Algemene polisvoorwaarden BA 10-11 (BM)
Algemene polisvoorwaarden BA 10-11 (BM)
Bedrijfsvoertuigenverzekering
(bestelauto’s waarvan het treingewicht niet meer bedraagt dan 3500 kg)
Inhoudsopgave Algemene gedeelte
Onzekerheidsvereiste preambule
Definities Dekking
Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
Omvang van de dekking Artikel A.1
Zekerheidstelling Artikel A.2
Tijdelijk gebruik van een vervangend motorrijtuig Artikel A.3 Schade aan een ander voertuig van de verzekeringnemer Artikel A.4 Willekeurige aanhanger of oplegger Artikel A.5
Sleeprisico Artikel A.6
Schade door lading Artikel A.7
Vervoer van gewonden Artikel A.8
Rubriek B Beperkt-Cascodekking
Omvang van de dekking Artikel B.1
Berging en vervoer Artikel B.2
Vergoeding van kosten Artikel B.3
Rubriek C Cascoverzekering
Omvang van de dekking Artikel C.1
Berging en vervoer Artikel C.2
Vergoeding van kosten Artikel C.3
Vervanging van sloten Artikel C.4
Persoonlijke bezittingen Artikel C.5
Rubriek D Hulpverlening
Na een ongeval Artikel D.1
Na een mechanisch gebrek Artikel D.2
Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden
Definities Artikel E.1
Omvang van de dekking Artikel X.0
Xxxxxxxxxxxxxx Xxxxxxx X.0
Xxxxxx aanspraken Artikel E.4
Tijdelijk vervangend motorrijtuig Artikel E.5
Algemene bepalingen
Rubriek F Ongevallen verzekering voor Inzittenden
Definities ArtikelF.1
Begunstigden ArtikelF.2
Rubriek 1 Uitsluitingen
Algemeen Artikel 1.1
Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering Artikel 1.2 Rubriek B en Rubriek C (Beperkt) Casco verzekering Artikel 1.3 Rubriek D Hulpverlening Artikel 1.4
Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden Artikel 1.5 Rubriek F Ongevallenverzekering voor Inzittenden Artikel 1.6 Rubriek 2 Schade
Verplichting van verzekerde na een schadegeval Artikel 2.1 Beperking schadevergoedingsverplichting Artikel 2.2
Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering Artikel 2.3
Regeling van schade Artikel 2.3.1
Vergoeding van schade Artikel 2.3.2
Verhaal Artikel 2.3.3
Rubriek B en C (Beperkt) Cascoverzekering Artikel 2.4
Regeling van schade Artikel 2.4.1
Vergoeding van schade Artikel 2.4.2
Totaal verlies Artikel 2.4.3
Eigen risico Artikel 2.4.4
Verzekerd bedrag Artikel 2.4.5
Vergoeding van accessoires Artikel 2.4.6
Erkenning van schade Artikel 2.4.7
Verhaal Artikel 2.4.8
Verplichtingen voor diefstalpreventie Artikel 2.4.9 Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden (SVI) Artikel 2.5 Vaststelling van de schade Artikel 2.5.1
Veiligheidsgordels Artikel 2.5.2
Verzekerd bedrag Artikel 2.5.3
Verhaal Artikel 2.5.4
Rubriek F Ongevallenverzekering voor Inzittenden Artikel 2.6 Uitkeringen Artikel 2.6.1
Overige bepalingen Artikel 2.6.2
Verplichtingen van verzekerde(n) na een ongeval Artikel 2.6.3 Vervaltermijn Artikel 2.6.4
Betaling Artikel 2.6.5
Niet nakomen van verplichtingen Artikel 2.6.6
Rubriek 3 Premie
1 A.B.W. Volmacht B.V.
Premiebetaling Artikel 3.1
Terugbetaling van premie Artikel 3.2
Bonus/malusregeling Artikel 3.3
Opschorting en reservering van premie Artikel 3.4
Aanpassing van premie en/of voorwaarden Artikel 3.5
Rubriek 4 Slotbepalingen
Einde van de verzekering Artikel 4.1
Einde van de verzekering bij wagenparken Artikel 4.2
termijnbetaling Artikel 4.3
Verzekeringsgebied Artikel 4.4
Mededelingen Artikel 4.5
Mutaties Artikel 4.6
Terrorismedekking Artikel 4.7
Persoonsregistratie Artikel 4.8
Klachtenbehandeling Artikel 4.9
Onzekerheidsvereiste
Deze overeenkomst beantwoordt aan het vereiste van onzekerheid als bedoeld in artikel 7:925 BW, indien en voor zover de door verzekerde of een derde geleden schade op vergoeding waarvan jegens verzeke- raar resp. een verzekerde aanspraak wordt gemaakt, het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit schade voor de verzekerde resp. de derde was ontstaan dan wel naar de normale loop van omstandig- heden zou ontstaan.
De in deze voorwaarden vermelde dekkingen zijn van toepassing voor zover dit uit het polisblad blijkt.
DEFINITIES
1 De verzekeraar
A.B.W. Volmacht B.V. namens verzekeraars
2 De verzekeringnemer
De natuurlijke persoon of de rechtspersoon, die de verzekeringsover- eenkomst met de verzekeraar is aangegaan en/of als zodanig op het laatst afgegeven polisblad staat vermeld.
3 Verzekerden
3.1 De verzekeringnemer, de bezitter te goeder trouw, de eigenaar, de houder en de gemachtigde bestuurder van het object, alsmede de personen die zich met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van een daartoe bevoegd persoon in of op het object bevinden, dan wel in, uit of van het object stappen.
3.2 De werkgever, die krachtens artikel 6:170 BW aansprakelijk is voor schade veroorzaakt door één van de in 3.1 vermelde personen, mits deze personen zelf rechten aan deze verzekering kunnen ontle- nen en niet een andere verzekering de werkgever tegen het risico van aansprakelijkheid dekking verleent of zou hebben verleend, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
4 De gebeurtenis
Een voorval of een reeks van onderling causaal verbonden voorvallen, tengevolge waarvan schade is ontstaan.
5 De grondslag
Deze verzekering is aangegaan met het uitdrukkelijke beding dat de mededelingen in het als grondslag van de totstandkoming van deze verzekering ingevulde en door verzekeringnemer ondertekende aan- vraagformulier juist en volledig zijn.
6 Het object
6.1 Het door de verzekeringnemer ter verzekering aangeboden mo- torrijtuig als bedoeld in artikel 1 “WAM”, zoals op het laatst afgegeven polisblad omschreven.
6.2 De door de verzekeringnemer ter verzekering aangeboden aan- hanger of oplegger, zoals specifiek met merk en kenteken op het laatst afgegeven polisblad omschreven, hierna te noemen aanhanger.
7 Meeruitvoering
De bij fabricage aangebrachte wijzigingen ten opzichte van de stan- daarduitvoering van het object.
8 Beeld- en geluidsapparatuur
Een boordcomputer, een radio- en Cd-speler (inclusief versterker, booster, equalizer en slede) en speakers.
9 Accessoires
De overige, niet tot de meeruitvoering en de beeld- en geluidsappara- tuur behorende,aan het motorrijtuig gemonteerde zaken, met uitzonde- ring van een LPG-installatie, computer- en gecombineerde zend- en ontvangstapparatuur en geluidsdragers (zoals cassettes, Cd’s, DVD’s, tapes, discs etc.) en navigatieapparatuur, tracking/tracing systemen
e.d. doch uitsluitend indien deze zaken aantoonbaar in de verzekerde
som van het op het laatst afgegeven polisblad verzekerd object zijn opgenomen. Niet als accessoires worden beschouwd zaken die niet op permanente basis op of aan het motorrijtuig zijn bevestigd, zoals kin- derzitjes, fietsendragers, bagage-imperialen etc.
RUBRIEK A AANSPRAKELIJKHEIDSVERZEKERING
Met voorbijgaan aan hetgeen anders in de voorwaarden van deze polis mocht zijn bepaald, wordt deze verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen, hierna te noemen ‘WAM’, gestelde eisen te voldoen.
A.1 Omvang van de dekking
A.1.1. Verzekerd is de burgerrechtelijke aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade toegebracht met of door het motorrijtuig. On- der schade wordt verstaan schade aan personen en/of zaken, met in- begrip van de daaruit voortvloeiende schade.
A.1.2 Voor zover de aansprakelijkheid niet op een andere polis verzekerd is of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan, is onder de dekking begrepen de aansprake- lijkheid voor schade, toegebracht met of door:
A.1.2.1 zaken die zich, anders dan tijdens laden en lossen, bevinden op dan wel vallen of gevallen zijn van het motorrijtuig;
A.1.2.2 zaken, die zijn bevestigd op of aan het motorrijtuig, dan wel daaraan zijn gekoppeld;
A.1.2.3 zaken tijdens laden en lossen, ook met een op het motorrij- tuig aanwezige installatie;
A.1.2.4 het motorrijtuig tijdens grondverzetwerkzaamheden
A.1.3 De dekking geschiedt voor alle verzekerden tezamen tot maximaal het onder 'WA' op het laatst afgegeven polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
A.1.4 Indien de gebeurtenis heeft plaatsgevonden in een land, dat tot het verzekeringsgebied behoort en waar een overeenkomstige wet tot verplichte verzekering op het motorrijtuig van toepassing is, is de verzekering geldig overeenkomstig de bepalingen van die wet en tot de krachtens die wet voorgeschreven bedragen, doch nimmer beneden het onder 'WA' op het laatst afgegeven polisblad vermelde verzekerd bedrag per gebeurtenis.
A.1.5 De verzekeraar vergoedt boven het verzekerd bedrag tot maximaal een bedrag gelijk aan het verzekerd bedrag per gebeurtenis:
A.1.5.a De kosten van overeenkomstig artikel 2.3.1 Rubriek 2 scha- de, met goedvinden of op verlangen van de verzekeraar gevoerde pro- cedures en in zijn opdracht verleende rechtsbijstand terzake onder de- ze polis gedekte aanspraken van derden.
A.1.5.b De wettelijke rente voorzover deze loopt over het ten laste van de verzekeraar komende gedeelte van de hoofdsom.
A.1.5.c Kosten van maatregelen die door of vanwege verzekering- nemer of een verzekerde worden getroffen en redelijkerwijs geboden zijn om het onmiddellijk dreigend gevaar van schade af te wenden waarvoor - indien gevallen - (een verzekerde aansprakelijk zou zijn en) de verzekering dekking biedt, of om die schade te beperken. Onder kosten van maatregelen wordt in dit verband mede verstaan schade aan zaken die bij het nemen van de hier bedoelde maatregelen worden ingezet.
A.2 Zekerheidsstelling
A.2.1 Indien de overheid van een land in het verzekeringsgebied ter waarborging van de rechten van benadeelden het stellen van een zekerheid verlangt om beëindiging van op het motorrijtuig gelegd be- slag en/of invrijheidstelling van een verzekerde te verkrijgen, zal de verzekeraar deze zekerheid verstrekken tot ten hoogste € 25.000,00 per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen. Het verstrekken hier- van geschiedt voorzover een verzekerde hierop niet krachtens een an- dere verzekering aanspraak kan maken.
A.2.2 De verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om het verstrekt bedrag terug te krijgen, de verzekeraar er onverwijld van in kennis te stellen als dit wordt vrijgegeven en hem te machtigen hierover te beschikken.
A.3 Tijdelijk gebruik van een vervangend motorrijtuig
A.3.1 Indien het motorrijtuig door reparatie of revisie tijdelijk buiten gebruik is, is gedurende de voor de te verrichten werkzaamheden be- nodigde tijd verzekerd het risico van aansprakelijkheid van de verze- kerden voor schade toegebracht met of door een gelijksoortig en ge- lijkwaardig vervangend motorrijtuig, tenzij deze aansprakelijkheid op een andere polis is verzekerd of zou zijn verzekerd
A.3.2 De verzekeringnemer is verplicht de verzekeraar vooraf van de vervanging in kennis te stellen.
De dekking is niet van kracht, indien deze verplichting niet is nageko- men.
A.4 Schade aan een ander voertuig van de verzekeringnemer
A.4.1 Indien door schuld van de gemachtigde bestuurder van het motorrijtuig schade wordt toegebracht aan een ander motorrijtuig, aan- hanger of oplegger, waarvan de verzekeringnemer tevens eigenaar of houder is, zal ten aanzien van deze schade - met uitsluiting van de daaruit voortvloeiende gevolgschade (waaronder mede begrepen waardevermindering) - worden gehandeld alsof het een zaak van een derde betreft.
A.4.2 Deze schade is uitsluitend gedekt, voor zover niet krachtens een andere verzekering aanspraak op vergoeding hiervan kan worden
gemaakt of zou kunnen worden gemaakt, indien de onderhavige ver- zekering niet zou hebben bestaan.
A.4.3 De dekking geldt niet als de schade wordt toegebracht in een door de verzekeringnemer in gebruik zijnd gebouw.
A.5 Willekeurige aanhanger of oplegger
Indien op het laatst afgegeven polisblad een aanhanger(s) en/of een oplegger(s) is (zijn) vermeld, is gedekt de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade veroorzaakt met of door een willekeurige aanhanger of oplegger, zolang deze is gekoppeld aan het motorrijtuig of daarvan is losgemaakt of losgeraakt en nog niet veilig buiten het verkeer tot stilstand is gekomen.
A.6 Sleeprisico
Gedekt is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade ver- oorzaakt terwijl een ander motorrijtuig, dat ten gevolge van enig gebrek niet op eigen kracht kan worden voortbewogen, kosteloos en/of bij wij- ze van vriendendienst door een verzekerde met het motorrijtuig over de weg wordt gesleept.
A.7 Schade door lading
Gedekt is de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade ver- oorzaakt door lading, die zich bevindt op, wordt vervoerd met, valt van of is gevallen van het motorrijtuig en/of van een getrokken voertuig als bedoeld in artikel A.5, tenzij deze aansprakelijkheid op een andere po- lis is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzeke- ring niet zou hebben bestaan.
A.8 Vervoer van gewonden
Deze verzekering dekt de kosten van reiniging, herstel en de noodza- kelijke vervanging van de stoffering van het motorrijtuig, indien de ver- ontreiniging hiervan verband houdt met het kosteloos vervoer van ge- wonde personen.
RUBRIEK B BEPERKT CASCOVERZEKERING
B.1 Omvang van de dekking
Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object, uitsluitend veroorzaakt door:
B.1.1 (niet van toepassing)
B.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag.
B.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken.
B.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek.
B.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger).
B.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing.
B.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving.
B.1.8 Xxxxxxxxx, (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging).
B.1.9 Het in aanraking komen met een luchtvaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken.
B.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.
B.2 Berging en vervoer
De verzekeraar vergoedt eventueel boven het verzekerd bedrag de re- delijke kosten van berging en van vervoer van het object naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf, mits deze kosten na voorafgaand overleg met de verzekeraar of een door hem aangewezen hulpinstantie zijn gemaakt en deze het rechtstreeks gevolg zijn van een gebeurtenis als bedoeld in artikel B.1.
Indien Hulpverlening na een ongeval van toepassing is, geldt het be- paalde in rubriek D.
B.3 Vergoeding van kosten
Indien de verzekeringnemer als gevolg van een in artikel B.1 vermelde gebeurtenis recht heeft op schadevergoeding, vergoedt de verzekeraar eventueel boven het verzekerd bedrag:
B.3.1 De noodzakelijke kosten van vervanging van het kenteken- bewijs en het rijbewijs, alsmede de kosten van kentekenplaten en van de van overheidswege verplichte keuring.
B.3.2 De redelijke kosten van bewaking en stalling van het object.
B.3.3 De verschuldigde invoerrechten, indien het object in het bui- tenland moet worden achtergelaten.
RUBRIEK C CASCOVERZEKERING
C.1 Omvang van de dekking
Verzekerd is plotselinge en onvoorziene schade aan of verlies van het object veroorzaakt door:
C.1.1 Botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water raken, kwaadwillige beschadiging en alle andere van buiten komende onhei- len, anders dan bedoeld in C.1.1.2 t/m C.1.1.10.
De dekking geldt óók indien deze gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek.
C.1.2 Brand, explosie, zelfontbranding en kortsluiting, óók indien de genoemde gebeurtenissen het gevolg zijn van een eigen gebrek, als- mede blikseminslag.
C.1.3 Diefstal, inbraak en joyriding, respectievelijk een poging daar- toe, en door verduistering door een ander dan de verzekeringnemer, de eigenaar of de houder, waaronder begrepen schade aan het object toegebracht, terwijl dit door één van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken.
C.1.4 Ruitbreuk, waaronder begrepen de schade aan de ruit zelf, niet gepaard gaand met andere al dan niet geclaimde schade aan het object, tenzij deze door ruitscherven is ontstaan. De dekking geldt óók indien de ruitbreuk het gevolg is van een eigen gebrek.
C.1.5 Storm en als gevolg daarvan vallende of voortbewogen za- ken (onder storm wordt verstaan wind met een snelheid van ten minste 14 meter per seconde, windkracht 7 en hoger).
C.1.6 Botsing met vogels of loslopende dieren, doch uitsluitend de schade die rechtstreeks door deze botsing is toegebracht; dus met uit- sluiting van de gevolgschade van die botsing.
C.1.7 Overstroming, vloedgolf, inundatie, hagel, aardbeving, vulka- nische uitbarsting, lawines, vallend gesteente, instorting en aardver- schuiving.
C.1.8 Relletjes (waaronder niet begrepen kwaadwillige beschadi- ging).C.1.9 Het in aanraking komen met een lucht- vaartuig, delen hiervan en daaruit vallende zaken.
C.1.10 Een van buiten komend onheil, terwijl het object voor transport met een vervoermiddel door een transportonderneming wordt vervoerd, met uitzondering van schade ontstaan tijdens takelen en sle- pen en schade als schrammen, krassen of lakschade.
C.1.11 het plotseling en onvoorzien losschieten of schuiven van de zich in het object bevindende lading, mits verzekerde kan aantonen dat de lading op deugdelijke wijze gezekerd was.
C.2 Berging en vervoer
De verzekeraar vergoedt eventueel boven het verzekerd bedrag de re- delijke kosten van berging en van vervoer van het object naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf, mits deze kosten na voorafgaand overleg met de verzekeraar of een door hem aangewezen hulpinstantie zijn gemaakt en deze het rechtstreeks gevolg zijn van een gebeurtenis als bedoeld in artikel C.1.
Indien hulpverlening na een ongeval van toepassing is, geldt het be- paalde in rubriek D.
C.3 Vergoeding van kosten
Indien de verzekeringnemer als gevolg van een in artikel C.1 vermelde gebeurtenis recht heeft op schadevergoeding, vergoedt de verzekeraar eventueel boven het verzekerd bedrag:
C.3.1 De noodzakelijke kosten van vervanging van het kenteken- bewijs en het rijbewijs, alsmede de kosten van kentekenplaten en van de van overheidswege verplichte keuring.
C.3.2 De redelijke kosten van bewaking en stalling van het object.
C.3.3 De verschuldigde invoerrechten, indien het object in het bui- tenland moet worden achtergelaten.
C.4 Vervangen van sloten
De verzekeraar vergoedt de kosten van de noodzakelijke vervanging van de sloten van het motorrijtuig, indien één of meerdere autosleutels door inbraak, anders dan uit het motorrijtuig zelf, of door (dreiging met) geweld zijn ontvreemd.
C.5 Persoonlijke bezittingen
C.5.1 De verzekeraar vergoedt aan de inzittenden tevens de con- form artikel 2.4.2.2 van Rubriek 2 schade vastgestelde schade aan de zich in het motorrijtuig bevindende, tot de privésfeer behorende per- soonlijke eigendommen tot een maximum bedrag van € 2.500,00 in- clusief BTW per gebeurtenis voor alle inzittenden tezamen.
Deze dekking geldt slechts, indien de schade aan de persoonlijke ei- gendommen een direct en uitsluitend gevolg is van een gebeurtenis als bedoeld in artikel C.1.1 en C.1.2, waardoor een gedekte schade aan het motorrijtuig is ontstaan.
C.5.2 Niet gedekt is schade aan de persoonlijke eigendommen, die krachtens een andere verzekering, al of niet van oudere datum, zijn verzekerd of zouden zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
C.5.3 Niet als persoonlijke eigendommen worden beschouwd ac- cessoires van het motorrijtuig, rijwielen, levende dieren, geld en waar- depapieren van welke aard ook, antiquiteiten, curiosa, verzamelingen onverschillig van welke aard, sieraden, (on)bewerkte edelmetalen, edelstenen, kunstvoorwerpen en dergelijke.
C.5.4 De vergoeding vindt eventueel plaats boven het verzekerd bedrag.
RUBRIEK D HULPVERLENING
D.1 Na een ongeval bij dekking Rubriek A
D.1.1 Indien het motorrijtuig binnen het verzekeringsgebied door brand, diefstal of een ander van buiten komend onheil verloren gaat of zodanig wordt beschadigd, dat hiermee niet meer verantwoord kan worden gereden en/of dat de bestuurder of een andere bijgevoegde in- zittende door deze gebeurtenis niet meer in staat is het motorrijtuig te besturen, kan aanspraak op hulpverlening worden gemaakt.
Deze dekking geldt op gelijke voorwaarden ook bij schade aan een aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger als bedoeld in artikel A.5. De vergoeding van deze diensten vindt boven het verzekerd bedrag plaats.
D.1.2 Recht op deze diensten bestaat uitsluitend, indien:
D.1.2.1 Voor hulpverlening in Nederland onmiddellijk na de gebeur- tenis de hulp wordt ingeroepen van de Europ Assistance Alarmcentra- le*, zoals vermeld op de verzekeraarshulpkaart.
D.1.2.2 Voor hulpverlening in het buitenland onmiddellijk na de ge- beurtenis de hulp wordt ingeroepen van de Europ Assistance Alarm- centrale.
D.1.2.3 De hulpverlening kan worden uitgevoerd en niet wordt tegen- gehouden door een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnen- landse onlusten, muiterij, oproer, atoomkernreacties of natuurrampen.
D.1.3 Hulpverlening in Nederland:
Recht bestaat op:
D.1.3.1 Het bergen en het vervoer van het motorrijtuig naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland.
D.1.3.2 Het vervoer van de bestuurder en de eventuele inzittenden met hun bagage per taxi naar één door de bestuurder te bepalen adres in Nederland, mits dit vervoer binnen 24 uur na de gebeurtenis plaats- vindt.
D.1.4 Hulpverlening in het buitenland:
Recht bestaat op:
D.1.4.1 De vergoeding van de noodzakelijke kosten van de berging en het slepen van het motorrijtuig naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf.
D.1.4.2 Het vervoer van het motorrijtuig naar één door de verzekerde te bepalen adres in Nederland, indien:
D.1.4.2.1 Het beschadigde motorrijtuig niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden ge- repareerd, dat de (terug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
D.1.4.2.2 Het motorrijtuig na diefstal wordt teruggevonden en de be- stuurder reeds naar Nederland is teruggekeerd.
Indien de kosten van het vervoer hoger zijn dan de waarde van het be- schadigde of teruggevonden motorrijtuig, worden de kosten voor invoe- ring of vernietiging in het betreffende land vergoed. In dat geval heeft de verzekerde ook recht op vervoer van de reisbagage naar Neder- land.
D.1.4.3 De terugreiskosten van de bestuurder en de eventuele inzit- tenden, indien op grond van het voorgaande niet met het motorrijtuig wordt teruggereisd.
Vergoed worden de kosten van vervoer per:
D.1.4.3.1 Taxi naar het dichtstbijzijnd spoorwegstation;
D.1.4.3.2 Trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst ligt bij de plaats van bestemming;
D.1.4.3.3 Taxi van dat station naar de plaats van bestemming in Neder- land.
* per 01-01-2012 is de VHD Alarmcentrale opgegaan in de Europ Assistance Alarmcentrale. Op de groene kaart kan nog de VHD Alarm- centrale vermeld staan, hiervoor dient te worden gelezen Europ Assis- tance Alarmcentrale. Telefoonnummers zijn ongewijzigd.
D.2 Na een mechanisch gebrek bij dekking Rubriek C
D.2.1 Er kan aanspraak op hulpverlening worden gemaakt, indien de bestuurder door een mechanisch gebrek aan het motorrijtuig binnen het verzekeringsgebied, maar buiten Nederland, de reis niet kan voort- zetten.
Deze dekking geldt op gelijke voorwaarden ook bij een mechanisch gebrek aan de aan het motorrijtuig gekoppelde aanhanger, mits deze ook op de cascocondities van rubriek C is verzekerd.
D.2.2 Recht op deze diensten bestaat uitsluitend, indien:
D.2.2.1 Onmiddellijk na de gebeurtenis de hulp wordt ingeroepen van de Europ Assistance Alarmcentrale.
D.2.2.2 De hulpverlening kan worden uitgevoerd en niet wordt tegen- gehouden door een gewapend conflict, burgeroorlog, opstand, binnen- landse onlusten, muiterij, oproer, atoomkernreacties of natuurrampen.
D.2.3 Er bestaat recht op:
D.2.3.1 Vergoeding van de noodzakelijke kosten van hulp op de plaats van het tot stilstand komen van het motorrijtuig tot een maxi- mum van € 125,00 inclusief BTW per gebeurtenis.
D.2.3.2 Vergoeding van de noodzakelijke kosten van vervoer van het motorrijtuig naar het dichtstbijzijnd herstelbedrijf.
D.2.3.3 Vergoeding van de kosten van het namens verzekerde be- stellen en toezenden van onderdelen die noodzakelijk zijn om het mo- torrijtuig rijklaar te maken, indien deze onderdelen niet ter plaatse bin- nen 2 werkdagen beschikbaar zijn. De kosten van de onderdelen zelf komen niet voor vergoeding in aanmerking.
D.2.3.4 Het vervoer van het gestrande motorrijtuig naar één door verzekerde te bepalen adres in Nederland, mits:
D.2.3.4.1 Het object niet binnen 4 werkdagen, eventueel door middel van een noodreparatie, zodanig kan worden gerepareerd dat de (te- rug)reis op technisch verantwoorde wijze kan plaatsvinden;
D.2.3.4.2 De kosten van dit vervoer lager zijn dan de waarde van het motorrijtuig. Zijn de vervoerskosten hoger, dan worden de kosten ver- goed voor invoering of vernietiging van het motorrijtuig in het betref- fende land. In dat geval hebben de verzekerden ook recht op vervoer van de reisbagage naar Nederland.
D.2.3.5 De terugreiskosten van de bestuurder en de inzittenden. Ver- goed worden de kosten van vervoer per:
D.2.3.5.1 Taxi naar het dichtstbijzijnd spoorwegstation;
D.2.3.5.2 Trein (2e klasse) naar het spoorwegstation in Nederland, dat het dichtst bij de plaats van bestemming ligt;
D.2.3.5.3 Taxi van dat station naar de plaats van bestemming in Neder- land.
D.2.4 Alle in verband met de hulpverlening door de verzekeraar voorgeschoten kosten die niet onder de dekking van de polis vallen, zijn voor rekening van verzekerde. Bij bedragen boven € 700,00 inclu- sief B.T.W. kan een betaling vooraf worden verlangd.
RUBRIEK E SCHADE VERZEKERING INZITTENDEN
E.1 Definities
E.1.1 Verzekerden.
Verzekerden zijn - in afwijking van het bepaalde in lid 3 van definities - de inzittenden, waaronder begrepen de bestuurder, die met uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van een daartoe bevoegd persoon:
E.1.1.1 Zich in de daartoe bestemde ruimte van het motorrijtuig bevin- den.
E.1.1.2 In of uit het motorrijtuig stappen.
E.1.1.3 Gedurende de rit een noodreparatie, noodzakelijke handelingen of controles aan het motorrijtuig verrichten, dan wel daarbij behulpzaam zijn, respectievelijk buiten het motorrijtuig eerste hulp verlenen.
E.1.1.4 Zich in verband met de brandstofvoorziening bevinden op het terrein van een tankstation.
E.1.1.5 Zich in, op of in de nabijheid van het motorrijtuig bevinden, in ver- band met het bedienen van de eventueel op het motorrijtuig aanwezige installatie.
E.1.2 Ongeval.
Een onzekere gebeurtenis, waarbij een verzekerde wordt getroffen door een plotseling van buiten af op het lichaam inwerkend geweld, waaruit rechtstreeks een medisch vast te stellen lichamelijk letsel is ontstaan, al dan niet de dood tot gevolg hebbend.
E.1.3 Verkeersongeval.
E.1.3.a Botsen, omslaan, slippen, van de weg of te water raken en alle andere van buiten komende onheilen.
E.1.3.b Brand in het motorrijtuig.
E.1.4 Schade.
E.1.4.a Personenschade: schade als gevolg van een medisch vast te stellen lichamelijk letsel, al dan niet de dood tot gevolg hebbend.
E.1.4.b Zaakbeschadiging: schade als gevolg van de beschadiging of het verloren gaan van in of op het motorrijtuig aanwezige, tot de privé- sfeer behorende persoonlijke eigendommen. Niet als persoonlijke eigen- dommen worden beschouwd accessoires van het motorrijtuig, rijwielen, levende dieren, geld en waardepapieren van welke aard ook, antiquiteiten, curiosa, verzamelingen onverschillig van welke aard, sieraden, (on)bewerkte edelmetalen, edelstenen, kunstvoorwerpen en dergelijke.
E.2 Omvang van de dekking
De verzekeraar vergoedt de plotselinge en onvoorziene schade, die ver- zekerden lijden als gevolg van een ongeval of van een verkeersongeval tot ten hoogste het op het polisblad vermelde verzekerd bedrag per ge- beurtenis voor alle verzekerden tezamen.
E.3 Rechthebbenden
Het recht om een beroep te doen op deze dekking is uitsluitend voorbe- houden aan rechtstreeks bij het schadegeval betrokken natuurlijke perso- nen en hun nagelaten betrekkingen, met uitzondering van de Staat der Nederlanden.
E.4 Andere aanspraken
E.4.1 Niet gedekt is schade, voor zover die krachtens een andere ver- zekering - al of niet van oudere datum - is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
E.4.2 Niet gedekt is schade, voor zover hiervoor op grond van enige wet of voorziening aanspraak op vergoeding kan worden gemaakt.
E.4.3 Indien een beroep kan worden gedaan op de dekking van de aansprakelijkheidsverzekering voor het motorrijtuig, dan zal de vergoeding van de schade uitsluitend krachtens de voor die WAM verzekering gel- dende voorwaarden plaatsvinden.
E.5 Tijdelijk vervangend motorrijtuig
Een tijdelijk vervangend motorrijtuig in de zin van artikel A.3 wordt gedu- rende de vervangingstermijn gelijkgesteld met het verzekerde motorrijtuig.
RUBRIEK F ONGEVALLEN VERZEKERING VOOR INZITTENDEN
F.1 Definities
F.1.1 De verzekerden
Onder verzekerden wordt verstaan:
F.1.1.1 De inzittenden van het in het polisblad vermelde motorrijtuig, inclusief de (feitelijke) bestuurder, die zich bevinden op een voor per- sonenvervoer bestemde plaats dan wel daarin of daaruit stappen.
F.1.1.2 De verzekerden in artikel F.1.1.1 die zich in de directe omge- ving van het motorrijtuig op de openbare weg bevinden in verband met een evenement aan het motorrijtuig overkomen, in verband met de be- diening van de eventueel op of aan het voertuig aanwezige installatie of tijdens het verrichten van een noodreparatie.
F.1.2 Begrip ongeval
Onder ongeval wordt verstaan:
F.1.2.1 Elke bijzondere, plotseling en onverwacht optredende ge- beurtenis, welke van buiten af en onmiddellijk op het lichaam van ver- zekerde inwerkt met geweld en onafhankelijk van zijn wil, of van ie- mand die bij de verzekering belang heeft, welke zijn dood of genees- kundig vast te stellen letsel als gevolg heeft.
F.1.2.2 Verdrinking, verstikking, blikseminslag en acute vergiftiging door het binnenkrijgen van gassen en dampen.
F.1.2.3 Ziekte van Xxxx, tyfus en paratyfus als gevolg van te water raken.
F.1.2.4. Lichamelijke uitputting, verhongering en verdorsting ten ge- volge van afzondering van de buitenwereld door een catastrofale ge- beurtenis.
F.2 Begunstigden
De uitkeringen volgens deze verzekering zullen uitsluitend aan de in dit artikel vermelde begunstigden worden gedaan, tenzij elders in deze polis anders is bepaald.
F.2.1 Ten aanzien van een uitkering wegens overlijden (A):
F.2.1.1. aan de echtgenoot/echtgenote van de verzekerde,
F.2.1.2 indien deze ontbreekt, aan de kinderen van verzekerde, ie- der voor een gelijk deel;
F.2.1.3 ontbreken deze, aan de gezamenlijke erfgenamen van de verzekerde, met uitzondering van de Staat der Nederlanden.
F.2.2 Ten aanzien van uitkeringen wegens blijvende invaliditeit (B):
F.2.2.1 aan de verzekerde zelf.
RUBRIEK 1 UITSLUITINGEN
1.1 Algemeen
De verzekerden kunnen geen rechten aan deze verzekering ontlenen bij schade:
1.1.1 Veroorzaakt terwijl het object is verhuurd of wordt gebruikt voor bedrijfsmatig personenvervoer tegen betaling.
1.1.2 Veroorzaakt terwijl het object wordt gebruikt voor andere doeleinden dan aan de verzekeraar is opgegeven of door de wet is toegestaan.
1.1.3 Veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder geen houder is van een in Nederland geldig rijbewijs en van een erkend getuigschrift van vakbekwaamheid voor de categorie waartoe het motorrijtuig en het daaraan gekoppeld voertuig behoort, dan wel de bestuurder de rijbe- voegdheid is ontnomen of onvoorwaardelijk is ontzegd. Deze uitsluiting geldt niet voor de houder van een rijbewijs, dat zijn geldigheid heeft verloren door het verstrijken van de in de wet bedoelde geldigheids- duur, tenzij de leeftijd van 70 jaar is bereikt.
1.1.4 De verzekeraar vergoedt geen schade die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroor- zaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere ver- zekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten wier
/wiens belang is meeverzekerd ongeacht of zij in de polis als verzeker- de worden aangemerkt.
1.1.5 Die voortvloeit uit het voorbereiden op of het deelnemen aan snelheids-, regelmatigheids- of behendigheidsritten en -wedstrijden. Deze uitsluiting geldt niet voor rijvaardigheidscursussen, die worden gehouden op een niet voor het verkeer toegankelijk terrein, mits de training wordt gegeven door een wettelijk erkende rijvaardigheidsinstel- ling en er geen sprake is van een snelheidstraining.
1.1.6 Veroorzaakt terwijl de feitelijke bestuurder onder zodanige in- vloed van alcoholhoudende drank of enig bedwelmend of opwekkend middel verkeert, dat hij niet in staat moet worden geacht het motorrij- tuig naar behoren te besturen. Bij alcoholgebruik is dat het geval, in- dien is komen vast te staan dat het ademalcoholgehalte meer dan 220 microgram of het bloedalcoholgehalte 0,5 promille of hoger was. Bij beginnende bestuurders (rijbewijs korter dan 5 jaar in het bezit) is dat het geval indien is komen vast te staan dat het ademalcoholgehalte meer dan 80 microgram of het bloedgehalte 0,2 promille of hoger was.
1.1.7 Veroorzaakt gedurende de periode dat het object in beslag is genomen of wordt gebruikt krachtens een besluit van een overheid.
De uitsluitingen in 1.1.1 t/m 1.1.7 gelden niet voor de verzekeringne- mer, die aantoont dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en dat hem terzake hiervan geen verwijt treft.
1.1.8 Door of verband houdend met radioactiviteit of atoomkernre- acties, ongeacht hoe de reactie is ontstaan. Onder atoomkernreacties wordt verstaan iedere kernreactie waarbij energie vrijkomt, zoals kern- fusie, kernsplijting, kunstmatige en natuurlijke radioactiviteit.
Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en worden gebruikt voor indu- striële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschappelij- ke doeleinden, mits hiervoor de vereiste vergunning is afgegeven.
1.1.9 Veroorzaakt door of ontstaan uit molest.
Onder molest is te verstaan:
1.1.9.1 Gewapend conflict, elk geval waarin staten of andere geor- ganiseerde partijen elkaar, of althans de één de ander, gebruik ma- kend van militaire machtsmiddelen, bestrijden. Onder gewapend con- flict wordt mede verstaan het gewapend optreden van een Vredes- macht der Verenigde Naties;
1.1.9.2 Burgeroorlog, een min of meer georganiseerde gewelddadige strijd tussen inwoners van een zelfde staat waarbij een belangrijk deel van de inwoners van die staat betrokken is;
1.1.9.3 Opstand, georganiseerd gewelddadig verzet binnen een staat, gericht tegen het openbaar gezag;
1.1.9.4 Binnenlandse onlusten, min of meer georganiseerde hande- lingen op verschillende plaatsen zich voordoend binnen een staat;
1.1.9.5 Oproer, een min of meer georganiseerde plaatselijke, ge- welddadige beweging, gericht tegen het openbaar gezag:
1.1.9.6 Muiterij, een min of meer georganiseerde gewelddadige be- weging van leden van enige gewapende macht, gericht tegen het ge- zag waaronder zij gesteld zijn;
Deze nadere omschrijving vormt een onderdeel van de tekst, die door het Verbond van Verzekeraars op 2 november 1981 ter griffie van de Arrondissementsrechtbank te ’s-Gravenhage is gedeponeerd.
1.2 Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
Van deze verzekering is uitgesloten de aansprakelijkheid van de ver- zekerden voor schade:
1.2.1 Toegebracht aan de bestuurder van het motorrijtuig.
1.2.2 Toegebracht aan het motorrijtuig zelf, dan wel aan zaken en/of dieren, die:
1.2.2.a Zich bevinden in, op of aan, dan wel vallen van of uit het mo- torrijtuig, met uitzondering van handbagage en kleding van inzittenden, voor zover de benadeelde niet krachtens een andere verzekering aan- spraak op vergoeding van deze schade kan maken.
1.2.2.b Verzekerde (mede) in eigendom toebehoren of die verzeker- de vervoert, in gebruik, ter bewerking, in behandeling, in bewaring, in huur of om welke andere reden ook onder zich heeft (opzicht). Tot de kring van verzekerden behoort in dit verband ook de onderneming, die weliswaar een andere rechtspersoon is, maar die tot hetzelfde concern of tot dezelfde holding behoort als verzekeringnemer.
1.2.3 Toegebracht aan het voertuig dat aan het motorrijtuig is ge- koppeld of daardoor wordt gesleept, zolang dit niet van het motorrijtuig is losgemaakt of losgeraakt of nog niet veilig buiten het verkeer tot stil- stand is gekomen, alsmede aan de zaken en/of dieren die zich in, op of aan dat voertuig bevinden, dan wel ervan afvallen of eruit vallen.
1.2.4 Veroorzaakt door degene, die niet uitdrukkelijk of stilzwijgend door een daartoe bevoegd persoon is gemachtigd zich in of op het ob- ject te bevinden.
1.2.5 Toegebracht aan meerijdende personen, indien zij zich op het moment van de gebeurtenis niet op een normale zitplaats van het motorrijtuig bevinden.
1.2.6 Voortvloeiend uitsluitend uit een door of namens verzekerde aangegane contractuele verplichting.
1.2.7 Veroorzaakt door, optredend bij of voortvloeiend uit het ver- voer van stoffen als vermeld in de 'Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen', die vallen in klasse 1 en 7 van de in deze wet opgenomen VLG en ADR-reglementen of die zijn voorzien van het label ‘explosieven’.
Deze uitsluiting geldt niet met betrekking tot radioactieve nucliden, die zich buiten een kerninstallatie bevinden en die worden gebruikt voor industriële, commerciële, landbouwkundige, medische of wetenschap- pelijke doeleinden, mits hiervoor de vereiste vergunning is afgegeven.
1.3 Rubriek B en Rubriek C (Beperkt) Cascoverzekering
1.3.1 De verzekeraar vergoedt geen schade die een verzekerde met opzet, al dan niet bewuste roekeloosheid of al dan niet bewuste merkelijke schuld heeft veroorzaakt, ongeacht of die schade is veroor- zaakt aan zijn eigen belang(en) of (ook) aan die van (een) andere ver- zekerde(n). Onder verzekerden wordt in dit verband mede verstaan de echtgenoot, geregistreerde partner, kinderen en huisgenoten wier
/wiens belang is meeverzekerd ongeacht of zij in de polis als verzeker- de worden aangemerkt.
1.3.2 De verzekering biedt geen dekking, indien uit het kenteken- register van de RDW blijkt dat noch verzekeringnemer, noch diens partner als eigenaar c.q. houder van het motorrijtuig is ingeschreven, tenzij uit de polis blijkt dat de verzekeraar bekend was met de afwij- kende eigendom en dit heeft geaccepteerd.
1.4 Rubriek D Hulpverlening
Er bestaat geen recht op hulpverlening, indien één van de hiervoor vermelde uitsluitingen van toepassing is.
1.5 Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden
Verzekerden kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding, in- dien één van de hiervoor vermelde uitsluitingen van toepassing is.
1.6 Rubriek F Ongevallenverzekering voor Inzittenden Verzekerden kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding, in- dien één van de hiervoor vermelde uitsluitingen van toepassing is.
Deze verzekering is niet van kracht, indien het ongeval:
1.6.1 De inzittenden is overkomen indien het de feitelijke bestuurder van het motorrijtuig op grond van het bepaalde in artikel 26 Wegenver- keerswet en daarmede verband houdende artikelen (gebruik van alco- hol of van een stof die de rijvaardigheid beïnvloedt) verboden was of
zou zijn het motorrijtuig te besturen, tenzij ten genoegen van de verze- keraar aannemelijk wordt gemaakt dat hij/zij, ondanks deze omstan- digheid, in staat was het motorrijtuig naar behoren te besturen.
1.6.2 De inzittenden is overkomen buiten de bestuurderscabine, indien de verzekering betrekking heeft op een bestel- of vrachtauto, met in- achtneming van het bepaalde in artikel F.1.1.2.
1.6.3 De inzittenden is overkomen terwijl:
1.6.3.1 de feitelijke bestuurder niet in het bezit is van een geldige verklaring van gebleken rijvaardigheid of van een voor dat motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs of ander document.
1.6.3.2 de feitelijke bestuurder de rijbevoegdheid onvoorwaardelijk is ontzegd.
1.6.4 De inzittenden is overkomen bij het voorbereiden voor of deel- nemen aan snelheidswedstrijden, -ritten en –proeven, alsmede – in- dien zij niet uitsluitend binnen Nederland worden gehouden – prestatie
-, ster – of betrouwbaarheidsritten.
1.6.5 De inzittenden is overkomen gedurende de periode dat het mo- torrijtuig in beslag is genomen of wordt gebruikt krachtens een besluit van een overheid.
1.6.6 De inzittenden is overkomen door of in verband staande met atoomkernreacties of radioactiviteit.
1.6.7 Is ontstaan terwijl of doordat het motorrijtuig gebruikt werd zon- der toestemming van verzekeringnemer of was verhuurd of werd ge- bruikt voor beroepsmatig personenvervoer tegen betaling, dan wel werd gebruikt voor andere doeleinden dan aan de verzekeraar is op- gegeven of door de wet is toegestaan.
1.6.8 Mogelijk is geworden door ziekte of gebrekkigheid of een ab- normale lichamelijke of geestelijke toestand, tenzij deze omstandighe- den een gevolg zijn van een ongeval waarvoor de verzekeraar krach- tens deze verzekering uitkering verschuldigd was of nog is.
RUBRIEK 2 SCHADE
2.1 Verplichtingen van verzekerde na een schadegeval
Zodra een verzekerde kennis draagt van een gebeurtenis waaruit voor de verzekeraar een verplichting tot uitkering kan ontstaan, is de verze- kerde verplicht:
2.1.1 De verzekeraar die gebeurtenis terstond te melden.
2.1.2 De verzekeraar zo spoedig mogelijk in het bezit te stellen van het originele schadeformulier en hierop desgevraagd een nadere toe- lichting te geven.
2.1.3 Zo spoedig mogelijk alle gegevens en ontvangen bescheiden die op de gebeurtenis betrekking hebben, zowel civiel- als strafrechte- lijk, aan de verzekeraar te zenden.
2.1.4 Bij een gedekte schade veroorzaakt door diefstal, inbraak, verduistering, joyriding, kwaadwillige beschadiging of enig ander straf- baar feit terstond bij de politie aangifte te doen, waarna een schriftelijke bevestiging van de aangifte op verzoek aan de verzekeraar moet wor- den overgelegd.
2.1.5 Bij diefstal of verduistering de verzekeraar stilzwijgend toe- stemming te verlenen de voertuiggegevens bij het Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV) aan te melden, zodat door de overheid er- kende particuliere organisaties door de verzekeraar kunnen worden in- geschakeld voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrij- tuig. Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het mo- torrijtuig doorgeven aan de Help Desk Verzekeringsbureau Voertuig- criminaliteit (VbV), die 24 uur per dag bereikbaar is onder telefoon- nummer 071 - 00.00.000.
2.1.6 Bij diefstal of verduistering de contactsleutels en alle delen van het bij het object behorend kentekenbewijs, doch minimaal deel III (overschrijvingsbewijs oud) of deel II (overschrijvingsbewijs nieuw van- af 1 juni 2004) aan de verzekeraar te verstrekken.
2.1.7 Alle medewerking aan de schaderegeling te verlenen.
2.1.8 De schade zoveel mogelijk te beperken en alles na te laten wat de belangen van de verzekeraar zou kunnen schaden.
2.1.9 Zich te onthouden van het erkennen van schuld, alsmede van elke toezegging, verklaring of handeling, waaruit het erkennen van een verplichting tot betaling zou kunnen worden afgeleid.
2.1.10 Alle aanwijzingen van of namens de verzekeraar op te vol- gen.
2.1.11 De verzekeraar desgevraagd de originele tachograafschijf ter beschikking te stellen voor het maken van een tacho-analyse.
2.2 Beperking schadevergoedingsverplichting
2.2.1 Aan deze verzekering kunnen geen rechten worden ontleend indien en voor zover verzekerde een of meer van de in artikel 2.1 ge- noemde verplichtingen niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar zijn geschaad.
2.2.2 De door de verzekerde verstrekte opgaven, mondeling dan wel schriftelijk, zullen (mede) dienen tot vaststelling van de omvang van de schade en het recht op uitkering. Elk recht op grond van deze verzekering vervalt, indien de verzekerde bij schade opzettelijk gege- vens verzwijgt of onjuiste gegevens verstrekt, ongeacht of de verzeke- raar hierdoor daadwerkelijk in zijn belangen is geschaad.
2.2.3 Indien verzekerde geen rechtsvordering tegen verzekeraars heeft ingesteld binnen één jaar nadat verzekeraars schriftelijk aan een verzekerde hebben meegedeeld geen polisdekking te verlenen voor een aanspraak of omstandigheid, kunnen ter zake van die aanspraak of omstandigheid geen rechten meer aan deze polis worden ontleend.
2.3 Rubriek A Aansprakelijkheidsverzekering
2.3.1 Regeling van schade
De verzekeraar belast zich met de regeling en de vaststelling van de schade. De verzekeraar is gerechtigd te beslissen over:
2.3.1.1 Het voeren van verweer bij civiele procedures inzake aan- spraken tot schadevergoeding.
2.3.1.2 Het berusten in een rechterlijke uitspraak.
2.3.1.3 Het voeren van de verdediging in verband met een tegen een verzekerde ingestelde strafvervolging.
2.3.2 Vergoeding van xxxxxx
2.3.2.1 De verzekeraar heeft het recht benadeelden rechtstreeks schadeloos te stellen en met hen een schikking te treffen. Hij zal daar- bij de belangen van verzekerde binnen de mogelijkheden van zijn wet- telijke verplichtingen in het oog houden.
2.3.2.2 Bestaat de vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen ho- ger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uitkeringen, naar keuze van de verzekerde, naar evenredigheid ver- minderd.
2.3.3 Verhaal
2.3.3.1 Als een verzekerde geen rechten aan deze verzekering kan ontlenen heeft de verzekeraar het recht de schadevergoeding en de gemaakte kosten op de verzekerde te verhalen, indien hij krachtens de WAM of een overeenkomstige buitenlandse wet tot die vergoeding verplicht wordt.
2.3.3.2 Het verhaalsrecht van de verzekeraar zal niet worden beïn- vloed door met andere verzekeraars gesloten schaderegelingovereen- komsten.
2.4 Rubriek B en Rubriek C (Beperkt) Cascoverzekering
2.4.1 Regeling van schade
2.4.1.1 Indien de reparatiekosten als gevolg van een gedekte ge- beurtenis een bedrag van € 500,00 exclusief BTW niet te boven gaan, kan de verzekeringnemer in beginsel zonder voorafgaande toe- stemming van de verzekeraar de schade meteen laten herstellen, mits de verzekeraar onmiddellijk van de gebeurtenis in kennis wordt gesteld en op voorwaarde dat de eventueel vervangen onderdelen ter beschik- king van de verzekeraar blijven.
2.4.1.2 Op verzoek van de verzekeraar is de verzekerde verplicht de originele, gespecificeerde rekening van de reparateur over te leggen.
2.4.1.3 Indien de schade hoger uitkomt dan hierboven vermeld, kan door de verzekeraar een onafhankelijke deskundige worden aangewe- zen tot vaststelling van het schadebedrag.
2.4.1.4 Bij verschil van mening met de door de verzekeraar inge- schakelde expert omtrent het vastgestelde schadebedrag heeft de ver- zekeringnemer het recht, op eigen kosten, zelf een deskundige te be- noemen. Blijkt er een verschil te bestaan in de door beide experts vastgestelde schadebedragen, dan benoemen zij tezamen een derde expert, wiens schadevaststelling binnen de grenzen van beide taxaties moet blijven en die bindend zal zijn.
De kosten van de derde expert worden door elk van de partijen voor de helft gedragen; de kosten van alle experts zullen echter voor rekening van de verzekeraar komen, indien verzekeringnemer door de derde expert geheel in het gelijk wordt gesteld.
2.4.2 Vergoeding van xxxxxx
2.4.2.1 Definities
2.4.2.1.a Reparatiekosten:
de kosten van reparatie of van vervanging van onderdelen van het ob- ject.
2.4.2.1.b Dagwaarde:
de vervangingswaarde van het object onmiddellijk voor het ontstaan van de schade.
2.4.2.1.c Restantwaarde:
de verkoopwaarde van het object in beschadigde staat.
2.4.2.1.d Nieuwwaarde:
vervangingswaarde ten tijde van de schade of het verlies van de ver- zekerde zaak.
2.4.2.2 Grondslag van de uitkering
Bij beschadiging van het object worden de reparatiekosten vergoed. Er wordt echter nimmer meer vergoed dan de dagwaarde voor het ont- staan van de schade onder aftrek van de restantwaarde.
2.4.2.3 Diefstal en verduistering
2.4.2.3.a Bij diefstal en verduistering vergoedt de verzekeraar de dag- waarde van het motorrijtuig. Wordt het motorrijtuig (uiterlijk op de 30e dag) teruggevonden, dan zal eventuele schade aan het motorrijtuig worden vergoed als in 2.4.2.2.
2.4.2.3.b Indien het motorrijtuig niet uiterlijk op de 30e dag na aangifte van de vermissing bij de politie is teruggevonden, wordt de verzeke- ringnemer door ontvangst van de schadepenningen zonder nadere kennisgeving geacht het eigendomsrecht van het motorrijtuig aan de verzekeraar te hebben overgedragen. Indien een ander dan de verze- keringnemer eigenaar van het motorrijtuig is, vindt betaling van de schadepenningen eerst plaats, nadat de eigendomsrechten aan de verzekeraar zijn overgedragen.
2.4.3 Totaal verlies
2.4.3.1 Er is sprake van totaal verlies, indien:
2.4.3.1.a Kwalitatief herstel van de schade naar het oordeel van de expert niet meer mogelijk is, waardoor het motorrijtuig als zodanig niet meer in gebruik mag worden genomen, of:
2.4.3.1.b De reparatiekosten, bij een motorrijtuig niet ouder dan 2 jaar, minimaal 100% van de dagwaarde bedragen, of:
2.4.3.1.c De reparatiekosten, bij een motorrijtuig ouder dan 2 jaar, mi- nimaal 125% van de dagwaarde bedragen.
2.4.3.2 Bij schadevergoeding bij totaal verlies van het motorrijtuig als bedoeld in 2.4.3.1.a t/m 2.4.3.1.c keert de verzekeraar de schadever- goeding pas uit nadat (de eigendom van) het verzekerd motorrijtuig of het restant, inclusief de te vergoeden extra voorzieningen en accessoi- res, aan verzekeraar of een door hem aan te wijzen derde partij is overgedragen en de verzekeraar in het bezit is gesteld van een de- montageverklaring, afgegeven door een auto demontagebedrijf dat een ORB en/of ORAD erkenning heeft. Bovendien dienen op verzoek alle delen van het bij het verzekerd motorrijtuig behorend kentekenbewijs, kentekenplaten (indien op de auto nieuwe kentekenplaten volgens de GAIK regeling aanwezig zijn), sleutels, codekaarten en boekjes etc. aan een door verzekeraar aan te wijzen derde partij te worden over- handigd.
2.4.4 Eigen risico
2.4.4.1 De verzekeringnemer draagt voor iedere gedekte gebeurtenis het op het laatst afgegeven polisblad vermelde eigen risico, tenzij hier- onder anders staat vermeld of blijkens aantekening op de polis uitdruk- kelijk anders is overeengekomen.
Als gevolg van dezelfde gebeurtenis wordt nooit meer dan één keer het op grond van deze polisvoorwaarden toepasselijke hoogste (be- perkt) casco eigen risico van rubriek B of C in mindering gebracht.
Betaling op grond van | Eigen risico | ||
Rubriek A (m.u.v. A.2 en A.8) | Ja | ||
Rubriek B/C | |||
C.1.1 | Aanrijding… | Ja | |
B/C.1.2 | Brand… | Ja | |
B/C.1.3 | Diefstal… | Ja | |
B/C 1.4 | Ruitbreuk… | Bij reparatie: Bij vervanging: | Xxx Xx |
B/C 1.5 | Storm… | Ja | |
B/C.1.6 | Vogels… | Ja | |
B/C.1.7 | Overstroming… | Ja | |
B/C.1.8 | Relletjes… | Ja | |
B/C.1.9 | Luchtvaartuig… | Ja | |
B/C.1.10 | Tijdens transport… | Ja | |
C1.11 | Schuivende lading… | Ja | |
B/C.2 | Berging en vervoer | Ja | |
B/C.3 | Vergoeding van kosten | Nee | |
C.4 | Vergoeding van sloten | Ja | |
C.5 | Persoonlijke bezittingen | Nee | |
Rubriek D | Nee | ||
Rubriek E | Nee | ||
Rubriek F | Nee |
2.4.4.2 Uitsluitend indien bij schade aan een ruit de noodzakelijke vervanging daarvan geschiedt door Carglass of Autotaalglas wordt het toepasselijk eigen risico verlaagd met € 68,00 per gebeurtenis, tenzij anders is overeengekomen.
Het eigen risico dient door verzekerde aan Carglass of Autotaalglas te worden voldaan.
2.4.4.3 Indien bij reparatie de deuken uit het plaatwerk worden ver- wijderd door middel van 'Restyle' (uitdeuken zonder spuiten) of een daarmee vergelijkbaar procédé, zal het eigen risico worden verlaagd met € 136,00 per gebeurtenis.
2.4.5 Verzekerd bedrag
2.4.5.1 Het verzekerd bedrag bij Rubriek B (beperkte cascoverzeke- ring) is de cataloguswaarde van het object, zoals die door of namens de verzekeringnemer aan de verzekeraar is opgegeven.
2.4.5.2 Als basis voor het verzekerd bedrag bij Rubriek C (cascover- zekering) wordt aangehouden de cataloguswaarde van het object in standaarduitvoering of – uitrusting op het moment van afgifte van het eerste kentekenbewijs, zoals vermeld in de toepasselijke catalogus, zonder rekening te houden met enige inruil, vermeerderd met de waar- de van de eventuele meeruitvoering, eventuele bijzondere construc- ties, opbouw, beschildering, de afleveringskosten en de verwijderings- bijdrage en onder aftrek van relatiekorting. In geval van schade zal re- latie door middel van overleggen van de aankoopnota de juistheid van de verzekerde waarde dienen aan te tonen
2.4.5.3 Nader wordt aangetekend dat de verzekerde som voor het ver- zekerd object in onderling overleg werd vastgesteld. In verband hier- mede zal de maatschappij zich in geval van schade niet op onderver-
zekering beroepen. In geval van schade zal echter nooit meer worden uitgekeerd dan de verzekerde som.
2.4.6 Vergoeding van accessoires
2.4.6.1 Beeld- en geluidsapparatuur.
2.4.6.1.a Bij schade aan of verlies van beeld- en geluidsapparatuur worden de kosten van reparatie of vervanging vergoed tot ten hoogste de oorspronkelijke aanschafwaarde, onder aftrek van 1½% per maand of een gedeelte daarvan na de datum van het nieuw aanschaffen van de apparatuur.
2.4.6.1.b De maximale vergoeding bedraagt € 1.000,00 exclusief BTW.
2.4.6.1.c Indien de verzekerde de aanschafwaarde niet door het over- leggen van de originele factuur kan aantonen, zal per gebeurtenis maximaal € 250,00 exclusief BTW worden vergoed.
2.4.6.2 Accessoires.
2.4.6.2.a De schade aan of verlies van accessoires is alleen verze- kerd, indien de aanschafwaarde daarvan zonder enige korting in het verzekerd bedrag van het object is opgenomen.
2.4.6.2.b De verzekeraar heeft het recht een beroep te doen op onder- verzekering, indien de waarde van de accessoires niet ten volle is ver- zekerd.
2.4.6.2.c Bij schade aan of verlies van accessoires worden de kosten van reparatie of vervanging vergoed tot ten hoogste de dan geldende nieuwwaarde.
2.4.6.3 Totaal verlies.
Indien er tevens sprake is van schade aan of verlies van het object zul- len de accessoires en de beeld- of geluidsapparatuur worden gerekend te behoren tot het object en zal schadevergoeding plaatsvinden vol- gens het van toepassing zijnde artikel 2.4.2.2 of 2 4.2.3.
2.4.7 Erkenning van xxxxxx
Noch door het opnemen van schade, noch door het verlenen van toe- stemming tot herstel zal de verzekeraar worden geacht zijn verplichting tot schadevergoeding te hebben erkend. Evenmin is de verzekeraar gebonden aan mededelingen over de dekking of de schadeomvang gedaan door deskundigen als bedoeld in artikel 2.4.1.
2.4.8 Verhaal
De verzekeraar doet jegens verzekerden afstand van zijn recht op ver- haal van een door hem betaalde cascoschade en de gemaakte kosten, tenzij:
2.4.8.1 Het aansprakelijkheidsrisico voor deze schade of de casco- schade zelf is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
2.4.8.2 Een in de rubriek Uitsluitingen vermelde omstandigheid en/of een wettelijke uitsluitinggrond van toepassing is, tenzij anders is over- eengekomen.
2.4.9 Verplichtingen voor diefstalpreventie
2.4.9.1 Bij het aangaan van de verzekering heeft de verzekeraar als voorwaarde voor dekking het aanbrengen van een SCM goedgekeurd beveiligingssysteem of een door de verzekeraar goedgekeurd af- fabriek beveiligingssysteem verplicht gesteld. Op het polisblad staat aangegeven van welke klasse beveiliging het motorrijtuig moet zijn voorzien. Hierna is vermeld aan welke eisen dat beveiligingssysteem moet voldoen;
Klasse 1
bestaande uit een elektrisch systeem met minimaal twee automatisch inschakelende blokkeringen, geen detectie en geen alarmering:
− minimaal twee blokkeringen (startmotor + extra blokkering, niet zijn- de de startmotoronderbreking)
N.B.: Af-fabriek systemen voldoen reeds met een onderbreking op het motormanagement
Klasse 2
bestaande uit minimaal twee automatisch inschakelende blokkeringen, detectie en alarmering:
− minimaal twee automatische blokkeringen conform klasse 1
− omtrekdetectie en ruimtelijke detectie;
− akoestische signalering
− optische signalering
Klasse 3
bestaande uit minimaal twee automatisch inschakelende blokkeringen, detectie, alarmering alsmede een noodstroomsirene, uitgebreid met hellingdetectie:
− blokkering conform klasse 1 alsmede blokkering startmotor
− omtrekdetectie en ruimtelijke detectie
− optische signalering
− hellingdetectie
− akoestische signalering door middel van een noodstroom sirene
Klasse 4
bestaande uit een elektrisch systeem dat voldoet aan de eisen van SCM (Stichting Certificering Motorrijtuigbeveiliging) voorschrift AA03 voor klasse 1, 2 of 3 alsmede een voertuigvolgsysteem dat aan de ei- sen van het SCM voorschrift TT03 voldoet:
− beveiligingssysteem conform klasse 1, 2 of 3
− een systeem dat de positie van het voertuig kan bepalen en dit kan doorgeven aan de meldkamer.
Klasse 5
bestaande uit een elektrisch systeem dat voldoet aan de eisen van SCM voorschrift AA03 voor klasse 3 systemen gekoppeld aan een voertuigvolgsysteem dat aan de eisen van het SCM voorschrift TT03 voldoet:
− Beveiligingssysteem conform klasse 3
− een systeem dat de positie van het voertuig kan bepalen en dit kan doorgeven aan de meldkamer
− Dit systeem dient geactiveerd te worden wanneer het alarmsysteem in alarm gaat
2.4.9.2 Indien er sprake is van een toepasselijke schade, is de ver- zekeringnemer, op verzoek van de verzekeraar, verplicht de aanwe- zigheid van het beveiligingssysteem aan te tonen door het overleggen van de inbouwnota en/of het door SCM afgegeven certificaat, waarvan de geldigheidsduur niet is verstreken.
2.4.9.3 Indien het vooraf verplicht gestelde beveiligingssysteem niet aanwezig is resp. er op vorenstaande wijze niet kan worden aange- toond dat het wel aanwezig is, behoudt de verzekeraar zich het recht voor de schade uitkering te weigeren.
2.4.9.4 Uitgesloten is schade die het gevolg is of mogelijk is gewor- den, doordat een verzekerde de volgens maatschappelijke opvattingen vereiste zorgvuldigheid niet in acht heeft genomen.
Hiervan is sprake indien:
a. Het motorrijtuig niet of niet deugdelijk is afgesloten.
b. De aanwezige alarminstallatie niet of niet deugdelijk is ingeschakeld.
c. Een of meer autosleutels en/of het kentekenbewijs zich al dan niet zichtbaar in het motorrijtuig bevinden.
d. Een of meerdere autosleutels en/of het kentekenbewijs voorafgaand aan de gebeurtenis zijn ontvreemd, tenzij dit het gevolg is van inbraak anders dan uit het motorrijtuig zelf of met (dreiging) geweld.
e. Het gestrande motorrijtuig langer dan de redelijkerwijs voor het ver- krijgen van hulpverlening benodigde tijd onbeheerd op de plaats van het onheil is achtergelaten.
2.5 Rubriek E Schadeverzekering Inzittenden (SVI)
2.5.1 Vaststelling van de schade
2.5.1.1 Bij zaakschade worden de reparatiekosten vergoed. Er wordt echter nimmer meer vergoed dan de dagwaarde onmiddellijk voor het ontstaan van de schade onder aftrek van de restantwaarde.
2.5.1.2 Bij personenschade zal de bepaling van de voor vergoeding in aanmerking komende schade, de begroting van de schade en de vaststelling van degenen die recht hebben op vergoeding, plaatsvinden overeenkomstig het Nederlands burgerlijk recht alsof er sprake is van een onrechtmatige daad.
2.5.2 Veiligheidsgordels
De vergoeding voor personenschade wordt met 25% verminderd, in- dien deze is ontstaan, terwijl de verzekerde in strijd met de wettelijke verplichting geen veiligheidsgordel droeg.
2.5.3 Verzekerd bedrag
2.5.3.1 Cumulatie met het verzekerd bedrag.
Indien meerdere personen rechten aan deze verzekering kunnen ont- lenen en hun schade in totaal groter is dan het verzekerd bedrag, zal de vergoeding naar evenredigheid plaatsvinden.
2.5.3.2 Bestaat vergoeding van schade uit periodieke uitkeringen en is de waarde daarvan met inachtneming van andere uitkeringen hoger dan het verzekerd bedrag, dan wordt de duur of de hoogte van die uit- keringen, naar keuze van de verzekerde, naar evenredigheid vermin- derd.
2.5.4 Verhaal
De verzekeraar doet jegens verzekerden afstand van zijn recht op ver- haal van een door hem vergoede schade en de gemaakte kosten, ten- zij:
2.5.4.1 Het aansprakelijkheidsrisico van deze personen op een an- dere polis is verzekerd of zou zijn verzekerd, indien de onderhavige verzekering niet zou hebben bestaan.
2.5.4.2 Een in de rubriek Uitsluitingen vermelde omstandigheid en/of een wettelijke uitsluitinggrond van toepassing is, tenzij anders is over- eengekomen.
2.6 Rubriek F Ongevallen verzekering voor inzittenden (OI)
2.6.1 Uitkeringen
2.6.1.1 Overlijden (A)
In geval van dood van verzekerde binnen 730 dagen na de dag waar- op het ongeval de verzekerde is overkomen, wordt het gehele verze- kerde bedrag, genoemd in het polisblad onder A, uitgekeerd, mits het ongeval de enige en rechtstreekse oorzaak is van de dood. Een voor het overlijden ter zake van hetzelfde ongeval verleende uitkering we- gens blijvende invaliditeit (B) zal op de uitkering wegens overlijden (A) in mindering worden gebracht tot ten hoogste het beloop van de uitke- ring. Indien reeds een bedrag voor blijvende invaliditeit (B) is uitge- keerd, hoger dan het verzekerde bedrag in geval van dood (A), behoeft het meerdere niet te worden terugbetaald aan de verzekeraar.
2.6.1.2 Blijvende invaliditeit (B)
In geval van blijvend verlies van ledematen of functies ontstaan binnen 730 dagen na de dag waarop het ongeval de verzekerde is overkomen en als enig en rechtstreeks gevolg van dat ongeval, wordt het verze- kerde bedrag genoemd in het polisblad wegens het risico van blijvende invaliditeit (B), geheel of gedeeltelijk, in overeenstemming met de graad van invaliditeit uitgekeerd. In de volgende gevallen wordt de uit- kering wegens blijvende invaliditeit gebaseerd op een vast en onver- anderlijk percentage van het verzekerd bedrag, zoals hieronder aan- gegeven.
Bij algeheel verlies van de hierna genoemde lichaamsdelen of zintuig- lijke vermogens gelden de hieronder vermelde percentages van het wegens het risico van blijvende invaliditeit (B) verzekerde bedrag: Beide benen of voeten 100%
Beide armen of handen 100%
Een arm of hand en een been of voet tezamen 100%
De rechterarm 75%
De rechteronderarm 65%
De rechterhand 60%
De duim van de rechterhand 25%
De wijsvinger van de rechterhand 15%
Iedere andere vinger van de rechterhand 10%
De vijf vingers van de rechterhand tezamen 60% Bij overeenkomstige verliezen van linkerarm, -onderarm, -hand en
-vingers 4/5 van de hierboven aangegeven percentages.
Een been 70%
Een onderbeen 60%
Een voet 50%
Een grote teen 10%
Iedere andere teen 4%
Het gezichtsvermogen van beide ogen 100%
het gezichtvermogen van een oog 30%
Het gehoor van beide oren 50%
Het gehoor van een oor 20%
Mocht een inzittende linkshandig zijn, dan gelden de voor de rechter en linkerledematen vastgestelde uitkeringspercentages voor de linker-, respectievelijk de rechterledematen, of bij gedeeltelijk verlies of ge- deeltelijk functieverlies een evenredig deel van deze percentages. In geval van verschillende letsels, al dan niet van meer verzekerden, ten gevolge van een en hetzelfde ongeval wordt in totaal niet meer ver- goed dan het voor blijvende invaliditeit (B) verzekerd maximum. Ter zake van samenloop van een of meer ongevallen wordt in totaal niet meer dan het voor blijvende invaliditeit (B) verzekerde bedrag uitge- keerd. Voor blijvende invaliditeit anders dan hiervoor omschreven zal de vaststelling geschieden naar de belangrijkheid in verhouding tot de wel genoemde gevallen. Bij de vaststelling van de graad van invaliditeit zal met het beroep van de gekwetste verzekerde geen rekening wor- den gehouden. De graad van blijvende invaliditeit wordt vastgesteld zodra een praktisch blijvende toestand is ingetreden, doch desgewenst echter binnen twee jaar na het ongeval.
Het recht op uitkering voor blijvende invaliditeit (B) gaat te niet als de eis tot schadevergoeding wegens blijvende invaliditeit niet binnen 90 dagen na afloop van de genoemde termijn van twee jaar bij de verze- keraar is ingediend.
2.6.2 Overige bepalingen
2.6.2.1 Beperkingen jeugdigen en ouderen
Voor inzittenden die ten tijde van het ongeval de 18 jarige leeftijd nog niet hebben bereikt, of die ouder zijn dan 70 jaar, geldt in afwijking van de in het polisblad vermelde verzekerde bedragen, de bepaling, dat de uitkering in geval van overlijden (A) tot € 2.500,00 per persoon beperkt zal zijn. Bovendien geldt voor inzittenden die ten tijde van het ongeval ouder zijn dan 70 jaar, dat maximaal 50% van het voor blijvende invali- diteit (B) verzekerde bedrag wordt uitgekeerd, met een maximum van
€ 2.500,00.
2.6.2.2 Invloed van bestaande invaliditeit of ziekelijke toestand Indien een getroffen inzittende reeds voor het ongeval lijdende was aan kwalen, ziekten of gebreken, wordt bij de vaststelling van de uitke- ring uitsluitend rekening gehouden met de ongevalgevolgen die er ge- weest zouden zijn indien zodanige kwalen, ziekten of gebreken er niet waren geweest. Bij het vaststellen van de mate van blijvende invalidi- teit van de inzittende wegens het geheel of gedeeltelijk verlies van enig lichaamsdeel, als enig en rechtstreeks gevolg van het ongeval, wordt de aan die mate van invaliditeit te ontlenen uitkering verminderd met het aan de hand van artikel 2.6.1 te bepalen bedrag voor het reeds voor het ongeval bestaande geheel of gedeeltelijk verlies van een of
meer delen van dit lichaamsdeel voor het reeds voor het ongeval be- staande geheel of gedeeltelijk verlies van een of meer delen van dit li- chaamsdeel.
2.6.2.3 Meerdere polissen
Indien bij de verzekeraar meerdere ongevallen verzekeringen voor in- zittenden ten behoeve van de inzittenden van hetzelfde motorrijtuig zijn gesloten, zal per persoon niet meer worden uitgekeerd dan de maxi- maal mogelijk te verzekeren bedragen volgens het op het tijdstip van het ongeval van kracht zijnde standaardtarief.
2.6.2.4 Meer inzittenden
Wordt op het tijdstip van het ongeval met het motorrijtuig meer dan het in het polisblad of clausule vermelde aantal inzittenden vervoerd, dan
zal (zullen) het (de) verzekerde bedrag(en) per persoon worden ver- laagd in de verhouding tot dit aantal.
2.6.3 Verplichtingen van verzekerde(n) na een ongeval
In geval van een ongeval dat voor de verzekeraar tot een uitkerings- verplichting zou kunnen leiden, is degene die aanspraak op een uitke- ring maakt verplicht daarvan zo spoedig mogelijk schriftelijk kennis te geven aan de verzekeraar onder vermelding van alle van belang zijnde gegevens. In geval er aanspraak wordt gemaakt op uitkering op grond van rubriek A of B is er de plicht een ongeval aan de verzekeraar te melden binnen de hieronder genoemde termijnen:
2.6.3.1 Bij overlijden
In geval van overlijden van de verzekerde dienen zij die aanspraak op uitkering maken, van het overlijden minstens 24 uur voor de begrafenis of de crematie aan de verzekeraar kennis te geven, onder vermelding van alle van belang zijnde gegevens. Zij dienen voorts hun medewer- king te verlenen aan alle maatregelen resp. hiervoor hun toestemming te verlenen die de verzekeraar nodig acht tot vaststelling van de doodsoorzaak.
2.6.3.2 Bij blijvende invaliditeit
In geval van blijvende invaliditeit dient hiervan binnen drie maanden schriftelijk kennis te worden gegeven aan de verzekeraar onder ver- melding van alle van belang zijnde gegevens.
2.6.3.3 Indien de kennisgeving aan de verzekeraar later geschiedt dan de in de 2.6.3.1 en 2.6.3.2 van dit artikel genoemde termijn, ont- staat niettemin aanspraak op uitkering, mits ten genoegen van de ver- zekeraar wordt aangetoond dat:
2.6.3.3.1 de invaliditeit respectievelijk het overlijden uitsluitend het ge- volg is van een ongeval;
2.6.3.3.2 de gevolgen van het ongeval niet door gebrekkigheid, ziekten of abnormale geestelijke of lichamelijke toestand, bestaande ten tijde van het ongeval, zijn vergroot;
2.6.3.3.3 verzekerde in elk opzicht de voorschiften van de behande- lende arts heeft opgevolgd.
2.6.3.4 In geval van een ongeval, dat voor de verzekeraar tot een uitkeringsverplichting als gevolg van blijvende invaliditeit (B) zou kun- nen leiden, is de verzekerde verplicht:
2.6..3.4.1zich ten spoedigste onder behandeling van een arts te stel- len, diens voorschriften in alle opzichten op te volgen en in het alge- meen niets na te laten wat zijn genezing kan bevorderen;
2.6.3.4.2 Alle aanwijzingen van de verzekeraar op te volgen en hem en de door hem aan te wijzen arts alle redelijkerwijs te vergen medewer- king te verlenen en zich te laten onderzoeken door deze arts;
2.6.3.4.3 Verder is men verplicht:
Indien door of ten behoeve van de verzekerde bij (een) andere instel- ling(en) risicodekking(en) is/zijn ondergebracht, daarvan in geval van een ongeval direct aan de verzekeraar kennis te geven.
In elk geval verjaart een vordering tot het doen van een uitkering indien de aanmelding niet plaatsvindt binnen drie jaar na het moment waarop de belanghebbende kennis kreeg of had kunnen krijgen van de ge- beurtenis die voor de verzekeraar tot een uitkering kan leiden.
2.6.4 Vervaltermijn
Heeft de verzekeraar ten aanzien van een vordering van een recht- hebbende uit de polis een definitief standpunt ingenomen, hetzij door het afwijzen van de vordering, hetzij door een (aanbod van) betaling bij wijze van finale afdoening, dan vervalt na een jaar, te rekenen vanaf de dag, waarop de rechthebbende of zijn gemachtigde van dit stand- punt kennis kreeg ieder recht op de verzekeraar ter zake van het schadegeval, waarop de vordering was gegrond, tenzij verzekerde of begunstigde binnen die termijn het standpunt van de verzekeraar heeft aangevochten.
2.6.5 Betalingen
Tenzij anders is overeengekomen, heeft de verzekeraar het recht de voor de betrokken verzekeringnemer bestemde betalingen te verrich- ten aan de tussenpersoon door wiens bemiddeling deze verzekering loopt, in welk geval zij geacht worden rechtsgeldig aan de verzekering- nemer te zijn gedaan.
2.6.6 Niet nakomen van verplichtingen
De verzekering geeft geen dekking, indien degene die aanspraak op een uitkering maakt een verplichting niet is nagekomen en daardoor de belangen van de verzekeraar heeft geschaad
RUBRIEK 3 PREMIE
3.1 Premiebetaling
3.1.1 De verzekeringnemer dient de premie, daaronder begrepen de kosten en de assurantiebelasting vooruit te betalen op de premie- vervaldatum.
3.1.2 Indien de verzekeringnemer de aanvangspremie niet uiterlijk op de dertigste dag na ontvangst van het betalingsverzoek betaalt of weigert te betalen, wordt zonder dat een nadere ingebrekestelling door de verzekeraar is vereist geen dekking verleend ten aanzien van alle gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
3.1.3 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie weigert te be- talen, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die nadien hebben plaatsgevonden.
3.1.4 Indien de verzekeringnemer de vervolgpremie niet tijdig be- taalt, wordt geen dekking verleend ten aanzien van gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden vanaf de vijftiende dag nadat de verzekering-
nemer na de vervaldag schriftelijk is aangemaand en betaling is uitge- bleven.
3.1.5 De verzekeringnemer blijft gehouden de premie te voldoen.
3.1.6 De dekking wordt weer van kracht voor gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden na de dag waarop hetgeen verzekeringnemer verschuldigd is, voor het geheel door de verzekeraar is ontvangen. In- geval van overeengekomen termijnbetalingen geldt dat de dekking eerst in kracht wordt hersteld nadat alle onbetaald gebleven termijnen zijn voldaan.
3.1.7 Onder vervolgpremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer bij stilzwijgende verlenging van de verzekering ver- schuldigd wordt.
3.1.8 Onder aanvangspremie wordt mede verstaan de premie die de verzekeringnemer in verband met een tussentijdse wijziging van de verzekering verschuldigd wordt.
3.1.9 In geval van wanbetaling van de premie, de kosten en de as- surantiebelasting komen alle gemaakte incassokosten, zowel in als buiten rechte, alsmede de wettelijke rente ten laste van de verzeke- ringnemer.
3.2 Terugbetaling van premie
Bij beëindiging van de verzekering heeft verzekeringnemer recht op restitutie van de premie over de onverstreken termijn onder aftrek van
€ 5,00 administratiekosten.
3.3 Bonus/Malusregeling
Bij ingang of wijziging van de verzekering wordt de verschuldigde pre- mie mede bepaald aan de hand van het premiepercentage uit onder- staande schaal, behorend bij de vastgestelde bonus/malustrede. Voor elk volgend verzekeringsjaar wordt de verschuldigde premie berekend aan de hand van deze schaal, afhankelijk van het aantal schadegeval- len, dat in het afgelopen verzekeringsjaar ten laste van de polis is ge- komen.
Bonus/malusschaal
Bonus/ malustrede | Verschuldigd premie- percentage | De overgang naar een andere bonus/malustrede geschiedt na een verzekeringsjaar: | ||||
zonder schade naar trede: | met 1 schade naar trede: | met 2 schaden naar tre- de: | met 3 of meer scha- den naar trede: | |||
Hoger | 25 | 20 | 14 | 8 | 1 | |
19 | 25 | 20 | 14 | 8 | 1 | |
18 | 25 | 19 | 13 | 7 | 1 | |
17 | 25 | 18 | 12 | 7 | 1 | |
16 | 25 | 17 | 11 | 6 | 1 | |
15 | 25 | 16 | 10 | 6 | 1 | |
14 | 25 | 15 | 9 | 5 | 1 | |
13 | 32,5 | 14 | 8 | 4 | 1 | |
12 | 35 | 13 | 7 | 3 | 1 | |
11 | 37,5 | 12 | 6 | 2 | 1 | |
10 | 40 | 11 | 6 | 2 | 1 | |
9 | 45 | 10 | 5 | 1 | 1 | |
8 | 50 | 9 | 4 | 1 | 1 | |
7 | 55 | 8 | 3 | 1 | 1 | |
6 | 60 | 7 | 2 | 1 | 1 | |
5 | 70 | 6 | 1 | 1 | 1 | |
4 | 80 | 5 | 1 | 1 | 1 | |
3 | 90 | 4 | 1 | 1 | 1 | |
2 | 100 | 3 | 1 | 1 | 1 | |
1 | 125 | 2 | 1 | 1 | 1 |
Betaling op grond van | Beïnvloeding korting | |
Rubriek A | Ja | |
Rubriek B/ C | ||
C.1.1 | Xxxxxx, omslaan… | Ja |
B/C.1.2 | Brand… | Nee |
B/C.1.3 | Diefstal… | Nee tenzij niet zorgvuldig* |
B/C.1.4 | Ruitbreuk… | Nee |
B/C.1.5 | Storm… | Nee |
B/C.1.6 | Vogels… | Nee |
B/C.1.7 | Overstroming… | Nee |
B/C.1.8 | Relletjes… | Nee |
B/C.1.9 | Luchtvaartuig… | Nee |
B/C.1.10 | Tijdens transport… | Nee |
C.1.11 | Schuivende lading… | Nee |
B/C.2 | Berging en vervoer | Nee |
B/C.3 | Vergoeding van kosten | Nee |
C.4 | Vervanging van sloten | Nee |
C.5 | Persoonlijke bezittingen | Nee |
Rubriek D | Nee | |
Rubriek E | Nee | |
Rubriek F | Nee |
* Toelichting bij artikel B/C.1.3
3.3.1 Tenzij anders is overeengekomen heeft een schadegeval in- vloed op deze regeling, indien een verzekerde de volgens de maat- schappelijke opvattingen vereiste zorgvuldigheid niet in acht heeft ge- nomen. Hiervan is onder andere sprake, indien:
3.3.1.1 Het motorrijtuig niet of niet deugdelijk is afgesloten.
3.3.1.2 De aanwezige alarminstallatie niet of niet deugdelijk is inge- schakeld.
3.3.1.3 Een of meerdere autosleutels en/of het kentekenbewijs deel III (overschrijvingsbewijs oud) dan wel kentekenbewijs deel II (over- schrijvingsbewijs nieuw vanaf 1 juni 2004) zich al dan niet zichtbaar in het motorrijtuig bevinden.
3.3.1.4 Een of meerdere autosleutels en/of het kentekenbewijs deel III (overschrijvingsbewijs oud) dan wel kentekenbewijs deel II (over- schrijvingsbewijs nieuw vanaf 1 juni 2004) voorafgaand aan de gebeur- tenis zijn ontvreemd, tenzij dit het gevolg is van inbraak anders dan uit het motorrijtuig zelf of van (dreiging met) geweld.
3.3.1.5 Het gestrande motorrijtuig langer dan de redelijkerwijs voor het verkrijgen van hulpverlening benodigde tijd onbeheerd op de plaats van het onheil is achtergelaten.
Een schadegeval heeft geen invloed op deze regeling, indien:
3.3.2 De verzekeraar geen schadevergoeding is verschuldigd.
3.3.3 Naar het oordeel van de verzekeraar bij aanmelding van de schade duidelijk is, dat het uit te keren bedrag geheel kan worden ver- haald en zolang tijdens de behandeling niet anders blijkt.
3.3.4 De verzekeringnemer vooraf te kennen heeft gegeven de schade voor eigen rekening te nemen.
3.3.5 Verzekerde wettelijk aansprakelijk is voor schade aan een niet-gemotoriseerde verkeersdeelnemer, terwijl verzekerde geen ver- keersfout heeft gemaakt en hem geen verwijt valt te maken ten aan- zien van de wijze waarop hij aan het verkeer heeft deelgenomen.
3.3.6 Geen volledig verhaal van de cascoschade mogelijk is als gevolg van door verzekeraar met andere verzekeraars gesloten scha- deregelingovereenkomsten, resp. door het Verbond van Verzekeraars voor geschreven regelingen.
3.3.7 De verzekeringnemer, nadat de verzekeraar tot schadever- goeding is overgegaan, alsnog te kennen geeft de schade voor eigen rekening te nemen. De verzekeringnemer kan uitsluitend van dit recht gebruik maken binnen 12 maanden nadat de verzekeraar tot vergoe- ding van de schade is overgegaan en geen verdere betalingen terzake van de gebeurtenis zijn gedaan of zijn te verwachten.
3.4 Opschorting en reservering van premie
3.4.1 De dekking van de verzekering kan op schriftelijk verzoek van de verzekeringnemer uitsluitend worden opgeschort bij:
3.4.1.1 Verkoop van het object.
3.4.1.2 Totaal verlies van het object.
De premie over de niet verstreken termijn zal worden gereserveerd.
Uitsluitend indien binnen 36 maanden een ander object, tegen de dan geldende premie en voorwaarden, ter verzekering wordt aangeboden, zal deze gereserveerde premie worden verrekend.
De opschortingperiode gaat in op de dag dat de verzekeraar een ver- zoek tot opschorting heeft ontvangen tenzij uit het overgelegde vrijwa- ringbewijs een andere datum blijkt, waarmede verzekeraar akkoord gaat.
3.4.2 De verzekering wordt opgeschort zodra en zolang de verze- keringnemer de verplichtingen als bedoeld in artikel 3.1 niet nakomt.
3.5 Aanpassing van premie en/of voorwaarden
3.5.1 De verzekeraar heeft het recht de premie en/of voorwaarden van bepaalde groepen verzekeringen en bloc te wijzigen. Behoort deze verzekering tot die groep, dan is de verzekeraar gerechtigd die wijzi- ging voor deze verzekering op een door hem te bepalen datum door te voeren.
De verzekeringnemer wordt van de wijziging in kennis gesteld en wordt geacht hiermee te hebben ingestemd, tenzij de verzekeraar uiterlijk binnen 30 dagen na de in de mededeling genoemde wijzigingsdatum schriftelijk bericht van het tegendeel ontvangt. In dat laatste geval ein- digt de verzekering op de vermelde wijzigingsdatum.
3.5.2 Er bestaat geen recht van opzegging van de verzekering door de verzekeringnemer bij:
3.5.2.1 Wijziging van de premie en/of voorwaarden voortvloeiend uit wettelijke regelingen of bepalingen.
3.5.2.2 Verlaging van de premie, uitbreiding van de dekking of beïn- vloeding van de regeling schadevrij rijden.
3.5.3 De verzekeraar heeft het recht premie en/of voorwaarden gedurende de verzekeringstermijn te wijzigen na melding van een aan- spraak of omstandigheid, tot 30 dagen na (het doen van een aanbod van) betaling of schriftelijke afwijzing van de op deze aanspraak of om- standigheid betrekking hebbende schade. De verzekeringnemer heeft het recht de wijziging van de verzekeringsovereenkomst te weigeren binnen 30 dagen nadat hem daarvan de mededeling is gedaan. De verzekering wordt in dat geval beëindigd met ingang van de dag, waarop verzekeraar de kennisgeving van de beëindiging heeft ontvan- gen.
3.5.4 De verzekeraar heeft het recht op een door hem te bepalen datum een aanpassing van de premie en of voorwaarden te verlangen, indien het schadeverloop van deze verzekering of het totale schade- verloop van meerdere op naam van verzekeringnemer geregistreerde motorrijtuigenverzekeringen daartoe naar zijn mening aanleiding geeft. De verzekeringnemer wordt van de verlangde aanpassingen schriftelijk in kennis gesteld en heeft het recht deze te weigeren, in welk geval de verzekering op de voorgestelde wijzigingsdatum eindigt.
RUBRIEK 4 SLOTBEPALINGEN
4.1 Einde van de verzekering
De verzekering eindigt:
4.1.1 Per direct indien de verzekeringnemer de verzekering in een aan de verzekeraar gericht schrijven opzegt.
4.1.2 Op de contractsvervaldag, indien de verzekeraar deze uiter- lijk 2 maanden voordien schriftelijk heeft opgezegd.
4.1.3 Binnen twee maanden na de ontdekking dat verzekeringne- mer de mededelingsplicht bij het aangaan van de verzekering niet is nagekomen en verzekeringnemer daarbij heeft gehandeld met het op- zet verzekeraar te misleiden dan wel verzekeraar de verzekering bij kennis van de ware stand van zaken niet zou hebben gesloten. De verzekering eindigt op de in de opzeggingsbrief genoemde datum.
4.1.4 Zodra de verzekeringnemer of erfgenamen door verkoop of andere reden ophouden belang te hebben bij het object en tevens de feitelijke macht erover verliezen, tenzij artikel 3.4.1 van toepassing is.
4.1.5 Indien het object totaal verloren is in de zin van deze polis- voorwaarden, tenzij artikel 3.4.1.2 van toepassing is.
4.1.6 Indien het object in de regel in het buitenland wordt gestald en/of een buitenlands kenteken gaat voeren en/of verzekeringnemer ophoudt domicilie in Nederland te hebben, tenzij anders is overeenge- komen. Indien het object langer dan 8 weken aaneengesloten in het buitenland verblijft dient hiervan melding aan de verzekeraar te worden gedaan.
De verzekeringnemer of erfgenamen zijn verplicht de verzekeraar van de in 4.1.4 t/m 4.1.6 genoemde omstandigheden onmiddellijk kennis te geven. De verzekering geeft geen dekking, indien een verzekerde één van de in dit artikel vermelde verplichtingen niet is nagekomen en de verzekeraar daardoor in zijn belangen is geschaad.
4.2 Einde van de verzekering bij wagenparken
4.2.1 Indien uit het polisblad blijkt dat een wagenpark met een meerjarige contractsduur van toepassing is, geldt dat:
4.2.1.1 De verzekering eindigt op de in het laatst afgegeven polisblad bij ‘contractgegevens’ vermelde einddatum, indien de verzekeringne- mer deze uiterlijk 2 maanden voordien in een aan verzekeraar gericht schrijven heeft opgezegd.
4.2.1.2 De verzekering eindigt op de in het laatst afgegeven polisblad vermelde einddatum, indien de verzekeraar deze uiterlijk 2 maanden voordien schriftelijk opzegt.
4.2.1.3 De verzekeringnemer in afwijking van het bepaalde in artikel
3.5.1 niet het recht van opzegging heeft, indien op grond van markt- ontwikkelingen een aanpassing van de premie en/of voorwaarden
plaatsvindt, die in vergelijkbare vorm eveneens door het merendeel van de in Nederland werkzame verzekeraars wordt doorgevoerd. Is er echter sprake van de contract einddatum van het meerjarig contract dan kan de verzekeringnemer wel schriftelijk opzeggen, met in acht name van het bepaalde in de artikelen 3.5.1 en 3.5.2.
4.2.1.4 De dekking van de verzekering op schriftelijk verzoek van de verzekeringnemer en na overlegging van het vrijwaringbewijs kan wor- den opgeschort bij:
4.2.1.4.a Verkoop van het motorrijtuig.
4.2.1.4.b Totaal verlies van het motorrijtuig
4.2.1.4.c Vervallen van de verzekeringsplicht bij de Rijksdienst Weg- verkeer.
De premie over de niet verstreken termijn zal worden gereserveerd. Uitsluitend indien binnen 36 maanden een ander, gelijksoortig motorrij- tuig, tegen de dan geldende premie en voorwaarden, ter verzekering wordt aangeboden, zal deze premie worden verrekend.
De opschortingperiode gaat in op de dag dat de verzekeraar een ver- zoek tot opschorting heeft ontvangen tenzij uit het overgelegde vrijwa- ringbewijs een andere datum blijkt, waarmede verzekeraar akkoord gaat.
4.2.1.5 De verzekering wordt opgeschort zodra en zolang de verze- keringnemer de verplichtingen als bedoeld in artikel 3.1 niet nakomt.
4.2.1.6 In de navolgende gevallen bestaat, na inlevering van het vrij- waringbewijs, recht op restitutie van de premie
over de niet verstreken termijn:
4.2.1.6.a Bij overlijden van de verzekeringnemer.
4.2.1.6.b Bij beëindiging van de verzekering indien het motorrijtuig in de regel in het buitenland wordt gestald of een buitenlands kenteken gaat voeren en zodra verzekeringnemer ophoudt domicilie in Neder- land te hebben.
4.2.1.6.c Bij verkoop van het motorrijtuig of indien het motorrijtuig to- taal verloren is gegaan in de zin van de polisvoorwaarden.
Bij toepassing van artikel 4.2.1.6 zal de verzekeraar € 5,00 administra- tiekosten op de te restitueren premie in mindering brengen.
4.3 Termijnbetaling
Bij een verzekering met termijnbetaling geldt dat:
4.3.1 Op het polisblad bij “premiebetaling” de data worden vermeld, waarop de verzekeringnemer de premie verschuldigd wordt. Artikel 3.1 is van toepassing bij elke premiebetalingdatum.
4.3.2 De eventueel van toepassing zijnde regeling schadevrij rijden al- leen op de, op het laatst afgegeven polisblad vermelde, prolongatieda- tum van toepassing is.
4.4 Verzekeringsgebied
Tenzij anders is overeengekomen, is deze verzekering uitsluitend van kracht in de landen waarvoor een voor het object afgegeven Interna- tionaal Verzekeringsbewijs (groene kaart) geldig is, alsmede tijdens vervoer te water tussen deze landen onderling.
4.5 Mededelingen
Alle mededelingen van verzekeraar aan de in het polisblad genoemde tussenpersoon worden geacht rechtsgeldig te zijn gedaan aan de ver- zekeringnemer of de betrokken verzekerde. Als het adres van verzeke- ringnemer geldt het adres dat het laatst aan verzekeraar werd opgege- ven.
4.6 Mutaties
Mutaties dienen per direct te worden gemeld.
Indien uit het polisblad blijkt dat de polis een onderdeel is van een wa- genpark worden de mutaties eens per drie maanden verwerkt door middel van een mutatie overzicht.
4.7 Terrorismedekking bij de Nederlandse Herverzekerings- maatschappij voor Terrorismeschaden N.V. (NHT)
4.7.1 Begripsomschrijvingen
n dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt – voor zover niet anders blijkt – verstaan onder:
4.7.1.1 Terrorisme:
Gewelddadige handelingen en/of gedragingen – begaan buiten het ka- der van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest – in de vorm van een aanslag of een reeks van in tijd en oogmerk met elkaar samenhangende aan- slagen als gevolg waarvan letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tengevolge hebbend, en/of schade aan zaken ont- staat dan wel anderszins economische belangen worden aangetast, waarbij aannemelijk is dat deze aanslag of reeks – al dan niet in enig organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oog- merk om bepaalde politieke en/of religieuze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
4.7.1.2 Kwaadwillige besmetting:
Het – buiten het kader van een van de zes in artikel 3:38 van de Wet op het financieel toezicht genoemde vormen van molest – (doen) ver- spreiden van ziektekiemen en/of stoffen die als gevolg van hun (in)directe fysische, biologische, radioactieve of chemische inwerking letsel en/of aantasting van de gezondheid, al dan niet de dood tenge- volge hebbend, bij mensen of dieren kunnen veroorzaken en/of schade aan zaken kunnen toebrengen dan wel anderszins economische be- langen kunnen aantasten, waarbij aannemelijk is dat het (doen) ver- spreiden – al dan niet in enig organisatorisch verband – is beraamd en/of uitgevoerd met het oogmerk om bepaalde politieke en/of religieu- ze en/of ideologische doelen te verwezenlijken.
4.7.1.3 Preventieve maatregelen:
Van overheidswege en/of door verzekerden en/of derden getroffen maatregelen om het onmiddellijk dreigend gevaar van terrorisme en/of kwaadwillige besmetting af te wenden of – indien dit gevaar zich heeft verwezenlijkt – de gevolgen daarvan te beperken.
4.7.1.4 Nederlandse Herverzekeringsmaatschappij voor Terrorisme- schaden N.V. (NHT):
Een door het Verbond van Verzekeraars in Nederland opgerichte her- verzekeringsmaatschappij, waarbij uitkeringsverplichtingen uit hoofde van verzekeringsovereenkomsten, die voor in Nederland toegelaten verzekeraars direct of indirect kunnen voortvloeien uit de verwezenlij- king van de in artikel 4.7.1.1, 4.7.1.2 en 4.7.1.3 omschreven risico’s, in herverzekering kunnen worden ondergebracht.
4.7.1.5. Verzekeringsovereenkomsten:
4.7.1.5.a Overeenkomsten van schadeverzekering voor zover zij over- eenkomstig het bepaalde in artikel 4.7.1.1 onder “staat waar het risico is gelegen”van de Wet op het financieel toezicht betrekking hebben op in Nederland gelegen risico's.
4.7.1.5.b Overeenkomsten van levensverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering be- trekking heeft.
4.7.1.5.c Overeenkomsten van natura-uitvaartverzekering voor zover gesloten met een verzekeringnemer met een gewone verblijfplaats in Nederland, of, indien verzekeringnemer een rechtspersoon is, met de in Nederland gevestigde vestiging van de rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft.
4.7.1.6 In Nederland toegelaten verzekeraars:
Levens-, natura-uitvaart- en Schadeverzekeraars die op grond van de Wet op het financieel toezicht bevoegd zijn om in Nederland het verze- keringsbedrijf uit te oefenen.
4.7.2 Begrenzing van de dekking voor het terrorismerisico
4.7.2.1 Indien en voor zover, met inachtneming van de in artikel 4.7.1.1, 4.7.1.2 en 4.7.1.3 gegeven omschrijvingen, en binnen de grenzen van de geldende polisvoorwaarden, dekking bestaat voor ge- volgen van een gebeurtenis die (direct of indirect) verband houdt met:
4.7.2.1.a terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatrege- len,
4.7.2.1.b handelingen of gedragingen ter voorbereiding van terrorisme, kwaadwillige besmetting of preventieve maatregelen,
hierna gezamenlijk aan te duiden als ‘het terrorismerisico’, geldt dat de uitkeringsplicht van de verzekeraar xxxxxxx van iedere bij haar inge- diende aanspraak op schadevergoeding en/of uitkering, is beperkt tot het bedrag van de uitkering die de verzekeraar terzake van die aan- spraak ontvangt onder de herverzekering voor het terrorismerisico bij de NHT, in het geval van een verzekering met vermogensopbouw vermeerderd met het bedrag van de uit hoofde van de betrokken ver- zekering reeds gerealiseerde vermogensopbouw. Bij levensverzeke- ringen wordt het bedrag van de gerealiseerde vermogensopbouw ge- steld op de krachtens de Wet op het financieel toezicht aan te houden premiereserve ten aanzien van de betrokken verzekering.
4.7.2.2 De NHT biedt herverzekeringsdekking voor de hiervoor ge- noemde aanspraken tot maximaal 1 miljard euro per kalenderjaar. Vo- rengenoemd bedrag kan van jaar tot jaar worden aangepast en geldt voor alle bij de NHT aangesloten verzekeraars tezamen. Van een eventuele aanpassing zal mededeling worden gedaan in drie landelijk verschijnende dagbladen.
4.7.2.3 In afwijking van het in de voorgaande leden van dit artikel bepaalde, geldt voor verzekeringen die betrekking hebben op:
4.7.2.3.a schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan;
4.7.2.3.b gevolgschade van schade aan onroerende zaken en/of de inhoud daarvan,
dat per verzekeringnemer per verzekerde locatie per jaar maximaal 75 miljoen euro onder deze overeenkomst zal worden uitgekeerd, voor al- le deelnemende verzekeraars zoals bedoeld in artikel 4.6.1 tezamen, ongeacht het aantal afgegeven polissen. Voor de toepassing van dit artikellid wordt onder verzekerde locatie verstaan: alle op het risico- adres aanwezige door verzekeringnemer verzekerde objecten, alsme- de alle buiten het risicoadres gelegen door verzekeringnemer verze- kerde objecten waarvan het gebruik en/of de bestemming in relatie staat tot de bedrijfsactiviteiten op het risicoadres. Als zodanig zullen in ieder geval worden aangemerkt alle door verzekeringnemer verzeker- de objecten die op minder dan 50 meter afstand van elkaar gelegen zijn en waarvan er tenminste een op het risicoadres is gelegen.
Voor de toepassing van dit artikellid geldt voor rechtspersonen en ven- nootschappen die zijn verbonden in een groep, zoals bedoeld in artikel 2:24b van het Burgerlijk Wetboek, dat alle groepsmaatschappijen te- zamen worden aangemerkt als een verzekeringnemer, ongeacht door welke tot de groep behorende groepsmaatschappij(en) de polis(sen) is (zijn) afgesloten.
4.7.3 Uitkeringsprotocol NHT
4.7.3.1 Op de herverzekering van de verzekeraar bij de NHT is van toepassing het Protocol afwikkeling claims (hierna te noemen het Pro- tocol). Op grond van de in dit Protocol vastgestelde bepalingen is de NHT onder meer gerechtigd de uitkering van de schadevergoeding of het verzekerde bedrag uit te stellen tot het moment waarop zij kan be-
palen of en in hoeverre zij over voldoende financiële middelen beschikt om alle vorderingen waarvoor zij als herverzekeraar dekking biedt, voor het geheel te voldoen. Voor zover de NHT niet over voldoende fi- nanciële middelen blijkt te beschikken, is zij gerechtigd overeenkomstig bedoelde bepalingen een gedeeltelijke uitkering aan de verzekeraar te doen.
4.7.3.2 De NHT is, met in achtneming van het gestelde in bepaling 7 van het Protocol afwikkeling claims, bevoegd om te beslissen of een gebeurtenis in verband waarmee aanspraak op uitkering wordt ge- daan, als een gevolg van de verwezenlijking van het terrorismerisico moet worden aangemerkt. Een daartoe strekkend en overeenkomstig voornoemde bepaling genomen besluit van de NHT, is bindend jegens verzekeraar, verzekeringnemer, verzekerden en tot uitkering gerech- tigden.
4.7.3.3 Eerst nadat de NHT aan de verzekeraar heeft medegedeeld welk bedrag, al dan niet bij wijze van voorschot, terzake van een vor- dering tot uitkering aan haar zal worden uitgekeerd, kan de verzekerde of de tot uitkering gerechtigde op de in artikel 4.7.3.1 bedoelde uitke- ring terzake tegenover de verzekeraar aanspraak maken.
4.7.3.4 De herverzekeringsdekking bij de NHT is ingevolge bepaling 17 van het Protocol slechts van kracht voor aanspraken op schadever- goeding en/of uitkering die worden gemeld binnen twee jaar nadat de NHT van een bepaalde gebeurtenis of omstandigheid heeft vastgesteld dat deze als een verwezenlijking van het terrorismerisico in de zin van dit artikel wordt beschouwd.
4.8 Persoonsregistratie
De persoonsgegevens die zijn verstrekt in het kader van deze verzeke- ring en de eventueel nader over te leggen (persoons-) gegevens zijn/worden opgenomen in de door de maatschappij gevoerde per- soonsregistratie. Op deze registratie is een privacyreglement van toe- passing.
4.9 Klachtenbehandeling
4.9.1 Klachten en geschillen die betrekking hebben op de bemid- deling, totstandkoming en uitvoering van deze verzekeringsovereen- komst kunnen worden voorgelegd aan de directie van
A.B.W. Volmacht B.V.
Xxxxxxx 0000 0000 XX Xxxxxxxxx (088 – 100 26 60)
4.9.2 Wanneer het oordeel van A.B.W. voor u niet bevredigend is, kunt u zich wenden tot de
Stichting Klachteninstituut Financiële Dienstverlening (KiFiD), Xxxxxxx 00000, 0000 XX Xxx Xxxx (0900 - 355 2 248).
Voor welke verzekeringnemers de mogelijkheid bestaat om bij het KiFiD een klacht in te dienen en welke klachten aanhangig kunnen worden gemaakt, kunt u lezen op xxx.xxxxx.xx.
4.9.3 Wanneer u geen gebruik wilt maken van deze klachtenbe- handelingsmogelijkheden, of u vindt de behandeling of de uitkomst hiervan niet bevredigend, kunt u het geschil voorleggen aan de be- voegde rechter.