PARTIJEN:
Bijlage II: Overeenkomst monitoring milieuprestaties BWI
PARTIJEN:
1. Eneco Warmteproductie Utrecht B.V., statutair gevestigd te Rotterdam, kantoorhoudende te Xxxxxx Xxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxxxxx, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 62289268, rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer H.A. Xxxx, hierna te noemen "Eneco ",
En
2. Gemeente Utrecht, gevestigd te Utrecht, kantoorhoudende te Xxxxxxxxxxxx 0, ingeschreven in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel onder nummer 30280353, rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw X. xxx Xxxxxxxxx, hierna te noemen “gemeente Utrecht”.
Hierna gezamenlijk te noemen “Partijen”
OVERWEGENDE DAT:
- Tussen de gemeente Utrecht en Eneco Warmte & Koude B.V. in de ‘samenwerkingsafspraken Warmtenet Utrecht’ afspraken zijn gemaakt ten aanzien van de doelstelling Duurzaamheid;
- Partijen in uitwerking van voornoemde doelstelling Duurzaamheid nadere afspraken hebben gemaakt welke uitsluitend betrekking hebben op de BioWarmte Installatie Lage Weide, alsmede op latere aanpassingen of uitbreidingen hiervan (hierna ‘BWI’);
- Partijen deze nadere afspraken xxxxxx vast te leggen in deze overeenkomst (hierna ‘Overeenkomst’).
KOMEN OVEREEN:
Verplichtingen ten aanzien van de BWI
Eneco zal er gedurende de looptijd van de Overeenkomst voor zorg dragen dat:
1. Ten behoeve van het monitoren van de milieuprestaties van de BWI jaarlijks aan de gemeente Utrecht wordt verstrekt:
a. Een afschrift van de rapportage aan het Ministerie van Economische Zaken afdeling Rijksdienst voor ondernemingen (RVO), betreffende o.a.:
▪ Soort biomassa, type product of residu;
▪ Hoeveelheid (ton);
▪ Herkomst grondstof (land, provincie en afgeleid de straal tot Utrecht);
▪ Duurzaamheid gebruikte certificatie;
▪ % CO2 reductie warmte en gebruikte CO2 rekentool.
b. Een afschrift van de verplichte milieujaarrapportage ‘European Pollutant Release and Transfer Register’ (E-PRTR) aan de provincie, betreffende o.a.:
▪ Emissies naar de lucht (installatieniveau);
▪ Gegevens rookgassen;
▪ Input brandstof;
▪ Afgevoerde afvalstoffen.
c. Informatie met betrekking tot de acceptatie van biomassastromen volgende uit de registratieplichten opgenomen in het Acceptatie- en Verwerkingsbeleid en Administratieve Organisatie en Interne Controle (AV & AO/IC), betreffende o.a.:
▪ Naam biomassastroom;
▪ Afvalstromenregister, -dossier, -nummer;
▪ Naam van de ontdoener;.
▪ De herkomst van de biomassastroom (soort bedrijf en proces);
▪ De aard en samenstelling van de biomassastromen;
▪ De hoeveelheid aangeboden biomassastromen.
d. De resultaten van de audit met betrekking tot het Better Biomass Certificaat (NTA8080) welke door een onafhankelijke geaccrediteerde instantie is uitgevoerd, betreffende o.a.:
▪ Broeikasgasreductie;
▪ Herkomst van de biomassa;
▪ Aard en type biomassa;
▪ Toetsing mogelijk alternatief gebruik (cascadering);
▪ Overige duurzaamheidscriteria (zoals bodemkwaliteit).
2. De emissies bij de aanvoer van biomassa worden beperkt doordat er van de leveranciers wordt verwacht vrachtwagens te gebruiken die minimaal voldoen aan de Euro IV-norm. Hiermee wordt een grens gehanteerd die gelijk is aan die van de milieuzone vracht zoals gehanteerd in vele steden in Nederland. Eneco zal zich inspannen om de leveranciers uit te dagen om op afzienbare termijn te gaan voldoen aan de best beschikbare Euro-klasse (zijnde Euro VI in peiljaar 2017).
3. De aanvoer en beschikbaarheid van biomassa wordt vastgelegd in diverse typen leveringscontracten met als doel een optimale leveringszekerheid te bewerkstelligen. Onder strikte geheimhouding zal Eneco aan de gemeente Utrecht jaarlijks een geanonimiseerd overzicht verstrekken van het type leveringscontracten.
4. Eneco zal eenmalig – naar verwachting in het 2e jaar van exploitatie van de BWI – zorg dragen voor:
▪ een meting van het roetgehalte in het fijnstof van de rookgassen als mede een rapportage daarvan aan de gemeente Utrecht;
▪ een berekening van de concentraties alsmede rapportage daarvan aan de gemeente Utrecht.
Overige bepalingen
1. Op deze Overeenkomst is Nederlands recht van toepassing.
2. Deze Overeenkomst treedt in werking vanaf ingebruikname van de BWI (medio Q1 2019) voor een periode van twaalf (12) jaar, en wordt telkens stilzwijgend met één (1) jaar verlengd. Partijen hebben elk de mogelijkheid om de Overeenkomst op te zeggen met een opzegtermijn van één (1) jaar tegen het einde van de (verlengde) looptijd.
3. Indien er sprake is van veranderende omstandigheden, die thans onbekend zijn, en/of niet in de Overeenkomst verwerkt zijn en ongewijzigde instandhouding voor een Partij naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, zoals een grootschalige wijziging in het energiebeleid, ontstaat de verplichting tot onderhandeling, waaraan Partijen te goeder trouw hun medewerking verlenen, zodat daadwerkelijke overeenstemming bereikt wordt over aanpassing of (gedeeltelijke) ontbinding van de Overeenkomst.
4. Wijzigingen in en aanvullingen op deze Overeenkomst zijn geldig, als deze schriftelijk ondertekend zijn door beide Partijen.
5. Eneco kan deze Overeenkomst overdragen aan een andere partij binnen de Eneco groep. Eneco heeft toestemming nodig van de gemeente Utrecht om deze Overeenkomst over te dragen aan een partij buiten de Eneco groep. De gemeente Utrecht zal deze toestemming niet op onredelijke gronden weigeren.
6. Onder overmacht verstaan Partijen in deze Overeenkomst, aanvullend op de wettelijke definitie van overmacht, het door welke oorzaak dan ook niet exploiteren van de BWI door Eneco, dan wel marktomstandigheden, waaronder regelgeving, waardoor Partijen redelijkerwijs niet meer de Overeenkomst kunnen nakomen. Bij tijdelijke overmacht worden de verplichtingen opgeschort. Bij blijvende overmacht kan (gedeeltelijke) ontbinding van deze Overeenkomst plaatsvinden. Ieder der Partijen draagt zijn eigen schade.
7. Partijen stellen vast dat de Overeenkomst en de daarbij behorende bijlagen als vertrouwelijk hebben te gelden. Partijen zullen de inhoud van de Overeenkomst alsmede de daaruit voortvloeiende informatie, de daarbij behorende bijlagen, hun besluitvorming daarover en de besluitvorming zoals voorzien in de Overeenkomst, niet aan derden bekend maken of anderszins ter beschikking stellen, zonder de toestemming van de andere Partij. Deze bepaling blijft van kracht tot twee (2) jaar na beëindiging van de Overeenkomst. Deze bepaling geldt niet voorzover de bestuursorganen van de gemeente Utrecht verplicht zijn die informatie o.g.v. de Wet openbaarheid bestuur (WOB) openbaar te maken.
Deze Overeenkomst is getekend op 2018: