DECREET
Het VLAAMS PARLEMENT heeft aangenomen en Wij, REGERING, bekrachtigen hetgeen volgt :
DECREET
tot oprichting van het intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid "Toerisme Vlaanderen"
HOOFDSTUK I
Algemene bepalingen
Artikel 1
Dit decreet regelt een gemeenschaps- en gewe- staangelegenheid.
Artikel 2
In dit decreet wordt verstaan onder het kaderde- creet : het kaderdecreet bestuurlijk beleid van 18 juli 2003.
HOOFDSTUK II
Oprichting
Artikel 3
§ 1. Er wordt een intern verzelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid opgericht zoals bedoeld in artikel 10 van het kaderdecreet. Dit agentschap draagt als naam “Toerisme Vlaanderen”.
De bepalingen van het kaderdecreet zijn van toe- passing op Toerisme Vlaanderen.
Alle officiële akten, aankondigingen of andere stukken, uitgaande van Toerisme Vlaanderen, moe- ten de benaming van het agentschap vermelden, met onmiddellijk daarvoor of daarna, deze lees- baar en voluit geschreven woorden : “intern ver- zelfstandigd agentschap met rechtspersoonlijkheid van de Vlaamse Gemeenschap”.
§ 2. De Vlaamse regering bepaalt tot welk homo- geen beleidsdomein Toerisme Vlaanderen behoort.
§ 3. De Vlaamse regering bepaalt de vestigings- plaats van Toerisme Vlaanderen.
HOOFDSTUK III
Missie, taken en bevoegdheden
Artikel 4
Toerisme Vlaanderen heeft als missie het toerisme, de toeristische recreatie en de vrijetijdsbesteding in het kader van het toerisme te bevorderen. Daartoe zal Toerisme Vlaanderen inzonderheid instaan voor de bevordering van de professionalisering van de toeristische sector en voor de ondersteuning van de ontwikkeling van het toeristisch productaanbod, alsmede voor de coördinatie van deze ondersteu- ning.
Artikel 5
§ 1. Teneinde de in artikel 4 bedoelde missie waar te maken, vervult Toerisme Vlaanderen de volgen- de taken :
1° Taken van promotionele aard :
a) het promoten van Vlaanderen en Brussel als toeristische regio’s voor zowel recreatief toe- risme als zaken-, congres- en incentivetoeris- me ;
b) het voeren van de strategische promotie op het vlak van toerisme ;
c) het verzorgen van marketing en public rela- tions met betrekking tot toerisme in binnen- en buitenland ;
d) het vestigen en exploiteren van onthaal- en promotiekantoren in het binnen- en buiten- land ;
2° Taken inzake het toeristische productaanbod :
a) de ontwikkeling en de ondersteuning van de ontwikkeling van het toeristisch productaan- bod en het opvolgen en nemen van maatre- gelen voor de exploitatie van het toeristisch productaanbod ;
b) de begeleiding en de coördinatie van streek- gebonden en/of lokale strategische plannen voor toerisme ;
c) de begeleiding, de coördinatie en de stimule- ring van de activiteiten van lokale en provin- ciale toeristische verenigingen, verenigingen voor vreemdelingenverkeer en diensten voor toerisme ;
d) de bevordering van het toerisme naar be- paalde doelgroepen vanuit een sociaal oog- merk ;
e) het toezicht op en de ontwikkeling van het toeristisch recreatief product ;
f) de ontwikkeling, de ondersteuning en de be- geleiding van duurzame vormen van toeris- me ;
g) het nemen van eigen infrastructuurinitiatie- ven als proefproject of in samenwerking met de privé-sector ;
h) het oprichten van steun- en informatiepun- ten ;
i) het stimuleren van vernieuwing en creativi- teit in het toeristisch productaanbod ;
3° Taken inzake integrale kwaliteitszorg :
het instaan voor de uitbouw en de bevordering van de integrale kwaliteitszorg in het kader van de bevoegdheden die zijn toegekend door de vi- gerende en toekomstige wettelijke en reglemen- taire bepalingen inzake volgende materies :
a) toeristische infrastructuur, subsidies, partici- paties en andere initiatieven ;
b) informatieverstrekking, dienstverlening, vor- ming en labeling, alsmede enig ander initia- tief met het oogmerk van kwaliteitsverbete- ring van het toeristisch productaanbod.
4° Taken inzake onderzoek, communicatie en sa- menwerking :
a) het voeren en de bevordering van het toeris- tisch marktonderzoek, consultancy en de toeristische marktstudie ;
b) de samenwerking met de diensten van de Vlaamse regering, de lokale, provinciale en federale overheden, de overheidsinstellin- gen, alsmede met de lokale en provinciale toeristische diensten en verenigingen voor vreemdelingenverkeer ;
c) de opvolging van het Europese en interna- tionaal toeristisch beleid in zoverre dit ver- bonden is aan de eigen opdracht van het agentschap ;
d) de verwezenlijking van het toeristisch beleid inzake alle opdrachten, binnen de door de Vlaamse regering uitgetekende beleids- lijnen ;
e) het opstarten van de virtuele loketfunctie ;
f) de bevordering, de coördinatie en het aan- bieden van nieuwe communicatietechnieken aan de toeristische sector en het publiek ;
g) het aangaan van strategische allianties.
§ 2. De Vlaamse regering kan nadere regels uit- vaardigen betreffende de in artikel 5, § 1, vermelde aangelegenheden. In deze regels kunnen de taken van het agentschap verder worden gepreciseerd en geconcretiseerd.
In geval de uitvoering van de in artikel 5, § 1, ver- melde taken gepaard gaat met het verstrekken van subsidies, zekerheidsstellingen, participaties in pu- bliek-private samenwerkingsvormen of andere vor- men van tegemoetkoming, onder bezwarende of kosteloze titel, stelt de Vlaamse regering, op basis van dit decreet of desgevallend op basis van een specifiek decreet, terzake de regels en de voor- waarden vast.
Toerisme Vlaanderen kan door de Vlaamse rege- ring worden belast met bijzondere opdrachten die kaderen in de in artikel 4 bedoelde missie en de in artikel 5 bedoelde taken en die zullen worden uit- gevoerd conform de voorwaarden en modaliteiten bepaald in de beheersovereenkomst.
Artikel 6
§ 1. Met het oog op de vervulling van de in artikel 4 bedoelde missie en de in artikel 5 bedoelde taken en opdrachten is Toerisme Vlaanderen gerechtigd alle activiteiten te verrichten die rechtstreeks of onrechtstreeks bijdragen tot de verwezenlijking van voormelde missie en voormelde taken en op- drachten.
§ 2. Als rechtspersoon is Toerisme Vlaanderen al- gemeen rechts-, handelings- en procesbekwaam, zulks binnen de perken van zijn missie en taken- stelling als bedoeld in respectievelijk de artikelen 4 en 5.
Onverminderd het bepaalde in het kaderdecreet beschikt Toerisme Vlaanderen over de hierna ver- melde bijzondere bevoegdheden die het uitoefent in overeenstemming met het bepaalde in dit de- creet, de uitvoeringsbesluiten daarvan en de be- heersovereenkomst die het verbindt :
1° het vergunnen van de toeristische infrastruc- tuur aan de hand van criteria vastgesteld bij be- sluit van de Vlaamse regering ;
2° het classificeren en labelen van de toeristische infrastructuur aan de hand van kwaliteitscrite- ria vastgesteld bij besluit de Vlaamse regering, alsmede de controle op de naleving van de kwaliteitscriteria ;
3° het uitvoeren van de nodige controles teneinde de in artikel 5 bedoelde taken uit te voeren ;
4° het sluiten van overeenkomsten tot samenwer- king met derden die doelgerichte acties of acti- viteiten organiseren binnen het domein van de opdracht van Toerisme Vlaanderen ;
5° het sluiten van samenwerkingsovereenkomsten met de provinciale of gemeentelijke besturen of met hun toeristische diensten of verenigin- gen voor vreemdelingenverkeer ;
6° het vestigen en exploiteren van vertegenwoor- digings-, onthaal- en promotiekantoren in het buitenland en het bepalen van de plaats van vestiging van deze kantoren in het buitenland ;
7° onverminderd de bepalingen inzake retributie of lasten van algemene aard opgenomen in an- dere decreten en onder de voorwaarden en mo- daliteiten bepaald door de Vlaams regering, het aanrekenen van een bijzondere kostendekken- de vergoeding voor bijzondere of bijkomende administratieve handelingen of controles op vraag van de vergunninghouders of vergunning- aanvragers ;
8° de inning van de sub 7° bedoelde kostendek- kende vergoedingen ;
9° na machtiging door de Vlaamse regering, het overgaan tot onteigening ten algemenen nutte ;
10° de uitvaardiging van technische richtlijnen op beleidsuitvoerend vlak.
HOOFDSTUK IV
Bestuur en werking
Artikel 7
De werking en het bestuur van het agentschap worden nader geregeld bij besluit van de Vlaamse regering.
HOOFDSTUK V
Beheersovereenkomst
Arikel 8
Onverminderd het bepaalde in de artikelen 8, 9 en 10 van het kaderdecreet regelt de beheersovereen- komst :
1° de structuur van de tarieven bedoeld in artikel 9, § 1, 6°, van het kaderdecreet, door het stellen van marges binnen welke Toerisme Vlaanderen zelf tot de punctuele invulling ervan overgaat, hierbij rekening houdend met de eigenheid van de onderscheiden vormen van dienstverlening, alsmede met marktevoluties ;
2° de beleidsopties inzake de buitenlandse promo- tie-, onthaal- en/of vertegenwoordigingskanto- ren ;
3° de basis-richtlijnen inzake het jaarprogramma van Toerisme Vlaanderen.
HOOFDSTUK VI
Raadgevend comité
Artikel 9
Bij Toerisme Vlaanderen wordt een raadgevend comité opgericht.
Arikel 10
§ 1. Het hoofd van het agentschap is van rechtswe- ge voorzitter van het raadgevend comité.
§ 2. Onverminderd het bepaalde in § 1, wordt het raadgevend comité verder samengesteld door de Vlaamse regering uit een door de regering te bepa- len aantal vertegenwoordigers van de onderschei- den deelsectoren binnen de domeinen waarin het agentschap werkzaam is.
§ 3. Het mandaat van lid van het raadgevend co- mité, het voorzitterschap uitgezonderd, is onver- enigbaar met een functie als lid van het personeel of een leidinggevende functie van het agentschap zelf.
Artikel 11
§ 1. Het raadgevend comité heeft enkel een advise- rende bevoegdheid en geen beslissingsbevoegd- heid.
§ 2. Het raadgevend comité heeft als concrete taken :
1° de verlening van adviezen en het formuleren van voorstellen ten aanzien van het hoofd van het agentschap en met betrekking tot de wer- king van het agentschap ;
2° het bijdragen tot de kwaliteit en de optimalisa- tie van de dienstverlening van het agentschap,
zulks inzonderheid door adviesverlening steu- nende op de expertise van de leden van het raadgevend comité ;
3° het waken over de kwaliteitsopvolging inzake de dienstverlening van het agentschap ;
4° het geven van feedback omtrent de werking van het agentschap en, daarbij aansluitend, van ad- vies met het oog op de eventuele bijsturing van de werking van het agentschap.
§ 3. De Vlaamse regering kan de in §§ 1 en 2 be- doelde taken nader concretiseren en/of preciseren.
HOOFDSTUK VII
Financiële middelen
Artikel 12
§ 1. De financiële middelen waarover Toerisme Vlaanderen, conform de voorwaarden en modali- teiten nader te bepalen in de beheersovereen- komst, beschikt zijn :
1° een jaarlijkse dotatie vanwege de Vlaamse Ge- meenschap en het Vlaamse Gewest ;
2° leningen ;
3° fiscale heffingen, voor zover bij decreet toege- wezen aan het agentschap ;
4° retributies, voor zover bij decreet toegewezen aan het agentschap ;
5° ontvangsten voortvloeiend uit daden van be- heer of beschikking met betrekking tot eigen domeingoederen ;
6° schenkingen en legaten in speciën ;
7° inkomsten uit eigen participaties en uit door het agentschap verstrekte leningen aan derden ;
8° opbrengsten uit de verkoop van eigen partici- paties ;
9° de subsidies waarvoor het agentschap als be- gunstigde in aanmerking komt ;
10° terugvorderingen van ten onrechte gedane uit- gaven ;
11° vergoedingen voor prestaties aan derden, vol- gens de modaliteiten bepaald in de beheers- overeenkomst.
§ 2. Tenzij anders is bepaald in een decreet worden de in de § 1 genoemde ontvangsten beschouwd als ontvangsten die bestemd zijn voor de gezamenlijke uitgaven.
§ 3. Overeenkomstig het bepaalde in § 1, 6°, kan het agentschap schenkingen en legaten aanvaar- den. Het hoofd van het agentschap beoordeelt vooraf de opportuniteit en de risico’s, verbonden aan de aanvaarding.
HOOFDSTUK VIII
Coördinatie
Artikel 13
§ 1. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bestaande wets- en decreetsbepalingen betreffende Toerisme Vlaanderen te wijzigen, aan te vullen, te vervangen of op te heffen, om ze in overeenstem- ming te brengen met de bepalingen van dit decreet en van het kaderdecreet.
De besluiten die krachtens deze paragraaf worden vastgesteld, houden op uitwerking te hebben in- dien zij niet bij decreet zijn bekrachtigd binnen de negen maanden na de datum van hun inwerking- treding. De bekrachtiging werkt terug tot deze laat- ste datum.
De in deze paragraaf aan de Vlaamse regering op- gedragen bevoegdheid vervalt negen maanden na de inwerkingtreding van dit decreet. Na die datum kunnen de besluiten die krachtens deze paragraaf zijn vastgesteld en zijn bekrachtigd, alleen bij de- creet worden gewijzigd, aangevuld, vervangen of opgeheven.
§ 2. De Vlaamse regering wordt ermee belast de bepalingen van de wetten en decreten betreffende Toerisme Vlaanderen te coördineren, alsook de be- palingen die daarin uitdrukkelijk of stilzwijgend wijzigingen hebben aangebracht tot het tijdstip van de coördinatie. Te dien einde kan zij :
1° de te coördineren bepalingen anders inrichten, inzonderheid opnieuw ordenen en vernumme- ren ;
2° de verwijzingen in de te coördineren bepalingen dienovereenkomstig vernummeren ;
3° de te coördineren bepalingen met het oog op onderlinge overeenstemming en eenheid van terminologie herschrijven zonder te raken aan de erin neergelegde beginselen ;
4° de verwijzingen naar de in de coördinatie opge- nomen bepalingen die in andere niet in coördi- natie opgenomen bepalingen voorkomen, naar de vorm aanpassen.
De in het eerste lid bedoelde coördinatie treedt pas in werking nadat zij bekrachtigd is door het Vlaams Parlement.
HOOFDSTUK IX
Wijzigings- en opheffingsbepalingen
Artikel 14
In artikel 4 van het decreet van 20 maart 1984 hou- dende het statuut van de logiesverstrekkende be- drijven worden de woorden “na advies van tech- nisch comité” geschrapt.
Artikel 15
In artikel 4, § 1, van het decreet van 3 maart 1993 houdende het statuut van de terreinen voor open- luchtrecreatieve verblijven worden de woorden “na advies van het Technisch comité van de openlucht- recreatieve verblijven” geschrapt.
In artikel 5 van het decreet van 3 maart 1993 hou- dende het statuut van de terreinen voor openlucht- recreatieve verblijven worden de woorden “op ad- vies van het Technisch comité van de openluchtre- creatieve verblijven” geschrapt.
In artikel 6 van het decreet van 3 maart 1993 hou- dende het statuut van de terreinen voor openlucht- recreatieve verblijven worden de woorden “op ad- vies van het Technisch comité van de openluchtre- creatieve verblijven en van de Vlaamse Adviesraad voor Toerisme” geschrapt.
In artikel 12 van het decreet van 3 maart 1993 hou- dende het statuut van de terreinen voor openlucht- recreatieve verblijven worden de woorden “op ad- vies van het Technisch comité van de openluchtre- creatieve verblijven en de Adviesraad voor Toeris- me” geschrapt.
Artikel 16 Opgeheven worden :
1° het decreet van 7 juli 1998 betreffende de open- bare instelling Toerisme Vlaanderen en de Vlaamse Raad voor het Toerisme ;
2° het decreet van 5 maart 1985 houdende oprich- ting van een Vlaamse Adviesraad voor toerisme ;
3° artikel 8 van de wet van 21 april 1965 houdende het statuut van de reisbureaus.
HOOFDSTUK X
Overgangsbepaling
Artikel 17
Behoudens andersluidende bepalingen, worden de begroting en rekeningen opgemaakt en goedge- keurd en de controle door het Rekenhof uitge- voerd overeenkomstig de bepalingen van de wet van 16 maart 1954 betreffende de controle op de instellingen van openbaar nut van categorie A.
HOOFDSTUK XI
Slotbepalingen
Artikel 18
De Vlaamse regering bepaalt de datum waarop dit decreet in werking treedt.
Aangenomen door het Vlaams Parlement,
Brussel, 10 maart 2004.
De Voorzitter,
De Secretarissen,
De Griffier,
Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het
Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt. Brussel,