Pensioenreglement
Pensioenreglement
voor de
Collectiviteitkring Pensioenkring 2
Van Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap
Vooraf
Uw pensioenregeling staat in het pensioenreglement
Uw werkgever sprak de pensioenregeling met u af in de pensioenovereenkomst. In dit pensioenreglement geven wij u de uitwerking van uw pensioenregeling. U ziet welke pensioenaanspraken u heeft en hoe de hoogte daarvan wordt bepaald. Met een pensioenaanspraak krijgt u recht op een pensioenuitkering als u met pensioen gaat. Ook kunnen uw partner en kinderen recht krijgen op een partnerpensioen en wezenpensioen als u overlijdt.
Er gelden nog andere documenten met afspraken over uw pensioenregeling
Uw werkgever bracht de pensioenregeling bij ons onder via een uitvoeringsovereenkomst met ons. Of u nam deel aan de pensioenregeling bij een ander pensioenfonds, dat de waarde van de pensioenen heeft overgedragen aan ons. De afspraken over de uitvoering van de pensioenregeling bij Stap zijn uitgewerkt in het uitvoeringsreglement van Stap.
Solidariteit binnen de Collectiviteitkring
Uw pensioenregeling hoort bij de Collectiviteitkring Pensioenkring 2. In deze Collectiviteitkring voeren we ook pensioenregelingen uit van andere werkgevers en van werknemers met een vergelijkbare pensioenregeling als die van u. Daarmee bedoelen we vergelijkbaar op het punt van ons streven om een bepaalde toeslag op het pensioen te verlenen. Dit noemen we toeslagambitie.
Voor pensioenregelingen met een andere toeslagambitie hebben wij andere collectiviteitkringen. Voor elke collectiviteitkring houden wij een afgescheiden pensioenvermogen aan. Binnen één collectiviteitkring is sprake van één ongedeeld, en dus gezamenlijk, pensioenvermogen. U bent solidair met de werknemers en pensioengerechtigden van andere werkgevers in Pensioenkring 2. Dat betekent dat u alle positieve en negatieve risico’s van de pensioenregeling en het pensioenvermogen van deze collectiviteitkring met hen deelt. Overal waar we hierna Collectiviteitkring schrijven, bedoelen we de Collectiviteitkring Pensioenkring 2.
Pensioenreglement
U als werknemer
Wij als pensioenuitvoerder
Pensioenovereenkomst
Uitvoeringsovereenkomst en uitvoeringsreglement
Uw werkgever
Let op
Dit is een algemeen pensioenreglement van uw pensioenregeling. Het geldt voor u, maar ook voor werknemers van andere bedrijven met een pensioenregeling in Pensioenkring 2.
In dit pensioenreglement wordt op een aantal plaatsen verwezen naar de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'. De 'Kerngegevens van uw pensioenregeling' vindt u in laag 2 van Pensioen 1-2-3 in Mijn Pensioen. Daarin leest u de concrete getallen en belangrijkste kenmerken van uw pensioenregeling. Deze kerngegevens maken onderdeel uit van het pensioenreglement.
Nam u deel aan de pensioenregeling bij een ander pensioenfonds en is de waarde van uw pensioen overgedragen aan ons, maar u bouwt bij ons verder geen pensioen op? Dan zijn er voor u geen ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling', maar krijgt u ten minste eens per vijf jaar persoonlijke informatie over uw pensioen in het Uniform Pensioenoverzicht.
In dit reglement gaan wij uit van wet- en regelgeving uit 2019. Voor u geldt altijd de meest recente versie van het pensioenreglement. De meest recente versie vervangt de voorgaande versie. U vindt het meest recente pensioenreglement op xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. U dient hiervoor eerst in te loggen.
In het pensioenreglement | ||
2.4. Uitkering van pensioenen Hoofdstuk 3. Uw pensioenregeling | ||
4.1. Hoogte van uw ouderdomspensioen 10
4.2. Premieplafond (als uw werkgever dit heeft afgesproken) 10
4.3. Waardeoverdracht voor de nieuwe deelnemer 11
Hoofdstuk 5. Voorwaardelijke toeslagen 12
Hoofdstuk 6. Grenzen en beperkingen 13
6.3. Aanpassen van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement 13
6.4. Verminderen van verworven pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen 13
6.5. Afkopen, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen 13
6.7. Keuring of uitsluiting van pensioenaanspraken 14
7.1. Flexibele pensioendatum 16
7.5. Uitruilen van pensioen bij pensionering 17
7.6. Variatie in pensioenuitkeringen 17
Hoofdstuk 9. Arbeidsongeschiktheid 22
Hoofdstuk 10. Einde van uw deelname aan de pensioenregeling 25
10.1. Pensioenaanspraken na einde van de deelname 25
10.2. Uitruil bij partner- en wezenpensioen op risicobasis 25
10.3. Waardeoverdracht naar nieuwe pensioenregeling 25
Hoofdstuk 12. Onbetaald verlof 28
Hoofdstuk 13. Medezeggenschap 29
Hoofdstuk 14. Hoe communiceren we met u 30
Hoofdstuk 15. Klachten en geschillen 31
Bijlage 1 Begrippen begrijpelijk 32
Bijlage 2 Flexfactoren en afkoopfactoren 35
Hoofdstuk 1. Wat bedoelen we met...
In het pensioenreglement staan begrippen die passen bij de taal van pensioenen. Maar die voor u wellicht niet meteen begrijpelijk zijn. Wij leggen deze begrippen zoveel mogelijk uit in de paragraaf waarin het begrip staat. Begrippen die vaak voorkomen staan in bijlage 1 'Begrippen begrijpelijk'.
Hieronder staan namen en benamingen met daarbij de uitleg wie of wat we bedoelen. Het is dus belangrijk om deze vooraf te lezen. Dat helpt u om het pensioenreglement goed te begrijpen.
U bent
De persoon die deelnemer, gewezen deelnemer of pensioengerechtigde is. Wie van deze u bent, bepaalt welke hoofdstukken en paragrafen van dit pensioenreglement voor u gelden.
U bent deelnemer als u:
- werknemer bent bij de werkgever van deze pensioenregeling, en
- van hem een pensioenovereenkomst hebt gekregen voor deze pensioenregeling en deze heeft geaccepteerd, of
- u geen werknemer meer bent, maar de premiebetaling voor uw pensioenaanspraken is vrijgesteld, omdat u arbeidsongeschikt bent.
Ook als u directeur-grootaandeelhouder bent en onder de werknemersverzekeringen valt, bent u deelnemer.
Als u deelnemer bent, gelden voor u alle paragrafen. Alle paragrafen in de inhoudsopgave en in dit pensioenreglement hebben daarom een oranje blokje.
U bent gewezen deelnemer als u:
- werknemer of ex-werknemer bent van de werkgever van deze pensioenregeling, en
- u nog pensioenaanspraken heeft, waarvoor geen vrijstelling van premiebetaling geldt wegens arbeidsongeschikt, en
- de werkgever geen premie meer verschuldigd is voor u voor deze pensioenregeling.
Ook bent u gewezen deelnemer, als u eerder pensioen heeft opgebouwd bij een pensioenfonds, dat de waarde van de pensioenen heeft overgedragen aan ons, en uw werkgever uw verdere pensioenopbouw niet bij Stap heeft ondergebracht.
Voor u gelden de paragrafen die in de inhoudsopgave een geel blokje hebben. In het pensioenreglement zelf staan de gele blokjes ook bij deze paragrafen.
U bent pensioengerechtigde als u op grond van deze pensioenregeling een pensioenuitkering ontvangt.
Voor u gelden de paragrafen die in de inhoudsopgave een groen blokje hebben. In het pensioenreglement zelf staan de groene blokjes ook bij deze paragrafen.
Uw partner wordt pensioengerechtigde als u overlijdt. Zie hiervoor hoofdstuk 8, 'Overlijden'. Uw ex-partner kan ook een pensioengerechtigde zijn. Zie hiervoor hoofdstuk 11, 'Scheiding'.
De pensioendatum
Dit is de standaard pensioendatum. Die datum is de eerste dag van de maand waarin u de fiscale pensioenrichtleeftijd bereikt. De fiscale pensioenrichtleeftijd wordt geregeld in de Wet op de Loonbelasting 1964. In 2024 is de standaard pensioendatum hierdoor de eerste dag van de maand waarin u 68 jaar wordt. Voor de jaren daarna kan een andere leeftijd gelden.
Voor al het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd geldt de laatste standaard pensioendatum. Telkens als er een andere leeftijd als standaard pensioendatum gaat gelden, zetten wij het tot dan opgebouwde pensioen om naar de leeftijd die hoort bij de laatste standaard pensioendatum. Die omzetting doen we actuarieel neutraal met behulp van factoren die door het bestuur worden vastgesteld. De factoren die gelden staan in bijlage 2 – Flexfactoren.
Uw persoonlijke pensioendatum
U bent niet verplicht om op de pensioendatum met pensioen te gaan. U mag dat ook eerder of later doen. Met 'uw persoonlijke pensioendatum' bedoelen we eerste dag van maand waarin u daadwerkelijk met pensioen gaat. Is uw opgebouwde pensioen al één of meerdere keren omgezet naar een nieuwe standaard pensioendatum?
Dan kunt u er altijd voor kiezen om met pensioen te gaan op een oude standaard pensioendatum.
Ouderdomspensioen
Dit is het pensioen na uw persoonlijke pensioendatum; het levenslang ouderdomspensioen.
Partnerpensioen en wezenpensioen
Dit zijn de pensioenen die uw partner en uw kinderen ontvangen na uw overlijden. Dit is een levenslang partnerpensioen en een tijdelijk wezenpensioen.
In dit hoofdstuk leest u wie partij zijn bij de pensioenregeling en wat uw plichten zijn.
Wij zijn de pensioenuitvoerder van uw pensioenregeling: Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap in Den Haag. Stap kent diverse organen, waaronder een Bestuur en een Raad van Toezicht. Over deze en de andere organen leest u in onze statuten. Deze staan op onze website op het deelnemerportaal. U logt daarvoor in op: xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
Wanneer zich een situatie voordoet waarin dit pensioenreglement niet voorziet, handelen wij naar beste weten en in de geest van de pensioenregeling.
U gaat deelnemen aan deze pensioenregeling direct nadat u met uw werkgever een pensioenovereenkomst voor deze pensioenregeling heeft. U krijgt dan pensioenaanspraken. U kunt niet voor uw werkgever werken zonder deel te nemen aan de pensioenregeling. Behalve als u een verklaring van de Sociale Verzekeringsbank heeft waarin u als gemoedsbezwaarde wordt erkend.
Uw werkgever heeft met ons afgesproken dat wij zorgen voor de uitvoering van de pensioenregeling. Wij incasseren alle premies en kosten bij uw werkgever.
Als u een eigen bijdrage moet betalen, regelt uw werkgever dit apart met u. Uw werkgever verrekent de eigen bijdrage met uw salaris.
Wij keren pensioen uit aan de pensioengerechtigde. Dat doen we nadat we alle gegevens hebben ontvangen. Als de pensioengerechtigde staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen, sturen wij hem op dat adres informatie welke gegevens we nodig hebben om het pensioen uit te kunnen keren. Voor in het buitenland woonachtigen gaan we uit van het aan ons opgegeven adres.
De pensioenen zijn bruto bedragen. Als we dit gaan uitkeren kunnen er dus nog belasting en premies voor de sociale verzekeringen ingehouden worden. Dit geldt ook voor de eventuele afkoopwaarde.
Een pensioengerechtigde ontvangt de ingegane pensioenen in euro’s en in maandelijkse termijnen achteraf.
Wij betalen de pensioenuitkering aan de pensioengerechtigde door deze over te maken op een bankrekening op zijn naam. Kosten voor eventuele valutaverschillen of kosten die de bank berekent komen voor uw rekening. Bij overmaking op een andere bankrekening dan een IBAN-bankrekening kunnen extra uitvoeringskosten voor ons ontstaan. Deze kosten mogen wij aan u in rekening brengen.
De vordering van de pensioengerechtigde tot zijn pensioenuitkering verjaart niet zolang hij leeft.
Hoofdstuk 3. Uw pensioenregeling
Dit hoofdstuk geeft u informatie over het karakter van de pensioenregeling en over de pensioenaanspraken die u tijdens uw deelname opbouwt. Ook wordt een toelichting gegeven op begrippen zoals pensioengrondslag, pensioengevend salaris en franchise. Daarnaast leest u welke regels gelden als u in deeltijd werkt.
Op een aantal plaatsen verwijzen we naar de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'. U leest daarin de concrete getallen van uw pensioenregeling. Ook staat daar een kort overzicht van de belangrijkste kenmerken die voor u van toepassing zijn. Het is daarom handig om deze bij de hand te hebben als u het pensioenreglement leest. U vindt de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling' in laag 2 van Pensioen 1-2-3 in Mijn Pensioen. U leest over Xxxx Xxxxxxxx in het hoofdstuk ‘Hoe communiceren we met u’.
3.1. Karakter van de pensioenregeling
De Pensioenwet verdeelt de pensioenen in Nederland over een aantal soorten, ook wel karakters genoemd. Het karakter van deze pensioenregeling is een uitkeringsovereenkomst.
Een uitkeringsovereenkomst geeft u aanspraak op een vast pensioen. De hoogte van de pensioenuitkering is dus vooraf bekend.
3.2. Uw pensioenaanspraken U heeft aanspraak op:
- Ouderdomspensioen. U leest hierover in hoofdstuk 4 ‘Opbouw van ouderdomspensioen’.
- Partner- en wezenpensioen. U leest hierover in hoofdstuk 8 ‘Overlijden’.
- Anw-hiaatpensioen. U leest hierover in hoofdstuk 8 ‘Overlijden’. Dit geldt alleen als Anw-hiaatpensioen onderdeel is van uw pensioenregeling. Of dit zo is leest u in de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'.
- WIA-excedentpensioen. U leest hierover in hoofdstuk 9 ‘Arbeidsongeschiktheid’. Dit geldt alleen als WIA- excedentpensioen onderdeel is van uw pensioenregeling. Of dit zo is leest u in de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'.
Er is op elk moment maar voor één partner aanspraak op pensioen bij overlijden.
Voor alle aanspraken gelden de bepalingen van dit pensioenreglement en ook die van de:
- pensioenovereenkomst
- uitvoeringsovereenkomst
- wettelijke voorschriften.
De pensioengrondslag is het pensioengevend salaris min de franchise. Met de pensioengrondslag berekenen we al uw pensioenaanspraken, behalve het Anw-hiaatpensioen en het WIA-excedentpensioen. Dit is dus een belangrijk gegeven.
Pensioengevend salaris
Het pensioengevend salaris is het salaris waarover u pensioenen opbouwt. Uw werkgever heeft met u afspraken gemaakt over welk deel van uw salaris meetelt voor uw pensioenopbouw. In de ‘Kerngegevens van uw
pensioenregeling’ is de hoogte van het pensioengevend salaris omschreven op basis van een vol jaar van
deelname aan de pensioenregeling. U ziet dit bedrag ook in het Uniform Pensioenoverzicht over dat jaar. U leest over dit overzicht in hoofdstuk 14 'Hoe communiceren wij met u'.
Het pensioengevend salaris is fiscaal gemaximeerd. Dit maximum wordt jaarlijks aangepast. Het maximum is in 2024 € 137.800,-
Het kan zijn dat uw werkgever voor een lager maximum heeft gekozen. Dit staat in de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'.
Voor het WIA-excedentpensioen geldt geen maximaal salaris, maar wel een apart maximum voor de uitkering. U leest hierover in hoofdstuk 9 ‘Arbeidsongeschiktheid’.
Franchise
De franchise is het deel van het salaris dat niet meetelt voor pensioen. Dit is omdat u straks ook AOW ontvangt. Deze franchise passen wij elk jaar aan.
Uw franchise staat in de 'Kerngegevens van uw pensioenregeling'. Daarin staat ook hoe de franchise jaarlijks wordt aangepast.
Werken in deeltijd heeft invloed op uw pensioengrondslag. U werkt in deeltijd als u minder uren werkt dan het aantal uren bij een voltijd dienstbetrekking in uw bedrijf. Voor voltijd gaan we uit van 262 SV-dagen op jaarbasis. Dit is het maximum aantal werkdagen waarvan wordt uitgegaan voor de berekening van de premies Sociale Verzekeringen.
Bij het vaststellen van uw pensioengrondslag wordt gerekend met de gemiddelde parttimefactor en het gemiddelde pensioengevend salaris over de loonperioden van de laatste 12 maanden. Heeft u minder dan een jaar deelgenomen aan de pensioenregeling? Dan wordt de gemiddelde parttimefactor en het gemiddelde pensioengevend salaris over die kortere periode van deelname bepaald. Wij volgen voor het aantal werkelijke arbeidsuren gedurende het jaar steeds de periodieke loonaangifte van de werkgever bij de belastingdienst.
Wij stellen het deeltijdpercentage opnieuw vast zodra u:
- van een deeltijd naar een voltijd dienstbetrekking gaat, of
- van een voltijd naar een deeltijd dienstbetrekking gaat, of
- uw deeltijd dienstbetrekking wijzigt zonder dat u dan de volledige arbeidstijd werkt.
Als het WIA-excedentpensioen onderdeel is van uw pensioenregeling, geldt het volgende:
Bij het vaststellen van WIA-excedentpensioen gaan we uit van uw deeltijd pensioengevend salaris dat geldt op de dag voor de eerste ziektedag.
Hoofdstuk 4. Opbouw van ouderdomspensioen
In dit hoofdstuk leest u alles over de opbouw van ouderdomspensioen en over de mogelijkheid van waardeoverdracht voor een nieuwe deelnemer. Wij leggen de gevolgen uit als werkgever een grens aan de premie heeft gesteld met een premieplafond.
4.1. Hoogte van uw ouderdomspensioen
Zolang u deelnemer bent aan deze pensioenregeling bouwt u ieder jaar een stukje ouderdomspensioen op. Per jaar is dat een opbouwpercentage van de vastgestelde pensioengrondslag in dat jaar. Deze jaren berekenen we in dagen nauwkeurig, waarbij elke maand op 30 dagen wordt gesteld. Over de pensioengrondslag las u in paragraaf 3.3 'Pensioengrondslag'.
In de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’ kunt u zien wat uw percentage voor het opbouwen van uw ouderdomspensioen is.
Als uw pensioengrondslag stijgt, stijgt het ouderdomspensioen voor een deel. Het ouderdomspensioen dat u al opbouwde blijft hetzelfde. Maar het ouderdomspensioen dat u opbouwt vanaf de stijging van uw pensioengrondslag tot aan de pensioendatum, stijgt wel. In feite betekent dit dat u door de jaren heen ouderdomspensioen opbouwt over uw gemiddelde pensioengrondslag.
Als uw pensioengrondslag om welke reden dan ook daalt, heeft dit geen invloed op de pensioenaanspraken die u al had. Voor de toekomst wordt dan wel uitgegaan van de lagere pensioengrondslag.
Voorbeeld
Stel dat u in het eerste jaar bij uw werkgever € 45.000,- zou verdienen en de franchise is € 15.000,- per jaar. Uw
pensioengrondslag is dan € 30.000,-. Het percentage voor het opbouwen van uw ouderdomspensioen stellen we op 1,875%.
Uw ouderdomspensioen, dat u in dat jaar opbouwt is 0,01875 x € 30.000,- = € 562,50.
Stel dat u in het tweede jaar € 50.000,- zou gaan verdienen en de franchise blijft € 15.000,-. Uw pensioengrondslag is dan € 35.000,-. Dit vermenigvuldigen we weer met uw opbouwpercentage.
Uw ouderdomspensioen, dat u in dat jaar opbouwt is 0,01875 x € 35.000,- = € 656,25.
Uw ouderdomspensioen, dat u in deze twee jaren totaal opbouwt is € 562,50 + € 656,25 = € 1.218,75 Dat is hetzelfde alsof u twee jaren pensioen had opgebouwd over de gemiddelde pensioengrondslag: 2 x 0,01875 x € 32.500,- = 2 x € 609,375 = € 1.218,75.
Als daarna tot uw pensioendatum alles hetzelfde blijft, stel nog 28 jaar, keren wij u per jaar € 19.593,75 aan ouderdomspensioen uit. Dit is 29 x € € 656,25 plus 1 x € 562,50,-.
Xxxxxx u in dienst nadat u 68 jaar bent geworden? Dan geldt voor u dat u geen pensioen opbouwt.
4.2. Premieplafond (als uw werkgever dit heeft afgesproken)
Een premieplafond houdt in dat uw werkgever een grens heeft gesteld aan de pensioenpremie die uw werkgever per jaar voor de pensioenregeling beschikbaar heeft. Dit betreft de totale pensioenpremie van de werkgever en alle deelnemers. Komt de benodigde premie voor de pensioenregeling in een jaar hoger uit dan het premieplafond, dan wordt het opbouwpercentage
voor de opbouw van uw ouderdomspensioen in dat jaar verlaagd. Per saldo wordt de opbouw verlaagd tot het niveau dat gefinancierd kan worden uit het premieplafond. De pensioenopbouw in de voorgaande jaren wordt niet door het premieplafond aangetast.
Het premieplafond geldt ook voor het partner- en wezenpensioen (zie paragraaf 8.1 en 8.3) en de premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid (zie paragraaf 9.1). Als in een jaar de premie niet voldoende is om het beoogde ouderdomspensioen te financieren, wordt ook de opbouw van het partner- en wezenpensioen of de verzekering van het partner- en wezenpensioen op risicobasis in dat jaar verlaagd.
Ook de vrijgestelde opbouw bij arbeidsongeschiktheid wordt in dat jaar verlaagd.
Het eventuele Anw-hiaatpensioen (zie paragraaf 8.3) en/of WIA-excedentpensioen (zie paragraaf 9.2) wordt niet verlaagd. Dat betekent dat met de afgesproken premie eerst het Anw-hiaatpensioen en het WIA- excedentpensioen volledig wordt gefinancierd en vervolgens met het restant de opbouw en verzekering van het ouderdomspensioen en partner- en wezenpensioen wordt gefinancierd.
U leest in de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’ of uw werkgever een premieplafond met u heeft afgesproken. U ziet daarbij ook de hoogte van het premieplafond.
4.3. Waardeoverdracht voor de nieuwe deelnemer
Als nieuwe deelnemer aan deze pensioenregeling kunt u de waarde van uw pensioenaanspraken bij uw vorige werkgever naar ons overdragen. Een verzoek tot waardeoverdracht moet u bij ons indienen. Wij ontvangen het verzoek graag zo snel mogelijk van u nadat u bent gaan deelnemen aan deze pensioenregeling.
Op Mijn Pensioen kunt u het formulier 'Waardeoverdracht' downloaden, invullen en naar ons sturen. Daarna zorgen wij ervoor dat de noodzakelijke stappen worden gezet.
Hoofdstuk 5. Voorwaardelijke toeslagen
In dit hoofdstuk leest u of de pensioenen in aanmerking komen voor een toeslag.
Wij streven ernaar elk jaar per 31 december de volgende pensioenen in de Collectiviteitkring te verhogen met een toeslag:
• als u deelnemer bent → de op 31 december van het voorafgaande jaar opgebouwde aanspraken op ouderdomspensioen, partnerpensioen en wezenpensioen.
• als u gewezen deelnemer bent → de op 31 december van het voorafgaande jaar opgebouwde aanspraken op ouderdoms-, partnerpensioen en wezenpensioen.
• als u pensioengerechtigde bent → de op of voor 31 december van het voorafgaande jaar opgebouwde ingegane ouderdoms-, arbeidsongeschiktheid- en partner- en wezenpensioenen. Ook de bij een ingegaan ouderdomspensioen behorende aanspraken op partner- en wezenpensioen worden tegelijk met het ouderdomspensioen verhoogd met een toeslag.
Het streven om toeslag te verlenen is voorwaardelijk; er is geen recht op toeslagverlening en het is niet zeker of en in hoeverre in de toekomst toeslagen verleend zullen worden. De toeslag wordt uit het vrije vermogen van de Collectiviteitkring betaald. Wij stellen na afstemming met de actuaris vast of en hoeveel vrij vermogen beschikbaar is voor toeslagverlening.
Maatstaf voor de toekenning van de toeslag in een jaar is de procentuele jaarwijziging van de consumentenprijsindex voor alle huishoudens (afgeleid) op 30 september.
In Pensioenkring 2 streven wij ernaar om een gemiddelde toeslag op langere termijn te verlenen van 50% van de maatstaf.
Hoofdstuk 6. Grenzen en beperkingen
In dit hoofdstuk leest u:
- Aan welke fiscale grenzen uw pensioenopbouw is gebonden;
- Wanneer een aanpassing van de pensioenregeling of vermindering van het pensioen mogelijk is;
- Over afkopen en over klein pensioen;
- Wanneer wij u als deelnemer accepteren of het recht op een uitkering beperken.
Het pensioen is maximaal het 'fiscale maximum' als bedoeld in de Wet op de loonbelasting 1964. De toeslagen uit hoofdstuk 5 zijn maximaal het op dat moment fiscaal geaccepteerde.
Als de Belastingdienst en/of belastingrechter dit pensioenreglement niet (volledig) goedkeurt, vervangen wij dit door een reglement dat wel aan alle eisen voldoet. Wij houden dan zoveel mogelijk rekening met de toezeggingen die in deze pensioenregeling staan.
6.3. Aanpassen van de pensioenovereenkomst en het pensioenreglement De pensioenovereenkomst
Uw werkgever mag de pensioenovereenkomst aanpassen binnen de kaders die gelden voor de pensioenregeling
van de Collectiviteitkring.
Hij moet bij de aanpassing de geldende regels volgen over toestemming van de werknemers en de Ondernemingsraad.
Uw werkgever mag de pensioenregeling zonder deze toestemming aanpassen als hij zo’n groot belang heeft bij de wijziging, dat het daarom redelijk is dat het belang van werknemers hiervoor opzij wordt geschoven. In dat geval vindt een aanpassing van de toekomstige pensioenaanspraken plaats.
Het pensioenreglement
Wij mogen het pensioenreglement eenzijdig aanpassen voor zover de wijziging niet in strijd is met de fiscale of pensioenwetgeving. Een gewijzigd pensioenreglement vervangt alle voorgaande versies.
6.4. Verminderen van verworven pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen
Wij kunnen besluiten om verworven pensioenaanspraken en ingegane pensioenuitkeringen te
verminderen. Dat mogen wij doen als de financiële toestand van de Collectiviteitkring daartoe aanleiding geeft. Daarvan is sprake als niet wordt voldaan aan de wettelijke eisen over het minimaal vereist eigen vermogen of de eisen over het vereist eigen vermogen. Ook geldt als voorwaarde, dat wij niet binnen een redelijke termijn aan deze eisen kunnen voldoen zonder dat de belangen van alle belanghebbenden onevenredig worden geschaad.
6.5. Afkopen, vervreemden, prijsgeven en zekerstellen
Op grond van de pensioenregeling ontstaan er rechten voor u. Dat is bijvoorbeeld het recht op uw pensioenuitkering als u met pensioen bent. En bij uw overlijden ontstaan er rechten voor uw partner en/of kinderen. Dat is bijvoorbeeld het recht op uitkering van het partner- en wezenpensioen.
Deze rechten kunnen niet worden afgekocht, vervreemd of prijsgegeven. Of een formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid worden. Tenzij de Pensioenwet anders regelt. U kunt bijvoorbeeld niet in plaats van een maandelijkse uitkering, in één keer alles laten uitkeren. Of de uitkering op naam van iemand anders zetten.
Uw pensioenaanspraken mogen wij, na beëindiging van uw deelname in deze pensioenregeling, automatisch overdragen naar de pensioenregeling van uw nieuwe werkgever. Dat mag alleen als uw ouderdomspensioen een klein pensioen is. U hoeft voor deze overdracht niets voor te doen. Zodra uw klein pensioen is overgedragen, informeert uw nieuwe pensioenuitvoerder u hierover.
Volgens de Pensioenwet is een pensioen klein als deze per jaar lager is dan € 592,51 (voor 2024). Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast.
Heeft u niet direct een nieuwe pensioenregeling en gaat u nog niet met pensioen? Xxx blijft het klein pensioen bij ons tot het moment dat u wel een nieuwe pensioenregeling heeft. Wij doen 5 pogingen om uw pensioenaanspraken automatisch over te dragen. Lukt dat niet na 5 pogingen? Dan kunnen wij u een voorstel tot afkoop van het kleine pensioen doen. U mag dan kiezen of u dan de afkoopwaarde van uw klein pensioen in één keer ontvangt, of dat u het pensioen behoudt.
Uw pensioenaanspraken mogen wij bij de ingang van het pensioen afkopen als het ouderdomspensioen een klein pensioen is, behalve als u niet met de afkoop instemt.
Bij een klein pensioen zijn de keuzemogelijkheden die u leest in hoofdstuk 7 'Pensionering' beperkter. Neemt u dan contact op met ons. Een keuze mag niet leiden tot een 'klein pensioen'.
Een bijzonder partnerpensioen mogen wij na echtscheiding afkopen als het een klein pensioen is. Het (bijzonder) partnerpensioen en wezenpensioen wordt bij ingang van het pensioen afgekocht, als het op dat moment een klein pensioen is.
De afkoopwaarde bepalen we met een afkoopvoet. Bij een afkoop wordt de afkoopvoet gebruikt, die op dat moment geldt. De actuele afkoopvoet vindt u in bijlage 2 bij dit pensioenreglement. Ook kunt u de afkoopvoet altijd bij ons opvragen.
Is uw deelname aan deze pensioenregeling geëindigd voor 1 januari 2018? Dan mogen wij u pensioenaanspraken op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van uw deelname afkopen. Dit mag alleen als uw ouderdomspensioen een klein pensioen is.
6.7. Keuring of uitsluiting van pensioenaanspraken Keuring bij wijziging keuze
Vanaf het moment van deelname aan deze pensioenregeling krijgt u pensioenaanspraken. Dat gebeurt zonder
rekening te houden met uw gezondheidstoestand.
Maar als u een keuzemogelijkheid heeft volgens dit pensioenreglement en u een eerdere keuze wijzigt, mogen wij die keuzewijziging afhankelijk stellen van een medische keuring. Dat geldt ook als u terug komt op het eerder weigeren van deelname aan deze pensioenregeling als gemoedsbezwaarde.
Beperking partner- en wezenpensioen en Anw-hiaatpensioen
Er bestaat geen aanspraak op partner- en wezenpensioen en Anw-hiaatpensioen als u overlijdt binnen één jaar nadat u bent getrouwd of een (geregistreerd) partnerschap bent aangegaan.
Dit geldt alleen als uw overlijden redelijkerwijs te verwachten was op het moment van trouwen, of het aangaan van het (geregistreerd) partnerschap.
Was er voor u direct voorafgaande aan uw deelname aan de pensioenregeling bij ons of een andere pensioenuitvoerder een gelijksoortige verzekering? Dan geldt dit alleen voor een uitbreiding of verhoging van die verzekering.
U ontvangt ouderdomspensioen vanaf de eerste dag van de maand waarin u uw persoonlijke pensioendatum bereikt en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin u overlijdt.
U heeft verschillende mogelijkheden om uw pensioen flexibel in te vullen. Deze leest u in dit hoofdstuk. U kunt gebruik maken van meerdere mogelijkheden tegelijk. Daarbij geldt dat we voor de berekening van uw pensioen de volgorde aanhouden die in dit hoofdstuk staat.
In deze pensioenregeling gaan we er standaard van uit dat u met pensioen gaat op de eerste dag van de maand waarin u de fiscale pensioenleeftijd bereikt (de pensioendatum, zie Hoofdstuk 1). Op uw verzoek kunt u eerder of later met pensioen gaan als de fiscale regels dit op dat moment mogelijk maken.
Bij eerder of later met pensioen gaan, geldt dat we de pensioenen verlagen of verhogen op basis van een factor. Zie bijlage 2 'Flexfactoren’.
U mag eerder met pensioen gaan vanaf vijf jaar voordat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Wij keren het verlaagde ouderdomspensioen aan u uit. Als u eerder met pensioen gaat komen de volgende pensioenaanspraken te vervallen:
- Anw-hiaatpensioen
- WIA-excedentpensioen, als dit onderdeel is van uw pensioenregeling.
Het ouderdomspensioen dat u ontvangt, mag niet lager zijn dan het bedrag voor 'klein pensioen', zie paragraaf
6.6 'Klein pensioen'.
U moet u uw vervroegde persoonlijke pensioendatum uiterlijk drie maanden voor aanvang schriftelijk melden aan ons.
U mag uw pensioen later laten ingaan. Dit mag tot 5 jaar na uw AOW-gerechtigde leeftijd.
U moet uw latere persoonlijke pensioendatum uiterlijk drie maanden voor aanvang van de pensioendatum schriftelijk melden aan ons.
In deze pensioenregeling gaan we er standaard van uit dat u bij pensionering volledig met pensioen gaat. Maar u kunt ook kiezen voor gedeeltelijk met pensioen gaan. Dan gaat uw pensioenuitkering voor een deel in, dat kan voor of na uw pensioendatum. De hoogte van het deeltijdpensioen volgt de regels van het eerder of later ingaan van het pensioen. Voorwaarde is dat de fiscale regels deeltijdpensioen op dat moment mogelijk maken.
U mag met deeltijdpensioen vanaf vijf jaar voordat u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
Voor het deel dat u in dienst blijft van uw werkgever, blijft u deelnemen aan de pensioenregeling. In paragraaf
3.4 'Werken in deeltijd' beschrijven we hoe we uw pensioenaanspraken bepalen voor dit gedeelte.
Als u gedeeltelijk met pensioen bent gegaan, kunt u alleen nog maar minder gaan werken. Als u dat wilt, moet u dit drie maanden van tevoren melden aan uw werkgever en ons.
Paragraaf 7.6 'Variatie in pensioenuitkeringen' is niet van toepassing op ingegaan deeltijdpensioen.
U moet u uw deeltijd pensioendatum uiterlijk drie maanden voor aanvang schriftelijk melden aan ons.
7.5. Uitruilen van pensioen bij pensionering
U krijgt op uw persoonlijke pensioendatum het recht om de waarde van de pensioenen met elkaar uit te ruilen. Daarbij moet u er wel rekening mee houden dat u niet altijd het ouderdomspensioen en partnerpensioen kunt uitruilen. Zo blijft het deel van het ouderdomspensioen dat door scheiding aan uw ex-partner uitbetaald wordt, buiten de uitruil. Ook het bijzonder partnerpensioen blijft buiten de uitruil, zie hoofdstuk 11 'Scheiding'.
Voor het uitruilen van pensioenen maken wij gebruik van de factoren die in bijlage 2 “Flexfactoren” staan.
Als u wilt uitruilen, moet u dat uiterlijk drie maanden voor uw persoonlijke pensioendatum schriftelijk aan ons doorgeven.
Een hoger partnerpensioen en een lager ouderdomspensioen
Voor een hoger partnerpensioen ruilt u ouderdomspensioen uit. Het verhoogde partnerpensioen is maximaal 100% van het - door deze uitruil - verlaagde ouderdomspensioen. Het eventuele bijzonder partnerpensioen ten behoeve van uw ex-partner telt hierbij mee. Was het partnerpensioen voor de persoonlijke pensioendatum op risicobasis en hebben wij geen keuze over uitruil van u ontvangen? Xxx xxxxxx we ouderdomspensioen uit voor partnerpensioen, waarbij het partnerpensioen na uitruil 70% van het verlaagde ouderdomspensioen is.
Een hoger ouderdomspensioen en een lager partnerpensioen
Voor een hoger ouderdomspensioen ruilt u partnerpensioen uit voor ouderdomspensioen. Het partnerpensioen mag minimaal 0% en maximaal 100% van uw ouderdomspensioen zijn.
Als u een hoger ouderdomspensioen wilt en daardoor kiest voor een lager partnerpensioen, heeft u de toestemming van uw partner nodig. Uiteraard alleen als u een partner heeft. Geeft u op uw persoonlijke pensioendatum aan dat u geen partner heeft? Dan ruilen wij al uw partnerpensioen uit voor ouderdomspensioen.
7.6. Variatie in pensioenuitkeringen
Op uw persoonlijke pensioendatum kunt u kiezen voor een hoger ouderdomspensioen aan het begin en een lager ouderdomspensioen daarna. Bij de berekening tellen we het partnerpensioen bij overlijden na uw persoonlijke pensioendatum niet mee. Voor variatie in de hoogte van het ouderdomspensioen geldt het volgende:
- De hogere uitkering begint meteen vanaf uw persoonlijke pensioendatum.
- De hogere uitkering staat in een vaste verhouding van 100:75 ten opzichte van de lagere uitkering.
- De lagere uitkering mag niet lager zijn dan het bedrag voor 'klein pensioen', zie paragraaf 6.6 'Klein pensioen'.
Als u vóór uw AOW-gerechtigde leeftijd met pensioen gaat, heeft u ook de mogelijkheid om een ouderdomspensioen te kiezen dat in het begin net zo hoog is als de jaarlijkse gezamenlijke AOW-uitkering inclusief vakantietoeslag. We gaan dan uit van een AOW-uitkering waarbij zowel de man als de vrouw de AOW- gerechtigde leeftijd hebben bereikt. Een lager ouderdomspensioen mag natuurlijk ook.
Voor deze mogelijkheid geldt het volgende:
- De hogere uitkering begint meteen vanaf uw persoonlijke pensioendatum.
- De hogere uitkering wordt uitgekeerd tot de eerste dag van de maand waarin u de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt.
- De lagere uitkering mag niet lager zijn dan het bedrag voor 'klein pensioen', zie paragraaf 6.6 'Klein pensioen'.
Variatie is niet mogelijk wanneer u hebt gekozen voor deeltijdpensioen.
Uw partner heeft aanspraak op partnerpensioen bij uw overlijden. Het gaat in op de eerste dag van de maand na uw overlijden en het wordt uitgekeerd tot het einde van de maand waarin uw partner overlijdt.
Er zijn twee soorten partnerpensioen: op opbouwbasis en op risicobasis. Het hangt af van uw afspraken over pensioen met uw werkgever welke soort u heeft. U ziet in de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’ welke soort u heeft.
Op opbouwbasis betekent dat er na uw overlijden altijd partnerpensioen voor uw partner ingaat, ongeacht wanneer dit overlijden plaatsvindt. Ook betekent het dat er waarde in het pensioen wordt opgebouwd. Het opgebouwde partnerpensioen vervalt niet bij einde van de deelname, scheiding en pensionering.
Op risicobasis betekent dat het partnerpensioen voor uw partner alleen ingaat als u overlijdt voor uw pensioendatum. En dat er geen waarde in het pensioen wordt opgebouwd. Het pensioen vervalt bij einde van de deelname, scheiding en pensionering. Eindigt de deelname door ontslag en heeft u na ontslag direct aansluitend recht heeft op een WW-uitkering? Xxx blijft het partnerpensioen in stand zolang het recht op de WW-uitkering bestaat.
We berekenen het partnerpensioen als een percentage van de vastgestelde pensioengrondslag voor elk jaar tot uw pensioendatum. Deze jaren berekenen we in dagen nauwkeurig, waarbij elke maand op 30 dagen wordt gesteld. Over de pensioengrondslag las u in paragraaf 3.3 'Pensioengrondslag'.
In de ‘Kerngegevens van de pensioenregeling’ kunt u zien wat uw percentage voor het partnerpensioen is.
Als uw pensioengrondslag stijgt, stijgt het partnerpensioen voor een deel. Het partnerpensioen dat u al had blijft hetzelfde. Maar het partnerpensioen dat u verkrijgt vanaf de stijging van uw pensioengrondslag tot aan de pensioendatum, stijgt wel. In feite betekent dit dat u door de jaren heen partnerpensioen verkrijgt over uw gemiddelde pensioengrondslag.
Als uw pensioengrondslag om welke reden dan ook daalt, heeft dit geen invloed op de pensioenaanspraken die u al had. Voor de toekomst wordt dan wel uitgegaan van de lagere pensioengrondslag.
Voorbeeld
Stel dat u bij uw werkgever € 35.000,- zou verdienen en de franchise is € 15.000,- per jaar. Uw
pensioengrondslag is dan € 20.000,-. Het percentage voor het verkrijgen van het partnerpensioen stellen we op 1,313%. U bent gaan deelnemen aan de pensioenregeling op 28-jarige leeftijd. De pensioendatum is 68 jaar. Het aantal jaren tot u met pensioen gaat is 40.
Het partnerpensioen is 0,01313 x 40 x € 20.000,- = € 10.504 -.
Stel dat u na tien jaar € 40.000,- zou gaan verdienen en de franchise blijft € 15.000,-. Uw pensioengrondslag is dan € 25.000,-. We gaan dan voor de volgende 30 jaren hiervan uit.
Het partnerpensioen is 0,01313 x 10 x € 20.000,- vermeerderd met 0,01313 x 30 x € 25.000,-. Dit komt uit op € 12.473,50.
Als dat met uw werkgever is afgesproken kan er op risicobasis een vast bedrag aan partnerpensioen en wezenpensioen verzekerd zijn voor de jaren dat u nog niet deelnam aan deze pensioenregeling. In de ‘Kerngegevens van de pensioenregeling’ kunt u zien of dit is afgesproken.
Als uw werkgever een premieplafond heeft afgesproken, geldt dit ook voor het partnerpensioen. Over het premieplafond leest u in paragraaf 4.2. Het partnerpensioen wordt dan in het jaar waarin de benodigde premie hoger is dan het premieplafond net als het ouderdomspensioen in dat jaar evenredig verlaagd. Voor de berekening van het totale partnerpensioen, wordt voor de periode tussen het overlijden en de pensioendatum uitgegaan van het beoogde (niet verlaagde) percentage.
Uw kind heeft aanspraak op een wezenpensioen als u overlijdt. Het wezenpensioen is verbonden aan het partnerpensioen. Als het partnerpensioen op risicobasis is, is automatisch het wezenpensioen dat ook. De aanspraak op het wezenpensioen vervalt dan op dezelfde momenten als de aanspraak op partnerpensioen.
De hoogte van een wezenpensioen is 20% van het partnerpensioen.
Het wezenpensioen wordt verdubbeld als beide ouders van het kind zijn overleden.
Een kind heeft recht op deze uitkering vanaf de eerste dag van de maand na uw overlijden. Of vanaf de eerste dag van de maand waarin een kind recht krijgt op wezenpensioen. Er geldt:
- Uw kind ontvangt de uitkering standaard tot zijn 18e verjaardag.
- Uw kind ontvangt de uitkering uiterlijk tot de 27e verjaardag zolang hij voor vijf dagdelen of meer onderwijs of een opleiding voor een beroep volgt.
- Uw kind ontvangt de uitkering uiterlijk tot de 27e verjaardag zolang hij een WIA-uitkering ontvangt en hij volgens de beschikking van het UWV ten minste 45% arbeidsongeschikt is.
- Uw kind ontvangt de uitkering uiterlijk tot de 27e verjaardag zolang hij een WAJONG-uitkering ontvangt.
We keren het wezenpensioen uit tot het einde van de maand waarin het recht op wezenpensioen vervalt. Of eerder bij overlijden van uw kind.
Deze paragraaf is van toepassing als in de pensioenregeling van uw werkgever is afgesproken dat u aanspraak heeft op Anw-hiaatpensioen. Dit staat in de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’.
Ingang en einde van het pensioen
Het Anw-hiaatpensioen gaat in op de eerste dag van de maand na uw overlijden. En eindigt op de laatste dag van de maand waarin uw partner:
- de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt, of
- de fiscale pensioenrichtleeftijd bereikt als dat eerder is, of
- komt te overlijden als dat eerder is.
Hoogte uitkering
De hoogte van het Anw-hiaatpensioen is voor iedereen hetzelfde. Het Anw-hiaatpensioen is namelijk hetzelfde bedrag als de wettelijke Anw-uitkering van het jaar waarin u overlijdt.
De wettelijke Anw-uitkering wordt jaarlijks op 1 januari vastgesteld. In 2024 is dit € 19.080,24 bruto per jaar. Dit is dus in 2024 ook de hoogte van het Anw-hiaatpensioen.
Risicobasis
De aanspraak op Anw-hiaatpensioen is op risicobasis. Dit betekent dat er met dit pensioen geen waarde wordt opgebouwd. Het Anw-hiaatpensioen vervalt zonder waarde als uw deelname aan de pensioenregeling eindigt.
De aanspraak op Anw-hiaatpensioen vervalt niet als u na uw ontslag meteen een WW-uitkering krijgt. U leest hier meer over in paragraaf 10.1 'Pensioenaanspraken na einde van de deelname’.
Hoofdstuk 9. Arbeidsongeschiktheid
Als u ziek wordt en u bent op uw eerste ziektedag deelnemer aan deze pensioenregeling, krijgt u vanaf de dag dat u recht heeft op een WIA-uitkering recht op premievrijstelling. Premies waarvoor vrijstelling is verkregen, beoordelen wij als betaald. Dit betekent dat u pensioen blijft opbouwen alsof u niet arbeidsongeschikt bent geworden. Als u een eigen bijdrage betaalt voor deze pensioenregeling, wordt deze voor hetzelfde deel vrijgesteld als de totale premie.
De premievrijstelling geldt zolang u een WIA-uitkering ontvangt, maar uiterlijk tot uw ouderdomspensioen ingaat. Uw premievrijstelling baseren we op uw gemiddelde pensioengrondslag in het jaar voorafgaand aan het moment dat u ziek wordt. Xxxx u op dat moment korter deelnemer? Dan nemen we het gemiddelde over de periode dat u deelnemer bent.
Bij een uitkeringspercentage WIA Van | is het percentage arbeidsongeschiktheid | en is het percentage vrijstelling |
De premievrijstelling is volgens de volgende tabel. 6 klassen
70% - 100% 50,75% 42% 35% 28% minder dan 28% | 80% of hoger 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% 35% tot 45% minder dan 35% | 100% 72,5% 60% 50% 40% 0% |
In de periode van premievrijstelling wijzigen we uw pensioengrondslag en/of deze pensioenregeling niet. Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent, geldt dit voor het deel van de pensioenaanspraken dat is vrijgesteld.
Wijzigt de mate van uw arbeidsongeschiktheid volgens de WIA tijdens de periode dat u werknemer bent bij de werkgever van deze pensioenregeling? En komt u in de tabel hierboven in een andere klasse terecht? Dan wijzigt ook het percentage van vrijstelling.
Gedeeltelijk arbeidsongeschikt bij de start van uw deelname
Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent bij aanvang van uw deelnemerschap krijgt u geen premievrijstelling. U krijgt dan pas premievrijstelling als en voor zover uw arbeidsongeschiktheid toeneemt en u dan nog werknemer bent bij de werkgever van deze pensioenregeling. De tabel hierboven wordt dan toegepast op uw pensioengrondslag bij deze pensioenregeling.
Premievrijstelling na uitdiensttreding
Als u uit dienst gaat en u bent (deels) arbeidsongeschikt, houdt u recht op (het deel van) de vrijstelling dat u is toegekend.
Bij latere wijziging van de mate van uw arbeidsongeschiktheid volgens de WIA wijzigt het percentage van vrijstelling mee volgens de tabel in deze paragraaf. Het percentage van vrijstelling kan dan alleen niet hoger worden dat het percentage dat gold toen u uit dienst trad.
Convenant
Als dit pensioenreglement uw situatie niet regelt, geldt wat daarover is bepaald in het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’ van het Verbond van verzekeraars en de Pensioenfederatie van 23 januari 2013.
Vervroeging
Laat u uw pensioen (gedeeltelijk) eerder ingaan dan dat uw WIA-uitkering eindigt? Dan bouwt u voor het deel dat u uw pensioen laat ingaan niet langer premievrij pensioen op.
Deze paragraaf is van toepassing als in de pensioenregeling van uw werkgever is afgesproken dat u aanspraak heeft op WIA-excedentpensioen. Dit staat in de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’.
Als u ziek wordt en u bent op uw eerste ziektedag deelnemer aan deze pensioenregeling, krijgt u vanaf de dag dat u recht heeft op een WIA-uitkering een WIA-excedentpensioen.
Het WIA-excedentpensioen keren wij uit zolang u een WIA-uitkering ontvangt, maar uiterlijk tot uw ouderdomspensioen ingaat.
Als u volledig arbeidsongeschikt bent, is de hoogte van het WIA-excedentpensioen 70% van uw pensioengevend salaris boven de SV-loongrens.
Het maximale WIA-excedentpensioen bedraagt € 250.000,- minus de vrijgestelde jaarpremie op grond van paragraaf 9.1.
De SV-loongrens is de loongrens voor de Sociale Verzekeringen (werknemersverzekeringen). In 2024 is de loongrens € 71.628,84. Voor het salaris dat hoger is dan de SV-loongrens krijgt u geen WIA-uitkering van de overheid. Uw inkomen wordt voor dat deel met het WIA-excedentpensioen aangevuld.
Voorbeeld
Uw pensioengevend salaris is € 80.000,-. Dan heeft u recht op 70% over uw pensioengevend salaris boven de SV- loongrens.
70% x (€ 80.000,- -/- € 66.956,94) = € 9.130,14
Uw WIA-excedentpensioen is € 9.130,14 per jaar.
We stellen uw WIA-excedentpensioen vast met het laatste pensioengevend salaris waarmee we de pensioengrondslag bepaalden op de dag voorafgaand aan de eerste ziektedag.
Bij een uitkeringspercentage WIA van | is het percentage arbeidsongeschiktheid | en ontvangt u onderstaand percentage van een volledig WIA- excedentpensioen |
100% - 75% 50,75% 42% 35% | 80% of hoger 65% tot 80% 55% tot 65% 45% tot 55% | 100% 72,5% 60% 50% |
28% minder dan 28% | 35% tot 45% minder dan 35% | 40% 0% |
Als de mate van uw arbeidsongeschiktheid volgens de WIA wijzigt en u in de tabel hierboven in een andere klasse terecht komt, wijzigt ook het percentage van de uitkering dat u ontvangt.
Gedeeltelijk arbeidsongeschikt bij de start van uw deelname
Als u gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent op het moment dat u deelnemer wordt aan deze pensioenregeling, heeft u geen recht op WIA-excedentpensioen.
WIA-excedentpensioen na uitdiensttreding
Als u uit dienst gaat en u bent (deels) arbeidsongeschikt, houdt u recht op (het deel van) de uitkering die u is toegekend.
Bij latere wijziging van de mate van uw arbeidsongeschiktheid volgens de WIA, wijzigt het percentage van de uitkering. Dat gebeurt ook als het percentage arbeidsongeschiktheid hoger wordt dan toen u uit dienst trad.
Convenant
Als dit pensioenreglement uw situatie niet regelt, geldt wat daarover is bepaald in het ‘Convenant over dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en premievrijstelling in pensioenregelingen’ van het Verbond van verzekeraars en de Pensioenfederatie van 23 januari 2013.
Hoofdstuk 10. Einde van uw deelname aan de pensioenregeling
In dit hoofdstuk leest u welke pensioenaanspraken u bij beëindiging van uw deelname behoudt en welke komen te vervallen.
10.1. Pensioenaanspraken na einde van de deelname
Bij beëindiging van uw deelname, houdt u recht op de pensioenen die u tot dat moment heeft opgebouwd. De volgende pensioenaanspraken vervallen:
- alle pensioenaanspraken, als het ouderdomspensioen € 2,- per jaar of kleiner is.
- Anw-hiaatpensioen, als dit onderdeel is van uw pensioenregeling.
- WIA-excedentpensioen, als dit onderdeel is van uw pensioenregeling.
Heeft u een partner- en wezenpensioen op risicobasis? Dan vervalt dit eveneens bij beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling. U leest in de ‘Kerngegevens van uw pensioenregeling’ of het partner- en wezenpensioen op risicobasis is of op opbouwbasis. Zie ook paragraaf 8.1 ‘Partnerpensioen’ en paragraaf 8.2 ’Wezenpensioen’.
Uitzondering bij WW-uitkering
Heeft u aansluitend aan de beëindiging van de deelname aan de pensioenregeling recht op een WW-uitkering? Dan blijven het Anw-hiaatpensioen en het partner- en wezenpensioen op risicobasis bestaan, zolang het recht op de WW-uitkering bestaat.
De hoogte van het partner- en wezenpensioen is afhankelijk van het aantal jaren dat u deelnam aan deze pensioenregeling en is daardoor lager dan wanneer u in dienst was gebleven.
De hoogte van het Anw-hiaatpensioen is gelijk aan het bedrag waarop aanspraak bestond vlak voor het moment van ontslag.
10.2. Uitruil bij partner- en wezenpensioen op risicobasis
Als uw deelname aan de pensioenregeling eindigt, vervalt het partner- en wezenpensioen op risicobasis. Om ervoor te zorgen dat er na uw overlijden toch een partnerpensioen en wezenpensioen is, ruilen we automatisch ouderdomspensioen uit voor partnerpensioen en wezenpensioen, waarbij het partnerpensioen na uitruil 70% van het verlaagde ouderdomspensioen is.
U kunt ervoor kiezen dat er geen ouderdomspensioen wordt uitgeruild in partnerpensioen en wezenpensioen. Uw verzoek om geen ouderdomspensioen uit te ruilen in partnerpensioen en wezenpensioen moet u doen binnen drie maanden nadat wij u geïnformeerd hebben over de gevolgen van de beëindiging van uw deelname aan de pensioenregeling.
Wij verlagen de aanspraak op ouderdomspensioen op basis van een factor. Deze staat in bijlage 2 'Flexfactoren'.
10.3. Waardeoverdracht naar nieuwe pensioenregeling
Als uw dienstbetrekking eindigt door ontslag, heeft u recht op waardeoverdracht. Xxx draagt u de waarde van uw pensioenen over naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. De waarde wordt omgezet in pensioenaanspraken volgens de regeling van uw nieuwe werkgever.
Een waardeoverdracht doen wij op uw verzoek en volgens de wettelijke voorschriften. Wij ontvangen uw verzoek graag zo snel mogelijk na deelname aan de nieuwe pensioenregeling.
Als u een partner heeft, moet deze schriftelijk toestemming geven voor de waardeoverdracht van het partnerpensioen. Een bijzonder partnerpensioen - zie hoofdstuk 11 'Scheiding' - kan niet worden overgedragen.
Een waardeoverdracht is niet mogelijk als uw werkgever het bedrag voor het uitvoeren van de wettelijke waardeoverdracht niet kan betalen. Als dat zo is, moet uw werkgever dat bewijzen met een verklaring van een onafhankelijke accountant.
Uw ex-partner heeft volgens wettelijke regels recht op een deel van het pensioen. De regels zijn als volgt:
- Is het partner- en wezenpensioen op opbouwbasis? Xxx krijgt uw ex-partner aanspraak op 'bijzonder partnerpensioen' volgens de bepalingen in de Pensioenwet. Uw ex-partner krijgt dan een eigen aanspraak op partnerpensioen. Dit is alleen voor het deel dat u opbouwde tot aan de datum van scheiding of de datum waarop het (geregistreerd) partnerschap eindigt. Na het overlijden van xx ex-partner vervalt het bijzonder partnerpensioen. Het komt niet terug bij het partnerpensioen voor een volgende partner.
Het bijzonder partnerpensioen geldt niet voor de ex-partner waarvan u gescheiden bent van tafel en bed.
- Als u vóór de scheiding ouderdomspensioen uitruilde in partnerpensioen gaat de aanspraak op dit partnerpensioen naar uw ex-partner. Dit geldt niet voor de ex-partner waarvan u gescheiden bent van tafel en bed.
- Daarnaast heeft uw ex-partner recht op verevening van het ouderdomspensioen volgens de bepalingen in de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding. Als gevraagd is om verevening, heeft uw ex-partner een aanspraak op uitbetaling van de helft van het ouderdomspensioen. Maar alleen van het ouderdomspensioen dat u opbouwde in de periode dat u getrouwd of geregistreerd partners was. Dit heet verevend pensioen. Bent u gescheiden van tafel en bed? Xxx telt voor verevening alleen de periode tot scheiding van tafel en bed mee. Verevening leidt dus tot een lager ouderdomspensioen voor u. De verevening vervalt als uw ex- partner overlijdt. Uw ouderdomspensioen groeit dan weer aan met het verevende deel. Het maakt niet uit of het ouderdomspensioen al is ingegaan of niet.
- Als u samenwoonde met of zonder een samenlevingscontract kent de wet geen recht op verevening toe.
- Vanaf uw persoonlijke pensioendatum keren wij het verevende ouderdomspensioen rechtstreeks uit aan uw ex-partner. De uitkering stopt zodra u overlijdt. En als uw ex-partner eerder overlijdt, gaat deze uitkering naar u vanaf het moment dat uw ex-partner is overleden.
Binnen twee jaar na de datum van scheiding mag u of uw ex-partner ons rechtstreeks om uitbetaling van het verevende ouderdomspensioen vragen. Daarna moet uw ex-partner aan u om rechtstreekse uitbetaling vragen.
De wet biedt u soms de mogelijkheid om het anders te regelen. Wij zijn niet in alle gevallen verplicht om daaraan mee te werken. Informeert u bij een voornemen om te gaan scheiden op tijd naar de wettelijke regels, die dan gelden. Het is ook belangrijk dat u ons vraagt welke gegevens u aan ons moet verstrekken en wanneer. En of wij meewerken als u en uw ex-partner het anders willen regelen.
Hoofdstuk 12. Onbetaald verlof
In de periode dat u met onbetaald verlof bent, worden uw aanspraken op grond van deze pensioenregeling voortgezet op dezelfde manier en volgens dezelfde regels als direct daarvoor.
U kunt met uw werkgever afspraken maken over de premie die u gedurende het verlof zelf betaalt als eigen bijdrage.
Er is een Belanghebbendenorgaan voor de Collectiviteitkring. Via het Belanghebbendenorgaan kunnen deelnemers, werkgevers en pensioengerechtigden in de Collectiviteitkring meepraten over de uitvoering van de pensioenregeling. Wij moeten het Belanghebbendenorgaan voor bepaalde besluiten om advies vragen. Soms hebben wij goedkeuring nodig van het Belanghebbendenorgaan. Wettelijk is voorgeschreven in welke gevallen advies of goedkeuring nodig is. U leest dit ook in de statuten op het deelnemerportaal. U logt daarvoor in op onze website: xxx.xxxxxxxxxxxx.xx.
In het Belanghebbendenorgaan zitten vertegenwoordigers namens de werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden van de pensioenregelingen in deze Collectiviteitkring. Er is een beperkt aantal vertegenwoordigers. Hoeveel het er zijn staat in de statuten op het deelnemerportaal. Ook ziet u daar wie de actuele vertegenwoordigers zijn van de werkgevers, deelnemers en pensioengerechtigden van de pensioenregelingen in de Collectiviteitkring.
De voorzitter van het Belanghebbendenorgaan is uw vertegenwoordiger in de Vereniging van Belanghebbendenorganen. De Vereniging van Belanghebbendenorganen benoemt en ontslaat de leden van het Bestuur en van de Raad van Toezicht.
- Het Pensioen 1-2-3: binnen drie maanden nadat uw werkgever u als deelnemer bij ons heeft aangemeld, of als u uw pensioenregeling is gewijzigd. De belangrijkste kenmerken van uw pensioenregeling staan in laag 1 van het Pensioen 1-2-3;
- Een Uniform Pensioenoverzicht (UPO): elk jaar zolang u deelnemer bent of pensioengerechtigde. In het UPO leest u de hoogte van alle pensioenen op de ingangsdatum. Ook is de hoogte vermeld als u dat jaar met ontslag zou zijn gegaan. En u leest of de pensioenen met een toeslag zijn verhoogd. Xxxx u uit dienst gegaan, dan krijgt u het UPO ook elk jaar. We vermelden in het UPO alleen de pensioenen die uit dit pensioenreglement voortkomen;
- Specifieke informatie bij de gebeurtenissen die u verder in dit pensioenreglement leest: nadat de gebeurtenis zich heeft voorgedaan. Zo krijgt u bij ontslag bijvoorbeeld een opgave van de hoogte van uw pensioen. Ook vertellen we u dan over waardeoverdracht naar een andere pensioenuitvoerder.
We vinden het belangrijk dat u alle informatie over uw pensioen snel en gemakkelijk kunt inzien.
Ons uitgangspunt is daarom dat we u digitaal informeren over uw pensioen via ons deelnemerportaal.
U krijgt toegang tot Mijn Pensioen, uw eigen digitale pensioenomgeving. Daarin krijgt u op elk moment dat u wilt inzicht in uw persoonlijke pensioensituatie. U ziet op welke pensioenen u recht heeft en hoe hoog deze zijn. Bij aanvang van deelname aan deze pensioenregeling informeren wij u hoe u toegang krijgt tot uw digitale pensioenomgeving.
Bijlage 1 Begrippen begrijpelijk
Anw Algemene nabestaandenwet.
Anw-uitkering De bruto uitkering per jaar op grond van de Algemene nabestaandenwet,
plus de bruto vakantietoeslag, voor een nabestaande zonder kinderen.
AOW-gerechtigde leeftijd De leeftijd waarop de uitkering op grond van de Algemene Ouderdomswet
(AOW-uitkering) ingaat.
Belanghebbendenorgaan Het Belanghebbendenorgaan behorende bij de Collectiviteitkring. Het
Belanghebbendenorgaan bewaakt of het bestuur van Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap het uitvoeringsreglement en het pensioenreglement juist uitvoert. Ook bewaakt het Belanghebbendenorgaan of het bestuur van Stichting Algemeen Pensioenfonds Stap de belangen van de verschillende groepen belanghebbenden evenwichtig afweegt.
Collectiviteitkring Eén of meer op grond van de Statuten bepaalde pensioenregelingen,
waarvoor een gescheiden vermogen wordt aangehouden in de zin van de Pensioenwet. Elke Collectiviteitkring wordt afzonderlijk geadministreerd.
Dienstbetrekking De arbeidsovereenkomst tussen werkgever en werknemer naar burgerlijk
recht.
Kind Xxxxx kinderen volgens de wet en die dit ook al zijn vóór de persoonlijke pensioendatum. En ook stief- en pleegkinderen als u hen tot uw overlijden als 'eigen kind' heeft onderhouden en opgevoed. Voor zover dit onderhoud en deze opvoeding zijn begonnen vóór uw persoonlijke pensioendatum.
Op risicobasis Er wordt geen waarde in het pensioen opgebouwd. Het pensioen vervalt bij
einde van de deelname, scheiding en pensionering.
Partner De persoon waarmee u vóór uw persoonlijke pensioendatum
- getrouwd xxxx, of
- een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of
- samenwoont en met wie u een partnerschap bent aangegaan.
Partnerschap De gezamenlijke huishouding tussen de ongehuwd (gewezen) deelnemer met
een andere ongehuwde persoon, die geen van beiden een geregistreerd partnerschap of een andere gezamenlijke huishouding hebben. Voorwaarde daarbij is dat u:
- geen bloed- of aanverwant in de rechte lijn bent van elkaar, en
- op hetzelfde adres staat ingeschreven in de gemeentelijke basisadministratie, en
- minimaal zes maanden aaneengesloten een gezamenlijke huishouding voert, of
- een notariële samenlevingsovereenkomst heeft gesloten waarin de gezamenlijke huishouding is vastgelegd.
Pensioen 1-2-3 Informatie van ons aan u over uw pensioenregeling. Pensioen 1-2-3 bestaat
uit drie lagen. Elke laag geeft u steeds meer informatie: van de belangrijkste kenmerken in laag 1 tot een gedetailleerde informatie in laag 3. In laag 3 ziet u ook documenten als dit pensioenreglement en onze statuten en ons jaarverslag.
Pensioenaanspraak Het recht op een pensioen dat nog niet is ingegaan.
Pensioenovereenkomst De overeenkomst tussen u en uw werkgever over deze pensioenregeling. De
pensioenovereenkomst is gelijk aan het pensioenreglement, dat is vastgesteld op de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst tussen uw werkgever en ons ingaat of dat daarna is gewijzigd.
Pensioenrecht Het recht op een ingegaan pensioen.
Pensioenregeling De pensioenregeling zoals beschreven in het pensioenreglement.
Pensioenreglement Het door ons vastgestelde pensioenreglement voor de deelnemers en
pensioengerechtigden in de Collectiviteitkring. Dit is het reglement, dat geldt op de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst tussen uw werkgever en ons ingaat, of dat daarna wordt gewijzigd.
Of, als sprake is van pensioenregeling die eerder bij een andere pensioenuitvoerder is uitgevoerd, het pensioenreglement dat is vastgesteld op de datum waarop wij de pensioenverplichtingen van de oude pensioenuitvoerder hebben overgenomen, of dat daarna wordt gewijzigd.
Scheiding Onder scheiding verstaan we:
- Echtscheiding.
- Ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed.
- Beëindiging van een partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of omzetting van een partnerschap in een geregistreerd partnerschap of huwelijk.
- Beëindiging van een geregistreerd partnerschap anders dan door overlijden, vermissing of omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.
Statuten Onze statuten, zoals deze luiden op de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst tussen de werkgever en ons ingaat of daarna worden gewijzigd. Of, als sprake is als sprake is van pensioenregeling die eerder bij een andere pensioenuitvoerder is uitgevoerd, onze statuten zoals deze luiden op de datum waarop wij de pensioenverplichtingen van de oude pensioenuitvoerder hebben overgenomen of daarna worden gewijzigd.
Uitvoeringsovereenkomst De overeenkomst tussen uw werkgever en ons over de uitvoering van deze
pensioenregeling. Dit is de overeenkomst, die geldt op het moment dat wij deze sloten met uw werkgever of daarna hebben gewijzigd.
Uitvoeringsreglement De nadere uitwerking van de manier waarop de uitvoering van uw
pensioenregeling binnen de Collectiviteitkring gebeurt. Dit is het reglement,
dat geldt op de datum waarop de uitvoeringsovereenkomst tussen uw werkgever en ons ingaat, of dat daarna wordt gewijzigd.
Of, als sprake is als sprake is van pensioenregeling die eerder bij een andere pensioenuitvoerder is uitgevoerd, het uitvoeringsreglement dat geldt op de datum waarop wij de pensioenverplichtingen van de oude pensioenuitvoerder hebben overgenomen, of dat daarna wordt gewijzigd.
Werknemer De persoon die volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht arbeid voor de werkgever verricht.
Werkgever Het bedrijf of de organisatie voor wie u arbeid verricht volgens een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht.
Bijlage 2 Flexfactoren en afkoopfactoren
Geldigheid en wijziging percentages en bedragen
De percentages en bedragen in deze bijlage zijn vastgesteld met ingang van 1 juli 2024 bij een pensioendatum van 68 jaar. Deze percentages en bedragen kunnen jaarlijks veranderen.
Vervroeging en uitstel van ouderdomspensioen
Het ouderdomspensioen bij vervroeging of uitstel bedraagt een percentage van het ouderdomspensioen op 68- jarige leeftijd volgens de onderstaande tabel.
Pensioen leeftijd | Factor | Pensioen leeftijd | Factor | |
66 | 87,3% | |||
67 | 93,3% | |||
68 | 100,0% | |||
69 | 107,4% | |||
70 | 115,6% | |||
60 | 61,4% | 71 | 124,7% | |
61 | 64,8% | 72 | 134,9% | |
62 | 68,5% | 73 | 146,3% | |
63 | 72,6% | 74 | 159,3% | |
64 | 77,1% | 75 | 174,0% | |
65 | 82,0% |
Voorbeeld: u heeft € 8.000,00 levenslang ouderdomspensioen met pensioendatum 68 jaar. Als dit pensioen ingaat op 64 jaar wordt het levenslang ouderdomspensioen verlaagd naar 77,1 % van dit bedrag. U ontvangt dan dus € 6.168,- levenslang ouderdomspensioen.
Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen (of andersom) bij pensionering
Bij uitruil van ouderdomspensioen (OP) in partnerpensioen (PP) levert elke euro OP een bedrag aan PP in euro’s op volgens de eerste twee kolommen in onderstaande tabel. Andersom levert de uitruil van elke euro PP een bedrag aan eurocent OP op volgens de laatste twee kolommen in onderstaande tabel.
(Pensioen) leeftijd | Ruilvoet OP in PP | (Xxxxxxxx) leeftijd | Xxxxxxxx PP in OP |
60 | 6,815 | 60 | 0,147 |
61 | 6,567 | 61 | 0,152 |
62 | 6,326 | 62 | 0,158 |
63 | 6,092 | 63 | 0,164 |
64 | 5,863 | 64 | 0,171 |
65 | 5,640 | 65 | 0,177 |
66 | 5,423 | 66 | 0,184 |
67 | 5,211 | 67 | 0,192 |
68 | 5,028 | 68 | 0,199 |
69 | 4,841 | 69 | 0,207 |
70 | 4,659 | 70 | 0,215 |
71 | 4,480 | 71 | 0,223 |
72 | 4,306 | 72 | 0,232 |
73 | 4,137 | 73 | 0,242 |
74 | 3,973 | 74 | 0,252 |
75 | 3,813 | 75 | 0,262 |
Voorbeeld: op 68-jarige leeftijd kunt u € 1000,- ouderdomspensioen uitruilen naar € 5.028,- partnerpensioen. U krijgt dan € 1.000,- minder ouderdomspensioen en als u overlijdt krijgt uw partner € 5.028,- partnerpensioen.
Uitruil ouderdomspensioen in partnerpensioen bij uitdiensttreding
Bij uitruil van ouderdomspensioen (OP) in partnerpensioen (PP) bij uitdiensttreding levert elke euro OP een bedrag aan PP in euro’s op volgens de onderstaande tabel.
Leeftijd | Xxxxxxxx | Xxxxxxxx | Xxxxxxxx | |
21 | 4,422 | 45 | 3,757 | |
22 | 4,381 | 46 | 3,749 | |
23 | 4,341 | 47 | 3,745 | |
24 | 4,302 | 48 | 3,743 | |
25 | 4,264 | 49 | 3,744 | |
26 | 4,227 | 50 | 3,748 | |
27 | 4,190 | 51 | 3,756 | |
28 | 4,155 | 52 | 3,768 | |
29 | 4,121 | 53 | 3,785 | |
30 | 4,089 | 54 | 3,806 | |
31 | 4,058 | 55 | 3,833 | |
32 | 4,028 | 56 | 3,866 | |
33 | 3,999 | 57 | 3,905 | |
34 | 3,972 | 58 | 3,951 | |
35 | 3,945 | 59 | 4,004 | |
36 | 3,920 | 60 | 4,064 | |
37 | 3,896 | 61 | 4,133 | |
38 | 3,873 | 62 | 4,209 | |
39 | 3,851 | 63 | 4,293 | |
40 | 3,831 | 64 | 4,386 | |
41 | 3,813 | 65 | 4,487 | |
42 | 3,796 | 66 | 4,599 | |
43 | 3,781 | 67 | 4,722 | |
44 | 3,767 | 68 | 5,028 |
Voorbeeld: als u op 45-jarige leeftijd uit dienst gaat, kunt u € 1000,- ouderdomspensioen uitruilen naar € 3757,- partnerpensioen. U krijgt dan vanaf uw pensioendatum € 1000,- minder ouderdomspensioen. Als u overlijdt
tussen uitdiensttreding en uw pensioendatum krijgt uw partner € 3.757,- partnerpensioen.
Omzetting van pensioendatum op leeftijd 67 naar leeftijd 68
Het opgebouwde ouderdomspensioen van een deelnemer met een standaard pensioendatum van 67 jaar wordt op 1 januari 2018 omgezet naar een pensioendatum van 68 jaar. Dit is gebeurd omdat de fiscale pensioenrichtleeftijd in de Wet op de Loonbelasting 1964 is gewijzigd van 67 naar 68 jaar. Zie hoofdstuk 1 onder het kopje ‘De pensioendatum’.
Deze omzetting heeft actuarieel neutraal plaatsgevonden met behulp van de factoren volgens onderstaande tabel.
Leeftijd | Factor | Leeftijd | Factor | |
15 | 1,05747 | 42 | 1,06046 | |
16 | 1,05760 | 43 | 1,06049 | |
17 | 1,05772 | 44 | 1,06050 | |
18 | 1,05784 | 45 | 1,06050 | |
19 | 1,05797 | 46 | 1,06047 | |
20 | 1,05810 | 47 | 1,06043 | |
21 | 1,05824 | 48 | 1,06048 | |
22 | 1,05836 | 49 | 1,06064 | |
23 | 1,05849 | 50 | 1,06082 | |
24 | 1,05861 | 51 | 1,06101 | |
25 | 1,05874 | 52 | 1,06121 | |
26 | 1,05887 | 53 | 1,06145 | |
27 | 1,05900 | 54 | 1,06172 | |
28 | 1,05912 | 55 | 1,06199 | |
29 | 1,05925 | 56 | 1,06223 | |
30 | 1,05937 | 57 | 1,06243 | |
31 | 1,05949 | 58 | 1,06266 | |
32 | 1,05961 | 59 | 1,06283 | |
33 | 1,05973 | 60 | 1,06285 | |
34 | 1,05984 | 61 | 1,06276 | |
35 | 1,05995 | 62 | 1,06252 | |
36 | 1,06005 | 63 | 1,06217 | |
37 | 1,06013 | 64 | 1,06170 | |
38 | 1,06021 | 65 | 1,06108 | |
39 | 1,06029 | 66 | 1,06035 | |
40 | 1,06036 | 67 | 1,05959 | |
41 | 1,06042 |
Omzetting van levenslang ouderdomspensioen in een extra, tijdelijk ouderdomspensioen van de pensioeningangsdatum tot de AOW-gerechtigde leeftijd.
Als de deelnemer het ouderdomspensioen vóór de AOW-gerechtigde leeftijd in laat gaan, kan hij een deel van het ouderdomspensioen omzetten in een extra, tijdelijk pensioen over de periode vanaf de pensioeningangsdatum tot aan de eerste van de maand waarin betrokkene de AOW-gerechtigde leeftijd bereikt. Dit extra, tijdelijk ouderdomspensioen is maximaal twee maal het pensioen voor gehuwden exclusief toeslag volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW) vermeerderd met vakantietoeslag.
Bij omzetting van levenslang ouderdomspensioen in tijdelijk ouderdomspensioen levert € 1.000,-levenslang ouderdomspensioen een bedrag aan tijdelijk ouderdomspensioen in euro’s op volgens de onderstaande tabel.
uitkering tot leeftijd | |||||||
Pensioen- leeftijd | 65 | 65 9/12 | 66 | 66 4/12 | 66 8/12 | 67 | 67 3/12 |
60 | 3,926 | 3,460 | 3,331 | 3,174 | 3,034 | 2,907 | 2,819 |
61 | 4,703 | 4,016 | 3,832 | 3,615 | 3,423 | 3,253 | 3,137 |
62 | 5,999 | 4,869 | 4,586 | 4,260 | 3,980 | 3,738 | 3,577 |
63 | 8,583 | 6,342 | 5,843 | 5,293 | 4,843 | 4,468 | 4,225 |
64 | 16,278 | 9,486 | 8,348 | 7,208 | 6,352 | 5,685 | 5,274 |
65 | 21,130 | 15,940 | 12,045 | 9,706 | 8,145 | 7,278 | |
66 | 45,665 | 23,014 | 15,464 | 12,443 | |||
67 | 58,858 | ||||||
68 |
Voorbeeld: u gaat op 62-jarige leeftijd met pensioen en u wilt dan € 5.000,- extra tijdelijk ouderdomspensioen tot 67 jaar. Uw levenslang ouderdomspensioen vanaf 62 jaar wordt dan verlaagd met € 1.337,61 (5.000/3738 x 1000).
Afkoop ouderdomspensioen met ingangsleeftijd 68 en latent partnerpensioen.
Leeftijd | Afkoopfactor Ouderdoms- pensioen | Afkoopfactor Latent partnerpensioen | Leeftijd | Afkoopfactor Ouderdoms- pensioen | Afkoopfactor Latent partnerpensioen | |
15 | 7,910 | 1,818 | 46 | 10,203 | 2,916 | |
16 | 7,981 | 1,850 | 47 | 10,285 | 2,950 | |
17 | 8,052 | 1,882 | 48 | 10,369 | 2,982 | |
18 | 8,123 | 1,915 | 49 | 10,456 | 3,015 | |
19 | 8,194 | 1,948 | 50 | 10,550 | 3,046 | |
20 | 8,266 | 1,982 | 51 | 10,649 | 3,077 | |
21 | 8,338 | 2,016 | 52 | 10,755 | 3,105 | |
22 | 8,411 | 2,051 | 53 | 10,868 | 3,133 | |
23 | 8,483 | 2,086 | 54 | 10,992 | 3,159 | |
24 | 8,556 | 2,122 | 55 | 11,129 | 3,183 | |
25 | 8,629 | 2,157 | 56 | 11,280 | 3,206 | |
26 | 8,702 | 2,193 | 57 | 11,447 | 3,227 | |
27 | 8,775 | 2,229 | 58 | 11,634 | 3,245 | |
28 | 8,848 | 2,265 | 59 | 11,840 | 3,262 | |
29 | 8,922 | 2,301 | 60 | 12,067 | 3,277 | |
30 | 8,996 | 2,337 | 61 | 12,316 | 3,290 | |
31 | 9,069 | 2,373 | 62 | 12,587 | 3,300 | |
32 | 9,143 | 2,409 | 63 | 12,882 | 3,308 | |
33 | 9,217 | 2,446 | 64 | 13,203 | 3,314 | |
34 | 9,291 | 2,482 | 65 | 13,550 | 3,318 | |
35 | 9,365 | 2,519 | 66 | 13,927 | 3,319 | |
36 | 9,440 | 2,555 | 67 | 14,335 | 3,319 | |
37 | 9,514 | 2,592 | 68 | 14,774 | 3,143 | |
38 | 9,589 | 2,629 | 69 | 15,273 | 3,130 | |
39 | 9,663 | 2,666 | 70 | 15,815 | 3,113 | |
40 | 9,739 | 2,702 | 71 | 16,407 | 3,094 | |
41 | 9,814 | 2,739 | 72 | 17,059 | 3,072 | |
42 | 9,890 | 2,775 | 73 | 17,777 | 3,046 | |
43 | 9,967 | 2,811 | 74 | 18,572 | 3,017 | |
44 | 10,044 | 2,847 | 75 | 19,461 | 2,984 | |
45 | 10,123 | 2,881 |
Afkoop direct ingaand partnerpensioen.
Leeftijd partner | Afkoopfactor ingegaan partnerpensioen | Leeftijd partner | Afkoopfactor ingegaan partnerpensioen | Leeftijd partner | Afkoopfactor ingegaan partnerpensioen | ||
15 | 38,657 | 44 | 27,216 | 73 | 12,160 | ||
16 | 38,330 | 45 | 26,745 | 74 | 11,615 | ||
17 | 38,000 | 46 | 26,269 | 75 | 11,071 | ||
18 | 37,665 | 47 | 25,788 | 76 | 10,531 | ||
19 | 37,325 | 48 | 25,304 | 77 | 9,994 | ||
20 | 36,982 | 49 | 24,815 | 78 | 9,462 | ||
21 | 36,634 | 50 | 24,321 | 79 | 8,938 | ||
22 | 36,281 | 51 | 23,822 | 80 | 8,420 | ||
23 | 35,923 | 52 | 23,321 | 81 | 7,914 | ||
24 | 35,560 | 53 | 22,816 | 82 | 7,420 | ||
25 | 35,193 | 54 | 22,306 | 83 | 6,940 | ||
26 | 34,820 | 55 | 21,794 | 84 | 6,474 | ||
27 | 34,442 | 56 | 21,278 | 85 | 6,025 | ||
28 | 34,059 | 57 | 20,759 | 86 | 5,596 | ||
29 | 33,671 | 58 | 20,238 | 87 | 5,188 | ||
30 | 33,278 | 59 | 19,713 | 88 | 4,804 | ||
31 | 32,879 | 60 | 19,186 | 89 | 4,443 | ||
32 | 32,475 | 61 | 18,657 | 90 | 4,107 | ||
33 | 32,066 | 62 | 18,126 | 91 | 3,799 | ||
34 | 31,651 | 63 | 17,592 | 92 | 3,506 | ||
35 | 31,231 | 64 | 17,055 | 93 | 3,236 | ||
36 | 30,806 | 65 | 16,517 | 94 | 2,989 | ||
37 | 30,376 | 66 | 15,977 | 95 | 2,762 | ||
38 | 29,940 | 67 | 15,434 | 96 | 2,557 | ||
39 | 29,499 | 68 | 14,890 | 97 | 2,371 | ||
40 | 29,052 | 69 | 14,346 | 98 | 2,205 | ||
41 | 28,601 | 70 | 13,800 | 99 | 2,057 | ||
42 | 28,144 | 71 | 13,253 | 100 | 1,928 | ||
43 | 27,683 | 72 | 12,707 |
Afkoop direct ingaand wezenpensioen.
Leeftijd kind | Afkoopfactor ingegaan wezenpensioen | Leeftijd kind | Afkoopfactor ingegaan wezenpensioen | |
0 | 13,953 | 14 | 4,807 | |
1 | 13,346 | 15 | 4,447 | |
2 | 12,727 | 16 | 4,081 | |
3 | 12,097 | 17 | 3,785 | |
4 | 11,450 | 18 | 3,412 | |
5 | 10,786 | 19 | 3,033 | |
6 | 10,102 | 20 | 2,650 | |
7 | 9,397 | 21 | 2,262 | |
8 | 8,669 | 22 | 1,949 | |
9 | 7,918 | 23 | 1,552 | |
10 | 7,142 | 24 | 1,150 | |
11 | 6,341 | 25 | 0,743 | |
12 | 5,515 | 26 | 0,332 | |
13 | 5,163 | 27 | 0,000 |