Bijlage 2
Bijlage 2
De raden , de colleges van burgemeesters en wethouders en de burgemeesters van de gemeenten Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk ieder voor zover het zijn bevoegdheden betreft,
Overwegende dat,
- De gemeente Montferland in 2015 bekend heeft gemaakt uit te willen treden uit de Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek;
- Dat de raden hebben ingestemd met de uittreding van de gemeente Montferland per 31 december 2016;
- Dat hiertoe de Samenwerkingsgreling Regio Achterhoewkijziging behoeft;
- Dat de vigerende Samenwerkingregeliisngeactualiseerd; onder meer omddaetze regeling bepalingen bevatte over de niet meer bestaande programmateams;
- De regeling is aangepast aan de laatste herziening van de WGR
- De archiefbepalingen zijn aangepast;
- Deze zodanig is opgesteld dat het een vast raamwerk is geworden zodat niet elke wijziging qua structuur tot veranderingen leidt.
Gelet op de Wet Gemeenschappelijke Regeling en op artikel 48 van de SamenwerkinnggsrReeggeiloi Achterhoek;
Besluiten:
de vigerende regeling in teetkr ken en de volgende regelinvagst te stellen en aan te gaan:
Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek (23 ste herziening)
Hoofdstuk I: Begripsbepalingen Artikel 1 : Begripsbepalingen
1. In deze samenwerkingsregeling wordt verstoanadner:
a. Regio Achterhoek of Regioh:et rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, als bedoeld in artikel 2 van deze regelin; g
b. Gemeente: een aan zde regeling deelnemenderechtspersoon alsbedoeld in artikel 2:1lid 1 Burgerlijk Wetboek;
c. Gedeputeerde StatenG: edeputeerde tSaten van de provincie Gelderland;
d. Algemeen Bestuu: rhet Algemeen Bestuuarls bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijkeegr elingen;
e. DagelijksBestuur: het Dagelijks Bestuu, rals bedoeld in artikel 12 van de Wet gemeenschappelijkreegelingen;
f. Voorzitter: de Voorzitter als bedoeld in artikel 12 van de Wgeet meenschappelijke regelinge;n
g. Wet: de op 1 januari 1985 in werking getreden Wgeetmeenschappelijkreegelingen (W gr) zoalsdezesindsdienis gewijzigd;
2. Waar in deze regelindge Gemeentewet of enig andere wet of wettelijke regeling van overeenkomstige toepassing wot rvderklaard, treden in die artikelen in de plaats vangdeemeente, de raad, burgemeester en wethdoeurs en de burgemeester onderscheidenlijk dReegioAchterhoek, het Algemeen Bestuu, rhet Dagelijks Bestuuern deVoorzitter.
Hoofdstuk II: Openbaar Lichaam
Artikel 2: Openbaar lichaam
Er is een openbaar lichaam, als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wet gemeenschappelijke
xxxxxxxxxx, J H Q D D P G · 5 H J L R $ F K W H U K R H N gevestigd in Doetinchem.
Hoofdstuk III: Doelstelling, taken en bevoegdheden Artikel 3: Doelste lling
Regio Achterhoek heeft tot doel het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gemeenten op het gebied van:
- lobby;
- subsidies;
- grensoverschrijdende sa menwerking;
- economische ontwikkeling en arbeidsmarkt;
- mobiliteit;
- ruimtelijke ontwikkeling en volkshuisvesting;
- leefbaarheid en voorzieningen;
- zorg en welzijn;
- jeugd en onderwijs;
- cultuur;
- recreatie en toerisme;
- milieu en afval;
- natuur;
zulks met in achtneming van hetgeen in deze regeling nader is bepaald met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de Regio Achterhoek.
Artikel 4: Belangen
De behartiging van de in artikel 3 bedoelde belangen omvat meer in het algemeen:
a. Het plegen en doen plegen van overleg en het gevraagd en ongevraagd uitbrengen van advies aan gemeenten;
b. Het bevorderen van de totstandkoming van gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en standpuntbepalingen in samenspraak met de gemeentelijke bestuursorganen;
c. Het uitdragen van deze gemeenschappelijke beleidsdoelstellingen en standpuntbepalingen richting andere overheden en b etrokken instanties met het oog op mogelijke inpassing in de planvorming dan wel ter verkrijging van middelen of medewerking bij de uitvoering;
d. Het desgevraagd verlenen van diensten aan een of meer al of niet aan de regeling deelnemende gemeenten dan wel het bevorderen van onderlinge dienstverlening tussen deze gemeenten, wanneer dit uit doelmatigheidsoverwegingen gewenst is;
e. Het stimuleren van samenwerking met andere partijen teneinde genoemde belangen in artikel 3 optimaal te behartigen;
f. het promoten van de kracht van de Achterhoek teneinde in artikel 3 genoemde belangen optimaal te behartigen.
Artikel 5: Taken
1. De taken omvatten in ieder geval:
a. lobby;
b. het verwerven van subsidies;
c. de profilering van de Achterhoek;
d. het bevorderen van degrensoverschrijdende samenwerk;ing
e. het vertegenwoordigen van de overheid in de regionale samenwerking met andere partijen zoals de ondernemers en maatschappelijke organisaties;
f. de nazorg enoverdrachtvande regionale stortplaatsen;
g. de uitvoering van de bdugetbeherende taken en bevoegdheden op grond van het Besluitwoninggebonden subsidies.
2. Het Algemeen Bestuur kan een inhoudelijke kader voor taken ter behartiging van de in artikel 3 bedoelde belangen vaststellen.
Artikel 6: Bevoegdheden
Ten behoeve van dueitvoering van de in artikel 5 genoemde taken, keonmaan de bestuursorganen vanRegio Achterhoek de daarop betrekking hebbende bevoegdheden toe, zoals deze voortvloeien uit het Besluitwoninggebondensubsidies en de Leemtewet Stortplaatsen.
Hoofdstuk IV : Algemeen Bestuur Artikel 7 : Samenstelling
1. Het Algemeen Bestuubrestaat uit deVoorzitter en de leden.
2. Elke gemeente is in heAtlgemeen Bestuuvrertegenwoordigd met een x.xx
3. De raden van de gemeenten wijzen uit hun middenV, odoerzitter inbegrepen en uit de wethouders, een lid van heAtlgemeen Bestuuaran. De gemeente, waaruit dVeoorzitter van de Regio voortkomt, wijst naast dVeoorzitter nog een ander lid aan.
4. Tegelijk met de aanwijzing van het lid als bedoeld in het derde lid, wdiejzeranden een plaatsvervangend lid aan.
5. Het plaatsvervangendlied heeft in hetAlgemeen Bestuudre stem die toegewezen is aan het lid dat hij vervangt.
6. Het lidmaatschap van heAtlgemeen Bestuuirs onverenigbaar met de betrekking van
ambtenaar, door of vanw eJ H G H 5 H J L R D D Q J H V W worden voor de toepassing van dit artikel gelijkgesteld: zij die in dienst van de Regio
Xxxxxxxxxx op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht werkzaam zijn.
Artikel 8 : Lidmaatschap
1. Het lidmaatschap van heAtlgemeen Bestuuerindigt op de dag waarop de zittingsperiode van de gemeenteraad afloopZt.olang de leden deel uitmaken of Voorzitter zijn van de raad die hen heeft aangewezen, dan wel wethouder zijn van een gemeente door welker rzaiajnd zij aangewezen, behouden zij het lidmaatschap tot dat in hun opvolging is voorzien.
2. De raden van degemeenten beslissen zo mogelijk in de eerste vergadering van elke zittingsperiode, maarzo spoedig mogelijnka het begin van een nieuwe zittingsperiode over de aanwijzing van de leden van Ahelgtemeen Bestuu. rAftredende leden kunnen opnieuw als lid worden aangewezen.
3. Indien tussentijds een plaats van een lid vanAhlgeet meen Bestuubreschikbaar komt, wijst de raad die het aangaat, in zijn eerstvolgende vergadering of, zo dit niet mogelijk mocht zijn, zo spoedig mogelijk daarna een nieuw lid aan.
4. Van elke aanwijzing tot lid van hAeltgemeen Bestuugreven burgemeester en wethouders van de gemeenten binnen twee kween kennis aan dVeoorzitter van de Regio.
5. Een lid van heAt lgemeen Bestuukran te allen tijde ontslag nemen. Het ontslag wordt meegedeeld aan heAtlgemeen Bestuuern aan de gemeenteraad die het lid heeft aangewezen.
6. Het Algemeen Bestuukran vertegenwoordgiers uitnodigen in de vergaderingen van het Algemeen Bestuu. rIn de vergaderingen kunnen zij van hun gevoelen ten aanzien van de te behandelen onderwerpen doen blijken.
7. Onverminderd het bepaalde in het zesdlide kan hetAlgemeen Bestuuzrich doen bijstaan door adviseurs.
Artikel 9 : Beraadslaging en stemming
1. Het Algemeen Bestuuvrergadertten minsteviermaal per jaar en voorts zo dikwijls als de Voorzitter dit nodig oordeeltdan wel indien eevnijfde deel van het aantal leden van het Algemeen Bestuu, rdit schriftelijk, met opgaaf van redenen, verzoekt. In dat geval wordt binnen vier weken een vergadering belegd.
2. Voorzover in deze regeling niet anders is bepaald, worden beslissingen vAanlgehmeteen Bestuurgenomen met gewone meerderheid van stemmen.
3. Elk lidvan hetAlgemeen Bestuukran een stem uitbrengen.
4. De Voorzitter heeft geen stemrecht in heAtlgemeen Bestuu. r
5. Wanneer het lid en het plaatsvervangend lid van een gemeente verhinderd zijn, kan het betreffende lid een ander lid van hAeltgemeen Bestuusrchriftelijk machtigen om namens hem een stem uit te brengen.
6. Een lid van het Algemeen Bestuur neemt niet deel aan de stemming over een aangelegenheid die hem rechtstreeks of middellijk persoonlijk aangaat of waarbij hij als vertegenwoordiger
van zijn gemeentien een andere hoedanigheid eveneens betrokken is en waarbij belangenspanning speelt of de integriteitsvraag aan de orde zou kunn. en zijn
Artikel 10 : Werkwijze
1. Het Algemeen Bestuuvrergadert in het openbaar.
2. De deuren worden gesloten, wanneer een aanletadlen, dat ten minste een vijfddeeel van de aanwezige leden vertegenwoordigt, dit verzoekt dan weVl odoerzitter dit noodzakelijk acht.
3. Het Algemeen Bestuubreslist vervolgens of met gesloten deuren zal worden vergaderd. Het bepaalde in artikel 23 van dWeet gemeenschappelijke regelingen is van toepassing.
Artikel 1 1: Reglement van orde
1. Het Algemeen Bestuusrtelt voor zijn vergaderingen en voor de vergaderingen van het Dagelijks Bestuueren reglement van orde xx.xx
2. Het reglement van orde bevat bepalingen omtrent de toezending c.q. tervisielegging ten behoeve van de leden van de raden van de gemeenten van doVoorodrezitter van het Dagelijks Bestuuar an de leden van heAtlgemeen Bestuutroegezonden stukken alsmede omtrent het horen van de gemeenten ten aanzien van doorAhlgeet meen Bestuutre nemen besluiten.
3. Een exemplaar van het reglement van orde wordt ter kennisneming toegezonden aan de raden van de deelnemende gemeenten.
Hoofdstuk V : Dagelijks Bestuur Artikel 12 : Samenstelling
1. Het DagelijksBestuurbestaat uit drie leden, dVeoorzitter inbegrepen.
2. De leden van heDt agelijks Bestuuwr orden door het Algemeen Bestuuurit zijn midden aangewezen, met dien verstande, dat per gemeente niet meer dan een lid inDhaegtelijks Bestuurzitting heeft.
Artikel 13 : Lidmaatschap
1. De leden van heDt agelijks Bestuutreden als lid van dat bestuur af op de dag waarop de zittingperiode van de leden van hAeltgemeen Bestuuerindigt. Zij zijn terstond herbenoembaar.
2. Indien tussetnijds een plaats in heDt agelijks Bestuuvracant komt, wijst heAt lgemeen Bestuureen nieuw lid aan. Gaat het openvallen van een plaats iDnahgeetlijks Bestuur gepaard met het openvallen van een plaats inAhlgeet meen Bestuu, rdan stelt hetAlgemeen Bestuur het aanwijzen van een nieuw lid van hDeatgelijks Bestuuur it, totdat de opengevallen plaatsin het Algemeen Bestuuwr ederom zal zijn bezet.
3. Een lid van heDt agelijks Bestuukran te allen tijde ontslag nemen.
4. Degene die als lid van hDetagelijks Bestuuorntslag heeft genomen of overeenkomstig het in het eerste lid bepaalde moet aftreden, blijft de functie waarnemen totdat de opvolger is aangewezen en deze de aanwijzing heeft aanvaard.
5. Degene die tussentijds ophoudt lid van hAelgt emeen Bestuutre zijn, houdt tevens op lid van het Dagelijks Bestuutre zijn.
Artikel 14 : Werkwijze
1. Het Dagelijks Bestuusrtelt, rekening houdend met de door de Regio te behartigen belangen, de onderlinge taakverdeling en plaatsvervanging van de leden vast.
2. De vastgetselde taakverdeling en vervangingsregeling worden ter kennis gebracht van het Algemeen Bestuu. r
3. Het Dagelijks Bestuuvrergadert zo dikwijls deVoorzitter of ten minste een lid dit nodig oordeelt, maar minimaal 4 maal per jaar ter voorbereiding op de v erginagdvan het Algemeen Bestuu. r
4. De artikelen 22, 28 eerste tot en met derde lid, 29, 30, 56 en 59 van de Gemeentewet zijn ten aanzien van de vergaderingen vanDhaegt elijks Bestuuvran overeenkomstige toepassing.
Artikel 1 5: Taken
1. Aan hetDagelijks Besturuis opgedragen:
a. het behoorlijk voorbereiden van al hetgeen aanAhlegtemeen Bestuutrer overweging en beslissing zal worden voorgelegd;
b. het voorstaan, gehoord heAtlgemeen Bestuu, rvan de belangen van de deelnemers bij andere overheden einnstellingen, diensten of personen waarmee contact vooRr deegio Achterhoek van belang;is
c. het uitvoeren van de beslissingen vanAhlegtemeen Bestuu; r
d. het zorgdragen voor een goede bestuurlijke coördinatie met hetoopogte starten en lopendeprocessen en het bevorderen en bewaken van de eenheid vatnubuer;s
e. het instandhouden van een breed communicatief netwmeertkhet oog op de ontwikkeling en uitvoering van beleid en het zorgdragen voor een adequate informatievoorziening ten behoeve van heAt lgemeen Bestuu,rde commissies als bedoeld in de artike2le1nen 22 deze
regeling, de gemeenschappelijke bestuursorganen en overige belanghebbende instanties en instellingen en functionarissen;
f. het beheer van de vermogenswaarden;
x. xx xxxx, voorzover dezneiet aan anderen toekomt, voor de controle op de administratie en het beheer van de vermogenswaarden;
h. het houden van een gedurig toezicht op al wat de Regio Achterhoek aangaat;
i. het verlenen van ambtelijke bijstand aan dan wel zo nodig het doen nvabnereoeep op ambtelijke bijstand van een of meer gemeenten, alsmede het bepalen van de voorwaarden, waaronderdeze bijstand zal geschieden;
x. xx xxxx, voorzover deze niet aan anderen toekomt, voor de beheersmatige kerntaken beheer,nazorgen overdrachtregionale stortplaatsen;
x. xx xxxx, voorzover deze niet aan anderen toekomt, voor de afbouwtaken.
Hoofdstuk VI: Voorzitter Artikel 16 : Lidmaatschap
1. De Voorzitter van de Regio Achterhoek wordt door heAtlgemeen Bestuuurit zijn midden aangewezen. HeDt agelijks Bestuusrtelt daartoe een aanbeveling op.
2. Bij verhindering of ontstentenis van dVeoorzitter wordt deze vervangen door een lid van het Dagelijks Bestuu, rdoor dat bestuur aan te wijzen.
3. Het Voorzitterschap eindigt indien betrokkene ophoudt lid van Ahelgtemeen Bestuutre zijn. Het Algemeen Bestuuvroorziet ten spoedigste in de opvolging.
4. De Voorzitter kan te allen tijde ontslag nemen. Indien hij of zij lid blijft vanAhlgeet meen Bestuur, vervalt de benoeming van het tweede lid van hAeltgemeen Bestuuarls bedoeld in artikel 7, derde lid.
Artikel 1 7: Taken
1. De Voorzitter tekent alle stukken die van heAtlgemeen Bestuuern van hetDagelijks Bestuuruitgaan.
2. De Voorzitter vertegenwoordigt de Regio in enuibten rechte. Indien deVoorzitter behoort
tot het bestuur van een gemeente die partij is in een geding, waarbij de Regio is bet,rokken doet hij of zij zich vervangen overeenkomstig bhept aalde inartikel 16, tweede lid.
3. Degene die bevoegd is de Regio Atecrhoek in en buiten rechte te vertegenwoordigen, kan deze vertegenwoordiginagan een door hem/haar aan te wijzen gemachtigde toevertrou.wen
4. Het bepaalde in artikel 1v3an deze regeling is van overeenkomstige toepassing op de Voorzitter.
Hoofdstuk VII: Inlichtingen, verantwoording en terugroeping Artikel 18 : Relaties Dagelijks Bestuur A² lgemeen Bestuur
1. Het Dagelijks Bestuuern elk van zijn leden afzonderlijk zaijann hetAlgemeen Bestuur
verantwoording schuldig ovehret door hen gevoerde bestuuorp een nader in het reglement van orde voor de vergaderingen van het Algemeen Bestuur te bepalen wijze.
2. Het dagelijks bestuur geeft het algemeen bestuur alle inlichtingen die het algemeen bestuur voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft, op een naindehret reglement van orde voor
de vergaderingen van het Algemeen Bestuur te bepalen wijze.
3. Het algemeen bestuur kan besluiten een lid van het dagelijks bestuur ontslag te verlenen, indien dit lid het vertrouwen van het algemeen bestuur niet meer bezit.hOetpontslagbesluit is artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecnhiet t van toepassing. De rechter treedt niet in de beoordeling van de gronden waarop het algemeen bestuur tot onvtasnlageen lid van
het dagelijks bestuur heeft besloten.
Artikel 19 : Relaties bestuur r²aden van de gemeenten
1. Het Algemeen Bestuuern het Dagelijks Bestuuvrerstrekken aan de raden van de gemeenten alle inlichtingen die door een of meer leden van die raden worden ver,latenngzdij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
2. Het Algemeen Bestuuern het Dagelijks Bestuugreven aan de raden vane dgemeenten ongevraagd alle informatie die voor een juiste beoordeling van het door het bestuur gevoerde en te voeren beleid nodig. is
Artikel 2 0: Relaties leden Algemeen Bestuur g²emeenten
1. Een lid van heAt lgemeen Bestuuvrerschaft de raad van zijn gemeente alle inlichtingen die door de raad, of door een of meer leden daarvan, worden verlangd, op een door de rnaad va die gemeente te bepalen wijze, tenzij het verstrekken ervan in strijd is met het openbaar belang.
2. Een lid van hetAlgemeen Bestuuirs verantwoording verschuldigd aan de raad die het lid heeft aangewezen, voor het door hem of haar in Ahelgtemeen Bestuugrevoerde beleid. De raad die het lid heeft aangewezbeenpaaldde wijze waarop dit zal geschieden.
3. De raad van een gemeente die een vertegenwoordiger inAhlgeetmeen Bestuuhreeft
aangewezen, heeft de bevoegdheid om dit door hem aangewezen lid te ontslaan, indien dit lid het vertrouwen van de raad niet meer bezit. Burgemeester en wethouders stellen de Voorzitter hiervan onmiddellijk in xxxx.xx
Ho ofdstuk VII I: Commissies
Artikel 21: Commissies van advies
Met het oog op de taken en belangen als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 5 van deze regeling kunnen, conform de betreffende bepalingen van de Genmteeweet en de Wet gemeenschappelijke regelingen, commissies van advies worden ingesteld.
Artikel 2 2: Bestuurscommissies
1. Met het oog op de behartiging van bepaalde belangen kunnen, conform de betreffende bepalingen van de Gemeentewet en de Wgemeenschappelijke regelin,gen bestuurscommissies worden ingesteld.
2. Het Algemeen Bestuugraat niet over tot het instellen van een commissie als bedoeld in het eerste lid dan na verkregen verklaring van geen bezwaar van de raden van elk der gemeenten.
3. Het Algemeen Bestuukran aan een commissie als bedoeld in het eerste lid bevoegdheden van hetAlgemeen Bestuuern van hetDagelijks Bestuutroekennen, met uitzondering van de bevoegdheedn, zoals vermeld in het derde lid van artikele2n5artikel 33bvan de Wet gemeenschappelijkegrelingen.
Hoofdstuk IX: Vergoedingen Artikel 2 3: Vergoedingen
Het Algemeen Bestuukran, met in achtneming van hbeet paalde in artikel 21 van de eWt
gemeenschappelijke regelingneandere regels vaststellen betreffende het verleneneveann tegemoetkoming in de kosten die de leden van Ahlegtemeen Bestuu, rhet Dagelijks Bestuu, rde commissies als bedoeld in de artikel2e1nen 22 en deVoorzitter maken in de uitoefening van hun functie.
Hoofdstuk X: Ambtelijk apparaat
Artikel 24: De ambtelijke organisatie en de personeelsformatie
1. Het DagelijksBestuurstelt een regelingvast omtrent de ambtelijke organisatie van de Regio Achterhoek.
2. Het Dagelijks Bestuudrraagt zorg voor een zodanige inrichting van de ambtelijke organisatie, dat op doelmatige en efficiënte wijze vorm wordt gegeven aan het bepaalde ten aanzien van belangen, taken en bevoegdhedenbaeldsoeltin de artikelen 3 tot en met 6 van deze
regeling.
3. Met betrekking tot de inrichting van de ambtelijkregoanisatie zijn debepalingen inde Gemeentewet zoveel mogelijk van overeenkomstige toepassing. Ingeval van twijfel over de toepasselijkheid beslist hDetagelijks Bestuuorver een voorziening of een regeling.
Artikel 2 5: Secretaris
1. Het DagelijksBestuurbesluit omtrent benoeming en ontslag van de secretaris.
2. Het Dagelijks Bestuubreslist omtrent de schorsing van de secretaris.
3. De secretaris staat heAt lgemeen Bestuu, rhet Dagelijks Bestuu, rde Voorzitter en de commissies in alles wat de hen opgedragaeank tbetreft terzijde.
4. Door de secretaris worden alle stukken, die van hAelgt emeen Bestuuorf van hetDagelijks Bestuuruitgaan, mede ondertekend.
5. Het Algemeen Bestuusrtelt voor de secretaris een instructie vast.
6. De secretaris is in de vergaderingen vaent Ahlgemeen Bestuuern van hetDagelijks Bestuur aanwezig.
7. De secretaris wordt bij verhindering of ontstentenis vervangen op de doorDhaegtelijks Bestuurte stellen wijze.
Artikel 26 : Rechtspositie
1. Het DagelijksBestuurregelt de bezoldiging van de setcarreis en de overige ambtenaren van
de Regio Achterhoek, alsmede van het personeel werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk rech.t
2. Het DagelijksBestuurregelt, overeenkomstig het bepaalde in artikel 125 en 134 van de Ambtenarenwet, de rechtspositie van de secretaris en de overige ambtenaren van de Regio Achterhoek alsmede van het personeel, werkzaam op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht met dien verstande dat op het totale genoemde personneaeal st deAlgemeenvoor de
gemeentelijke sector geldende Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (Car), de Uitwerkingsovereenkomst (Uwo) van de sector gemeenten van toepassing wordt verklaard.
3. Het DagelijksBestuur kan de vaststelling en wijziging van de Car/Uwo en de hiervan afgeleide verordeningenen regelingen deleger.en
4. Het Dagelijks Bestuuirs verantwoordelijk voor de uitvoering van de voor het personeel van de Regio Achterhoek geldende rechtspositieregelnin. ge
Artikel 27 : Archiefbepaling
1. De bepalingen van de Archiefwet 1995 en de daaruit voorvloeiende uitvoeringsvoorschriften, voorzover betrekking hebbend op de archiefbescheiden van de gemeenten, zijn van overeenkomstige toepassing op de archiefbescheidnendevaregionale organen en de organisatieonderdelen van de Regio Achterhoek.
2. Het Dagelijks Bestuuirs verantwoordelijk voorde bewaring van de archiefbescheiden.
3. De archiefverordening en het besluit Informatiebeheer van de gemeente Doetinchem zijn van overeenkomstige toepassing op de archiefbescheiden van de Regio Achterhoek. Daar waar college van B&W staat dient gelezen te worden het Algemeen Bestuur. Daar waar Gemeenteraad staat dient gelezen te worden de aangesloten gemeenten.
4. Bij opheffing van de RegAiochterhoek worden de archiefbescheiden overgebracht naar de archiefbewaarplaats vaenen der aangesloten gemeen.ten
Hoofdstuk XI: Financiële bepalingen
Artikel 28 : Financiën algemeen
1. Het Dagelijks Bestuudrraagt zorg voor een verzekering van eigendommen en gelden van de Regio Achterhoe.k
2. De gemeenten garanderen onder het doen van afstand van de doWoredteaan borgen toegekende voorrechten ten behoeve van de geldschieters de betaling van rente, aflossing, boeten en kosten van de door de Regio Achterhoek te sluiten vaste geldleningen, mits deze leningen voldoen aan de voorwaarden welke gelden voor door gemeenten te sluiten geldleninge.n
3. Het Algemeen Bestuuirs bevoegd tot het heffen van belastingen als bleddioneartikel 228 van de Gemeentewet en de rechten als bedoeld in artikel 229 van de Gemee.ntewet
4. De gemeenten zullen er steeds zorg voor dragen dat de Regio Achterhoek te allen tijde over voldoende middelen beschikt om aan al zijn verplichtingen jegerdnesndtee kunnen voldoen.
5. Indien aan het Algemeen Bestubulirjkt dat een gemeente weigert deze uitgaven op de begroting te zetten, doet het Aelgmeen Bestuur onverwijld aaneGdeputeerdeStaten het verzoek over te gaan tot toepassing van art. 194 lid 1 xxXx xxxx eentewet.
Artikel 29 : Begroting
1. De ontwerpbegroting, bestaande uit een programmabegroting en de financiële vertaling daarvanwordt gebaseerd op voortzetting van het bestaande belBeeidle. idswijzigingen worden afzonderlijk xxxxxxxxxxxX.xx DagelijksBestuur zendt voor 15 april de algemene financiële en beleidsmatige kaders naar de gemeenten;
2. In debegroting wordt geraamd de door elke gemeente voor het jaar waarop de begroting betrekking heeft, verschuldigde bijdrage.
3. De in het vorige lid bedoelde bijdarge wordt, rekening houdend met eventuele inkomsten uit anderen hoofde, geraamd op grond van:
a. De te verwachten inkomsten per gemeente naar aanleiding van dooArlgheemt een Bestuurbij afzonderlijke regeling te bepalen tarieven wegens daarbij omschdreievnesnten en/of leveringe;n
b. Een gelijke bijdrage per inwoner in de nadelige saldi, voorzover daarin niet wordt voorzien door andere bijdragen krachtens nadere afspraken met de raad c.q. het college van burgemeester en wethouders van een van de deelneme egnedmeenten, respectievelijk de
raden c.q. colleges van burgemeester en wethouders van meerdere deelnemende gemeenten,
voor de strategische en beheersmatige kerntaken en voor de afbouwtaken;
c. De bijdrage per gemeente voor de in de programmabegroting opgenomen projecten .
4. Voor de berekening van de in het derde lid sub b bedoelde bijdrage wordt uitgegaan van het aantal inwoners op 1 januari van het jaar voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd is. Voor de vaststelling van de aantallen inwownoerrdsen door het Centraal
bureau voor de statistiek (CBSv)erstrekte gegevens aangehouden.
5. Het Dagelijks Bestuuzrendt de ontwerpbegroting meftinanciële vertaling vadne programmabegroting8 weken voor de behandeling in hAetlgemeen Bestuutroe aan de leden van heAt lgemeen Bestuuern de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.
6. Het Algemeen Bestuusrtelt de begroting vast voor 1 augustuvasn het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor de begroting mot egelden.
7. De vaststelling en de goedkeuring van de begroting doeDt haegtelijksBestuurmededeling aan de ar den en de collegevsan burgemeester en wethouders van de deelnemende gemeenten.
8. De gemeenten betalen bij wijze van voorschot jaarlijks voor 16 rjai,nvuoaor 16 april, voor 16 juli en 16 oktober, een vierde deel van de in het derde lid bedoelde bijdragen.
Artikel 3 0: Begrotingswijzigingen
De bepalingen met betrekking tot de ontwerpbegroting zmijnede van toepassing op wijzigingen van de begroting, meut itzondering van het bepaalde in xxxxxxx00, eerste, derde en vierde lid van de Wet gemeenschappelijke regelingen, voorzover het betreft wijzigingen van de begroting die voor de gemeenten budgettair neutraal zijn, zowel wat betreft de exploei-tuaittigavenals de investeringen.
Artikel 3 1: Jaarrekening
1. De rekeningis deverantwoording van de Regio Achterhoek ovdeer uitvoering van de werkzaamheden over het afgelopen .jaar
2. In de rekening wordt het door elk van de deelnemende gemeenten ovedr ehsebtetreffende jaar werkelijk verschuldigde bedrag opgenomen.
3. De kosten worden, rekening houdend met andere inkomsten, meeptablingen op grond van artikel 29, tweede en derde lid en met door heAtlgemeen Bestuubrestemde c.q. te bestemmen reesrves verdeeldconform artikel 29, vierde lid.
4. Verrekening van het verschuil stsen het op grond van artikel ,2t9weede lid betaalde en het werkelijk verschuldigde, vindt plaats terstond nadat mededeling van de vaststelling van de rekening is ontvangen.
5. Het Dagelijks Betsuur zendt voor 15 april de voorlopige jaarrekening aan de deelnemende gemeenten.
6. Het Algemeen Bestuusrtelt de jaarrekening vast voor 15 juli van het jaar volgend op het jaar waarvoor de jaarrekening moet gelden.
Artikel 3 2: Bestemming jaarresultaat
Het Algemeen Bestuukran een batig saldo geheel of ten dele ten behoeve van een voorziening reserveren. Voor een beslissing tot bestemming van of beschikking over de reserve gelden de regels die van toepassing zijn bij de vaststelling van de begroting.
De onderbouwing van de bestemming vindt zijn oorsprong in de paragraaf weerstandsvermogen, onderdeel van de begroting geldend voor het betreffende jaar.
Artikel 3 3: Overige financiële maatregelen
1. Bij het niet overeenkomstig het bepaalde in artikel ,2a9chtste lid tijdig voldoen van voorschotten, wordt aan de desbetreffende gemeente de wettelijke rente in rekening
gebracht. Eenzelfde handelwijze wordt gevolgd bij niet overeenkomstig het bepaalde in artikel 31, vierde lid tijdig voldoen van een verrekinegn.
2. Wanneer aan heAt lgemeen Bestuubrlijkt dat de raad van een gemeente niet voldoet of zal voldoen aan de verplichting de geraamde bijdrage als bedoeld in a2r9t,iktweleede lid op de
gemeentelijke begroting op te voeren, doet het Algemeen Bestuur aan Gedeputeerde S taten het verzoek over te gaan tot toepassing van artikel 194 van de Gemeentewet.
Artikel 195 van de Gemeentewet is van overeenkomstige toepassing.
Hoofdstuk XII : Evaluatie samenwerking
Artikel 34: Evaluatie samenwerking binnen de Regio Achterhoek
Het Dagelijks Bestuurstelt jaarlijks het functioneren van de Regio Achterhoek, middels een voortgangsrapportage, in het Algemeen Bestuur aan de orde.
Hoofdstuk XIII: Toetreding, uittreding, wijziging en opheffing Artikel 35 : Toetreding
1. De toetreding door andere gemeenten kan plaatsvinden wanneevretregradering van het
Algemeen Bestuubrlijkt, dat de raden en de colleges van burgemeester en wethouvdaenrs ten minstetweederde van de gemeenten daarmee instemmen.
2. Het Algemeen Bestuurregelt de gevolgen van de toetreding. Aan de toetreding kunnen voorwaarden worden verbonden.
3. De toetreding gaat in op de eerste dag van de maand volgende op die waarin de voor de toetreding noodzakelijke wijziging van de regeling in werking is getreden.
Artikel 36: Uittreding
1. Een gemeente kan uittreden wanneer ter vergadering vanAlhgeetmeen Bestuubrlijkt dat de raden en colleges van burgemeester en wethouderstevnanminstetweederde van de gemeenten daarmee instemmen.
2. Het Algemeen Bestuurregelt de financiëel gevolgen alsmede de overige gevolgen van de uittreding.
3. Daarbij geldt als uitgangspunt dat de uittredende gemeente de kosten draagt die het rechtstreekse gevolg zijn van de uittreding en dat de overige gemeenten geen financieel nadeel van de uittredingrvearen.
4. Tenzij hetAlgemeen Bestuuarnders besluit, kan uittreding slechts plaatsvinden per 1 januari van het tweede jaar volgend op dat waarin de voor de uittreding noodzakelijke wijzing van de regeling in werking is getred.en
Artikel 37 : Vrijstelling van verplichtingen
1. Het Algemeen Bestuukran, al dan niet op verzoek van een of meer deelnemende gemeenten of toetredende gemeenten, besluiten dat deze voor een nader te bepalen termijn zijn vrijgesteld van de uit de regeling voortvloeiende verplichtingneznijen uitgesloten van de uit
de regeling voortvloeiende rechten.
2. Het Algemeen Bestuukran besluiten dat een uittredende gemeente gedurende een nader te bepalen termijnde uit de regeling voortvloeiende verplichting dient na te komen.
3. De termijn, bedoeldni het eerste en tweede lid van dit artikel, bedraagt ten hoogste vijf jaren.
Artikel 38 : Wijziging
1. Zowel het Dagelijks Bestuuvran de Regio Achterhoek als de raad of het college van burgemeester en wethouders van een gemeente kan voorstellen doen toigt iwngijzvan de regeling.
2. Indien hetAlgemeen Bestuuwr ijziging van de regeling wenselijk achote,tdhet Dagelijks Bestuurhet door het Algemeen Bestuuvrastgestelde voorstel toekomen aan de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten.
3. Een wijzigingis tot stand gekomen, wanneer ter vergadering vanAhlegtemeen Bestuubrlijkt dat van ten minste tweederde van dgeemeenten tot dezewijziging hebben besloten.
4. Het Dagelijks Bestuusrtelt de raden en de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten zo spoedig mogelijk in kennis van de tot stand gekomen w.ijziging
5. De raad van een gemeente die van mening is dat door een nwgijzviagin de regeling de
belangen van die gemeente ernstig zullen worden geschaad, kan binnen acht weken na de in het vierde lid bedoelde kennisgeving over zijn bezwaren de zienswijzGeevdaenputeerde
Staten vragen. GedeputeerdSetaten delen hun zienswijze me eaan hetAlgemeen Bestuuern de raad en het college van burgemeester en wethouders van de betrokken gemeente.
Artikel 39 : Opheffing
1. De regeling wordt opgeheven wanneer ter vergadering vanAhlgeet meen Bestuubrlijkt dat de raden en de colleges van burgemeester en wethouderstevnamn instetweederde van de gemeenten tot deze opheffing hebben besloten.
2. De opheffing gaat in op de eerste dag van de maand volgend op die waarin de regeling is geschrapt uit het regtiesr als bedoeld in artikel 27, tweede lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen, tenzij het besluit tot opheffing een latere datum van ingang bevat.
3. Ingeval van opheffing van de regeling besluiAt hlgeetmeen Bestuutrot liquidatie en stelt daarvoor denodige regelen vast. Hierbij kan van de bepalingen van deze regeling worden afgeweken.
4. Het liquidatieplan wordt door hetAlgemeen Bestuu, rde raden vande gemeenten gehoord hebbende, vastgesteld.
5. Het liquidatieplan voorziet in de verplichting van de gemteenentot deelnemingaan de financiële gevolgen van de opheffing.
6. Het liquidatieplan bevat tevens een personeelsplan dat voor zoveel mogelijk voorziet in herplaatsing van het personeel en vtosoirn de financiële gevolgen voor het person. eel
7. Het Dagelijks Betsuur is belast met de liquidatie. Zo nodig blijven de bestuursorganen van de Regio Achterhoek ook na het tijdstip van de opheffing in functie, totdat de liquidatie is voltooid.
Hoofdstuk X IV: Geschillenregeling Artikel 40: Geschillenregeling
1. Alvorens ten aanzien van een geschil, als bedoeld in artikel 28 van de Wet
gemeenschappelijke regelingen, de beslissinGg evdaenputeerde Staten wordt ingeroepen, wordt de zaak voorgelegd aan een geschillencommissie.
2. Het Dagelijks Bestuubrenoemt deze commssi ie in overleg met de betrokken gemeente of gemeenten.
3. De geschillencommissie onderzoekt de mogelijkheden om partijen alsnog tot overeenstemming te brengen en brengt aan partijen advies uit.
4. Partijen kunnen van tevoren overeenkomen, dat het in het deirddbeeldoelde advies van de geschillencommissie bindend zal zijn.
5. Onder geschil wordt hier mede begrepen een aangelegenheid die door een partij als zodanig wordt beschouwd.
Hoofdstuk XV: Overgangs - en slotbepalingen Artikel 4 1: Bekendmaking regeling
1. De colleges van burgemeester en wethouders dragen zorg voor opname van de regeling in
het register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
2. Het bepaalde in het eerste en tweede lid is mede van toepassing op besluiteinjztiogtinwg of opheffing van de regeling, alsmede op besluiten tot toetreding en uittredingD. aHgeetlijks Bestuurzendt bedoelde besluiten ter kennisneming Gaaendeputeerde tSaten.
Artikel 4 2: Inwerkingtreding regeling
1. De herziene regeling wordt aangegavaonor onbepaalde tijd.
2. De herziene regeling treedt, met inachtneming van het bepaalde in artikel 26 van de Wet gemeenschappelijke regelingennw, ierking op de in de wijziging opgenomen datum.
3. Beslissingen, van welke aard dan ook, door de bestuursorganednevRaengio Achterhoek en
G H J H P H H Q W H Q J UH HQ JR HP OH LQ Q J N U 5 D H F J goedgekeurddoor Gedeputeerde Staten van Gelderland bij besluit van 1 oktober 1975 en,
bij verlenging, bij besluiten van 22 oktober 1980 en 14 novem19b8e4r , worden geacht te zijn beslissingen overeenkomstig deze regeling. Zij blijven in stand totdat zij door andere zijn vervangen c.q. zijn vervallen.
Artikel 43: Citeerartikel regeling
1. Deze regeling kan worden aangehaald als SamenwerkingsregelingAcRhetegriohoek.
' H ] H U H J H O L Q J L V D O - V* H O * G H H P U H OH DQ goedgekeurd door gedeputeerde staten van Gelderland bij besluit van 17 december 1986. Nadien zijn diverse wijzigingen aangebracht, welke eveneengsozeijdngekeurd door gedeputeerde staten van
Gelderland. Goedkeuring vond plaats op de volgende data:
- eerste wijziging, 22 december 1988;
- tweede wijziging, 26 oktober 1989;
- derde wijziging, 21 februari 1990;
- vierde wijziging, 31 januari 1991;
- vijfdewijziging, 10 september 1992;
- zesde wijzigin,g10 februari1994;
- zevende wijziging, 13 april 1994;
- achtste wijziging, 12 juni 1919; 5
- negende wijziging, 22 januari 1996;
- tiende wijziging, 18 april 1996;
- xxxxx xxxxxxxxx, 6 januari 189;9
- twaalfde wijziging, 11 juni 1998;
- dertiende wijziging, 1 april 1999;
- veertiende wijziging, 4 april 2001;
- vijftiende wijziging 25 maart 2004;
- zestiende wijziging, 8 december 2004;
- zeventiende wijziging, 8 december 2004;
- achttiende wijziging, 24 m2e0i 052
Vanaf 1 januari 2006 is het goedkeuringsvereiste in de Wet gemeenschappelijke regelingen vervallen. De wijzigingen worden ter kennisnemingGaeadneputeerdeStaten van Gelderland gezonden.
- negentiende wijziging, vastgesteld op 18 december 2006;
- twintigste wijzigingv,astgesteldop 7 juli 20083
- eenentwintigste wijziging, vastgesteld2o8poktober 2011
1De oorspronkevlainjdkeestaemkesntwerkingsregeling, zoals goedgekeurd door Xxxxxxxxxxxx december 1986, is in de logoropovtaanadenttailjdpoupnteen gewijzigd. Teneinde een volledig voorhanden te hebben, heeft het Algemeen Bestuur van de Regio Acihetuewrhoek de te vastgesteld, onder hgeotevdokoerubreihneogwuivdjavznaindegi8ng van de regeling door Gedeputeerde Stat Bedoelde goedkeuring is verleend op 12 juni 1995.
2De oorspronkevlainjdkeestaemkesntwerkingsregeling, zoals goedgekeurd door Xxxxxxxxxxxx december 1986, is in de loop van de tijd op een groot aantal puneterenggeelwiinjgzigd. T voorhanedheenbtben, heeft het Algemeen Bestuur van de Regio Achterhoek de tekst v vastgesteld, onder voorbehoud van goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Geld Staten v andGiesldveerlrleend op 24 mei 2005.
0.Xx oorspronkvealnidjekseatmeeknswterkingsregeling, zoals goedgekeurd door Xxxxxxxxxxxx december 1986, is in de loop van de tijd op eenegnrovootlalaenditgaelepnuanctteunegleewviejrzsiiged.vaTn voorhanden te hebben, heeft het Algemeen Bestuur van de Regio Agcehstteerhlode.k de te
- tweeëntwintigste wijziging, vastgesteld op 22 april 2015
Aldus besloten door de burgemeester vaen gdemeente Doetinchem op 2016, DR. J.M.E. TRAAG
«
Xxxxx besloten door burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem in hun vergadering van 2016,
De secretaris, De burgemeester,
« «
ING. N. VAN WAART DR. J.M.E. TRAAG
Aldus besloten door de raad van de gemeente Doetinchem in zijn openbare vergadering van 2016,
De griffier, De voorzitter,
« «
DRS. B.P.M. JANSSENS DR. J.M.E. TRAAG
Toelichting 2 3e wijziging Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek
A. Algemeen
Wgr: Blijvend uitgangspunt voor samenwerking
De uittreding van Montferland noodzaakt tot aanpassing van de Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek. Dit is juridisch noodzakelijk. Dit neemt niet weg dat de 7 gemeenten zich verder blijven oriënterenover de wijze waarop ze in toekomst de intergemeenstaemlijeknewerking vorm blijven
geven. Op dit moment ligt hhaanvding van de Wgr voor de hand, gelet op de intensieve samenwerking die op regionale schaal xxxxXxxxxXxxxxxx.xx een soms bekritiseerd stuk wetgeving (langdurige besluitvormingstrajecten), maar biedt ook duidelijke voordelen: de aanwezigheid van
besluitvormende organen die op basis van (getrapte) democratische legitimatie tot stand komen, ee heldere bevoegdheviedrsdeling tussen de bestuursorganen en de mogelijkheid om in het maatschappelijk verkeer handelend op te tredenp(errescohotsnlijkheid).
Aangezien ook op rijksniveenauprovinciaal nivedaeuWgr gezien wordt als een goede basis voor samenwerking tussen geenmteen, biedt handhaving van de Wgr het bijkomende voordeel dat gemakkelij`kaangehaa`kkt an worden bij nieuwe ontwikkelingen en nieuwe denkbeelden van BZK en het Kabinet op het terrein van de bestuurlijke vernienuwhientgadvies van Sterk Bestuur van de provincie Gelderla.nDde Wgr heeft onder kabinetten met sterk uiteenlopende visies op
intergemeentelijke samenwerking steeds een goede basis voor deze samenwerking geboden. Soms was het wel even `passen en meten`, maar de juridische structuur vandudsedWangirgisruim
geformuleerd, dat altijd wel een oplowssoirndgtgevonden. 23e wijziging bestaande samenwerkingsregeling
De wijziging van de Samenwerkingsregeling Regio Achterhoek wordt uit oogpunt van continuïteit aa de gemeentelijke bestuursorgaannegneboden als een wijzigi3ne)gv(a2n de bestaande regeling en
niet als een volledig nieuwe samenwerkingsregeling. In de wijziging zijn alleen die aanpassingen opgenomen die noodzakelijk zijn op grond van de ontwikkelingen zoals dez8ehseebdbeernt 200 plaatsgevonden met daarbij eoednemrnisering vaenkele bepalingaelns gevolg van de herziene Wgr
per 1-1-2015. Omdat in 2011 de programmateams verlaten zijn, zijn artikelen 7, 21, 22 ,23 en 24, die betrekking hadden op de programmateams uit de regealilnd.g geha
De Regio Achterhoek is na de koersdiscussie (vanaf 1 januari 2007) op 7 juli 2008 hernieuwd aan de slag gegaan met een aanzienlijk kleiner bestuur en een afgeslankte, slagvaardige, `lean and mean`programmaorganisatie. Tussentijdse gesprekken met raadsleden en portefeuillehouders evena de resultaten van een Quick Scan brachtAenlgheemt een Bestutuort de conclusie dat een nieuw
elan duidelijk herkenbaar was, maar dat de opbrengst van desraemgeionnwaelerking sterker kon worden uitgedragen. Regionaal overleg in de programméaétena, maaisr gezamenlijke projecten
uitvoeren is voor de toekomst van de Achterhoek van wezenlijk belang, zowel intergemeentelijk als met onze partners (ondernemersmeanatschappelijke organisaties).
Op 30 november 2011 is daarvoeeonr convenangtesloten met de ondernemers en maatschappelijke
R U J D Q L V D W L H V H Q R S E D V L V Y D (duurzame economie, mobiliteite,tvijrdisj economie en regiomarketing) die in 2008 zijn gestart, sloten onvoldoende aan bij de visie en de omschreven inhoudelijke kaders van de ADgeenda 2020. programmateams zijn in 2012 opgeheven en vervangen door portefeuillehoudersoverleggen die buiten deWgr staanI.n juli 2014 is de uitvoeringsagAenchdtaerhoek2020door alle partners
ondertekend. In het voorjaar van 2016 is een aangescherpte Uitvoer2i.n0 gAscahgterhdoaek 2020, met een focus op Smart Werken door alle partners vastgesteld.
Deze kadersovrmen de leidraad voor de projecten van de Agenda 2020 die worden benoemd en (in gezamenlijkheid) worden uitgevoerd in coalitions of the willing.
Het doel van de intergemeentelijke samenwerking
x focus op belangbehartiging van en voor de Achterhoek: lopbrboyfi,lering, het binnenhalen van subsidies en grensoverschrijdende samenwerking
x Y H U V W H U N H Q Y D Q G H L Q K R X
x vergroten van de intergemeentelijke doorbloeding en versterken van de regionale betrokkenheid;
x aansluiting zoeken beijn coördinatie van de inbreng van de zevgeenmeenten binnen de samenwerking in drie -Overband(overheden, maatschappkeelijorganisaties en ondernemers;)
x focussen op het uitvoeren van projectednie bijdragen aan het realiserevann xxxxxxx Xxxxxxxxxx 0000.
Uitgangspunten intergemeentelijke samenwerking
x De samenwerking in Wg-vrerband blijft bestaa;n
x De raden bepalende inhoudelijke en bestuurlijke kaders waarbinnen wordt samengewerkt;
x De samenwerking is gericht op belangenbehartiging;
x De Regio heefteen specifieke taak en verantwoordelijkheid hebobpenhet gebied van regioprofilerin,globby en grensoverschrijdende samenwerking.
x Niet alle gemeenten hoeven deel te nemen aan alle projecten (auton;omie)
x De financiering van de preocjtengeschiedt op projectabsis/ coalitions of the willing
x Vanuit de Wgr wordencontractenafgesloten met de provinc,iehet Rijk en of Europa om subsidies binnen te hal;en
B. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1: Begripsbepalingen
Dit artikel behoeft geentoelichting.
Artikel 2: Openbaar lichaam
Conform de Wet gemeenschappelijkegrelingen (Wgr) kent een samenwerkingsverband als bestuursorganen heAt lgemeen Bestuu, rhet Dagelijks Bestuuern deVoorzitter.
Artikel 3: Doelstelling
De Wgr eist niet expliciet dat er in een gemeenschappelijke regeling, voorafgaande aan de opsomming van belangen, een doelstelling van de regeling wordt geformuleerd. De doelstelling van deze regeling is gelegen in de behartiging van de gemeenschappelijkeenbvealanndge gemeenten.
Onder belangen wordt hier verstaan de gebieden, waarop kan worden samengewerkt. De wet vereist, dat deze belangen duidelijk in de regeling worden geformuleerd. Om de regelibnigj ook wijzigingen in de beleidsbegrotianlgs raamwerk te uknnen hanteren én toch volgens de W-vgerreiste alle regionale beleidsterreinen bij naam te noemen, zijn alle beleidsterreinen van de gemeenten genoemd.
Artikel 4: Belangen
In artikel 4 wordt een opsomming gegeven van de instrumenten, die kunnen worhdaentegerd om de behartiging van de in artikel 3 omschreven gemeenschappelijke belangen te bevorderen.
Artikel 5: Taken
Het is ingevolge de systematiek van de Wgr zinvol om naast de opsomming van belangen die door de wet is voorgeschreven ook aan te gevweenlke taken door de gemeenten uitdrukkelijk aan de Regio worden opgedragenI.n het eerstelid gaat het om de taken die de Regio structureel moet uitvoeren,
dus ongeachht et inhoudelijke kade. rOmdat hieraan geeinnhoudelijk kader aatnen grondslag ligt, moeten die afzonderlijk worden benoemd.
In het tweede lid wordt de mogelijkheid geboden om een inhoudelijke kader vast te stellen, waarbinnen de Regio opereert.
In het algemeen wordt nog opgemerkt, dat de omschrijving van de belangen zo breed mogelijk is gehouden. De reden hiervoor is om overleg over of een taakuitoefening op het gebied van bepaalde beleidsterreinen niet op voorhand uit te sluiten voor de toekomst (zie ook artikel 3).
Artikel 6: Bevoegdheden
Artikel 10, tweede lid van de Wgr, bepaalt dat e en regeling, waarbij een openbaar lichaam wordt ingesteld, aangeeft welke bevoegdheden de deelnemende gemeenten aan het openbaar lichaam toekennen; verder is bepaald dat de regeling bepalingen kan inhouden omtrent de wijze waarop verandering kan worden geb racht in de toegekende bevoegdheden.
Bevoegdheden kan een openbaar lichaam in de eerste plaats ontvangen van de deelnemende gemeenten (artikel 30 Wgr ). Deze worden door de gemeenten overgedragen zodat zij zelf niet langer over deze bevoegdheden beschikken. Naast de door gemeenten overgedragen bevoegdheden heeft het openbaar lichaam van rechtswege de bevoegdheid om aan het maatschappelijk verkeer deel te nemen (bijvoorbeeld het verwerven van goederen en het benoemen van personeel). Gemeenten kunnen in de regeling op deze bevoegdheid wel beperkingen aanbrengen (artikel 31 Wgr). Tot slot heeft een openbaar lichaam ook de bevoegdheden die annex zijn aan de bevoegdheden die door de gemeenten worden overgedragen, bijvoorbeeld het toepassen van bestuursdwang of het voeren van overleg met derden omtrent een overgedragen bevoegdheid. Ook aan deze annexe bevoegdheden kunnen door de gemeenten in de regeling beperki ngen worden gesteld (artikel 33, 2e lid Wgr).
De bevoegdheden, die de bestuursorganen van de Regio Achterhoek toekomen om tot een goede uitvoering van de in de artikelen 3 tot en met 6 omschreven belangen en taken te kunnen komen, vloeien voor de beheersma tige kerntaken specifiek voort uit de Archiefwet en de Leemtewet Stortplaatsen en voor de afbouwtaken specifiek voort uit het Besluit Woninggebonden Subsidies.
Artikel 7 : Samenstelling Algemeen Bestuur
Het aantal leden van Algemeen Bestuur is 8 leden. In het eerste lid wordt de Voorzitter als onafhankelijk deelnemer zonder stemrecht (zie artikel 9 , vierde lid) in het Algemeen Bestuur toegevoegd. Ingevolge het tweede lid vaardigt elke gemeente ØØn lid af naar hetAlgemeen Bestuur. Tegelijkertijd wijst elke gemeente een plaatsvervanger aan gelet op de omvang van het Algemeen Bestuur. Zodra de Voorzitter is aangewezen, vaardigt de gemeenteraad waaruit de Voorzitter voortkomt een tweede lid aan als vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur . De leden worden aangewezen door de raden van de (zeven ) deelnemende gemeenten uit hun midden, de Voorzitter inbegrepen, en uit de wethouders. In 2008 is de bestuurlijke afspraak voorgesteld dat elke gemeenteraad een collegelid als lid van het Algemeen Bestuur zal aanwijzen, waarmee de gemeenten bij vaststelling van het modelraadsbesluit in januari 2008 hebben ingestemd. Dit collegelid is tevens
S R U W H I H X L O O H K R X G H U 5 H J L R $ F K
agreement • R P G H ] H O L M Q W H Y R O J H Q bij uitsluiting bevoegd om uiteindelijk zelf te bepalen hoe zij hun afvaardiging naar hetAlgemeen
Bestuur willen samenstellen. Op grond van de Wgr hebben zij daarbi j de keuze uit raadsleden, wethouders en de burgemeester.
Artikel 8 : Lidmaatschap Algemeen Bestuur
De bepalingen betreffende aanvang en beºindiging van het lidmaatschap van het Algemeen Bestuur, zijn in grote lijnen ontleend aan de Wgr en de Gemeentewet . In artikel 20, derde lid is expliciet vastgelegd, dat de raden, bij ontbreken van een vertrouwensrelatie, de door hen aangewezen leden van het Algemeen Bestuur te allen tijde kunnen ontslaan. D it een belangrijk middel voor de gemeenteraden om invulling te geven aan de informerende en verantwoordingsrol van het door hen afgevaardigd lid in hetAlgemeen Bestuur richting de raad waaruit hij is benoemd.
Artikelen 9 : Beraadslaging en stemming Algemeen Bestuur
Het betreft hier standaardartikelen betreffende vergaderfrequentie en besluitvorming, waarbij
eenvijfde deel van de leden staat voor twee leden . Het Algemeen Bestuur bestaat uit ØØnlid per
gemeente (zie artikel 7 , tweede lid) die elk evenveel stemrecht hebben. Zodra de Voorzitter is aangewezen, wordt voor hem een tweede lid aangewezen door de gemeenteraad van waaruit hij is afgevaardigd (zie artikel 7, derde lid). Omdat het niet de bedoeling is om een gemeente hie rmee een extra stem in het Algemeen Bestuur te geven, heeft de Voorzitter in het Algemeen Bestuur geen stem. Dit is in het vierde lid geregeld. Op deze wijze kan de Voorzitter de belangen van de Regio behartigen zonder dat de belangen van de gemeente, waar uit hij is benoemd, hieraan ondergeschikt wordt en visa versa. In het Dagelijks Bestuurheeft de Voorzitter wel stemrecht, omdat de leden van het Dagelijks Bestuurallen ten dienste van de Regio een voorbereidende rol richting het Algemeen Bestuur kennen. In de bestuurlijke context waarbij het Algemeen Bestuur maar ØØn lid per gemeente kent, wordt de vertegenwoordiging van de stem van elke gemeente gewaarborgd door het opnemen van het plaatsvervangend lidmaatschap en de in het vijfde lid genoemde schriftelijke machtiging van een ander lid van het Algemeen Bestuur (bij verhindering van het lid en diens plaatsvervanger).
Artikel 1 0: Werkwijze Algemeen Bestuur
Het betreft hier standaardartikelen betreffende openbaarheid, waarbij eenvijfde deel van de leden staat voor twee leden.
Artikel 11 : Reglement van orde Algemeen Bestuur
In dit artikel wordt geregeld dat het Algemeen Bestuur niet alleen een reglement van orde voor zijn eigen vergaderingen vaststelt maar ook voor de vergadering van het Dagelijks Bestuur.
Artikel 1 2: Samenstelling Dagelijks Bestuur
In 2008 zijn ook uitspraken gedaan over de omvang en taken van het Dagelijks Bestuur.
Het Dagelijks Bestuurbestaat uit 3 leden, inclusief de Voorzitter 9 D Q Z H J H K H van de bepalingen in de Wgr met betrekking tot de benoeming van de leden van het Dagelijks
Bestuur ¶
AGlgeRmeeRn BeUstuur XK
LH WW
] L M Q P L G G H Q •
tezamen het DagelijksBestuur zullen gaan vormen) op grond van artikel 14, 1e lid van de Wgr, eerst door hun respectievelijke raad als lid van het Algemeen Bestuur te worden aangewezen. In het tweede lid is opgenomen dat de leden afkomstig moeten zijn uit verschillende gemeenten. Hiermee wordt voorkomen dat een lid wordt aangewezen afkomstig v an dezelfde gemeente als van waaruit de Voorzitter voortkomt. De gekozen omvang is ingegeven door de wens om te komen tot een
Dagelijks Bestuurdat zich beperkt tot een proces - en opdrachtgeverrol . Dit geldt ten aa nzien van de begroting. Voor de beheersmat ige kerntaken (nazorg regionale stortplaatsen) en de afbouwtaken heeft het Dagelijks Bestuurde inhoudelijke taken en verantwoording .
Artikel 13 : Lidmaatschap Dagelijks Bestuur
De bepalingen betreffende aanvang en beºindiging van het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur zijn in grote lijnen ontleend aan de Wgr en G emeentewet .
Artikel 14 : Werkwijze Dagelijks Bestuur
In het eerste lid is geregeld, dat het Dagelijks Bestuurde onderlinge taakverdeling en plaatsvervanging van de leden van het Dagelijks Bestuur vaststelt. De plaatsvervanging van de Voorzitter is geregeld in artikel 16, tweede lid. Overigens standaardartikel betreffende vergaderfrequentie en besluitvorming.
In het derde lid is wel vastgelegd dat in elk geval vergaderd wordt ter voorbereiding o p de vergaderingen van het Algemeen Bestuur. De artikelen van de G emeentewet , waarnaar in het vierde lid wordt verwezen, betreffen regelingen met betrekking tot stemmingen en vergaderingen.
Artikel 15 : Taken Dagelijks Bestuur
Ingevolge de systematiek van de Gemeentewet komen in beginsel alle bevoegdheden toe aan de gemeenteraad, voorzover deze niet bij of krachtens de wet aan het College van burgemeester en wethouders c.q. de burgemeester zijn toegekend. De bepalingen uit de G emeentewet betreffende de bevoegdheidsverdeling tussen raad en college, zijn van overeenkomstige toepassing voor het samenwerkingsverband (artikel 33 Wgr). De wens om te komen tot een slagvaardige besluitvorming binnen de regio-organisatie is met gebruikmaking van de rechtsfiguren delegatie en mandaat, voor
zover de wet dit toestaat, te realiseren. Daarmee kan gekomen worden tot een verdergaande bevoegdheidsverdeling tussen Algemeen Bestuur en Dagelijks Bestuur. Ook is het mogelijk bevoegdheden te mandateren aan ambtenaren.
Wat betreft de positionering van het Dagelijks Bestuur in de voorgestelde nieuwe werkwijze valt nog het volgende op te merken. In de nieuwe bestuurlijke context zal voor het Dagelijks Bestuurhet
] Z D D U W H S X Q WAlgemeNen BRestuPur HO
QL M
WN H¶ L QFO
RIL
R|J
UUJ
GHP
LDQ Q
F R P P, FiXnancQiºn eLn PFersoDneelWen OLrganHisat•ie richting Algemeen Bestuur en gemeenteraden. De onder sub j en k van artikel 15 , eerste lid genoemde zorg voor de beheersmatige kerntaken en de afbouwtaken vormen daarop een uitzondering; hiervoor kent het Dagelijks Bestuur ook inhoudelijk bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Artikelen 16 : Lidmaatschap Voorzitter
De procedure van aanwijzing van de Voorzitter ¶
AGlgeRmeeRn BeUstuur XK
LH WW
] L M Q
geldend Wgr-recht. De Wgr staat een Voorzitter die geen lid is van het Algemeen Bestuur, niet toe. Het Dagelijks Bestuurwijst uit zijn midden een plaatsvervangend Voorzitter aan. De Voorzitter heeft in het Algemeen Bestuur geen stemrecht (zie artikel 9 , vierde lid), in het Dagelijks Bestuur wel. Op het moment dat de Voorzitter zijn functie alsVoorzitter beºindigt maar wel lid blijft van het Algemeen Bestuur voorziet het vijfde lid. In die situatie vervalt de benoeming van de tweede persoon uit die gemeente.
Arti kel 17 : Xxxxx Xxxxxxxxxx
Het bepaalde in artikel 17 betreft standaardteksten betreffende de bevoegdheden van de Voorzitter .
Artikel 18 : Relaties Dagelijks Bestuur A†lgemeen Bestuur
Het bepaalde in artikel 18 volgt uit art. 19a van de Wgr. De feitelijke uitvoering van deze bepalingen moet plaatsvinden in het reglement van orde voor het Algemeen Bestuur. Ingevolge het bepaalde in het derde lid kan het Algemeen Bestuur de leden van het Dagelijks Bestuur, de Voorzitter inbegrepen, ontslaan indien deze leden het vertrouwen van het Algemeen Bestuur niet meer bezitten.
Artikel 19 : Relaties bestuur r†aden van de gemeenten
Ook dit artikel is een dir ect uitvloeisel van de Wgr en het daarin beoogde aanhalen van de banden met de gemeenten en moet gelezen worden in relatie met de artikelen 16 tot en met 19 van de Wgr. De feitelijke uitvoering van deze bepalingen moet plaatsvinden in het reglement van orde voor het Algemeen Bestuur en de raadsvergaderingen van de deelnemende gemeenten. De informatie- en verantwoordingsplicht van het Dagelijks Bestuur en Algemeen Bestuur aan de raden wordt als een belangrijk instrument gezien.
Artikel 2 0: Relaties leden Algemeen Bestuur - gemeenten
Het Algemeen Bestuur kan de leden van het Dagelijks Bestuur ontslaan. In het derde lid van dit artikel is een soortgelijke bepaling voor de relatie tussen de gemeentebesturen en het Algemeen Bestuur opgenomen. De raad die een vertegenwoordiger in het Algemeen Bestuur heeft aangewezen, is bevoegd tot ontslag van dit door hem aangewezen lid bij ontbreken van een vertrouwensrelatie.
Artikel 21 : Commissies van advies
In de regeling wordt de mogelijkheid van instelling conform de Wgr van adviescommissies opengelaten. De a dviescommissies kunnen zowel commissies van advies aan het Algemeen Bestuur als aan het Dagelijks Bestuur zijn. Hoewel hiervan momenteel geen gebruik wordt gemaakt, is de mogelijkheid hiervoor in de regeling gehandhaafd.Dit vanuit de gedachte dat de regel ing een raamwerk moet zijn dat ook in de toekomst geschikt moet zijn.
Artikel 22 : Bestuurscommissies
In de regeling wordt de mogelijkheid van instelling conform de Wgr van bestuurscommissies opengelaten.
Artikel 23 : Vergoedingen
Het Algemeen Bestuur kan op grond van artikel 21 van de Wgr de in dit artikel bedoelde tegemoetkoming in de gemaakte kosten (onkostenvergoedingen) vaststellen.
Artikel 24 : De ambtelijke organisatie en de personeelsformatie
De in dit artikel opgenomen bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur is conform art 33b Wgr. Het benoemen en ontslaan van personeel is een bevoegdheid van het Dagelijks Bestuur. Dit impliceert ook dat het Dagelijks Bestuur gaat over de inrichting van de ambtelijke organisatie en alles wat daarbij komt kijken.
Artikel 25 : Secretaris
De in dit artikel is standaard en conform art. 33b Wgr . Hetzelfde geldt voor de omschrijving van de rol en taken van de secretaris. De Regio Achterhoek kent een ØØnhoofdige leiding in de persoon van de secretaris.
Artikel 26 : Rechtspositie
De leden 1, 2 en 4 zijn standaard met dien verstande dat in het tweede lid de Uitwerkingsovereenkomst (UWO) van de sector gemeenten op voorhand, in de tekst van de regeling, van toepassing wordt verklaard op het personeel van de Regio Achterh oek. De in de regeling van toepassing verklaring van de UWO levert voor de personeelsafdeling een aanzienlijke
tijdbesparing op ten opzichte van het zelf
n†aar analogie
b†ijhouden van de van de Car afgeleide
uitvoeringsregelingen. De uitvoering van de geldende rechtspositieregelingen zal, gelet op de omvang en functie van het Dagelijks Bestuur, gemandateerd worden aan de Regiosecretaris in de verordening Mandatering Regio Achterhoek.
Ar tikel 27 : Archiefbepaling
Lid 3 is toegevoegd, waarmee de archiefverordening en het besluit Informatiebehe er van de gemeente Doetinchem van overeenkomstige toepassing worden op de archiefbescheiden van de Regio Achterhoek. Dit om praktische redenen en het feit dat beide documenten standaard zijn. Daar waar college van B&W staat dient gelezen te worden het Algemeen Bestuur. Daar waar Gemeenteraad staat dient gelezen te worden de aangesloten gemeenten.
Artikel 28 : Financiºn algemeen
In dit artikel komt tot uiting dat de deelnemende gemeenten de uiteindelijke verant woording dragen voor alle inkomsten en uitgaven binnen de regio -organisatie. In het financieringsstatuut, dat door het Algemeen Bestuur afzonderlijk wordt vastgesteld op grond van de Wet Fido, zijn de bevoegdheden en richtlijnen met betrekking tot het aang aan van geldleningen geregeld. Wanneer de Regio- organisatie uiteindelijk niet aan haar verplichtingen ten opzichte van geldgevers kan voldoen, treden de deelnemende gemeenten op als geldnemer. In het derde lid is geregeld dat ook tariefgestuurde producten door de Regio -organisatie kunnen worden uitgevoerd.
Artikel 29 : Begroting
In artikel 35 Wgr is de procedure voor vaststelling van de begroting vastgelegd. Het Dagelijks Bestuur zendt de ontwerpbegroting met daarin de financiºle vertaling van de programmabegroting acht weken, voordat deze aan het Algemeen Bestuur wordt aangeboden, toe aan de raden van de deelnemende gemeenten. De begroting moet door het Algemeen Bestuur zijn vastgesteld v r 1 augustus van het jaar voorafgaand aan het betreffende begroting sjaar. In het derde lid is tot uitdrukking gebracht dat alleen kosten die niet al op andere wijze aan de gemeenten of derden in rekening worden gebracht, gedekt worden door een bedrag per inwoner.
De in artikel 35 Wgr beschreven termijnen zijn minimale termijnen. Waar mogelijk, worden natuurlijk ook de behandeltermijnen voor raadsvoorstellen in de deelnemende gemeenten in acht genomen.
Artikel 3 0: Begrotingswijzigingen
In dit artikel is een eenvoudige procedure opgeno men voor begrotingswijzigingen die niet leiden tot een verhoging van de gemeentelijke inwonerbijdrage. Deze, zogenaamd budgettair neutrale, begrotingswijzigingen kunnen rechtstreeks door het Algemeen Bestuur worden vastgesteld zonder tussenkomst van de dee lnemende gemeenterade n. Ook hoeft de termijn van acht weken in deze gevallen niet te worden aangehouden. Artikel 3 5, vijfde lid Wgr maakt een dergelijke, vereenvoudigde begrotingsprocedure mogelijk.
Artikel 31 : Jaarrekening
Op grond van de Wgr moet de rekening zijn vastgesteld v r 15 juli volgend op het jaar waarop deze rekening betrekking heeft. Ook hiervoor is de G emeentewet van overeenkomstige toepassing. In het derde lid wordt de mogelijkheid van verrekening door middel van benutting van r eserves genoemd. Daardoor hoeft niet steeds de bijdrage per inwoner de sluitpost te zijn.
Artikel 32 : Bestemming jaarresultaat
Over de vraag of van een batig saldo ten behoeve van een bepaalde voorziening een reserve mag worden gevormd en over de vraag n aar de uiteindelijke bestemming van die reserve moeten de raden van de deelnemende gemeenten worden gehoord. Voorstellen met betrekking tot de bestemming van een batig jaarsaldo vinden hun grondslag in de paragraaf weerstandsvermogen, een verplicht onderde el van de begroting op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV).
Artikel 33 : Overige financiºle maatregelen
Dit artikel spreekt voor zich. Rechtsgeldig vastgestelde begrotingen en begrotingswijzigingen leiden voor de deelnemende gemeenten t ot een verplichte uitgave op grond van de G emeentewet .
Artikel 34 : Evaluatie samenwerking binnen Regio Achterhoek
De in dit artikel beschreven evaluatie heeft tot doel een meer transparante bestuurlijke verhouding tussen gemeenten en Regio Achterhoek tot stand te brengen.
Artikel 35 : Toetreding van gemeenten
Uitgangspunt bij de artikelen over toetreding, uittreding, wijziging en opheffing is dat hiervoor eenduidige procedures gehanteerd worden. Dit is dan ook de reden dat in alle artikelen die hierop
betrek king hebben (artikelen 36, 37, 38 en 39 ) dezelfde eisen worden gesteld aan de besluitvorming, te weten een versterkte meerderheid van ten minste tweederde van het aantal deelnemende gemeenten. Het stellen van de unanimiteitseis wordt ontraden, omdat daardoor ØØn enkele gemeente het vetorecht zou krijgen.
Per 1 januari 2006 is de vereiste goedkeuring van Gedeputeerde Staten voor toetreding, uittreding, wijziging en opheffing in de Wgr komen te vervallen. Wel worden de besluiten hierover ter kennisneming aan Gedeputeerde S taten gezonden op grond van het feit dat de provincie nog wel het financieel toezicht uitvoert.
Artikel 36 : Uittreding van gemeenten
Verwezen wordt naar de toelichting bij artikel 35.
Artikel 37 : Vrijstelling van verplichtingen bij toe - en uittreding van gemeenten
Met dit artikel wordt gebruik gemaakt van de mogelijkheid die artikel 11 van de Wgr bi edt. Dit
D X X X X X X X X X X X ¶ , X G H U H J H O G H H O Q H P H U V L V R I ] L M Q Y U L M J
In het tweede lid is het spiegelbeeld van het e erste lid opgenomen, waaraan desgewenst bij uittreding van een gemeente toepassing kan worden gegeven. In beide gevallen bedraagt de termijn ten hoogste vijf jaren.
Artikel 38 : Wijziging van de regeling
Verwezen wordt na ar de toelichting bij artikel 35.
Artikel 39 : Opheffing van de regeling
Lid 5 moet als volgt worden gelezen: De gemeenten verbinden zich in geval van opheffing van de Regio Achterhoek een liquidatieplan op te stellen dat voorziet in de verplichting van de gemeenten alle rechten en verplichtingen van de Regio Achterhoek over de gemeenten te verdelen op een in het plan te bepalen wijze.
Zie verder bij de toelichting bij artikel 35.
Artikel 40 : Geschillenregeling
Beslechting van geschillen is in artikel 28 Wgr aan Gedeputeerde S taten opgedragen. Om niet ieder geschil onmiddellijk aan Gedeputeerde Staten te hoeven voorleggen, is een tussenregeling
opgenomen. In het vierde lid is als aanvullende bepaling opgenomen dat partijen die bij het geschil zijn betrokken, van tevoren overeen kunne n komen dat het advies van de geschillencommissie bindend zal zijn.
Artikel 4 1: Bekendmaking regeling Dit artikel behoeft geen toelichting.
Artikel 42 : Inwerkingtreding van de regeling
Voor wat betreft de voorgestelde geldingsduur van de regeling (onbepa alde tijd) en de periodieke evaluatie van de samenwerking binnen Regio Achterhoek, wordt verwezen naar de toelichting op artikel 34.
Artikel 43 : Citeerartikel
Dit artikel behoeft geen toelichting.