONDDEPOT VERONTREINIGDE GROND	20
2821	Inrichting tijdelijk gronddepot	20
2822	Verwerken in gronddepot	20
2823	Ontgraven uit gronddepot	20
2824	Opruimen tijdelijk gronddepot	20
3	LEIDINGWERKEN	20
31	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	20
311	BEMALINGEN	20
3111	Bronnering	20
32	XXXXXXXXXXXXXXX-XXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXX VWA	20
3211	Xxxxxxxxx xxxxx	00
0000	Xxxxxxxxx sleuf	21
322	KUNSTSTOF LEIDINGEN VWA	21
3221	PVC ø125 mm	21
3222	PVC ø160 mm	21
3223	PVC ø200 mm	21
3224	PVC ø250 mm	21
3225	PVC ø315 mm	21
3226	PVC ø400 mm	21
323	KUNSTSTOF HULPSTUKKEN VWA	21
3231	PVC ø125 mm	21
3232	PVC ø160 mm	21
3233	PVC ø200 mm	21
3234	PVC ø250 mm	21
3235	PVC ø315 mm	21
3236	PVC ø400 mm	21
324	BETONNEN LEIDINGEN VWA	21
3241	Beton ø300 mm	21
3242	Beton ø400 mm	21
325	PUTTEN VWA	21
3251	Kunststof controleputten	22
3252	Kunststof inspectieputten	22
3253	Betonnen inspectieputten	22
3254	Putranden en deksels	22
326	AANPASSEN BESTAANDE VWA	22
3261	Maken aansluiting	22
3262	Maken inlaat	22
3263	Aanpassen rioolafdekking	22
33	XXXXXXXXXXXXXXXX-XXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXX HWA	22
3311	Xxxxxxxxx xxxxx	00
0000	Xxxxxxxxx sleuf	22
332	KUNSTSTOF LEIDINGEN HWA	22
3321	PVC ø125 mm	22
3322	PVC ø160 mm	22
3323	PVC ø200 mm	22
3324	PVC ø250 mm	22
3325	PVC ø315 mm	22
3326	PVC ø400 mm	22
333	KUNSTSTOF HULPSTUKKEN HWA	23
3331	PVC ø125 mm	23

CONCEPT

3332	PVC ø160 mm	23
3333	PVC ø200 mm	23
3334	PVC ø250 mm	23
3335	PVC ø315 mm	23
3336	PVC ø400 mm	23
334	BETONNEN LEIDINGEN HWA	23
3341	Beton ø300 mm	23
3342	Beton ø400 mm	23
3343	Beton ø500 mm	23
3344	Beton ø600 mm	23
3345	Beton ø700 mm	23
3346	Beton ø800 mm	23
3347	Beton ø900 mm	23
335	PUTTEN HWA	23
3352	Kunststof inspectieputten	23
3353	Betonnen inspectieputten	23
3354	Putranden en deksels	23
336	AANPASSEN BESTAANDE HWA	24
3361	Maken aansluiting	24
3362	Maken inlaat	24
3363	Aanpassen rioolafdekking	24
337	KOLKEN	24
3371	Xxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx	24
34	DRAINAGE	24
341	XXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxx sleuf	24
3412	Aanvullen xxxxx	00
000	XXXXXXXXX	24
3421	PVC ø80 mm	24
3422	PVC ø100 mm	24
3423	PVC ø125 mm	24
3424	PVC ø160 mm	24
3425	PVC ø200 mm	24
343	XXXXXXXXXXX	00
0000	XXX ø80 mm	24
3432	PVC ø100 mm	25
3433	PVC ø125 mm	25
3434	PVC ø160 mm	25
3435	PVC ø200 mm	25
3436	Doorspuitvoorzieningen	25
35	DUIKERS	25
351	GRONDWERK XXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxx sleuf	25
3512	Aanvullen sleuf	25
352	KUNSTSTOF LEIDING DUIKER	25
353	BETONNEN LEIDING DUIKER	25
36	RANDVOORZIENINGEN	25
361	UITSTROOMBAK	25
362	TALUD- EN OEVERBESCHERMING	25
363	GRINDKOFFER	25
364	STALEN XXXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	25
37	DRUKRIOOL	25
371	GRONDWERK DRUKRIOOL	25
3711	Werkput t.b.v. pompput	26
3712	Ontgraven xxxxx x.x.x. xxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxx sleuf t.b.v. persleiding	26
372	POMPPUT	26
3721	Pompput VWA	26
3722	Pompput HWA	26

CONCEPT

373	XXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxx VWA	26
3732	Persleiding HWA	26
38	VOORZIENINGEN	26
381	VOORZIENINGEN T.B.V. OMLEIDEN RIOOLWATER	26
382	VOORZIENINGEN T.B.V. VOETGANGERS	26
39	BEPROEVEN EN CONTROLEREN RIOLERING	26
391	REINIGEN RIOLERING	26
3911	XXX-xxxxxxxxx	00
0000	XXX-xxxxxxxxx	26
392	BEPROEVEN	26
3921	XXX-xxxxxxxxx	00
0000	XXX-xxxxxxxxx	26
3923	Drukriool	27
393	INSPECTEREN XXXXXXXXX	00
0000	XXX-xxxxxxxxx	27
3932	XXX-xxxxxxxxx	00
0	XXXXXXXXXXXXXXX	27
41	FUNDERINGEN	27
411	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	27
4111	Egaliseren en verdichten zandbed	27
412	FUNDERING XXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxx funderingslagen van steenmengsel	27
4122	Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel	27
4123	Gebonden funderingslagen	27
413	FUNDERING BETONVERHARDINGEN	27
4131	Ongebonden funderingslagen van steenmengsel	27
4132	Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel	27
4133	Gebonden funderingslagen	27
414	FUNDERING XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxx funderingslagen van steenmengsel	27
415	AFWERKEN XXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxx funderingslagen	28
4152	Profileren funderingslagen	28
4153	Verdichten funderingslagen	28
42	KANTOPSLUITINGEN EN GOTEN	28
421	XXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx 130/150	28
4212	Trottoirbanden 180/200	28
4213	Trottoirbanden RWS	28
422	XXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxx 80	28
4222	Opsluitbanden 100	28
4223	Opsluitbanden 120	28
423	INRITELEMENTEN	28
424	OPNIEUW STELLEN XXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx	28
4242	Xxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx	28
425	XXXXX	00
0000	Xxxxxxxx van xxxxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxx xxx xxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxx xxx xxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxx van prefab betonelementen	29
4255	Voegen	29
426	ROOSTERGOOT	29
4261	Inwendige breedte 100 mm	29
4262	Inwendige breedte 150 mm	29
4263	Inwendige breedte 200 mm	29
427	VERHOLEN GOOT	29
4271	Inwendig ø100 mm	29

CONCEPT

4272	Inwendig ø160 mm	29
4273	Inwendig ø200 mm	29
4274	Inwendig ø300 mm	29
43	BITUMINEUZE VERHARDINGEN	29
431	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	29
432	ASFALTLAGEN	29
433	VOEGEN	29
44	BETONVERHARDINGEN	29
441	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	29
442	BETONVERHARDING	30
443	PREFAB BETONPLAATVERHARDING	30
4431	Straatlaag	30
4432	Prefab betonplaten	30
444	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	30
4442	Kunststof grond- en deklaag	30
4443	Tone Down	30
445	VOEGEN	30
45	ELEMENTENVERHARDINGEN	30
451	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	30
4511	Egaliseren en verdichten zandbed	30
4512	Xxxxxxxxxx	00
452	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxxxxx	30
4522	Xxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx	30
453	BETONTEGELVERHARDING	30
4531	Xxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx	31
454	NATUURSTEENVERHARDING	31
4541	Xxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx	31
455	GRIND	31
46	WEGBEBAKENING	31
461	XXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxx werkzaamheden	31
4612	Wegenverf op asfaltverhardingen	31
4613	Wegenverf op betonverhardingen	31
4614	Wegenverf op elementenverhardingen	31
4615	2-Componentenmarkering op xxxxxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	0-Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx op betonverhardingen	31
4617	Agglomeraatmarkering op asfaltverhardingen	31
4618	Agglomeraatmarkering op betonverhardingen	31
4619	Sprayplastmarkering op anti-skid	31
462	BEBORDING	31
5	WERKTUIGBOUWKUNDIGE WERKZAAMHEDEN	31
51	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	31
52	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXX	32
522	WATERLEIDING	32
523	HULPSTUKKEN	32
524	APPENDAGES	32
525	BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN	32
526	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	32
53	XXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXX	32
532	GASLEIDING	32
533	HULPSTUKKEN	32
534	APPENDAGES	32
535	BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN	32
536	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	32

CONCEPT

54	MANTELBUIZEN	32
6	ELEKTROTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN	32
61	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	32
62	LAAGSPANNINGSNET	32
621	GRONDWERK	32
622	LAAGSPANNINGSKABELS	33
623	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	33
63	TERREINVERLICHTING	33
631	GRONDWERK	33
632	LAAGSPANNINGSKABELS	33
633	LICHTMASTEN	33
634	VERLICHTING RIJWIELSTALLING	33
635	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	33
64	COMMUNICATIE- EN DATAKABELS	33
641	GRONDWERK	33
642	CENTRALE ANTENNE INSTALLATIEKABELS	33
643	TELEFOONKABELS	33
644	XXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxx	33
6442	Xxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxx	33
645	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	33
65	MANTELBUIZEN	33
651	PVC Ø160 MM	33
7	GROENVOORZIENINGEN	34
71	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	34
72	LEVEREN BEPLANTING	34
721	BOMEN	34
722	SPILLEN OF VEREN	34
723	BOSPLANTSOEN	34
724	SIERPLANTSOEN	34
725	HAAGPLANTSOEN	34
726	VASTE PLANTEN	34
73	BEPLANTINGSWERK	34
731	BOMEN	34
732	SPILLEN OF VEREN	34
733	BOSPLANTSOEN	34
734	SIERPLANTSOEN	34
735	HAAGPLANTSOEN	34
736	VASTE PLANTEN	34
74	INZAAIEN	34
741	ZAAIEN	34
742	BESPUITEN OPPERVLAK	34
75	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	35
751	BOOMBESCHERMING	35
76	NAZORG	35
761	BOMEN	35
762	SPILLEN OF VEREN	35
763	BOSPLANTSOEN	35
764	SIERPLANTSOEN	35
765	HAAGPLANTSOEN	35
766	VASTE PLANTEN	35
767	GRASLAND	35
77	INBOETEN BOMEN EN BEPLANTING	35
771	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	35
772	LEVEREN	35
773	INBOETEN	35
774	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	35
8	WERKZAAMHEDEN ALGEMENE AARD	35
81	WERKTERREIN	35
811	BOUWHEKWERK	35

812	XXXXXXX	00
813	BEWEGWIJZERING T.B.V. BOUWTERREIN	36
814	AFZETTINGEN	36
815	SCHOONMAKEN TERREIN	36
82	FYSIEKE XXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXXXXXX	36
8211	Xxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxxxxxxxxxx	36
8213	Wildraster	36
8214	Xxxxxxxxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxx hekwerk	36
822	POORTEN	36
8221	Xxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxxxx	36
8223	Xxxxxxxxxxxxx	00
0000	Xxxxxxxxxx	36
823	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxx	36
8232	Anti-autopalen	36
824	XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX	00
0000	Xxxxxxxxxxxx	37
83	XXXXXXXXXXXXXXXXX	00
000	XXXXXXXXXXXXXXXXX	37
832	STRAATMEUBILAIR	37
833	BEWEGWIJZERING T.B.V. COMPLEX	37
84	PREFAB BETONCONSTRUCTIES	37
841	KEERWANDEN	37
85	OEVERWERKEN	37
86	PROEFSLEUVEN	37
87	INZETTEN WERKNEMERS EN MATERIEEL	37
871	INZETTEN WERKNEMERS	37
872	INZETTEN MATERIEEL	37
88	DIRECTIEBEHOEFTEN	37
881	HULPMIDDELEN	37
882	BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN	37
9	STAARTPOSTEN	37
91	EENMALIGE KOSTEN	37
95	STELPOSTEN	38

CONCEPT

Deel 3. Bepalingen 39

01 ALGEMEEN EN ADMINISTRATIEF 40

01 01 ALGEMENE BEPALINGEN 40

01 02 BETALINGSREGELINGEN: AANNEMINGSSOM 43

01 03 BETALINGSREGELINGEN: AFWIJKINGEN VAN VERREKENBARE HOEVEELHEDEN 44

01 04 BETALINGSREGELINGEN: RISICOREGELING 44

01 06 BETALINGSREGELINGEN: DECLARATIES 44

01 07 ZEKERHEIDSTELLING 44

01 08 BIJDRAGEN 45

01 09 KABELS EN LEIDINGEN 45

01 11 VERBAND MET ANDERE WERKEN 45

01 12 MAATREGELEN IN HET BELANG VAN HET VERKEER 47

01 13 KWALITEITSPLAN, ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN, FLEXIBELE UITVOERINGSTERMIJN 47

01 14 BOUWSTOFFEN 48

01 15 GARANTIE 51

01 16 VERZEKERINGEN 52

01 17 VRIJGEKOMEN MATERIALEN 53

01 19 ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN 54

01 22 TE BESCHERMEN PLANT- EN DIERSOORTEN 56

01 23 COMMUNICATIE 56

01 24 BEELDKWALITEIT 56

01 25 VAKOPLEIDING 57

CONCEPT

01 26	INZET PERSONEN IN HET KADER VAN SOCIAL RETURN	57
01 71	BEDRIJFSLEVEN	60
01 72	HULPMIDDELEN VAN DE OPDRACHTGEVER	60
01 73	VEILIGHEID	61
01 74	BESTEKSADMINISTRATIE	64
01 75	REVISIETEKENINGEN TERREINBIJZONDERHEDEN	65
01 76	MILIEUZORG	66
01 77	WERKTERREIN	67
10	WERK ALGEMENE AARD	67
10 7	AFRASTERINGEN, POORTEN, SLAGBOMEN EN PALEN	67
10 71	BEGRIPPEN	67
10 72	EISEN EN UITVOERING	67
10 75	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	68
10 76	BOUWSTOFFEN	68
11	SLOOPWERK	69
11 0	SLOOPWERK, ALGEMEEN	69
11 01	BEGRIPPEN	69
16	ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN	69
16 1	ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN	69
16 12	EISEN EN UITVOERING	69
17	VERONTREINIGDE GROND EN VERONTREINIGD WATER	69
17 0	VERONTREINIGDE GROND EN VERONTREINIGD WATER, ALGEMEEN	69
17 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	69
17 1	DROOG VERWERKEN VAN VERONTREINIGDE GROND	69
17 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	69
17 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	70
17 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	70
17 2	NAT VERWERKEN VAN VERONTREINIGDE GROND	70
17 22	EISEN EN UITVOERING	70
17 24	RISICOVERDELING EN GARANTIES	71
17 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	71
17 3	GROND REINIGEN	71
17 32	EISEN EN UITVOERING	71
17 33	INFORMATIE-OVERDRACHT	71
17 4	WATER REINIGEN	71
17 42	EISEN EN UITVOERING	71
17 44	RISICOVERDELING EN GARANTIES	71
17 47	MEET- EN VERREKENMETHODEN	72
18	BAGGERWERKEN	72
18 1	KLEINSCHALIGE BAGGERWERKEN	72
18 12	EISEN EN UITVOERING	72
18 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	72
18 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	72
21	BEMALINGEN	72
21 1	BEMALINGEN	72
21 12	EISEN EN UITVOERING	72
21 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	72
21 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	73
21 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	73
22	GRONDWERKEN	73
22 0	GRONDWERKEN, ALGEMEEN	73
22 02	EISEN EN UITVOERING	73
22 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	74
22 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	74
22 06	BOUWSTOFFEN	74
22 07	MEET- EN VERREKENMETHODEN	74
22 1	CULTUURTECHNISCH GRONDWERK	75
22 12	EISEN EN UITVOERING	75
22 3	NATUURTECHNISCH GRONDWERK	75
22 31	BEGRIPPEN	75
22 32	EISEN EN UITVOERING	75

CONCEPT

22 34	RISICOVERDELING EN GARANTIES	75
22 37	MEET- EN VERREKENMETHODEN	75
22 5	AEC-BODEMAS	76
22 51	BEGRIPPEN	76
22 52	EISEN EN UITVOERING	76
22 56	BOUWSTOFFEN	76
23	DRAINAGE	76
23 1	HORIZONTALE DRAINAGE	76
23 11	BEGRIPPEN	76
23 12	EISEN EN UITVOERING	76
23 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	77
24	SLEUF- EN SLEUFLOZE TECHNIEKEN	77
24 0	SLEUF- EN SLEUFLOZE TECHNIEKEN, ALGEMEEN	77
24 01	BEGRIPPEN	77
24 02	EISEN EN UITVOERING	77
24 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	77
24 2	HORIZONTALE BORINGEN	78
24 23	INFORMATIE-OVERDRACHT	78
24 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	78
25	RIOLERING	78
25 0	RIOLERING, ALGEMEEN	78
25 01	BEGRIPPEN	78
25 02	EISEN EN UITVOERING	78
25 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	79
25 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	79
25 06	BOUWSTOFFEN	80
25 1	AANLEG RIOLERING	80
25 12	EISEN EN UITVOERING	80
25 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	81
25 2	RIOOLRENOVATIE	81
25 21	BEGRIPPEN	81
25 22	EISEN EN UITVOERING	81
25 23	INFORMATIE-OVERDRACHT	84
25 24	RISICOVERDELING EN GARANTIES	85
25 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	87
25 26	BOUWSTOFFEN	87
25 27	MEET- EN VERREKENMETHODEN	88
25 3	RIOOLREINIGING	88
25 31	BEGRIPPEN	88
25 32	EISEN EN UITVOERING	88
25 34	RISCOVERDELING EN GARANTIES	89
25 35	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	90
25 36	BOUWSTOFFEN	90
25 37	MEET- EN VERREKENMETHODEN RIOOLREINIGING	90
25 4	RIOOLINSPECTIE	91
25 41	BEGRIPPEN	91
25 42	EISEN EN UITVOERING	91
25 43	INFORMATIE-OVERDRACHT	96
25 44	RISICOVERDELING EN GARANTIES	98
25 45	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	100
25 46	BOUWSTOFFEN	100
25 47	MEET- EN VERREKENMETHODEN	100
26	KABELWERK	100
26 0	KABELWERK, ALGEMEEN	100
26 02	EISEN EN UITVOERING	100
26 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	101
26 04	RISICOVERDELING EN GARANTIES	101
26 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	101
26 1	ENERGIEGRONDKABELS	101
26 12	EISEN EN UITVOERING	102
26 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	103

CONCEPT

26 16	BOUWSTOFFEN	103
26 2	COMMUNICATIEKABELS	104
26 22	EISEN EN UITVOERING	104
26 24	RISICOVERDELING EN GARANTIES	105
26 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	105
26 26	BOUWSTOFFEN	105
27	WATERPUTTEN	105
27 2	INRICHTEN VAN BOORGAT TOT WATERPUT	105
27 22	EISEN EN UITVOERING	105
27 26	BOUWSTOFFEN	105
28	GAS- EN WATERLEIDING	106
28 1	GAS- EN WATERLEIDING	106
28 11	BEGRIPPEN	106
28 12	EISEN EN UITVOERING	107
28 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	107
28 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	108
28 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	109
32	WEGBEBAKENING	109
32 1	MARKERINGEN	109
32 12	EISEN EN UITVOERING	109
32 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	109
32 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	109
34	VERLICHTING	109
34 1	VERLICHTING	109
34 12	EISEN EN UITVOERING	109
34 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	109
34 16	BOUWSTOFFEN	109
35	VERKEERSREGELINSTALLATIES	110
35 0	VERKEERSREGELINSTALLATIES, ALGEMEEN	110
35 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	110
35 04	RISICOVERDELING EN GARANTIES	110
35 1	VERKEERSREGELTOESTEL	111
35 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	111
35 16	BOUWSTOFFEN	112
35 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	112
35 4	BOVENGRONDSE VOORZIENINGEN	112
35 45	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	112
36	GELUIDBEPERKENDE CONSTRUCTIES	113
36 1	GELUIDBEPERKENDE CONSTRUCTIES	113
36 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	113
41	FUNDERINGSCONSTRUCTIES	113
41 0	FUNDERINGSCONSTRUCTIES, ALGEMEEN	114
41 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	114
41 1	PALEN	114
41 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	114
43	STAALCONSTRUCTIES	115
43 1	STAALCONSTRUCTIES	115
43 12	EISEN EN UITVOERING	115
43 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	115
43 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	115
43 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	115
43 72	EISEN EN UITVOERING KATHODISCHE BESCHERMING	116
43 73	INFORMATIE-OVERDRACHT KATHODISCHE BESCHERMING	116
43 74	RISICOVERDELING EN GARANTIES KATHODISCHE BESCHERMING	117
43 75	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN KATHODISCHE BESCHERMING	118
43 76	BOUWSTOFFEN KATHODISCHE BESCHERMING	118
47	KLEINE KUNSTWERKEN	119
47 0	KLEINE KUNSTWERKEN, ALGEMEEN	119
47 06	BOUWSTOFFEN	119
50	AFVAL- EN REINIGINGSDIENSTEN	119
50 4	GLADHEIDSBESTRIJDING	119

CONCEPT

50 47	MEET- EN VERREKENMETHODEN	119
51	GROENVOORZIENINGEN	119
51 0	GROENVOORZIENINGEN, ALGEMEEN	119
51 02	EISEN EN UITVOERING	119
51 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	120
51 04	RISICOVERDELING EN GARANTIES	121
51 06	BOUWSTOFFEN	121
51 07	MEET- EN VERREKENMETHODEN	121
51 1	WATER EN WATERGANGEN	121
51 12	EISEN EN UITVOERING	121
51 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	122
51 2	GRAS EN KRUIDACHTIGEN	122
51 21	BEGRIPPEN	122
51 22	EISEN EN UITVOERING	122
51 23	INFORMATIE-OVERDRACHT	122
51 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	122
51 3	SPORTVELDEN	123
51 32	EISEN EN UITVOERING	123
51 4	BEPLANTINGEN	123
51 41	BEGRIPPEN	123
51 42	EISEN EN UITVOERING	123
51 44	RISICOVERDELING EN GARANTIES	124
51 46	BOUWSTOFFEN	124
51 5	BOMEN	124
51 52	EISEN EN UITVOERING	124
51 54	RISICOVERDELING EN GARANTIES	125
51 55	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	126
51 56	BOUWSTOFFEN	126
51 8	ONKRUID EN NATUURLIJK AFVAL OP VERHARDING	126
51 81	BEGRIPPEN	126
51 82	EISEN EN UITVOERING	126
51 84	RISICOVERDELING EN GARANTIES	126
52	XXXX- XX XXXXXXXXXXX	000
00 0	XXXX- XX XXXXXXXXXXX, ALGEMEEN	127
52 04	RISICOVERDELING EN GARANTIES	127
52 3	STEENBESTORTING, BALLAST-, VUL- EN FILTERLAAG	127
52 32	EISEN EN UITVOERING	127
52 37	MEET- EN VERREKENMETHODEN	127
52 5	GEBONDEN BEKLEDINGSCONSTRUCTIES	127
52 56	BOUWSTOFFEN	128
56	CONSERVERINGSWERKEN	128
56 0	ALGEMEEN	128
56 06	BOUWSTOFFEN	128
56 2	CONSERVERINGSWERKEN, STAAL	128
56 22	EISEN EN UITVOERING	128
56 27	MEET- EN VERREKENMETHODEN	128
62	TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN	129
62 0	TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN, ALGEMEEN	129
62 04	RISICOVERDELING EN GARANTIES	129
62 1	TIJDELIJKE VERKEERSMAATREGELEN	129
62 12	EISEN EN UITVOERING	129
64	FLORA- EN FAUNAMAATREGELEN EN -VOORZIENINGEN	129
64 1	FLORA- EN FAUNAMAATREGELEN EN -VOORZIENINGEN	129
64 12	EISEN EN UITVOERING	129
71	SPORT-, SPEEL- EN RECREATIEVOORZIENINGEN	130
71 1	SPEELTOESTELLEN	130
71 12	EISEN EN UITVOERING	130
71 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	130
71 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	130
71 16	BOUWSTOFFEN	130
71 3	RECREATIEVOORZIENINGEN	130

CONCEPT

71 33	INFORMATIE-OVERDRACHT	130
71 36	BOUWSTOFFEN	131
72	MEUBILAIR	131
72 1	MEUBILAIR	131
72 16	BOUWSTOFFEN	131
80	FUNDERINGSLAGEN	131
80 0	ALGEMEEN	131
80 02	EISEN EN UITVOERING	131
80 1	VERHARDINGSLAGEN VAN XXXXXXXXXXXX	131
80 12	EISEN EN UITVOERING	131
80 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	132
80 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	132
80 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	132
80 16	BOUWSTOFFEN	132
80 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	133
80 2	GEBONDEN FUNDERINGEN	134
80 22	EISEN EN UITVOERING	134
80 27	MEET- EN VERREKENMETHODEN	134
80 6	SCHRAAL BETON VOOR FUNDERINGSLAGEN	134
80 62	EISEN EN UITVOERING	134
80 63	INFORMATIE-OVERDRACHT	134
80 64	RISICOVERDELING EN GARANTIES	135
80 65	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	135
80 66	BOUWSTOFFEN	135
80 67	MEET- EN VERREKENMETHODEN	136
81	BITUMINEUZE VERHARDINGEN	136
81 0	BITUMINEUZE VERHARDINGEN, ALGEMEEN	136
81 03	INFORMATIE-OVERDRACHT	136
81 1	VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN	136
81 12	EISEN EN UITVOERING	136
81 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	136
81 2	ASFALTVERHARDINGEN	136
81 21	BEGRIPPEN	137
81 22	EISEN EN UITVOERING	137
81 24	RISICOVERDELING EN GARANTIES	138
81 25	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	139
81 26	BOUWSTOFFEN	139
81 27	MEET- EN VERREKENMETHODEN	141
82	BETONVERHARDINGEN	141
82 0	BETONVERHARDING, ALGEMEEN	141
82 01	BEGRIPPEN	141
82 1	BETONVERHARDINGEN	141
82 11	BEGRIPPEN	141
82 12	EISEN EN UITVOERING	141
82 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	143
82 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	144
82 16	BOUWSTOFFEN	144
82 17	MEET- EN VERREKENMETHODEN	146
82 7	KUNSTSTOFDEKLAGEN	149
82 72	EISEN EN UITVOERING KUNSTSTOF DEKLAGEN	149
82 73	INFORMATIE-OVERDRACHT KUNSTSTOF DEKLAGEN	149
82 74	RISICOVERDELING EN GARANTIES KUNSTSTOF DEKLAGEN	150
82 76	BOUWSTOFFEN KUNSTSTOF DEKLAGEN	150
82 77	MEET- EN VERREKENMETHODEN KUNSTSTOF DEKLAGEN	150
82 8	BETONVERHARDINGEN, BEHEER EN ONDERHOUD	151
82 86	BOUWSTOFFEN	151
83	ELEMENTENVERHARDINGEN	151
83 0	ELEMENTENVERHARDINGEN, ALGEMEEN	151
83 02	EISEN EN UITVOERING	151
83 05	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	151
83 1	STRAATWERK	151

83 12	EISEN EN UITVOERING	151
83 13	INFORMATIE-OVERDRACHT	152
83 14	RISICOVERDELING EN GARANTIES	153
83 15	BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN	153
83 16	BOUWSTOFFEN	153
83 2	ELEMENTENVERHARDING VAN NATUURSTEEN	154
83 24	RISICOVERDELING EN GARANTIES	154
84	BIJZONDERE VERHARDINGEN	154
84 7	VLOEISTOFDICHTE VERHARDINGEN	154
84 71	BEGRIPPEN	154
84 73	INFORMATIE-OVERDRACHT	154

CONCEPT

1. ALGEMEEN‌

CONCEPT

01 OPDRACHTGEVER

Namens DE STAAT DER NEDERLANDEN, te dezen vertegenwoordigd door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, namens deze, [Naam] [Functieaanduiding (conform mandaatregeling)].

- OF -

Namens DE STAAT DER NEDERLANDEN, te dezen vertegenwoordigd door de staatssecretaris van Defensie, namens deze, [Naam] [Functieaanduiding (conform mandaatregeling)].

- OF -

Namens DE STAAT DER NEDERLANDEN, te dezen vertegenwoordigd door de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de staatssecretaris van Defensie, namens deze, [Naam] [Functieaanduiding (conform mandaatregeling)].

Maak een keuze uit één van de bovenstaande opties:

Keuze 1: Opdrachten voor de Rijksportefeuille worden ondertekend namens de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening

Keuze 2: Opdrachten voor Defensie worden ondertekend namens de staatssecretaris van Defensie

Keuze 3: Gecombineerde opdrachten voor Rijk en Defensie worden ondertekend namens de minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en namens de staatssecretaris van Defensie.

Vier specifieke Defensiecomplexen vallen, in afwijking van de hoofdregel, onder de Rijksportefeuille (Rijkshuisvestingsstelsel, te weten: Plein-Kalvermarkt-Complex (hoofdlocatie ministerie van Defensie), Rijksbedrijvencentrum Rijswijk, Locatie KMAR Terneuzen en het Koninklijk Militair tehuis Bronbeek.

Zie ook het algemene gedeelte (hoofdstuk 00) van de Handleiding.

Voor aanvang van het werk zal de opdrachtgever aan de aannemer schriftelijk mededeling doen van wie als directie, als bedoeld in paragraaf 3, lid 1 van de UAV 2012, zal optreden.

De mandaadregeling is te vinden op de netwerkschijf van N&L (G:\VB\ASM\N&L\2. Kennisbank\2. Contracten\1. Aanbesteding). Invullen in overleg met de projectleider/-manager.

02 DIRECTIE

CONCEPT

Voorbeeld:

De directie zal worden gevoerd door ...

Zie ook het algemene gedeelte (hoofdstuk 00) van de handleiding.

03 LOCATIE

De werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd op:

- ............;

in de gemeente(n):

- ............;

De toegang van het terrein is gelegen aan de ............

Het (defensie)complex, gemeente en adres van het werk vermelden.

04 ALGEMENE BESCHRIJVING

Het werk bestaat in hoofdzaak uit:

- ..............................................................

- ..............................................................

- enzovoort

Een beschrijving opnemen die een duidelijk beeld schetst van het uit te voeren werk en de samenhang van de verschillende werkzaamheden.

Geen hoeveelheden opnemen.

Alleen werkzaamheden vermelden die in het bestek nader worden beschreven. Werkzaamheden opsommen in logische werkvolgorde.

Zie ook het algemene gedeelte (hoofdstuk 00) van de handleiding.

05 TIJDSBEPALING

Het werk opleveren op waarbij de feitelijke uitvoeringsduur – binnen deze ruim aangegeven

uitvoeringstermijn – in overleg tussen directie en aannemer wordt bepaald overeenkomstig artikel 01.13.07 van de

Standaard.

De korting, bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, bedraagt per dag: €...

- OF - (2)

De termijn waarbinnen het werk, gerekend vanaf de datum van aanvang, dient te worden opgeleverd bedraagt: De korting, bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, bedraagt per dag: €...

- OF - (3)

Het werk dient te worden opgeleverd op:

De korting, bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, bedraagt per dag: €...

- OF - (4)

De termijnen waarbinnen de onderstaande delen van het werk, gerekend vanaf de datum van aanvang, dienen te worden opgeleverd bedragen:

- Deel 1: ............

Termijn: ............

- Deel 2: ............

Termijn: ............

De korting, bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, bedraagt:

Deeloplevering 1, per dag: € ...

Deeloplevering 2, per dag: € ...

- OF - (5)

De onderstaande delen van het werk dienen uiterlijk te worden opgeleverd op:

CONCEPT

- Deel 1: ............

Opleveringsdatum: ............

- Deel 2: ............

Opleveringsdatum: ............

De korting, bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, bedraagt:

Deeloplevering 1, per dag: € ...

Deeloplevering 2, per dag: € ...

- EN - (6)

Het bedrag der kortingen die de aannemer kan worden opgelegd uit hoofde van paragraaf 42 van de UAV 2012 bedraagt maximaal % van de aannemingssom.

- EN - (7)

De Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om deze overeenkomst ... maal met jaar te verlengen

Keuze 1: Opnemen om de mogelijkheid te bieden om op grond van het bestek in onderling overleg overeenkomstig het bepaalde in artikel 01.13.07 van de Standaard invulling te geven aan het bevorderen van de binnenjaarlijkse continuïteit.

Uiterlijke datum van oplevering vermelden.

Bij een toe te passen korting bij overschrijding van de datum van oplevering, anders dan bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, deze korting hier vermelden.

Afhankelijk van de gevolgschade een kortingsbedrag opnemen (hoogte van het kortingsbedrag in overleg met de projectleider).

Indien de aard van het werk, de omstandigheden of de uitvoering van het met het werk in verband staande werken zich verzet tegen een flexibele uitvoeringstermijn, keuze 2 opnemen.

Keuze 2-3: Uitvoeringstermijn vermelden; zie ook paragraaf 8 van de UAV 2012.

Bij een toe te passen korting bij overschrijding van de datum van oplevering, anders dan bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, deze korting hier vermelden.

Afhankelijk van de gevolgschade een kortingsbedrag opnemen (hoogte van het kortingsbedrag in overleg met de projectleider).

Keuze 4-5: Uitvoeringstermijnen vermelden; zie ook paragraaf 8 van de UAV 2012.

Bij een toe te passen korting bij overschrijding van de datum van oplevering, anders dan bedoeld in paragraaf 42 lid 2 van de UAV 2012, deze korting hier vermelden.

Afhankelijk van de gevolgschade een kortingsbedrag opnemen (hoogte van het kortingsbedrag in overleg met de projectleider).

Bij oplevering in delen dient voorafgaand te worden aangegeven om welke delen het betreft, om discussie in de realisatiefase te voorkomen. Dit kan bijvoorbeeld door middel van

- een tekening met de fasering en deelopleveringen er op aangegeven;

- een toelichting in een bijlage; of

- een opsomming van de besteksposten indien deze duidelijk zijn afgekaderd (en dus geen overlap in de fasen binnen dezelfde bestekspost).

In deze bepaling kan tevens worden bepaald dat de opleveringstijdstippen geen verband met elkaar hebben, waardoor bij te late oplevering wel één of meerdere korting(en) kan worden opgelegd. Bekijk dit goed per deeloplevering. Indien verwacht wordt dat er schade is bij een te late deeloplevering dan moet dit worden meegenomen in de korting voor die deeloplevering. De eindoplevering van het project kan om dezelfde redenen daarom ook vertraging vertragen (project schuift geheel door). De UAV 2012 zegt dat in dat geval bij de eindoplevering geen korting meer kan worden opgelegd voor een vertraging waar eerder al een korting over is geheven. Er kan hiervan afgeweken worden, maar dit alleen doen indien aantoonbaar gemaakt kan worden dat er extra schade zou ontstaan indien niet alleen de deeloplevering vertraagd, maar daardoor ook de eindoplevering. Neem in dat geval de onderstaande tekst op:

In verband met paragraaf 42 lid 4 van de UAV 2012 wordt bepaald dat de voor deelopleveringen genoemde tijdstippen niet met elkaar in verband staan.

Keuze 6: Opnemen als er een maximering van de totale korting op het project geldt.

Let goed op bij de hoogte van de korting bij te late oplevering en de vraag om deze wel of niet te beperken tot een (totaal) maximum. Hier spelen twee zaken een belangrijke rol:

1. Hoogte van het kortingsbedrag per dag:

Naast het kortingsbedrag per dag mag een opdrachtgever geen schade claimen voor te late oplevering. Het kortingsbedrag moet dus tevens de eventueel te leiden schade omvatten, daarnaast moet de korting ook een stimulans opleveren voor partijen om wel tijdig op te leveren, ook als de gevolgschade voor de opdrachtgever niet groot zou zijn. Het bedrag dat hier wordt opgenomen moet worden afgestemd op een eventueel totaal maximum aan korting. Als hier niets wordt opgenomen dan is, volgens de UAV 2012, de korting € 60,- per dag.

CONCEPT

2. Maximering van de totaal op te leggen korting bij te late oplevering:

Er kan voor gekozen worden om de totale korting voor te late oplevering te maximeren. Xxxxxx dan dit maximum goed aan de korting per dag. Reken uit voor hoeveel dagen te late oplevering opgelegd kan worden, voordat er aan het maximum gekomen wordt. Indien dit aantal dagen in de projectuitvoeringsduur lang genoeg is, dat redelijkerwijs gesteld kan worden dat 'als de vertraging zo lang is, dan zou de partij al eerder in gebreke gesteld zijn en de werkzaamheden mogelijk door een ander afgerond', dan is dat maximum mogelijk.

Rekenvoorbeeld:

In een project met een omvang van € 1.000.000,- (excl. btw) wordt de schade bij te late oplevering ingeschat en dus ook vastgesteld op € 1000,- per dag. Als er dan gekozen wordt om een maximering toe te passen van 10%, wordt dat maximum (10% = € 100.000,-) bereikt na 100 dagen (iets meer dan 3 maanden) te laat opleveren.

Daarna is er geen korting meer. Afhankelijk van de uitvoeringsduur kan ingeschat worden of een uitloop van 3 maanden überhaupt realistisch is, of dat er dan al andere maatregelen zijn getroffen. Anders kan de maximering wellicht omhoog naar bijv. 15%, waardoor maximaal 5 maanden korting opgelegd kan worden.

Keuze 7: Opnemen bij onderhoudscontracten die mogelijk verlengd kunnen worden. Dan het maximale aantallen verlengingen en de lengte per verlenging opnemen in overleg met de projectleider en ICM. Xxxxx dan wel dat voor elke verlenging opnieuw een bestek gemaakt moet worden.

06 ONDERHOUDSTERMIJN

De onderhoudstermijn, als bedoeld in paragraaf 11 lid 1 van de UAV 2012, bedraagt kalendermaanden.

- OF -

Geen

Keuze 1: Opnemen indien riolering, waterbouwkundige elementen en/of groenvoorzieningen anders dan in te zaaien terrein is opgenomen in het bestek, dient een onderhoudstermijn te worden opgenomen van ten minste 6 maanden. Bij kleine eenvoudige werken zonder riolering en/of groenvoorzieningen volstaat een onderhoudstermijn van 3 maanden.

Keuze 2: Opnemen indien geen onderhoudstermijn is voorgeschreven.

07 WERKTIJDEN

De commandant van de kazerne/vliegbasis heeft de bevoegdheid, wanneer militaire oefeningen het noodzakelijk maken, scherpere bepalingen te stellen dan die normaal van kracht zijn c.q. de werkzaamheden gedurende een bepaalde tijd op de gehele kazerne/vliegbasis of een gedeelte daarvan te verbieden. Hieromtrent zal de wederpartij vooraf worden ingelicht.

- OF -

De toegestane werktijden zijn:

Maandag t/m vrijdag **:00 t/m **:00 uur.

- EN/OF -

De werkzaamheden aan de hoofdbaan dienen te geschieden in de nachtelijke uren, waarbij de volgende werktijden in acht dienen te worden genomen (alle tijden in lokale tijd):

- Zondagavond van 22:00 uur tot maandagmorgen 06:45 uur

- Maandagavond van 22:00 uur tot dinsdagmorgen 06:45 uur

- Dinsdagavond 22:00 uur tot woensdagmorgen 06:45 uur

- Woensdagavond 22:00 uur tot donderdagmorgen 06:45 uur

- Donderdagavond 22:00 uur tot vrijdagmorgen 06:45 uur

- Vrijdagavond 22:00 uur tot zaterdagmorgen 08:00 uur

- Zaterdagavond 20:00 tot zondagmorgen 10:00 uur

Keuze 1: Bij complexen van Defensie altijd opnemen. Keuze maken in de aard van het complex. Indien van toepassing ook in deel 2.2 besteksposten opnemen voor de kosten voor het stilleggen c.q. beperken van de werkzaamheden.

CONCEPT

Keuze 2: Tijden invullen in overleg met de gebruiker. Voor veel vliegbases geldt een afwijkende toegestane werktijd in verband met begeleiding. Bij contracten op meerdere complexen eventueel onderscheid maken in de verschillende toegestane werktijden van de complexen.

Keuze 3: Bij nachtwerk aan/nabij de hoofdbaan. Werktijden aanpassen in overleg met de gebruiker.

08 KWALITEITSBORGING

Van de aannemer wordt verlangd dat de hij beschikt over een kwaliteitssysteem dat betrekking heeft op de aard van het werk overeenkomstig het bepaalde in artikel 01.13.01 van de Standaard.

- OF -

Niet van toepassing.

Keuze 1: Alleen opnemen indien wordt verlangd dat de inschrijver in het bezit is van een kwaliteitssysteemcertificaat. Eventueel het verlangde kwaliteitssysteem vermelden.

09 BONUS VOOR HET BEPERKEN VAN HET ONTTREKKEN EN LOZEN VAN GRONDWATER

Als de aannemer voor de uitvoering van het werk minder dan m3 grondwater onttrekt, ontvangt hij een bonus

van Euro per minder onttrokken m3 grondwater.

Als de aannemer voor de uitvoering van het werk minder dan m3 grondwater loost, ontvangt hij een bonus van

...... Euro per minder geloosde m3 grondwater.

- OF -

Niet van toepassing.

Keuze 1: Opnemen als de opdrachtgever de aannemer wil stimuleren de te onttrekken en te lozen hoeveelheden grondwater te beperken. In dat geval de hoeveelheden grondwater en de bonusbedragen vermelden.

10 BEWIJS VAN VAKBEKWAAMHEID ONDERAANNEMERS

Voor de uitvoering van alle werkzaamheden door eventueel in te schakelen onderaannemers is toestemming van de directie vereist.

Standaard opnemen.

2. BESCHRIJVING

2.1. ALGEMENE GEGEVENS

CONCEPT

01 TEKENINGEN

De volgende tekeningen behoren tot het bestek:

Bladnr. Omschrijving Datum Formaat

C01 ..............

02 PEILEN EN HOOFDAFMETINGEN

De hoogteligging en de hoofdafmetingen van het te maken werk zijn op de bestekstekeningen aangegeven.

In gebouw **** (noord-/oost-/zuid-/westzijde) bevindt zich een hoogtebout met een peil van +*.**** m t.o.v. N.A.P.

Alle hoogten zijn en worden aangegeven in meters ten opzichte van N.A.P.

- OF -

Niet van toepassing.

Gebouwnummer en peilbouthoogte invullen op basis van de gegevens op tekening.

03 KWALITEITSBORGING

Bij het opstellen van een kwaliteitsplan, zoals bedoeld in de artikelen 01.13.02 en 01.20.02 van de Standaard, rekening houden met de volgende stoppunten:

1. .................................................

2. .................................................

3. enzovoort

CONCEPT

- OF -

Niet van toepassing.

Keuze 1: Opnemen indien wordt verlangd dat de inschrijver in het bezit is van een kwaliteitssysteemcertificaat. Voorbeelden van werkzaamheden:

1. Aanbrengen van funderingspalen lichtmasten

2. Maken aansluiting op bestaande rioolput

3. Aanbrengen afscheiderinstallaties en pompputten

4. Inmeten en controleren/beproeven van kabels en leidingen

5. Controle rioolleiding op waterdichtheid

6. Afwerken en verdichten zandbed

7. Aanbrengen wegfundering van steenmengsel

8. Frezen teerhoudend asfalt

9. Opbreken teerhoudend asfalt

10. Aanbrengen asfaltbewapening

11. Aanbrengen gepuntlaste wapeningsnetten t.b.v. verhardingslaag van gewapend beton

12. Toepassen randbekisting

13. Opzagen voegen in de betonverharding

14. Aanbrengen rugvulling

15. Stralen betonoppervlak

16. Schoonmaken verhardingsoppervlak

17. Uitzetten markeringen

Bij de keuring van de vloeistofdichte vloer dient de directie aanwezig te zijn.

Keuze 2: Opnemen wanneer er geen werkzaamheden in het bestek zijn beschreven waarvoor de aannemer in het bezit moet zijn van een kwaliteitssysteemcertificaat.

04 BIJLAGEN

De volgende bijlagen behoren tot het bestek:

- V&G-plan Infra, inclusief RI&E;

- V&G-dossier;

- Vergewisplan;

- Overdracht V&G;

- Model: Zekerheidstelling Opdrachtnemer;

- Verantwoordingsformulier Social Return;

- Grondbalans RVB;

- Plantlijst RVB;

- Codering topografische ondergronden RVB;

- Specificatie Projectrevisie Kabels & Leidingen;

- Registratieformulier Duurzaam Hout;

- Motivering afwijking op de UAV 2012;

- Toegangsregeling werkterrein Defensie;

- ABDO 2019;

- Vooronderzoek naar Ontplofbare Oorlogsresten;

- Rapportage detectieonderzoek Ontplofbare Oorlogsresten;

- Digitaal bestand onbewerkte meetdata detectieonderzoek Ontplofbare Oorlogsresten in [.efl, .uxo en/of Magneto];

- Risicoanalyse Ontplofbare Oorlogsresten;

- Vigerend Werkveld Certificatieschema Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten;

- Luchtfoto verdacht gebied

- Procedure bij spontaan aantreffen van OO;

- Oriëntatieverzoek KLIC-melding d.d. **-**-202*;

- Tekening [de ligging van bestaande kabels en leidingen (Art. 01.09.02 van de Standaard)];

- Checklist natuurbeheer;

- Werkprotocol soortenbescherming bosbeheer;

- Tijdschema [van project met meerdere bestekken];

CONCEPT

- Rapportage [materialenonderzoek];

- Rapportage [bodem- en/of (grond)wateronderzoek (Art. 17.04.01 van de Standaard)];

- Analyseresultaten [grond en/of grondwater];

- Rapport [grondmechanisch onderzoek];

- Rapportage [Chroom-6 onderzoek];

- Richtlijn bestrijding invasieve exotische planten;

- Tekening van te slopen gebouwen;

- Saneringsplan [DOCUMENTNAAM];

- Sonderingsgegevens [DOCUMENTNAAM];

- Zeefanalyses [DOCUMENTNAAM];

- Asbestonderzoeksrapport [DOCUMENTNAAM];

- Waterstanden [DOCUMENTNAAM];

- Schouwvoerend lichaam [DOCUMENTNAAM];

- Lozingsvergunning [DOCUMENTNAAM];

- Enzovoort

Bijlage V&G-plan Infra, incl. RI&E en Overdracht V&G altijd opnemen.

05 TOEGANGSREGELING

Voor het complex of de complexen waarop het werkterrein is gelegen geldt een toegangsregeling.

De toegangsregeling is als bijlage bij dit bestek gevoegd dan wel wordt door de directie aan de aannemer ter hand gesteld.

Opnemen bij projecten op complexen waar een toegangsregeling van toepassing is (Defensie, DJI enz.).

06 LOCATIEBESCHRIJVING

In de bodem ter plaatse van te maken ontgravingen of te verrichten werkzaamheden liggen mogelijk resten van oude infrastructuur. Het verwijderen van deze materialen wordt verrekend op de stelpost.

- EN/OF -

Zie bijlage "Saneringsplan" paragraaf ... "...".

- OF -

Niet van toepassing.

FACULTATIEF

Keuze 1: Opnemen bij werk met een hoog risico op het aantreffen van oude infra. Keuze 2: Opnemen bij werk met verontreinigde grond/water.

Keuze 3: Opnemen indien het risico op het aantreffen van oude infra binnen het werkterrein laag is.

07 NATUUR-, LANDSCHAP- EN CULTUURHISTORISCHE WAARDEN

.....

FACULTATIEF

Komt uit de VOA naar voren. Nagaan bij de afdeling NLC of deze waarden aanwezig zijn (indien bekend) en hoe hiermee omgegaan moet worden.

CONCEPT

Bij grondwerken op het terrein van Defensie wordt vaak materiaal aangetroffen uit WO II. Dit materiaal valt onder de Erfgoedwet (hoofdstuk 5: Archeologische monumentenzorg). Voor het opsporen, onderzoeken etc. van cultureel erfgoed waardoor verstoring van bodem, water of monument plaatsvindt is volgens artikel 5.1 van de Erfgoedwet een certificaat nodig.

08 ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING

Het grondwerk vindt plaats onder archeologische begeleiding gericht op:

- het geven van aanwijzingen bij het laagsgewijs afgraven van de grond;

- het optekenen en afwerken van aangetroffen archeologische sporen;

- het verzamelen van aangetroffen archeologische resten.

De archeologische begeleiding wordt door de directie opgedragen aan derden en wordt verrekend op de stelpost archeologische begeleiding.

- OF -

Niet van toepassing.

FACULTATIEF

Keuze 1: Opnemen als bij paragraaf 07 archeologische waarden vermeld zijn. Keuze 2: Opnemen als bij paragraaf 07 geen archeologische waarden vermeld zijn.

09 BODEMKUNDIGE EN GRONDMECHANISCHE GEGEVENS

De grondslag bestaat vanaf het maaiveld uit:

- een bovenlaag ..., dik ... m;

- ... .

Bodemopbouw uit het (verkennend) bodemonderzoek overnemen.

10 MILIEUHYGIËNISCHE GEGEVENS

In aanvulling op paragraaf 5 lid 8 van de UAV 2012 :

Het werkterrein is verontreinigd met de hieronder genoemde stoffen en in de daarbij aangegeven omvang: stof(fen): ......

omvang: ......

- OF-

Zie bijlage "Saneringsplan" paragraaf 04.

FACULTATIEF

Keuze 1: Opnemen bij werk waar verontreinigingen voorkomen.

Indien van toepassing onderstaande tekst opnemen bij het betreffende tussenhoofdstuk in deel 2.2:

Verontreinigingsaspecten en veiligheidsklassen: Droog

Aard en mate van verontreinigende stoffen: Zie paragraaf 10 van deel 2.1 Veiligheidsklasse: ......

Keuze 2: Opnemen bij werk met verontreinigde grond/water.

11 MILIEUKUNDIGE BEGELEIDING

Het werken in verontreinigde (water)bodem vindt plaats onder milieukundige begeleiding gericht op de milieukundige processturing en verificatie als beschreven in BRL SIKB 6000.

De milieukundige begeleiding is voor rekening van de opdrachtgever.

- OF -

Keuze 1: Opnemen bij werk met verontreinigde (water)bodem.

Keuze 2: Opnemen indien er geen milieukundige begeleiding nodig is voor de werkzaamheden in het bestek.

Niet van toepassing.

FACULTATIEF

CONCEPT

12 ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN

Het werkterrein is (deels) verdacht van de aanwezigheid van Ontplofbare Oorlogsresten (OO). Voor soort, hoeveelheid en verschijningsvorm van de vermoede Ontplofbare Oorlogsresten en de omvang van het verdacht gebied wordt verwezen naar het bij dit bestek gevoegde vooronderzoek.

- OF -

Op basis van historisch vooronderzoek is het terrein aangewezen alszijnde niet verdacht van de aanwezigheid van ontplofbare oorlogsresten (OO).

- OF -

Er is geen vooronderzoek conform het Certificatieschema Opsporen Ontplofbare Oorlogsresten (CS-OOO) uitgevoerd.

FACULTATIEF

Keuze 1: Opnemen indien voorafgaand aan de aanbesteding een (historisch) vooronderzoek is uitgevoerd naar OO binnen het werkterrein, waaruit is gebleken dat het terrein verdacht is van OO. Het vooronderzoek als bijlage bij het bestek voegen (par. 04).

Keuze 2: Opnemen indien voorafgaand aan de aanbesteding een (historisch) vooronderzoek is uitgevoerd naar OO binnen het werkterrein, waaruit is gebleken dat het terrein niet verdacht is van OO. Het vooronderzoek als bijlage bij het bestek voegen (par. 04).

Keuze 3: Opnemen indien voorafgaand aan de aanbesteding geen (historisch) vooronderzoek is uitgevoerd naar OO binnen het werkterrein.

13 GRONDWATERSTANDEN

Het peil van het grondwater ligt op ca. m onder het maaiveld.

Het peil van het grondwater is opgenomen d.d. ........

- OF -

Het peil van het grondwater bevindt zich beneden de te ontgraven diepte.

- EN/OF -

De gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) bedraagt +. m N.A.P.

Het peil van het grondwater is opgenomen d.d. ........

Bij verwerking van IBC bouwstof of het verrichten van grondwerkzaamheden onder de waterspiegel. Datum van opname grondwaterstand invullen.

14 GEGEVENS TEN BEHOEVE VAN BEMALINGEN

De volgende gegevens ten behoeve van bemalingen behoren tot het bestek:

a. geologische gegevens:

.................................................

b. hydrologische gegevens:

.................................................

c. gegevens betreffende de energievoorziening:

.................................................

d. berekeningen van het eventuele bemalingsontwerp en de resultaten van eventueel verrichte pompproeven met bijbehorende berekeningen:

.................................................

e. .................................................

CONCEPT

.................................................

- OF -

Niet van toepassing.

FACULTATIEF

Keuze 1: Het bestek moet ten minste de bij sub a. t/m sub d. vermelde gegevens bevatten. Zonder deze gegevens is de aannemer in veel gevallen niet in staat om de wijze van bemalen en de daarmee samenhangende kosten en risico's en de hoeveelheid te onttrekken en te lozen grondwater in te schatten. Voor meer informatie wordt verwezen naar de Handleiding RAW Systematiek.

Keuze 2: Opnemen indien er in het bestek geen werkzaamheden met betrekking tot bemaling zijn opgenomen.

15 ZEEWATERSTANDEN

Ter inlichting van de aannemer wordt vermeld, dat de waterstanden in ... bij hoog- respectievelijk laagwater zijn:

- LAT: ....

- HAT: ....

- OF -

Ter inlichting van de aannemer wordt vermeld dat de kenmerkende waarden van RWS in Den Helder zijn: Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx Springtij (GHWS): 0,66 m+ NAP

Xxxxxxxxx Xxxxxxxxx (GHW): 0,61 m+ NAP

Gemiddeld Laagwater (GLW): 0,80 m- NAP Gemiddeld Laagwater Springtij (GLWS): 0,89 m- NAP Laagste Astronomisch getij (LAT): 1,25 m- NAP

Maatgevend Hoog Water (MHW): 2,30 m+ NAP Maatgevend Laag Water (MLW): 1,25 m- NAP

- OF -

Niet van toepassing.

FACULTATIEF

Keuze 1: Opnemen indien er in het bestek werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij de zeewaterstand van invloed is.

Keuze 2: Opnemen bij werkzaamheden in Den Helder.

Keuze 3: Opnemen indien er in het bestek geen werkzaamheden zijn opgenomen waar de zeewaterstanden op van invloed zijn.

CONCEPT

2.2. NADERE BESCHRIJVING

CONCEPT

01 VERKLARING VAN DE HIERNA VOLGENDE STAAT

In de hierna volgende staat is een nadere beschrijving van het uit te voeren werk opgenomen.

02 KENMERK RESULTAATSVERPLICHTING

Door een 'V' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid resultaatsverplichting een verrekenbare hoeveelheid betreft als bedoeld in paragraaf 38 lid 1 van de UAV 2012. Afwijkingen worden verrekend overeenkomstig paragraaf 39 van de UAV 2012 met inachtneming van paragraaf 01.03 van de Standaard.

Door een 'N' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid resultaatsverplichting een niet verrekenbare hoeveelheid betreft. Afwijkingen worden verrekend overeenkomstig paragraaf 38 lid 2 van de UAV 2012.

Door een 'A' is aangegeven dat de op de desbetreffende resultaatsverplichting betrekking hebbende hoeveelheden te accorderen hoeveelheden zijn als bedoeld in artikel 01.01.08 van de Standaard. Onder een te accorderen hoeveelheid wordt verstaan een hoeveelheid die nauwkeurig is te bepalen, door de aannemer is te controleren op basis van het bestek, de bij het bestek behorende documenten en eventueel door de opdrachtgever nader te verstrekken aanvullende gegevens en vervolgens in overleg tussen opdrachtgever en aannemer wordt vastgesteld.

03 HOEVEELHEID TER INLICHTING

De in de kolom 'Hoeveelheid ter inlichting' vermelde hoeveelheden worden uitsluitend ter inlichting verstrekt. Wanneer deze hoeveelheden afwijken van die, af te leiden uit de resultaatsverplichting, zijn deze laatste bindend. Door een 'L' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid een hoeveelheid bouwstof betreft die door de aannemer moet worden geleverd.

Door een 'T' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid een hoeveelheid bouwstof betreft die door de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld.

Door een 'I' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid een hoeveelheid ter inlichting betreft niet zijnde een bouwstof die door de aannemer moet worden geleverd dan wel door de opdrachtgever ter beschikking wordt gesteld.

Door een 'H' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid een hoeveelheid bouwstof betreft die zonder verdere bewerking, met uitzondering van schoonmaken en sorteren, kan worden hergebruikt.

CONCEPT

Door een 'R' is aangegeven dat de daarop betrekking hebbende hoeveelheid een hoeveelheid bouwstof betreft die na bewerking kan worden hergebruikt.

Tot een resultaatsverplichting behoort tevens, voor zover niet anders vermeld, het verwerken van de onder de desbetreffende bestekspost vermelde hoeveelheid ter inlichting.

04 GRENZEN VAN DE SITUERING

De in de hierna volgende staat aangegeven grenzen van de situering zijn globaal. De directie is bevoegd de voorgeschreven werkzaamheden op andere plaatsen te laten uitvoeren dan in de posten omschreven, doch wel binnen de grenzen van het werk, zonder dat hiervoor bijbetaling plaatsvindt. De verrekening geschiedt op de daarvoor in aanmerking komende posten, onverminderd het bepaalde in paragraaf 34 van de UAV 2012.

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
1								SLOOP- EN OPRUIMINGSWERK SLOOP- EN OPRUIMINGSWERK BEGROEIING BEGROEIING AFRASTERINGEN AFRASTERINGEN BITUMINEUZE VERHARDINGEN BITUMINEUZE VERHARDINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Freesplan Freesplan MARKERINGEN OP ASFALT MARKERINGEN OP ASFALT ASFALTVERHARDINGEN ASFALTVERHARDINGEN CEMENTGEBONDEN VERHARDINGEN CEMENTGEBONDENNVERHARDINCGEN EP VOEGVULLINGEN‌‌ VOEGVULLINGEN MARKERINGEN OP BETON MARKERINGEN OP BETON BETONVERHARDINGEN BETONVERHARDINGEN BREKEN BETONVERHARDING BREKEN BETONVERHARDING PREFAB BETONPLATEN PREFAB BETONPLATEN BESTRATINGEN BESTRATINGEN MARKERINGEN OP BESTRATING MARKERINGEN OP BESTRATING BETONSTRAATSTEENVERHARDINGEN BETONSTRAATSTEENVERHARDINGEN STRAATBAKSTEENVERHARDINGEN STRAATBAKSTEENVERHARDINGEN BETONTEGELVERHARDINGEN BETONTEGELVERHARDINGEN
11
12
13
131
1311
132
133
14 141 142						CO				T
143
144
145
15
151
152
153
154

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
155								NATUURSTEENVERHARDINGEN NATUURSTEENVERHARDINGEN KANTOPSLUITINGEN EN GOTEN KANTOPSLUITINGEN EN GOTEN KANTOPSLUITINGEN KANTOPSLUITINGEN Trottoirbanden Trottoirbanden Opsluitbanden Opsluitbanden Inritelementen Inritelementen GOTEN GOTEN Molgoten van betonstraatstenen Molgoten van betonstraatstenen Molgoten van straatbakstenen Molgoten van straatbaNkstenen CEP‌ Goten van betontegels Goten van betontegels Betonnen molgoten Betonnen molgoten Molgoten van prefab betonelementen Molgoten van prefab betonelementen Roostergoten Roostergoten Verholen goten Verholen goten FUNDERINGSLAGEN FUNDERINGSLAGEN ONGEBONDEN FUNDERINGSLAGEN VAN STEENMENGSELS ONGEBONDEN FUNDERINGSLAGEN VAN STEENMENGSELS GEBONDEN FUNDERINGSLAGEN GEBONDEN FUNDERINGSLAGEN KABELS EN LEIDINGEN KABELS EN LEIDINGEN RIOLERING RIOLERING
16
161
1611
1612
1613
162
1621
1622 1623 1624						CO				T
1625
1626
1627
17
171
172
18
181

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
1811								Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Rioolleidingen Rioolleidingen Putten Putten Kolken Kolken Bijkomende werkzaamheden Bijkomende werkzaamheden WATERTERREINLEIDINGEN WATERTERREINLEIDINGEN Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Waterleidingen Waterleidingen Appendages Appendages NCEP‌ Bijkomende werkzaamheden Bijkomende werkzaamheden GASTERREINLEIDINGEN GASTERREINLEIDINGEN Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Gasleidingen Gasleidingen Appendages Appendages Bijkomende werkzaamheden Bijkomende werkzaamheden ELEKTRAKABELS ELEKTRAKABELS Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Hoogspanningskabels Hoogspanningskabels Laagspanningskabels Laagspanningskabels
1812
1813
1814
1815
182
1821
1822
1823 1824 183						CO				T
1831
1832
1833
1834
184
1841
1842
1843

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
1844								Bijkomende werkzaamheden Bijkomende werkzaamheden COMMUNICATIE- EN DATAKABELS COMMUNICATIE- EN DATAKABELS Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Communicatiekabels Communicatiekabels Datakabels Datakabels Bijkomende werkzaamheden Bijkomende werkzaamheden DIVERSEN DIVERSEN GRONDWERKEN GRONDWERKEN ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN ONTPLOFBARE OORNLOGSRESTECN EP NOTITIE: Voor de juiste omschrijving zie het suppletiebestand OOO op het netwerk: G:\VB\ASM\N&L\2. Kennisbank\2. Contracten\2. RAW- UAV\2. Suppletiebestand\S2020 DETECTEREN DETECTEREN BENADEREN, IDENTIFICEREN EN VEILIGSTELLEN BENADEREN, IDENTIFICEREN EN VEILIGSTELLEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN GRONDBEWERKINGEN GRONDBEWERKINGEN FREZEN GRASLAND (BERMEN) FREZEN GRASLAND (BERMEN) SPITTEN EN/OF PLOEGEN SPITTEN EN/OF PLOEGEN GRONDVERBETERING GRONDVERBETERING ONTGRAVEN ONTGRAVEN BOVENGROND BOVENGROND
185
1851
1852
1853
1854
19
2
21						CO				T
211
212
213
22
221
222
223
23
231

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
232								ONDERGROND ONDERGROND CUNETZAND CUNETZAND OPSCHONEN WATERGANG OPSCHONEN WATERGANG VERVOEREN VERVOEREN BOVENGROND BOVENGROND ONDERGROND ONDERGROND CUNETZAND CUNETZAND LEVEREN LEVEREN ZAND VOOR ZANDBED ZAND VOOR ZANDBNED CEP‌ TEELGROND TEELGROND VERWERKEN VERWERKEN ONDERGROND ONDERGROND CUNETZAND CUNETZAND ZAND VOOR ZANDBED ZAND VOOR ZANDBED BOVENGROND BOVENGROND TEELGROND TEELGROND DEMPEN WATERGANG DEMPEN WATERGANG PROFILEREN OPPERVLAKKEN PROFILEREN OPPERVLAKKEN ZANDBED ZANDBED
233
234
24
241
242
243
25
251 252 26						CO				T
261
262
263
264
265
266
27
271

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
272								BERMEN EN PLANTVAKKEN BERMEN EN PLANTVAKKEN GRONDDEPOT GRONDDEPOT TIJDELIJK GRONDDEPOT SCHONE GROND TIJDELIJK GRONDDEPOT SCHONE GROND Inrichten tijdelijk gronddepot Inrichten tijdelijk gronddepot Verwerken in gronddepot Verwerken in gronddepot Ontgraven uit gronddepot Ontgraven uit gronddepot Opruimen tijdelijk gronddepot Opruimen tijdelijk gronddepot TIJDELIJK GRONDDEPOT VERONTREINIGDE GROND TIJDELIJK GRONDDEPOT VERONTREINIGDE GROND Inrichting tijdelijk gronddepot Inrichting tijdelijk gronNddepot CEP‌ Verwerken in gronddepot Verwerken in gronddepot Ontgraven uit gronddepot Ontgraven uit gronddepot Opruimen tijdelijk gronddepot Opruimen tijdelijk gronddepot LEIDINGWERKEN LEIDINGWERKEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN BEMALINGEN BEMALINGEN Bronnering Bronnering VUILWATERAFVOER-RIOLERING VUILWATERAFVOER-RIOLERING GRONDWERK VWA GRONDWERK VWA Ontgraven xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx
28
281
2811
2812
2813
2814
282
2821 2822 2823						CO				T
2824
3
31
311
3111
32
321
3211

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
3212								Aanvullen xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx KUNSTSTOF LEIDINGEN VWA KUNSTSTOF LEIDINGEN VWA PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm PVC ø250 mm PVC ø250 mm PVC ø315 mm PVC ø315 mm PVC ø400 mm PVC ø400 mm KUNSTSTOF HULPSTUKKEN VWA KUNSTSTOF HULPSNTUKKEN VWCA EP‌ PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm PVC ø250 mm PVC ø250 mm PVC ø315 mm PVC ø315 mm PVC ø400 mm PVC ø400 mm BETONNEN LEIDINGEN VWA BETONNEN LEIDINGEN VWA Beton ø300 mm Beton ø300 mm Beton ø400 mm Beton ø400 mm PUTTEN VWA PUTTEN VWA
322
3221
3222
3223
3224
3225
3226
323 3231 3232						CO				T
3233
3234
3235
3236
324
3241
3242
325

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
3251								Kunststof controleputten Kunststof controleputten Kunststof inspectieputten Kunststof inspectieputten Betonnen inspectieputten Betonnen inspectieputten Putranden en deksels Putranden en deksels AANPASSEN BESTAANDE VWA AANPASSEN BESTAANDE VWA Maken aansluiting Maken aansluiting Maken inlaat Maken inlaat Aanpassen rioolafdekking Aanpassen rioolafdekking HEMELWATERAFVOER-RIOLERING HEMELWATERAFVONER-RIOLERICNG EP‌ GRONDWERK HWA GRONDWERK HWA Ontgraven xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx Aanvullen xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx KUNSTSTOF LEIDINGEN HWA KUNSTSTOF LEIDINGEN HWA PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm PVC ø250 mm PVC ø250 mm PVC ø315 mm PVC ø315 mm PVC ø400 mm PVC ø400 mm
3252
3253
3254
326
3261
3262
3263
33 331 3311						CO				T
3312
332
3321
3322
3323
3324
3325
3326

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
333								KUNSTSTOF HULPSTUKKEN HWA KUNSTSTOF HULPSTUKKEN HWA PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm PVC ø250 mm PVC ø250 mm PVC ø315 mm PVC ø315 mm PVC ø400 mm PVC ø400 mm BETONNEN LEIDINGEN HWA BETONNEN LEIDINGEN HWA Beton ø300 mm Beton ø300 mm NCEP‌ Beton ø400 mm Beton ø400 mm Beton ø500 mm Beton ø500 mm Beton ø600 mm Beton ø600 mm Beton ø700 mm Beton ø700 mm Beton ø800 mm Beton ø800 mm Beton ø900 mm Beton ø900 mm PUTTEN HWA PUTTEN HWA Kunststof inspectieputten Kunststof inspectieputten Betonnen inspectieputten Betonnen inspectieputten Putranden en deksels Putranden en deksels
3331
3332
3333
3334
3335
3336
334
3341 3342 3343						CO				T
3344
3345
3346
3347
335
3352
3353
3354

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
336								AANPASSEN BESTAANDE HWA AANPASSEN BESTAANDE HWA Maken aansluiting Maken aansluiting Maken inlaat Maken inlaat Aanpassen rioolafdekking Aanpassen rioolafdekking KOLKEN KOLKEN Straatkolken Straatkolken Trottoirkolken Trottoirkolken DRAINAGE DRAINAGE GRONDWERK GRONDWERK NCEP‌ Ontgraven xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx Aanvullen sleuf Aanvullen sleuf LEIDINGEN LEIDINGEN PVC ø80 mm PVC ø80 mm PVC ø100 mm PVC ø100 mm PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm HULPSTUKKEN HULPSTUKKEN PVC ø80 mm PVC ø80 mm
3361
3362
3363
337
3371
3372
34
341 3411 3412						CO				T
342
3421
3422
3423
3424
3425
343
3431

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
3432								PVC ø100 mm PVC ø100 mm PVC ø125 mm PVC ø125 mm PVC ø160 mm PVC ø160 mm PVC ø200 mm PVC ø200 mm Doorspuitvoorzieningen Doorspuitvoorzieningen DUIKERS DUIKERS GRONDWERK DUIKER GRONDWERK DUIKER Ontgraven xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx Aanvullen xxxxx Xxxxxxxxx xxxxx NCEP‌ KUNSTSTOF LEIDING DUIKER KUNSTSTOF LEIDING DUIKER BETONNEN LEIDING DUIKER BETONNEN LEIDING DUIKER RANDVOORZIENINGEN RANDVOORZIENINGEN UITSTROOMBAK UITSTROOMBAK TALUD- EN OEVERBESCHERMING TALUD- EN OEVERBESCHERMING GRINDKOFFER GRINDKOFFER STALEN MANTELBUIZEN STALEN MANTELBUIZEN AFSCHEIDERINSTALLATIE AFSCHEIDERINSTALLATIE DRUKRIOOL DRUKRIOOL GRONDWERK DRUKRIOOL GRONDWERK DRUKRIOOL
3433
3434
3435
3436
35
351
3511
3512 352 353						CO				T
36
361
362
363
364
365
37
371

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
3711								Werkput t.b.v. pompput Werkput t.b.v. pompput Ontgraven sleuf t.b.v. persleiding Ontgraven sleuf t.b.v. persleiding Aanvullen sleuf t.b.v. persleiding Aanvullen sleuf t.b.v. persleiding POMPPUT POMPPUT Pompput VWA Pompput VWA Pompput HWA Pompput HWA PERSLEIDING PERSLEIDING Persleiding VWA Persleiding VWA Persleiding HWA Persleiding HWA NCEP‌ VOORZIENINGEN VOORZIENINGEN VOORZIENINGEN T.B.V. OMLEIDEN RIOOLWATER VOORZIENINGEN T.B.V. OMLEIDEN RIOOLWATER VOORZIENINGEN T.B.V. VOETGANGERS VOORZIENINGEN T.B.V. VOETGANGERS BEPROEVEN EN CONTROLEREN RIOLERING BEPROEVEN EN CONTROLEREN RIOLERING REINIGEN RIOLERING REINIGEN RIOLERING VWA-riolering VWA-riolering HWA-riolering HWA-riolering BEPROEVEN BEPROEVEN VWA-riolering VWA-riolering HWA-riolering HWA-riolering
3712
3713
372
3721
3722
373
3731
3732 38 381						CO				T
382
39
391
3911
3912
392
3921
3922

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
3923								Drukriool Drukriool INSPECTEREN RIOLERING INSPECTEREN RIOLERING VWA-riolering VWA-riolering HWA-riolering HWA-riolering WEGVERHARDINGEN WEGVERHARDINGEN FUNDERINGEN FUNDERINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Egaliseren en verdichten zandbed Egaliseren en verdichten zandbed FUNDERING ASFALTVERHARDINGEN FUNDERING ASFALNTVERHARDINCGEN EP‌ Ongebonden funderingslagen van steenmengsel Ongebonden funderingslagen van steenmengsel Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel Gebonden funderingslagen Gebonden funderingslagen FUNDERING BETONVERHARDINGEN FUNDERING BETONVERHARDINGEN Ongebonden funderingslagen van steenmengsel Ongebonden funderingslagen van steenmengsel Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel Hydraulisch geb, funderingslagen van steenmengsel Gebonden funderingslagen Gebonden funderingslagen FUNDERING ELEMENTENVERHARDINGEN FUNDERING ELEMENTENVERHARDINGEN Ongebonden funderingslagen van steenmengsel Ongebonden funderingslagen van steenmengsel AFWERKEN FUNDERINGSLAGEN AFWERKEN FUNDERINGSLAGEN
393
3931
3932
4
41
411
4111
412 4121 4122						CO				T
4123
413
4131
4132
4133
414
4141
415

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
4151								Egaliseren funderingslagen Egaliseren funderingslagen Profileren funderingslagen Profileren funderingslagen Verdichten funderingslagen Verdichten funderingslagen KANTOPSLUITINGEN EN GOTEN KANTOPSLUITINGEN EN GOTEN TROTTOIRBANDEN XXXXXXXXXXXXXX Xxxxxxxxxxxxxx 000/000 Xxxxxxxxxxxxxx 130/150 Trottoirbanden 180/200 Trottoirbanden 180/200 Trottoirbanden RWS Trottoirbanden RWS OPSLUITBANDEN OPSLUITBANDEN NCEP‌ Opsluitbanden 80 Opsluitbanden 80 Opsluitbanden 100 Opsluitbanden 100 Opsluitbanden 120 Opsluitbanden 120 INRITELEMENTEN INRITELEMENTEN OPNIEUW STELLEN KANTOPSLUITING OPNIEUW STELLEN KANTOPSLUITING Trottoirbanden Trottoirbanden Opsluitbanden Opsluitbanden Inritelementen Inritelementen GOTEN GOTEN Molgoten van betonstraatstenen Molgoten van betonstraatstenen
4152
4153
42
421
4211
4212
4213
422 4221 4222						CO				T
4223
423
424
4241
4242
4243
425
4251

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
4252								Molgoten van straatbakstenen Molgoten van straatbakstenen Goten van betontegels Goten van betontegels Molgoot van prefab betonelementen Molgoot van prefab betonelementen Voegen Voegen ROOSTERGOOT ROOSTERGOOT Inwendige breedte 100 mm Inwendige breedte 100 mm Inwendige breedte 150 mm Inwendige breedte 150 mm Inwendige breedte 200 mm Inwendige breedte 200 mm VERHOLEN GOOT VERHOLEN GOOT NCEP‌ Inwendig ø100 mm Inwendig ø100 mm Inwendig ø160 mm Inwendig ø160 mm Inwendig ø200 mm Inwendig ø200 mm Inwendig ø300 mm Inwendig ø300 mm BITUMINEUZE VERHARDINGEN BITUMINEUZE VERHARDINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN ASFALTLAGEN ASFALTLAGEN VOEGEN VOEGEN BETONVERHARDINGEN BETONVERHARDINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
4253
4254
4255
426
4261
4262
4263
427 4271 4272						CO				T
4273
4274
43
431
432
433
44
441

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
442								BETONVERHARDING BETONVERHARDING PREFAB BETONPLAATVERHARDING PREFAB BETONPLAATVERHARDING Straatlaag Straatlaag Prefab betonplaten Prefab betonplaten OPPERVLAKTEBEHANDELING OPPERVLAKTEBEHANDELING Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Kunststof grond- en deklaag Kunststof grond- en deklaag Tone Down Tone Down VOEGEN VOEGEN NCEP‌ ELEMENTENVERHARDINGEN ELEMENTENVERHARDINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN Egaliseren en verdichten zandbed Egaliseren en verdichten zandbed Straatlaag Straatlaag STRAATSTEENVERHARDING STRAATSTEENVERHARDING Betonstraatstenen Betonstraatstenen Straatbakstenen Straatbakstenen Herstraten Herstraten BETONTEGELVERHARDING BETONTEGELVERHARDING Betontegels Betontegels
443
4431
4432
444
4441
4442
4443
445 45 451						CO				T
4511
4512
452
4521
4522
4523
453
4531

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
4532								Herstraten Herstraten NATUURSTEENVERHARDING NATUURSTEENVERHARDING Natuursteen Natuursteen Herstraten Herstraten GRIND GRIND WEGBEBAKENING WEGBEBAKENING MARKERINGEN MARKERINGEN Voorbereidende werkzaamheden Voorbereidende werkzaamheden Wegenverf op asfaltverhardingen Wegenverf op asfaltveNrhardingen CEP Wegenverf op betonverhardingen‌ Wegenverf op betonverhardingen Wegenverf op elementenverhardingen Wegenverf op elementenverhardingen 2-Componentenmarkering op asfaltverhardingen 2-Componentenmarkering op asfaltverhardingen 2-Componentenmarkering op betonverhardingen 2-Componentenmarkering op betonverhardingen Agglomeraatmarkering op asfaltverhardingen Agglomeraatmarkering op asfaltverhardingen Agglomeraatmarkering op betonverhardingen Agglomeraatmarkering op betonverhardingen Sprayplastmarkering op anti-skid Sprayplastmarkering op anti-skid BEBORDING BEBORDING WERKTUIGBOUWKUNDIGE WERKZAAMHEDEN WERKTUIGBOUWKUNDIGE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN
454
4541
4542
455
46
461
4611
4612 4613 4614						CO				T
4615
4616
4617
4618
4619
462
5
51

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
52								WATERTERREINLEIDINGEN WATERTERREINLEIDINGEN GRONDWERK GRONDWERK WATERLEIDING WATERLEIDING HULPSTUKKEN HULPSTUKKEN APPENDAGES APPENDAGES BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN GASTERREINLEIDINGEN GASTERREINLEIDINGEN GRONDWERK GRONDWERK NCEP‌ GASLEIDING GASLEIDING HULPSTUKKEN HULPSTUKKEN APPENDAGES APPENDAGES BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN BEPROEVEN EN IN BEDRIJF STELLEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN MANTELBUIZEN MANTELBUIZEN ELEKTROTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN ELEKTROTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN LAAGSPANNINGSNET LAAGSPANNINGSNET GRONDWERK GRONDWERK
521
522
523
524
525
526
53
531 532 533						CO				T
534
535
536
54
6
61
62
621

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
622								LAAGSPANNINGSKABELS LAAGSPANNINGSKABELS BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN TERREINVERLICHTING TERREINVERLICHTING GRONDWERK GRONDWERK LAAGSPANNINGSKABELS LAAGSPANNINGSKABELS LICHTMASTEN LICHTMASTEN VERLICHTING RIJWIELSTALLING VERLICHTING RIJWIELSTALLING BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN COMMUNICATIE- EN DATAKABELS COMMUNICATIE- ENN DATAKABECLS EP‌ GRONDWERK GRONDWERK CENTRALE ANTENNE INSTALLATIEKABELS CENTRALE ANTENNE INSTALLATIEKABELS TELEFOONKABELS TELEFOONKABELS GLASVEZELKABELS GLASVEZELKABELS Kabelbuis Kabelbuis Toebehoren Toebehoren Glasvezel Glasvezel BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN MANTELBUIZEN MANTELBUIZEN PVC Ø160 MM PVC Ø160 MM
623
63
631
632
633
634
635
64 641 642						CO				T
643
644
6441
6442
6443
645
65
651

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
7								GROENVOORZIENINGEN GROENVOORZIENINGEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN LEVEREN BEPLANTING LEVEREN BEPLANTING BOMEN BOMEN SPILLEN OF VEREN SPILLEN OF VEREN BOSPLANTSOEN BOSPLANTSOEN SIERPLANTSOEN SIERPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN VASTE PLANTEN VASTE PLANTEN NCEP BEPLANTINGSWERK‌ BEPLANTINGSWERK BOMEN BOMEN SPILLEN OF VEREN SPILLEN OF VEREN BOSPLANTSOEN BOSPLANTSOEN SIERPLANTSOEN SIERPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN VASTE PLANTEN VASTE PLANTEN INZAAIEN INZAAIEN ZAAIEN ZAAIEN BESPUITEN OPPERVLAK BESPUITEN OPPERVLAK
71
72
721
722
723
724
725
726 73 731						CO				T
732
733
734
735
736
74
741
742

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
75								BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BOOMBESCHERMING BOOMBESCHERMING NAZORG NAZORG BOMEN BOMEN SPILLEN OF VEREN SPILLEN OF VEREN BOSPLANTSOEN BOSPLANTSOEN SIERPLANTSOEN SIERPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN HAAGPLANTSOEN VASTE PLANTEN VASTE PLANTEN NCEP GRASLAND‌ GRASLAND INBOETEN BOMEN EN BEPLANTING INBOETEN BOMEN EN BEPLANTING VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN VOORBEREIDENDE WERKZAAMHEDEN LEVEREN LEVEREN INBOETEN INBOETEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN WERKZAAMHEDEN ALGEMENE AARD WERKZAAMHEDEN ALGEMENE AARD WERKTERREIN WERKTERREIN BOUWHEKWERK BOUWHEKWERK BOUWWEG BOUWWEG
751
76
761
762
763
764
765
766 767 77						CO				T
771
772
773
774
8
81
811
812

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
813								BEWEGWIJZERING T.B.V. BOUWTERREIN BEWEGWIJZERING T.B.V. BOUWTERREIN AFZETTINGEN AFZETTINGEN SCHOONMAKEN TERREIN SCHOONMAKEN TERREIN FYSIEKE BEVEILIGING FYSIEKE BEVEILIGING AFRASTERINGEN AFRASTERINGEN Gaasafrastering Gaasafrastering Spijlenafrastering Spijlenafrastering Wildraster Wildraster Staalmatafrastering Staalmatafrastering NCEP Frangible hekwerk‌ Frangible hekwerk POORTEN POORTEN Looppoorten Looppoorten Draaipoorten Draaipoorten Schuifpoorten Schuifpoorten Rolpoorten Rolpoorten AFSLUITVOORZIENINGEN AFSLUITVOORZIENINGEN Slagbomen Slagbomen Anti-autopalen Anti-autopalen AFSCHERMINGSVOORZIENINGEN AFSCHERMINGSVOORZIENINGEN
814
815
82
821
8211
8212
8213
8214 8215 822						CO				T
8221
8222
8223
8224
823
8231
8232
824

BESTEKS- POST- NUMMER	CATALOGUSNUMMER							OMSCHRIJVING	EEN- HEID	HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING		HOEVEELHEID TER INLICHTING
	HOOFD- CODE	DEFICODE
		1	2	3	4	5	6
8241								Aanrijdpalen Aanrijdpalen TERREININRICHTING TERREININRICHTING RIJWIELSTALLINGEN RIJWIELSTALLINGEN STRAATMEUBILAIR STRAATMEUBILAIR BEWEGWIJZERING T.B.V. COMPLEX BEWEGWIJZERING T.B.V. COMPLEX PREFAB BETONCONSTRUCTIES PREFAB BETONCONSTRUCTIES KEERWANDEN KEERWANDEN OEVERWERKEN OEVERWERKEN PROEFSLEUVEN PROEFSLEUVEN NCEP INZETTEN WERKNEMERS EN MATERIEEL‌ INZETTEN WERKNEMERS EN MATERIEEL INZETTEN WERKNEMERS INZETTEN WERKNEMERS INZETTEN MATERIEEL INZETTEN MATERIEEL DIRECTIEBEHOEFTEN DIRECTIEBEHOEFTEN HULPMIDDELEN HULPMIDDELEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN BIJKOMENDE WERKZAAMHEDEN STAARTPOSTEN STAARTPOSTEN EENMALIGE KOSTEN EENMALIGE KOSTEN
83
831
832
833
84
841
85
86 87 871						CO				T
872
88
881
882
9
91

RAW0083

RV

B

RAW

-besteksjabloon versie 09-2023

Bladnr. 38 van 00 00-00-000

5 4

BESTEKS- POST- NUMMER

CATALOG HOOFD- CODE

US 1

NU DE 2

MM FIC 3

ER OD 4

E 5

6

OMSCHRIJVING

EEN- HEID

HOEVEELHEID RESULTAATS- VERPLICHTING

HOEVEELHEID TER INLICHTING

910010 910020 910030 95

101101 101102 101199

1 1

1

1

Inrichten werkterrein. Inrichten van werkterrein. In het inrichten van het werkterrein is begrepen het aanvoeren en opstellen van alle voor het werk benodigde bouwkantoren, keten, wagens, werkplaatsen en loodsen, het aanleggen van parkeerplaatsen en hulpwegen inclusief het aanleggen en aansluiten van de hierbij benodigde kabels en leidingen Gebruik van hulpmiddelen door de opdrachtgever: nader gespecificeerd volgens bestekspostnr(s). Het binnen het werkgebied aanwezige werkterrein is gedurende de gehele duur van het werk ter beschikking en is aangegeven op xxx.xx. Opruimen werkterrein. Opruimen van werkterrein. In het opruimen van het werkterrein is begrepen het opbreken en afvoeren van alle voor het werk benodigde bouwkantoren, keten, wagens, werkplaatsen en loodsen, inclusief het opbreken en afvoeren van de verharding van parkeerplaatsen en hulpwegen en het in de voorgeschreven toestand brengen van het werkterrein Voor de oplevering dienen alle hulpmiddelen te zijn verwijderd en afgevoerd Het werkterrein na ontruimen in de oorspronkelijke toestand brengen Alle kabels en leidingen verwijderen CAan- enOafvoer materiNeel CEP Aan- en afvoer materieel In deze post is inbegrepen het aan- en afvoeren van alle benodigde materieel (graafmachines, transporthulpmiddelen, verdichtingswerktuigen, asfaltafwerkmachines, slipformpavers, etc.) naar en van het werkgebied. STELPOSTEN STELPOSTEN

EUR EUR EUR

T

N N N

3. BEPALINGEN

CONCEPT

HFD PAR ART LID

01 ALGEMEEN EN ADMINISTRATIEF

01 01 ALGEMENE BEPALINGEN

01 01 01 VAN TOEPASSING ZIJNDE BEPALINGEN

01 Op dit werk zijn van toepassing de Standaard RAW Bepalingen 2020, zoals laatstelijk gewijzigd in september 2023, hierna te noemen 'de Standaard' uitgegeven door de Stichting CROW.

Tot de Standaard behoort mede, als ware zij er letterlijk in opgenomen, de door de Stichting CROW uitgegeven Errata op de Standaard, zoals deze de dag voor de uiterste datum voor het indienen van de inschrijving luidt.

02 De Standaard is tegen betaling verkrijgbaar bij de Stichting CROW. Bestellingen uitsluitend via de RAW-website: xxx.xxx.xx.

De Wijziging september 2023 is afzonderlijk in pdf gratis te downloaden van de RAW-website: xxx.xxx.xx. De Errata op de Standaard is in pdf gratis te downloaden van de RAW-website: xxx.xxx.xx.

71 In aanvulling op paragraaf 2 lid 2 van de UAV 2012:

Daar waar een norm, praktijkrichtlijn, beoordelingsrichtlijn of een andere publicatie is vermeld, is deze van toepassing. Daar waar bij een publicatie een correctie (c) of een aanvulling (a) of een wijziging (w) is vermeld, is deze publicatie inclusief de correctie, aanvulling of wijziging van toepassing.

72 In aanvulling op paragraaf 2 lid 4 van de UAV 2012:

Daar waar een publicatie zonder datum is vermeld, is deze publicatie van toepassing zoals deze drie maanden voor de dag van aanbesteding luidt.

73 In aanvulling op paragraaf 2 van de UAV 2012:

CONCEPT

Op het werk zijn mede van toepassing de kwaliteitseisen, beoordelingsrichtlijnen en ontwerpen, welke door keuringsinstituten, erkend door de Raad voor Accreditatie, zijn aangewezen als grondslag voor de afgifte van certificaten, attesten of attesten-met-certificaat.

74 In aanvulling op paragraaf 6 lid 2 van de UAV 2012:

De aannemer blijft, ook na goedkeuring door de directie, verantwoordelijk voor de door hem gemaakte tekeningen, berekeningen betreffende de constructies, werkwijze, maatvoering en dergelijke.

75 In aanvulling op paragraaf 6 lid 2 van de UAV 2012:

Wanneer door de aannemer wijzigingen in de tekeningen worden aangebracht, wordt dit op het origineel in het wijzigingsblok aangegeven door middel van een versie- en datumwijziging.

De aannemer registreert en distribueert deze tekeningen.

Indien de aannemer zich niet met door de directie gewenste wijzigingen kan verenigen, deelt hij dit de directie schriftelijk mede.

76 NALEVEN WET ARBEID VREEMDELINGEN

Onder verwijzing naar paragraaf 6, lid 11 van de UAV 2012 wordt de aannemer geacht bekend te zijn met hetgeen in de Wet arbeid vreemdelingen (Wav) is bepaald omtrent het verbod om vreemdelingen in Nederland arbeid te laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning.

De aannemer leeft de bepalingen van de Wav na, alsmede deze besteksbepaling.

Bij elke bouwvergadering zorgt de aannemer ervoor dat "de naleving van de Wav" wordt geagendeerd, besproken en opgenomen in het verslag. De aannemer wijst iedere door hem bij de uitvoering van het werk gecontracteerde onderaannemer schriftelijk op de bepalingen van de Wav en verplicht de onderaannemer de bepalingen van de Wav na te leven en deze besteksbepaling op te nemen in door hem te sluiten (onderaannemings)overeenkomst. Alle aan de (niet) naleving verbonden gevolgen en kosten zijn voor rekening van de aannemer. De aannemer stelt mede namens de opdrachtgever de identiteit vast van alle op het werk aanwezige vreemdelingen als bedoeld in artikel 15 Wav en controleert de identiteitsbewijzen en de tewerkstellingsvergunningen van deze vreemdelingen op echtheid en geldigheid. De aannemer bewaart mede namens de opdrachtgever kopieën van deze documenten in zijn administratie als bedoeld in artikel 15 Wav tot tenminste 5 (vijf) jaar na het einde van het kalenderjaar waarin de oplevering plaatsvindt. De aannemer kan hierbij gebruik maken van elektronische middelen. De opdrachtgever, dan wel de door hem aangewezen persoon, kan op ieder willekeurig moment de nalevering door de aannemer van de Wav en deze besteksbepaling controleren. Op eerste verzoek van de opdrachtgever, dan wel de door hem aangewezen persoon, zal de aannemer onverwijld de betreffende administratie en (opgeslagen) documenten overleggen. Bij welke overtreding van de Wav dan ook, geconstateerd door de Nederlandse Arbeidsinspectie of enig ander orgaan, komen boetes die daaruit voor de opdrachtgever voortvloeien, voor rekening van de aannemer en vrijwaart de aannemer de opdrachtgever te zake. De opdrachtgever zal deze boetes aan de aannemer doorbelasten en de aannemer zal deze op eerste verzoek aan de opdrachtgever vergoeden dan wel zal de opdrachtgever deze boetes verrekenen met de eerstvolgende (termijn)betaling(en) door de opdrachtgever aan de aannemer te doen, zonder dat deswege een ingebrekestelling nodig is en ongeacht een eventueel bezwaar of beroep van de aannemer tegen de opgelegde boete. Het voorgaande laat alle overige rechten en aanspraken van

HFD PAR ART LID

de opdrachtgever onverlet.

77 WET AANPAK SCHIJNCONSTRUCTIES (WAS)

a. Onder verwijzing naar paragraaf 6, lid 11 van de UAV 2012 houdt de aannemer zich bij de uitvoering van het werk aan de geldende wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsvoorwaarden en aan de CAO die voor hem van toepassing is.

b. De aannemer legt alle arbeidsvoorwaardelijke afspraken ten behoeve van de uitvoering van het werk op een inzichtelijke en toegankelijke wijze vast.

c. De aannemer verschaft desgevraagd en onverwijld aan bevoegde instanties toegang tot deze arbeidsvoorwaardelijke afspraken en werkt mee aan controles, audits en/of loonvalidatie.

d. De aannemer verschaft desgevraagd en onverwijld aan de opdrachtgever, dan wel aan de door hem aangewezen persoon, toegang tot de onder sub c genoemde arbeidsvoorwaardelijke afspraken indien de opdrachtgever dit noodzakelijk acht in verband met het voorkomen of de behandeling van een loonvordering aangaande verrichte arbeid ten behoeve van de uitvoering van het werk.

De aannemer is verplicht om deze besteksbepaling in eventueel door hem af te sluiten (onderaannemings)overeenkomsten op te nemen en de onderaannemer en/of andere partijen te verplichten deze bepaling in eventueel door hen af te sluiten (onderaannemings)overeenkomsten op te nemen.

78 In aanvulling op paragraaf 6 van de UAV 2012:

De aannemer dient alle documenten, welke volgens dit bestek dienen te worden aangeleverd, digitaal in PDF- formaat aan te leveren aan de directie.

Tekeningen dienen zowel analoog alsmede digitaal in PDF- en DWG- (AutoCAD) of GDB- (GIS)-formaat te worden aangeleverd.

CONCEPT

79 Indien de aannemer voornemens is incidenteel werkzaamheden op het werkterrein te verrichten buiten de werktijden zoals opgenomen in paragraaf 1.07 van dit bestek, dient hij hiertoe uiterlijk ** dagen voorafgaand aan het geplande moment van uitvoering daartoe een verzoek in bij de directie. Daarnaast maakt de aannemer het uitvoeren van werkzaamheden op het werkterrein buiten de gestelde werktijden bespreekbaar onder het agendapunt "planning" tijdens de bouwvergaderingen.

80 In afwijking van paragraaf 12 lid 1 van de UAV 2012: De tekst in lid 1 wordt geschrapt en vervangen door:

"De aannemer is aansprakelijk voor gebreken die bij de oplevering van het werk niet zijn ontdekt, tenzij deze gebreken niet aan de aannemer zijn toe te rekenen".

81 In afwijking van paragraaf 12 lid 2 van de UAV 2012: Lid 2 komt te vervallen.

82 Invulling op paragraaf 14 lid 2 van de UAV 2012:

De directie is bevoegd het werk geheel of gedeeltelijk stop te zetten indien de terreingesteldheid, oefeningen van militairen en/of andere omstandigheden dit naar haar oordeel noodzakelijk maken.

De aannemer mag het werk pas hervatten na schriftelijke toestemming van de directie.

83 Voor het maken van foto's, films of video-opnamen en dergelijke van het werk, het verlenen van medewerking daaraan en het geven van publiciteit inzake het werk, is toestemming van de opdrachtgever noodzakelijk.

84 In aanvulling op paragraaf 49 lid 2 van de UAV 2012:

Het scheidrecht bestaat steeds uit drie arbiters waarbij één der arbiters behoort tot de leden-jurist van het Collega van Arbiters van de Raad van Arbitrage voor de Bouw die optreedt als voorzitter van het gescheidsrecht.

85 Gedurende de uitvoering van het werk dient de regelgeving welke voor het terrein en de gebouwen geldt strikt te worden nageleeft en te worden opgevolgd.

Deze regelgeving kan ondermeer blijken uit op het terrein dan wel in of aan de gebouwen aanwezige verbods- en/of gebodsborden dan wel uit nadere voorschriften welk op verzoek bekend gesteld worden.

De gevolgen van en de kosten verbonden aan de naleving van in deze bepaling bedoelde regelgeving zijn voor rekening van de aannemer.

01 01 08 VASTSTELLEN TE ACCORDEREN HOEVEELHEDEN

01 De documenten en aanvullende gegevens, als bedoeld in artikel 01.01.08 van de Standaard, die zullen worden verstrekt zijn:

- ......................

- ......................

De documenten en aanvullende gegevens, als bedoeld in artikel 01.01.08 van de Standaard, die uitsluitend op verzoek van de aannemer zullen worden verstrekt zijn:

HFD PAR ART LID

- ......................

- ......................

02 Op het vaststellen van te accorderen hoeveelheden is een drempel als bedoeld in artikel 01.01.08 lid 13 van de Standaard van toepassing.

03 Er zullen geen documenten en aanvullende gegevens, als bedoeld in artikel 01.01.08 van de Standaard worden verstrekt.

01 01 71 OVERIGE ALGEMENE BEPALINGEN

71 In aanvulling op paragraaf 6 lid 30 van de UAV 2012:

De voertaal en alle overige correspondentie, zowel mondeling als schriftelijk, inzake de uitvoering van het werk dient in de Nederlandse taal te geschieden.

72 In aanvulling op paragraaf 6 van de UAV 2012:

De aannemer zal ten behoeve van de uitvoering van dit bestek geen aanschaffingen of diensten aanvaarden afkomstig van gebieden die geen deel uitmaken van de NATO.

Deze verplichting geldt teven onverkort voor alle door de aannemer met onderaannemers en leveranciers af te sluiten overeenkomsten.

73 In aanvulling op paragraaf 6 van de UAV 2012:

De aannemer mag geen overheidsfunctionarissen van de Verenigde Staten van Amerika op enigerlei wijze in de financiële resultaten van de uitvoering van dit bestek deel laten hebben, noch met hen overeenkomsten ten uitvoering van dit bestek aangaan.

01 01 72 ABDO 2019

CONCEPT

71 Rubricering:

De volgende onderdelen van het bestek zijn als volgt gerubriceerd:

a. [...] STG zeer geheim / STG geheim / STG confidentieel / Departementaal vertrouwelijk;

b. [...] STG zeer geheim / STG geheim / STG confidentieel / Departementaal vertrouwelijk;

c. Enzovoort.

Indien ruimten met een gerubriceerd karakter worden aangemerkt dan gelden voor toegang tot deze ruimten de volgende eisen:

- ....

- ....

72 ABDO:

De bepalingen van de Algemene Beveiligingseisen voor Defensieopdrachten 2019 (ABDO 2019) zijn op deze overeenkomst en de uitvoering daarvan onverkort van toepassing. Ten behoeve van een goed beheer van de beveiliging van de informatie gedurende de uitvoering van de opdracht geldt een rubricerings-aanduidingslijst, die integraal deel uitmaakt van deze overeenkomst en is bijgevoegd als bijlage conform paragraaf 04 van deel 2.1 van dit bestek.

73 Het niet naleven van de in de ABDO 2019 gestelde beveiligingseisen kan beëindiging van de overeenkomst tot gevolg hebben.

01 01 73 COÖRDINEREND EN ONTWERPEND CONSTRUCTEUR

71 Onder coördinerend constructeur wordt, zoals beschreven op het "Kennisportaal Constructieve Veiligheid", verstaan:

"De adviseur die in de fase Uitvoeringsgereed Ontwerp (detailengineering) de detailuitwerkingen van deelconstructeurs inhoudelijk toetst en de constructieve samenhang bewaakt."

72 Onder ontwerpend constructeur wordt, zoals beschreven op het "Kennisportaal Constructieve Veiligheid", wordt verstaan:

"De adviseur die het constructief ontwerp maakt, als lid van het ontwerpteam."

73 De directie wordt aangewezen als zijnde de coördinerend constructeur.

74 De aannemer wordt aangewezen als zijnde de coördinerend constructeur.

Deze coördinerend constructeur dient hetzelfde te zijn als de ontwerpend constructeur.

01 01 74 NALEVEN INTERNATIONALE SOCIALE VOORWAARDEN

HFD PAR ART LID

71 Internationale Sociale Voorwaarden (ISV) hebben als doel het uitbannen van sociale misstanden in de productieketen. De Internationale Sociale Voorwaarden zijn gebaseerd op de fundamentele arbeidsnormen van de International Labour Organisation (ILO) en relevante mensenrechtenverdragen en zien op:

- vrijheid van vakvereniging en recht op collectief onderhandelen;

- afschaffing van dwangarbeid en slavernij;

- effectieve afschaffing van kinderarbeid;

- vrijwaring van discriminatie op het werk en in beroep.

72 De aannemer voert due diligence uit die ziet op de gehele keten van het productieproces, om invulling te geven aan het naleven van Internationale Sociale Voorwaarden, ten aanzien van het verwerken van natuursteen en/of PV-systemen (incl. zonnepanelen) in het project.

De due diligence is een doorlopend proces waarmee de aannemer risico's op het schenden van arbeids- en mensenrechten in de eigen organisatie en de bijbehorende productieketen in kaart brengt en die vervolgens zoveel mogelijk voorkomt, vermindert, herstelt en/of compenseert. Onder due diligence wordt, anders dan de gangbare term in de accountancy, geen boekenonderzoek verstaan. Een handreiking voor bedrijven m.b.t. due diligence is te vinden op de site van pianoo (xxx.xxxxxx.xx).

73 De aannemer stelt, ten behoeve van de due diligence, een risicoanalyse op ten aanzien van risico's op schending van milieu-, arbeids- en mensenrechten in de gehele keten van het productieproces. Deze risicoanalyse omvat ten minste:

a. Een beschrijving van de gehele keten van het productieproces (alle schakels van grondstof tot en met eindproduct);

CONCEPT

b. Een risicoanalyse die de daadwerkelijke en mogelijke negatieve impact van het handelen of niet handelen identificeert ten aanzien van het naleven van internationale arbeidsnormen en mensenrechten in de productieketen(s). In de risicoanalyse staat ten minste: identificatie risico’s, betrokkenheid bij risico (veroorzaken, bijdragen aan, direct gelinkt aan via een zakenrelatie of geen link) en grootte en ernst risico’s. In het geval er in de risicoanalyse als bedoeld in dit lid risico's zijn gesignaleerd op schending van arbeids- en mensenrechten, stelt de aannemer een plan van aanpak op om deze risico's te mitigeren. Het plan van aanpak, met daarin opgenomen de risicoanalyse, wordt aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de UAV 2012.

74 In het geval er in de risicoanalyse als bedoeld in dit lid risico’’s zijn gesignaleerd op schending van milieu-, arbeids- en mensenrechten, stelt de aannemer een plan van aanpak op om deze risico's te mitigeren. Het plan van aanpak, met daarin opgenomen de risicoanalyse, wordt aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26, lid 6 van de UAV 2012.

In afwijking van paragraaf 26 lid 2 van de UAV 2012 legt de aannemer het plan van aanpak uiterlijk op de .....

werkdag na de dag waarop hem het werk is opgedragen aan de directie ter goedkeuring voor. Het plan van aanpak omvat ten minste:

a. Een overzicht en beschrijving van de maatregelen die de aannemer zal nemen om de geïdentificeerde risico's op schending internationale arbeidsnormen en mensenrechten in de productieketen(s) te voorkomen en verminderen;

b. Een planning ten aanzien van de maatregelen die de aannemer zal nemen;

c. Indien relevant, een toelichting op het tot stand komen van het plan van aanpak, bijvoorbeeld informatie over de betrokkenheid van stakeholders.

75 De aannemer stelt telkens jaarlijks, vanaf de datum waarop hem het werk is opgedragen en vóór de oplevering een rapportage op over zijn inzet ten aanzien van het naleven ISV. De aannemer maakt deze rapportage(s) binnen 14 dagen na het verlopen van deze jaarlijkse periode en vóór de oplevering openbaar en legt deze gelijktijdig ter kennisname voor aan de directie. Deze rapportage omvat ten minste:

a. Een overzicht van de risico's uit de risicoanalyse;

b. De maatregelen die in de periode waarover gerapporteerd wordt zijn opgenomen om sociale misstanden in de keten te voorkomen, gelet op de risico's uit de risicoanalyse;

c. De aanpak en resultaten van de monitoring op de naleving van ISV;

d. Informatie over hoe eventueel ontvangen signalen (intern en extern) over schending van de ISVV afgehandeld zijn.

01 02 BETALINGSREGELINGEN: AANNEMINGSSOM

01 02 01 BETALING

01 In afwijking van het bepaalde in artikel 01.02.01 lid 03 van de Standaard verschijnt de eerste betalingstermijn op de tweede maandag na de datum van aanvang van het werk om 00.00 uur. De tweede en volgende termijnen verschijnen steeds twee weken later.

71 Het termijnbedrag zal worden verhoogd met de verschuldigde omzetbelasting, te weten:

- 9% over de leverantieposten volgens bestekspostnummer ...... t/m ......, en ;

HFD PAR ART	LID
		- 21% over alle overige besteksposten.
01 03		BETALINGSREGELINGEN: AFWIJKINGEN VAN VERREKENBARE HOEVEELHEDEN
01 04		BETALINGSREGELINGEN: RISICOREGELING
01 04 01		ALGEMEEN
	01	De risicoregeling als bedoeld in paragraaf 01.04 van de Standaard is niet van toepassing.
	71	In afwijking van het gestelde in paragraaf 01.04.02 van de Standaard geschiedt géén verrekening van wijzigingen in loonkosten, kosten van brandstofgroepen en kosten van bouwstofgroepen.
01 04 02		LOONKOSTEN- EN BRANDSTOFFENBESTANDDELEN
	01	Het loonkostenbestanddeel, als bedoeld in artikel 01.04.02 lid 03 van de Standaard, bedraagt ...% van de aannemingssom.
	02	De brandstoffenbestanddelen, als bedoeld in artikel 01.04.02 lid 03 van de Standaard, bedragen de hierna genoemde percentages van de aannemingssom:

Brandstofgroep Percentage (%) 01 Gasolie met hoog accijnstarief ...

03 Gasolie exclusief accijns ...

04 Elektriciteit ...

71 In aanvulling op het bepaalde in artikel 01.04.02 lid 02 van de Standaard geschiedt de verrekening van de aldaar bedoelde kosten op een afzonderlijke declaratie.

CONCEPT

72 In aanvulling op het bepaalde in artikel 01.04.02 lid 02 van de Standaard geschiedt de verrekening van de aldaar bedoelde kosten op de hiervoor in het bestek opgenomen stelpost.

01 06 BETALINGSREGELINGEN: DECLARATIES

01 06 01 INDIENEN DECLARATIES

71 In afwijking van paragraaf 40 lid 6 van de UAV 2012 wordt de termijn van 4 weken vervangen door 30 dagen.

72 In afwijking van paragraaf 45 lid 2 van de UAV 2012 is de zinsnede " ... wordt het in het voorgaande lid bepaalde percentage na het verstrijken van veertien dagen met 2 verhoogd, en ..." niet van toepassing.

73 Facturatie geschiedt door middel van E-facturatie. De aannemer dient de factuur voor het Rijksvastgoedbedrijf aan te leveren als e-factuur onder vermelding van het inkoopordernummer (vereist), als vermeld in de opdrachtbrief.

74 Informatie over e-factureren is beschikbaar via xxxxx://xxxxxxxx-xxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx.

01 07 ZEKERHEIDSTELLING

01 07 01 WAARDE EN VORM ZEKERHEIDSTELLING

01 Van de aannemer wordt geen zekerheidstelling als bedoeld in paragraaf 43a van de UAV 2012 verlangd.

71 Uiterlijk op de tiende werkdag na de dag waarop het werk is opgedragen dient de aannemer de bankgarantie of verzekerde borg zoals bedoeld in paragraaf 43a, lid 2 van de UAV 2012 bij de opdrachtgever in te dienen.

De bankgarantie of verzekerde borg dient te worden opgesteld volgens het model dat als bijlage bij dit bestek is opgenomen en dient te zijn gesteld door een kredietinstelling of verzekeringsonderneming die:

1. Is ingeschreven in het register zoals bedoeld in artikel 1:107 Wet op het financieel toezicht, of

2. Onder toezicht staat van een toezichthouder of een toezichthoudende instantie van:

a. een (andere) lidstaat als bedoeld in artikel 1:1 Wet op het financieel toezicht, of

b. het Verenigd Koninkrijk.

De waarde van de bankgarantie of verzekerde borg bedraagt van de aannemingssom in (%): ...%

Er mag zowel een (hard-copy) papieren als digitale bankgarantie of verzekerde borg worden ingediend. Onder een digitale bankgarantie wordt verstaan een bankgarantie die als pdf-bestand voorzien is van een gekwalificeerde elektronische handtekening met beveiligingsniveau IV (PKIoverheid certificaat, EU Qualified certificaat of

HFD PAR ART LID

gelijkwaardig) van de borg die de zekerheid heeft afgegeven.

Indien de bedoelde bankgarantie of verzekerde borg niet tijdig is ontvangen dan wel niet voldoet aan de eisen, kan een bedrag worden ingehouden op de eerste en zo nodig de daaropvolgende termijnen totdat de som van deze inhouding(en) het bedrag van de bankgarantie of verzekerde borg zal hebben bereikt. Het ingehouden bedrag zal worden verrekend nadat de bovenbedoelde (correcte) bankgarantie of verzekerde borg is ontvangen en voldoet aan de eisen.

De bankgarantie of verzekerde borg dient verstuurd te worden naar:

Rijksvastgoedbedrijf

t.a.v. de contactpersoon als vermeld in de opdrachtbrief of overeenkomst Xxxxxxx 00000 / 0000 XX / Xxx Xxxx

Binnen 14 dagen na afloop van de periode gedurende welke de zekerheidstelling van kracht is, worden de ten behoeve van de bankgarantie of verzekerde borg overgelegde bescheiden aan de aannemer geretourneerd.

72 In afwijking van paragraaf 43a van de UAV 2012 wordt op de laatste termijn van betaling …% van de aannemingssom ingehouden. Dit bedrag verschijnt nadat de aannemer aan al zijn verplichtingen heeft voldaan. Indien de laatste termijn van betaling kleiner is dan bovengenoemd percentage van de aanneemsom, vindt de inhouding plaats op een voorafgaande termijn.

73 Binnen de raamovereenkomst kan bij deelopdrachten met een bedrag boven de €500.000,= exclusief BTW een zekerheidsstelling zoals bedoeld in paragraaf 43a van de UAV 2012 worden verlangd.

01 07 71 ZEKERHEIDSTELLING OPDRACHTGEVER

71 Paragraaf 43a lid 8 van de UAV 2012 is niet van toepassing.

CONCEPT

01 08 BIJDRAGEN

01 08 01 RAW-BESTEK: BIJDRAGE RAW-SYSTEMATIEK

01 Een 'bijdrage RAW-systematiek', als bedoeld in artikel 01.08.01 van de Standaard, wordt verlangd.

01 08 02 RAW-BESTEK: BIJDRAGE FONDS XXXXXXX XXXXXXXXXXXX

01 Een 'bijdrage Fonds Xxxxxxx Xxxxxxxxxxxx', als bedoeld in artikel 01.08.02 van de Standaard, wordt verlangd.

01 08 71 GEGEVENS TEN BEHOEVE VAN TWEEDE REGISTRATIE

71 Ten behoeve van de tweede registratie (i.e. het invullen van de opdrachtgegevens in de registratiemodule van de Stichting CROW) van het bestek door het Rijksvastgoedbedrijf, dient de aannemer binnen 5 werkdagen na ontvangst van de opdrachtbrief de onderstaande gegevens aan te leveren bij de opdrachtgever:

- Datum van de opdracht;

- Aanneemsom (excl. BTW);

- Naam van het aannemingsbedrijf;

- Plaats waar het aannemingsbedrijf gevestigd is;

- Naam van de contactpersoon bij het aannemingsbedrijf;

- Telefoonnummer van het contactpersoon bij het aannemingsbedrijf. De gegevens per mail aanbieden bij: @xxxxxxxxxxxxx.xx

01 09		KABELS EN LEIDINGEN
01 09 03		RISICOREGELING
	71	In het geval schade wordt aangetroffen of wordt veroorzaakt door de aannemer dan dient het herstel van schade aan beveiligingskabels en beveiligingscomponenten te worden uitgevoerd door de leverancier van het beveiligingssysteem.
01 11		VERBAND MET ANDERE WERKEN
01 11 01		WERKEN, DIE IN ELKANDER GRIJPEN
	01	In verband met het bepaalde in paragraaf 31 lid 1 van de UAV 2012 wordt de aannemer erop gewezen dat de navolgende werken in elkander grijpen:

HFD PAR ART LID

......................................................................................................................

01 11 71 COÖRDINATIE

71 Als coördinator voor wat betreft (doorloop)tijd en planning wordt aangewezen de aannemer van dit bestek (besteknummer: ………).

De coördinator voor de (doorloop)tijd en planning coördineert de in elkaar grijpende werkzaamheden van de volgende partijen:

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ...................

De namen van partijen worden zo snel mogelijk nadat deze bekend zijn door de directie aan aannemer bekendgemaakt.

72 Als coördinator voor wat betreft (doorloop)tijd en planning wordt aangewezen de aannemer van de werkzaamheden voor ……… (besteknummer… ).

De coördinator voor de (doorloop)tijd en planning coördineert de in elkaar grijpende werkzaamheden van de volgende partijen:

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ; en

- Besteknummer ............ voor ...................

CONCEPT

De namen van partijen worden zo snel mogelijk nadat deze bekend zijn door de directie aan aannemer bekendgemaakt.

73 De coördinator is belast met:

a. Het, voor wat betreft de tijdstippen, de volgorde en de plaats van uitvoering, op elkaar afstemmen van de werkzaamheden, diensten en leveranties van partijen genoemd onder 71 van dit artikel (de zgn. “tijdscoördinatie”), alsmede met het toezicht op de naleving van het algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan;

b. De coördinatie van het gebruik door partijen van de op het werk aanwezige hulpmiddelen;

c. Het bij bouwvergaderingen agenderen van "coördinatie" indien naar zijn inzicht nodig;

d. Invulling geven aan de overige verplichtingen volgend uit deze bestekbepaling.

De coördinator is jegens de opdrachtgever verplicht om zich, met inachtneming van de bepalingen van deze overeenkomst, bij de uitvoering van zijn coördinatietaken, naar beste kunnen in te spannen.

De door de coördinator voor het verrichten van deze taken te ontvangen vergoeding, is integraal onderdeel van de overeengekomen aanneemsom.

74 Xxxxxxxx zal zich verbinden zich jegens elk der partijen genoemd onder lid 71/72 van dit artikel volledige medewerking te verlenen aan het samenstellen van het in de bestekken genoemde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan, daartoe alle vereiste gegevens tijdig te verstrekken, de uitvoering van de eigen werkzaamheden te doen geschieden in goede onderlinge samenwerking en in overeenstemming met het door de directie goedgekeurde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan.

Het goedgekeurde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan wordt door alle partijen genoemd onder 01 van deze bestekbepaling ondertekend en wordt onderdeel van het bestek van aannemer. Dit laat onverlet de overige verplichtingen uit dit bestek (en/of de bijlagen daarbij).

75 Indien aannemer vertraging of ernstige moeilijkheden verwacht, welke kunnen leiden tot schadelijke gevolgen voor haar of andere partijen genoemd onder lid 71/72 van dit artikel, bijvoorbeeld doordat xxxxxxx of een andere partij, als benoemd in lid 71/72 van dit artikel, achterblijft of dreigt achter te blijven op het aan te houden algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan dan wel op storende wijze daarop voorloopt of doordat zich belemmerende feiten of omstandigheden voordoen, welke zijn toe te rekenen aan de opdrachtgever of enigerlei andere oorzaak hebben, is gehouden hiervan onverwijld mededeling te doen aan de coördinator. De coördinator stelt hiervan de directie op de hoogte.

76 Indien aannemer vertraging ondervindt doordat een andere partij, als benoemd in lid 71/72 van dit artikel, achterblijft op het aan te houden algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan of doordat zich belemmerende feiten of omstandigheden voordoen welke zijn toe te rekenen aan de opdrachtgever, is aannemer gehouden van het feit en van de oorzaak van de vertraging schriftelijk mededeling te doen:

- Aan de coördinator,

- Aan de directie,

leverancier met betrekking tot het waterbergende pakket te bespreken.‌

HFD PAR ART	LID
		- Aan alle andere partijen, en - Een afschrift daarvan tevens aan de opdrachtgever.
	77	In geval van een melding als bedoeld in lid 75 of lid 76 van dit artikel is de coördinator gehouden onverwijld met alle partijen als benoemd in lid 71/72 van dit artikel evenals de directie in geval van een ontstane vertraging, een vergadering te houden. Indien de coördinator in gebreke blijft om tijdig deze vergadering te houden, is de meest gerede partij bevoegd om de andere partijen als benoemd in lid 71/72 van dit artikel op korte termijn voor deze vergadering bijeen te roepen. Op deze vergadering zullen de partijen als bedoeld in lid 71/72 van dit artikel onder leiding van de coördinator een zodanige regeling treffen, dat, onverminderd ieders bestekverplichtingen, het project op de meest efficiënte wijze, dat wil zeggen met zo min mogelijk vertraging en zo min mogelijk extra kosten, kan worden voortgezet en voltooid. Indien de getroffen regeling een wijziging van het goedgekeurde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan noodzakelijk maakt, legt de coördinator aan de directie en de opdrachtgever een gewijzigd algemeen tijdschema en/of gedetailleerd werkplan voor, zulks met inachtneming van het gestelde in dit bestek hiervoor. De andere partijen als bedoeld in lid 71/72 van dit artikel verplichten zich aan deze wijzigingen hun medewerking te verlenen. De coördinator maakt van de vergadering een verslag dat aan ieder der partijen en de directie zal worden toegezonden. Bij afwezigheid van de coördinator zal deze worden vervangen door de directie.
	78	Bij de afstemming van de werkzaamheden van alle partijen zoals genoemd in dit bestek dient tevens rekening te worden gehouden met de werkzaamheden van derden die op en/of in de nabijheid van het werk worden uitgevoerd. Zonder daarbij volledig te kunnen zijn moet in ieder geval worden gerekend met de navolgende partijen: a. …… b. …… c. ……
	79	Het bepaaldCe in deze beOstekbepaling Nlaat de rechteCn van opdraEchtgever voPortvloeiendeTuit paragraaf 46 evenals paragraaf 42 van de UAV 2012 onverlet. Tevens laat het de rechten van opdrachtnemer voortvloeiende uit paragraaf 8 van de UAV 2012 onverlet.
01 11 72		VOORZIENINGEN DERDEN
	71	De aannemer verstrekt tijdig aan de directie de gegevens van de door derden ten behoeve van hem te treffen voorzieningen. De aannemer dient de voorzieningen die vanwege de opdrachtgever zijn uitgevoerd zo spoedig mogelijk te controleren, nadat hij door of namens de opdrachtgever van de voltooiing van die voorzieningen in kennis is
01 12		gesteld. Van eventuele tekortkomingen stelt hij de directie terstond in kennis. De hogere kosten die een gevolg kunnen zijn van het niet ter kennis brengen van vorenbedoelde tekortkomingen, komen voor rekening van de aannemer, indien en voor zover hij deze tekortkomingen redelijkerwijze had behoren op te merken. MAATREGELEN IN HET BELANG VAN HET VERKEER
01 12 03		VERWIJDEREN VAN VERONTREINIGINGEN OP WEGEN
	71	Het bepaalde in artikel 01.12.03 van de Standaard is mede van toepassing op terreinen van Defensie.
01 12 04		SIGNAALKLEDING
	71	In afwijking van het gestelde in artikel 01.12.04 lid 01 van de Standaard, dient de tekst "die niet is gesloten voor openbaar verkeer" te worden geschrapt.
01 13		KWALITEITSPLAN, ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN, FLEXIBELE UITVOERINGSTERMIJN
01 13 01		KWALITEITSBORGING
	71	Voor aanvang van de werkzaamheden dient de aannemer een afspraak in te plannen voor een overleg met de leverancier van de waterbergende funderingslaag en de opdrachtgever, om de werkwijze en de instructies van de
01 13 05		VERIFICATIE, ACCEPTATIE, STOP-, BIJWOON- EN REGISTRATIEPUNT
	71	Bij het opstellen van een tijdschema en/of gedetailleerd werkplan rekening houden met de volgende stoppunten:

HFD PAR ART LID

1. .............

2. .............

3. Enz.

01 13 06 ALGEMEEN TIJDSCHEMA, WERKPLAN

01 Naast een algemeen tijdschema, als bedoeld in paragraaf 26 lid 1 van de UAV 2012, wordt van de aannemer een gedetailleerd werkplan, als bedoeld in paragraaf 26 lid 6 van de XXX 0000, xxxxxxxx, omvattende: ................

02 Van de aannemer wordt in plaats van een algemeen tijdschema, als bedoeld in paragraaf 26 lid 1 van de UAV 2012, een gedetailleerd werkplan, als bedoeld in paragraaf 26 lid 6 van de XXX 0000, xxxxxxxx, omvattende:

.............

71 De indeling van de tijdsduur op het verlangde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan dient te worden aangegeven in werkbare kalenderdagen.

72 In het verlangde algemene tijdschema en/of gedetailleerde werkplan dienen de door derden uit te voeren werkzaamheden te worden opgenomen en ingepast. Hierbij dient een zo volledig mogelijk inzicht te worden gegeven in de hoedanigheid, de volgorde en de tijdsduur van voorbereiding en uitvoering van de werkzaamheden van elk onderdeel.

Deze derden zullen het tijdschema en/of werkplan, na goedkeuring hunnerzijds, voor akkoord tekenen.

73 Het namens de opdrachtgever opgestelde tijdschema is als bijlage in dit bestek opgenomen.

74 Het in lid 01/02 bedoelde draaiboek nachtwerk dient tevens te bevatten:

a. De werkvolgorde en -methode;

b. De te nemen veiligheidsvoorzieningen en -maatregelen;

CONCEPT

c. Een overzicht van transportroutes en werklocaties;

d. De te nemen maatregelen om de baan dagelijks operationeel op te leveren;

e. De werkzaamheden door derden.

In het draaiboek nachtwerk rekening houden met de werktijden zoals opgenomen in paragraaf 07 van deel 1 van dit bestek.

01 14 BOUWSTOFFEN

01 14 01 DOOR OPDRACHTGEVER TER BESCHIKKING TE STELLEN BOUWSTOFFEN

01 De aannemer moet de navolgende, door de opdrachtgever ter beschikking te stellen bouwstoffen, afroepen bij de aangegeven producent/leverancier ervan:

bouwstof producent/leverancier

....................... .............................

....................... .............................

02 De aannemer verstrekt de directie schriftelijk opgave van die bouwstoffen die een week voor de dag van verwerking nog niet zijn aangevoerd, doch wel tijdig zijn afgeroepen.

03 Bij de aflevering door de producent/leverancier van door de opdrachtgever ter beschikking te stellen bouwstoffen, maakt de aannemer een bewijs van ontvangst op, waarop staan aangegeven:

- de datum van aflevering;

- het besteknummer;

- het nummer van de geleidebon;

- de soort bouwstof en het aantal;

- de plaats van aflevering.

De aannemer ondertekent het bewijs van ontvangst en dient dit bij de directie in. Het ondertekende bewijs van ontvangst vormt de verklaring van de aannemer dat de door derden afgeleverde bouwstof aanwezig is op het werk conform de hoeveelheid vermeld op het bewijs van ontvangst.

71 Het bepaalde in paragraaf 19 lid 3 van de UAV 2012 is niet van toepassing op de door de opdrachtgever ter beschikking gestelde bouwstoffen.

01 14 02 VERWERKING VAN BOUWSTOFFEN

71 In afwijking van par. 17, lid 5 UAV 2012 dient voor de in dit bestek genoemde fabricaten en/of merknamen achter deze fabricaten en/of merknamen te worden gelezen ‘of gelijkwaardig’.

HFD PAR ART LID

Bij toepassing van een gelijkwaardig product dient de aannemer tijdig een uitgebreide vergelijkende technische documentatie te overleggen, op basis waarvan de aannemer de gelijkwaardigheid aan de opgegeven technische / functionele specificaties aantoont.

72 Voor zover niet anders in dit bestek is vermeld, dienen de te verwerken bouwstoffen nieuw te zijn en van de eerste soort c.q. kwaliteit.

73 De hieronder genoemde bouwstoffen komen, anders als bepaald in 01.14.02 lid 71, niet in aanmerking voor vervanging door bouwstoffen met een andere fabricaat en/of merknaam:

- ...

74 Voordat de onderstaande bouwstoffen door de aannemer worden besteld dient hiervan een monster ter beoordeling aan de directie te worden voorgelegd:

- ...

01 14 03 KEURING VAN BOUWSTOFFEN (GECERTIFICEERDE BOUWSTOFFEN)

01 Bouwstoffen die drie maanden voor de uiterste datum voor het indienen van de inschrijving leverbaar zijn met:

- KOMO-(attest-met-)productcertificaat;

- KIWA-keur voor bouwstoffen ten behoeve van waterleidingen;

- KEMA-keur voor bouwstoffen ten behoeve van kabelwerk;

- GASTEC QA-merk voor bouwstoffen ten behoeve van gasleidingen;

met inachtneming van het bepaalde in de navolgende leden, leveren met deze kwaliteitsverklaringen.

02 Een overzicht van de bouwstoffen als bedoeld in lid 01 kan worden verkregen:

- voor het KOMO-keur bij de Stichting KOMO te Gouda, xxx.xxxx.xx;

- voor het KIWA-keur bij KIWA Nederland BV te Rijswijk, xxx.xxxx.xxx/xx;

CONCEPT

- voor het KEMA-keur bij DEKRA Certification BV te Arnhem, xxx.xxxxx-xxxxxxxxxxxxx.xx;

- voor het GASTEC QA-keur bij Kiwa Nederland BV te Rijswijk, xxx.xxxx.xxx/xx.

03 Bij het transport, de opslag en de verwerking van bouwstoffen als bedoeld in lid 01, de voorschriften welke daaromtrent in het bestek zijn opgenomen volgen, alsmede, voor zover daarmede niet in strijd, de richtlijnen vermeld in de kwaliteitsverklaringen.

04 Wanneer de aannemer bouwstoffen, waarvan levering met een kwaliteitsverklaring als bedoeld in lid 01 mogelijk is, wenst te betrekken van een producent die deze bouwstoffen niet met deze kwaliteitsverklaring levert, worden de desbetreffende bouwstoffen door of vanwege de directie gekeurd overeenkomstig paragraaf 18 van de UAV 2012, met dien verstande dat de hieraan verbonden kosten voor rekening van de aannemer komen.

05 Het bepaalde in lid 04 is niet van toepassing voor de navolgende bouwstoffen die uitsluitend met een kwaliteitsverklaring als bedoeld in lid 01 moeten worden geleverd:

- ....................................

- ...................................

- ....................................

06 De directie keurt de volgende bouwstoffen die met een kwaliteitsverklaring als bedoeld in 01 worden geleverd overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 13 van paragraaf 18 van de UAV 2012:

- ....................................,

- .....................................

07 De directie keurt de door de aannemer te leveren bouwstoffen overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 13 van paragraaf 18 van de UAV 2012.

08 De directie keurt de volgende door de aannemer te leveren bouwstoffen overeenkomstig het bepaalde in de leden 2 tot en met 13 van paragraaf 18 van de UAV 2012:

- ....................................,

- .....................................

71 De aannemer dient kwaliteitsverklaringen door hem geparafeerd en gedateerd digitaal in PDF-formaat aan de directie te hebben verstrekt voordat de betreffende bouwstoffen worden verwerkt.

01 14 05 PROCESCERTIFICATIE

01 Voor de uitvoering van werkzaamheden t.b.v. is een geldig KOMO-procescertificaat vereist dan wel een

schriftelijke verklaring van een certificatie-instelling die daartoe is geaccrediteerd door de nationale accreditatie- instelling (in Nederland: Raad voor Accreditatie).

HFD PAR ART LID

Met deze verklaring verklaart de certificatie-instelling dat het toelatingsonderzoek, als bedoeld in de Nationale beoordelingsrichtlijn, die de grondslag vormt voor het procescertificaat, volledig naar tevredenheid is afgerond met uitzondering van de beoordeling van het uitvoeringsproces op werklocatie.

Indien een dergelijke verklaring wordt verstrekt, verplicht de aannemer zich het uitvoeringsproces van het onderhavige werk door de desbetreffende certificatieinstelling te laten beoordelen conform de hieraan in de desbetreffende beoordelingsrichtlijn gestelde eisen.

Hiertoe moet de aannemer vóór aanvang van de desbetreffende werkzaamheden een bewijs overleggen dat de certificatie-instelling deze beoordeling zal uitvoeren.

02 Vóór aanvang van de desbetreffende werkzaamheden verstrekt de aannemer de directie een kopie van het op zijn naam of op naam van de in te schakelen onderaannemer gestelde certificaat c.q. de verklaring.

03 Voor de uitvoering van de werkzaamheden t.b.v. is een geldig KOMO-procescertificaat vereist.

04 Vóór aanvang van de desbetreffende werkzaamheden verstrekt de aannemer de directie een kopie van het op zijn naam of op naam van de in te schakelen onderaannemer gestelde certificaat.

Vóór aanvang van de desbetreffende werkzaamheden verstrekt de aannemer de directie een kopie van het op zijn naam of op naam van de in te schakelen onderaannemer gestelde certificaat.

01 14 06 BESLUIT BODEMKWALITEIT

71 De aannemer verstrekt de in artikel 01.14.06 lid 03 van de Standaard bedoelde milieuhygiënische verklaring minimaal 10 werkdagen voorafgaand aan aanvoer van de desbetreffende grond, baggerspecie of bouwstof.

72 De aannemer dient de aan de directie te overleggen gegevens, als bedoeld in artikel 01.14.06 van de Standaard, digitaal in PDF-formaat in een overzicht als groeidocument te verstrekken.

CONCEPT

De kwaliteits- en milieuhygiënische verklaringen en afleveringsbonnen dienen in PDF-formaat aan een bestandsnaam herkenbaar bijgevoegd te worden.

Het overzicht dient minimaal de volgende kolomen te bevatten:

- Bestekspostnummer;

- Bouwstof;

- Nummer kwaliteitscertificaat / bestandsnaam;

- Numer afleveringsbon / bestandsnaam;

- Nummer milieuhygiënische verklaring / bestandsnaam.

73 Bij oplevering van het werk dient het complete rapport, inclusief bijlagen, digitaal in PDf-formaat aan de directie te worden verstrekt.

01 14 08 TE LEVEREN HOUT EN HOUTPRODUCTEN

71 Te leveren hout of hout verwerkt in te leveren (hout)producten, voor zover dit dient ten behoeve van de uitvoering van het werk en voor zover dit in het werk achterblijft, moet voldoen aan de Dutch Procurement Criteria for Timber. Hierbij geldt dat het hout voldoet aan alle negen principes voor duurzaam bosbeheer, volgens de bijbehorende beoordelingsmethode, zoals op 24 juli 2008 vastgesteld door de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Kamerstukken II, 2007-08, 30196, 35, inclusief bijlage 2.

De criteria zijn te vinden op xxx.xxxx.xxx.xx, onder “Documents”.

72 De aannemer overlegt de directie een verklaring dat het door hem te leveren hout of houtproducten voldoet aan de in het vorige lid gestelde eis. Bij deze verklaring wordt gevoegd:

1. Een verklaring waarin wordt aangegeven onder welk certificatiesysteem het hout wordt geleverd en waaruit blijkt dat aan de in het vorige lid gestelde eis wordt voldaan; of

2. Een bewijs, voorzien van uitgebreide, gedocumenteerde en op authenticiteit verifieerbare gegevens en informatie waaruit blijkt dat aan de in het vorige lid gestelde eis wordt voldaan.

73 Indien het hout geleverd wordt onder een certificatiesysteem wordt in ieder geval aan de eis voldaan, indien:

a. De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu het betreffende certificatiesysteem heeft toegelaten tot het inkoopbeleid; of

b. De Timber Procurement Assessment Committee (TPAC) heeft geoordeeld dat het certificatiesysteem voldoet aan de Dutch Procurement Criteria for Timber, waarbij geldt dat het voldoet aan ten minste zeven van de negen principes voor duurzaam bosbeheer.

Een overzicht van toegelaten en beoordeelde certificatiesystemen zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en xxx.xxxx.xxx.xx.

74 Als hulpmiddel bij het leveren van bewijs voor certificatiesystemen die nog niet getoetst zijn door TPAC kan de

HFD PAR ART LID

aannemer gebruik maken van de volgende onderling samenhangende documenten:

- Dutch Framework for Evaluating Evidence of Compliance with Timber Procurement Requirements;

- TPAC-documents for assessing certification systems (Category A):

• Annex I: User Manual TPAC;

• Assessment matrix for system managers;

• Application form for system managers.

Deze documenten zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en xxx.xxxx.xxx.xx.

75 Als hulpmiddel bij het leveren van bewijs als bedoeld in lid 72 sub 2, kan de aannemer gebruik maken van de volgende onderling samenhangende documenten:

- Dutch Framework for Evaluating Evidence of Compliance with Timber Procurement Requirements;

- Documents for Category B evidence;

• Annex II: Category b evidence;

• Appendix 1: Checklist Supply Chain;

• Appendix 3 to Annex II Checklist Sustainable Forest Management inclusief Guidance.

Deze documenten zijn te vinden op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx en xxx.xxxx.xxx.xx.

01 14 72 HERGEBRUIKT HOUT

71 Indien hout of houtproducten worden geleverd welke worden hergebruikt, worden deze door de opdrachtgever als substituut voor duurzaam geproduceerd hout geaccepteerd.

72 Alvorens dit hout of deze houtproducten in het werk worden verwerkt dient de aannemer aan te tonen dat:

CONCEPT

- In het geval van hout dat wordt hergebruikt als pre-consumer materiaal, ofwel hout dat vrijkomt als restmateriaal uit het productieproces: deze voldoet aan de eisen als gesteld in artikel 01.14.08 "Te leveren houtproducten" van dit bestek;

- In het geval van post-consumer materiaal, ofwel hout dat afkomstig is uit producten of toepassingen die zijn gebruikt voor hun oorspronkelijk doel: de voormalige toepassing is verifieerbaar op grond van informatie over de hoeveelheid en herkomst, die door de aannemer aan de directie wordt aangeleverd. Deze gegevens dienen eveneens te worden opgenomen op het Registratieformulier als aangegeven in artikel 01.14.08 lid 74 van dit bestek. De legaliteit van de oorsprong wordt in dit geval niet in beschouwing genomen; en

- In het geval van verduurzaamd hout of houtproducten: de toegepaste verduurzamingsmiddelen zijn toegelaten op grond van de vigerende Wet- en Regelgeving.

01 15 GARANTIE

01 15 71 GARANTIE VOOR ONDERDELEN

71 In afwijking van het bepaalde in paragraaf 22 lid 2 van de UAV 2012 geldt het volgende "Indien in het bestek is vermeld dat een of meer onderdelen van het werk dienen te worden gegarandeerd, zal de garantie inhouden dat de garant zich verbindt om voor zijn rekening alle tijdens de garantieperiode optredende gebreken op eerste aanzegging van de opdrachtgever of diens rechtsopvolger(s) zo spoedig mogelijk te herstellen, tenzij de garant aantoont dat de gebreken niet voor zijn risico komen".

72 Met verwijzing naar paragraaf 01.15 van de Standaard wordt er garantie verlangd voor het werk vanaf het gereedkomen of de levering daarvan tot aan de oplevering van het werk en aansluitend daarop gedurende 1 jaar. Indien in het bestek ten aanzien van een onderdeel een langere garantietermijn dan één jaar wordt verlangd, dan geldt de garantie voor dat onderdeel vanaf het gereed komen of de levering daarvan tot aan de oplevering van het werk en aansluitend daarop gedurende de ten aanzien van dat onderdeel verlangde garantietermijn.

73 Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd voor een periode van 2 jaar:

- Bomen (zonder gebreks- of ziekteverschijnselen, tak- of topbreuk (uitgezonderd stormschade), of stambeschadiging (uitgezonderd mechanische beschadiging veroorzaakt door derden));

- ......

74 Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd voor een periode van 3 jaar:

- Bitumineuze voegvullingsmassa;

- Riolering;

- Betonstraatstenen;

- Drainagesystemen;

- ......

75 Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd voor een periode van 5 jaar:

- Asfaltverhardingen;

HFD PAR ART	LID
		- Wegmarkeringen uitgevoerd in 2-componenten wegenverf; - Wegmarkeringen uitgevoerd in 3-componenten wegenverf (Agglomeraat); - Wegmarkeringen uitgevoerd in sprayplast; - Lijnafwateringsgoten; - Poorten; - Slagbomen; - CV-leidingen; - Relining van riolering; - Keerwanden; - ......
	76	Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd voor een periode van 7 jaar: - Betonverharding; - Vloeistofdichte vloer / verharding, inclusief rioleringsstelsel t/m oliewaterafscheidingsinstallatie; - Voegen met 2-componenten voegvullingsmassa; - Kunststof oppervlaktebehandeling; - ......
	77	Voor de volgende onderdelen wordt een garantie verlangd voor een periode van 10 jaar: - Rioolreparatie; - ......
01 16		VERZEKERINGEN
01 16 01		XXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXXX
	00	Het eigen risico, als bedoeld in artikel 01.16.01 lid 01 van de Standaard, bedraagt euro
	71	De eerste aClinea van arOtikel 01.16.01 Nlid 01 van de CStandaard vEervalt en wPordt vervangTen door: "Indien het uit te voeren werk het werken met verontreinigde grond of verontreinigd water omvat, gaat de aannemer een bodemsaneringsverzekering aan waaronder ten minste dekking wordt geboden voor de aansprakelijkheidsrisico's in verband met het uitvoeren van de in het bestek genoemde werkzaamheden."
	72	De polis voor de bodemsaneringsverzekering dient vóór de aanvang van de werkzaamheden met verontreinigde grond of verontreinigd water ter goedkeuring aan de directie te worden overgelegd.
	73	De kosten voortvloeiende uit de bodemsaneringsverzekering, zoals premie, poliskosten en assurantie-belasting, verhoogd met 5% vermoeiïngskosten, zullen op een afzonderlijke declaratie worden verrekend nadat de
01 16 02		VERZEKERING TEN BEHOEVE VAN GEBRUIK VAARTUIGEN
	01	De aannemer gaat mede ten behoeve van de opdrachtgever en de directie een verzekering aan waaronder ten

gespecificeerde rekening daarvoor is ingediend en akkoord bevonden.

minste dekking wordt geboden voor de aansprakelijkheidsrisico's in verband met het gebruik van vaartuig(en) als bedoeld in bestekspostnr(s). .................................

De voorwaarden waaraan deze verzekering voorts moet voldoen zijn:

- ....................................................................................

- ....................................................................................

02 De polis moet voor de aanvang van het werk aan de opdrachtgever ter goedkeuring overgelegd worden.

01 16 71 VERZEKERING BIJ NACHTWERK AAN HET BANENSTELSEL

71 Indien het uit te voeren werk nachtwerk aan het banenstelsel omvat, sluit de aannemer een verzekering af waaronder ten minste dekking wordt geboden voor de aansprakelijkheidsrisico's in verband met het uitvoeren van de in het bestek genoemde werkzaamheden.

Voorts voldoet deze verzekering ten minste aan de navolgende voorwaarden:

a. Niet alleen de aannemer, maar alle bij het werk betrokken partijen worden als verzekerde aangemerkt;

b. De dekking draagt voor alle verzekerden een primair karakter;

c. De verzekering dekt de aansprakelijkheid van verzekerden voor door derden geleden schade (inclusief alle op geld waardeerbare gevolgschade en smartengeld) als gevolg van de risico's voortvloeiende uit de tussentijdse opnemingen / ingebruikneming van het werk als beschreven in deel 3 artikel 01.75.72 van dit bestek;

d. De verzekering dekt aanspraken gegrond op vrijwaringsbedingen;

e. Verzekering kan door verzekeraars na schade niet worden opgezegd.

De verzekering dient dekking te verlenen tot een bedrag van minimaal €5.000.000,= per gebeurtenis.

grondbouw en werken."

bepaald.

is bepaald.

HFD PAR ART	LID
	72	De polis betrekking hebbende op de verzekering bij nachtwerk aan het banenstelsel dient vóór de aanvang van de werkzaamheden aan het banenstelsel ter goedkeuring aan de directie worden overgelegd.
	73	De aannemer zal bij de uitvoering alleen gehuurd materieel gebruiken wanneer hij zich er van overtuigd heeft dat burgerrechtelijke aansprakelijkheid, waartoe dit materieel aanleiding kan geven, gedekt is door een verzekering in gevolge de Wet aansprakelijkheidverzekering Motorvoertuigen, dat op de polis deze verzekering de aansprakelijkheid van de huurder is medegedekt en dat schade aan ondergrondse leidingen niet is uitgesloten.
01 17		VRIJGEKOMEN MATERIALEN
01 17 01		VRIJGEKOMEN MATERIALEN
	71	In aanvulling op artikel 01.17.01 lid 01 van de Standaard is te verstaan onder: d. Oude bouwstoffen: bouwmateriaal dat vrijkomt op het werk. Hierin worden onderscheiden:
		- Materialen die in het project vrijkomen en niet op productniveau worden hergebruikt, die in het werk, of (aantoonbaar) elders, worden gescheiden in ‘waardestromen’. Deze materialen (grondstoffen) worden zo hoogwaardig mogelijk in de productieketen teruggebracht; - Materialen die op productieniveau vrijkomen, hergebruikt worden en bijvoorbeeld aangeboden worden op circulaire marktplaatsen.
01 17 06		VERVOEREN VAN VRIJGEKOMEN MATERIALEN NAAR EEN INRICHTING
	01	In aanvulling op het bepaalde in artikel 01.17.06 van de Standaard, zijn acceptatiekosten van onderstaande vrijgekomen materialen voor rekening van de opdrachtgever: - ........................................................................................................ - ........................................................................................................
01 17 07		PLAN VOOR HET OMGAAN MET VRIJGEKOMEN MATERIALEN
	01	Een plan voCor het omgaOan met vrijgeNkomen materiaClen, als bedEoeld in artikPel 01.17.07Tlid 01 van de Standaard, wordt verlangd voor de volgende vrijgekomen materialen: - ........................................................................................................ - ........................................................................................................
01 17 11		OMGANG MET VRIJGEKOMEN STEEN OF STEENACHTIGE MATERIALEN
	01	Indien bij de uitvoering van het werk vrijgekomen steen of steenachtige materialen worden gebroken, moet het breken plaats vinden conform de BRL 2506: "Recyclinggranulaten voor toepassing in de beton, wegenbouw,
	02	De aannemer overlegt de directie een bewijsmiddel waaruit blijkt dat het breken zoals bedoeld in het vorige lid plaats vindt op basis van de BRL 2506.
	03	De aannemer overlegt een plan voor het omgaan met vrijkomende materialen als bedoeld in artikel 01.17.07 van de Standaard, voor de in lid 01 genoemde vrijgekomen steen of steenachtige materialen.
01 17 12		TIJDELIJKE OPSLAG VAN VRIJGEKOMEN MATERIALEN
	01	Alle uit het werk vrijgekomen materialen naar soort en hoedanigheid gescheiden opslaan en gescheiden vervoeren.
	71	De tijdelijke opslag van de vrijkomende afvalstoffen dient te geschieden in afsluitbare containers, om zodoende het over het terrein waaien van afvalstoffen te voorkomen.
01 17 71		ALGEMEEN
	71	De uit het werk komende oude bouwstoffen die niet vallen onder de definitie van afvalstoffen zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer worden eigendom van de aannemer en moeten worden afgevoerd, tenzij in dit bestek anders is
	72	De uit het werk komende oude bouwstoffen welke vallen onder de definitie van afvalstoffen zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer blijven eigendom van de opdrachtgever en moeten worden afgevoerd, tenzij in dit bestek anders
01 17 72		AFVOEREN AFVALSTOFFEN

HFD PAR ART	LID
	71	Oude bouwstoffen welke vallen onder de definitie van afvalstoffen zoals bedoeld in de Wet Milieubeheer dienen door de aannemer van het werkterrein te worden afgevoerd. Het afvoeren van de afvalstoffen vallend onder de Wet Milieubeheer dient te worden uitgevoerd door een erkende vervoerder die voorkomt op de VIHB-lijst van nationaal erkende afvalvervoerders, volgens de Wet Milieubeheer en het Besluit inzamelen afvalstoffen naar, en in eigendom worden overgedragen aan, een inrichting.
	72	Vrijkomende restmaterialen van kunststof leidingsystemen dienen ontdaan van aanhangende verontreinigingen en chemische verontreinigingen te worden afgevoerd met gebruikmaking van het door het BureauLeiding te Den Haag gecoördineerd landelijk inzamelsysteem ten behoeve van een gesloten ketenbeheer en recycling (tel.: 000-0000000 of E-mail: xxxx@xxxxxxxxxxxxx.xx ).
	73	Vrijkomend teerhoudend asfalt dient te worden vervoerd naar, en in eigendom worden overgedragen aan, een inrichting voor thermische reiniging van teerhoudend asfalt in Nederland.
01 17 73		BEWIJS VAN ONTVANGST
	71	Het Rijksvastgoedbedrijf, als eigenaar/primaire ontdoener van de afvalstoffen in de zin van de Wet Milieubeheer, vraagt de aannemer, dan wel een door hem voor dit doel in te schakelen derde, op te treden als bemiddelaar in de zin van art. 10.55 van de Wet Milieubeheer en vanuit die hoedanigheid namens het Rijksvastgoedbedrijf het administratieve proces rondom de vrijkomende afvalstromen op te treden, te weten het ondertekenen van het acceptatie- en omschrijvingsformulier en het ondertekenen van begeleidingsbrieven. Aannemer dan wel de in te schakelen derde dient hiertoe geregistreerd te staan als bemiddelaar op de VIHB-lijst.
	72	De aannemer verstrekt de directie binnen 14 dagen na de datum van overdracht een bewijs van ontvangst van de ingevolge artikel 01.17.72 van dit bestek aan een inrichting overgedragen afvalstoffen. Op dit bewijs van ontvangst zijn de gegevens vermeld als bepaald in art. 10.38 lid 1 van de Wet Milieubeheer, alsmede de locatie van herkomst.
01 17 74		MILIEUHYGIËNISCHE KWALITEIT VRIJGEKOMEN MATERIALEN
	71	De uit de inCschrijvingssOtaat te herleideNn verrekenpriCjzen voor heEt afvoeren Xxxx vrijgekoTmen materialen naar een inrichting dienen te zijn gebaseerd op de in het bestek aangegeven onderzoeken naar de milieuhygiënische kwaliteit van de materialen. Er zal voor rekening van de opdrachtgever geen aanvullend onderzoek plaatsvinden naar de milieuhygiënische kwaliteit.
	72	Wanneer in een bestekspost is aangegeven dat er indicatief onderzoek is uitgevoerd betekent dit dat er milieuhygiënisch onderzoek van het materiaal is uitgevoerd. Hierbij is op enkele punten (m.n. analyse-pakket) afgeweken van de vigerende normen en protocollen.
	73	Slechts nadat twee verschillende inrichtingen schriftelijk aangeven dat aangeboden vrijgekomen materialen niet worden geaccepteerd op basis van de door de opdrachtgever verstrekte onderzoeken, is het de aannemer toegestaan voor de betreffende materialen een herkeuring te laten uitvoeren door een erkend onderzoeksbureau voor milieuhygiënisch onderzoek. Het erkende onderzoeksbureau dient de goedkeuring te hebben van de directie.
01 19		ARBEIDSOMSTANDIGHEDEN
01 19 02		VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSCOÖRDINATIE
	01	Van de, in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit, genoemde melding ontvangt de aannemer een afschrift. De coördinator voor de uitvoeringsfase, zoals bedoeld in artikel 01.19.02 lid 01 van de Standaard, brengt dit afschrift zichtbaar op de bouwplaats aan en draagt zorg voor het aanpassen als bedoeld in de regelingen omtrent het bouwproces in het Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
	00	Het gedurende de uitvoeringsfase aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan en het dossier, als bedoeld in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit, moeten bij de oplevering worden overgedragen aan de directie.
	03	In aanvulling op artikel 01.19.02 lid 02 van de Standaard worden aan de aangestelde coördinator voor de uitvoeringsfase, zoals bedoeld in artikel 01.19.02 lid 01 van de Standaard, ook de coördinatietaken voor de uitvoeringsfase van besteknummer. .. (voor het ...) opgedragen.
	04	Van de, in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit, genoemde melding ontvangt de aannemer een afschrift. De coördinator voor de uitvoeringsfase zoals bedoeld in artikel 01.19.02 lid 01 van de Standaard, brengt dit afschrift zichtbaar op de bouwplaats aan en draagt zorg voor het aanpassen als

vijftiende werkdag na de dag waarop het werk is opgedragen.

Arbeidsinspectie. Een afdruk van de melding dient zichtbaar opgehangen te worden op de bouwplaats.

HFD PAR ART	LID
		bedoeld in het Xxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.
	00	Het gedurende de uitvoeringsfase aangepaste veiligheids- en gezondheidsplan en het dossier, als bedoeld in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit, moeten bij de oplevering worden overgedragen aan de directie.
	06	In aanvulling op artikel 01.19.02 lid 02 van de Standaard geschiedt de coördinatie voor de uitvoeringsfase, zoals bedoeld in artikel 01.19.02 lid 01 van de Standaard door de aangestelde coördinator voor de uitvoeringsfase van besteknummer. .. (voor het ...).
	07	Van de, in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit, genoemde melding ontvangt de aannemer een afschrift. De coördinator voor de uitvoeringsfase zoals bedoeld in artikel 01.19.02 lid 01 van de Standaard, brengt dit afschrift zichtbaar op de bouwplaats aan en draagt zorg voor het aanpassen als bedoeld in de regelingen omtrent het bouwproces in het Arbeidsomstandighedenbesluit.
01 19 71		V&G-PLAN INCLUSIEF RI&E IN DE DEFINITIE- EN ONTWERPFASE (STANDAARD RVB)
	71	Het V&G-plan inclusief RI&E in de Definitie- en Ontwerpfase maakt deel uit van dit bestek. Het V&G-plan omvat tevens omgevingsveiligheid als bedoeld in hoofdstuk 7 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. De aannemer dient de restrisico's en de hierop te treffen maatregelen mee te nemen in zijn eigen RI&E voor de uitvoeringsfase, alsmede indien van toepassing in het V&G-plan (standaard RVB), en voor zover deze betrekking hebben op de omgevingsveiligheid, in het Bouwveiligheidsplan.
01 19 72		V&G-DOSSIER (STANDAARD RVB)
	71	Het V&G-dossier voor latere werkzaamheden aan het werk, als bedoeld in de artikelen 2.30 en 2.31 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, maakt deel uit van dit bestek. De aannemer dient dit V&G-dossier aan te vullen en te actualiseren en, bij de oplevering van het werk, aan de directie aan te leveren samen met de revisiegegevens.
01 19 73		BOUWVEILIGHEIDSPLAN
	71	Indien volgeCns het V&GO-plan inclusiefNRI&E (standaCard RVB) spErake is vanPrestrisico's vToor de omgeving, of indien het bevoegd gezag dit verlangt, stelt de aannemer een Bouwveiligheidsplan op als bedoeld in hoofdstuk 7 van het Besluit bouwwerken leefomgeving. De aannemer dient dit plan, indien dit door het bevoegd gezag wordt verlangd, in bij het bevoegd gezag en verstrekt tegelijkertijd met deze indiening van dit plan een afschrift aan de directie. In het geval volgens V&G-plan inclusief RI&E sprake is van restrisico's voor de omgeving, maar het bevoegd gezag geen Bouwveiligheidsplan verlangt, dient de aannemer een Bouwveiligheidsplan in bij de directie, uiterlijk op de
01 19 74		Het Bouwveiligheidsplan zal worden aangemerkt als gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de UAV 2012. XXXXXX XXX XXXXXXXXXX
	71	De aannemer dient alle (bijna) ongevallen terstond mondeling te melden aan de directie en schriftelijk te rapporteren over (onderzoek naar) de oorzaak, de getroffen maatregelen en de wijze van afhandeling.
01 19 75		V&G-COMMUNICATIE
	71	Bij elke bouwvergadering zorgt de aannemer ervoor dat "veiligheid en gezondheid op het werk en veiligheid in de omgeving" wordt geagendeerd.
01 19 76		ELEKTROTECHNISCHE WERKZAAMHEDEN
	71	Alvorens met het werk te beginnen stelt de aannemer de opdrachtgever schriftelijk op de hoogte welke functionaris namens hem als werkverantwoordelijke voor het werk is aangewezen.
01 19 77		(ELEKTRONISCHE) KENNISGEVING
	71	Voor aanvang van de werkzaamheden meldt de aannemer, namens de opdrachtgever en conform artikel 2.27 van het Arbeidsomstandighedenbesluit, de voorgenomen totstandbrenging van het werk bij de Nederlandse
01 19 78		VEILIGHEIDSGEDRAG EN -BEWUSTZIJN
	71	De aannemer voldoet aan de eisen behorende bij laddertrede 2 van het Certificatieschema Veiligheidsladder.

HFD PAR ART LID

72 De aannemer verstrekt, uiterlijk 90 dagen na de datum van opdrachtverlening, een geldig [...SCL Certificaat / SCL Light Statement / Approved Self Assessment...] op ten minste het vereiste niveau dat ziet op de onderneming van de aannemer of, in het geval van een samenwerkingsverband, op elke onderneming in het samenwerkingsverband of, in het geval gekozen is voor projectcertificering op het onderhavige project.

73 In het geval werkzaamheden, die vallen onder de werking van de risicomatrix in de Handreiking ViA, worden verricht door onderaannemers of leveranciers onder verantwoordelijkheid van de aannemer geldt het volgende:

- De aannemer dient aan te tonen dat de betreffende onderaannemers of leveranciers beschikken over een bewijsmiddel conform de risicomatrix.

- Dit bewijsmiddel dient aan te tonen dat de betreffende onderaannemers of leveranciers voldoen aan de eisen behorende bij ten minste de vereiste laddertrede.

- De aannemer kan verwijzen naar het bewijsmiddel in het register van certificaathouders op: xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xxx/xx/xxxxxxxxxxxxxxxxxx/

01 22 TE BESCHERMEN PLANT- EN DIERSOORTEN

01 22 03 ECOLOGISCH WERKPROTOCOL VOOR HET OMGAAN MET TE BESCHERMEN PLANT- EN DIERSOORTEN

01 Een ecologisch werkprotocol als bedoeld in artikel 01.22.03 lid 01 van de Standaard wordt verlangd.

01 23 COMMUNICATIE

01 23 01 GEBRUIK VAN DE VISI-SYSTEMATIEK

01 Het gebruik van de VISI-systematiek, als bedoeld in artikel 01.23.01 van de Standaard, is in dit bestek voorgeschreven.

CONCEPT

02 In afwijking van artikel 01.23.01 lid 05 van de Standaard worden de volgende documenten in het hieronder aangegeven digitale formaat uitgewisseld:

- .......,

- .......

71 De benodigde software voor VISI wordt geleverd door het Rijksvastgoedbedrijf.

01 23 02 BOUWVERGADERINGEN

01 Tijdens de uitvoering van het werk worden bouwvergaderingen gehouden met inachtneming van het bepaalde in paragraaf 27 lid 9 van de UAV 2012.

71 De bouwvergaderingen zoals bedoeld in paragraaf 27 lid 9 van de UAV 2012 zullen worden gehouden: één per [twee weken / vier weken / ...]

01 24 BEELDKWALITEIT

01 24 02 ALGEMEEN

01 Van toepassing is het 'Communicatieschema klimaatinvloeden op beeldbestekken' zoals gepubliceerd door de branchevereniging VHG. Het schema is gratis te downloaden van de website: xxx.xxx.xxx.

01 24 06 BENODIGDE BOUWSTOFFEN

01 Onderstaande bouwstoffen als bedoeld in artikel 01.24.06 lid 01 van de Standaard moeten door de aannemer worden geleverd:

- ......................................................

- ......................................................

- ......................................................

01 24 08 OPNEMING

01 Van toepassing zijn de meetinstructies zoals opgenomen in de CROW-publicatie 'Kwaliteitscatalogus openbare ruimte', zoals deze drie maanden voor de uiterste datum voor het indienen van de inschrijving luidt.

02 De opneming van het werk als bedoeld in artikel 01.24.08 van de Standaard wordt uitgevoerd door een inspecteur die in het bezit is van een certificaat ‘Inspecteur Beeldkwaliteit’. Het certificaat ‘Inspecteur Beeldkwaliteit’ is afgegeven door CROW.

HFD PAR ART LID

03 In afwijking van het bepaalde in artikel 01.24.08 van de Standaard moet de opneming worden uitgevoerd door of namens de aannemer. De door of namens de aannemer in te zetten inspecteur moet in het bezit zijn van een certificaat ‘Inspecteur Beeldkwaliteit’, afgegeven door CROW.

04 Een kopie van het certificaat als bedoeld in het vorige lid moet uiterlijk 15 dagen na opdracht aan de directie worden verstrekt.

01 25 VAKOPLEIDING

01 25 01 TE WERK STELLEN VAN LEERLINGEN

01 De aannemer stelt tijdens de uitvoering leerlingen te werk die een gecombineerde leer-/arbeidsovereenkomst hebben aangegaan met een door het landelijk orgaan van het leerlingwezen erkend Samenwerkingsverband voor de Praktijkopleiding in de Grond-, water- en wegenbouw (SPG).

02 De leerlingen, als bedoeld in lid 01, moeten te werk worden gesteld als:

a. aankomend straatmaker of straatmaker;

b. gww-werker of vakkracht gww.

Het totaal aantal leerlingen moet ten minste 1 bedragen, gedurende ten minste ...% van de tijd in de fase .....

.................... dan wel ten minste mandagen voor het totaal aantal leerlingen gedurende het gehele werk.

03 Uiterlijk twee weken na de dag waarop het werk is opgedragen, verstrekt de aannemer aan de directie de volgende gegevens:

a. de wijze waarop de aannemer invulling geeft aan het gestelde in lid 02;

b. wie als praktijkbegeleider/mentor zal fungeren;

c. een door het SPG verstrekte verklaring waaruit blijkt welke afspraken hij met het SPG heeft gemaakt om te waarborgen dat er daadwerkelijk leerlingen te werk worden gesteld en opgeleid.

CONCEPT

04 De leerlingen moeten worden begeleid door een door de aannemer aan te stellen praktijkbegeleider/mentor die ten minste in het bezit is van een door het landelijk orgaan van het leerlingwezen erkend deelnamebewijs aan een cursus praktijk-leermeester/mentor of een verklaring van vakbekwaamheid afgegeven door het landelijk orgaan van het leerlingwezen.

05 De aannemer verleent, naast de door de wet aangewezen functionaris, tevens toegang tot het werk aan de opleidingsconsulent van het landelijk orgaan van het leerlingwezen en een daartoe door het SPG aangestelde functionaris ter controle c.q. bespreking van het verloop van de opleiding met de leerling(en) in het bijzijn van de praktijkbegeleider/mentor.

06 De aannemer is niet gehouden aan het te werk stellen van leerlingen indien hij een verklaring van SPG kan overleggen waaruit blijkt dat op het gevraagde moment geen geschikte leerling(en) beschikbaar is (zijn).

01 26 INZET PERSONEN IN HET KADER VAN SOCIAL RETURN

01 26 01 BEGRIPPEN

01 Te verstaan is onder:

1. social return: de inzet van personen met een grote(re) afstand tot de arbeidsmarkt;

2. opleidingsbedrijf: een opleidingsbedrijf of een samenwerkingsverband van opleidingsbedrijven;

3. voorschakeltraject: een bijscholingstraject voorafgaand aan de inzet op het werk, gericht op technische kennis, vaardigheden en veiligheid op het werk.

01 26 02		DOELGROEP
	01	Tot de doelgroep van social return worden gerekend personen die zijn opgenomen in het Doelgroepenregister van Uitkeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV), personen met een uitkering op grond van de Werkloosheidswet (WW), de Wajong of de Wia, personen zonder arbeidsbeperking die een uitkering ontvangen vanuit de Participatiewet, niet-uitkeringsgerechtigden die vallen onder de Participatiewet en leerlingen.
01 26 03		SOCIAL-RETURNVERPLICHTING
	01	De aannemer moet bij de uitvoering van het project € .,- inzetten voor social return
	02	De aannemer moet bij de uitvoering van het project . % van zijn loonsom inzetten voor social return.
	03	Voor de berekening van de social-returnverplichting als bedoeld in het vorige lid wordt de loonsom geacht .% van de aannemingssom te bedragen.

HFD PAR ART LID

04 Loonkosten van in te zetten personen maken deel uit van de social-returnverplichting.

05 De kosten die gemoeid zijn met opleiden of bijscholen en begeleiden van geselecteerde personen, al dan niet via een voorschakeltraject, maken deel uit van de social-returnverplichting.

06 Het is de aannemer toegestaan in het kader van social return personen in dienst te nemen, in dienst te houden of op andere wijze aan zich te binden.

07 Verloning van in te zetten personen moet plaatsvinden volgens de in de branche gebruikelijke tarieven.

08 Uiterlijk bij de eindafrekening verstrekt de aannemer de directie documenten als bewijs van invulling van de overeengekomen social-returnverplichting.

01 26 04 KORTING

01 De opdrachtgever is gerechtigd om over te gaan tot het opleggen van een korting op de aannemingssom ter hoogte van het door de aannemer niet ingevulde deel van de social-returnverplichting.

02 Geen korting wordt opgelegd indien en voor zover de inzet voor social return niet is gelukt en dit de aannemer niet kan worden toegerekend.

01 26 05 CERTIFICERING PRESTATIELADDER SOCIALER ONDERNEMEN

01 De aannemer voldoet aan zijn social-returnverplichting als hij is gecertificeerd volgens de Prestatieladder Socialer Ondernemen van PSO Nederland, ten minste prestatieniveau . of volgens een gelijkwaardige certificering.

03 Bij gebruik van een gelijkwaardig certificeringssysteem moet de aannemer deze gelijkwaardigheid binnen 10 werkdagen na de opdracht van het werk schriftelijk aantonen.

04 Als de aannemer voldoet aan de bepalingen in de voorgaande leden, zijn de artikelen 01.26.06 en 01.26.07 niet van toepassing.

02 De aannemer verstrekt de directie binnen 10 werkdagen na de opdracht van het werk een kopie van het vereiste

certificaat.

CONCEPT

01 26 06 INZET VAN PERSONEN VOLGENS EIGEN PLAN VAN DE AANNEMER

01 Het bepaalde in dit artikel is van toepassing indien de aannemer personen uit de doelgroep in dienst heeft of op andere wijze aan zich heeft gebonden of gaat binden en hij deze wil inzetten in het kader van social return.

02 De aannemer stelt zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 15 werkdagen na de opdracht van het werk, een plan op voor de invulling van de social-returnverplichting en overlegt dit aan de directie.

03 Het plan moet voldoen aan de eisen, die ten aanzien van social return in de overeenkomst zijn gesteld en wordt door de aannemer van een behoorlijke toelichting voorzien.

04 De directie beslist zo spoedig mogelijk omtrent de goedkeuring van het plan en deelt haar beslissing binnen tien werkdagen na de dag waarop zij het plan heeft ontvangen schriftelijk aan de aannemer mee.

05 In het plan moet duidelijk worden aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan de social- returnverplichting. Hierbij wordt ten aanzien van de in te zetten personen ten minste aangegeven:

- op welke manier zij aan de aannemer zijn of worden gebonden;

- welke waarde zij in het kader van social return vertegenwoordigen;

- welke opleiding zij hebben of hebben gehad;

- voor welke werkzaamheden zij worden ingezet;

- ...

01 26 07 INZET EN OPLEIDING VAN PERSONEN DIE WORDEN VOORGEDRAGEN DOOR DE OPDRACHTGEVER

01 Het bepaalde in dit artikel is van toepassing indien en voor zover de social-returnverplichting niet of niet volledig kan worden ingevuld overeenkomstig artikel 01.26.06.

02 De opdrachtgever draagt in overleg met de aannemer zorg voor selectie en voordracht van personen uit de doelgroep.

HFD PAR ART LID

03 Het bepaalde in de navolgende leden is van toepassing bij de selectie en voordracht van personen die niet bij een bestaand werkgelegenheids-, opleidings-, of social-returnproject zijn betrokken.

04 De opdrachtgever en de aannemer komen overeen welke personen ter beoordeling zullen worden voorgedragen aan een opleidingsbedrijf.

05 De opdrachtgever en de aannemer komen overeen welk opleidingsbedrijf wordt ingeschakeld. 06 De aannemer geeft de opdracht voor beoordeling en/of opleiding aan het opleidingsbedrijf.

07 Het opleidingsbedrijf toetst of de voorgedragen personen over voldoende technische kennis en vaardigheden beschikken om veilig voor de werkzaamheden ingezet te kunnen worden.

08 Het opleidingsbedrijf kan adviseren over specifieke opleidings- of bijscholingsprogramma’s en/of een voorschakeltraject voor de geselecteerde personen.

01 26 71 SOCIAL RETURN

71 De aannemer verbindt zich ertoe, gedurende de uitvoeringsduur van het werk ...% van de waarde van de loonsom binnen de aannemingssom te besteden aan werk(ervarings)plaatsen voor personen uit de doelgroep:

1. Wet Werk en Bijstand (WWB) gerechtigden, die langer werkloos zijn dan 12 maanden, 50 jaar of ouder zijn en/of die zonder re-integratieondersteuning of andere begeleiding niet zelfstandig aan werk kunnen komen;

2. Werkloosheidswet (WW) gerechtigden, die langer werkloos zijn dan 12 maanden, en /of 50 jaar of ouder zijn, in aansluiting op de premiekorting oudere werknemers;

3. Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA) gerechtigden;

4. Regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten (WGA) gerechtigden;

5. Wet Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (WAZ) gerechtigden;

CONCEPT

6. Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten (WAJONG) gerechtigden;

7. Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte Werkloze werknemers (IOAW) gerechtigden;

8. Wet Inkomensvoorziening Oudere en gedeeltelijk Arbeidsongeschikte gewezen Zelfstandigen (IOAZ) gerechtigden;

9. Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) geïndiceerden;

10. Xxxx/werkplekken of lonen voor niet uitkeringsgerechtigde werkzoekenden (nuggers);

11. Xxxx/werkplekken of lonen voor vroegtijdig schoolverlaters en jongeren met onvoldoende kwalificaties;

12. Xxxx/werkplekken in het kader van BOL/BBL opleidingen, VSO en/of praktijkscholen.

Als gedurende de uitvoeringsduur van het werk de in deze bepaling genoemde wetten vervanging krijgen in nieuwe wetten, dan verwijst deze bepaling voortaan naar die nieuwe wetten.

72 De aannemer stuurt aan de opdrachtgever elk jaar, uiterlijk 14 dagen na ommekomst van deze periode, geheel ingevuld en ondertekend het Verantwoordingsformulier Social Return toe. Dit verantwoordingsformulier Social Return dient te worden opgesteld volgens het model dat is opgenomen als bijlage bij dit bestek.

73 De directie controleert op basis van het verantwoordingsformulier Social Return of de aannemer voldoet aan de verplichting genoemd in lid 71.

74 Constateert de opdrachtgever op basis van het verantwoordingsformulier Social Return dat de aannemer gedurende de looptijd van de overeenkomst twee maal achtereen niet het percentage haalt genoemd als verplichting in lid 71, dan treedt zij met de aannemer in overleg. Op basis van dit overleg:

1. Stellen de opdrachtgever en de aannemer de oorzaken vast voor het niet behalen van het genoemde percentage door de aannemer. De aannemer wordt niet gehouden aan het percentage als bedoeld in lid 71 voor zover hij aannemelijk maakt dat er geen geschikte kandidaten zijn.

2. Stellen de opdrachtgever en de aannemer maatregelen vast voor het verbeterd nakomen van de verplichting tot "Social Return" door de aannemer. Zij nemen deze maatregelen op in de documenten als bedoeld in paragraaf 27 van de UAV 2012.

75 Het overleg beschreven in lid 74 laat de mogelijkheid voor de opdrachtgever tot het opleggen van de sanctie genoemd in lid 76 en 77 onverlet.

76 Als de aannemer de verplichting genoemd in lid 71 niet nakomt, dan kan de opdrachtgever naar rato van de bijdrage social return die de aannemer moest doen, betalingen inhouden of stomeren of inhouden op de aannemingssom en wordt een bedrag ingehouden op de eerste en zonodig de daarop volgende termijnen.

77 De inhouding of stomering genoemd in lid 76 vindt niet plaats als het voldoen aan de verplichting genoemd in lid 71 buiten de schuld van de aannemer om niet lukt(e). De aannemer dient dan aannemelijk te maken dat er geen

HFD PAR ART LID

geschikte kandidaten zijn gevonden. De bewijslast rust te allen tijde bij de aannemer.

01 71 BEDRIJFSLEVEN

01 71 71 CONTACTEN MET HET BEDRIJFSLEVEN

71 De aannemer zal aan de opdrachtgever, zijn personeel of vertegenwoordigers, noch aan derden, aanbieden c.q. toezeggen, voor xxxxxxx of enige andere partij, enige schenking, beloning, compensatie of profijt van welke aard dan ook die uitgelegd kan worden als een onwettige praktijk.

Het is daarnaast verboden op enigerlei gebruik te maken van de diensten van medewerkers van het Rijksvastgoedbedrijf bij of in het kader van werkzaamheden die direct dan wel indirect worden of kunnen worden uitgevoerd.

Indien blijkt dat de aannemer in strijd heeft gehandeld met voornoemde, dan kan de opdrachtgever de overeenkomst zonder ingebrekestelling geheel of gedeeltelijk met onmiddelijke ingang ontbinden, dit zonder tot enige schadevergoeding te zijn gehouden.

01 72 HULPMIDDELEN VAN DE OPDRACHTGEVER

01 72 71 WATER, GAS EN ELEKTRISCHE ENERGIE

71 De kosten voor levering van voor het werk benodigd water, gas en elektrische energie zijn voor rekening van de

......

72 De aannemer heeft geen recht op vergoeding van schade, ontstaan ten gevolgen van storingen in de levering van water, van gas of van elektrische energie.

01 72 72 AANSLUITPUNTEN

CONCEPT

71 Het water-aansluitpunt is gelegen op naar schatting ... m van het werk.

72 Het gas-aansluitpunt is gelegen op naar schatting ... m van het werk.

73 Het aansluitpunt voor elektrische energie is gelegen op naar schatting m van het werk.

74 De aansluitpunten voor water, gas en elektrische energie worden nader aangegeven.

75 Het vuilwater-aansluitpunt van de VWA-riolering is gelegen op naar schatting m van de locatie voor de keten.

76 Het door de aannemer af te nemen waterverbruik mag niet meer bedragen dan 10 m³/uur.

77 Het door de aannemer af te nemen schijnbaar vermogen aan elektrische energie mag niet meer bedragen dan ...

kVA gelijktijdig.

78 De elektrische energie als bedoeld onder artikel 01.72.71 lid 71 mag niet worden aangewend voor het elektrisch verwarmen c.q. droogstoken van het werk.

79 De kosten voor het maken van aansluitingen op de bestaande leidingen c.q. kabels, ten behoeve van voor het werk benodigd water, gas en elektrische energie, zijn voor rekening van de aannemer. Deze kosten zijn inclusief het plaatsen van een tussenmeter in de betreffende leiding of kabel.

80 De kosten voor het, vóór de oplevering van het werk, demonteren van voorgenoemde aansluitingen zijn voor rekening van de aannemer. Bij deze kosten dient het terugbrengen van het terrein in de oorspronkelijke staat te zijn inbegrepen.

01 72 73 AANSLUITPUNTEN VAN NUTSBEDRIJVEN

71 De aannemer is verantwoordelijk voor het zelf contact opnemen met de betreffende NUTS-bedrijven voor het bepalen van de plaats voor de aansluiting op de leidingen en kabels.

72 De aannemer is verantwoordelijk voor het zelf verkrijgen van de benodigde vergunningen voor het aansluiten op de leidingen en kabels van de betreffende NUTS-bedrijven. De hierbij te maken kosten zijn voor rekening van de aannemer.

73 De kosten voor het maken van aansluitingen op de bestaande leidingen c.q. kabels, ten behoeve van voor het werk benodigd water, gas en elektrische energie, zijn voor rekening van de aannemer. Deze kosten zijn inclusief het plaatsen van een tussenmeter in de betreffende leiding of kabel.

HFD PAR ART LID

74 De kosten voor het, vóór de oplevering van het werk, demonteren van voorgenoemde aansluitingen zijn voor rekening van de aannemer. Bij deze kosten dient het terugbrengen van het terrein in de oorspronkelijke staat te zijn inbegrepen.

01 72 74 AANSLUITING OP BRANDKRAAN

71 Indien water wordt onttrokken via een brandkraan, dient de standpijp te zijn voorzien van een roestvrijstalen remmingsplaatje met gat ø13 mm.

72 Wanneer niet is voldaan aan het gestelde in lid 71 zal bij iedere geregistreerde piek groter dan 1/2000 x het max. jaarverbruik per 10 minuten, gemeten bij de hoofdwatermeter van de vliegbasis, de door het waterleidingbedrijf aan het Ministerie van Defensie opgelegde boete aan de aannemer worden doorberekend.

01 73 VEILIGHEID

01 73 71 ALGEMEEN

71 In aanvulling op het bepaalde in artikel 01.12.02 lid 01 van de Standaard dienen bouwstoffen, materieel en hulpmiddelen tot een afstand van tenminste 3,00 m uit de afrastering te worden geplaatst en opgeslagen.

72 In aanvulling op het bepaalde in paragraaf 14 lid 3 van de UAV 2012 neemt de aannemer, in overleg met de directie, tevens gepaste maatregelen die noodzakelijk zijn om de veiligheid op en om de bouwplaats te garanderen.

01 73 72 VEILIGHEID OP VLIEGVELDEN

CON

CEPT

71 De aannemer draagt er zorg voor dat bij de uitvoering van het werk geen hinder wordt veroorzaakt aan het verkeer van vliegtuigen en overig verkeer in de ruimste zin des woords.

Tevens draagt hij zorg dat de aanwijzingen van de directie betreffende het gebruik van het terrein als vliegveld, alsmede de aanwijzingen betreffende de omleggingen van het verkeer, in verband met het gebruik van start- en rolbanen, stipt worden opgevolgd door het onder hem ressorterend personeel.

In het kader van vorenstaande dient de aannemer:

-

-

-

Zich elke morgen c.q. avond met de directie in verbinding te stellen voor het nemen van veiligheidsmaatregelen voor die dag c.q. nacht;

Zoveel mogelijk het gebruik van rij- en rolbanen te vermijden;

Taxiënde vliegtuigen te allen tijde voorrang te verlenen, waarbij een passeerruimte van tenminste 30 m in acht dient te worden genomen;

- Naar aanwijzing van de directie onderdelen van het werk afzetten en van een verlichting te voorzien;

- Op kruispunten van rolbanen en op door de directie nader aan te wijzen wegen, waarvan bij het transport ten behoeve van het werk gebruik wordt gemaakt een werknemer met een rode vlag te plaatsen;

- Gebruik te maken voor transport, nodig voor de werkzaamheden op het vliegveld en overige terreinen, van nader door de directie aan te wijzen wegen; en

- Start- en rolbanen en andere wegen op de vliegbasis, welke bij de uitvoering van het werk worden gebruikt, door vegen, enzovoort, zorgvuldig vrij te houden van bouwstoffen als grond, beton, zand, puin, etc.

72 Alle rollend materieel wat zich binnen het start- en rolbanencomplex, c.q. landingsterrein bevindt, zowel in als buiten gebruik, zien te zijn voorzien van een vlag of zwaailicht volgens een door de directie op te geven model.

73 Op de start- en rolbanen en op een 150 meter brede strook ter weerszijde van de startbanen mogen zich geen personen of materieel bevinden zonder uitdrukkelijke toestemming van de directie danwel de luchtverkeersleiding. Na afloop van de werktijd dienen alle personen en al het materieel uit dit gebied te worden verwijderd.

De vorenstaande verplichtingen dienen door de aannemer ter kennis te worden gebracht aan het onder hem ressorterend personeel, ongeacht de duur van hun aanwezigheid. In alle keten, loodsen en ander onderkomens alsmede in de voertuigen, welke bij de aannemer op het vliegveld in gebruik zijn, dienen voor de duur van het werk afschriften van deze verplichtingen op een in het oog vallende plaats zichtbaar aanwezig te zijn.

74 Ten aanzien van de indeling en het gebruik van het werkterrein gelden de volgende beperkingen:

- Gieken van kranen en dergelijke dienen dagelijks voor het einde van de werktijd te worden gestreken;

- Binnen 50 m van de startbaan en rolbanen dienen tijdelijke ontgravingen c.q. ophogingen dagelijks voor het einde van de werktijd te zijn aangevuld c.q. verwijderd tot aan de oorspronkelijke maaiveldhoogte;

- Afzettingen, bouwhekken en dergelijke mogen dagelijks niet eerder dan aan het begin van de werktijd worden verwijderd of verplaatst, en dienen dagelijks voor het einde van de werktijd op de oorspronkelijke plaats en in goede staat te worden aangebracht.

01 73 73 VEILIGHEID BIJ NACHTWERK OP VLIEGVELDEN

HFD PAR ART	LID
	71	Tijdens de uitvoering van het werk dient/dienen de uitvoerder(s) permanent voor de directie bereikbaar te zijn door middel van een mobiele telefoon.
	72	Na het beëindigen van de nachtwerkzaamheden aan de hoofdbaan dienen de hoofdbaan en de aansluitende rolbanen dusdanig te worden achtergelaten dat er op een veilige en verantwoorde wijze gebruik van de hoofdbaan en de rolbanen kan worden gemaakt. Dit is ter beoordeling van de directie.
		Hiertoe neemt de directie in aanwezigheid van de aannemer dagelijks na afloop van de nachtwerkzaamheden de toestand van het werk op en legt deze schriftelijk vast, waarna de rapportage door de aannemer mede dient te worden ondertekend.
		Opneming van de werkzaamheden heeft evenwel niet tot gevolg dat het werk als opgeleverd kan worden beschouwd. Oplevering als bedoeld in paragraaf 10 van de UAV 2012 vindt eerst plaats indien het gehele werk als opleveringsgereed kan worden beschouwd.
		Schade voortvloeiend uit gebreken in het werk, welke tijdens deze dagelijkse opneming redelijkerwijs visueel niet onderkend hadden kunnen worden komt voor rekening van de aannemer.
01 73 74		VEILIGHEID OP SCHIETTERREINEN
	71	De aannemer dient dagelijks voor de aanvang van de werkzaamheden of bij wijziging daarvan, overleg te plegen met de directie en de aangewezen/verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris van het terrein over de terreingedeelten waarop gewerkt kan worden.
	72	De aangewezen/verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris kan verlangen dat bepaalde werkzaamheden buiten de schieturen worden uitgevoerd.
	73	Gevonden munitie of mogelijk andere gevaarlijke stoffen niet aanraken en onmiddellijk de aangewezen/ verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris waarschuwen.
	74	De aangewezen/verantwoordelijke veiligheidsfunctionaris kan in overleg met de directie werkzaamheden doen onderbreken en het personeel opdracht geven zich te verwijderen. De onvermijdbare kosten worden verrekend.
	75	De aannemer brengt de geldende veiligheidsmaatregelen ter kennis van al het personeel dat ten behoeve van het werk voor de aannemer op het terrein werkzaam is.
	76	Roken en open vuur is verboden op schietbanen.
01 73 75		VEILIGHEID OP MUNITIEDEPOTS EN/OF BRANDSTOFDEPOTS
	71	Indien op het munitiedepot en/of brandstofdepot werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij vonkvorming kan optreden, trillingen ontstaan of het gebruik van open vuur noodzakelijk is, dient de aannemer ten minste ... dagen voor aanvang van de betreffende werkzaamheden overleg plegen met de directie en de beheerder van het depot of complex over de geldende richtlijnen en veiligheidsbepalingen.
	72	Het met brandstoffen of smeermiddelen bijvullen van machines mag uitsluitend plaastvinden op de daartoe door de beheerder aan te wijzen plaatsen.
	73	De aannemer brengt de geldende richtlijnen en veiligheidsmaatregelen ter kennis van al het personeel dat ten behoeve van ten behoeve van het werk voor de aannemer op het terrein werkzaam is.
	74	Met een benzinemotor uitgeruste voertuigen mogen op een munitie-inrichting uitsluitend worden verreden tussen de toegangspoort en een aangewezen parkeerplaats.
	75	Met een benzinemotor aangedreven gereedschap mag enkel worden gebruikt op een munitie-inrichting onder voorwaarde dat er een brandwacht uitgerust met een 12 kg ABC brandblusser bij aanwezig is.
	76	Als op een munitie-inrichting (infra)werkzaamheden worden uitgevoerd waarbij vonkvorming kan optreden of het gebruik van open vuur noodzakelijk is, mogen de werkzaamheden pas aanvangen als de faciliteiten binnen een afstand van 10 meter rondom de plaats van de werkzaamheden bevinden, vrij zijn van ontplofbare stoffen en voorwerpen. Indien een explosief gasmengsel kan ontstaan, moet deze afstand worden vergroot tot 25 meter. Gedurende deze werkzaamheden dient er binnen een afstand van maximaal 20 meter minimaal één draagbaar blustoestel met een inhoud van van 12kg ABC-bluspoeder aanwezig zijn.
	77	Roken en/of het gebruik van open vuur en het bij zich hebben van tabaksartikelen, aanstekers en lucifers is op het gehele depot verboden, met uitzondering van de daarvoor aangewezen plaatsen.

CONCEPT

HFD PAR ART	LID
	78	Het gebruik of bij zich hebben van ingeschakelde zend- of ontvangstapparatuur (inclusief mobiele telefoons en navigatieapparatuur), anders dan zend- en ontvangstapparatuur die speciaal is ontworpen voor gebruik in EMP- gevoelige omgevingen, is niet toegestaan op het gehele depot.
	79	In buskruitmagazijnen mag niemand voorwerpen bij zich hebben of gebruiken dan wel schoenen en kleding (conform EN 1149) dragen die vonken kunnen veroorzaken.
01 73 76		VEILIGHEID IN HAVENS
	71	De aannemer draagt er zorg voor dat de bij de invoering van het werk geen hinder wordt veroorzaakt aan scheepvaartverkeer en overig verkeer in de ruimste zin des woords. Tevens draagt hij zorg dat de aanwijzingen van de directie betreffende het gebruik van de haven stipt worden opgevolgd door het onder het ressorterend personeel. In het kader van vorenstaande dient de aannemer zich elke morgen met de directie in verbinding te stellen voor het nemen van veiligheidsmaatregelen voor die dag.
	72	De aannemer is verplicht het onder water verloren gaan van voorwerpen onmiddellijk te melden bij de directie. Deze voorwerpen dienen direct door de aannemer en op zijn kosten binnen een door de directie te stellen termijn te worden opgeruimd.
	73	In overleg met de directie zal een kanaal op de marifoon worden afgesproken voor contact met de Havendienst waarop permanent uitgeluisterd dient te worden. De aannemer dient er zorg voor te dragen dat op alle vaar- en werktuigen permanent op dit kanaal wordt geluisterd.
	74	Indien maatregelen voor het scheepvaartverkeer noodzakelijk zijn, dient bekendmaking en publicatie hiervan tenminste 3 weken van te voren bij de Havendienst te worden ingediend.
	75	Binnen de markering van kraanbanen op de kades mogen zich geen personen of materieel bevinden zonder uitdrukkelijke toestemming van de directie.
01 73 77		VEILIGHEID OP DPO-COMPLEXEN (DEFENSIE PIJPLEIDING ORGANISATIE)
	71	Voor de alle werkzaamheden op DPO-complexen is een veiligwerkvergunning nodig.
	72	Het depot-terrein is in secties verdeeld, welke allen zijn genummerd. De aannemer dient vóór aanvang van de werkzaamheden te informeren in welke sectie(s) hij zijn werkzaamheden zal verrichten. De aannemer dient zich tevens op de hoogte te stellen van de plaats waar zich het meest dichtstbijzijnde
	73	telefoontoestel bevindt. Wegens explosiegevaar is het gebruik van mobiele telecommunicatiemiddelen enkel toegestaan op de groene paden en voor de gele lijn. Na de gele lijn is het gebruik van mobiele telecommunicatiemiddelen niet toegestaan.
	74	In geval van brand of ongeval dient het alarmnummer (010-5061555) gedraaid te worden vanaf het dichtstbijzinde vaste telefoontoestel.
	75	Na het ontvangen van een alarmering kan het depot door middel van een sirene een alarmsignaal geven,

CONCEPT

bestaande uit één lange stoot, gevolgd door een aantal korte stoten. Het aantal korte stoten geeft aan in welke sectie van het DPO-complex de alarmering geldt.

Wanneer een alarmsignaal wordt gegeven dient de aannemer direct de volgende handelingen uit te voeren:

a. Stop alle werkzaamheden;

b. Verlaat alle besloten ruimten onmiddellijk. Dit geldt in bijzonder voor de pompgebouwen, welke voorzien zijn van automatisch werkende NOVEC 1230 blusinstallaties;

c. Alle bij de aannemer in gebruik zijnde machines afzetten en spanningsloos maken;

d. Lasinstallaties en snijbranders afsluiten, alsmede de gas- en zuurstofflessen;

e. Tijdelijk geblokkeerde wegen vrijmaken; en

f. Verdere instructies van DPO-personeel stipt opvolgen.

Indien de noodsituatie is opgeheven, zal dit kenbaar gemaakt worden door middel van drie lange stoten op de sirene.

76 Brandkranen, slanghaspels, blusapparaten en andere nooduitrustingen dienen te allen tijde goed bereikbaar te zijn. Parkeren, stallen van materieel of opslaan van materiaal binnen een straal van 10 meter van dergelijke apparaten is verboden.

CONCEPT

HFD PAR ART	LID
	77	Het personeel van de aannemer dient vertrouwd te zijn met het bedienen van de aanwezige en voorgeschreven brandblusapparatuur.
	78	De aannemer draagt er zorg voor dat tenminste 1 poederblusser van 12 kg inhoud binnen handbereik aanwezig is tijdens brandgevaarlijke werkzaamheden.
	79	Afhankelijk van de situatie en de aard van het werk kan het nodig zijn om iemand op te dragen permanent toezicht te houden op het lassen, teneinde brand te voorkomen.
	80	Lasinstallaties dienen zodanig te worden geplaatst dat de lasser deze tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden kan zien. De lasinstallaties mogen niet onder vallende vonken zijn opgesteld.
	81	Aardkabels van lasmachines en dergelijke dienen door middel van een klem zo dicht mogelijk bij het werkstuk te worden bevestigd.
	82	Aan vaten mag niet worden gelast. Het gebruik van al of niet gevulde vaten als ondersteuning van las- en snijbrandwerkzaamheden is verboden.
	83	Brandstoftanks van gemotoriseerde werktuigen mogen niet gevuld worden met een draaiende motor, noch indien in nabijheid werkzaamheden worden verricht waarvoor een open-vuur vergunning is vereist.
	84	Verbrandingsmotoren van in te zetten materieel dienen te zijn voorzien van een goedgekeurde vonkenvanger op de uitlaat. Elektromotoren dienen explosieveilig te zijn.
	85	Elektrische apparatuur mag slechts worden aangesloten indien een schakelaar bij de contrastekker aanwezig is.
	86	Het ophopen van afval, poetslappen en andere brandbare stoffen is verboden. In de nabijheid van werkzaamheden waarbij vonkvorming kan optreden mogen zich in het geheel geen brandbare stoffen bevinden.
	93	Op het gehele DPO-complex geldt een rookverbod.
01 73 78		VEILIGHEID BIJ WERKZAAMHEDEN AAN BRANDSTOFTANKS DPO
	71	De werkzaamheden aan de tanks mogen pas een aanvang nemen nadat aan de volgende voorwaarden is voldaan: - De aanbevelingen gedaan in de publicatie "Advies Werken in besloten ruimten"; - De aanwijzingen in PGS 28 "Vloeibare brandstoffen - Ondergrondse tankinstallaties en afleverinstallaties"; - De aanwijzingen in PGS 29 "Richtlijn voor de veilige bovengrondse opslag van brandbare vloeistoffen in verticale cilindrische tanks"; - De aanwijzingen gedaan door de directie.
		Indien de veiligheidseisen, aanbevelingen en aanwijzingen niet worden nageleefd, zal het werk worden gestopt en de overtreder van het werk worden verwijderd. De bevoegdheid tot stoppen van het werk en het verwijderen van de overtreder(s) berust bij de directie. De directie zal e.e.a. dan schriftelijk aan de aannemer mededelen. De kosten welke het gevolg zijn van de overtredingen van de veiligheidsnormen zijn voor rekening van de aannemer.
	72	Het gebied gelegen binnen een afstand van 15 m van enige installatie die brandstof bevat of heeft bevat en van openingen waaruit brandstofdampen kunnen ontwijken, geldt als explosiegevaarlijk gebied. Hier geldt een algemeen rookverbod en een verbod op gebruik van open vuur. Binnen genoemd gebied dient altijd deugdelijke explosieveilige apparatuur en/of gereedschap te worden gebruikt. Alvorens hier werkzaamheden te verrichten dient de installatie binnen het gebied gasvrij te zijn.
	73	De aannemer dient een controle uit te voeren middels metingen. Hiervoor dient op het werk aanwezig te zijn en door de aannemer te worden toegepast: - Een gecombineerde explosie- en zuurstofmeter, waarvan het testcertificaat niet ouder is dan drie maanden; - Een persluchtmasker per tewerkgestelde en per directielid, incl. de daarbij vereiste beschermingsmiddelen; - Een door perslucht aangedreven ventilator met een flexibele slang van voldoende lengte om de dampen uit de tank te kunnen zuigen; - Door perslucht aangedreven gereedschap; - Een lamp met een eigen stroombron die tegen ontploffingsgevaar is beveiligd; en - Twee tankreddingsgordels, waarvan het keuringsrapport niet ouder is dan 11 maanden.
01 74		BESTEKSADMINISTRATIE
01 74 71		ALGEMEEN
	71	In afwijking van paragraaf 27 lid 01 van de UAV 2012 levert de aannemer de aantekeningen voor het opmaken van

HFD PAR ART LID

het weekrapport. Deze aantekeningen dienen digitaal, uiterlijk op de vierde werkdag na het verstrijken van de werkweek waarop zij betrekking hebben, aan de directie te worden overlegd.

72 De aantekeningen betreffende de vordering en de stand van het werk, als genoemd in paragraaf 27 lid 01 van de UAV 2012 dienen door de aannemer te worden weergegeven in productie-opgave-staten. Deze staten dienen alle tekstregels zoals deze voorkomen op de bij het bestek behorende inschrijvingsstaat te bevatten. De productie- opgave-staten dienen weer te geven:

- De tot de betreffende week verwerkte hoeveelheid;

- De in de betreffende week verwerkte hoeveelheid;

- De in totaal verwerkte hoeveelheid; en

- De financiële consequenties van de verwerkingen.

73 De kosten van de werkzaamheden als bedoeld in de leden 71 en 72 worden geacht te zijn inbegrepen in de post "Uitvoeringskosten".

01 75 REVISIETEKENINGEN TERREINBIJZONDERHEDEN

01 75 71 REVISIEMETINGEN BOVEN- EN ONDERGRONDSE NETTEN

71 WIBON:

De aannemer/grondroerder (hierna te noemen aannemer) wordt geacht de Wet Informatie-uitwisseling Boven- en Ondergrondse Netten (WIBON) te kennen en hiernaar te handelen. De aannemer dient (deel)revisies tijdig aan te leveren richting de directie. De aannemer verplicht zich binnen 10 werkdagen na het afdekken van de kabels en/of leidingen, de liggingsgegevens van nieuwe of gewijzigde kabels en/of leidingen via (deel)revisies aan te leveren aan de directie.

De directie houdt de aannemer verantwoordelijk en aansprakelijk voor alle directe en indirecte schade veroorzaakt door het niet volledig, niet tijdig of onjuist aanleveren van (deel)revisies.

72 EISEN:

De aannemer verplicht zich ertoe de revisie van de kabels en leidingen, inclusief de bovengronds zichtbare elementen van de kabels en/of leidingen (appendages, inspectieputten, kolken, etc.) en bijbehorende gegevens, te verwerken in de door de directie voorgeschreven structuur en nauwkeurigheid conform de "Specificatie Projectrevisie K&L" wat als bijlage bij dit bestek ter beschikking is gesteld. Hiertoe levert de directie een bestand aan in dwg-formaat.

CONCEPT

In het dwg-bestand dienen geometrische informatie alsmede administratieve gegevens betreffende de kabels, leidingen en leidingelementen vastgelegd te worden conform het gestelde in de "Specificatie Projectrevisie K&L".

De aannemer verplicht zich ertoe de kabels en/of leidingen digitaal in het terrein in te meten in een open sleuf, voordat de kabels en/of leidingen en ondergrondse leidingelementen zijn afgedekt.

73 LEVERING:

Na een hier toe gedaan verzoek van de aannemer verplicht de directie zich om binnen 5 werkdagen het CAD- bestand van de bestaande situatie in dwg-formaat aan te leveren.

De aannemer levert de directie tussentijds of uiterlijk bij oplevering van het werk:

- Pdf-bestanden per thema, of een gelaagde pdf per thema van de nieuwe en gewijzigde informatie (rood) en bestaande informatie (zwart) en de verwijderde situatie (blauw), geprojecteerd op de door de directie aangeleverde topografische ondergrond (grijs);

- CAD-bestanden in de voorgeschreven structuur in dwg-formaat, per thema van de nieuwe, gewijzigde, bestaande en verwijderde informatie;

- Ter controle van de revisie vóór de eindlevering een set analoge afdrukken, in drievoud, van de revisie per thema, en digitaal in pdf- en dwg-formaat. De revisietekeningen dienen uiterlijk drie weken vóór de oplevering van het werk ter controle aan de directie te worden aangeboden. De aannemer dient rekening te houden met een controletermijn door de directie van één week;

- Bij de eindlevering een set analoge afdrukken, in enkelvoud, en digitaal in pdf-formaat van de totaalrevisie van de nieuwe en gewijzigde informatie (rood), bestaande situatie (zwart) geprojecteerd op de door de directie aangeleverde topografische ondergrond (grijs), alsmede digitaal in dwg-formaat.

74 KORTING:

Indien de aannemer in verzuim is voor het tijdig en correct aanleveren van zijn (deel)revisies zal een korting worden opgelegd van €250,= per werkdag. Deze korting komt niet in de plaats van een schadevergoeding als genoemd in artikel 6:92 van het Burgerlijk Wetboek.

75 CONTROLE IN HET TERREIN

Bij twijfel over de juistheid van de revisie tijdens de controle door het RVB van de aangeleverde bestanden kan de

HFD PAR ART	LID
		directie tot aan het einde van de onderhoudsperiode van dit bestek de aannemer verzoeken om de exacte ligging van de kabels en leidingen aan te tonen door middel van proefsleuven. De locatie van de proefsleuven wordt door de directie in het werk aangegeven. Bij het graven van de proefsleuven is het aanvullen van de sleuf en het herstellen van het terrein in de oorspronkelijke staat inbegrepen.
01 75 72		REVISIE ELEKTROTECHNIEK
	71	In aanvulling op het gestelde in artikel 01.75.71 van dit bestek dient op de revisietekeningen van elektrotechnische werkzaamheden onderstaande te worden aangegeven: - Aanduiding overeenkomstig de NEN 5152 en XXX-XX-XXX 00000; - Xxxxxxxxxxx van de kabel(s) op cruciale punten in/van de kabel(s), en ter plaatse van doorvoeringen (in gebouwen en mantelbuizen); - De diepteligging ten opzichte van N.A.P. en ten opzichte van maaiveld; - Locatie van kabelmoffen.
01 75 73		REVISIE WERKTUIGBOUW
	71	In aanvulling op het gestelde in artikel 01.75.71 van dit bestek dient op de revisietekeningen van c.v.-, gas- en waterleidingen onderstaande te worden aangegeven: - Aanduiding overeenkomstig de betreffende NEN-norm; - Coördinaten van de leidingen op cruciale punten in/van de leiding, ter plaatse van doorvoeringen (in gebouwen en mantelbuizen), en ter plaatse van appendages in de leiding(en); - De diepteligging ten opzichte van N.A.P. en ten opzichte van maaiveld.
	72	In aanvulling op het gestelde in artikel 01.75.71 van dit bestek dienen van de op de revisietekening aanwezige appendages en apparaten alle gegevens te worden vermeld danwel aangevuld, die nodig zijn voor de exploitatie, wijziging en uitbreiding van de leidingen, zoals: - Fabrikaat;

CONCEPT

- Type-aanduiding;

- Capaciteit;

- Druk;

- Ingestelde waarden;

- Etc.

73 In aanvulling op het gestelde in artikel 01.75.71 van dit bestek dienen van alle markante punten detailtekeningen te worden vervaardigd. Dit betreft onder andere:

		- Alle wegkruisingen; - Alle kruisingen met watergangen; - Aftakkingen; - Afsluiterschema's; - Etc. De schaal van de afdrukken van de details in overleg met de directie.
01 76		MILIEUZORG
01 76 71		MAATREGELEN IN HET BELANG VAN HET MILIEU
	71	In aanvulling op paragraaf 6 lid 6 van de UAV 2012 dient verontreiniging van bodem, grond en grondwater met gevaarlijke stoffen zoals verf, brandstof etc. te worden voorkomen. Dit dient te geschieden door te werken met lekbakken, folie, en werken boven vloeistofdichte vloeren.
	72	In geval van milieu-incidenten of milieu-calamiteiten dient zowel de directie alsmede de verantwoordelijke op het complex op de hoogte te worden gesteld, te bereiken via een bij de eerste bouwvergadering door de directie bekend te stellen telefoonnummer.
01 76 72		AFTANKEN
	71	Bij het aftanken mogen alleen volgens de KIWA-beoordelingsrichtlijn (BRL-K744/03) goedgekeurde installaties worden gebruikt.
	72	Het met brandstof of smeermiddelen bijvullen van machines mag uitsluitend plaatsvinden op een vloeistofdichte ondergrond.
01 76 73		TOEGESTANE EMISSIENIVEAUS BOUWMATERIEEL / -LOGISTIEK
	71	Bouwmaterieel per vermogensklasse:

HFD PAR ART LID

Het "Referentiedocument SEB basis" geeft de toegestane emissieniveaus voor bouwmaterieel per vermogensklasse weer. Dit document is te raadplegen via: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxx-xxxxx

72 Bouwlogistiek per vermogensklasse:

Het “referentiedocument SEB basis” geeft de toegestane emissieniveaus voor logistiek materieel per vermogensklasse weer. Dit document is te raadplegen via: xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx/xxxxxxxxx/0000/00/00/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx-xxx-xxxxxxxxxxx-xxxxx

01 77 WERKTERREIN

01 77 71 FAUNAVRIENDELIJKE VERLICHTING

71 Indien de opdrachtnemer het werkterrein wil/gaat verlichten dient deze verlichting te worden uitgevoerd als verlichting die geschikt is voor een leefomgeving voor nachtfauna zoals vleermuizen en dergelijke. Eigenschappen van de faunavriendelijke verlichting zijn:

- Gericht op de raakvlakken (rijbaan, voet- en fietspaden, etc.) en verstrooiing is ingeperkt;

- UV-vrij;

- Amberkleurig;

- Uitgeschakeld/uit te schakelen/dimbaar waar dit vanuit gebruik en observatiesystemen mogelijk is.

10 WERK ALGEMENE AARD

10 7 AFRASTERINGEN, POORTEN, SLAGBOMEN EN PALEN

10 71 BEGRIPPEN

CONCEPT

10 71 71 ALGEMEEN

71 Te verstaan onder:

a. Paalkop: het hoogste punt van een paal, inclusief eventuele uitstaander;

b. Gladdraad: een enkele gladde metalen draad ten behoeve van bevestiging aan houten palen voor afscherming van gedeelten van het terrein;

c. Puntdraad: een dubbele, in elkaar gedraaide metalen draad voorzien van twee korte in elkaar gedraaide spiralen metaaldraad met elk twee scherpe punten, die elke 0,10 m om de dubbele draad zijn gedraaid;

d. Spandraad: een geplastificeerde metalen draad ten behoeve van het bevestigen van gaas van de

		gaasafrastering;
10 72		EISEN EN UITVOERING
10 72 71		ALGEMEEN
	71	De aannemer draagt er zorg voor dat bij onderbreking van de werkzaamheden, de buitenafrastering van het complex een gesloten geheel vormt.
	72	Voor zover niet anders is bepaald, dienen verbindingen van staal elektrisch te worden gelast. Lasnaden dienen rondom te worden volgelast en daarna te worden geslepen. Scherpe randen dienen te worden afgeslepen. De lassen mogen niet poreus zijn.
	73	Thermisch te verzinken voorwerpen dienen voorafgaand aan een chemische reiniging eerst door middel van het mechanische voorbehandelen te worden gereinigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 56.22.01 van de Standaard.
10 72 72		AFRASTERINGEN
	71	Tenzij anders vermeld dient bij terreinafrasteringen met houten palen de bovenste glad- of puntdraad op 0,10 m onder de paalkop te worden bevestigd.
	72	Bij afrasteringen met houten palen dienen de glad- of puntdraden door middel van krammen aan de paal te worden bevestigd.
	73	Bij gaasafrasteringen zonder bovenbuis dient de bovenste spandraad op 0,10 m onder de bovenzijde van het harmonicagaas te worden aangebracht.
	74	Bij gaasafrasteringen zonder onderbuis dient de onderste spandraad op 0,10 m boven maaiveld te worden aangebracht.

HFD PAR ART LID

75 De gaasmat dient met binddraad te worden bevestigd aan de bovenbuis, de onderbuis en/of de spandraden, waarbij de onderstaande onderlinge afstand tussen de bindpunten dient te worden aangehouden:

- Aan de bovenbuis/bovenste spandraad om de 3e maas;

- Aan de middelste spandraad om de 6e maas;

- Aan de onderbuis/onderste spandraad om de 4e maas.

76 De afrastering dient te worden gespannen met een maximale lengte van 150 m. De span-, hoek- en poortpalen waar de afrastering aan wordt gespannen dienen te worden geschoord in het vlak van de afrastering.

77 Indien in de stalen paal c.q. uitstaander geen sparing aanwezig is voor het in-/doorvoeren van de span- en/of puntdraden, dan dienen de span- en/of puntdraden aan de paal c.q. uitstaander te worden bevestig middels binddraad.

78 Tussenpalen dienen in de grond geheid te worden.

79 Tenzij anders aangegeven de palen zodanig plaatsen dat de afrastering de glooiing van het terrein volgt.

10 72 73 POORTEN

71 Het poortblad dient 0,10 m vrij te hangen t.o.v. het hoogste punt van de kruisende verharding.

10 72 74 SLAGBOMEN

71 Tenzij anders aangegeven wordt onder de te leveren breedte van de slagboom de doorrijbreedte verstaan.

10 72 75 PALEN

71 De verankering van palen dient op 0,20 m vanaf de onderzijde van de paal te worden aangebracht, en dient minimaal 0,15 m buiten de paal uit te steken.

10 75 BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN

10 75 71 ALGEMEEN

CONCEPT

71 Vrijkomend binddraad dient zorgvuldig te worden verzameld en onmiddellijk van het Rijksterrein te worden afgevoerd.

10 76 BOUWSTOFFEN

10 76 71 ALGEMEEN

71 Tenzij anders is vermeld dient de kwaliteit van staal c.q. ijzer te zijn voor:

a. Gewalst constructiestaal: Fe 360, volgens EURO Norm 25

b. Stalen pijpen: St 35, volgens DIN 1629

c. Betonstaal: B500B, volgens NEN 6008

Het onder a. en b. genoemde staal mag niet meer gecorrodeerd zijn dan corrosietoestand C, als bedoeld in " Svensk Standard SIS 05 59 00 - 1967" van de Standardiseringskommissionen i Sverige.

72 Het verzinken van stalen onderdelen dient te geschieden volgens NEN-EN-ISO 1461.

73 Bevestigingsmiddelen dienen door middel van sherardiseren te zijn voorzien van een zinklaag dik 35 micrometer.

74 Het coaten van stalen onderdelen dient te geschieden volgens NEN-EN 1090-2. De dikte van de coating dient te zijn 50 micrometer.

75 Het coaten van aluminium onderdelen dient te geschieden volgens NEN-EN 1090-3. De dikte van de coating dient te zijn 50 micrometer.

76 Na het gereedkomen van het coaten mogen geen bewerkingen aan de diverse onderdelen worden uitgevoerd.

10 76 72 AFRASTERINGEN

71 Puntdraad dient te zijn samengesteld uit twee in elkaar gedraaide draden van 1,7 mm, met een totaal gewicht van 5,1 kg per 100 m. De afstand tussen de punten dient 0,10 m te zijn.

beoordelen op de voor de openbare orde en veiligheid relevante aspecten.‌‌‌‌‌

grond en puin. Deze registratie dient binnen acht werkuren aan de directie te worden overgelegd.‌‌‌‌

HFD PAR ART	LID
10 76 75		PALEN
	71	Houten palen dienen te zijn geschild, aan de dunne zijde gepunt en aan de dikke zijde gekruind.
11		SLOOPWERK
11 0		SLOOPWERK, ALGEMEEN
11 01		BEGRIPPEN
11 01 71		ALGEMEEN
	71	In aanvulling op het bepaalde in paragraaf 11.13 van de Standaard dient bij het begrip sloop het begrip demontage te worden gelezen.
	72	Selectief slopen/demonteren: Zodanig slopen/demonteren dat onderlinge vervuiling van materialen wordt voorkomen en selectieve afvoer van materialen mogelijk is.
	73	Voorsloop/-demontage: Een gebouw ontdoen van niet-constructieve niet-steenachtige materialen.
	74	Selectieve afvoer: Gescheiden afvoer van verschillende soorten materiaal, vanaf de plaats waar wordt gesloopt/gedemonteerd naar de plaats waar het materiaal wordt verwerkt.
	75	Circulair slopen/demonteren: Circulair slopen = oogsten = demonteren = amoveren = ruimte maken = ontmantelen = deconstrueren = delven. Bij circulair Cslopen/demOonteren wordeNn de vrijgekomCen materiaElen: PT - Als bouwproduct of productonderdeel direct hergebruikt of aangeboden op een marktplaats; - Tot kwalitatief hoogwaardige secundaire grondstoffen gerecycled door gekwalificeerde sorteer- en recyclingbedrijven
16		ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN
16 1		ONTPLOFBARE OORLOGSRESTEN
16 12		EISEN EN UITVOERING
16 12 01		ALGEMEEN
	71	Het Convenant beoordeling projectplan opsporing ontplofbare oorlogsresten is van toepassing. De aannemer moet het projectplan onderzoek door de gemeente(n) waarbinnen het opsporingsgebied is gelegen aantoonbaar laten
	72	Het Convenant beoordeling projectplan opsporing ontplofbare oorlogsresten is gepubliceerd op xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx.xx.
17		VERONTREINIGDE GROND EN VERONTREINIGD WATER
17 0		VERONTREINIGDE GROND EN VERONTREINIGD WATER, ALGEMEEN
17 03		INFORMATIE-OVERDRACHT
17 03 01		LOZING VAN PROCESWATER
	01	Lozing van proceswater is toegestaan onder de volgende voorwaarden:
17 1		DROOG VERWERKEN VAN VERONTREINIGDE GROND
17 13		INFORMATIE-OVERDRACHT
17 13 71		TRANSPORTREGISTRATIE
	71	De aannemer dient zorg te dragen voor een transportregistratie van de af te voeren hoeveelheden verontreinigde

CONCEPT‌

verontreinigde zone betreden.

gelijkwaardig.

volgende voorwaarden:.‌

HFD PAR ART	LID
		In de transportregistratie ten minste opnemen: - Naam transporteur, wagennummer en kenteken; - Tijden van vertrek en aankomst; - Plaats van herkomst en bestemming van de lading; - Soort lading en hoeveelheid; - Afschrift weegbrief van een door de directie goedgekeurde weegbrug.
	72	Op de weegbrieven dient ten minste te zijn aangegeven: - Het bruto en netto weegresultaat; - Het kenteken; - Datum en tijdstippen van weging.
17 13 72		REGISTRATIE TIJDELIJKE GRONDDEPOTS VERONTREINIGDE GROND
	71	De aannemer is verantwoordelijk voor beheer en registratie van gronddepots, zie artikel 22.03.71 van dit bestek.
17 14		RISICOVERDELING EN GARANTIES
17 14 01		ONTGRAVEN VAN DE VERONTREINIGDE GROND
	01	In afwijking van artikel 17.14.02 lid 01 van de Standaard wordt de omvang van het verontreinigde bodemcompartiment als volgt vastgesteld: .
17 14 02		WERKONDERBREKINGEN TEN BEHOEVE VAN DE VEILIGHEID
	01	In afwijking van het bepaalde in artikel 17.14.03 lid 02 van de Standaard zullen de kosten die verband houden met werkonderbrekingen ten behoeve van de veiligheid als bedoeld in artikel 17.14.03 lid 01 van de Standaard, als volgt worden verrekend:
17 15		BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
17 15 01		PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN VOOR BEZOEKERS
	01	In afwijking van artikel 17.15.01 lid 02 van de Standaard stelt de aannemer * sets persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking voor bezoekers die op uitnodiging van de directie of opdrachtgever de
17 15 71		INRICHTING TIJDELIJKE GRONDDEPOTS VERONTREINIGDE GROND
	71	Gronddepots dienen binnen een bouwafrastering te liggen welke herkenbaar is voorzien van signaleringsborden overeenkomstig CROW-publicatie "Werken in en met verontreinigde bodem".
	72	Gronddepots voor de opslag van verontreinigde grond dienen hydrologisch te zijn gescheiden van de omgeving. Op het maaiveld een kunststofweefsel/-vlies aanbrengen van HDPE-folie dik 0,8 mm of
	73	Na iedere werkdag en tijdens neerslag of bij gevaar voor verstuiving op de gronddepots een bovenafdekking aanbrengen van HDPE-folie dik 0,5 mm of gelijkwaardig.
	74	Voor oplevering dient de aannemer de gronddepots op te ruimen en het terrein in de oorspronkelijke staat te herstellen.
17 2		NAT VERWERKEN VAN VERONTREINIGDE GROND
17 22		EISEN EN UITVOERING
17 22 01		ONTGRAVEN
	01	In afwijking van artikel 17.22.01 lid 01 van de Standaard worden de volgende eisen gesteld aan de vertroebelingstoename als gevolg van de ontgravings-, verwerkings-, of bergingswerkzaamheden:
17 22 02		LADEN
	01	In afwijking van artikel 17.22.02 lid 01 van de Standaard mag tijdens het laden overvloei plaatsvinden onder de

CONCEPT‌‌‌

HFD PAR ART	LID
17 22 03		VERVOEREN
	01	In afwijking van artikel 17.22.03 lid 01 van de Standaard mogen op het werk ingezette middelen van vervoer ook worden toegepast voor andere grond dan de in het bestek genoemde.
17 24		RISICOVERDELING EN GARANTIES
17 24 01		WERKONDERBREKINGEN TEN BEHOEVE VAN DE VEILIGHEID
	01	In afwijking van het bepaalde in artikel 17.24.04 lid 02 van de Standaard zullen de kosten die verband houden met werkonderbrekingen ten behoeve van de veiligheid als bedoeld in artikel 17.24.04 lid 01 van de Standaard, als volgt worden verrekend:
17 25		BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
17 25 01		PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN VOOR BEZOEKERS
	01	In afwijking van artikel 17.25.01 lid 02 van de Standaard stelt de aannemer * sets persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking voor bezoekers die op uitnodiging van de directie of de opdrachtgever de verontreinigde zone betreden.
17 25 02		LOZING VAN WATER
	01	In afwijking van artikel 17.25.02 lid 01 van de Standaard worden de volgende eisen gesteld aan de lozing van water dat gebruikt is voor het reinigen van persoonlijke beschermingsmiddelen en materieel:
17 3		GROND REINIGEN
17 32		EISEN EN UITVOERING
17 32 01		GEREINIGDE GROND
	01	In afwijking van artikel 17.32.02 lid 01 van de Standaard moet de gereinigde grond voldoen aan de volgende eisen: - ... - ... - ...
17 33		INFORMATIE-OVERDRACHT
17 33 01		ANALYSERESULTATEN
	01	In afwijking van artikel 17.33.04 lid 01 van de Standaard zijn de analyseresultaten uiterlijk binnen ... dagen/weken na de opdracht tot onderzoek en analyse voor zowel de directie als de aannemer beschikbaar.
17 4		WATER REINIGEN
17 42		EISEN EN UITVOERING
17 42 01		GEREINIGD WATER
	01	In afwijking van artikel 17.42.02 lid 01 van de Standaard moet het gereinigde water aan de volgende eisen voldoen: - ... - ... - ...
17 42 02		EMISSIE VAN LUCHT
	01	In afwijking van artikel 17.42.02 lid 01 van de Standaard moeten de bij het reinigen van water vrijkomende lucht en afgassen voldoen aan de volgende eisen: - ... - ... - ...
17 44		RISICOVERDELING EN GARANTIES

CONCEPT‌‌‌‌

HFD PAR ART	LID
17 44 01		ONTTREKKEN EN LOZEN VAN WATER
	01	In afwijking van artikel 17.44.02 lid 01 van de Standaard zijn de legeskosten voor het onttrekken van grondwater voor rekening van de aannemer.
	02	In afwijking van artikel 17.44.02 lid 02 van de Standaard zijn de legeskosten voor de lozing van gereinigd water voor rekening van de aannemer.
17 47		MEET- EN VERREKENMETHODEN
18		BAGGERWERKEN
18 1		KLEINSCHALIGE BAGGERWERKEN
18 12		EISEN EN UITVOERING
18 12 01		TOEGESTANE AFWIJKINGEN
	01	De insporingsdiepte van materieel mag ten hoogste ... mm bedragen.
18 12 02		TRANSPORT VAN BAGGERSPECIE
	01	Het transport van baggerspecie over de openbare wegen mag niet plaatsvinden met behulp van tractoren of kiepkarren.
18 13		INFORMATIE-OVERDRACHT
18 13 01		MEETGEGEVENS XXX XX XXXXXXXXXX
	00	In aanvulling op artikel 18.13.05 lid 02 van de Standaard moet de aannemer de meetgegevens binnen ... werkdagen na uitvoering van de meetwerkzaamheden verstrekken.
	02	In aanvulling op artikel 18.13.05 lid 03 van de Standaard doet de directie de genoemde mededeling binnen ... werkdagen na ontvangst van de meetgegevens.
18 17		MEET- EN VERREKENMETHODEN
18 17 01		MEETAPPARATUUR
	01	In aanvulling op artikel 18.17.01 lid 05 van de Standaard moet de verticale meetnauwkeurigheid (z) van de toe te passen meetapparatuur ten minste ...m en de horizontale meetnauwkeurigheid (x, y) ten minste ...m bedragen.
	02	Bij het elektronisch meten moet de toe te passen frequentie ... Hz bedragen.
	03	Bij het gebruik van een singlebeam lodingsysteem moet de puntdichtheid ten minste .. bedragen.
	04	Bij het gebruik van een multibeam lodingsysteem moet de puntdichtheid ten minste .. bedragen.
21		BEMALINGEN
21 1		BEMALINGEN
21 12		EISEN EN UITVOERING
21 12 01		VOORWAARDEN AAN HET ONTTREKKEN EN HET LOZEN VAN GRONDWATER
	01	De hoeveelheid te onttrekken grondwater bedraagt ten hoogste ... m³.
	02	De hoeveelheid te lozen grondwater bedraagt ten hoogste ... m³.
	03	De duur van de onttrekking van grondwater bedraagt ten hoogste ... (tijdseenheid).
	04	De duur van de lozing van grondwater bedraagt ten hoogste ... (tijdseenheid).
21 13		INFORMATIE-OVERDRACHT

HFD PAR ART	LID
21 13 71		BEMALINGSPLAN VOOR BRON- OF SPANNINGSBEMALING
	71	In aanvulling op artikel 21.13.01, lid 02 van de Standaard: m. De wijze waarop de watervoorziening wordt geregeld van bomen in de naaste omgeving van de bemaling.
21 14		RISICOVERDELING EN GARANTIES
21 14 71		LOZINGSKOSTEN
	71	De eventuele kosten aan het vigerende waterschap voor het lozen van een hoeveelheid grondwater worden verrekend op een afzonderlijke declaratie.
21 15		BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
21 15 01		TIJDELIJKE GRONDWATERBEMALINGEN
	01	De aannemer stelt een bemalingsadvies op overeenkomstig het bepaalde in SIKB-protocol 12010 'Voorbereiden melding en vergunning'.
	02	De aannemer stelt het technische bemalingsplan op overeenkomstig het bepaalde in SIKB-protocol 12020 'Voorbereiden technische uitvoering' met inachtneming van het bepaalde in artikel 21.13.01 van de Standaard.
	03	De aannemer houdt bij de uitvoering van een tijdelijke bemaling tevens rekening met het bepaalde in SIKB- protocol 12030 'Uitvoeren bemaling'.
	04	De aannemer houdt bij de aansturen van een tijdelijke bemaling tevens rekening met het bepaalde in SIKB- protocol 12040 'Aansturen bemaling'.
21 15 02		METEN EN REGISTREREN VAN ONTTROKKEN EN GELOOSDE HOEVEELHEDEN GRONDWATER
	01	De volgende eisen worden gesteld aan het meten en registreren van de onttrokken en geloosde hoeveelheden grondwater:

- ......‌

- ......

- ....

CONCEPT

	02	De aannemer verstrekt wekelijks een overzicht van de onttrokken en geloosde hoeveelheden grondwater.
	03	Het overzicht bevat ten minste gegevens over de situering, de datum en de hoeveelheden.
22		GRONDWERKEN
22 0		GRONDWERKEN, ALGEMEEN
22 02		EISEN EN UITVOERING
22 02 01		TOEGESTANE AFWIJKING BIJ GRONDWERKZAAMHEDEN ONDER WATER
	01	De toegestane afwijking als bedoeld in artikel 22.02.05 lid 02 van de Standaard bedraagt ten hoogste m.
22 02 71		AFWERKEN BERMEN EN TERREINEN
	71	Tenzij anders vermeld dient de berm onder profiel met 3% afschot over een breedte van 2,00 m vanaf de kant van de verharding afwaterend te worden afgewerkt. Indien de breedte van 2,00 m niet realiseerbaar is wordt de breedte van de afwerking in overleg met de directie vastgesteld.
	72	Tenzij anders vermeld dient de berm onder profiel met 5% afschot over een breedte van 3,00 m vanaf de kant van de verharding afwaterend te worden afgewerkt. Indien de breedte van 3,00 m niet realiseerbaar is wordt de breedte van de afwerking in overleg met de directie vastgesteld.
	73	Het afgewerkte maaiveld dient ter plaatse van de aansluiting op de verharding 0,02 m lager dan de bovenkant van de kant(opsluiting) van de verharding te liggen.
	74	Over afgewerkte bermen en terreinen die reeds zijn aangevuld met boven-/teelgrond en onder profiel zijn gebracht

HFD PAR ART LID

mag geen transport plaatsvinden.

22 03 INFORMATIE-OVERDRACHT

22 03 71 TIJDELIJK GRONDDEPOTS

71 De aannemer is verantwoordelijk voor het beheer van het gronddepot, alsmede de registratie van de in het depot verwerkte en ontgraven grond.

72 In de depotregistratie dient te zijn opgenomen:

- De depotcode;

- Een plattegrond van het werkterrein;

- De plaats van herkomst van de grond;

- De hoeveelheid grond;

- De kwaliteit van de grond;

- De (verwachte) eindbestemming van de grond;

- De datum van inrichting van het depot;

- De (verwachte) einddatum van het depot;

- Naam, telefoonnummer en emailadres van de uitvoerder.

22 03 72 MELDINGSPLICHT TOEPASSING GROND EN BAGGERSPECIE

71 De aannemer dient alle toepassingen van grond en baggerspecie, met uitzondering van toepassing van schone grond en baggerspecie in hoeveelheden kleiner dan 50 m3, minimaal 10 dagen voorafgaand aan de toepassing te melden bij de directie.

22 05 BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN

71 Het gronddepot dient duidelijk te worden afgebakend door middel van een bouwafrastering en dient herkenbaar te zijn voorzien van borden met daarop aangegeven de depotcode volgens artikel 22.03.71 van dit bestek.

72 Aan het einde van elke werkdag en tijdens gevaar voor verstuiving over de grond in het gronddepot een bovenafdekking van HDPE-folie dik 0,5 mm of gelijkwaardig aanbrengen.

22 05 71 TIJDELIJKCGRONDDEOPOT

NCEPT

73 Voor de oplevering van het werk dient de aannemer het depot te ruimen en het terrein in oorspronkelijke staat te herstellen.

22 06 BOUWSTOFFEN

22 06 01 IDENTIFICATIE GEOTEXTIEL OP DE BOUWPLAATS

01 De door de aannemer geleverde rollen geotextiel moeten, in aanvulling op het bepaalde in artikel 22.03.04 lid 01 van de Standaard, continue zijn bedrukt met een aanduiding, waaruit direct of indirect de herkomst van het product blijkt.

22 06 06 KLEI, EISEN ALGEMEEN

71 De te leveren en te verwerken klei dient te zijn rivierklei met een lutumgehalte tussen 35 en 50% (zware klei). Lutum heeft een korrelgrootte kleiner dan 2 mu.

22 06 71 LEEM, EISEN ALGEMEEN

71 De te leveren en te verwerken leem dient te zijn kleiïge leem met een percentate leem groter dan 70%. Het lutumgehalte moet tussen de 30 en 50% zijn. Het humusgehalte mag maximaal 2% zijn.

Xxxx heeft een korrelgrootte tussen de 0 en 50 mu. Lutum heeft een korrelgrootte kleiner dan 2 mu.

22 07 MEET- EN VERREKENMETHODEN

22 07 01 MEETAPPARATUUR

01 In aanvulling op artikel 22.07.02 lid 02 en artikel 22.07.03 lid 02 van de Standaard wordt bepaald dat de verticale meetnauwkeurigheid (z) van de toe te passen meetapparatuur ten minste m en de horizontale

meetnauwkeurigheid (x, y) ten minste m moet bedragen.

CONCEPT‌‌

HFD PAR ART	LID
	02	Bij gebruik van een singlebeam lodingssysteem moet de puntdichtheid ten minste bedragen.
	03	Bij gebruik van een multibeam lodingssysteem moet de puntdichtheid ten minste bedragen.
	04	Ten minste een week voorafgaand aan de desbetreffende werkzaamheden moet de aannemer aantonen dat de in lid 01 genoemde meetnauwkeurigheden kunnen worden behaald. Tevens legt de aannemer aan de directie een meetprotocol over, waarin de procedures en de beheersing van het meetproces zijn beschreven.
22 07 71		METING IN HET WERK
	71	Tenzij anders is aangegeven dient de nauwkeurigheid van de te maken inhoudsberekening van het digitale terreinmodel ter plaatse van de te ontgraven en te verwerken grond ten hoogste 2 m3/are te bedragen, met een maximale puntdichtheid van 10x10 m. De in- en uitmeting dienen respectievelijk voorafgaand aan en direct na de uitvoering van de werkzaamheden aan de directie te worden aangeleverd en door de directie te zijn goedgekeurd alvorens de overige werkzaamheden in het terrein mogen aanvangen. De metingen en hoeveelheidsbepalingen dienen geheel digitaal te geschieden. Tekeningen met meetgegevens dienen digitaal in PDF- en DWG-formaat, alsmede analoog te worden aangeleverd aan de directie. De schaal van de tekeningen dient 1:200 of 1:500 te zijn. De rekenstaten dienen digitaal in PDF-formaat en in Excel aan de directie te worden aangeleverd. De gegevens dienen per bestekspost en per grondsoort te worden gemeten en aangeleverd.
22 1		CULTUURTECHNISCH GRONDWERK
22 12		EISEN EN UITVOERING
22 12 01		ALGEMEEN
	71	Verdichten van terreinen dient te geschieden middels spoor aan spoor aanrijden door een trekker voorzien van dubbellucht banden.
	72	Het gebruik van een wiellaadschop is bij aanvulling en egalisatie etc. niet toegestaan.
22 3		NATUURTECHNISCH GRONDWERK
22 31		BEGRIPPEN
22 32		EISEN EN UITVOERING
22 32 01		RANDVOORWAARDEN BIJ DE UITVOERING
	01	In afwijking van het bepaalde in artikel 22.32.01 lid 05 van de Standaard bedraagt de laagdikte m.
22 34		RISICOVERDELING EN GARANTIES
22 34 01		ALGEMEEN
	01	Indien de aannemer, zijn personeel of zijn onderaannemers(s), het d.m.v. natuurtechnisch grondwerk bewerkte gebied betreedt (betreden), berijdt (berijden) of anderszins de blijvende grondslag roeren, zal per voorkomend geval een korting van euro worden toegepast. Deze korting wordt verbeurd zonder dat een ingebrekestelling
	02	nodig is. Indien de aannemer, zijn personeel of zijn onderaannemer(s), ter plaatse van het d.m.v. natuurtechnisch grondwerk te ontwikkelen of ontwikkelde gebied onderhoud, brandstofvulling en/of andere (reparatie-) werkzaamheden aan ingezet en/of in te zetten materieel pleegt (plegen), zal per voorkomend geval een korting
	03	van ........ euro worden toegepast. Deze korting wordt verbeurd zonder dat een ingebrekestelling nodig is. Indien in het bestek terreindelen zijn aangegeven die bij de uitvoering van het natuurtechnisch grondwerk volledig moeten worden ontzien en de aannemer, zijn personeel of zijn onderaannemer(s) dit gebied op enigerlei wijze betreedt (betreden) dan zal per voorkomend geval een korting van ........ euro worden toegepast. Deze korting
22 37		wordt verbeurd zonder dat een ingebrekestelling nodig is. MEET- EN VERREKENMETHODEN
22 37 01		HOEVEELHEIDSBEPALING

HFD PAR ART	LID
	01	Bij de voorgeschreven hoeveelheidsbepaling van ontgraven grond door middel van meting in middel van vervoer of in profiel van verwerking is rekening gehouden met een uitleveringsfactor van respectievelijk ..,.. en ..,...
22 5		AEC-BODEMAS
22 51		BEGRIPPEN
22 52		EISEN EN UITVOERING
22 52 01		UITVOERING
	01	In afwijking van het bepaalde in artikel 22.52.01 lid 01 van de Standaard moet een laag AEC-bodemas na het verdichten onder een afschot liggen van ten minste .....................
22 52 02		AANBRENGEN VAN EEN TIJDELIJKE AFDICHTING
	01	Aan het einde van een werkweek op de openliggende AEC-bodemas een tijdelijke afdichting aanbrengen.
	02	Bij het tijdelijk afdichten van AEC-bodemas met een laag bitumenemulsie ten minste 0,7 kg bitumenemulsie per m2 toepassen.
22 56		BOUWSTOFFEN
22 56 01		BITUMENEMULSIE VOOR EEN TIJDELIJKE AFDICHTING
	01	Bitumenemulsie moet van een kationisch type (NEN-EN 1430) en van het onstabiele (O) soort (NEN-EN 1430) zijn.
23		XXXXXXXX
00 0		XXXXXXXXXXX XXXXXXXX
23 11		BEGRIPPEN
23 11 71		ALGEMEEN
	71	Drainage systemen bestaan uit: a. Hoofddrains/hoofd drainage leidingen (gesloten leidingen); b. Zuigdrains/zuig drainage leidingen (geperforeerde leidingen);
	72	c. Blinde drainagebuizen (ongeperforeerde leidingen, niet zijnde hoofddrains). Blinde drainagebuizen:

CONCEPT‌‌‌‌‌‌

a. Stijgbuizen. Dit zijn drainage buizen zonder perforatie waarmee de gekoppelde drainageleidingen worden doorgespoten. Deze stijgbuizen liggen de andere zijde van de hoofddrain en lopen vanaf de hoofddrain omhoog tot ca. 40-50 cm onder maaiveld. Stijgbuizen worden gebruikt om de drainageleidingen te kunnen doorspuiten/reinigen.

b. Overgangsbuizen vanaf de hoofddrains naar de zuigdrains.

c. Eindbuizen. Dit zijn drainage leidingdelen tussen het oppervlakte water en de zuigdrains.

73 Hoofddrains met een leidingdiameter ø200 mm of groter worden met betrekking tot aanleg, inspectie en onderhoud gelijk gesteld aan een hoofdriolering. Het gestelde in hoofdstuk 25 van de Standaard en hoofdstuk 25 van dit bestek is daarbij tevens op de hoofddrains van toepassing.

23 12 EISEN EN UITVOERING

23 12 01 SLEUVEN

01 In aanvulling op het bepaalde in artikel 23.12.02 lid 02 van de Standaard is het sleufloos aanbrengen van de drainreeksen toegestaan, indien de grond vooraf en over een breedte van 0,75 m aan weerszijden van de aan te brengen drains en tot een diepte van 0,50 m boven de drains wordt gewoeld.

Deze grondbewerking behoeft niet te worden uitgevoerd, indien bij het sleufloos aanbrengen van de drainreeksen gebruik wordt gemaakt van een V-vormig woellichaam, waarmee een V-vormige grondbalk volledig wordt losgesneden en opgelicht, teneinde ruimte te scheppen voor het inbrengen van de drain.

De snijvlakken van het V-vormig woellichaam moeten nagenoeg verticaal staan en de grond buiten de schuine zijden van de V-vormige grondbalk moet ongeroerd blijven.

HFD PAR ART LID

23 12 02 TALUDGOTEN

01 In afwijking van het bepaalde in artikel 23.12.08 lid 01 van de Standaard de taludgoten zodanig in het talud aanbrengen dat de bovenkant van de opstaande randen 0,05 tot 0,10 m onder het vlak van het talud komt.

23 12 03 DICHTHEID AANVULLINGEN

01 Aanvullingen van sleuven, putten en dergelijke zoveel mogelijk eenzelfde dichtheid geven als de omringende grondslag, opdat geen zettingsverschillen optreden.

23 12 07 DOORSPUITVOORZIENINGEN

71 De bovenzijde van de, boven de doorspuitvoorziening aan te brengen betontegel t.b.v. detectie, moet op 400 mm onder het peil van het afgewerkte maaiveld worden aangebracht.

23 12 11 DOORSPUITINSTALLATIE

71 Het water ten behoeve van het doorspuiten van de horizontale drainage dient, indien op het complex aanwezig, te worden onttrokken uit sloot-/oppervlaktewater. Indien op het complex geen of onvoldoende sloot-

/oppervlaktewater beschikbaar is kan in overleg met de directie en de brandweer gebruik worden gemaakt van water uit een bronpomp op of in de directe omgeving van het werkterrein.

23 17 MEET- EN VERREKENMETHODEN

23 17 01 METING LENGTE DRAINREEKS

CONC

01 In afwijking van het bepaalde in artikel 23.17.01 lid 01 van de Standaard wordt bepaald dat de lengte van de drainreeksen, waarin tevens de lengte is begrepen van de verwerkte eindbuizen, putten, doorspuitvoorzieningen en

verbindingsstukken, wordt bepaald door meting in het werk.

24 SLEUF- EN SLEUFLOZE TECHNIEKEN

24 0 SLEUF- EN SLEUFLOZE TECHNIEKEN, ALGEMEEN

24 01 BEGRIPPEN

24 02 EISEN EN UITVOERING

EPT

24 02 01 AANBRENGEN KUNSTSTOF BESCHERMINGSMATERIAAL OP GRONDKABEL

01 Op een aangebrachte grondkabel ten behoeve van verkeersregelinstallaties moet eerst een laag zand van 0,1 m dikte worden aangebracht, waarop een kunststof beschermingmateriaal in de kleuren rood, geel en groen met op iedere 3 m de tekst ’Verkeerslichten’ moet worden aangebracht.

24 02 71 GRONDWERK, ONTGRAVING

71 De sleufbodem vrijmaken van voorwerken die een beschadiging van de kabels, kabelbuizen, leidingen, etc. kunnen veroorzaken.

72 Ter plaatse van moffen, flenzen, afsluiters e.d. de sleuven zodanig verdiept uitvoeren dat de leidingen over de volledige lengte op de ondergrond komen te rusten.

24 05 BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN

24 05 05 OPNEMEN EN HERSTELLEN SLEUFBEDEKKING

71 Kabeltracés moeten zo weinig mogelijk van richting veranderen en verhardingen, kanalen, watergangen, terreinleidingen, e.d. zoveel mogelijk haaks kruisen. Het uitzetten van de kabelsleuven geschiedt door de aannemer in overleg met de directie. Overal waar de directie dit nodig oordeelt moeten proefsleuven worden gegraven.

72 Sleuven moeten bij kruisingen van en langs wegen en start- & rolbanen zijn gemarkeerd volgens de richtlijnen werk in uitvoering binnen de bebouwde kom.

73 Indien zich in de onmiddellijke nabijheid van de te graven sleuven bomen of struiken bevinden, moet het kappen van wortels (zoveel mogelijk) worden vermeden. Bij graafwerkzaamheden binnen de kroonprojectie is het Handboek Bomen van toepassing.

HFD PAR ART	LID
	74	Het aanvullen van sleuven moet in eerste aanleg geschieden met 0,10 m van puin gezuiverde, vaste aangelopen grond. Daarna wordt de sleuf in lagen van ten hoogste 0,30 m aangevuld en verdicht.
	75	De sleuf mag, uitgezonderd de eerste laag van 0,10 m, met behulp van mechanische verdichtingsapparatuur worden verdicht. Na het volledig aanvullen van de sleuven moet het mechanisch verdichten zodanig geschieden, totdat ter plaatse van te herstellen dan wel aan te brengen verharding een sondeerwaarde van 2 MPa is bereikt, en ter plaatse van bermen en overige groenvoorzieningen een sondeerwaarde overeenkomstig de naastgelegen grond. De sondeerwaarde dient te worden gemeten op een diepte van ten hoogste 0,15 m onder het oppervlak van de te beproeven grondlaag.
24 2		HORIZONTALE BORINGEN
24 23		INFORMATIE-OVERDRACHT
24 23 01		BOORPLAN
	01	De aannemer stelt een boorplan (boorplannen) op voor door hem uit te voeren boringen.
	02	Het boorplan als bedoeld in lid 01 moet inzicht verschaffen in: - .....................................................................................................
	71	De aannemer biedt het in lid 01 genoemde boorplan uiterlijk twee weken voor de aanvang van de werkzaamheden aan de directie ter goedkeuring aan.
24 25		BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN
24 25 01		BEREKENINGEN
	01	Tenminste 14 dagen voor aanvang van de werkzaamheden legt de aannemer berekeningen over ten aanzien van de uit te voeren boring(en).
	02	De berekeningen als bedoeld in lid 01 geven ten minste uitsluitsel over: - .............................................................................................................. - ..............................................................................................................
25		RIOLERING
25 0		RIOLERING, ALGEMEEN
25 01		BEGRIPPEN
25 01 01		ALGEMEEN
	71	Te verstaan is onder:

CONCEPT‌‌

a. Bereikbaar: De putrand met deksel van de inspectieput is zichtbaar in verharding, berm of plantsoen en kan zonder extra handelingen benaderd worden;‌‌

b. Toegankelijk: De putrand met deksel is bereikbaar en te openen om toegang tot de inspectieput en het rioolstelsel te verlenen.

25 02		EISEN EN UITVOERING
25 02 71		ALGEMEEN
	71	Buitenriolering onder vrij verval dient te worden aangelegd overeenkomstig NPR 3218-2 "Buitenriolering onder vrij verval". De NPR is tegen betaling verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie-instituut te Delft.
	72	Buitenriolering onder over- en onderdruk dient te worden aangelegd overeenkomstig NPR 3221 "Buitenriolering onder over- en onderdruk". De NPR is tegen betaling verkrijgbaar bij het Nederlands Normalisatie-instituut te Delft.
25 02 72		VERWERKEN VRIJGEKOMEN MATERIALEN
	71	Opgegraven en vrijgekomen materialen van het leidingsysteem dienen ontdaan van aanhangend vuil en grond en vrij van chemische verontreiniging, te worden afgevoerd naar een erkend voor dit werk gecertificeerde verwerker.
25 02 73		NIET TOEGANKELIJKE INSPECTIEPUTTEN

HFD PAR ART LID

71 Indien een inspectieput niet toegankelijk is dient de aannemer direct contact op te nemen met de directie. Via een andere put dienen de werkzaamheden aan de bijbehorende streng uitgevoerd te worden. Indien dit niet mogelijk is, dan de situering (straat en streng tussen de putnummers) en de reden ervan in het dagboek vermelden. De werkzaamheden dienen elders binnen de werkgrenzen verder te gaan. Stagnatiekosten worden verrekend. Op een nader te bepalen datum dient de aannemer in overleg met de directie de werkzaamheden op de onderhavige leidingen alsnog uit te voeren.

25 02 74 BUITEN GEBRUIK STELLEN RIOOLPERSLEIDING

71 Persleidingen kunnen niet buiten bedrijf worden gesteld.

25 02 75 AFDALEN IN INSPECTIEPUTTEN

71 Bij afdalingen in inspectieputten dienen de geldende veiligheidsnormen en -regels toegepast te worden.

25 02 76 BESTAANDE AFVOEREN

71 De afvoer van zowel gemengd-, vuil-water-afvoer als hemelwater-afvoer, moet bij het doen van voorzieningen aan bestaande afvoeren te allen tijde zijn gewaarborgd.

72 Tijdens werkzaamheden, indien noodzakelijk, middels pompen de afvoer van water verpompen.

Na een werkdag (of tijdens of na hevige regenval) moet de aannemer een noodverbinding realiseren tussen bestaand en nieuw aangelegd riool waarbij uitspoeling wordt uitgesloten en de afvoercapaciteit van het riool wordt gewaarborgd. De materialen voor een noodverbinding moeten te allen tijde in de directe nabijheid van de werkzaamheden aanwezig zijn.

CONCEPT

25 02 77 STAGNATIE

72 De aannemer dient bij het niet toegankelijk zijn van een streng, door te gaan met de werkzaamheden in een andere streng van de deelopdracht.

73 De aannemer dient bij niet te reinigen riolen met 90 bar ter hoogte van de spuitkop, door te gaan met de werkzaamheden in een andere streng van de deelopdracht.

25 03 INFORMATIE-OVERDRACHT

25 03 02 AFSLUITEN RIOOLSTRENG

71 De aannemer dient de afsluitertypen af te stemmen op de maximale drukhoogte in het stelsel.

In alle gevallen, zo ook bij het aanbrengen van de afsluiters, dient rekening gehouden te worden met geldende regelgeving en van toepassing verklaarde voorschriften.

25 03 04 DIGITALE UITWISSELING GEGEVENS

01 In afwijking van het bepaalde in artikel 25.03.04 lid 02 van de Standaard moeten foto’s, die gemaakt worden in het kader van rioolinspectie, worden uitgewisseld in .. -formaat en een resolutie hebben van ten minste ......

71 In afwijking van het bepaalde in artikel 25.03.04 lid 02 van de Standaard moeten opnames, die gemaakt worden in het kader van rioolinspectie, worden uitgewisseld:

- foto's in jpeg-formaat;

- videomateriaal in mpeg-formaat.

72 In afwijking van het bepaalde in artikel 25.03.04 lid 03 bedraagt de resolutie voor:

- foto's tenminste 1024 x 768 pixels;

- videomateriaal tenminste 1280 x 720 pixels.

25 05 BIJBEHORENDE VERPLICHTINGEN

25 05 71 BIJWERKEN (REVISIE)GEGEVENS

71 Wanneer tijdens de werkzaamheden blijkt dat de situering van riolering op complexen anders is dan op

de digitaal verstrekte tekening(en) staat aangegeven, dient de aannemer dit te melden bij de directie en na de inspectie op tekeningen (analoog en digitaal) aan te geven.

Op deze tekeningen dient tevens de riool- en put-identificatie en gegevens van deze rioolstreng(en) en inspectieput(ten) vermeld te worden, zoals diameter, materiaal, B.O.B, etc.

CONCEPT

Reinigingskosten zijn voor rekening aannemer.‌

HFD PAR ART	LID
		De tekeningen maken deel uit van de rapportage als bedoeld in deel 2.2 en artikel 25.43.71 van dit bestek.
25 05 72		AANTREFFEN GEVAARLIJKE SITUATIES
	71	Indien de aannemer tijdens het uitvoeren van werkzaamheden gevaarlijke situaties aantreft (bijvoorbeeld kapotte putdeksels) dient de aannemer onmiddellijk maatregelen te treffen ter afwending van het geconstateerde gevaar. De aannemer dient de directie onmiddellijk op de hoogte te stellen.
	72	Indien de aannemer constateert dat zich in het riool gevaarlijke vloeistoffen (bijvoorbeeld olie of benzine) bevinden, dan dient de aannemer dit onmiddellijk aan de directie te melden.
25 05 73		WEERSVERWACHTING
	71	Alvorens werkzaamheden uit te voeren waarvoor een rioolstreng moet worden afgesloten, gereinigd of geinspecteerd, vraagt de aannemer ten minste 24 uur voor het geplande tijdstip van aanvang van de werkzaamheden, een gedetaillleerde regionale weersverwachting op voor de geplande uitvoeringsperiode.
	72	De in lid 71 genoemde weersverwachting moet worden opgevraagd bij het Meteo Consult: xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
	73	De weersverwachting dient te zijn opgedeeld in periodes van zes uur waarbij voor iedere periode de neerslagkans en de te verwachten neerslaghoeveelheid dient te worden opgegeven.
	74	De weersverwachting als bedoeld in lid 71 dient minimaal 12 uur voor aanvang van de werkzaamheden aan de directie per email ter kennis worden gebracht.
	75	Onderhoudsmaatregelen waarbij een rioolstreng afgesloten moet worden mogen niet uitgevoerd worden wanneer de neerslagverwachting groter is dan 2,0 mm.
	76	Tijdens regenval kan de directie bepalen de werkzaamheden te staken en dienen eventuele afsluiters uit de riolering te worden verwijderd, zodat de afvoer van het rioolwater weer gewaarborgd is. De stagnatie wordt dan gerekend als onwerkbare werktijd.
25 06		BOUWSTOFFEN
25 06 01		PVC-ONDERDELEN
	71	Alle aan te brengen PVC-buizen en PVC-hulpstukken dienen van gerecycled PVC te zijn.
25 06 71		PUTRANDEN EN DEKSELS
	71	Putranden ten behoeve van de HWA-riolering moeten zijn voorzien van het opschrift "RW" in de rand.
	72	Putranden ten behoeve van de VWA-riolering moeten zijn voorzien van het opschrift "VW" in de rand.
25 1		AANLEG RIOLERING
25 12		EISEN EN UITVOERING
25 12 04		GEBOUW- EN KOLKAANSLUITINGEN
	71	Bij de opneming van het werk voorafgaande aan de oplevering , als bedoeld in de UAV 2012, moeten kolken, kolkaansluitleidingen en gebouwaansluitingen inwendig schoon zijn.
	72	Voor het beëindigen van de werkdag dienen alle gebouw- en kolkaansluitingen te zijn aangesloten c.q. open geboord op de hoofdriolering.
25 12 71		MANTELBUIZEN
	71	De aslijn van de aan te brengen mantelbuizen voor rioolleidingen en rioolpersleidingen moet in X-, Y- en Z-richting gelijk zijn aan de in te voeren mediumvoerende buis.
	72	Mantelbuizen voor rioolleidingen en rioolpersleidingen moeten aan weerszijde 1,00 m uitsteken buiten de verharding, de kantopsluiting hierbij inbegrepen.
	73	Verbindingen van mantelbuizen, die niet in één lengte gelegd kunnen worden, dienen waterdicht uitgevoerd te

HFD PAR ART	LID
		worden.
25 17		MEET- EN VERREKENMETHODEN
25 17 06		MEETMETHODE TBV DE HOEVEELHEIDSBEPALING
	71	De lengte van rioolstrengen als vermeld in het bestek is gemeten van hart rioolput tot hart rioolput.
	72	Inlaten moeten worden ingemeten ten opzichte van het hart van de rioolputten die aansluiten op de betreffende rioolstreng.
	73	De binnen onderkant buis (B.O.B.) van de te leggen rioolbuizen en de putdekselhoogten zijn aangegeven in meters ten opzichte van N.A.P.
25 2		RIOOLRENOVATIE
25 21		BEGRIPPEN
25 21 01		ALGEMEEN
	71	Rioolreparatie betreft het repareren van kleine(re) schades in rioolstrengen, waarbij kleine delen van een rioolstreng dienen te worden hersteld. Hierbij behoren ook deelliners.
	72	Rioolrenovatie betreft het herstellen van grote schades in rioolstrengen, waarbij een gehele streng dient te worden hersteld.
25 22		EISEN EN UITVOERING
25 22 01		EISEN UITVOERING RIOOLRENOVATIE
	01	RioolrenovaCtiewerkzaamOheden dienenNte worden uitCgevoerd volEgens NEN 7P801," RioolTrenovatie" en de daaraan gekoppelde overige NEN's, NEN-EN's en NEN-ISO's voor rioolrenovaties, alsmede de XXX-X 000-0, XXX-X 000-0 en ATV-DVWK-A 127 voor berekeningen en controles voor renovatiewerkzaamheden.
	71	Tenminste twee weken voordat met de rioolrenovatie werkzaamheden wordt begonnen dient de aannemer een

werkplan in bij de directie en opdrachtgever. Het werkplan wordt voor dit onderdeel van het werk aangemerkt als een gedetailleerd werkplan in de zin van paragraaf 26 lid 6 van de U.A.V. 2012.

In het werkplan wordt minimaal beschreven:

- Welke renovatie methode er wordt toegepast;

- Omschrijving van de werkgangen;

- Inschatting van de duur van de werkgangen;

- Omschrijving van het toe te passen materieel (incl. afmetingen);

- Opstelpunten van het materieel per werkgang;

- Afmetingen van het materieel;

- De te verwachten dagproductie van de diverse onderdelen;

- Protocol van de leverancier m.b.t. de toe te passen renovatiemethode/-materiaal;

- Omschrijving van duur en methode van uitharden van een (deel-)liner.

72 De aannemer dient per werkgang het uitvoeringsprotocol van de lokale kousleverancier gericht op het uitvoeren van het specifieke project aan de directie te overhandigen.

Bij het transporteren, aanbrengen en uitharden van de lokale kous dient rekening te worden gehouden met de plaatselijke omstandigheden zoals warmte- en lichtinvloeden, koude-invloeden zoals bij eventueel aanwezige grondwaterstanden en -stromingen, zinken in het riool en andere factoren die van belang kunnen zijn bij het uithardingproces.

73 De aannemer dient vooraf aan de directie aan te geven welke controlestappen tijdens de uitvoering worden genomen om voor het gehele rioolonderhoud een goed en gecontroleerd uithardingproces volgens de door de leverancier opgegeven protocollen, te bewerkstelligen. Hierbij dient materieel van voldoende capaciteit te worden ingezet en dienen de uitwendige (en ingeval van UV-uitharding ook inwendige) temperatuurmetingen maatgevend te zijn bij het uitvoeren van de uithardingschema's. De tijdens de uitvoering volgens de protocollen van de leverancier verzamelde en geregistreerde gegevens dienen bij oplevering aan de directie te worden overhandigd.

74 De aannemer dient zich te houden aan de richtlijnen zoals deze worden gesteld in de door VROM uitgebrachte publicatie 'Het voorkomen van overlast bij rioolrenovatie met styreenhoudende technieken' van maart 2008. Deze publicatie is te downloaden via de website van de Rijksoverheid (xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx).

HFD PAR ART LID

Eventuele overschrijdingen van de in de publicatie genoemde maximale concentraties, temperatuur en debieten dienen vooraf ter goedkeuring aan de directie en het Waterschap (de beheerder van de RWZI) te worden overlegd. Verwezen wordt naar paragraaf 4.2.6. van de publicatie als ware die eisen in dit bestek opgenomen.

75 De te renoveren rioolgedeelten dienen vooraf middels hoge waterdruk gereinigd te worden. Alle in het profiel aanwezige obstakels (voegmateriaal, wortels, doorgestoken inlaten e.d.) dienen bij met behulp van een robotfrees, waterjet, en/of handmatig te worden verwijderd. Het is niet toegestaan om een ketting- of wielfrees toe te passen. Nadat alle obstakels zijn verwijderd, dient de streng nogmaals onder hoge waterdruk te worden gereinigd waarna een inspectie kan plaatsvinden ter bepaling van het resultaat. De insteekdiepte van de resterende imperfectie in dwarsrichting (met voorvervorming van de kous tot gevolg) mag de maximale waarden overeenkomstig de ATV-M 127-2 niet overschrijden.

Indien dit technisch niet haalbaar is, dient de aannemer dit te melden aan de directie.

76 Tijdens het uitharden dienen de meetgegevens betreffende de uitharding (bv. temperatuur) gemeten te worden met thermokoppels. Deze gegevens dienen vastgelegd te worden en overhandigd te worden aan de directie.

77 Relinen mag alleen als de buitentemperatuur hoger of gelijk aan 5°C is.

25 22 03 EISEN RESULTAAT RIOOLRENOVATIE

71 De onderhoudsmaatregel dient over de gehele omtrek en lengte vlak en strak tegen de te repareren rioolleiding aan te sluiten.

72 Ten gevolge van een uitgevoerde onderhoudsmaatregel mag de diameter van een buis niet meer dan 5% verkleinen.

CONC

EPT

75 De spleetbreedte tussen de lokale kous en de oorspronkelijke buiswand mag maximaal 0,5% van de uitwendige diameter bedragen.

76 De hoogte van eventueel aanwezige inwendige plooien mag in lengterichting maximaal 5% van de uitwendige kousdiameter bedragen. In radiale richting mogen geen plooien groter dan 3% van de uitwendige kousdiameter voorkomen met een maximum van 20 mm in het stroomprofiel.

Bij bochten, hoeken en diameterveranderingen in axiale richting mag de maximale afwijking 10 % van de uitwendige kousdiameter.

Plooien als gevolg van inbolling door grondwaterdruk, soft spots, uitgespoelde hars en/of delaminatie mogen niet voorkomen.

77 De onderhoudsmaatregel dient na oplevering bestand te zijn tegen rioolreiniging onder hoge druk met een waterdruk van 200 bar.

78 De lokale kous met eventuele blijvende coatinglagen dient na uitharding uit één trekvast geheel te bestaan. Delaminatie is niet toegestaan.

80 Te verwijderen obstakels bij rioolrenovatie werkzaamheden dienen zover mogelijk verwijderd te worden, maar tot minimaal 5 mm ten opzichte van de buiswand. Gestreefd moet worden naar klasse 1 van de toestandsaspecten volgens NEN-EN 13508-2.

81 De bekleding dient naadloos tussen twee inspectieputten te worden aangebracht.

82 De voorvervorming van de kous door imperfecties mag de maximale waarde overeenkomstig de ATV-M 127-2 niet overschrijden. Hiervoor dienen vooraf de eventueel aanwezige obstakels in het inwendige profiel van het oorspronkelijke riool te worden verwijderd.

83 De kousrenovatie dient over de gehele omtrek en lengte vlak en strak tegen de oorspronkelijke buiswand te worden aangebracht, waarbij de spleetbreedte tussen de kous en de oorspronkelijke buiswand maximaal 0,5% van de uitwendige diameter mag bedragen. Als uit metingen blijkt dat de ringspleet groter is dan de waarde waarmee de ATV berekeningen zijn uitgevoerd, dan wordt een herberekening uitgevoerd met de werkelijke spleetbreedte.

84 Langsloop van (grond)water tussen de kous en de bestaande buiswand mag niet voorkomen. Bij de strenguiteinden mag geen infiltratie, boomwortelingroei of zandinloop zichtbaar zijn groter dan klasse 1 volgens NEN-EN 13508-2.

85 Blaarvorming en/of loshangende delen zijn niet toegestaan.

86 De afname van bergingscapaciteit van het te relinen riool of deel hiervan mag niet meer bedragen dan 10%.

HFD PAR ART LID

25 22 04 FYSISCHE EIGENSCHAPPEN

71 Het kousrenovatie materiaal dient na oplevering en verwijderen van een eventuele noodzakelijk te verwijderen binnenfolie bestand te zijn tegen rioolreiniging onder hoge druk met een waterdruk van 200 bar. De kous met eventuele blijvende coatinglagen dient na uitharding uit één trekvast geheel te bestaan. Delaminatie is niet toegestaan.

72 De fysische eigenschappen van de kousrenovatie dienen minimaal overeen te komen met de door de fabrikant opgegeven waarden. De levensduur dient uiteindelijk te worden bepaald op basis van proefstukken die in bijzijn van de directie worden uitgenomen.

Als blijkt dat de door laboratoriumonderzoek bepaalde fysieke eigenschappen van de proefstukken slechter zijn dan de uitgangspunten dan wordt verwezen naar de beslisbomen in de bijlagen.

Voor acceptatie na herberekening en eventuele toe te passen kortingen wordt verwezen naar artikel 25.24.01.

25 22 06 FYSIEKE CONTROLE RIOOLRENOVATIE

71 Per inversie dient bij een strenglengte van minder dan 100 strekkende meter aangebrachte relining, één proefstuk te worden genomen door middel van een geleidende ring, manchet of jeanskap in één van de putten. Indien de inversie langer is dan 100 meter word voor elke extra 100 meter een extra proefstuk genomen. De proefstukken dienen in aanwezigheid van de directie uit de relining te worden genomen en meteen aan de directie te worden overgedragen.

72 Per proefstuk dienen vijf monsters te worden beproefd op de fysische eigenschappen en de dikte, waarbij voldaan moet worden aan de volgende eisen:

- Door middel van een driepunts-buigproef volgens norm NEN-EN-ISO 178 dienen de fysische eigenschappen in alle gevallen te worden behaald. (De zogenaamde gedeclareerde waarden)

C

O

NCEPT

- Per monster worden 6 diktemetingen uitgevoerd. De monsters uit het proefstuk dienen door de directie te worden gewaarmerkt direct bij de vervaardiginguit van de relining.

73 De afmetingen van de te nemen proefstukken dienen te zijn:

- bij liners welke uitgehard minder dik zijn dan 20 mm:

• lengte = 350 mm en

• omtrek = 20 keer de uitgeharde dikte in mm.

- bij liners welke uitgehard dikker zijn dan 20 mm:

• lengte = 350 mm en

• omtrek = 12 keer de uitgeharde dikte in mm.

74 De proefstukken mogen alleen in aanwezigheid van de directie worden genomen en wel zo dicht mogelijk bij het inversiepunt, bij voorkeur uit een tussenput.

75 Beproeving geschiedt in een onafhankelijk en door de overheid erkend laboratorium.

76 Voor de E-moduli en de spanningen wordt gerekend met het gemiddelde van alle gemeten E-modulus en buigsterkte waarden.

77 Voor de wanddikte wordt gerekend met het gemiddelde alle gemeten wanddiktes.

78 De beproevingen geschieden conform de beslisbomen eerste en tweede ronde in de bijlagen van dit bestek.

79 Indien na de eerste beproevingsronde niet meteen tot goedkeuring over kan worden gegaan wordt de tweede beproevingsronde in gang gezet.

De kosten voor de tweede beproevingsronde komen voor rekening van de aannemer.

80 Vanuit de uitgevoerde tests worden van alle gemeten waarden de wandstijfheid en momentcapaciteit berekend, zijnde:

- de wanddikte,

- E-modulus en

- buigsterkte.

Daarbij wordt er rekening mee gehouden dat bij glasvezelversterkte kousen de buigsterkte aanvullend wordt begrensd door de rek, conform de DWA-A 143 deel 2.

25 22 07 EISEN AAN DEELREPARATIES

71 Indien ten behoeve van een maatregel er meerdere achtereen dienen te worden aangebracht (maatregel 2DR), dan dienen deze een overlapping van minimaal 0,1 m te hebben. De eerste deelreparatie dient dan stroomafwaarts geplaatst te worden.

HFD PAR ART LID

72 Deelreparaties dienen naadloos en waterdicht aangesloten te zijn op de buiswand, zonder gebruik te maken van zwelrubbers.

73 De vouwen of plooien die tijdens het aanbrengen ontstaan in de aan te brengen materialen voor een deelreparatie, dienen verwijderd te worden. De hoogte van eventueel aanwezige inwendige plooien mag in lengterichting maximaal 10% van de uitwendige kousdiameter bedragen. In radiale richting mogen geen plooien groter dan 3% van de uitwendige kousdiameter voorkomen.

75 Het gewicht aan glasvezel aanwezig per vierkante meter dient per laag minimaal 1000 gram te zijn. Dit dient te worden aangetoond middels een type test van de toegepaste deelliner.

77 Daar waar een lokale kous wordt aangebracht, dienen de wortels tot in de voeg of scheur verwijderd te worden. Daar waar alleen wortels verwijderd worden, mogen na de onderhoudsmaatregel wortels met een maximum 1 cm achterblijven.

25 22 08 AFWERKEN INLATEN EN INSPECTIEPUT-BUIS-LINER AANSLUITINGEN

71 Op de dag van relinen zullen de inlaten zijn afgesloten omdat de nog niet uitgeharde liner deze blokkeert.

72 Bij stoom en UV-kousen zullen de inlaten moeten worden open geboord binnen 24 uur na aanbrengen.

73 Bij water-kousen zullen de inlaten moeten worden open geboord binnen 24 uur nadat gestopt is met het proces van xxxxxx.

74 Het boorgat dient een minimale doorsnede van 75 millimeter te hebben.

CONCE

P

T

75 Het afwerken van de inspectieput-buis-liner aansluitingen dient te gebeuren na volledige afkoeling.

76 Het verder open frezen en afborstelen dient te gebeuren na volledige afkoeling. Bij niet-mantoegankelijke riolen dient dit te gebeuren met een robotcutter die geschikt is voor het werken in het betreffende riool.

Bij mantoegankelijke riolen is het toegestaan de inlaten handmatig open te boren.

De sparing dient exact overeen te komen met de opening van de oorspronkelijke inlaat, dit naar goedkeuring van de directie. Buiten de sparingen die bij de inlaten en de eventueel aanwezige tussenputten worden aangebracht mag de lokale kous niet mechanisch worden beschadigd.

80 De inlaten dienen na het aanbrengen van de lokale kous te worden opengeboord.

Bij niet-mantoegankelijke riolen dient dit te gebeuren met een robotcutter die geschikt is voor het werken in het betreffende riool. Bij mantoegankelijke riolen is het toegestaan de inlaten handmatig open te boren.

De sparing dient exact overeen te komen met de opening van de oorspronkelijke inlaat, dit naar goedkeuring van de directie. Buiten de sparingen die bij de inlaten en de eventueel aanwezige tussenputten worden aangebracht mag de lokale kous niet mechanisch worden beschadigd.

25 23 INFORMATIE-OVERDRACHT

25 23 03 EISEN LEVENSDUUR

71 Een liner dient een minimale theoretische levensduur te hebben van 50 jaar. Het ontwerp en de controle zijn daarop gebaseerd. De liner c.q. het laminaat moet homogeen van samenstelling en vrij van (in- of externe) scheurvorming zijn. De samenstelling van het laminaat dient overeen te komen met die waarbij de 10.000 uur beproeving is uitgevoerd. Bij geconstateerde scheurvorming en/of afwijking van de samenstelling dient een kruiptest te worden uitgevoerd.

72 De aannemer dient ter controle een overzicht van materiaalkeuze en wanddikte aan de directie te overleggen.

25 23 71 VRIJKOMEND STYREEN

71 De aannemer dient twee weken voor aanvang van de reliningswerkzaamheden de volgende gegevens te overleggen aan de directie:

- hoeveelheid eventueel vrijkomend afvalwater;

- de te verwachten concentratie styreen ug/l (minder dan 1mg/l);

- de eventueel toe te passen zuiveringstechnische voorziening;

- geplande tijdstip xxx xxxxxx;

- procesbeschrijving (aangeven of er ook gebufferd wordt).

72 Van toepassing is de VROM publicatie "Rioolrenovatie met kousmethoden" van maart 2008.