Pensioenreglement FlexxPensioen - Beleggen
Pensioenreglement FlexxPensioen - Beleggen
ten behoeve van de werknemers van
Werkgever
Premieovereenkomst
Inhoudsopgave:
Artikel | 1: | Definities |
Artikel | 2: | Aanvang en einde van het deelnemerschap |
Artikel | 3: | Premie |
Artikel | 4: | Aanwending van de premie |
Artikel | 5: | Hoogte van de pensioenen |
Artikel | 6: | Overschrijding van de fiscale maximum grenzen |
Artikel | 7: | Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid |
Artikel | 8: | Uitkering van de pensioenen |
Artikel | 9: | Inbreng van elders opgebouwde pensioenaanspraken |
Artikel | 10: | Beëindiging van het deelnemerschap vóór pensioendatum |
Artikel | 11: | Bepalingen in geval van scheiding |
Artikel | 12: | Betalingsvoorbehoud en aanpassing van de pensioenregeling |
Artikel | 13: | Flexibiliseringsmogelijkheden |
Artikel | 14: | Financiering van de regeling |
Artikel | 15: | Emigratie |
Artikel | 16: | Informatieverplichting |
Artikel | 17: | Informatieverstrekking |
Artikel | 18: | Afkoop |
Artikel | 19: | Premieachterstand |
Artikel | 20: | Dekking en voorwaarden verzekering |
Artikel | 21: | Klachten over de uitvoering van de pensioenregeling |
Artikel | 22: | Slotbepalingen |
Artikel 1: Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
Beleggingshorizon: De periode tot de oorspronkelijke pensioendatum.
Bijspaarfranchise: 0/7 x de per 1 januari van het betreffende jaar geldende bruto jaarlijkse uitkering voor een gehuwd persoon, als omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en zesde lid, onderdeel b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantietoeslag.
Als de werknemer in deeltijd werkt, wordt de franchise vermenigvuldigd met de deeltijdfactor in het betreffende jaar.
Bijspaargrondslag: Het jaarsalaris van de werknemer verminderd met de bijspaarfranchise.
Deelnemer: De werknemer die overeenkomstig het in dit reglement bepaalde in de pensioenregeling, die in dit reglement is vastgelegd, is opgenomen.
Deelnemersjaren: Het aantal jaren en maanden naar beneden afgerond, gelegen tussen de datum waarop de werkgever en de werknemer een pensioenovereenkomst hebben gesloten en de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Deeltijdfactor: Het verhoudingsgetal dat wordt bepaald door in het desbetreffende kalenderjaar de werktijd van de deelnemer die in deeltijd werkt te delen door de werktijd van een deelnemer met een voltijd arbeidsovereenkomst.
Franchise: 10/7 x de per 1 januari van het betreffende jaar geldende bruto uitkering voor een gehuwd persoon, als omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en zesde lid, onderdeel b van de Algemene Ouderdomswet, vermeerderd met de vakantietoeslag.
Als de werknemer in deeltijd werkt, wordt de franchise vermenigvuldigd met de deeltijdfactor in het betreffende jaar.
Gewezen werknemer: De deelnemer wiens deelnemerschap is beëindigd overeenkomstig artikel 2, derde lid, onderdeel c van dit reglement.
Gewezen partner: De partner van de (gewezen) deelnemer met wie het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding tijdens of na beëindiging van de arbeidsovereenkomst is geëindigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 11 en die op grond van dat artikel aanspraken op pensioen heeft behouden.
Jaarsalaris: Het vaste, jaarlijkse loon van de deelnemer op de dag van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op 1 januari van het betreffende jaar, vermeerderd met variabele loonbestanddelen als bedoeld in artikel 10b van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 die zijn genoten in het voorafgaande jaar.
Indien bij arbeidsongeschiktheid van de deelnemer de loondoorbetaling in het eerste en/of tweede jaar van arbeidsongeschiktheid wordt verlaagd, wordt deze verlaging voor de vaststelling van het jaarsalaris buiten beschouwing gelaten.
Kind: Degene met wie de deelnemer vóór de pensioendatum familierechtelijke betrekkingen heeft volgens Boek 1, titel 11, van het Burgerlijk Wetboek, en het stief- of pleegkind dat vóór de pensioendatum als eigen kind door de deelnemer wordt onderhouden en opgevoed één en ander indien het de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt.
Partner: De persoon waarmee de deelnemer:
x. xxxxxx is, of
b. een wettelijk geregistreerd partnerschap heeft, of
c. blijkens een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst een gezamenlijke huishouding voert en waarmee geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat, of
d. ten minste een half jaar een gezamenlijke huishouding voert en gedurende die tijd op hetzelfde woonadres staat ingeschreven volgens de basisadministratie persoonsgegevens en waarmee geen bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat.
De deelnemer kan slechts één partner hebben.
Pensioendatum: De eerste dag van de maand waarin de (gewezen) deelnemer de 65-jarige leeftijd bereikt of de door de (gewezen) deelnemer gekozen uitgestelde pensioendatum overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 13 van dit reglement.
Pensioengevend loon: 12 x het maandsalaris op de dag van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens per 1 januari van de daarop volgende kalenderjaren vermeerderd met vakantiegeld.
Indien bij arbeidsongeschiktheid van de werknemer de loondoorbetaling in het eerste en/of tweede jaar van arbeidsongeschiktheid wordt verlaagd, wordt deze verlaging voor de vaststelling van het pensioengevend loon buiten beschouwing gelaten.
Premiegrondslag: Premiegrondslag t.b.v. Ouderdoms-, Partner- en Wezenpensioen:
Het pensioengevend loon van de deelnemer verminderd met de franchise.
Startbrief: De basisinformatie over de pensioenregeling die de deelnemer van de verzekeraar ontvangt nadat hij is opgenomen in de pensioenregeling.
Verzekeraar: De Goudse Levensverzekeringen N.V., gevestigd te Gouda. Werkgever: Werkgever, gevestigd te GOUDA
Werknemer: Xxxxxx die met de werkgever een arbeidsovereenkomst is aangegaan, met uitzondering van de directeur-grootaandeelhouder als omschreven in de Pensioenwet en met uitzondering van vakantiewerkers.
Artikel 2: Aanvang en einde van het deelnemerschap
1. Het deelnemerschap in de pensioenregeling vangt aan op de datum waarop de arbeidsovereenkomst, die de werknemer met de werkgever is aangegaan, ingaat.
2. Uiterlijk drie maanden na opneming in de pensioenregeling, verstrekt de verzekeraar de deelnemer een startbrief, een exemplaar van het geldende pensioenreglement en een kopie van de pensioenpolis.
De startbrief, het geldende pensioenreglement en de pensioenpolis worden door de verzekeraar echter pas afgegeven, nadat deze een volledig ingevuld en door de werkgever en de werknemer ondertekend aanvraagformulier heeft ontvangen.
3. Het deelnemerschap eindigt:
a. op de pensioendatum of uitgestelde pensioendatum;
b. bij overlijden van de deelnemer vóór de pensioendatum of vóór de uitgestelde pensioendatum;
c. bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst met de werkgever vóór de pensioendatum of vóór de uitgestelde pensioendatum anders dan door overlijden.
4. Onverminderd het bepaalde in dit artikel verwerft een deelnemer eerst aanspraken jegens de verzekeraar, dan wel worden zijn aanspraken verhoogd, vanaf het moment van zijn aanmelding, dan wel het moment waarop de verzekeraar op de hoogte was van de verhoging van zijn aanspraken. Indien het deelnemerschap aanvangt of de aanspraken worden toegekend met terugwerkende kracht ten opzichte van dit tijdstip, laat dit onverlet dat bij premievrijmaking, als bedoeld in artikel 19, wordt uitgegaan van de gegevens die bij de verzekeraar bekend waren per de eerdere datum waarop de premievrijmaking plaatsvindt, dan wel waarnaar zij terugwerkt.
Artikel 3: Beschikbare Premie
De werkgever en de deelnemer zijn onderstaande premie overeengekomen. De premie dient te worden aangewend voor de financiering van de in artikel 4 genoemde pensioensoorten en premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid.
De premie wordt belegd overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van het reglement. Het beleggingsrisico is voor rekening van de deelnemer. Voor zover een deelnemersjaar niet samenvalt met het kalenderjaar wordt de premie pro rata ter beschikking gesteld. Gedurende perioden van levensloopverlof wordt het ter beschikking stellen van de premie niet voortgezet.
Xxxxxx Xxxxxxxxx-, Partner- en Wezenpensioen:
De hoogte van de jaarlijkse premie wordt volgens onderstaande leeftijdsafhankelijke staffel als een percentage van de premiegrondslag vastgesteld.
Leeftijdsklasse Percentage van de pensioengrondslag
15 t/m 19 | 4,60% |
20 t/m 24 | 5,30% |
25 t/m 29 | 6,40% |
30 t/m 34 | 7,70% |
35 t/m 39 | 9,30% |
40 t/m 44 | 11,30% |
45 t/m 49 | 13,60% |
50 t/m 54 | 16,50% |
55 t/m 59 | 20,00% |
60 t/m 64 | 24,30% |
Voor de bepaling van de leeftijdsklasse waarin de deelnemer valt, wordt uitgegaan van de leeftijd van de deelnemer op de dag van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op 1 januari van elk jaar.
De premie bedraagt ten minste de door de verzekeraar vastgestelde of vast te stellen minimumpremie.
Een verhoging van de premie in enig jaar als gevolg van een stijging van het pensioengevend loon wordt slechts in aanmerking genomen tot de begrenzingen als vermeld in het Polisaanhangsel Recht van Optie, dat op de verzekeringsovereenkomst van toepassing is.
De premie wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van dit reglement aan de verzekeraar voldaan.
Artikel 4: Aanwending van de beschikbare premie
1. De werkgever verplicht zich de premie als genoemd in artikel 3 van deze pensioenbrief, aan te wenden ter financiering van pensioen. Dit pensioen wordt verzekerd in de vorm van een premieovereenkomst bij de verzekeraar, een en ander als in de Pensioenwet bedoeld. Een deel van de premie wordt door de verzekeraar belegd.
2. De verzekeraar heeft drie beleggingsmixen samengesteld. Deze beleggingsmixen hebben een offensief, neutraal en defensief karakter. Het is niet mogelijk op een andere wijze dan voorgeschreven in een van deze beleggingsmixen te beleggen. De beleggingsmixen zijn als bijlage bij dit pensioenreglement opgenomen.
3. Indien de werknemer dit wenst, kan hij een van de twee overige beleggingsmixen van de verzekeraar kiezen met een offensief, neutraal dan wel defensief karakter.
4. De werknemer kan de verzekeraar verzoeken de beleggingsmix te wijzigen. Wijzigen van beleggingsmix kan maximaal een keer per kalenderjaar.
5. Alle beleggingsmixen van de verzekeraar gaan uit van minder risicovol beleggen naarmate de pensioendatum nadert. De verzekeraar zal daartoe zo nodig de beleggingen aanpassen.
Ouderdoms-, Partner- en Wezenpensioen
De in artikel 3 van dit reglement genoemde premie, wordt aangewend voor de volgende pensioensoorten:
Ouderdomspensioen
Een voorziening betreffende een Ouderdomspensioen ten behoeve van de pensioengerechtigde (gewezen) deelnemer, dat ingaat op de pensioendatum of uitgestelde pensioendatum en dat daarna wordt uitgekeerd zolang de pensioengerechtigde (gewezen) deelnemer leeft.
Partnerpensioen ingaande op of na de pensioendatum
Een voorziening betreffende een Partnerpensioen ten behoeve van de (gewezen) partner van de (gewezen) deelnemer, dat ingaat bij overlijden van de (gewezen) deelnemer op of na de pensioendatum en dat daarna wordt uitgekeerd zolang bedoelde partner leeft.
Partnerpensioen ingaande voor de pensioendatum
Een voorziening betreffende een Partnerpensioen ten behoeve van de (gewezen) partner van de (gewezen) deelnemer, dat ingaat direct bij overlijden van de (gewezen) deelnemer en dat daarna wordt uitgekeerd zolang de bedoelde partner leeft.
Indien de deelnemer geen Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum (meer) wenst, dient dat uitdrukkelijk te blijken uit een door de deelnemer en diens partner ondertekende verklaring, waarin zij vanaf dat moment afzien van het Partnerpensioen door uitruil naar een hoger en/of eerder xxxxxxx Xxxxxxxxxxxxxxxxx.
Wezenpensioen
Een voorziening betreffende een Wezenpensioen ten behoeve van ieder kind, dat ingaat direct bij overlijden van de deelnemer en dat daarna wordt uitgekeerd zolang het kind leeft, maar uiterlijk tot de in artikel 1 van dit reglement genoemde leeftijd.
Bij wijziging van een eerder gemaakte keuze in de bestemming van de premie voor de pensioensoorten die in dit onderdeel zijn opgenomen, is schriftelijke de toestemming van de partner vereist.
Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
De premiebetaling voor de pensioenen als bedoeld in artikel 3 van dit reglement wordt (gedeeltelijk) voortgezet overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 van dit reglement.
Gezondheidstoestand
De verzekeraar verzekert de pensioentoezegging zonder een onderzoek in te stellen naar de gezondheid van de deelnemer. De verzekeraar kan echter wel de uitkering van pensioenen en/of het verlenen van vrijstelling van premiebetaling weigeren door het inroepen van een uitsluitingsclausule als hierna bedoeld indien uitkeringen ten gevolge van overlijden en/of arbeidsongeschiktheid zijn meeverzekerd.
De verhoging van pensioenaanspraken in enig jaar vindt zonder medische waarborgen plaats, met dien verstande dat de verhoging is gemaximeerd overeenkomstig het bepaalde in de Bijzondere voorwaarden Recht van Optie, die deel uitmaken van de uitvoeringsovereenkomst.
Indien de verhoging voortvloeit uit een wijziging van een eerder gemaakte keuze ten aanzien van de te verzekeren pensioensoorten of de hoogte daarvan, kan de verzekeraar de acceptatie van die verhoging afhankelijk stellen van de positieve uitslag van een in te stellen onderzoek naar de gezondheid van de deelnemer. Indien de uitslag van dat onderzoek daartoe aanleiding geeft, kan de werkgever de aanspraken van de deelnemer, in afwijking van het in dit reglement bepaalde, dienovereenkomstig aanpassen, met dien verstande dat voorheen verkregen rechten van de deelnemer onverkort gehandhaafd blijven.
Uitsluitingsclausule bij arbeidsongeschiktheid
Indien de deelnemer bij aanvang van de verzekering wegens ziekte of ongeval niet of niet volledig in staat is de bedongen arbeid te verrichten zal de verzekeraar – indien dit is meeverzekerd – geen vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid verlenen. Hierbij geldt dat perioden van niet werken wegens ziekte of ongeval die elkaar opvolgen met een onderbreking van minder dan vier weken worden gezien als één doorlopende periode. Deze uitsluiting is niet langer van kracht als de deelnemer sinds de datum van aanvang van de verzekering, onafgebroken vier weken de bedongen arbeid volledig heeft verricht.
Uitgangspunt voor het inroepen van voornoemde uitsluiting is de WIA-beoordeling door het UWV.
Indien de deelnemer binnen een jaar na aanvang van de verzekering of indiensttreding zijn werkzaamheden (deels) staakt wegens ziekte of ongeval, zal de verzekeraar – indien dit is verzekerd – geen vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid verlenen. De verzekeraar onderzoekt of de gezondheidstoestand van de werknemer bij aanvang van de verzekering of indiensttreding dit redelijkerwijs moest doen verwachten.
Artikel 5: Hoogte van de pensioenen
a. Ouderdomspensioen en Partnerpensioen ingaande op of na de pensioendatum
De hoogte van het op de pensioendatum aan te kopen jaarlijkse Ouderdoms- en Partnerpensioen wordt uitsluitend bepaald aan de hand van het opgebouwde pensioenkapitaal en de op dat moment geldende verzekeringstarieven. Het pensioenkapitaal is gelijk aan de waarde van de toegewezen participaties in de beleggingsfondsen op de pensioendatum.
Dit kapitaal vloeit voort uit alle premiestortingen als bedoeld in artikel 3 van dit reglement en het daarover behaalde rendement, onder aftrek van de benodigde risicopremies voor de dekking bij overlijden en/of arbeidsongeschiktheid en onder aftrek van kosten.
Het Ouderdomspensioen bedraagt bij ingang, overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 van dit reglement, maximaal 100% van het pensioengevend loon.
Het beoogde jaarlijkse Partnerpensioen bedraagt 70% van het Ouderdomspensioen, rekening houdend met aan een voormalige partner reeds toegekend partnerpensioen.
b. Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum
Het beoogde jaarlijkse Partnerpensioen dat ingaat bij overlijden van de werknemer vóór de pensioendatum bedraagt 1,16% x het aantal door de werknemer te bereiken dienstjaren vanaf de datum van indiensttreding tot de pensioendatum x de premiegrondslag.
Indien de werknemer onbetaald verlof opneemt met een duur van achttien maanden of minder, blijft het Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum verzekerd alsof de deelnemer geen onbetaald verlof geniet.
c. Wezenpensioen
Het beoogde jaarlijkse Wezenpensioen bedraagt voor ieder kind 0,03% x het aantal door de werknemer te bereiken dienstjaren vanaf de datum van indiensttreding tot de pensioendatum x de premiegrondslag.
Artikel 6: Overschrijding van de fiscale maximumgrenzen
1. De in dit reglement op basis van artikel 5 voor het Ouderdomspensioen, Partnerpensioen en Wezenpensioen genoemde maxima worden opgevat inclusief:
a. het bedrag dat tenminste wordt gesteld op de voor dat jaar geldende uitkeringen voor gehuwde personen zonder toeslag, als omschreven in artikel 9, eerste lid, onderdeel b en vijfde lid onderdeel b van de Algemene Ouderdomswet voor het Ouderdomspensioen;
b. 70% van het onder a genoemde bedrag voor het Partnerpensioen;
c. 14% van het onder a genoemde bedrag voor het Wezenpensioen.
2. Indien op het tijdstip onmiddellijk voorafgaand aan het tijdstip van ingang van het pensioen de in artikel 5, onderdeel het Ouderdomspensioen, Partnerpensioen en Wezenpensioen van dit reglement genoemde fiscale begrenzingen worden overschreden, zal het meerdere worden uitgekeerd in een bedrag ineens dat wordt belast als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.
3. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid van dit artikel kunnen de in artikel 5, onderdeel het Ouderdomspensioen, Partnerpensioen en Wezenpensioen van dit reglement genoemde fiscale begrenzingen worden overschreden voor zover deze overschrijdingen het gevolg zijn van:
a. indexering van de pensioenuitkeringen;
b. variatie in de hoogte van de pensioenuitkeringen overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van dit reglement;
c. gehele of gedeeltelijke onderlinge ruil van Partnerpensioen en Ouderdomspensioen overeenkomstig het bepaalde in artikel 13 van dit reglement;
d. waardeoverdracht van pensioenaanspraken.
4. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid en in aanvulling op het derde lid van dit artikel kan de in artikel 5 van dit reglement genoemde fiscale begrenzing van het Ouderdomspensioen tevens worden overschreden voor zover deze overschrijding het gevolg is van de omzetting van een op 31 december 2005 bestaande aanspraak op pensioen, die voorziet in uitkeringen tot de 65-jarige leeftijd van de (gewezen) deelnemer, in Ouderdomspensioen.
Artikel 7: Premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid
1. Indien de deelnemer arbeidsongeschikt is als medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling volgens de normen die gelden voor de toepassing van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen en de arbeidsongeschiktheid is ontstaan tijdens de arbeidsovereenkomst met de werkgever, wordt de premiebetaling voor de pensioenopbouw (gedeeltelijk) voortgezet, overeenkomstig de voorwaarden van de verzekeraar. Deze voortzetting is gebaseerd op de in de pensioenpolis overeengekomen premie, zoals die gold op de eerste ziektedag.
Premieverhogingen door het verloop van de leeftijdsafhankelijke staffel als omschreven in artikel 3 van dit reglement, vallen niet onder de vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
De voortzetting vindt plaats volgens onderstaande tabel.
Mate van arbeidsongeschiktheid Percentage van de premievrijstelling
0 | tot | 35% | 0% |
35 | tot | 45% | 40% |
45 | tot | 55% | 50% |
55 | tot | 65% | 60% |
65 | tot | 80% | 72,5% |
80% | of | meer | 100% |
2. De voortzetting van de premiebetaling gaat in nadat de deelnemer gedurende 104 weken onafgebroken ten minste 35% arbeidsongeschikt is geweest en eindigt bij beëindiging van de arbeidsongeschiktheid, maar uiterlijk op de oorspronkelijke pensioendatum. Bij wijzigingen in de mate van arbeidsongeschiktheid wordt de omvang van de voortgezette premiebetaling overeenkomstig de in lid 1 vermelde tabel aangepast.
3. Het ingaan of herzien van een premievrijstelling vindt plaats per de vervaldag van de premie die samenvalt met of als eerste volgt op een omstandigheid die daartoe aanleiding geeft.
4. Bij de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid blijft de eventuele arbeidsongeschiktheid ten tijde van de indiensttreding bij de werkgever buiten beschouwing.
Artikel 8: Uitkering van de pensioenen
De pensioenen worden uitgekeerd in maandelijkse termijnen.
Artikel 9: Inbreng van elders opgebouwde pensioenaanspraken
De deelnemer heeft het wettelijk recht om de waarde van de opgebouwde pensioenaanspraken bij de uitvoerder van de pensioenregeling van zijn vorige werkgever in deze pensioenregeling in te brengen. De deelnemer dient hiertoe binnen twee maanden na de datum van opneming in de pensioenregeling een schriftelijk verzoek te richten aan de verzekeraar. Dit wettelijk recht geldt niet, indien de arbeidsovereenkomst bij een vorige werkgever vóór 8 juli 1994 is beëindigd.
De waarde van de elders verzekerde pensioenaanspraken zal na overdracht worden aangewend voor het verzekeren van extra pensioenaanspraken voor Ouderdomspensioen en Partnerpensioen, overeenkomstig de in dit reglement opgenomen bepalingen met betrekking tot de bestemming van de premie.
Voor zover de toezegging voorziet in een Partnerpensioen vóór de pensioendatum en een Wezenpensioen worden de bij de vorige werkgever doorgebrachte dienstjaren als extra deelnemersjaren in deze regeling in aanmerking genomen.
Artikel 10: Beëindiging van het deelnemerschap vóór de pensioendatum
1. Indien het deelnemerschap wordt beëindigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 2, derde lid, onderdeel c van dit reglement eindigt de pensioenopbouw. De gewezen deelnemer behoudt het tot op dat moment ontstane kapitaal voortvloeiend uit de tot de beëindiging beschikbaar gestelde premies. ontstane kapitaal voortvloeiend uit de tot de beëindiging beschikbaar gestelde premies. Dit pensioenkapitaal wordt belegd tot de pensioendatum. Artikel 5 van dit reglement is van overeenkomstige toepassing voor wat betreft de aanwending van het pensioenkapitaal. De hoogte van het pensioen bij ingang is afhankelijk van het op de pensioendatum beschikbare pensioenkapitaal en de op dat moment geldende verzekeringstarieven.
De gewezen deelnemer behoudt voor zijn partner een premievrije aanspraak op Partnerpensioen ingaande op of na de pensioendatum van 70% van het premievrije Ouderdomspensioen.
De gewezen deelnemer behoudt voor zijn partner een premievrije aanspraak op Partnerpensioen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het kapitaal dat op het moment van overlijden van de deelnemer ter beschikking komt en de op dat moment geldende verzekeringstarieven. Dit kapitaal bedraagt 90% van de waarde van de toegewezen participaties, met uitzondering van de waarde van de toegewezen participaties in verband met bijsparen als bedoeld in artikel 13 van dit reglement,, dan wel, indien dat minder is, het kapitaal dat ten tijde van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst is verzekerd. Het aldus vastgestelde kapitaal wordt nog vermeerderd met het reeds verzekerde percentage van de waarde van de toegewezen participaties in verband met bijsparen.
Er is geen sprake van beëindiging van de opbouw van de pensioenen voor zover en zolang er sprake is van gehele of gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid.
2. Indien de deelnemer direct na het beëindigen van het deelnemerschap recht heeft op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet wordt, in afwijking van het bepaalde in lid 1, gedurende de periode dat hij deze uitkering ontvangt, een Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum verzekerd ter hoogte van: 1,16% x het aantal door de deelnemer bereikte deelnemersjaren vanaf de dag van aanvang van het deelnemerschap tot het moment dat er recht bestaat op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet x de premiegrondslag.
3. Het bepaalde in het tweede lid geldt uitsluitend indien de aldus vastgestelde aanspraak op Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum hoger is dan de op grond van het eerste lid geldende aanspraak op Partnerpensioen.
4. Na beëindiging van het deelnemerschap verstrekt de verzekeraar aan de gewezen deelnemer een polisdocument, waarin de krachtens dit pensioenreglement verkregen aanspraken op pensioen zijn vastgelegd.
5. De gewezen deelnemer heeft het wettelijk recht de waarde van de premievrije aanspraak in het kader van de aanvaarding van een nieuwe arbeidsovereenkomst en het aldaar worden opgenomen in een pensioenregeling, voor zover van toepassing met toestemming van de partner, over te doen dragen naar de pensioenuitvoerder van de pensioenregeling van zijn nieuwe werkgever. De gewezen deelnemer zal hiertoe binnen twee maanden na deelname aan de pensioenregeling van de nieuwe werkgever een schriftelijk verzoek moeten doen aan de verzekeraar. De overgedragen waarde wordt bij de pensioenuitvoerder van de nieuwe werkgever omgezet in aanspraken die meetellen in de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. De waardeoverdracht vindt plaats overeenkomstig de ter zake geldende wettelijke voorschriften.
Artikel 11: Bepalingen in geval van echtscheiding
Indien het huwelijk van de deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed dan wel het geregistreerd partnerschap wordt beëindigd, of de gezamenlijke huishouding eindigt anders dan door overlijden, vermissing het aangaan van een geregistreerd partnerschap of huwelijk van de deelnemer, verkrijgt de gewezen partner een zodanige premievrije aanspraak op een bijzonder Partnerpensioen, als de deelnemer ten behoeve van zijn gewezen partner zou hebben behouden indien het deelnemerschap op de scheidings- of ontbindingsdatum zou zijn beëindigd op de wijze als bedoeld in artikel 10 van dit reglement, verminderd met een eventueel eerder vastgesteld bijzonder Partnerpensioen.
Indien het huwelijk van de gewezen deelnemer eindigt door echtscheiding of door ontbinding na scheiding van tafel en bed dan wel het geregistreerd partnerschap wordt beëindigd of het geregistreerd partnerschap eindigt anders dan door overlijden, vermissing of het aangaan van een geregistreerd partnerschap of huwelijk van de deelnemer, verkrijgt de gewezen partner een zodanige premievrije aanspraak op een bijzonder Partnerpensioen, als de gewezen deelnemer ten behoeve van zijn partner heeft verkregen bij beëindiging van het deelnemerschap overeenkomstig het bepaalde artikel 10 van dit reglement, verminderd met een eventueel eerder vastgesteld bijzonder Partnerpensioen.
Xxxxxxx van echtscheiding, scheiding van tafel en bed dan wel beëindiging van het geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of het aangaan van een geregistreerd partnerschap of huwelijk vindt verevening plaats van het Ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk of de periode van geregistreerd partnerschap is opgebouwd overeenkomstig het bepaalde in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding.
Bovenvermelde bepalingen zijn niet van toepassing indien de deelnemer en zijn partner bij huwelijkse voorwaarden, voorwaarden van geregistreerd partnerschap, voorwaarden in verband met de gezamenlijke huishouding of bij een rechtsgeldige schriftelijke overeenkomst met betrekking tot de scheiding anders overeenkomen. Deze overeenkomst is voor wat betreft het Partnerpensioen slechts geldig indien hieraan een verklaring van de verzekeraar is gehecht, dat deze bereid is een uit de afwijking voortvloeiend risico te dekken.
De bij de ontbinding van het huwelijk, het geregistreerd partnerschap of de gezamenlijke huishouding betrokken partijen zullen daarvan terstond schriftelijk mededeling doen aan de werkgever en aan de verzekeraar onder overlegging van de benodigde bewijsstukken. Noch de werkgever noch de verzekeraar zijn aansprakelijk voor eventuele nadelige gevolgen van te late melding.
De verzekeraar verstrekt aan de gewezen partner een bewijs van zijn of haar aanspraak.
Artikel 12: Betalingsvoorbehoud en aanpassing van de pensioenregeling
De werkgever kan, ingeval van een ingrijpende wijziging van omstandigheden als bedoeld in de Pensioenwet, de betaling van zijn verdere bijdrage verminderen of geheel staken, mits hij van het voornemen daartoe de deelnemer direct schriftelijk in kennis stelt. Wordt van dit recht gebruik gemaakt, dan zullen de pensioenpremies en de daarmee corresponderende verzekeringen aan de gewijzigde omstandigheden worden aangepast.
De werkgever behoudt zich het recht voor deze pensioenregeling of enige aanpassing daarin vóór het van kracht worden daarvan, ter beoordeling van de fiscale toelaatbaarheid voor te leggen aan de bevoegde inspecteur van de belastingdienst en daarop desgewenst een voor bezwaar vatbare beschikking te vragen. De werkgever heeft de bevoegdheid zich bij deze door de belastinginspecteur afgegeven beschikking, al dan niet nadat hiertegen bezwaar is aangetekend, neer te leggen en kan de pensioenregeling met terugwerkende kracht zodanig aanpassen dat deze in overeenstemming is met de voorwaarden van genoemde beschikking.
De werkgever is bevoegd deze pensioenregeling zonder toestemming van de deelnemer te wijzigen. De werkgever kan uitsluitend gebruik maken van deze bevoegdheid indien hij daarbij een zodanig zwaarwichtig belang heeft dat het belang van de deelnemer, dat door de wijziging zou worden geschaad, daarvoor naar de maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet wijken.
Artikel 13: - Flexibiliseringsmogelijkheden
- Verschuiving pensioendatum
De deelnemer heeft het recht om in overleg met de werkgever de feitelijke pensioendatum ten opzichte van de in dit reglement genoemde pensioendatum uit te stellen tot uiterlijk 70-jarige leeftijd.
De gewezen deelnemer heeft dit recht eveneens, maar uitsluitend voor zover de uitgestelde pensioendatum samenvalt met de feitelijke ingangsdatum van het pensioen dat de gewezen deelnemer opbouwt bij de werkgever waar hij tot het tijdstip van pensionering werkzaam is.
Uitstel ten opzichte van de oorspronkelijke pensioendatum is slechts mogelijk indien de arbeidsovereenkomst wordt voortgezet. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst tijdens de uitstelperiode, moet het pensioen onmiddellijk ingaan.
De te ontvangen pensioenuitkeringen worden bij vervroeging ten opzichte van de oorspronkelijke pensioendatum herrekend aan de hand van het op de feitelijke pensioendatum beschikbaar komende pensioenkapitaal en de op dat moment geldende verzekeringstarieven.
Indien de feitelijke pensioendatum wordt uitgesteld ten opzichte van de oorspronkelijke pensioendatum, zal het ter beschikking stellen van de premie gedurende deze periode worden voortgezet.
Hierbij geldt de premie behorende bij de hoogste leeftijdsklasse als bedoeld in artikel 3 van dit reglement. De voortgezette premiebetaling moet worden gestaakt zodra de in artikel 5, onderdeel a, van dit reglement genoemde maxima zijn bereikt.
De pensioenaanspraken voor het Partnerpensioen blijft gedurende de uitstelperiode gehandhaafd.
De vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid geldt tot de oorspronkelijke pensioendatum.
De verschuiving van de pensioendatum kan uitsluitend plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de partner.
- Variabele pensioenuitkeringen
De deelnemer of gewezen deelnemer heeft het recht om variatie aan te brengen in de hoogte van de pensioenuitkeringen voor het Ouderdomspensioen en het Partnerpensioen, met dien verstande dat de laagste uitkering ten minste 75% van de hoogste uitkering bedraagt en de actuariële waarde vóór het aanbrengen van de variatie gelijk is aan de actuariële waarde na het aanbrengen van de variatie.
De mate van variatie dient op de feitelijke pensioendatum te worden vastgesteld.
De variatie in de hoogte van het Partnerpensioen kan uitsluitend plaatsvinden met schriftelijke toestemming van de partner.
De factoren voor variabele pensioenuitkeringen zijn opgenomen in de bijlage bij dit reglement.
- Uitruil
De (gewezen) deelnemer heeft het recht om het Partnerpensioen geheel of gedeeltelijk uit te ruilen in een hoger en/of eerder ingaand Ouderdomspensioen. De uitruil kan uitsluitend plaatsvinden op de feitelijke pensioendatum met schriftelijke toestemming van de partner.
De (gewezen) deelnemer heeft het recht om het Ouderdomspensioen op de datum van uitdiensttreding of de feitelijke pensioendatum uit te ruilen in een Partnerpensioen, met dien verstande dat na een zodanige ruil het Partnerpensioen niet meer bedraagt dan 70% van het na uitruil resterende Ouderdomspensioen, rekening houdend met het in artikel 6, eerste lid, onderdeel b, van dit reglement bedoelde bedrag.
De factoren voor uitruil zijn opgenomen in de bijlage bij dit reglement.
- Deeltijdpensionering
In overleg met de werkgever heeft de deelnemer het recht om te kiezen voor deeltijdpensionering.
Het percentage deeltijdpensioen bedraagt 10% of een veelvoud hiervan met een maximum van 50,00% van de bij de werkgever geldende volledige arbeidstijd. Na de eerste uitoefening van het recht kan de deelnemer uitsluitend kiezen voor een verhoging van het percentage deeltijdpensioen. In dat geval gaat voor het deel waarvoor de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd het Ouderdomspensioen (vervroegd) in. De met dat deel corresponderende premiebetaling wordt dan gestaakt , tenzij deeltijdpensionering plaatsvindt in de periode van 10 jaren direct voorafgaande aan de oorspronkelijke pensioendatum en de deeltijdfunctie ten minste 50% bedraagt van de omvang van de arbeidsovereenkomst in de periode direct voorafgaand aan de
10-jaarsperiode.
Indien de oorspronkelijke pensioendatum vervolgens wordt uitgesteld en de premiebetaling wordt voortgezet dan is op het moment dat de 10-jaarstermijn wordt overschreden de feitelijk geldende premiegrondslag van toepassing.
- Demotie
Voor de toepassing van artikel 3 van dit reglement wordt de verlaging van de premiegrondslag buiten beschouwing gelaten voor zover deze het gevolg is van een verlaging van het pensioengevend loon voortvloeiend uit het aanvaarden van een deeltijdfunctie die ten minste 50% van een voltijdfunctie bedraagt, dan wel het aanvaarden van een lager gekwalificeerde functie, in de periode van 10 jaren direct voorafgaande aan de oorspronkelijke pensioendatum.
Indien de oorspronkelijke pensioendatum vervolgens wordt uitgesteld en de premiebetaling wordt voortgezet dan is op het moment dat de 10-jaarstermijn wordt overschreden de feitelijk geldende premiegrondslag van toepassing.
- Bijsparen
De deelnemer heeft het recht periodiek vrijwillig extra premies te voldoen ten behoeve van zijn pensioenregeling.
De hoogte van de maximale jaarlijkse premie wordt volgens onderstaande leeftijdsafhankelijke staffel als een percentage van de premiegrondslag i.v.m. bijsparen vastgesteld.
Leeftijdsklasse Percentage van de premiegrondslag i.v.m. bijsparen
15 t/m 19 | 6,90% |
20 t/m 24 | 7,90% |
25 t/m 29 | 9,50% |
30 t/m 34 | 11,50% |
35 t/m 39 | 13,90% |
40 t/m 44 | 16,80% |
45 t/m 49 | 20,30% |
50 t/m 54 | 24,60% |
55 t/m 59 | 29,90% |
60 t/m 64 | 36,40% |
De maximale bijspaarpremie is gelijk aan het verschil tussen de aldus vastgestelde premie en de ter beschikking gestelde premie als genoemd in artikel 3 van dit reglement.
De premie bedraagt ten minste de door de verzekeraar vastgestelde of vast te stellen minimumpremie.
Voor de bepaling van de leeftijdsklasse waarin de deelnemer valt, wordt uitgegaan van de leeftijd van de deelnemer op de dag van aanvang van het deelnemerschap en vervolgens op 1 januari van elk jaar.
Indien geen premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is meeverzekerd, dient het van toepassing zijnde percentage in de tabel te worden vermenigvuldigd met de factor 0,92.
De premie wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van dit reglement aan de verzekeraar voldaan.
De bijspaarpremie wordt aangewend voor de volgende pensioensoorten:
Ouderdomspensioen
Een voorziening betreffende een Ouderdomspensioen ten behoeve van de pensioengerechtige (gewezen) deelnemer, dat ingaat op de pensioendatum of uitgestelde pensioendatum en dat daarna wordt uitgekeerd zolang de pensioengerechtigde (gewezen) deelnemer leeft.
Partnerpensioen ingaande op of na de pensioendatum
Een voorziening betreffende een Partnerpensioen ten behoeve van de (gewezen) partner van de (gewezen) deelnemer, dat ingaat bij overlijden van de (gewezen) deelnemer op of na de pensioendatum of uitgestelde pensioendatum en dat daarna wordt uitgekeerd zolang bedoelde partner leeft.
Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum
Een voorziening betreffende een Partnerpensioen ten behoeve van de (gewezen) partner van de (gewezen) deelnemer, dat ingaat direct bij overlijden van de (gewezen) deelnemer en dat daarna wordt uitgekeerd zolang bedoelde partner leeft.
Indien de deelnemer geen Partnerpensioen ingaande vóór de pensioendatum wenst, dient dat uitdrukkelijk te blijken uit een door de deelnemer en diens partner ondertekende afstandsverklaring, waarin zij vanaf dat moment afzien van het Partnerpensioen door uitruil naar een hoger en/of eerder ingaand Ouderdomspensioen.
Artikel 14: Financiering van de regeling
De premies verband houdende met de pensioenregeling als bedoeld in artikel 3 van dit reglement zijn volledig voor rekening van de werkgever.
De premies in verband met bijsparen als bedoeld in artikel 13 van dit reglement zijn volledig voor rekening van de deelnemer.
De door de deelnemer verschuldigde premies en de bijspaarpremies worden door de werkgever ingehouden op het salaris van de deelnemer.
De werkgever verplicht zich tot het bij vooruitbetaling voldoen van de jaarlijks op basis van de regeling aan verzekeraar verschuldigde premies.
Na volledige en tijdige betaling van de verschuldigde premies is de werkgever gekweten van zijn verplichtingen.
Indien er sprake is van teveel betaalde premies worden deze door de verzekeraar terugbetaald aan de werkgever. De werkgever zal vervolgens naar verhouding van de premieverdeling als bedoeld in dit artikel, het deel dat aan de deelnemer toekomt restitueren.
De premie voor de dekking van het Partnerpensioen tijdens onbetaald verlof tot een maximum van achttien maanden, als bedoeld in artikel 5 sub b laatste volzin, wordt onttrokken aan het opgebouwde pensioenkapitaal.
De premie voor de dekking van het Partnerpensioen tijdens de periode waarin recht bestaat op een uitkering op grond van de Werkloosheidswet, als bedoeld in artikel 10 lid 2, wordt onttrokken aan het opgebouwde pensioenkapitaal.
Artikel 15: Emigratie
Ingeval de deelnemer of gewezen deelnemer vóór de pensioendatum of uitgestelde pensioendatum ophoudt binnenlands belastingplichtig te zijn, wordt op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip getoetst of de in artikel 5, onderdeel a, b en c van dit reglement genoemde begrenzingen zijn overschreden.
Bij overschrijding wordt het meerdere uitgekeerd in een bedrag ineens en belast als loon uit tegenwoordige dienstbetrekking.
Artikel 16: Informatieverplichting
1. De deelnemer is verplicht volledige medewerking te verlenen en alle inlichtingen en bewijsstukken te verstrekken die voor de uitvoering van de regeling van belang kunnen zijn. Dit geldt ook voor andere belanghebbenden.
2. De deelnemer die arbeidsongeschikt wordt in de zin van de aanvullende voorwaarden vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid is verplicht De Goudse daarvan binnen 6 maanden in kennis te stellen. Ook als de premiebetalingen tijdens arbeidsongeschiktheid (gedeeltelijk) worden voortgezet door De Goudse is de deelnemer verplicht De Goudse onmiddellijk in kennis te stellen van elke wijziging in de mate van zijn arbeidsongeschiktheid.
3. Wanneer de pensioenaanspraken niet zijn gedekt doordat de verplichtingen niet of niet tijdig zijn respectievelijk worden nagekomen of onjuiste inlichtingen zijn respectievelijk worden verstrekt, kunnen aan dit pensioenreglement geen rechten worden ontleend.
Artikel 17: Informatieverstrekking
De verzekeraar verstrekt de (gewezen) deelnemer, diens (gewezen) partner en de pensioengerechtigde alle informatie zoals de Pensioenwet dit vereist. Dit betekent onder meer het volgende.
De verzekeraar verstrekt de deelnemer jaarlijks een opgave van:
- de verworven pensioenaanspraken;
- de te bereiken pensioenaanspraken;
- de aan het voorafgaande kalenderjaar toe te rekenen waardeaangroei van pensioenaanspraken.
De verzekeraar verstrekt de gewezen deelnemer ten minste eens in de vijf jaar een opgave van zijn opgebouwde pensioenaanspraken.
De verzekeraar verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer, de gewezen partner en de pensioengerechtigde op verzoek:
- het voor hem geldende pensioenreglement;
- het jaarverslag en de jaarrekening van de verzekeraar;
- de uitvoeringsovereenkomst;
- de voor hem relevante informatie over beleggingen.
De verzekeraar verstrekt de deelnemer, de gewezen deelnemer en de gewezen partner op verzoek informatie die specifiek voor hem relevant is waaronder informatie over de beleggingsmogelijkheden, een indicatie van het te bereiken pensioenkapitaal op de pensioendatum en het te verwachten aan te kopen pensioen op de pensioendatum.
De verzekeraar draagt er zorg voor dat de deelnemer een offerte ontvangt met basisinformatie over de bijspaarregeling voordat hij hieraan gaat deelnemen.
Artikel 18: Afkoop
1. Aanspraken voortvloeiend uit dit pensioenreglement kunnen behoudens in de gevallen voorzien bij of krachtens de Pensioenwet, niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden.
2. Indien het Ouderdomspensioen op de oorspronkelijke pensioendatum een wettelijk vastgesteld bedrag niet te boven gaat, kan het Ouderdomspensioen twee jaar na einde van de deelneming door de verzekeraar worden afgekocht, tenzij de gewezen deelnemer binnen de genoemde termijn van twee jaar heeft gemeld dat hij een procedure tot waardeoverdracht is gestart. Voor deze afkoop is geen toestemming van de gewezen werknemer vereist. Indien de deelneming is beëindigd binnen twee jaar vóór de oorspronkelijke pensioendatum, heeft de verzekeraar het recht om het Ouderdomspensioen zonder toestemming van de gewezen deelnemer af te kopen op de oorspronkelijke pensioendatum.
3. Indien een Partnerpensioen bij ingang of een bijzonder Partnerpensioen bij scheiding kleiner is dan het in lid 2 bedoelde bedrag, kunnen het Partnerpensioen, en het Wezenpensioen, door de verzekeraar worden afgekocht ten gunste van de rechthebbende hierop. Voor deze afkoop is geen toestemming van de rechthebbende vereist.
Artikel 19: Premieachterstand
1. De verzekeraar informeert de deelnemers en de werkgever wanneer premieachterstand het noodzakelijk maakt de opbouw van pensioenaanspraken te beëindigen door premievrijmaking of pensioenaanspraken zonder premievrije waarde te laten vervallen.
2. De verzekeraar zal de in het eerste lid bedoelde mededeling aan de deelnemers pas doen nadat hij zich aantoonbaar heeft ingespannen om de achterstallige premie te innen.
3. De verzekeraar kan op zijn vroegst drie maanden na de in het eerste lid bedoelde mededeling de opbouw van pensioenaanspraken beëindigen door premievrijmaking of pensioenaanspraken zonder premievrije waarde laten vervallen.
4. De premievrijmaking, bedoeld in het derde lid, vindt op zijn vroegst plaats per de datum die vijf maanden voor het tijdstip van informeren van de deelnemers is gelegen.
5. De dekking van het Partnerpensioen, het Wezenpensioen en vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid blijft volledig in stand tot drie maanden na de in het eerste lid bedoelde mededeling.
6. Bij de premievrijmaking wordt de verzekering premievrij voortgezet zonder verrekening van premie, rente en kosten met de pensioenaanspraken.
Artikel 20: Dekking en voorwaarden verzekering
Op de aan dit reglement te ontlenen aanspraken zijn tevens de bepalingen in de onderliggende uitvoeringsovereenkomst en de pensioenpolis van toepassing.
Indien en voor zover er in de uitvoeringsovereenkomst en de pensioenpolis uitsluitingen gelden ten aanzien van de dekking bij overlijden en/of arbeidsongeschiktheid bestaat er in zoverre voor de (gewezen) deelnemer dan wel zijn (gewezen) partner en/of kinderen geen aanspraak op pensioen jegens de verzekeraar noch jegens de werkgever.
Artikel 21: Klachten over de uitvoering van de pensioenregeling
Klachten en geschillen die betrekking hebben op de uitvoering van deze pensioenregeling kunnen worden voorgelegd aan de Klachtencommissie van de verzekeraar of, wanneer het oordeel van de verzekeraar niet bevredigend is, aan de Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx, telefoon 0900-355 22 48. Voor meer informatie kunt u ook terecht op xxx.xxxxx.xx.
Bij het niet gebruik maken van deze mogelijkheden of een onbevredigende uitkomst hiervan, kan het geschil worden voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 22: Slotbepalingen
De regeling en de uitvoering hiervan zullen voor zover van toepassing overeenstemmen met de bepalingen zoals opgenomen in hoofdstuk IIB van de Wet op de loonbelasting 1964 en de Pensioenwet.
Dit reglement is van kracht met ingang van 01-01-2016
Bijlage 1: Beleggingsmixen
<Defensief> | ||||
Beleggingshorizon | ||||
Wereld | Continu | Geldmarkt | ||
Fonds | Obligatiefonds | Clickfonds | Fonds | |
120 maanden en meer | 50% | 50% | 0% | 0% |
108 maanden | 50% | 50% | 0% | 0% |
96 maanden | 50% | 50% | 0% | 0% |
84 maanden | 50% | 50% | 0% | 0% |
72 maanden | 48% | 52% | 0% | 0% |
60 maanden | 45% | 55% | 0% | 0% |
48 maanden | 39% | 61% | 0% | 0% |
36 maanden | 33% | 65% | 2% | 0% |
24 maanden | 25% | 69% | 6% | 0% |
12 maanden | 15% | 74% | 10% | 1% |
<Neutraal> | ||||
Beleggingshorizon | ||||
Wereld | Wereld | Continu | Geldmarkt | |
Fonds | Obligatiefonds | Clickfonds | Fonds | |
120 maanden en meer | 70% | 30% | 0% | 0% |
108 maanden | 70% | 30% | 0% | 0% |
96 maanden | 70% | 30% | 0% | 0% |
84 maanden | 70% | 30% | 0% | 0% |
72 maanden | 69% | 31% | 0% | 0% |
60 maanden | 64% | 36% | 0% | 0% |
48 maanden | 57% | 43% | 0% | 0% |
36 maanden | 47% | 48% | 5% | 0% |
24 maanden | 36% | 55% | 9% | 0% |
12 maanden | 22% | 62% | 15% | 1% |
<Offensief> | ||||
Beleggingshorizon | ||||
Wereld | Wereld | Continu | Geldmarkt | |
Fonds | Obligatiefonds | Clickfonds | Fonds | |
120 maanden en meer | 85% | 15% | 0% | 0% |
108 maanden | 85% | 15% | 0% | 0% |
96 maanden | 85% | 15% | 0% | 0% |
84 maanden | 85% | 15% | 0% | 0% |
72 maanden | 85% | 15% | 0% | 0% |
60 maanden | 79% | 21% | 0% | 0% |
48 maanden | 71% | 29% | 0% | 0% |
36 maanden | 59% | 38% | 3% | 0% |
24 maanden | 46% | 45% | 9% | 0% |
12 maanden | 28% | 54% | 17% | 1% |
De beleggingsmixen als bedoeld in artikel 4 van dit reglement zijn vastgesteld per 1 januari 2008 en kunnen jaarlijks worden aangepast. Bij wijziging van een beleggingsmix zal de verzekeraar een nieuwe bijlage bij dit reglement verstrekken.
Bijlage 2: Factoren voor variabele pensioenuitkeringen
Voor de variabele pensioenuitkeringen als bedoeld in artikel 13 van dit reglement gelden de volgende factoren:
EUR 1.000 hoger EUR 1.000 lager
ouderdomspensioen betekent ouderdomspensioen betekent
Duur hoge daarna EUR … lager Duur lage daarna EUR … hoger uitkering ouderdomspensioen uitkering ouderdomspensioen
1 jaar | 71 | 1 jaar | 71 |
2 jaar | 149 | 2 jaar | 149 |
3 jaar | 235 | 3 jaar | 235 |
4 jaar | 331 | 4 jaar | 331 |
5 jaar | 438 | 5 jaar | 438 |
6 jaar | 557 | 6 jaar | 557 |
7 jaar | 691 | 7 jaar | 691 |
8 jaar | 842 | 8 jaar | 842 |
9 jaar | 1013 | 9 jaar | 1013 |
10 jaar | 1204 | 10 jaar | 1204 |
Er mag slechts één variatie worden aangebracht, waarbij de laagste uitkering ten minste 75% van de hoogste uitkering bedraagt. Het aan het Ouderdomspensioen gekoppelde Partnerpensioen wordt overeenkomstig gewijzigd. De keuze om het Ouderdomspensioen in hoogte te laten variëren, wordt uitgevoerd nadat een eventuele uitruil of verschuiving van de pensioendatum heeft plaatsgevonden.
De factoren zijn vastgesteld per 1 januari 2008 en kunnen jaarlijks worden aangepast. Bij wijziging van de factoren zal de verzekeraar een nieuwe bijlage bij dit reglement verstrekken.
Bijlage 3: Factoren voor uitruil
De uitruil als bedoeld in artikel 13 van dit reglement vindt als volgt plaats:
Uitruil Ouderdomspensioen in Partnerpensioen
De factor voor het uitruilen van Ouderdomspensioen in Partnerpensioen bedraagt: 4,15. Door het Ouderdomspensioen op de pensioendatum te verlagen met EUR 100,- per jaar, kan EUR 415,- Partnerpensioen worden verzekerd.
Uitruil Partnerpensioen in Ouderdomspensioen
De factor voor het uitruilen van Partnerpensioen in Ouderdomspensioen bedraagt: 0,24. Door het Partnerpensioen op de pensioendatum te verlagen met EUR 100,- per jaar, kan EUR 24,- Ouderdomspensioen worden verzekerd.
De factoren zijn vastgesteld per 1 januari 2008 en kunnen jaarlijks worden aangepast. Bij wijziging van de factoren zal de verzekeraar een nieuwe bijlage bij dit reglement verstrekken.