MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen
MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
AI Nr. 8580
Bijvoegsel Stcrt. d.d. 31-7-96 nr. 145
ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR DOKTERSASSISTENTEN
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelezen het verzoek van de Landelijke Huisartsen Vereniging als partij te ener zijde mede namens de Nederlandse Vereniging van Doktersassis- tenten als partij te anderer zijde bij de collectieve arbeidsovereenkomst voor Doktersassistenten, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;
Overwegende,
dat genoemde collectieve arbeidsovereenkomst in werking is getreden;
dat van het verzoek tot algemeen verbindendverklaring mededeling is gedaan in de Nederlandse Staatscourant;
dat naar aanleiding van dit verzoek geen schriftelijke bezwaren zijn ingebracht;
dat de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst gelden voor een belangrijke meerderheid van de in de bedrijfstak werkzame perso- nen;
Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeids- overeenkomsten;
Besluit:
I. Verklaart opnieuw algemeen verbindend tot en met 31 december 1996 de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst voor Doktersas- sistenten eerder algemeen verbindend verklaard bij besluit van 9 februari
Sdu Uitgevers, ’s-Gravenhage 1996 CAO858096
6C0127 1
1996 (Stcrt. 1996, nr. 31), zulks met inachtneming van de navolgende wijzigingen en hetgeen onder II, III, IV en V is bepaald:
Artikel 1, sub h, overwerk, wordt gelezen als volgt:
,,Overwerk
De tijd die de werknemer in opdracht van de werkgever in de praktijk doorbrengt en de in art. 14 lid 1 vermelde arbeidsduur te boven gaat. Tijd die aansluit aan de eerdergenoemde arbeidsduur en korter duurt dan een half uur, geldt niet als overwerk.’’
Artikel 12, aanpassing salaris, wordt gelezen als volgt:
,,Het salaris wordt tweemaal per jaar (op 1 januari en 1 juli) aangepast aan de hand van het per die data door het CBS vastgestelde consumentenprijsindexcijfers reeks werknemers laag afgeleid.’’
Aan artikel 16 wordt een nieuw lid 3 toegevoegd, hetgeen wordt gele- zen als volgt:
,,3. Een werknemer met een deeltijdaanstelling ontvangt voor ieder uur overwerk verricht binnen de in art. 14 lid 1 vermelde arbeidsduur het uurloon en vakantietoeslag. Daarnaast heeft de werknemer recht op opbouw van vakantiedagen.’’
Artikel 21 wordt gelezen als volgt:
,,Artikel 21
Vergoeding reiskosten
1. Aan de werknemer wordt een vergoeding verleend van de kosten verbonden aan het eenmaal dagelijks heen en weer reizen van zijn woning naar zijn werk met inachtneming van het bepaalde in het hiernavolgende.
2. De vergoeding is gebaseerd op de door de Rijksoverheid toegestane forfaitaire reiskostenvergoeding, algemeen, met een maximum van f 160,– per maand.’’
Artikel 22 wordt gelezen als volgt:
,,Artikel 22
1. Indien de werknemer in het kader van het gestelde in hoofdstuk 6 Overwerk en bereikbaarheidsdienst, extra reiskosten maakt of indien de werknemer in opdracht van de werkgever in het kader van zijn werkzaamheden incidenteel reiskosten maakt, worden de reiskosten
2
Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen
vergoed op basis van het openbaar vervoer (laagste klasse). Indien de werknemer gedwongen is van eigen vervoer gebruik te maken, vindt vergoeding plaats op basis van de fiscaal toegestane belasting- vrije kilometervergoeding1).
2. Indien de werknemer in opdracht van de werkgever in het kader van zijn werkzaamheden incidenteel verblijfskosten maakt, worden deze vergoed op basis van de werkelijk gemaakte kosten voor zover deze redelijk en billijk zijn.
3. Indien een werknemer aansluitend op de normale werkdag tot 19.00 uur of later arbeid moet verrichten, heeft hij tenzij de werkgever daarin voorziet recht op een maaltijdvergoeding conform de bedra- gen als genoemd in Bijlage B.’’
Artikel 23 is vervallen.
Artikel 24 wordt gelezen als volgt:
,,Artikel 24
Bij- en Nascholing
1. De werkgever zal, indien de werknemer op verzoek van de werkge- ver deelneemt aan na- respectievelijk bijscholingsactiviteiten ter be- vordering van de deskundigheid van de doktersassistente, 100% van de studiekosten, waaronder tevens de reiskosten zijn begrepen, ver- goeden.
2. De werkgever zal, indien de werknemer op eigen verzoek in overleg met de werkgever deelneemt aan na- en bijscholingsactiviteiten ter bevordering van de deskundigheid van de doktersassistente, 75% van de studiekosten, zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel, echter met uit- zondering van de reiskosten, vergoeden.
3. De werkgever verleent de werknemer in het kader van na- respectie- velijk bijscholingsactiviteiten, zoals bedoeld in lid 1 en lid 2 van dit artikel, betaald verlof gedurende maximaal drie werkdagen, zonodig verspreiden over zes dagdelen, per jaar. Onder dit verlof valt niet de voor studie benodigde tijd, maar wel het afleggen van examens.
1) ,,Noot van partijen: De fiscaal toegestane belastingvrije kilometervergoeding bedraagt in 1996: f 0,60.’’
3
4. De werknemer zal in het kader van de in dit artikel bedoelde kosten- vergoeding de desbetreffende bescheiden overleggen aan de werkge- ver.’’
Artikel 35 wordt gelezen als volgt:
,,Artikel 35
Uitkering bij overlijden
1. Xxxxxxx van overlijden van de werknemer wordt door de werkgever aan:
a. de echtgeno(o)t(e)1), van wie de werknemer niet duurzaam ge- scheiden leefde, en bij ontstentenis van deze aan
b. diens minderjarige wettelijke en natuurlijke kinderen,
een uitkering verstrekt op basis van diens laatstgenoten xxxxxxx over de periode vanaf de dag na het overlijden tot en met de laatste dag van de derde maand na die waarin het overlijden plaatsvond.2)
2. Met de echtgenoot of echtgenote wordt de relatiepartner gelijkge- steld.
3. De in het eerste lid bedoelde uitkering wordt in de maand volgend op die waarin het overlijden plaatsvindt belasting- en premievrij uit- betaald.
4. Indien de overledene geen betrekkingen nalaat als hierboven ge- noemd, kan de werkgever de uitkering of een gedeelte daarvan doen toekomen aan de persoon of de personen, die daarvoor naar het oor- deel van de werkgever op grond van billijkheidsoverwegingen in aanmerking komt/komen.
5. De overlijdensuitkering als bedoeld in het eerste lid wordt vermin- derd met het bedrag der uitkering xxxxxxx van overlijden krachtens de Ziektewet of de wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering
c.q. Algemene Arbeidsongeschiktheidswet.’’
1) Onverminderd het bepaalde in artikel 1639L BW.
2) ,,Noot van partijen: De bedoeling van artikel 35 is, dat gedurende de maand van over- lijden op het salaris van de overleden werknemer nog de gebruikelijke inhoudingen worden gedaan en vervolgens een eenmalige uitkering ter grootte van drie maanden brutosalaris zonder inhoudingen van loonbelasting en premies wordt uitbetaald.’’
4
Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen
BIJLAGE B
Lid 1 van bijlage B, salarisparagraaf en vergoedingsregelingen, wordt gelezen als volgt:
,,1. Salarisschalen
De salarie¨ring van de doktersassistent bestaat uit drie salarisschalen. Salarisschaal I is van toepassing op een niet-gediplomeerde dokters- assistent, salarisschaal II is van toepassing op een gediplomeerde doktersassistent en salarisschaal III is van toepassing op de doktersassistent-,,plus’’.
Salarisschaal I per 1 januari 19961) (niet-gediplomeerde dokters- assistent)
(maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag)
Het maandsalaris bedraagt:
vanaf 23 jaar
periodiek 1 f 2.186,–
periodiek 2 f 2.261,–
periodiek 3 f 2.342,–
periodiek 4 f 2.459,–
periodiek 5 f 2.582,–
Ongediplomeerden jonger dan 23 jaar ontvangen het wettelijk mini- mum (jeugd-)loon.
Xxxxxxxxxxxxx XX per 1 januari 19961) (gediplomeerde dokters- assistent)
(maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag)
Het maandsalaris bedraagt:
periodiek 1 f 2.340,–
periodiek 2 f 2.465,–
periodiek 3 f 2.590,–
periodiek 4 f 2.730,–
periodiek 5 f 2.905,–
periodiek 6 f 3.085,–
periodiek 7 f 3.270,–
periodiek 8 f 3.470,–
periodiek 9 f 3.670,–
periodiek 10 f 3.892,–
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
5
Xxxxxxxxxxxxx XXX per 1 januari 19961) (gediplomeerde doktersassistent-plus)
(maandsalaris exclusief overhevelingstoeslag)
Het maandsalaris bedraagt:
periodiek 1 f 2.754,–
periodiek 2 f 2.894,–
periodiek 3 f 3.079,–
periodiek 4 f 3.274,–
periodiek 5 f 3.479,–
periodiek 6 f 3.689,–
periodiek 7 f 3.904,–
periodiek 8 f 4.125,–
Bij inschaling dient rekening te worden gehouden met opleiding en erva- ring.’’
Bijlage B, lid 3 wordt gelezen als volgt:
,,3. Belastingvrij gedeelte reiskostenvergoeding/algemeen met een maxi- mum van f 160,– per maand
Enkele reisafstand woning- werk
Belastingvrij gedeelte vergoeding bij reizen op
meer dan t/m | 1 dag per week | 2 dagen per week | 3 dagen per week | 4 of meer dagen per week |
0 10 km | f 0,00 p.m. | f 0,00 p.m. | f 0,00 p.m. | f 0,00 p.m. |
f 0,00 p.w. | f 0,00 p.w. | f 0,00 p.w. | f 0,00 p.w. | |
10 15 km | f 37,92 p.m. | f 75,84 p.m. | f 113,76 p.m. | f 151,68 p.m. |
f 8,75 p.w. | f 17,50 p.w. | f 26,25 p.w. | f 35,00 p.w. | |
15 km of | f 40,00 p.m. | f 80,00 p.m. | f 120,00 p.m. | f 160,00 p.m. |
meer | f 9,25 p.w. | f 18,45 p.w. | f 27,70 p.w. | f 36,90 p.w.’’ |
Bijlage B lid 4 komt te vervallen.
1) Algemeen verbindendverklaring heeft geen terugwerkende kracht.
6
Doktersassistenten Verbindendverklaring CAO-bepalingen
Een nieuwe bijlage C, toelichting artikel 16, overwerk wordt gelezen als volgt:
,,Xxxxx voor werknemers met een volledig dienstverband als met een deeltijd-aanstelling geldt dat er geen verplichting bestaat om overwerk te verrichten. Indien de bereidheid tot het verrichten van overwerk vast- staat dan geldt als overwerk de tijd die wordt overgewerkt op verzoek (opdracht) van de werkgever.
Indien blijkt dat het overwerk van een medewerker met een deeltijd- aanstelling meerdere weken in beslag neemt, is het noodzakelijk dat werkgever en werknemer een tijdelijk arbeidscontract voor de duur van het overwerk sluiten. CAO-partijen vinden dat de termijn voor overwerk aaneensluitend maximaal zes maanden mag bedragen. Uiterlijk drie maanden na aanvang van het tijdelijke contract vindt overleg plaats of de bereidheid tot het verrichten van overwerk nog bestaat.
Is bij een deeltijdaanstelling sprake van structureel overwerk, dan ligt het in de rede de overeengekomen arbeidsduur daaraan aan te passen. Voorwaarde is wel dat de werknemer bereid is meer uren te gaan wer- ken.’’
7
II. Het is de werkgever toegestaan om in het kader van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, af te wijken van de onder I opgeno- men bepaling(en) houdende een mutatie van het loon voorzover de onverkorte toepassing van die bepaling(en) de verlening van een onthef- fing in de weg zou staan om reden dat de personeelskosten van de betrokken onderneming onvoldoende zijn gematigd.
III. Indien en voor zover de onder I opgenomen bepalingen strijdig zijn met (mede) ter zake van de vaststelling van lonen en/of andere arbeids- voorwaarden bij of krachtens de wet gestelde of te stellen regelen, pre- valeren deze regelen.
IV. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van publicatie in de Nederlandse Staatscourant.
V. Dit besluit wordt gepubliceerd door plaatsing in een bijvoegsel bij de Nederlandse Staatscourant.
’s-Gravenhage, 26 juli 1996
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Namens de Minister:
De Directeur van het Centraal kantoor
van de Arbeidsinspectie,
X. xxx Xxxx.
8