Samenwerkingsovereenkomst tussen
Samenwerkingsovereenkomst tussen
het Nederlands Fonds voor de Film en het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw
m.b.t. Nederlands-Vlaamse coproducties
Het Nederlands Fonds voor de Film en het Vlaams Audiovisueel Fonds zijn het volgende overeengekomen.
1. Uitgangspunten
Artikel 1.1
Beide fondsen wensen structureel samen te werken op het vlak van de onder- steuning van
• Lange fictiespeelfilms
• Lange documentaires
Daarnaast kunnen ze buiten dit structureel akkoord ook coproductie-aanvragen voor andere categorieën van producties honoreren.
Artikel 1.2
Deze samenwerking heeft tot doel het coproductiebeleid tussen beide territoria te structureren, de wederkerigheid te regelen, de samenwerking tussen beide film- gemeenschappen te stimuleren en de culturele en professionele uitwisseling tus- sen beide territoria te bevorderen.
In deze optiek heeft deze overeenkomst eerder tot doel de `creatieve' bijdragen vanuit de ene filmgemeenschap aan projecten uit de andere filmgemeenschap te bevorderen (b.v. betrekken van Heads of Departments, auteursbijdragen, …) dan zuiver `economisch' georiënteerde bestedingen in het andere territorium (b.v. technische afwerking, …).
Met deze samenwerking streven de fondsen ook naar een groter publieksbereik in elkaars territorium.
Artikel 1.3
Tot dit doel hebben beide fondsen gezamenlijk een gemengde filmcommissie op- gericht.
2. De gemengde filmcommissie
Artikel 2.1
Deze gemengde filmcommissie bestaat, naast de directeuren, uit twee leden per fonds die worden voorgedragen door de directeuren van de fondsen en benoemd door hun respectieve bestuur. Volgens het soort te behandelen aanvragen kan deze commissie wisselend van samenstelling zijn. De gemengde filmcommissie kan zich laten bijstaan door externe deskundigen. Hun aanwezigheid bij de ver- gadering wordt van tevoren meegedeeld.
Artikel 2.2
Ieder fonds heeft drie stemmen in de gemengde filmcommissie. Voor het berei- ken van een beslissing is een meerderheid van tweederde noodzakelijk. Onverlet de vorige volzin streeft de commissie naar een consensus. Externe deskundigen hebben geen stemrecht.
Artikel 2.3
De gemengde filmcommissie komt minstens drie maal per jaar samen, in principe afwisselend in Amsterdam en in Brussel. Het voorzitterschap wordt waargenomen door de directeur van het ontvangende fonds.
Artikel 2.4
De beoordelingscommissies van het Vlaams Audiovisueel Fonds en de advies- commissies van het Nederlands Fonds voor de Film geven overeenkomstig de bij hun respectieve fonds van kracht zijnde procedures een advies ter overweging aan de gemengde filmcommissie.
Artikel 2.5
De gemengde filmcommissie baseert zich bij het nemen van haar besluiten op de beginselen zoals neergelegd in artikel 1.2., van onderhavige samenwerkingsover- eenkomst.
Artikel 2.6
De finale beslissingen worden voor het Nederlands Fonds voor de Film genomen door de directeur-bestuurder. Voor het Vlaams Audiovisueel Fonds werden de Vlaamse leden in de gemengde filmcommissie gemandateerd door hun Raad van Bestuur om de beslissingen te nemen. Deze worden achteraf meegedeeld aan hun Raad van Bestuur.
Artikel 2.7
De aanvraagdata en de vergaderdata worden openbaar gemaakt in de maand november voorafgaand aan het kalenderjaar waarin de aanvragen worden behan- deld.
3. De aanvragers-producenten
Artikel 3.1
De aanvraag voor een coproductiebijdrage wordt gedaan door de minderheids- producent bij het fonds van het territorium waar hij is gevestigd.
Artikel 3.2
Minstens één van de coproducenten moet een erkende staat van dienst hebben. Dit dient als volgt te worden begrepen:
• Lange fictiespeelfilms: minimumvereiste dat één van de coproducenten minstens één lange fictiespeelfilm heeft geproduceerd die overeenkomstig de binnen de filmindustrie geldende professionele maatstaven tot stand is gekomen en gedistribueerd.
• Lange documentaires: minimumvereiste dat één van de coproducenten minstens één lange documentaire heeft geproduceerd die overeenkomstig de binnen de filmindustrie geldende professionele maatstaven tot stand is gekomen en vertoond.
Artikel 3.3
De aanvrager overlegt een ondertekend aanvraagformulier.
In aanvulling op de door de afzonderlijke fondsen vereiste reguliere aanvraagfor- mulieren geeft een aanvraag in het kader van de uitvoering van de onderhavige overeenkomst in elk geval inzicht in:
a) de motivatie voor de betreffende Nederlands-Vlaamse coproductie van de regisseur en/of producent;
b) de artistieke invulling en de besteding van middelen in het land van de aanvrager.
4. De projecten
Artikel 4.1
De bevoegdheid van de gemengde filmcommissie beperkt zich tot de lange fictie- speelfilm en de lange documentaire.
Artikel 4.2
• Onder lange fictiespeelfilm wordt in deze overeenkomst verstaan: een live-action film van minstens zeventig minuten, bedoeld voor bioscoopver- toning en geproduceerd door één of meer onafhankelijke producenten uit Vlaanderen en Nederland.
• Onder lange documentaire wordt in deze overeenkomst verstaan: een non-fictie film van minstens zestig minuten, die een behandeling of inter- pretatie weergeeft van de realiteit, vanuit de persoonlijke betrokkenheid van de maker, met een intrinsiek lange termijnwaarde, geschikt voor bios- coopvertoning en geproduceerd door één of meer onafhankelijke produ- centen uit Vlaanderen en Nederland.
Artikel 4.3
Het ingediende project moet in het territorium van de majoritaire hoofdproducent (Nederland of Vlaanderen) een productie- of realisatiesteun hebben ontvangen van het betreffende fonds (NFF of VAF).
Bij de aanvraag voor minoritaire steun uit het andere territorium is het niet ver- boden dat de productie reeds is aangevat, doch dit gebeurt op eigen risico van de aanvrager.
5. Aantallen, bedragen en procedure
Artikel 5.1
De gemengde filmcommissie zal jaarlijks volgende majoritair Vlaamse en majori- tair Nederlandse films steunen, althans voor zover hun kwaliteit daartoe aanlei- ding geeft:
• Lange fictiespeelfilms: 4 van ieder territorium
• Lange documentaires: 3 van ieder territorium
Beide fondsen kunnen in overleg besluiten om hiervan af te wijken. Artikel 5.2
Per film wordt volgende bijdrage verleend:
• Lange fictiespeelfilms: maximaal € 200.000. Deze bijdrage dient volle- dig te worden besteed in het minoritaire coproductieterritorium.
• Lange documentaires: maximaal € 50.000 (hiervan dient minimaal 60% te worden besteed in het minoritaire coproductieterritorium.)
Beide fondsen kunnen in overleg besluiten om hiervan af te wijken. Artikel 5.3
Er wordt geen maximum gesteld aan de hoogte van de productiekosten van een project.
Artikel 5.4
Uitbetaling van de bijdragen vindt plaats overeenkomstig de regels van het be- treffende fonds.
Artikel 5.5
In geval van niet-toekenning van de beschikbare middelen kunnen beide fondsen beslissen om het budget voor het volgende kalenderjaar te verhogen met het restant van het vorige kalenderjaar.
Artikel 5.6
De beslissingen van de gemengde filmcommissie worden per brief meegedeeld aan de aanvrager door het fonds van de minderheidsproducent.
Artikel 5.7
Een afgewezen project kan tot tweemaal toe opnieuw worden ingediend. Een her- indiening moet gebeuren met de uitdrukkelijke en schriftelijke goedkeuring van
de meerderheidsproducent. Na een derde behandeling kan een project niet meer worden ingediend bij de gemengde filmcommissie. Indien het een gewijzigd dos- sier betreft, dient de aanvrager aan te duiden welke wijzigingen werden aange- bracht.
Het aantal minoritaire coproducties die men als minoritaire coproducent kan in- dienen wordt beperkt tot twee per kalenderjaar (per categorie: fictie of documen- taire). Deze beperking geldt op projectniveau, niet voor het aantal indieningen.
Artikel 5.8
De gemengde filmcommissie kan beslissen projecten naar een volgende vergade- ring te verschuiven.
Artikel 5.9
Onderhavig akkoord onderwerpt zich aan de algemene richtlijnen van het Europe- se Verdrag voor de Cinematografische coproductie van de Raad van Europa en aan de regelgeving van de Europese Unie die van toepassing is op de filmsector.
6. Geschillen
Artikel 6.1
In geval van geschil of onduidelijkheid, in welke fase van productie dan ook, tus- sen de coproducenten van een door de gemengde filmcommissie gesteund pro- ject, kan een afvaardiging van de gemengde commissie, gevraagd dan wel onge- vraagd, optreden als bemiddelaar.
Artikel 6.2
Partijen onderwerpen zich aan de in artikel 6, eerste lid, bedoelde bemiddeling en het daaruit voortvloeiende advies met instandhouding van alle rechten en ver- plichtingen die hen wettelijk toekomen.
Artikel 6.3
Voor bemiddeling kan de gemengde filmcommissie iedereen horen die ze voor een toereikende behandeling en beoordeling noodzakelijk acht.
7. Algemeen
Artikel 7.1
Deze overeenkomst wordt van kracht op 1 januari 2022 en loopt tot en met 31 december 2022.
Artikel 7.2
Op vraag van één van beide fondsen of op gezamenlijk initiatief van beide fond- sen kan de gemengde filmcommissie op het einde van het jaar een evaluatie van haar werkzaamheden houden, en zal deze overeenkomst, zo nodig, worden aan- gepast.
Artikel 7.3
Wanneer zich een situatie voordoet waarin deze overeenkomst niet voorziet, is het reglement van het betreffende fonds van toepassing. Partijen stellen elkaar van situaties als hiervoor bedoeld op de hoogte.
Artikel 7.4
Ten aanzien van titelvermelding en logovermelding in het kader van de uitvoering van deze overeenkomst is het reglement van het betreffende fonds van toepas- sing.
Artikel 7.5
Na 31 december 2022 wordt deze overeenkomst stilzwijgend verlengd voor tel- kens een jaar tenzij anders wordt beslist. Indien de samenwerking niet zal wor- den verlengd, stellen partijen elkaar uiterlijk eind november voorafgaande aan het nieuwe kalenderjaar van dit feit op de hoogte.
Brussel en Amsterdam, Datum: 15 december 2021
Voor het Vlaams Audiovisueel Fonds vzw Voor het Nederlands Fonds voor de Film
Xxxx Xxx Xxxxxxxx , Xxxx Xxxxx,
directeur-intendant directeur/bestuurder
Webversie 2022