Verzekeringen
Verzekeringen
een praktische handleiding
Inhoudstafel
1.1. Burgerlijke aansprakelijkheid 4
1.3. Weg naar en van de activiteiten 4
1.5. Sportpromotionele activiteiten 5
2. Primaire verzekeringen (verzekeringen die automatisch van toepassing zijn) 6
2.2. Polis niet-leden deelnemers aan sportpromotionele activiteiten 8
3. Secundaire verzekeringen (verzekeringen waarop de club kan inschrijven door middel van een formulier) 9
3.1. Contractuele aansprakelijkheid ingebruikname gebouwen 9
3.2. Clubmateriaal verblijvend in gebouwen van derden 11
3.3. Tijdelijke risico's niet-leden 11
3.4. Annulering reizen… 11
3.5. Reisbijstand en bagage… 12
3.6 Omnium voertuigen clubbestuurders/medewerkers 14
4. Tertiaire verzekeringen (verzekeringen die clubs zelf moeten of kunnen onderschrijven) 15
4.1. Bestuurdersaansprakelijkheid – VZW’s 15
4.2. Brandverzekeringen 16
4.3. Objectieve aansprakelijkheid bij brand en ontploffing 17
4.4. Arbeidsongevallen bezoldigd personeel of trainers 18
Wandelsport Vlaanderen vzw (WSVL) overkoepelt bijna 350 clubs, goed voor zo’n 60.000 leden. Iedere afzonderlijke club is verschillend van de andere en dit om diverse redenen: het ledenaantal, de structuur (feitelijke vereniging, vzw of vennootschap), de aanwezigheid van bezoldigd personeel, eigen of gehuurd clubgebouw, etc. Elke club heeft bijgevolg zijn eigen verzekeringsbehoeften.
Deze handleiding heeft als doel een overzicht te bieden van de verzekeringen die WSVL heeft afgesloten ten gunste van alle aangesloten clubs en hun leden.
Hierbij staat de ledenpolis centraal. De ledenpolis voldoet ruimschoots aan de minimumgarantievoorwaarden opgelegd door het Decreet op de Vlaamse sportfederaties en zijn uitvoeringsbesluiten. We omschrijven verder in deze bundel wat verzekerd is maar, misschien nog belangrijker, ook wat niet of niet automatisch verzekerd is. We bieden via dit document ook enkele bijkomende verzekeringsopties aan om specifieke verzekeringsnoden in te vullen.
Deze bundel heeft een zuiver informatief karakter en tracht onder andere een overzicht te geven van de bepalingen die vermeld staan in de collectieve verzekeringsovereenkomsten tussen WSVL en Ethias. In geval van mogelijke betwistingen zullen enkel de voorwaarden van de ondertekende verzekeringsovereenkomsten geldig zijn en dus primeren boven onderhavige infobundel.
1. Definities
In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste begrippen die vaak terugkomen in de verzekeringscontracten.
1.1. Burgerlijke aansprakelijkheid
In het algemeen verklaart het Burgerlijk Wetboek de burgerlijke aansprakelijkheid als volgt:
“Diegene door wiens fout, nalatigheid of onvoorzichtigheid schade veroorzaakt aan iemand anders, is verplicht
de schade te herstellen of te vergoeden”.
Kortom, wie het potje breekt, moet betalen. De schadelijder dient echter wel een aantal dingen te kunnen bewijzen alvorens hij een schadevergoeding kan eisen. Deze bewijslast is drieledig en staat met elkaar in verband.
Ten eerste moet hij een fout kunnen aantonen. Een fout is een handeling of type gedrag dat een normaal handelend, voorzichtig en redelijk persoon (“de goede huisvader”) niet gesteld zou hebben. Ten tweede moet hij bewijzen dat hij schade heeft geleden. Ten derde moet hij het causaal verband tussen de fout en de geleden schade aantonen.
Onder lichamelijk ongeval dient te worden verstaan: een plotselinge gebeurtenis die lichamelijk letsel veroorzaakt en waarvan de oorza(a)k(en) vreemd is (zijn) aan het organisme van het slachtoffer.
Worden met ongevallen gelijkgesteld en zijn bijgevolg verzekerd:
1. ziekten, besmettingen en infecties welke het rechtstreeks gevolg zijn van een ongeval;
2. bevriezing, zonnesteek, verdrinking, hydrocutie, alsook alle andere gevolgen van onvrijwillige onderdompeling;
3. vergiftiging of toevallige of misdadige verstikking;
4. lichamelijke letsels opgelopen bij wettige zelfverdediging of ingevolge het redden van in gevaar verkerende personen, dieren of goederen;
5. letsels voortspruitend uit aanslagen op of aanrandingen van een verzekerde;
6. razernij, tetanus of miltvuur;
7. beten van dieren of steken van insecten en hun gevolgen;
8. de gevolgen van een lichamelijke inspanning voor zover zij zich onmiddellijk en plotseling manifesteren inzonderheid hernia’s, gedeeltelijke of volledige spierscheuringen, verrekkingen, peesscheuringen, verstuikingen en ontwrichtingen;
9. letsels door de verzekerde zelf veroorzaakt bij het knippen van likdoorns en nagels;
10. lichamelijke letsels welke het gevolg zijn van een uiting eigen aan een ziekelijke toestand van het slachtoffer; er wordt nader bepaald dat de pathologische gevolgen voortspruitend uit deze ziekelijke toestand niet verzekerd zijn.
1.3. Weg naar en van de activiteiten
Het normale traject dat de verzekerde moet afleggen om zich van zijn verblijfplaats te begeven naar de plaats waar de activiteiten plaatsvinden (of naar de vastgestelde verzamelplaats) en omgekeerd. Het begrip « weg naar en van de activiteiten » wordt geïnterpreteerd naar analogie met het begrip
« weg van het werk » zoals vastgesteld in de arbeidsongevallenwetgeving.
Het RIZIV legt het tarief vast dat een arts mag aanrekenen voor een geneeskundige prestatie en het bedrag dat het ziekenfonds daarvan zal terugbetalen. Een geconventioneerde arts dient zich aan dit tarief te houden. Een niet-geconventioneerde arts daarentegen mag bovenop dit tarief nog erelonen (supplementen) aanrekenen.
100% van het RIZIV-tarief betekent een tussenkomst van 1 maal dit tarief. 150% van het RIZIV-tarief betekent een tussenkomst van 1,5 maal dit tarief.
Het remgeld is het verschil tussen het officiële RIZIV-tarief (100% van het RIZIV-tarief) en de officiële tussenkomst van het ziekenfonds, dat ten laste blijft van de patiënt/het slachtoffer. Afhankelijk van bovenvermelde factoren (geconventioneerde arts of niet, bedrag tussenkomst mutualiteit en het vooraf bepaalde RIZIV-tarief) kan dit remgeld geheel of gedeeltelijk gerecupereerd worden via de waarborg “lichamelijke ongevallen” tot een maximum van 150% van het officiële RIZIV-tarief.
1.5. Sportpromotionele activiteiten
Onder de noemer van WSVL worden er jaarlijks een 1.000-tal erkende wandelingen (opgenomen in de wandelkalender “Walking in Belgium”) georganiseerd. Deze worden allen erkend als sportpromotionele activiteit.
2. Primaire verzekeringen (verzekeringen die automatisch van toepassing zijn via lidmaatschap)
2.1. De ledenpolis - sportverzekering (45.444.372)
De ledenpolis is automatisch van toepassing op :
- Wandelsport (voor de leden ook buiten clubverband);
- Sportieve en niet-sportieve nevenactiviteiten ingericht door WSVL en/of een aangesloten club. Het moet daarbij gaan om activiteiten die als normaal worden beschouwd voor een wandelclub:
⮚ sportief: dans, petanque, een wandeling, een fietstocht, een bezoek aan het zwembad, etc.
⮚ niet-sportief: ledenfeest, een culturele uitstap, een bezoek aan een pretpark, een BBQ, activiteiten ten voordele van de clubkas zoals een eetfestijn, etc.
Indien u twijfelt of bepaalde activiteiten door WSVL erkend zal worden als “normaal” voor een wandelclub en bijgevolg automatisch verzekerd is, contacteert uw club best de federatie om hier navraag over te doen.
Activiteiten die niet als “normaal” erkend worden, zijn niet verzekerd via deze sportverzekering. Bijgevolg is de polis in dat geval geenszins van toepassing! Uw club moet zelf voor de nodige verzekeringen zorgen. Zie daarvoor de bijkomende info in hoofdstuk 3 “secundaire verzekeringen”.
2.1.1 Verzekerde risico’s en wie geniet ervan
- de burgerlijke aansprakelijkheid van WSVL;
- de burgerlijke aansprakelijkheid van de clubs als organisator van de verzekerde activiteiten;
- de burgerlijke aansprakelijkheid van het al dan niet bezoldigde personeel in de uitoefening van hun functies;
- de burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen van de leden als bestuurder, vrijwilliger en sportbeoefenaar;
- de burgerlijke aansprakelijkheid van de leden als verenigingswerker;
- de burgerlijke aansprakelijkheid van de kandidaat-leden van de verzekeringsnemer die nog niet zijn aangesloten, maar waarvan de inschrijving lopende is;
- de burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen van de niet-leden die buiten een arbeidsovereenkomst, een dienstencontract of een statutaire aanstelling onbezoldigd en onverplicht meehelpen als vrijwilliger bij de ingerichte activiteiten;
2.1.2 Waarborgen
Burgerlijke aansprakelijkheid | |
Lichamelijke schade | 5.000.000,00 EUR per schadegeval |
Materiële schade | 620.000,00 EUR per schadegeval |
Burgerlijke verdediging | Inbegrepen |
Strafrechtelijke verdediging | 25.000,00 EUR per schadegeval |
Lichamelijke ongevallen | |
Medische kosten erkend door het RIZIV | 150% van het RIZIV-tarief |
Medische kosten niet erkend door het RIZIV: leden | 1.000,00 EUR per ongeval |
Tandprothesekosten | 150,00 EUR per tand met een maximum van 600,00 EUR per ongeval |
Duurtijd tussenkomst medische kosten | 2 jaar |
Vervoerskosten | Cfr arbeidsongevallen |
Brilschade (gedragen + letsel) | 500,00 EUR |
Opzoekings- of reddingskosten | 2.500,00 EUR |
Begrafeniskosten - voor leden vanaf 5 jaar - voor leden jonger dan 5 jaar | 620,00 EUR 8.500,00 EUR |
Vergoeding in geval van overlijden - per lid vanaf 5 jaar - per lid jonger dan 5 jaar | 8.500,00 EUR nihil |
Blijvende invaliditeit - leden tot en met 75 jaar - leden ouder dan 75 jaar | 35.000,00 EUR (100% invaliditeit) nihil |
Tijdelijke werkongeschiktheid (loonverlies): - leden tot en met 75 jaar - leden ouder dan 75 jaar | 30,00 EUR per dag gedurende 2 jaar nihil |
Hart voor sport | voorzien |
De waarborgen “burgerlijke aansprakelijkheid” en “lichamelijke ongevallen” worden verleend tijdens de verzekerde activiteiten, alsook op weg naar en van deze activiteiten.
2.1.3 Extra uitbreiding
Deze polis biedt eveneens een dekking “contractuele aansprakelijkheid” van de clubs voor schade die
veroorzaakt wordt door een ongeval:
- aan de in gebruik genomen gebouwen of lokalen bedoeld voor de organisatie van een
wandeltocht;
- aan het materiaal en de voorwerpen die zich in dat gebouw of lokaal bevinden en door de eigenaar/verhuurder ter beschikking zijn gesteld van de club.
Deze dekking wordt verleend tijdens de duur van de wandeling, maar ook tijdens het klaarzetten en het terug in orde brengen van de lokalen.
De waarborg wordt verleend tot beloop van een bedrag van 12.500,00 EUR, met een vrijstelling van 125,00 EUR per schadegeval.
De schade veroorzaakt door brand, ontploffing, rook en water aan tijdelijk (maximum 7 dagen) in de naar aanleiding van wandeltochten in gebruik genomen gebouwen of lokalen is eveneens verzekerd tot 250.000,00 EUR per schadegeval. Deze dekking wordt echter slechts verleend voor zover de brandpolis van de eigenaar/verhuurder geen afstand van verhaal voorziet ten voordele van de club als gebruiker van het lokaal of gebouw. Voor brandschade vanaf 250.000,00 EUR wordt dekking voorzien in de specifiek daarvoor bestemde brandverzekering (polis 38.169.404).
Voor andere activiteiten dan wandeltochten verwijzen wij naar punt 3.1 verderop in deze bundel.
2.1.4 Uitsluitingen
De ledenpolis waarborgt niet het volledige clubrisico. Hieronder vindt u een overzicht van de risico’s die niet verzekerd zijn binnen de ledenpolis. U vindt verderop in deze bundel de nodige uitleg hieromtrent en waar mogelijk tevens een verzekeringsoplossing.
Risico | Verzekering | Uitleg | Hoe verzekeren? |
Repatriëring en bijstand in het buitenland | Ethias Assistance | p. 11 | IF |
Bagage | Bagage | p. 11 | IF |
Tijdelijke risico’s niet-leden voor niet-erkende activiteiten | BA LO Tijdelijke Risico’s | p. 10 | IF |
Schade aan in gebruik genomen of gehuurde lokalen voor andere activiteiten dan wandelingen | CA Ingebruikname | p. 9 | IF |
Schade door brand aan eigen gebouwen en/of inboedel | Brandverzekering | p. 15 | Zelf voorzien |
Schade door brand aan clubmateriaal in gebouwen v derden | Brandverzekering | p. 10 | Bezorg lijst aan WSVL |
Schade door brand aan gebouwen van derden (wandelingen > 250.000€ + andere activiteiten) | Brandverzekering (huuraansprakelijkheid) | p. 10 | Via polis WSVL |
Persoonlijke bestuursfouten | Bestuurdersaansprakelijkheid | p. 13 | AF |
Objectieve aansprakelijkheid in geval van brand of ontploffing * | Objectieve aansprakelijkheid in geval van brand of ontploffing * | p. 15 | AF |
Ongevallen bezoldigde medewerkers | Arbeidsongevallen ** | p. 16 | Zelf voorzien |
* wettelijk verplicht voor permanente uitbating voor publiek toegankelijke ruimtes
** wettelijk verplicht voor bezoldigd personeel
IF - AF: specifiek opgemaakt inschrijvings- (uw club of het lid schrijft in op een abonnementspolis die de federatie heeft afgesloten ten gunste van de aangesloten clubs of leden) of verzekeringsaanvraagformulier– (uw club vraagt via een formulier zelf een verzekering in eigen naam aan) - deze te downloaden via de website van WSVL
Zelf – hier zijn geen formulieren voorzien, de club dient zelf contact op te nemen met Ethias om de nodige offertes te bekomen
2.2. Polis niet-leden tijdens wandelingen opgenomen in de officiële kalender (45.444.428)
2.2.1 Verzekerde risico’s en wie geniet ervan
Deze polis waarborgt de burgerlijke aansprakelijkheid en lichamelijke ongevallen van de niet-leden die deelnemen aan door WSVL erkende wandeltochten (sportpromotionele activiteiten).
2.2.2 Waarborgen
Burgerlijke aansprakelijkheid | |
Lichamelijke schade | 5.000.000,00 EUR per schadegeval |
Materiële schade | 620.000,00 EUR per schadegeval |
Burgerlijke verdediging | Inbegrepen |
Strafrechtelijke verdediging | 12.400,00 EUR per schadegeval |
Lichamelijke ongevallen | |
Medische kosten erkend door het RIZIV | 150% van het RIZIV-tarief |
Medische kosten niet erkend door het RIZIV | 1.000,00 EUR per ongeval |
Tandprothesekosten | 150,00 EUR per tand met een maximum van 600,00 EUR per ongeval |
Duurtijd tussenkomst medische kosten | 2 jaar |
Vervoerskosten | Cfr arbeidsongevallen |
Begrafeniskosten: - voor niet-leden vanaf 5 jaar - voor niet-leden jonger dan 5 jaar | 620,00 EUR 8.500,00 EUR |
Overlijden: - per niet-lid vanaf 5 jaar - per niet-lid jonger dan 5 jaar | 8.5000,00 EUR nihil |
Blijvende invaliditeit: - per niet-lid tot en met 75 jaar - per niet-lid ouder dan 75 jaar | 35.000,00 EUR nihil |
Tijdelijke werkongeschiktheid (loonverlies): - niet-leden tot en met 75 jaar (zelfstandigen) - niet-leden ouder dan 75 jaar | 30,00 EUR per dag gedurende 2 jaar nihil |
De waarborgen “burgerlijke aansprakelijkheid” en “lichamelijke ongevallen” worden enkel verleend tijdens de verzekerde activiteiten.
3. Secundaire verzekeringen (verzekeringen waarop de club kan inschrijven door middel van een formulier)
3.1. Ingebruikname van gebouwen - andere activiteiten dan wandelingen
3.1.1 Contractuele aansprakelijkheid (45.452.756)
Deze polis biedt een dekking “contractuele aansprakelijkheid” van de clubs voor schade die
veroorzaakt door een ongeval:
- aan de in gebruik genomen gebouwen of lokalen bedoeld voor de organisatie van een activiteit
andere dan een wandeling;
- aan het materiaal en de voorwerpen die zich in dat gebouw of lokaal bevinden en door de eigenaar/verhuurder ter beschikking zijn gesteld van de club.
Deze dekking wordt verleend tijdens de duur van de activiteit, maar ook tijdens het klaarzetten en het terug in orde brengen van de lokalen.
De waarborg wordt verleend tot beloop van een bedrag van 12.500,00 EUR, met een vrijstelling van 125,00 EUR per schadegeval.
Deze verzekering wordt afgesloten tegen betaling van volgende premies (plus 9,25% taksen):
• Voor de permanente ingebruikname van een gebouw of installatie gedurende een volledig jaar = 100,00 EUR
• Voor de toevallige ingebruikname van een gebouw of installatie = 25,00 EUR per dag
De club kan genieten van deze verzekering door gebruik te maken van het inlichtingenformulier. Dit formulier dient ingevuld terug aan Ethias bezorgd te worden, waarna een factuur overgemaakt wordt aan de club.
Intekenen op deze polis is niet nodig wanneer de club een wandeling organiseert, voor wandelingen wordt deze dekking reeds automatisch verleend in de sportpolis voor de leden (45.444.327 - zie punt 2.1).
3.1.2 Huuraansprakelijkheid (brand) - de club huurt of gebruikt een gebouw van derden (38.169.404)
De club dient het gebouw na afloop van de « huur- of gebruikersovereenkomst » terug aan de verhuurder over te dragen in de staat waarin het zich bevond voor de overeenkomst. Volgens het Burgerlijk Wetboek wordt een huurder of gebruiker van een gebouw immers steeds vermoed aansprakelijk te zijn, tenzij hij bewijst dat de brand buiten zijn schuld is ontstaan.
Om die reden informeert de club het best bij de verhuurder of er een brandverzekering werd afgesloten waarin de clausule « afstand van verhaal » werd opgenomen. In de praktijk betekent dit dat de brandverzekeraar van de eigenaar, bij eventuele schade ontstaan tijdens de verhuring of het in gebruik nemen van het lokaal, deze schade zondermeer ten laste neemt en de uitgekeerde vergoeding niet terugvordert van de aansprakelijke gebruiker of huurder. Om moeilijkheden te vermijden dient deze « afstand van verhaal » uitdrukkelijk in de huurovereenkomst opgenomen te zijn.
Voor het geval er zowel met de verhuurder als met de verzekeraar van de verhuurder een dergelijke clausule kan bedongen worden, wat weinig of geen problemen stelt omdat vele brandverzekeraars in dergelijke omstandigheden de clausule automatisch voorzien in hun overeenkomsten, dient de huurder of de gebruiker bijgevolg enkel de voorwerpen (inhoud) die hij in het gebouw opstelt te laten verzekeren en er zorg voor te dragen dat deze overeenkomst in een voldoende dekking voor het verhaal van derden voorziet.
Als er geen afstand van verhaal voorzien is of kan worden in de brandverzekering van de verhuurder, dan sluit de club best zelf een aparte polis af voor de zaal (voor de periode dat de club ervan gebruik maakt) en voor de inboedel. De clubs kunnen hiervoor steeds terecht bij Ethias. Zie hiervoor tevens de info omtrent de dekking in gebruik name en brandschade voor wandelingen die reeds verleend is in de sportpolis voor de leden, punt 2.1.
WSVL heeft een brandverzekering afgesloten die dit risico bij in gebruik name van gebouwen van derden naar aanleiding van andere activiteiten dan wandelingen dekt. Zoals eerder vermeld in punt
2.1 van deze bundel is dit risico brandschade bij in gebruik name van gebouwen van derden naar aanleiding van wandeltochten reeds verzekerd binnen de ledenpolis voor een bedrag van < 250.000 euro. Het excess van deze schade (> 250.000 euro) alsook het risico voor andere activiteiten dan wandelingen is dus gewaarborgd binnen de brandverzekering zelf.
3.2 Verzekering clubmateriaal verblijvend in gebouwen van derden (38.169.405)
WSVL heeft een brandverzekering voorzien die een dekking biedt voor schade ten gevolge van brand aan het clubgerief van de bij WSVL aangesloten clubs dat in gebouwen van derden wordt gestockeerd.
Deze dekking is pas geldig voor de clubs die jaarlijks vóór 1 januari de lijst met materialen en hun waarde doorgegeven hebben aan WSVL en dus aangegeven hebben op deze verzekering te willen intekenen. De factuur hiervoor wordt bezorgd via WSVL.
3.3 Tijdelijke risico’s niet-leden (45.444.431)
Deze polis biedt een dekking voor de niet-leden wanneer zij deelnemen aan nevenactiviteiten ingericht door een club.
De club kan ervoor kiezen deze niet-leden mee te verzekeren door gebruik te maken van het inlichtingenformulier. Dit formulier dient ingevuld terug aan Ethias bezorgd te worden, waarna een factuur overgemaakt wordt aan de club.
Deze dekking kan enkel afgesloten worden voor die activiteiten waarvan de aansprakelijkheid van de organiserende club reeds verzekerd is binnen de sportpolis voor de leden (45.444.372 – zie punt 2.1).
Deze dekking kan niet voorzien worden voor onderstaande activiteiten:
• wandeltochten: Niet-leden die deelnemen aan erkende wandeltochten zijn reeds verzekerd in de sportpolis niet-leden (45.444.428 - zie punt 2.2).
• gevaarlijke sporten, zoals wintersporten in het algemeen, gevechtssporten (behalve judo), alpinisme, paintball, speleologie, duiken in open water, avontuurlijke sporten (zoals rappel, death ride, apenbrug, etc.), schieten met vuurwapens, gemotoriseerde sporten en lucht- sporten in het algemeen (zoals zweefvliegen, delta-plane, parachutisme, parapente, parasailing, etc);
• wielerwedstrijden welke vallen onder het KB van 21 augustus 1967 of alle andere wettelijke bepalingen welke deze wetgeving zouden vervangen, wijzigen of aanvullen;
• pop- en rockconcerten, alsook fuiven.
De premie bedraagt 0,29 EUR per deelnemer (niet-lid) per dag, ongeacht de duurtijd van de activiteit, en met een minimumpremie van 30,00 EUR per aanvraag. Deze premies zijn steeds te vermeerderen met 9,25% taks.
3.4 Annulering reizen (45.444.433)
Via deze polis kan de club een terugbetaling verkrijgen van de kosten (tot beloop van de verzekerde reissom) ingevolge de annulering van hun deelname aan een door WSVL of de club ingerichte reis in het kader van een verzekerde activiteit.
Volgende omstandigheden vormen een geldige reden tot tussenkomst van de polis:
✓ een ernstige ziekte (d.i. een aantasting van de gezondheid, vastgesteld door een erkend geneesheer en welke de uitvoering van het reiscontract medisch gezien onmogelijk maakt), een ongeval of het overlijden van de verzekerde, zijn (haar) levensgezel, een familielid tot de tweede graad, een persoon die onder hetzelfde dak
woont als de verzekerde en die hij (zij) ten laste of onder zijn (haar) hoede heeft of van een reisgezel die zich samen met de verzekerde voor de geplande reis heeft ingeschreven. Het overlijden van een familielid van de tweede graad wordt enkel in aanmerking genomen indien het zich voordoet binnen de vijftien dagen die aan het vertrek op de reis voorafgaan;
✓ het ontslag - behalve omwille van zware fout - van de verzekerde, zijn (haar) levensgezel of reisgezel die zich samen met hem (haar) voor de geplande reis heeft ingeschreven;
✓ de intrekking door de werkgever van het verlof van de verzekerde, naar aanleiding van een ziekte of een ongeval van een collega die hem (haar) vervangt, voor zover dit feit zich voordoet binnen de dertig dagen die aan het vertrek voorafgaan;
✓ het afsluiten door de werkzoekende verzekerde van een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, die aanvangt binnen de dertig dagen die aan het vertrek voorafgaan;
✓ belangrijke materiële schade aan de onroerende goederen van de verzekerde, binnen de dertig dagen die aan het vertrek voorafgaan, op voorwaarde dat deze schade niet te voorzien was en de aanwezigheid zonder uitstel van de verzekerde absoluut noodzakelijk is;
✓ een vertraging bij het inschepen omwille van een oponthoud van meer dan één uur, te wijten aan een verkeersongeval waarin het rijtuig waarmee de verzekerde zich naar het vertrek begeeft betrokken raakt of een geval van overmacht overkomen tijdens het traject dat de verzekerde aflegt om zich rechtstreeks naar de plaats van inscheping te begeven;
✓ het onbruikbaar worden van het persoonlijk rijtuig van de verzekerde, omwille van een verkeersongeval, een diefstal of een brand, op het ogenblik van het vertrek of op weg naar de vakantiebestemming in het buitenland;
✓ de oproeping van de verzekerde of van een familielid tot de eerste graad voor:
• de rechtshandelingen van officiële instellingen bij de adoptie van een kind;
• een orgaantransplantatie (als donor of als ontvanger).
De verzekering geldt vanaf de dag van aanvraag tot en met de dag van vertrek. Zij dient steeds aangevraagd te worden binnen een termijn van 7 dagen na reservatie van de reis.
De club kan ervoor kiezen deze niet-leden mee te verzekeren door gebruik te maken van het inlichtingenformulier. Dit formulier dient ingevuld terug aan Ethias bezorgd te worden, waarna een factuur overgemaakt wordt aan de club.
De premie bedraagt 3,50% van de reissom per persoon. De minimumpremie per aanvraag bedraagt 94,00€. De premies zijn steeds te vermeerderen met 9,25% taks
3.5 Reisbijstand en bagage
3.5.1 Ethias Assistance - Polis nr. 45.444.447
De bijstandspolis verleent o.a. tussenkomst in geval van een ongeval of ziekte in het buitenland, repatriëring, terugreis omwille van een hospitalisatie of een overlijden van een dicht familielid etc.
De ledenpolis (sportverzekering) is wereldwijd van toepassing, maar voorziet geen bijstand in geval van ziekte of ongeval en organiseert en bekostigt evenmin de repatriëring. Velen denken bovendien dat deze bijstand automatisch geleverd wordt via lidmaatschap bij een ziekenfonds, maar in bepaalde situaties is dat niet terecht, met alle gevolgen van dien. Mutas bijvoorbeeld, de alarmcentrale van de ziekenfondsen in geval van ziekte of ongeval in het buitenland, komt namelijk niet tussen in geval van beoefening van een sport met verhoogd risico, een bezoldigde sport, de deelname aan een wedstrijd of manifestatie waarvoor inkomgeld wordt gevraagd en waarvoor de deelnemers een bezoldiging (ongeacht de vorm) ontvangen, ... Om ongemakken te voorkomen, is het dan ook ten zeerste aan te raden zelf de nodige voorzorgen te nemen en een collectieve reisbijstandsovereenkomst af te sluiten met een uniforme dekking voor elke deelnemer.
Om in te tekenen op de reisverzekeringen Ethias Assistance dient de club het daartoe bestemd inschrijvingsformulier ingevuld terug aan Ethias te bezorgen, waarna een factuur overgemaakt wordt aan de club. Deze polis is uitsluitend van toepassing tijdens buitenlandse reizen.
Een beknopt overzicht van de verleende waarborgen:
Hulpverlening aan personen:
IN HET BUITENLAND
- overbrenging naar een beter uitgerust ziekenhuis en/of repatriëring van de zieke of gewonde verzekerde;
- reiskosten om de verplaatsing verder te zetten;
- opzoekings- en reddingskosten tot 6.250,00 euro bij ongeval of verdwijning;
- organiseren en bekostigen van de repatriëring van huisdieren wanneer de verzekerde zelf geniet van een door deze polis gewaarborgde repatriëring (quarantaine- en/of dierenartskosten, verplicht door de reglementeringen op de luchttransporten, blijven ten laste van de verzekerde);
- reis van een in België achtergebleven familielid naar de opgenomen verzekerde;
- repatriëring van het stoffelijk overschot bij overlijden van een verzekerde;
- vervroegde terugkeer:
o bij overlijden in België van een familielid (echtgeno(o)t(e), xxxxx, kind, broer, xxxxxx, xxxxxxxxxx, kleinkind, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxxx, xxxxxxxxxxx, xxxxxxxxx);
o bij hospitalisatie in België van echtgeno(o)t(e) of levensgezel, moeder, vader of kind;
o bij ernstige schade aan de woning.
- terugbetaling van de medische kosten in het buitenland tot:
o 1.250,00 euro per persoon en per gebeurtenis bij ambulante verzorging;
o 500.000,00 euro per persoon en per gebeurtenis bij opname in een ziekenhuis;
o 125,00 euro voor tandverzorging;
- terugbetaling van medische kosten in België tot 750,00 euro: nazorg tot 1 jaar na het ongeval;
- verlengd verblijf van een verzekerde in het buitenland omwille van medische redenen (zonder ziekenhuisopname);
- opsturen van dringende en ter plaatse onvindbare geneesmiddelen
- opsturen van brillen;
- repatriëring van de verzekerden die, omwille van overlijden, ziekte of ongeval van één van hen, hun reis niet kunnen verder zetten;
- voorschot van borgtocht en advocatenkosten;
- voorschot van geld wanneer de verzekerde ingevolge een ongeval of diefstal zonder geld zit;
- het ter beschikking stellen van nieuwe plaatsbewijzen bij verlies of diefstal van de oorspronkelijke;
- bijstand bij verlies of diefstal van bagage;
- kosten voor een vertaler-tolk bij een gewaarborgde gebeurtenis.
IN BELGIË (TIJDENS EEN VERPLAATSING)
- bij overlijden: vervoer van het stoffelijk overschot naar de woonplaats of het funerarium;
- bij ziekte of ongeval: vervoer naar het ziekenhuis en naar de woonplaats na ontslag.
Hulpverlening aan motorrijtuigen (indien aangevraagd):
IN HET BUITENLAND
- sleepkosten bij pech of ongeval (tot maximum 375,00 euro wanneer de verzekerde geen beroep doet op onze diensten). Indien de herstelling langer duurt dan vijf werkdagen, worden de verblijfkosten van de passagiers ter plaatse of de terugreis naar hun vakantieverblijf en de reiskosten van één verzekerde om het rijtuig op te halen, tot maximum 500,00 euro, ten laste genomen;
- vervangwagen voor maximum 8 opeenvolgende dagen volgend op de depannage (vervangwagen = personenwagen type A of B).
- de repatriëring (1) van:
a) een motorrijtuig dat verongelukt is of pech heeft;
b) een hersteld motorrijtuig;
c) een na diefstal teruggevonden motorrijtuig.
🡪 in de gevallen onder punt a) en c) hiervoor worden tevens de bewakingskosten vergoed;
- repatriëring van de passagiers van het onbruikbare motorrijtuig.
IN BELGIË
- depanneren of slepen van het verzekerde voertuig bij pech of ongeval, vanaf de woonplaats (tot maximum 375,00 euro wanneer de verzekerde geen beroep doet op onze diensten);
- vervangwagen voor maximum 8 opeenvolgende dagen volgend op de depannage (vervangwagen = personenwagen type A of B);
- terugbrengen van het motorrijtuig (1):
a) een motorrijtuig dat verongelukt is of pech heeft;
b) een hersteld motorrijtuig;
c) een na diefstal teruggevonden motorrijtuig.
🡪 in de gevallen onder punt a) en c) hiervoor worden tevens de bewakingskosten vergoed;
- terugreis van de inzittenden van het verzekerde voertuig bij:
a) pech, ongeval of diefstal ervan;
b) ziekte of ongeval van de (enige) bestuurder.
(1) Wanneer het motorrijtuig ouder is dan vijf jaar, worden de kosten slechts ten laste genomen tot beloop van de waarde die het motorrijtuig op de dag van het ongeval in de Autogids had. Bij totaal verlies worden de formaliteiten voor de wettige achterlating vervuld.
De premies voor deze verzekering zijn als volgt, en steeds te vermeerderen met 9,25% taks (en bijkomende bijdragen van 3,75% wanneer er voertuigen verzekerd moet worden):
- per persoon per dag (wereldwijd) : 2,00 EUR;
- per personenwagen/moto per dag (geografisch Europa) : 3,50 EUR;
- per minibus/lichte vracht per dag (geografisch Europa) : 7,00 EUR. De minimumpremie per aanvraag bedraagt 30,00 EUR.
3.5.2 Bagage – polis nr. 45.444.454
Wanneer de club een reis of stage in het buitenland inricht, nemen de leden uiteraard de nodige bagage mee. Om deze bagage te verzekeren heeft WSVL een polis afgesloten die deze bagage verzekert tegen alle schade tijdens hun verplaatsingen of op iedere verblijfplaats tijdens reizen in binnen- en buitenland en dit voor zover de schade onvoorzien en plots is (diefstal inbegrepen).
Contant geld, identiteitsbewijzen en zonnebrillen blijven steeds uitgesloten van dekking.
Om in te tekenen op deze polis dient de club het daartoe bestemd inschrijvingsformulier te gebruiken. Dit formulier dient ingevuld terug aan Ethias bezorgd te worden, waarna een factuur overgemaakt wordt aan de club.
De verzekerde waarde van de bagage per persoon wordt vastgesteld op 1.250,00 EUR.
De premie bedraagt 0,60 EUR per dag per persoon op het aangegeven waarborgbedrag per persoon. De minimumpremie per aangifte wordt vastgesteld op 50,00 EUR. Vermelde premies zijn steeds te vermeerderen met 9,25% taks en 0,65% bijdragen.
3.6 Omnium voertuigen clubbestuurders/clubmedewerkers
WSVL onderschreef bij Ethias een polis omnium-dienstverplaatsingen ten gunste van haar medewerkers en de clubbestuurders alsook medewerkers van de aangesloten clubs.
Deze polis heeft tot doel de rijtuigen van deze medewerkers te dekken tegen stoffelijke schade, brand, diefstal en glasbraak tijdens het gebruik ervan in opdracht van WSVL of een erkende activiteit. De tegemoetkoming per voertuig in geval van ongeval is beperkt tot 25.000€ voor personenwagens, moto’s en lichte vrachtwagens en tot 10.000€ voor fietsen, speedpedelecs, etc. (btw niet inbegrepen). Voor de wagens waarvoor ingetekend kan worden is er geen leeftijdsbeperking opgenomen in de verleende dekking.
Medewerkers die van deze dekking willen genieten, dienen het bij WSVL te verkrijgen formulier via het clubportaal in te vullen en rechtstreeks te richten aan WSVL.
4. Tertiaire verzekeringen (verzekeringen die clubs zelf moeten of kunnen onderschrijven)
4.1. Bestuurdersaansprakelijkheid (D&O)
Deze verzekering is mogelijk interessant wanneer uw club het statuut van vzw heeft. Het beheer van een vzw wordt waargenomen door bestuurders. Kunnen deze bestuurders aansprakelijk gesteld worden en is deze aansprakelijkheid verzekerbaar?
Inzake de aansprakelijkheid van de bestuurders van vzw’s dienen we te verwijzen naar de vzw-Wet van 23 maart 2019. Op basis van deze wetgeving wordt o.m. bepaald dat de vereniging aansprakelijk is voor de fouten die kunnen worden toegekend aan haar aangestelden of aan de organen waardoor zij handelt. Daarbij wordt tevens aangehaald dat de bestuurders en de personen die belast zijn met het dagelijks bestuur geen persoonlijke verplichting aangaan inzake de verbintenissen die de vereniging aangaat. Dit algemeen principe neemt niet weg dat een bestuurslid van een vzw een aansprakelijkheid draagt tegenover de organisatie en de buitenwereld.
Een bestuurder moet zijn taak immers uitvoeren zoals een « goede huisvader » dit zou doen, geplaatst in dezelfde omstandigheden. Een bestuurder moet dus handelen alsof het vermogen van de vereniging zijn vermogen zou zijn en het belang van de vzw gelijk staat met zijn eigen belang.
Bij eventuele moeilijkheden zal het gedrag van de bestuurder uiteindelijk beoordeeld worden door de rechter die daarbij toepassing zal maken van wat in de rechtsleer een « marginale toetsing » wordt genoemd. Dit houdt in dat het gedrag van de bestuurder niet als foutief kan worden beoordeeld omwille van het loutere feit dat achteraf is gebleken dat het nadelige gevolgen heeft gehad. De gedragingen mogen dus niet achteraf beoordeeld worden, maar binnen het kader waarin en op het ogenblik dat ze werden gesteld. Bovendien moet ook rekening gehouden worden met het zogenaamde recht op vergissing.
Een « goede huisvader » of een goede bestuurder is immers niet onfeilbaar. Een gedrag kan in hoofde van de bestuurder slechts als foutief worden beoordeeld wanneer het buiten de marge valt van datgene wat een normaal en redelijk bestuurder, geplaatst in dezelfde omstandigheden, zou hebben gedaan.
Hoewel bestuurders in principe optreden in naam en voor rekening van de vzw, kunnen ze toch persoonlijk aansprakelijk zijn tegenover schuldeisers van de vereniging, wanneer zij wisten of moesten weten dat de vereniging niet in staat zou zijn de aangegane verbintenissen na te komen. Elke benadeelde kan een vordering instellen op grond van een onrechtmatige daad om zo schadeloosstelling te bekomen.
Ter informatie geven wij u enkele voorbeelden welke de beroepsaansprakelijkheid van bestuurders van een vzw in het gedrang kunnen brengen.
1. Voorbeelden die het begrip « slecht beheer » verduidelijken en waaruit blijkt dat dit onverantwoorde daden zijn:
- de schuldenlast bij de RSZ zo laten oplopen dat enorme bedragen aan interesten moeten betaald worden;
- geen rentabiliteitscontrole van investeringen uitvoeren;
- laksheid bij het innen van openstaande schulden;
- wanneer zekere bedrijfsactiviteiten verlieslatend zijn, ze tegen beter weten in toch verder zetten.
2. Voorbeelden van inbreuken op de wet:
- het overschatten van gebouwen en terreinen op de balans.
3. Voorbeelden van inbreuken op de statuten:
- het beoefenen van een niet door de statuten voorziene activiteit;
- de regels die werden vastgelegd in de statuten betreffende de volmachten en handtekeningen niet respecteren.
4. Voorbeelden van aansprakelijkheid op basis van artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek:
- oneerlijke concurrentie;
- betaling van een loon waarop beslag werd gelegd;
- door een xxxxxxxxxx xxxxxx derden misleiden.
Onder professionele bestuursfout verstaat men elke vergissing in feite of in rechte, elke fout, nalatigheid, verzuim, onjuiste verklaring, elke overtreding van wettelijke of statutaire bepalingen, beheer- en controlefout en in het algemeen gelijk welke schuldige daad begaan door de verzekerden waarvoor zij aansprakelijk zijn als bestuurder van de vereniging.
De aansprakelijkheid van de bestuurders kan op basis van het ingevulde aanvraagformulier verzekerd worden uit hoofde van professionele bestuursfouten. Dit formulier dient ingevuld terug aan Ethias bezorgd te worden, waarna meteen een polis wordt opgemaakt en tesamen met de factuur wordt overgemaakt aan de club.
4.2. Brand (eigen gebouwen en inboedel)
De brandverzekering heeft tot doel de schade opgelopen aan onroerende goederen (gebouwen) en roerende goederen (meubilair, sporttoestellen, …) te verzekeren.
Aangezien clubs zowel « eigenaar », « gebruiker » als « huurder » van gebouwen en hun inhoud kunnen zijn, dient er dus een onderscheid gemaakt te worden tussen deze verschillende mogelijkheden.
Om deze eigendom en inboedel te beschermen, dient de club een brandverzekeringscontract af te sluiten op basis van de « nieuwwaarde » van het te verzekeren gebouw. Bij een totaal verlies moet de club immers de mogelijkheid hebben om bij middel van de vergoeding welke de verzekeraar uitkeert een nieuw identiek gebouw weder op te richten.
De brandverzekeringsovereenkomst voorziet in zeer ruime dekkingen, en verzekert automatisch de schade ingevolge brand met inbegrip van onder meer:
⮚ blikseminslag, ontploffing;
⮚ arbeidsconflicten en aanslagen;
⮚ elektriciteitsrisico’s;
⮚ verhaal van xxxxxx, huurders of gebruikers;
⮚ afbraak- of opruimingskosten;
⮚ brandweer- en blussingskosten;
⮚ storm, hagel, sneeuw- en ijsdruk (open en lichte constructies uitgesloten).
Naast deze waarborgen kan er eveneens naar vrije keuze een dekking voorzien worden voor waterschade, glasbraak etc.
Naast het gebouw, is het uiteraard ook nuttig de inhoud (clubmateriaal) in het gebouw te verzekeren. Wat deze dekking betreft, is het aan te raden een zo gedetailleerd mogelijke inventaris op te maken van alle zaken die zich in het gebouw bevinden en op basis hiervan een globale waarde te laten verzekeren die overeenstemt met de nieuwwaarde van deze voorwerpen.
Indien de club een eigen gebouw en/of inboedel wenst te verzekeren kunnen zij steeds bij Ethias terecht voor een offerte voor dit totaalpakket op maat van de club, deze verzekering zal dan in eigen naam onderschreven worden.
4.3 Objectieve aansprakelijkheid bij brand of ontploffing
4.3.1 De wetgeving
Artikel 7, §1 van de wet van 30 juli 1979 “betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke
gevallen” bepaalt dat de bepalingen van hoofdstuk II van deze wet toepasselijk kunnen verklaard worden op alle inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. De categorieën van inrichtingen waarop de bedoelde bepalingen van toepassing zijn werden vastgelegd in artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 februari 1991.
Drie criteria moeten tegelijkertijd en dus cumulatief vervuld zijn voor de toepassing van het besluit en te voldoen aan de wettelijke verplichting tot het afsluiten van deze verzekering:
1. het moet gaan om inrichtingen
2. zij moeten toegankelijk zijn voor het publiek
3. zij moeten tevens gewoonlijk toegankelijk zijn voor het publiek, zijnde een regelmatig terugkerende omstandigheid ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Een inrichting wordt over het algemeen als gewoonlijk toegankelijk beschouwd wanneer één van volgende grenzen overschreden wordt: 12 keer per jaar, 2 keer per maand, 2 opeenvolgende dagen, 24 dagen per jaar.
De omzendbrief bepaalt dat artikel 1 van het koninklijk besluit van 28 februari 1991 strikt moet geïnterpreteerd worden gelet op het uitzonderingskarakter van de reglementering. Wanneer een inrichting niet precies onder de gebruikte omschrijving valt, moet ze niet voldoen aan de verplichtingen gesteld in hoofdstuk II van de wet van 30 juli 1979.
4.3.2 Permanente uitbating van een ruimte door de club
Indien een club zelf permanent een ruimte uitbaat die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk is, dan dient hij een verzekeringsovereenkomst af te sluiten die beantwoordt aan de bepalingen van bovenvermelde wet van 30 juli 1979.
Het Koninklijk Besluit van 28 februari 1991 bepaalt zoals eerder vermeld de categorieën van inrichtingen voor dewelke het verplicht is dergelijke verzekering af te sluiten, waaronder o.a.:
- polyvalente zalen, voor onder meer voorstellingen, openbare vergaderingen en sportmanifestaties;
- de sportzalen, alsook de bij de zaal behorende douchecellen en kleedruimten;
- de stadions;
- drankgelegenheden wanneer de totale voor het publiek toegankelijke oppervlakte ten minste 50 m2 bedraagt.
4.3.3 Tijdelijk afhuren van een ruimte door de club
Een wandelclub die een wandeling organiseert en daarbij voor slechts één of twee dagen een locatie van derden huurt om te gebruiken als start- of rustplaats moet de verzekering bedoeld in het koninklijk besluit van 28 februari 1991 niet afsluiten.
Mogelijks heeft de derde bij wie een locatie wordt gehuurd reeds de bedoelde verzekering afgesloten omdat de derde de inrichting gewoonlijk toegankelijk voor het publiek wou stellen en op die manier de locatie verhuurt.
Anderzijds is het mogelijk dat de derde bij wie een locatie wordt gehuurd de bedoelde verzekering niet afgesloten heeft omdat de inrichting niet onder de geviseerde instellingen binnen de wetgeving valt of omdat de inrichting niet gewoonlijk toegankelijk voor het publiek wordt gesteld. Voor de wandelclub in kwestie heeft dat geen gevolgen: ook dan zal de wandelclub in principe de verzekering niet moeten afsluiten. De verzekering objectieve aansprakelijkheid, bedoeld in het koninklijk besluit van 28 februari 1991, moet immers slechts afgesloten worden indien aan de voorwaarden, gesteld in het koninklijk besluit is voldaan.
4.4 Arbeidsongevallen bezoldigd personeel of trainers, inclusief verenigingswerkers
Indien de club personeel in dienst heeft dat onder één of andere vorm, dus zelfs in natura, bezoldigd wordt, dan is hij wettelijk verplicht een verzekering af te sluiten overeenkomstig de bepalingen van de arbeidsongevallenwetgeving van 10 april 1971 toepasselijk in de privésector. Deze verplichting geldt sinds 1 januari 2022 ook voor de verenigingswerkers.
De door deze verplichte arbeidsongevallenverzekering voorziene waarborgen kunnen bondig worden samengevat als volgt:
- terugbetaling van de medische kosten;
- een dagelijkse vergoeding bij tijdelijke werkongeschiktheid;
- renten bij overlijden en bestendige invaliditeit.
Voormelde waarborgen zijn in principe van toepassing op die personen die onder arbeidsovereenkomst zijn tewerkgesteld. Binnen de sportwereld en meer bepaald wat sportbeoefenaars betreft, is het evenwel niet duidelijk of er een arbeidsovereenkomst bestaat. Teneinde terzake enige klaarheid te bekomen, moet geweten zijn dat een aantal uitgevaardigde wetten tot gevolg hebben dat er in feite twee categorieën van sportbeoefenaars
bestaan, zijnde:
- betaalde sportbeoefenaars: betaalde sportbeoefenaars zijn personen die de verplichting aangaan zich voor te bereiden op of deel te nemen aan een sportcompetitie of –exhibitie onder het gezag van een ander persoon tegen een loon dat een jaarlijks herzienbaar en bij
Koninklijk Besluit bepaald bedrag overschrijdt. Voor de periode van 1 juli 2008 tot en met 30 juni 2009 is dat minimumbedrag vastgesteld op 8 505,00 euro;
- niet-professionele sportbeoefenaars: niet-professionele sportbeoefenaars zijn personen die zich voorbereiden op of deelnemen aan een sportmanifestatie en daarvoor geen arbeidsovereenkomst hebben aangegaan als betaalde sportbeoefenaar. Hier onderscheiden zich weer drie categorieën:
⮚ de sportbeoefenaar krijgt een loon lager dan het bedrag vastgesteld voor betaalde sportbeoefenaars;
⮚ de sportbeoefenaar krijgt uitsluitend een onkostenvergoeding;
⮚ de sportbeoefenaar krijgt geen loon of onkostenvergoeding.
Uit hetgeen voorafgaat, blijkt dat clubs die sportbeoefenaars in hun rangen tellen die enige bezoldiging ontvangen, er goed aan doen zich degelijk te informeren (bijvoorbeeld bij het Fonds voor arbeidsongevallen) voor welke sportbeoefenaars de nodige arbeidsongevallenverzekering dient afgesloten te worden. Indien dan blijkt dat deze verzekering effectief nodig en dus verplicht is kan de club steeds bij Ethias terecht voor een offerte op maat.
5. Inschrijvingsformulieren
Zie clubportaal.