VOORWAARDEN WATERSPORTVERZEKERING 135D en 464A Inhoudsopgave
VOORWAARDEN WATERSPORTVERZEKERING 135D en 464A |
Inhoudsopgave |
Algemene Voorwaarden 135D
Artikel 1. De overeenkomst. Artikel 2. De verzekerde personen. Artikel 3 Het vaartuig.
Artikel 4. Melding en regeling van schade.
Artikel 5. Abandonnement.
Artikel 6. Andere verzekeringen.
Artikel 7. Betaling en restitutie van premie. Artikel 8. Aanpassing van premie en voorwaarden. Artikel 9. Begin en einde van de verzekering.
Artikel 10. Klachten en geschillen.
Artikel 11. Adres.
Artikel 12. Registratie persoonsgegevens.
Artikel 13. Mededelingsplicht.
Bijzondere voorwaarden extra uitgebreide dekking 464A
Artikel 1. Geldigheidsgebied. Artikel 2. Omvang van de dekking. Artikel 3. Uitsluitingen.
Artikel 4. Vaststelling van de vergoeding.
Artikel 5. No-claimkorting.
Algemene voorwaarden 135D
Artikel 1. De overeenkomst.
Deze verzekering is een overeenkomst tussen de op het polisblad genoemde verzekeringnemer en de maatschappij, die als risicodragende verzekeraar het polisblad heeft ondertekend. De door de verzekeringnemer ingediende aanvraag en direct of later verstrekte, mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen vormen de grondslag van de verzekering.
Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.
Bedenktijd
Op de aanvraag van een verzekering is een bedenktijd van toepassing. Dit betekent dat de verzekeringnemer na ontvangst van de polis en de polisvoorwaarden de verzekering ongedaan kan maken. Hierbij geldt het volgende:
• de bedenktijd bestrijkt een termijn van 14 kalenderdagen;
• de bedenktijd gaat in op het moment van ontvangst van de polis en de polisvoorwaarden;
• de verzekering moet een contracttermijn van tenminste een jaar hebben;
• wanneer gebruik wordt gemaakt van het recht de overeenkomst met terugwerkende kracht te ontbinden, wordt gehandeld alsof de verzekering nooit heeft bestaan;
• op contracten waarvan met instemming van de verzekeringnemer, de (voorlopige) dekking ingaat voordat de bedenktijd zou zijn afgelopen is de bedenktijd niet van toepassing.
Artikel 2. De verzekerde personen.
Als verzekerde personen, de verzekerden, worden aangemerkt: de eigenaar, de verzekeringnemer, de door de eigenaar of verzekeringnemer gemachtigde gebruiker en de opvarenden, hierna te noemen: verzekerde.
Artikel 3. Het vaartuig.
Het vaartuig is verzekerd met inbegrip van alle daarbij behorende scheepsuitrusting. Indien dit uit het polisblad blijkt worden tot het “vaartuig” ook gerekend de volgboot en de voortstuwings- installatie(s). Onder voortstuwingsinstallatie(s) wordt verstaan de tot de mechanische voortstuwing van het vaartuig dienende installatie(s) en toebehoren, met inbegrip van schroefas en schroef.
Artikel 4. Melding en regeling van schade.
4.1 Zodra de verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis, waaruit voor de maatschappij een verplichting tot het doen van een schadevergoeding uit kan voortvloeien is hij verplicht:
4.1.1 die gebeurtenis zo spoedig mogelijk te melden. Bij schade door diefstal, vermissing, verduistering of inbraak moet bovendien binnen vierentwintig uur na kennisneming aangifte bij de politie gedaan worden;
4.1.2 alle gegevens en bescheiden zo spoedig mogelijk te verstrekken;
4.1.3 op verzoek van de maatschappij een schriftelijke door hemzelf ondertekende verklaring over de oorzaak, toedracht en omvang van de schade over te leggen;
4.1.4 alle medewerking te verlenen aan de schaderegeling en alles na te laten wat de belangen van de maatschappij zou kunnen schaden. Voorts is de verzekeringnemer verplicht alle, zo nodig door de maatschappij voorgeschreven, maatregelen te treffen ter beperking van de schade.
De door de verzekeringnemer verstrekte mondelinge en schriftelijke opgaven zullen (mede) dienen tot de vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering.
Sanctie bij niet nakomen verplichtingen
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien verzekeringnemer een of meer van bovenstaande polisverplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de maatschappij heeft benadeeld.
4.2 Elk recht op uitkering vervalt
4.2.1 indien de verzekeringnemer bij schade opzettelijk onjuiste gegevens heeft verstrekt;
4.2.2 indien verzekeringnemer de eerder genoemde verplichtingen niet is nagekomen met het opzet de maatschappij te misleiden, tenzij de misleiding het verval van recht niet rechtvaardigt;
4.2.3 indien de schadeaanmelding niet plaats heeft binnen drie jaar na het moment waarop de verzekeringnemer kennis kreeg of had kunnen krijgen van de gebeurtenis die voor de maatschappij tot een verplichting tot uitkering kan leiden;
4.2.4 indien niet binnen zes maanden te rekenen vanaf de dag waarop de verzekeringnemer kennis kreeg van het definitieve standpunt van de maatschappij een rechtsvordering is ingesteld.
4.3 Regeling van schade
De maatschappij belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. Voor het vaststellen van de omvang en/of de oorzaak van de schade zal de maatschappij in het algemeen een of meer deskundigen benoemen. In geval van verschil van mening over de omvang van de schade heeft verzekerde het recht zelf een expert te benoemen voor
het vaststellen van de omvang van de schade. De kosten van deze expert zijn voor rekening van verzekerde. Bij verschil van mening over de omvang en/of de oorzaak van de schade benoemen de twee experts een derde expert, die binnen de grenzen bij de vaststelling bindend advies zal uitbrengen. De kosten van de derde expert komen voor gezamenlijke rekening van de maatschappij en verzekerde. Echter in geval de door verzekerde benoemde expert met betrekking tot de omvang van de schade in het gelijk wordt gesteld, komen de kosten van alle experts voor rekening van de maatschappij.
4.3.1 Door de uitkering wegens diefstal, verduistering of vermissing gaan alle rechten met betrekking tot de verdwenen zaken over op de maatschappij. De verzekeringnemer dient hiertoe medewerking te verlenen door de maatschappij in het bezit te stellen van een ondertekende akte van eigendomsoverdracht, en voor zover mogelijk van sleutels en van eigendoms- en registratiebewijzen.
4.3.2 Na een beroep op de dekking voor wettelijke aansprakelijkheid heeft de maatschappij het recht de benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen schikkingen te treffen. De belangen van de verzekerde zullen daarbij in het oog worden gehouden.
4.3.3 Heeft de maatschappij ten aanzien van een vordering van een rechthebbende uit hoofde van de verzekering een definitief standpunt ingenomen, hetzij door een (aanbod van) betaling bij wijze van definitieve afdoening, hetzij door afwijzing van een vordering, dan vervalt na 6 maanden, te rekenen vanaf de dag waarop de rechthebbende of zijn gemachtigde van dit standpunt kennis kreeg, ieder recht op schadevergoeding.
4.4 Verhaal van xxxxxx
De maatschappij heeft het recht een uitkering voor schade aan de verzekerde zaken op de voor het ontstaan van die schade aansprakelijke persoon (niet verzekeringnemer/eigenaar) te verhalen. Dit verhaalsrecht zal niet worden uitgeoefend tegen de gemachtigde gebruiker van het vaartuig en de opvarenden, tenzij hun aansprakelijkheid voor de schade door een verzekering is gedekt of tenzij de schade of het ongeval veroorzaakt is met opzet en/of met goedvinden van de verzekerde.
Artikel 5. Abandonnement.
De verzekerde zaken zullen in geen geval aan de maatschappij kunnen worden geabandonneerd.
Artikel 6. Andere verzekeringen.
Voor zover de verzekerde zaken op meerdere polissen zijn verzekerd zal de maatschappij nooit meer dan een evenredig aandeel in de schade vergoeden en worden de in deze voorwaarden genoemde maximumbedragen en percentages naar evenredigheid van de verzekerde sommen verminderd. De maatschappij vergoedt geen schade voor zover een zaak gedekt is op een andere specifieke verzekering, zoals b.v. een kostbaarheden- of een reisbagageverzekering.
Artikel 7. Betaling en restitutie van premie.
7.1 De verzekeringnemer dient de premie, de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen, uiterlijk op de 30e dag nadat zij verschuldigd worden.
7.2 Indien de verzekeringnemer het verschuldigde bedrag niet op tijd betaalt of weigert te betalen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van daarna plaatshebbende gebeurtenissen. Indien de verzekeringnemer al eerder heeft aangegeven te weigeren te betalen, wordt er geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden. De verzekeringnemer blijft verplicht het verschuldigde waaronder begrepen de gerechtelijke en buitengerechtelijke incassokosten alsnog te betalen. De dekking gaat weer in op de dag na die waarop het verschuldigde voor het geheel, door de maatschappij is ontvangen. In het geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan. Premierestitutie over de termijn dat de verzekering hierdoor niet van kracht is geweest vindt niet plaats.
7.3 Bij de beëindiging van de verzekering verleent de maatschappij restitutie van premie over de termijn waarin de verzekering niet meer van kracht is, uitsluitend in geval van artikel 8.
Artikel 8. Aanpassing van premie en voorwaarden.
De maatschappij heeft het recht de premie en de voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen te wijzigen. Tot 30 dagen na de aanpassingsdatum heeft de verzekeringnemer het recht een premieverhoging en een beperking van de dekking te weigeren, tenzij deze wijzigingen voortvloeien uit wettelijke regelingen of bepalingen. In het geval dat de verzekeringnemer van dit recht gebruik maakt, eindigt de verzekering op de in de mededeling genoemde datum. Als de verzekering bestaat uit verschillende gespecificeerde onderdelen heeft de verzekeringnemer alleen de mogelijkheid tot weigeren voor die onderdelen waar de wijziging betrekking op heeft.
Artikel 9. Begin en einde van de verzekering.
De verzekering wordt aangegaan voor de contractduur die op het polisblad is aangegeven. De verzekering wordt iedere keer stilzwijgend voor dezelfde duur verlengd. Opzegging moet schriftelijk gedaan worden en is uitsluitend in de volgende gevallen mogelijk:
• per de contractvervaldatum met een opzegtermijn van 2 maanden;
• op de jaarlijkse premievervaldatum indien de maatschappij uiterlijk 2 maanden voor deze datum de verzekering schriftelijk heeft opgezegd;
• door de maatschappij 2 maanden na dagtekening van de opzegging, gedaan binnen 30 dagen na aanmelding, afhandeling of afwijzing van een schadeclaim;
• door de maatschappij, op grond van risicowijziging;
• indien de verzekeringnemer niet akkoord gaat met een wijzigingsvoorstel van de maatschappij;
• door de maatschappij, indien de verzekeringnemer twee maanden nadat zij verschuldigd werd de premie, kosten of assurantiebelasting nog niet heeft betaald.
Het bepaalde over betaling en restitutie van premie blijft onverminderd van toepassing;
• door de maatschappij, binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringnemer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen;
• door de maatschappij, met onmiddellijke ingang indien een verzekerde naar aanleiding van een gebeurtenis met opzet een onjuiste voorstelling van zaken heeft gegeven;
• indien de maatschappij een uitkering heeft gedaan op basis van totaal verlies van het vaartuig;
• indien na verkoop van het vaartuig een nieuw ter verzekering aangeboden vaartuig door de maatschappij niet wordt geaccepteerd;
• indien het verzekerde vaartuig een vaste ligplaats buiten Nederland krijgt, danwel in het buitenland wordt gestald;
• verzekeringnemer of diens erfgenamen geen belang meer hebben bij de verzekerde zaken en tevens de feitelijke macht daarover hebben verloren;
• zodra de verzekeringnemer niet meer werkelijk in Nederland woont of gevestigd is;
• bij faillissement of overlijden van de verzekeringnemer. Indien het een bedrijf betreft, bij het faillissement, de verkoop of de opheffing daarvan.
Artikel 10. Klachten en geschillen.
Interne klachtenprocedure
Klachten die betrekking hebben op de totstandkoming en uitvoering van deze verzekering kunnen worden gericht aan:
• London Verzekeringen onderdeel van Allianz Benelux N.V.
Ter attentie van het intern klachtenbureau of de klachtenbehandelaar, Postbus 64,
3000 AB Rotterdam, of xxx.xxxxxx.xx.
Klachten- en geschillenprocedure KiFiD
Wanneer na het doorlopen van de interne klachtenprocedure het oordeel van de directie van de verzekeraar voor een belanghebbende niet bevredigend is én belanghebbende een consument is in de zin van de reglementen van het KiFiD, kan belanghebbende zich binnen 3 maanden na de datum waarop de directie van de verzekeraar dit standpunt heeft ingenomen, wenden tot:
• Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (“KiFiD”) Postbus 93257,
2509 AG Den Haag, of xxx.xxxxx.xx.
Voor meer informatie over de klachten- en geschillenprocedure en de daaraan verbonden kosten wordt verwezen naar (de website van) het KiFiD.
Bevoegde rechter
Als belanghebbende geen gebruik wil maken van de hiervoor genoemde klachtenbehandelings- mogelijkheden of wanneer de klachtenbehandeling of de uitkomst daarvan voor belanghebbende niet bevredigend is, kan belanghebbende het geschil inhoudelijk voorleggen aan de bevoegde rechter, tenzij er sprake is geweest van een bindend advies.
Artikel 11. Adres.
Kennisgevingen van de maatschappij aan de verzekeringnemer kunnen worden gedaan aan zijn laatste bij de maatschappij bekende adres of aan het adres van de tussenpersoon door wiens bemiddeling deze verzekering loopt.
Artikel 12. Registratie persoonsgegevens.
Bij de aanvraag van een verzekering/financiële dienst worden persoonsgegevens gevraagd. Deze worden door verzekeraar, respectievelijk een andere tot verzekeraar behorende rechtspersoon, verwerkt ten behoeve van het aangaan en uitvoeren van overeenkomsten, voor het uitvoeren van marketingactiviteiten, ten behoeve van het waarborgen van de veiligheid en integriteit van de financiële sector, voor statistische analyse en om te kunnen voldoen aan wettelijke verplichtingen. Op de verwerking van persoonsgegevens is de Gedragscode “Verwerking Persoonsgegevens Financiële Instellingen” van toepassing. De volledige tekst van de Gedragscode is te raadplegen via de website van het Verbond van Verzekeraars xxx.xxxxxxxxxxxx.xx. De Gedragscode kan ook
worden opgevraagd bij het Verbond van Verzekeraars (Postbus 93450, 2509 AL Den Haag, telefoon 070-3338500). In verband met een verantwoord acceptatiebeleid kan verzekeraar de gegevens van de aanvrager/kandidaat-verzekeringnemer raadplegen bij de Stichting CIS te Zeist. In dit kader kunnen deelnemers van Stichting CIS ook onderling gegevens uitwisselen. Doelstelling hiervan is
xxxxxx’x te beheersen en fraude tegen te gaan. Het privacyreglement van de Stichting CIS is van toepassing. Zie xxx.xxxxxxxxxxxx.xx
Informatie
• De verzekeraar van deze verzekering is London Verzekeringen onderdeel van Allianz Benelux
N.V. te Brussel.
• Op de (beoogde) overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
• Klachten en geschillen die betrekking hebben op de totstandkoming en uitvoering van de verzekeringsovereenkomst kunnen worden voorgelegd aan:
- de directie van de verzekeraar en/of
- Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (“KiFiD”), Postbus 93257, 2509 AG Den Haag en/of
- de bevoegde rechter in Nederland.
Artikel 13. Mededelingsplicht.
Er kunnen alleen rechten aan deze verzekering worden ontleend als de verzekeringnemer en/of andere belanghebbenden bij het aangaan van deze verzekering aan alle onderstaande voorwaarden hebben voldaan:
Strafrechtelijk verleden (zie ook de toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht)
De verzekeringnemer en/of andere belanghebbenden zijn in de laatste acht jaar als verdachte of als gevolg van een opgelegde (straf )maatregel niet in aanraking geweest met politie of justitie in verband met:
• onwettig verkregen of te verkrijgen voordeel, zoals diefstal, verduistering, bedrog, oplichting, valsheid in geschrifte of poging(en) daartoe;
• onwettige benadeling van anderen, zoals vernieling of beschadiging, mishandeling, afpersing of welk misdrijf dan ook gericht tegen de persoonlijke vrijheid, het leven of poging(en) daartoe;
• het overtreden van de Wet wapens en munitie, de Opiumwet of de Wet economische delicten;
• een misdrijf in de zin van de Wegenverkeerswet. Als de verzekeringnemer en/of andere belanghebbenden niet aan al deze voorwaarden voldoen, dient de verzekeringnemer dit onmiddellijk te melden aan de maatschappij en aan te geven, of het tot een rechtszaak is
• gekomen, wat het resultaat daarvan was en of eventuele (straf) maatregelen al ten uitvoer zijn gelegd. Indien het niet tot een rechtszaak is gekomen, is verzekeringnemer verplicht aan te geven of er sprake is geweest van een schikking met het Openbaar Ministerie, en zo ja, tegen welke voorwaarden de schikking tot stand kwam. (U kunt deze informatie desgewenst vertrouwelijk aan de directie zenden)
Er kunnen alleen rechten aan deze verzekering worden ontleend als verzekeringnemer en/of andere belanghebbenden:
• de afgelopen acht jaar niet strafrechtelijk zijn veroordeeld;
• in de laatste acht jaar geen verzekeringen zijn opgezegd, geweigerd of bijzondere voorwaarden en/of premies zijn gesteld.
Als de verzekeringnemer en/of andere belanghebbenden niet aan al deze voorwaarden voldoen, dient de verzekeringnemer dit onmiddellijk te melden aan de maatschappij.
Toelichting op de reikwijdte van de mededelingsplicht
Als de maatschappij niet of niet volledig wordt geïnformeerd kan dit tot gevolg hebben dat een recht op uitkering beperkt wordt of zelfs vervalt (Burgerlijk Wetboek artikel 7:930). In het geval van opzettelijk verzwijgen of verkeerd voorstellen van omstandigheden heeft de maatschappij het recht de overeenkomst met dadelijke ingang op te zeggen (Burgerlijk Wetboek artikel 7:929 lid 2). U bent verplicht de gegevens op het polisblad te controleren en afwijkingen en/of onjuistheden zo spoedig mogelijk maar uiterlijk binnen 14 dagen na ontvangst van het polisblad schriftelijk aan de maatschappij te melden. Na afloop van de termijn wordt aangenomen dat de door u verstrekte gegevens juist zijn overgebracht en dat de opdracht tot verzekering juist is uitgevoerd.
Bijzondere voorwaarden extra uitgebreide dekking 464A
In deze bijzondere voorwaarden staan bepalingen die alleen gelden voor de dekkingen welke vermeld staan op uw polisblad.
Artikel 1. Geldigheidsgebied.
De verzekering is van kracht in de volgende vaargebieden:
1.1 Europese binnenwateren
Alle Europese binnenwateren. Dit gebied wordt begrensd door de kustlijn, de Nederlandse en Duitse eilanden. Voor de zeegaten wordt dit gebied begrensd door de uitertonnen.
1.2 Klein Kwadrant
Gedurende de periode van 1 april tot 1 november geldt de verzekering ook voor de vaart binnen het kwadrant 48 tot 61 graden Noorderbreedte, 5 graden Westerlengte en 25 graden Oosterlengte.
1.3 Groot Kwadrant
Gedurende de periode van 1 april tot 1 november geldt de verzekering ook voor de vaart binnen het Kwadrant 35 tot 61 graden Noorderbreedte, 15 graden Westerlengte en 30 graden Oosterlengte. De verzekering geldt voor de vaart en het verblijf in het vermelde geldigheidsgebied, met inbegrip van verblijf van het vaartuig, uit het water in verband met winterstalling en/of reparatie inclusief het daarmee verbandhoudende hellingen en hijsen.
Artikel 2. Omvang van de dekking.
2.1 Dekking voor het vaartuig
De verzekering dekt de schade door verlies of beschadiging van het vaartuig of (onder)delen daarvan tengevolge van:
2.1.1 brand, blikseminslag en ontploffing;
2.1.2 diefstal, verduistering of vermissing.
Diefstal of vermissing van een meeverzekerde buitenboordmotor, die van het vaartuig is losgekoppeld, is uitsluitend gedekt na braak aan een deugdelijk afgesloten ruimte van het vaartuig of aan een deugdelijk afgesloten ruimte aan wal waarin de buitenboordmotor zich bevond;
2.1.3 aanvaring, botsing, stranding, omslaan, zinken of enig ander van buiten komend onheil;
2.1.4 eigen gebrek, waaronder ook de schade bestaand uit eigen gebrek zelf. Onder eigen gebrek wordt verstaan een ongunstige eigenschap van (onderdelen van) het verzekerde vaartuig die het niet behoort te hebben;
Indien de voortstuwingsinstallatie is voorzien van een originele scheepsmotor ouder dan 10 jaar of van een niet-originele scheepsmotor, is van de dekking uitgesloten verlies of beschadiging van de voortstuwingsinstallatie, door een eigen gebrek van de voortstuwingsinstallatie veroorzaakt;
2.1.5 het vervoer van het vaartuig over de weg binnen het dekkingsgebied, op voorwaarde dat het vervoer geschiedt overeenkomstig de wettelijke bepalingen inzake lading en het rijden met een aanhanger/oplegger.
2.2 Vergoeding van kosten
Indien zich een gedekte gebeurtenis heeft voorgedaan, tengevolge waarvan schade aan het vaartuig is ontstaan, geeft de verzekering naast en boven het voor het vaartuig verzekerde bedrag recht op vergoeding van:
2.2.1 de in redelijkheid gemaakte kosten van noodzakelijke bewaking en vervoer van het vaartuig naar de dichtstbijzijnde herstelplaats als het vaartuig deze herstelplaats niet op eigen kracht kan bereiken;
2.2.2 hulplonen en andere kosten, die een verzekerde ter voorkoming of vermindering van schade met goedkeuring van de maatschappij of in redelijkheid heeft gemaakt, in verband met een door deze verzekering gedekte schade;
2.2.3 lichtings- en opruimingskosten, indien de overheid het recht heeft van verzekerde de lichting en opruiming van het vaartuig te vorderen en in verband met een door deze verzekering gedekte schade verzekerde daartoe verplicht;
2.2.4 de in overleg met de maatschappij gemaakte extra kosten voor repatriëring van het vaartuig naar Nederland, indien het vaartuig niet op eigen kracht naar Nederland kan terugkeren;
2.2.5 de in overleg met de maatschappij gemaakte noodzakelijke extra kosten voor terugkeer van de verzekerden naar Nederland, indien de verzekerden Nederland met het vaartuig hebben verlaten en het vaartuig niet op eigen kracht naar Nederland kan terugkeren. De vergoeding bedraagt ten hoogste € 1.250,- per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen;
2.2.6 extra kosten voor een vervangend vakantieverblijf, indien het vaartuig ten tijde van de gebeurtenis als vakantieverblijf werd gebruikt en tengevolge van de gebeurtenis niet meer als zodanig bruikbaar is. De vergoeding bedraagt maximaal € 50,- per dag voor alle opvarenden tezamen per gebeurtenis, ten hoogste € 1.500,- voor alle opvarenden tezamen per gebeurtenis;
2.2.7 bijdrage in averij grosse.
2.2.8 Bereddingskosten
De kosten door verzekeringnemer of de verzekerde bij of na een gedekte gebeurtenis in het kader van zijn bereddingsplicht gemaakt in verband met maatregelen ter voorkoming of vermindering van schade aan verzekerde zaken. De bereddingskosten worden tot maximaal 100% boven de verzekerde som voor casco vergoed.
Niet-nakoming van de bereddingsplicht
Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien de verzekeringnemer of de verzekerde heeft nagelaten maatregelen te nemen ter voorkoming of vermindering van schade als bedoeld in artikel 7:957 BW en daardoor de belangen van verzekeraar heeft benadeeld.
2.3 Dekking voor de inboedel
Onder inboedel wordt verstaan de zich in het vaartuig bevindende huishoudelijke inboedel van de verzekerden. Onder inboedel wordt niet verstaan zaken behorende tot de standaarduitrusting en toebehoren van het vaartuig, alsmede geld, geldswaardig papier, cheques, betaalpassen al dan niet met pincode, foto-, film, en videoapparatuur, horloges, mobiele telefoons, brillen, sieraden en kostbaarheden. De verzekering dekt schade aan de inboedel tot 20% van het voor het vaartuig verzekerde bedrag.
2.3.1 In het vaartuig is de inboedel van alle verzekerde personen gedekt tegen schade tengevolge van een het vaartuig overkomen gedekte gebeurtenis en schade door diefstal.
2.3.2 Buiten het vaartuig is er alleen dekking voor de inboedel van verzekeringnemer en wel voor schade door:
• brand, blikseminslag en ontploffing;
• een van buiten komend onheil, het vervoermiddel overkomen, waarin de inboedel zich bevond, mits het vervoermiddel hierdoor ook zelf is beschadigd. De tot de inboedel van het vaartuig behorende zaken zijn ook gedekt indien deze zich in het vervoermiddel bevinden;
• diefstal na braak aan de afgesloten ruimte waarin de inboedel zich bevond;
• diefstal, mits of voorafgegaan door een zichtbare verbreking van deugdelijk afgesloten bergruimten van het vaartuig of deugdelijk afgesloten bergruimte aan de wal met het oogmerk zich wederrechtelijk toegang te verschaffen.
Een niet als deugdelijk afgesloten ruimte geldt bijvoorbeeld een ruimte die met een dekzeil of soortgelijke afsluiting is afgedekt.
2.4 Dekking voor wettelijke aansprakelijkheid
De verzekering dekt de wettelijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade veroorzaakt door of met het vaartuig. De maximale vergoeding per gebeurtenis is voor alle verzekerden tezamen beperkt tot het op het polisblad vermelde bedrag. Indien de maatschappij dat ter behartiging van haar belangen noodzakelijk vindt, kan zij een verzekerde in een tegen hem aanhangig gemaakt strafgeding laten bijstaan door een rechtskundige. Voor zover de kosten daarvoor niet op grond van artikel 591a Wetboek van Strafvordering voor een vergoeding uit ‘s Rijks kas in aanmerking komen, worden die kosten door de maatschappij vergoed. De kosten van verweer in een tegen de verzekerde aanhangig gemaakt burgerrechtelijk geding komen voor rekening van de maatschappij, mits het verweer onder leiding van of in overleg met de maatschappij gevoerd wordt. Indien een buitenlandse overheid als waarborg voor de rechten van een benadeelde beslag heeft gelegd op het vaartuig en/of de verzekerde(n) een vrijheidsbeperking heeft opgelegd, verstrekt de maatschappij het voor het opheffen van het beslag en/of de vrijheidsbeperking geëiste bedrag. Deze voorziening bedraagt maximaal € 12.500,– voor alle verzekerden tezamen. De verzekerde(n) is (zijn) verplicht alle medewerking te verlenen om het verstrekte bedrag terug te verkrijgen en de maatschappij te machtigen er over te beschikken zodra het bedrag wordt vrijgegeven.
2.5 Dekking voor persoonlijke ongevallen
De verzekering dekt ongevallen de verzekerden aan boord van het vaartuig of tijdens het aan en van boord gaan overkomen, met inbegrip van het ongewild, overboord, te water geraken.
2.5.1 Voor de ongevallenverzekering gelden de volgende bedragen:
A. € 20.000,– per persoon bij overlijden
B. € 20.000,– per persoon bij gehele blijvende invaliditeit
C. € 750,– per persoon voor kosten van geneeskundige behandeling.
2.5.2 Indien bij hetzelfde ongeval meerdere opvarenden worden getroffen, zal de maatschappij maximaal € 40.000,– uitkeren, ongeacht het aantal getroffenen en worden de verschillende vergoedingen zonodig naar evenredigheid verminderd.
2.5.3 Kosten van geneeskundige behandeling worden uitsluitend vergoed, voor zover niet uit hoofde van enige andere voorziening aanspraak op vergoeding gemaakt kan worden.
2.5.4 Bij gedeeltelijk blijvende invaliditeit zal schaderegeling geschieden overeenkomstig de op het moment van sluiten van deze verzekering geldende voorwaarden van de persoonlijke ongevallenverzekering van de maatschappij. Bij de vaststelling van de mate van blijvende invaliditeit zal geen rekening worden gehouden met het beroep van verzekerde.
2.5.5 De definitie van de begrippen ongeval en blijvende invaliditeit, alsmede de beperkingen op de uitkering zoals zij zijn vermeld in de in sub 5.4 bedoelde voorwaarden van de ongevallenverzekering van de maatschappij, zijn van toepassing. Deze voorwaarden zullen op aanvraag worden verstrekt.
2.5.6 Verplichtingen na een ongeval. De verzekeringnemer en/of de rechthebbende(n) dienen elk ongeval binnen acht dagen na het ogenblik waarop het plaats vond aan de maatschappij te melden, of anders zo spoedig als in de gegeven omstandigheden noodzakelijk en redelijkerwijs mogelijk is. In het geval van overlijden dient de aangifte voor de begrafenis of crematie plaats te vinden. De maatschappij kan verlangen dat toestemming voor autopsie wordt verleend. Geen verval van rechten vindt plaats, indien de rechthebbende(n) bewijzen dat tijdige melding buiten hun schuld niet in acht kon worden genomen.
Na een ongeval is verzekerde verplicht:
A. door de maatschappij verlangde medewerking te verlenen, zoals het meewerken aan een geneeskundig onderzoek;
B. zich direct onder behandeling van een arts te stellen en al het mogelijke te doen om zijn herstel te bevorderen, onder meer door voorschriften van de arts op te volgen.
Artikel 3. Uitsluitingen.
3.1 Algemeen
De maatschappij verleent geen uitkering voor of naar aanleiding van:
3.1.1 schade en/of ongevallen veroorzaakt met opzet en/of met goedvinden van de verzekeringnemer of andere verzekerden;
3.1.2 schade en/of ongevallen ontstaan terwijl of doordat het vaartuig werd verhuurd of voor andere doeleinden werd gebruikt dan uitsluitend voor eigen genoegen dan wel werd gebruikt zonder toestemming van de verzekeringnemer. Deze uitsluiting geldt niet voor de verzekeringnemer, indien hij aantoont dat de genoemde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem voor die omstandigheden in redelijkheid geen verwijt treft;
3.1.3 tijdens varen indien de schipper van het vaartuig geen houder is van het wettelijke vereiste vaarbewijs, tenzij de schipper aantoont dat er in overeenstemming met alle van toepassing zijnde regels is gevaren;
3.1.4 schade en/of ongevallen veroorzaakt door, optredende bij of voortvloeiende uit atoomkernreacties, onverschillig hoe en waar de reactie is ontstaan;
3.1.5 schade en ongevallen ontstaan tengevolge van gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnenlandse onlusten, oproer en muiterij (een en ander overeenkomstig de definities zoals die door het Verbond van Verzekeraars in Nederland op 2 november 1981 ter Griffie van de Arrondissementsrechtbank in ís-Gravenhage zijn gedeponeerd), dan wel ontstaan gedurende de tijd dat het vaartuig door een burgerlijke of militaire overheid is gevorderd;
3.1.6 schade ontstaan tijdens of tengevolge van het deelnemen aan wedstrijden op zee.
3.1.7 schade aan de luchtbanden van een trailer tenzij door dezelfde gebeurtenis behalve deze schade ook een andere gedekte schade aan het object is ontstaan;
3.1.8 schade tengevolge van diefstal, vermissing en zoekraken van een trailer tenzij deze trailer versloten is door een wielklem alsmede een disselslot (goedgekeurd door SCM of door een soortgelijke instantie).
3.2 Vaartuig
3.2.1 schade bestaande uit beschadiging van gelcoat en/of huidverf; deze uitsluiting is niet van toepassing, indien deze schade deel uitmaakt van andere, wel gedekte schade;
3.2.2 schade door geleidelijke inwerking van:
• licht;
• vocht;
• bodem-, water-, en luchtverontreiniging, tenzij de geleidelijke inwerking onvoorzien werd ingezet door een plotselinge hevige uiting van verontreiniging en de verzekeringnemer de gevolgen daarvan redelijkerwijs niet kon voorkomen;
3.2.3 schade bestaande uit en als gevolg van blaasvorming in polyester of epoxy, die wordt veroorzaakt door osmose en die zich openbaart na drie jaar nadat het vaartuig voor de eerste keer te water is gelaten;
3.2.4 schade als gevolg van verzekeringnemer te verwijten onvoldoende onderhoud en/of onvoldoende zorg voor het verzekerde vaartuig. Onder onvoldoende zorg wordt ondermeer verstaan:
A. het niet tijdig en effectief uitvoeren van onderhoud aan de verzekerde zaken;
B. het niet of onvoldoende beschermen van de verzekerde zaken tegen bevriezing;
C. het niet verwijderen en opbergen in een deugdelijk afgesloten ruimte van zeilen, buiskap en huik buiten het vaarseizoen;
D. het niet een deugdelijk afgesloten ruimte opbergen van losse zaken;
E. het niet van boord verwijderen van waardevolle objecten buiten het vaarseizoen, tenzij dit praktisch en redelijkerwijs niet uitvoerbaar is;
F. het achterlaten van een (boot)trailer, al dan niet met een vaartuig, terwijl deze niet is beveiligd met een SCM of door een soortgelijke instantie goedgekeurd product;
G. het niet beveiligen van een al dan niet met bouten door de spiegel gemonteerde buitenboordmotor met een deugdelijk slot. Het overboord raken van buitenboordmotoren is uitsluitend gedekt wanneer dit het gevolg is van een verzekerd voorval het vaartuig overkomen of van breuk van de bevestigingspunten;
H. het niet beveiligen van het staartstuk van een hekdrivemotor door middel van een daartoe bestemd moerslot;
I. het achterlaten van een bij- of volgboot, die niet met een deugdelijk slot is beveiligd of is opgeborgen in een deugdelijk afgesloten ruimte;
J. het niet zoveel mogelijk beperken van het diefstalrisico door direct toezicht en het toepassen van een deugdelijke beveiliging. Een ruimte die is afgesloten met een dekzeil of cabrioletkap is geen deugdelijk afgesloten ruimte;
K. ontstaan of verergerd doordat de verzekeringnemer verzuimd heeft een schade te doen repareren of verlies te doen vervangen.
3.3 Motor
3.3.1 schade aan de motor als gevolg van bevriezing door het niet of niet voldoende aftappen van koelwater, of als gevolg van het onjuist winterklaar maken;
3.3.2 schade bestaande uit slijtage en schade als gevolg van slijtage, indien het niet vervangen van het aan slijtage onderhevige deel aan de verzekeringnemer verweten kan worden;
Ten aanzien van een meeverzekerde (buitenboord)motor geldt dat bovendien is uitgesloten:
3.3.3 schade ontstaan terwijl of doordat de motor was of werd gemonteerd, dan wel bevestigd, aan een ander dan het verzekerde vaartuig;
3.3.4 schade ontstaan terwijl of doordat verzuimd is de motor met een SCM of door een soortgelijke instantie goedgekeurde beveiligingskabel en/of beveiligingsketting en/of veiligheidsslot te vergrendelen.
3.4 Aansprakelijkheid
Van de dekking is bovendien uitgesloten:
3.4.1 schade aan zaken die zich aan boord van het vaartuig bevinden, dan wel in- of uitgeladen worden;
3.4.2 schade toegebracht aan de verzekerden, aan hun echtgenoten, hun levenspartners en hun minderjarige kinderen;
3.4.3 schade toegebracht in verband met het vervoer van het verzekerde vaartuig met een motorrijtuig;
3.4.4 schade voortvloeiende uit contractuele verplichtingen, aangegaan door een verzekerde.
3.5 Adviezen
Als aanvulling vindt u in dit artikel een aantal adviezen:
• indien het vaartuig niet wordt gebruikt en met buitenboordmotor wordt achtergelaten, dient deze beveiligd te zijn in een deugdelijk afgesloten ruimte;
• indien de boottrailer en/of volgboot zonder direct toezicht worden achtergelaten, dienen zij beveiligd te zijn door een slot of opgeborgen te worden in een deugdelijk afgesloten ruimte;
• indien het vaartuig niet wordt gebruikt dienen losse objecten in deugdelijk afgesloten ruimten te zijn opgeborgen;
• gedurende de winterberging dienen waardevolle objecten, indien het praktisch en redelijkerwijs uitvoerbaar is, van boord te worden verwijderd. Dit geldt bijvoorbeeld voor nautische apparatuur en voor audiovisuele-, computer-, en communicatieapparatuur;
• indien het vaartuig niet wordt gebruikt, dient het diefstalrisico zoveel mogelijk te worden beperkt door direct toezicht, beveiliging en dergelijke.
Artikel 4. Vaststelling van de vergoeding.
4.1 Schade aan het vaartuig
Indien in geval van schade het verzekerde vaartuig wordt gerepareerd, worden de reparatiekosten vergoed, tot ten hoogste het op de polis genoemde verzekerde bedrag, onder aftrek van een veronderstelde verbetering nieuw voor oud. Zolang het vaartuig niet ouder is dan 10 jaar wordt bij vervanging van onderdelen geen aftrek toegepast voor veronderstelde verbetering nieuw voor oud tenzij sprake is van vervanging van:
• tuigage, (dek)zeilen, buiskappen, en andere daarmee vergelijkbare onderdelen;
• een buitenboordmotor die op het moment van schade ouder is dan 3 jaar.
Onder repareren wordt tevens verstaan het vervangen van (onder)delen van het verzekerde vaartuig. Een dergelijke aftrek geldt alleen voor de materiaalkosten en derhalve niet voor het arbeidsloon, tenzij, naar het oordeel van de deskundige die de schade onderzoekt, de desbetreffende (onder)delen ook zonder het plaatsvinden van de gebeurtenis zich kennelijk in een staat bevonden, dat reparatie niet meer achterwege kon blijven. Op de vergoeding wordt de waarde van de restanten van de te vervangen onderdelen in mindering gebracht. De maatschappij heeft het recht de vergoeding van de reparatiekosten op te schorten tot de schade deugdelijk is gerepareerd. De maatschappij dient in de gelegenheid te worden geteld de reparatie te controleren. Indien in geval van schade het vaartuig:
• niet wordt gerepareerd;
• niet binnen een redelijke termijn deugdelijk wordt gerepareerd;
• buiten de macht van de verzekerde is geraakt en na inachtneming van een redelijke termijn terugverkrijging niet meer is te verwachten, wordt met terzijdestelling van de wettelijke regelingen de waarde van het vaartuig onmiddellijk voor de schade vergoed, onder aftrek van de waarde van de restanten, tot maximaal het verzekerde bedrag. De maatschappij doet geen beroep op onderverzekering. Na schade blijft het verzekerde bedrag voor de duur van de verzekering gehandhaafd.
4.2 Schade aan de buitenboordmotor
In geval van verlies of beschadiging van de buitenboordmotor is de vergoeding beperkt tot de dagwaarde van de buitenboordmotor.
4.3 Schade aan de inboedel
Bij verlies of beschadiging van de inboedel vergoedt de maatschappij de schade tot maximaal het voor de inboedel verzekerde bedrag, ook indien de waarde van de inboedel hoger is dan het verzekerde bedrag. De verzekering geschiedt op basis van nieuwwaarde. Onder nieuwwaarde wordt verstaan het bedrag dat onmiddellijk voor de schade nodig is voor vervanging door in soort en kwaliteit gelijkwaardige nieuwe zaken. De regeling op basis van nieuwwaarde is niet van toepassing op:
A. zaken, waarvan de waarde onmiddellijk voor de schade minder bedraagt dan 40% van de nieuwwaarde;
B. zaken, die onttrokken zijn aan het gebruik waarvoor zij waren bestemd;
C. (brom)fietsen.
Voor deze zaken geldt als basis voor vergoeding de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade. Onder dagwaarde wordt verstaan de nieuwwaarde met toepassing van aftrek van een bedrag wegens waardevermindering door veroudering en slijtage. Indien echter reparatie redelijkerwijs mogelijk is, kan de maatschappij volstaan met vergoeding van de herstelkosten.
4.4 Eigen risico
Op de overeenkomstig de bepalingen van dit artikel vastgestelde schadevergoeding worden een verplicht eigen risico en eventuele vrijwillige en/of verplichte extra eigen risico’s in mindering gebracht, ook in het geval van schade veroorzaakt tijdens deelname aan wedstrijden, zoals die op het polisblad zijn vermeld. Op vergoeding voor schade onder de aansprakelijkheidsdekking, vergoeding ten gevolge van artikel 2.5.1, 2.5.2, en hulpverlening wordt geen eigen risico in mindering gebracht.
Artikel 5. No-claimkorting.
Voor de berekening van de verschuldigde premie geldt een kortingssysteem volgens de hieronder weergegeven no-claim schaal.
Schadevrije jaren | No-claim percentage | No-claim percentage na een verzekeringsjaar met | |||
Geen schade | 1 schade | 2 schades | 3 of meer schades | ||
7 | 30% | 30% | 30%* | 0% | 0% |
6 | 30% | 30% | 20% | 0% | 0% |
5 | 30% | 30% | 20% | 0% | 0% |
4 | 25% | 30% | 15% | 0% | 0% |
3 | 20% | 25% | 10% | 0% | 0% |
2 | 15% | 20% | 0% | 0% | 0% |
1 | 10% | 15% | 0% | 0% | 0% |
0 | 0% | 10% | 0% | 0% | 0% |
*5 schadevrije jaren
5.1 Na één of meer achtereenvolgende schadevrije jaren wordt op de premie die verschuldigd is per de eerstvolgende hoofdpremievervaldatum een korting verleend. Bij schade wordt de korting teruggebracht. Bij twee of meer schaden in één verzekeringsjaar komt de korting te vervallen.
5.2 De korting wordt niet beïnvloed indien de uitkering uitsluitend plaats vindt op grond van de dekking voor persoonlijke ongevallen en in geval de maatschappij de uitkering niet volledig kan verhalen:
• omdat wettelijke bepalingen de schadevergoedingverplichting beperken;
• omdat er een schaderegelingovereenkomst tussen maatschappijen van kracht is.
5.3 De standaardinschaling is trede 5 bij 5 of meer schadevrije jaren.
Handige sites
Actuele waterstand
xxx.xxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxx_xx_xxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxx/xxxxx.xxxx
Het weer
Beveiliging