ALGEMENE VERVOERSVOORWAARDEN VAN WATERBUS
ALGEMENE VERVOERSVOORWAARDEN VAN WATERBUS
BLUE AMIGO
INHOUDSOPGAVE
1 BEGRIPSOMSCHRIJVING 3
2 VERPLICHTINGEN VERVOERDER 4
3 DIENSTREGELING 4
4 TARIEVEN 4
5 AANKOOP EN BETALINGEN 5
6 TERUGBETALING 5
7 GELDIGHEID EN INTREKKING VAN HET VERVOERBEWIJS 6
8 HANDBAGAGE 6
9 DIEREN EN FIETSEN 7
10 VERPLICHTING REIZIGER 7
11 VERDERE VERBODSBEPALINGEN VOOR DE REIZIGER 9
12 AANSPRAKELIJKHEID VERVOERDER 9
13 AANSPRAKELIJKHEID PERSONEEL 10
14 GEVONDEN VOORWERPEN 10
15 VERJARING 10
16 NIETIGHEID 11
17 BEVOEGDE RECHTER 11
18 TOEPASSELIJK RECHT 11
Deze Algemene Vervoervoorwaarden zijn van toepassing bij het gebruik van de Waterbus van Blue Amigo. Door gebruik te maken van de vervoerdiensten van Blue Amigo erkent de reiziger kennis te hebben genomen van de Algemene Voorwaarden (die beschikbaar zijn op de
website: xxx.xxxxxxxx.xx en op de erkende verkoop locaties) en aanvaardt zij deze na te leven.
De Algemene vervoersvoorwaarden kunnen op elk ogenblik aangepast worden. De Algemene vervoersvoorwaarden die van kracht waren bij aankoop van het vervoerbewijs blijven gelden voor de duurtijd van het vervoerbewijs.
1 BEGRIPSOMSCHRIJVING
Dienstregeling:
voor een ieder kenbaar schema van reismogelijkheden; raadpleegbaar bij elke halte en op de website xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx
Halte:
een plaats waar een vervoermiddel zo nodig aanmeert om reizigers op te nemen of te laten uitstappen en die als zodanig is aangeduid, alsmede de daarbij behorende wachtgelegenheid;
Handbagage:
bagage die een reiziger als gemakkelijk mee te voeren, draagbaar dan wel verrijdbaar bij zich heeft, daaronder begrepen levende dieren, (vouw-) fietsen, kinderwagens, alsmede voorwerpen die door de vervoerder als handbagage worden toegelaten;
Personeelslid:
het personeelslid in dienst van de vervoerder met inbegrip van het personeelslid, dat niet in dienst van de vervoerder dienst doet op een vervoermiddel van de vervoerder of op een vervoermiddel dat aan de vervoerder ter beschikking is gesteld;
Reiziger:
de persoon ten aanzien van wie de vervoerder zich verbindt deze te vervoeren, dan wel de persoon die door zijn aanwezigheid bij de halte te kennen geeft vervoerd te willen worden;
Tarieven:
de tarieven zoals deze beschikbaar zijn op xxxxx://xxx.xxxxxxxx.xx en beschikbaar zijn op de erkende verkoop locaties;
Vervoerbewijs:
Een traditioneel papieren ticket, abonnementskaart, ov chipkaart of de elektronische toegangskaart (e-ticket).
Vervoerder: Onder waterbus verstaan wij hier de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Blue Amigo Waterborne Public Transport Netherlands BV.
Vervoermiddel:
Binnenvaartuig en of enig ander vervangend vervoermiddel.
2 VERPLICHTINGEN VERVOERDER
1. De vervoerder verbindt zich om de reiziger, volgens de dienstregeling en conform deze Algemene vervoersvoorwaarden veilig te vervoeren, alsmede de door hem meegevoerde handbagage.
2. De vervoerder is gerechtigd de reiziger die zich niet aan de wettelijke bepalingen met betrekking tot het vervoer, dan wel aan de bepalingen van deze Algemene vervoersvoorwaarden houdt, de toegang tot het vervoermiddel te ontzeggen, dan wel hem uit het vervoermiddel te (doen) verwijderen, indien in redelijkheid van de vervoerder niet kan worden gevergd dat hij die reiziger vervoert.
3. De vervoerder is verplicht zorgvuldig om te gaan met de persoonlijke gegevens, verkregen in verband met uitgifte van op naam gestelde vervoerbewijzen, conform de aanwijzingen van de toepasselijke privacywetgeving.
3 DIENSTREGELING
1. Het vervoer geschiedt volgens de door de vervoerder openbaar gemaakte dienstregeling. De vervoerder is evenwel gerechtigd om gegronde redenen (bv. ingevolge beslissingen van overheden, wijziging, wetgeving, operationele vereisten die verband houden met bedrijfsmiddelen, vervoermiddelen, weersomstandigheden, technische mankementen aan haltes en/of vaartuigen die de uitvoering van de dienst verhinderen etc) de dienstregeling aan te passen, andere tijdstippen en/of volgens een alternatieve route te varen en/of alternatieve vervoermiddelen in te zetten.
2. De vervoerder kan, in geval van overmacht, het vervoer geheel of gedeeltelijk schorsen of staken. De vervoerder stelt de reiziger zo spoedig mogelijk in kennis van het staken en indien mogelijk van de redenen, de te nemen maatregelen en de mogelijke duur.
3. In de dienstregeling worden tenminste vermeld:
a. de dagen waarop de vaarten plaatsvinden;
b. de vertrektijden, de passeertijden en de intervallen van de passeertijden. Deze zijn bij benadering aangegeven.
4. De vertrektijden van de vervoermiddelen vanaf het beginpunt worden bepaald naar de dienstklokken van de vervoerder of, bij gebreke daarvan, naar de uurwerken van het personeel.
4 TARIEVEN
Het vervoer geschiedt op basis van de Tarieven.
2. Geen vervoerprijs is verschuldigd voor;
a. kinderen jonger dan vier jaar;
b. één persoon van ten minste twaalf jaar oud die een reiziger begeleidt die in het bezit is van een kosteloze Begeleiderskaart;
c. één hond die een gehandicapte reiziger begeleidt indien deze hond een als zodanig herkenbare blindengeleidehond, signaalhond of hulphond (in opleiding) is.
Op grond van objectief bepaalde criteria (leeftijd, validiteit, etc.) kunnen gereduceerde tarieven gelden
3. De reiziger dient bij aankoop van een vervoerbewijs zelf aan te geven indien hij op grond van bepaalde criteria in aanmerking komt voor een specifiek tarief. Na aankoop van een vervoerbewijs kan de reiziger geen specifiek tarief meer doen gelden
4. De reiziger dient aan te tonen aan de hand van officiële legitimatiebewijzen dat zij in aanmerking komen voor een gratis vervoerbewijs of vervoerbewijs tegen een specifiek tarief.
5 AANKOOP EN BETALINGEN
1. Tenzij vrijgesteld conform artikel 4.2. dient de reiziger een geldig vervoerbewijs aan te kopen via één van de erkende verkoop punten . Het verhandelen van vervoerbewijzen door personen die hiervoor geen uitdrukkelijke toestemming hebben is verboden.
2. Tenzij in de tarieven anders is bepaald, geschiedt betaling van het vervoerbewijs aan de vervoerder of aan het personeel, dan wel op een andere door de vervoerder toegelaten wijze van betalen.
3. De betaling van het vervoerbewijs in het vervoermiddel dient met pin betaald te worden.
4. Indien de vervoerder ter zake van de inning van de vervoerprijs en de eventueel verschuldigde verhoging als genoemd in artikel 10 lid
2 (buiten)gerechtelijke kosten moet maken, zijn deze voor rekening van de reizigeR
6 TERUGBETALING
1. Indien van een vervoerbewijs waarop de geldigheidsperiode is aangegeven geen of slechts gedeeltelijk gebruik is gemaakt, kan de reiziger onder overlegging van dit vervoerbewijs verzoeken om gehele of gedeeltelijke terugbetaling van de vervoerprijs of om ontheffing van de eventueel resterende betalingsverplichting. Zowel het maandabonnement als jaarabonnement dient alsdan, bij voorkeur, aangetekend te worden terug gezonden naar het adres van de vervoerder. Voor abonnementen is dit Qbuzz.
2. Terugbetaling van de vervoerprijs dan wel ontheffing van de betalingsverplichting vindt slechts plaats:
a. indien van het vervoerbewijs geen gebruik wordt gemaakt en de reiziger het verzoek om terugbetaling of om ontheffing van de betalingsverplichting indient vóór het tijdstip waarop de geldigheid aanvangt of
b. indien van een vervoerbewijs met een geldigheid van tenminste een week slechts voor een gedeelte van de termijn
van geldigheid gebruik wordt gemaakt. In dat geval kan de terugbetaling slechts betrekking hebben op de termijn waarvoor het vervoerbewijs na overlegging nog geldig is.
c. Indien, in geval een duplicaat vervoerbewijs is afgegeven, dit duplicaat vervoerbewijs tezamen met het origineel vervoerbewijs wordt overlegd.
3. Degene die beslist over terugbetaling van de vervoerprijs of tot ontheffing van de betalingsverplichting bevoegd is, mag voor de behandeling van een dergelijk verzoek administratiekosten in rekening brengen van 5% van de vervoersprijs, tenzij het verzoek tot terugbetaling te wijten is aan een éénzijdige wijziging van de dienstregeling.
4. Verloren of gestolen vervoerbewijzen worden nooit omgewisseld of terugbetaald.
7 GELDIGHEID EN INTREKKING VAN HET VERVOERBEWIJS
1. Tegen afgifte van een ontvangstbewijs kan de vervoerder een vervoerbewijs van de reiziger intrekken en de reiziger uit het vervoermiddel verwijderen, dan wel doen verwijderen indien:
a. de reiziger een wettelijk dan wel een contractuele bepaling betreffende het vervoer overtreedt dan wel niet nakomt en in redelijkheid van de vervoerder niet verlangd kan worden de reiziger verder te vervoeren;
b. de reiziger zich bedient van een niet geldig vervoerbewijs dan wel het vervoerbewijs misbruikt of de controle van zijn vervoerbewijs belemmert of verhindert;
c. niet is voldaan aan de voorwaarden voor het verkrijgen of betalen van het vervoerbewijs.
2. Een vervoerbewijs is in elk geval niet geldig indien:
a. zulks uit de dag aanduiding volgt;
b. dit onbevoegd is gewijzigd;
c. dit bewerkt of verminkt is;
d. dit niet dan wel onvoldoende leesbaar (meer) is;
e. of de zich onder een beschermlaag bevindende pasfoto eenvoudig bereikbaar is geworden.
3. In geval van intrekking of verwijdering heeft de reiziger geen recht op enige vergoeding, ook niet voor de tijd dat de reiziger niet kon beschikken over zijn vervoerbewijs.
4. Indien een op naam gesteld vervoerbewijs is ingetrokken dat niet geldig was dan wel misbruikt was, of indien de reiziger de controle verhinderde of belemmerde, heeft de reiziger geen recht op afgifte van een nieuw op naam gesteld vervoerbewijs.
5. Indien de betrokken reiziger kan aantonen, dat het feit dat tot de intrekking c.q. verwijdering heeft geleid, niet aan hem kan worden toegerekend, vinden de leden 3 en 4 van dit artikel geen toepassing.
8 HANDBAGAGE
1. Het is de reiziger verboden voorwerpen of stoffen aan boord te brengen die gevaar, verontreiniging of hinder voor een ander kunnen veroorzaken. De vervoerder mag indien daarvoor aanleiding bestaan naar diens oordeel een controle (laten) doen. De vervoerder kan de reiziger de toegang tot het vervoermiddel weigeren dan wel hem noodzaken het vervoermiddel te verlaten, indien naar zijn oordeel handbagage van de reiziger gevaar, verontreiniging of hinder voor een ander kan veroorzaken dan wel dat de reiziger zich verzet tegen een controle.
2. Vervoer van handbagage geschiedt op de daarvoor aangewezen plaats, doch alleen voor zover er naar het oordeel van het personeel voldoende plaatsruimte is. De reiziger zorgt zelf voor het in- en uitladen.
3. De reiziger is verplicht de handbagage die hij in het vervoermiddel meevoert zelf te bewaken. De reiziger is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door zijn handbagage die hij in het vervoermiddel meeneemt; tenzij bewezen wordt dat de schade door de schuld van de vervoerder werd veroorzaakt.
4. Handbagage mag slechts zodanig worden geplaatst dat deze de nooduitgangen niet verspert, het in- en uitstappen van reizigers of personeel niet belemmert en hen ook overigens niet hindert. Evenmin mag handbagage op een halte of in het vervoermiddel een zitplaats innemen voor zover een reiziger daarop aanspraak maakt.
9 DIEREN EN FIETSEN
1. Levende dieren mogen, behoudens hetgeen in de volgende leden van dit artikel is bepaald, in gemakkelijk draagbare mand, tas of een dergelijk voorwerp die kunnen worden neergezet of op schoot gehouden, worden meegevoerd. Honden mogen evenwel ook op andere wijze worden meegevoerd, mits kort aangelijnd. Indien het dier een plaats inneemt, is de eigenaar van het dier het geldende tarief verschuldigd.
2. De in het eerste lid bedoelde dieren mogen niet worden meegenomen, indien deze op enigerlei wijze voor de reiziger of voor het personeel lastig of hinderlijk kunnen zijn of lijden aan een besmettelijke ziekte.
3. Het personeel beoordeelt of een dier in aanmerking komt voor vervoer overeenkomstig het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel.
4. Fietsen kunnen alleen worden meegevoerd, indien de vervoerder hiervoor uitdrukkelijk toestemming heeft verleend.
5. Indien de vervoerder in de tarieven aangeeft dat voor het vervoer van dieren alsook fietsen een tarief is verschuldigd, dient de reiziger voor het dier en de fiets een geldig vervoerbewijs te kunnen tonen.
10 VERPLICHTING REIZIGER
1. De reiziger moet ter plekke beschikken over een geldig vervoerbewijs, tenzij hij recht heeft op kosteloos vervoer. De reiziger dient de vervoerprijs vóór of bij aanvang van de vaart te
voldoen. Tijdens de vaart dient hij, op eerste verzoek, te kunnen aantonen over een geldig vervoerbewijs te beschikken.
2. De reiziger die het vervoerbewijs, waarvan hij of zij moet zijn voorzien, desgevraagd ter controle op eerste vordering niet toont of overhandigt of een onbevoegd gewijzigd of anderszins bewerkt
3. De reiziger moet ter plekke beschikken over een geldig vervoerbewijs, tenzij hij recht heeft op kosteloos vervoer. De reiziger dient de vervoerprijs vóór of bij aanvang van de vaart te voldoen. Tijdens de vaart dient hij, op eerste verzoek, te kunnen aantonen over een geldig vervoerbewijs te beschikken.
4. De reiziger die het vervoerbewijs, waarvan hij of zij moet zijn voorzien, desgevraagd ter controle op eerste vordering niet toont of overhandigt of een onbevoegd gewijzigd of anderszins bewerkt vervoerbewijs gebruikt, een vervoerbewijs misbruikt of de controle van vervoerbewijzen belemmert of verhindert, is naast de verschuldigde vervoerprijs een verhoging verschuldigd gelijk aan maximaal 100% van de normale vervoerprijs.
5. De reiziger is verplicht zich op eerste vordering te identificeren met een der wettelijk erkende identificatiebewijzen, na constatering van het niet in acht nemen van de verplichting van lid 2 van dit artikel.
6. De reiziger is verplicht de aanwijzingen op te volgen die door de vervoerder of het personeel worden gegeven tot handhaving van de bepalingen van deze Algemene Voorwaarden of in het belang van orde, rust, veiligheid of een goede bedrijfsgang in de wachtgelegenheden, op de haltes en in de vervoermiddelen.
7. De reiziger dient toe te zien op zijn eigen veiligheid en dient zich te gedragen als een normaal voorzichtig en zorgvuldig persoon.
8. De reiziger is verplicht gedurende de vaart één van de voor reizigers bestemde zit- of staanplaatsen in te nemen.
9. De reiziger die enig onderdeel van een wachtgelegenheid, vervoermiddel, van tot haltes behorende werken en inrichtingen of overige eigendommen van of in gebruik bij de vervoerder verontreinigt, beschadigt of ontvreemdt of wiens handbagage dergelijke schade toebrengt, moet de daardoor veroorzaakte schade aan de vervoerder vergoeden. Geen schadevergoeding wordt verlangd, indien de schade is veroorzaakt door een omstandigheid die een zorgvuldig reiziger niet heeft kunnen vermijden en voor zover die reiziger de gevolgen daarvan niet heeft kunnen verhinderen.
10. Xxxxx een kind dat jonger is dan twaalf jaar begeleid door een persoon van achttien jaar of ouder, dan is deze begeleider verplicht ervoor zorg te dragen dat dit kind niet handelt in strijd met deze Algemene Voorwaarden. Kinderen onder de twaalf jaar mogen reizen met de waterbus mits zij zelfstandig kunnen reizen. Onze stewards bieden geen persoonlijke begeleiding aan deze kinderen.
11 VERDERE VERBODSBEPALINGEN VOOR DE REIZIGER
1. Het is de reiziger onder meer verboden:
a. het personeel op enigerlei wijze te hinderen in de uitoefening van zijn taak;
b. foto- en/of film- of geluidsopnamen te maken en/of te publiceren van personeel in de uitoefening van zijn taak, tenzij het personeel hiervoor toestemming verleent;
c. een vervoermiddel zonder noodzaak in te gaan of te verlaten anders dan met gebruikmaking van een daarvoor bestemde in- of uitgang en/of op een daarvoor bestemde halte;
x. xxxxxx of overlast te veroorzaken voor reizigers en/of personeel;
e. in een vervoermiddel te roken of zich daarin te bevinden met een brandende pijp, sigaar of sigaret/e-sigaret;
f. gebruik te maken van een noodvoorziening of deze in werking te stellen, behalve in geval van direct gevaar of gegrond vermoeden van gevaar voor het ververmiddel of voor personen in het vervoermiddel.
2. Het is de reiziger verboden zich, zonder in het bezit te zijn van een geldig vervoerbewijs, te bevinden op wachtgelegenheden, indien uitdrukkelijk is aangegeven dat toegang zonder een geldig vervoerbewijs niet is toegestaan.
3. Het is de reiziger verboden wachtgelegenheden, vervoermiddelen, tot haltes behorende werken en inrichtingen of overige eigendommen van of in gebruik bij de vervoerder te beschadigen, te verontreinigen dan wel zaken daaruit te ontvreemden.
12 AANSPRAKELIJKHEID VERVOERDER
1. Blue Amigo aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade aan personen en/of goederen en/of dieren met uitzondering van het bepaalde in artikel 8:105 en 8:106 van het Burgerlijk Wetboek. Indien de reiziger zich niet houdt aan de aanwijzingen van het personeel van Blue Amigo met betrekking tot het stallen van fietsen, brom- of snorfietsen op de veerpont, wordt er geacht geen sprake te zijn van een omstandigheid als bedoeld in artikel 8:106 lid 1 sub b. van het Burgerlijk Wetboek.
2. Blue Amigo aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor diefstal van welke aard dan ook.
3. Blue Amigo aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele drukfouten in folders, brochures, websites en dergelijke.
4. Vertrektijden zijn bij benadering vastgesteld i.v.m. overig scheepvaartverkeer, weersomstandigheden, passagiersaanbod en evt. calamiteiten.
5. Blue Amigo is ingevolge van artikel 8:108 van het Burgerlijk Wetboek niet aansprakelijk voor schade die is veroorzaakt door vertraging, door welke oorzaak dan ook vóór, tijdens of na het vervoer opgetreden, dan wel is veroorzaakt door welke afwijking van de dienstregeling dan ook.
6. Voor zover de reiziger niet de contractuele wederpartij van de vervoerder is, is de contractuele wederpartij gehouden de schade
te vergoeden, die de vervoerder lijdt doordat de reiziger de op grond van deze voorwaarden en de wet op hem rustende verplichtingen niet is nagekomen.
13 AANSPRAKELIJKHEID PERSONEEL
1. De vervoerder is als werkgever van haar personeel aansprakelijk voor de uitvoering van hun verplichtingen. Wanneer het personeel van de vervoerder op vraag van de reiziger diensten verstrekken die niet ten laste zijn van de vervoerder worden ze beschouwd voor rekening van de reiziger te handelen.
2. In het geval de kapitein, het personeel en van de vervoerder aansprakelijk kunnen worden gesteld voor schade die door een reiziger bij het vervoer is geleden, kunnen ook zij zich beroepen op de beperkingen van de aansprakelijkheid zoals deze voor de vervoerder gelden.
14 GEVONDEN VOORWERPEN
1. De reiziger is verplicht zo spoedig mogelijk bij de vervoerder mededeling te doen van een door hem gevonden voorwerp of geldsom. De vervoerder is bevoegd tegen afgifte van bewijs een aldus gevonden voorwerp of geldsom in bewaring aan te nemen. Indien de vinder het gevonden voorwerp of de geldsom onder zich houdt, is hij verplicht al datgene te doen wat redelijkerwijs van hem kan worden gevergd om de eigenaar of verliezer te vinden.
2. De vervoerder is bevoegd een door zijn personeel gevonden of door een ander gevonden en aan hem afgegeven voorwerp na één maand of, indien het voorwerp niet voor bewaring geschikt is, eerder te verkopen, voor zover het niet kostbare zaken betreft.
3. De vervoerder is verplicht een gevonden voorwerp, de opbrengst van een ingevolge het tweede lid verkocht voorwerp of het bedrag van een gevonden geldsom aan de rechthebbende af te geven, indien deze zich binnen drie jaren na afgifte aanmeldt. Indien de rechthebbende de opbrengst van de verkoop van een gevonden voorwerp opeist, mag de vervoerder het verschuldigde bewaarloon en de administratiekosten met die opbrengst verrekenen.
4. De vervoerder kan voor de behandeling van een verzoek met betrekking tot een verloren voorwerp of geldsom administratiekosten in rekening brengen.
15 VERJARING
1. De rechtsvorderingen ontstaan uit de overeenkomst van vervoer, met uitzondering van die welke volgen uit een strafbaar feit, verjaren door verloop van één jaar. De verjaring loopt van de dag waarop het feit dat tot de rechtsvordering aanleiding geeft, zich heeft voorgedaan.
2. Regresvorderingen moeten, op straffe van verval, worden ingesteld binnen de termijn van een maand, te rekenen van de dagvaarding die tot het regres aanleiding geeft.
16 NIETIGHEID
1. De nietigheid van een artikel, clausule, beding en/of bepaling tast de rechtsgeldigheid van de overige artikel, clausules, bedingen en/of bepalingen niet aan.
17 BEVOEGDE RECHTER
1. De rechtbank Rotterdam is bevoegd om van de geschillen tussen partijen over de vervoersovereenkomst kennis te nemen
18 TOEPASSELIJK RECHT
1. Op de vervoerovereenkomst is het Nederlands recht van toepassing.