Ontwerpen van woninginstallaties
Ontwerpen van woninginstallaties
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 1, Nutsvoorzieningen aansluitingen ontwerpen
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Samenvatting
In deze opdracht is een beschrijving gegeven van de verschillende nutsaansluitingen die bij een woning binnenkomen.
Daarbij hebben we een korte beschrijving weergegeven hoe het aanvraag proces verloopt voor het verkrijgen van de nutsaansluitingen in een woning.
Vervolgens hebben we in het kort de diverse eisen en richtlijnen die aan een meterkast gesteld worden weergegeven.
Als afsluiting van deze opdracht zijn in de plattegrond van de modelwoning de verschillende nutsaansluitingen die de woning binnenkomen getekend.
Leerdoelen
• Kan een uitleg geven over/van de verschillende netaansluitingen
• Kan een uitleg geven over het verloop van een aanvraagproces voor het verkrijgen van nutsaansluitingen
• Kent de eisen en richtlijnen die aan een meterkast worden gesteld
• Kan in een plattegrond de verschillende nutsaansluitingen tekenen
1 Nutsvoorzieningen
Nutsvoorzieningen zijn voorzieningen van een netwerkbeheerder die in een meterkast voorkomen.
De voorzieningen die via de mantelbuizen de woning binnenkomen zijn: elektriciteit, telecommunicatie, water, gas.
1.1 Elektriciteit
De elektriciteitskabel van de netwerkbeheerder wordt aangesloten op een elektriciteitsmeter (of elektra verbruik meter)
De elektriciteitsmeter is bijna altijd in eigendom van de netwerkbeheerder.
1.2 Telecommunicatie
De hoofdaansluiting (ook wel het IS/RA) is het punt waarop telefoon en internetverbinding je woning binnenkomt. Het ISRA punt is het punt waar KPN de bekabeling heeft afgemonteerd. KPN telecom is in Nederland eigenaar van het ISRA-punt in uw woning.
1.3 Water
De netwerkbeheerder is eigenaar van de aansluiting. Zij doen alle reparaties. En vervangen onderdelen als het nodig is.
Het laten nakijken van een aansluiting is gratis, het onderhoud ook.
1.4 Gas
De netbeheerder heeft dan ook een aansluitplicht. Dat moet binnen 18 weken gebeuren.
De overheid heeft de kosten van een nieuwe aansluiting voor gas en elektriciteit per netbeheerder vastgesteld.
1.5 Riool
De gemeente zorgt voor de aanleg het onderhoud en het beheer van het hoofdrioolstelsel (inclusief gemalen, pompen enzovoort). De gemeente maakt een huisaansluiting vanaf het hoofdriool tot 0,5 meter over de erfgrens. Het is de verantwoordelijkheid van de eigenaar om de riolering aan te sluiten op de huisaansluiting.
2 Aanvraag
xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xx is een gemeenschappelijk digitaal loket van alle verschillende netbeheerders. Daarop kunnen aannemers en particulieren voor het indienen of aanpassen van alle aansluit-aanvragen terecht, en hoeven ze daarvoor niet meer - zoals tot voor kort – naar een stuk of acht verschillende websites.
2.1 Aanvraag proces
Hieronder volgt een stappenplan voor de aanvraag van (een) nutsvoorziening(en) Deze aanvraag wordt digitaal gedaan.
Stap 1: Profiel aanmaken
Als iemand voor het eerst (een wijziging van) een aansluiting aanvraagt, dan moet deze eerst een profiel aanmaken. Na het aanmaken van het profiel krijgt deze persoon een activeringsmail om de aanmelding volledig te maken.
Stap 2: Inloggen
Na de activering kan deze persoon inloggen met haar of zijn inloggegevens. Deze persoon komt dan op haar of zijn persoonlijke pagina. Hier ziet zij of hij de status van de lopende aanvragen of kan er een nieuwe aanvraag ingediend worden.
Stap 3: Nieuwe aanvraag starten
Om een aanvraag te starten, zijn onderstaande gegevens van belang:
• Soort aanvraag:
o Nieuwe aansluiting:
o Kies voor 'permanent' als u een vaste aansluiting wenst.
o Kies voor 'bouw' als u een voorlopige bouwaansluiting wenst. Deze aansluiting kan na de werkzaamheden worden omgebouwd tot een permanente aansluiting.
o Kies voor 'tijdelijk' als u een aansluiting voor een bepaalde tijd wenst, bijvoorbeeld voor een evenement.
o Wijzigen aansluiting:
o Kies voor 'verplaatsen' om uw huidige aansluiting te verplaatsen.
o Kies voor 'capaciteit wijzigen' om de grootte van uw huidige aansluiting te verhogen of verlagen.
o Of kies voor een combinatie van beiden.
o Verwijderen aansluiting:
o Kies ervoor om uw huidige aansluiting definitief te laten verwijderen.
o Of kies voor een verwijdering waarna herbouw plaatsvindt.
• Adresgegevens en gegevens van contactpersonen
• Gewenste aansluiting en de benodigde capaciteit van de aansluitingen. Vraag dit eventueel na bij uw installateur.
• Een plattegrond van het pand waarop de plaats van de meterkast(en) staat aangegeven. Neem in de plattegrond de afstanden in meters op of de schaal van de plattegrond.
• De week waarin de werkzaamheden bij voorkeur moet worden uitgevoerd. De netbeheerder bepaalt de definitieve planning. Deze is onder meer afhankelijk van het type werkzaamheden en de benodigde voorbereidingen.
Stap 4: Prijsindicatie
Zijn alle vragen ingevuld? Dan krijgt u in sommige gevallen direct een prijsindicatie. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend. De werkelijke prijzen kunnen afwijken, afhankelijk van uw specifieke situatie. Wilt u een nieuwe aanvraag starten? Registreert u zich dan op xxxxxxxxxxxxxxx.xx en start de aanvraagprocedure door uw gegevens opnieuw in te vullen.
Stap 5: Een aanvraag verzenden
Zijn alle vragen ingevuld? Dan komt u in het aanvraagoverzicht. Controleer uw gegevens en klik op verzenden. Als uw aanvraag is afgerond en doorgestuurd naar de betreffende aanbieders, dan ontvangt u hiervan tijdelijk geenbevestiging per e-mail.
Stap 6: Een aanvraag volgen
U volgt uw aanvraag op elk moment via uw statusoverzicht.
3 Eisen en richtlijnen
Voor een nieuwe meterkast in een nieuwbouwwoning of een nieuwe meterkast in een bestaande woning gelden de meterkastrichtlijnen van 2016.
Voor bestaande woningen met een meterkast die in het verleden is aangelegd, gelden de richtlijnen die in gebruik waren op het moment dat de woning werd gebouwd.
3.1 Doel richtlijnen
De richtlijnen die de netbeheerders gezamenlijk hebben opgesteld zorgen ervoor dat monteurs goed kunnen werken in meterkasten.
Het gaat naast monteurs van netbeheerders ook om installateurs en monteurs die werken aan bijvoorbeeld de waterleiding of de (telefoon)kabel.
Daarnaast is de veiligheid van belang.
Zo moet een bouwkast tegen verschillende weersomstandigheden kunnen en moet die bestand zijn tegen vandalisme
.
Wel blijft het belangrijk dat men zelf ook blijft letten op veiligheid, zeker als het gaat om een veilige meterkast.
3.2 Richtlijnen meterkast Woonhuis (laagbouw) met gewone gasaansluiting In de actuele richtlijnen voor meterkasten (2016) staat onder andere:
• Wat de minimale afmetingen zijn van de meterkast
• Waar de meterkast zich in huis moet bevinden
• Hoe de meterkast moet zijn ingedeeld
• Waar leidingen horen te lopen
• Welk plaatmateriaal aan de binnenzijde gebruikt moet worden
Als een meterkast niet voldoet aan de richtlijnen, kan het zijn dat een netbeheerder moet weigeren om gevraagde werkzaamheden uit te voeren.
Voor flats en appartementen (hoogbouw) gelden aangepaste richtlijnen omdat daar extra leidingen in de meterkast zitten.
Ook zijn er aparte meterkast richtlijnen voor utiliteitsgebouwen met een gasaansluiting (kantoren, scholen, winkels, ziekenhuizen et cetera).
3.2.1 Uitgangspunt
Uitgangspunt van de richtlijn die gebaseerd is op basis van de norm ‘Meterruimten’ (NEN 2768, uitgave september 2016) en het Bouwbesluit (uitgave september 2012) laat zien hoe een meterruimte moet worden ingericht en de mantelbuizen voor de nutsvoorzieningen moeten worden aangebracht.
Wanneer de meterruimte en de mantelbuizen wordt uitvoert volgens deze richtlijnen, is een evt. overleg niet nodig en zal de netwerkbeheerder de woning aansluiten.
Wanneer de ruimte onvoldoende is om de benodigde installatie te plaatsen, dan staat NEN 2768 een grotere meterruimte toe, in dat geval kunnen aanvullende eisen van toepassing zijn.
3.2.2 Plaats van de meterkast
De meterkast is vanaf de hal of gang – direct vanaf een toegang – te bereiken.
Hij ligt niet meer dan 3 meter van deze toegang verwijderd en op hetzelfde niveau.
In de meterkast en in de directe omgeving ervan bevinden zich geen balken, leidingen en dergelijke, die een vrije invoering van de aansluitleidingen in de weg staan.
De meterkast is zo gelegen, dat meters en leidingen niet kunnen bevriezen.
De deur is afsluitbaar en heeft een dagmaat van minimaal 700 mm x 2050 mm.
De binnenzijde van de meterkast moet afgewerkt worden met houtachtige platen van voldoende stevigheid, bijv. multiplex van 18 mm.
3.2.3 Uitvoering van de meterkast
Ventilatie van de meterkast is belangrijk om twee redenen:
Het voorkomt opwarming van drinkwater en het voorkomt een gasexplosie bij lekkage.
Daarom moet er in de meterkast zowel aan de bovenzijde (op 200 mm van de bovenkant) als aan de onderzijde (op 200 mm van de onderkant) een niet afsluitbaar rooster met een vrije doorlaat van tenminste 200 cm2 gemonteerd worden.
Voor de vloer van de meterkast wordt er bij voorkeur een prefab vloerplaat met KOMO-keur gebruikt, zodat de mantelbuizen trekvast in de vloerplaat worden bevestigd.
3.2.4 Mantelbuizen
De mantelbuizen voor de aansluitingen moeten uit één stuk bestaan.
De kosten voor de mantelbuizen en het aanbrengen ervan zijn voor eigen rekening.
De mantelbuizen moet verticaal en haaks op de vloerplaat worden gemonteerd.
Zolang de bouw duurt, moeten de mantelbuizen met doppen afgesloten blijven.
De ruimte tussen mantelbuis en fundatiebalk moet gasbelemmerend worden afgedicht.
3.2.5 Installatie- en overige leidingen
In de zone voor waterapparatuur (W) wordt de watermeterbeugel op de vloer gemonteerd. Daaronder mogen zich geen leidingen bevinden.
In of direct achter de achterwand van de meterkast mogen zich geen installatieleidingen bevinden. Installatieleidingen en – apparatuur mogen zich alleen bevinden in die zones, die niet ingenomen worden door de nutsvoorzieningen.
In de meterkast mogen alleen installatieleidingen voorkomen die een aansluiting hebben op de voorziening van een netbeheerder. In de meterkast mag de stijgende koud waterleiding niet horizontaal verslepen.
De aarding mag door de bodemplaat worden aangebracht via een vrije sparing bestemd voor de CAI of telecomaansluiting. De andere vrije sparingen kan in overleg met de netwerkbeheerder gebruikt worden voor installatie-leidingen. Verwarmingselementen moeten op minimaal 500 mm van de meterkast vandaan worden geplaatst.
3.2.6 Afwijkingen
Als men niet zeker weet of men aan deze richtlijnen voldoet, moet men zo vroeg mogelijk met de netwerkbeheerder contact op nemen.
4 Bouwtekening met overzicht NUTS aansluitingen
5 Advies
Het aanvragen van een nutsvoorziening doe je op de website xxxxxxxxxxxxxxx.xx.
Dit wordt gedaan door degene die het huis bouwt, dat is vaak de aannemer en niet de particulier.
Zodra daar een aanvraag binnenkomt, gaan verschillende partijen aan de slag om de aansluiting te realiseren.
Het is een complex proces en als dat proces niet goed georganiseerd is dan kan het zo maar mis gaan.
Langere dubbele huur en stagnatie tijdens de bouwwerkzaamheden zijn voorbeelden van problemen die door een foutieve of te late aanvraag kunnen ontstaan.
Ontwerpen van woninginstallaties
Xxxxxxxxxxxxxxxx 0 Xxxxxxxxx elektrische installatieschema’s
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Doelen:
Na afloop van deze opdracht heb je de volgende dingen geleerd en eigen gemaakt: Het kunnen ontwerpen van een elektrische installatie t.b.v. een woning
• Het kunnen tekenen van elektrische schema’s van de elektrische installatie
• Heb je symbolenkennis opgedaan van de verschillende symbolen welke worden gebruikt in de diverse elektrische schema’s
• Xxx je op de hoogte van de geldende symbolen NEN 5152 en NEN1010/3140
Stap 1:
Doelen SMART geformuleerd:
Op 18 oktober kunnen we een elektrische installatie t.b.v. van een woning ontwerpen
waarbij we van de installatie een elektrische schema’s kunnen tekenen met daarbij de behorende verschillende symbolen die gebruikt worden in elektrische schema’s.
• Op 18 oktober kennen we NEM1010/3140 en ook de geldende symbolen NEN 5152, zodat we dit kunnen verwerken in de installatie ontwerpen en tekeningen voor de woning.
Stap 2: Bestudeerd.
Stap 3:
NEN 1010 is een reeks Nederlandse veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties gebruikt door de elektrotechnische installatiebranche.
NEN-normen zijn geen wetten maar afspraken, praktische richtlijnen die voor en door de markt zijn gemaakt. Deze afspraken bevatten de minimumveiligheidseisen waaraan laagspanningsinstallaties in de woning-, de utiliteitsbouw en in de industrie moeten voldoen.
Het auteursrecht ligt bij NEN. (xxx.xxx.xx Stichting Nederlands Normalisatie-instituut).
De norm is van toepassing op elektrische installaties van onder andere:
• woningen en kantoren;
• gebouwen en terreinen bedoeld voor openbare en industriële doeleinden;
• ruimten en terreinen bestemd voor landbouw, veeteelt of tuinbouw, geprefabriceerde gebouwen;
• caravans, logiesverblijven en daarvoor bestemde terreinen;
• xxxxxxxxxxxxx, tentoonstellings- en kermis- en andere tijdelijke installaties;
• jachthavens;
• buitenverlichting;
• oplaadpunten voor elektrische voertuigen.
De eerste afspraken die in de NEN 1010 staan stammen af van september 1940 dit was toen de eerste uitgave.
De laatste uitgave is van oktober 2015.
De afspraken worden iedere 5 tot 10 jaar tegen het licht gehouden om te bekijken of dat ze nog up to date zijn.
Voor toepassing binnen Europa worden de IEC-normen overgenomen als Europese norm (EN) of harmonisatiedocument (HD).
Hierbij kunnen (waar nodig) aanpassingen worden aangebracht ten behoeve van de Europese omstandigheden en/of praktijk.
De afspraken die in de NEN 1010 staan zijn gebaseerd op de Europese HD 60364-reeks, met daarin verwerkt de mondiale IEC 60364-reeks.
Op verschillende manieren wordt gebruikgemaakt van het feit dat NEN 1010 een erkende vastlegging is van de stand der techniek betreffende veilige laagspanningsinstallaties. De belangrijkste hiervan zijn:
• Nederlandse wetgeving eist in een aantal situaties het toepassen van de stand der techniek, vooral gerelateerd aan veiligheid en duurzaamheid. In dit kader wordt in de Nederlandse bouwregelgeving verwezen naar NEN 1010 als voorschrift voor de uitrusting van elektrische laagspanningsinstallaties. Vrij vertaald betekent deze verwijzing dat door het toepassen van NEN 1010 voor het ontwerp en de realisatie van de elektrische laagspanningsinstallatie, ervan mag worden uitgegaan dat deze installatie aan de bouwregelgeving voldoet. Dit betekent niet dat het toepassen van NEN 1010 de enige manier is om aan deze regelgeving te voldoen.
• Bij het toekennen van vergunningen (bijvoorbeeld gebruiks- of exploitatievergunningen) kan als voorwaarde worden gesteld dat de elektrische installatie van het desbetreffende object voldoet aan NEN 1010, met als doel het risico op calamiteiten door brand tot een minimum te beperken.
• In private contracten (bijvoorbeeld verzekeringspolissen) kan als voorwaarde zijn opgenomen dat de elektrische installatie van het desbetreffende object voldoet aan NEN 1010, met als doel het risico op schadeclaims tot een minimum te beperken.
• In bestekken voor het ontwerp en de realisatie van de elektrische installatie als deel van een (bouw)project kan worden verwezen naar NEN 1010 als inhoudelijk onderdeel van het desbetreffende bestek. Bij aanvaarding van een dergelijke opdracht (contract) behoren betrokken partijen zich vervolgens te houden aan het bepaalde in NEN 1010.
NEN 5152
In de NEN 5152 staan afspraken over symbolen.
Met deze symbolen kun je een elektrisch tekening maken. De symbolen zijn makkelijk te tekenen en daardoor door iedereen te begrijpen.
De symbolen zien er als volgt uit
NEN 3140
De NEN 3140 is een bedrijfsvoeringsnorm voor veilig werken aan elektrische installaties. Volgens het huidige Arbobesluit zijn werkgevers verplicht om werknemers en derden (bezoekers bijvoorbeeld) een veilige en gezonde werkomgeving te bieden. Daar hoort ook bij dat de elektrotechnische installaties veilig zijn om mee te werken. Je moet kunnen aantonen dat deze periodiek gecontroleerd worden op veiligheid.
Bedrijven en instellingen met personeel in dienst moeten ervoor zorgen dat er veilig gewerkt kan worden. De NEN 3140 wordt door de arbeidsinspectie (ISZW) beschouwd als een invulling van de wettelijke verplichtingen van onder ander artikel 3.5 van het arbeidsomstandighedenbesluit. De verwijzing naar normen staat niet meer in de arbeidsomstandighedenregeling.
Werknemers dienen zich hieraan te houden.
Werkgevers dienen aan te tonen dat alles in het werk gesteld is dit mogelijk te maken. De norm gaat primair over werkprocedures.
Daarnaast moeten er ook inspecties worden uitgevoerd.
Werkgevers moeten hun elektrische objecten periodiek aan een keuring onderwerpen. Keuringen worden uitgevoerd door speciaal daarvoor opgeleide personen.
Stap 4:
Stap 5:
Samenvatting:
Wanneer we kijken naar elektrische installaties op laagspanning zijn er in Nederland veiligheidsafspraken gemaakt waar dat deze installaties aan moeten voldoen. Deze afspraken zijn voor het eerst in september 1940 gemaakt en worden iedere 5 a 10 jaar bij gesteld. De laatste aanpassing stamt van oktober 2015 af, voor de NEN1010. Deze afspraken zorgen ervoor dat wanneer installatie volgens deze afspraken worden geïnstalleerd het veilig is. Deze NEN 1010 zijn gebaseerd internationale afspraken. In de NEN 5152 staan afspraken over de symbolen die gebruikt worden voor het tekenen van een Elektrische tekening. Verder is de NEN 3140 voor het bedrijfsvoeringsnorm voor veilig werken aan elektrische installaties. Dat wil zeggen dat alle elektrische installaties/ apparaten gekeurd zijn op veiligheid.
Verwijzing:
NEN 1010 (nl). (2015) Elektrische installaties voor laagspanning Nederlandse implementatie van de HD-IEC 60364-reeks. Hogeschool Windesheim gb_HWindesheim 4-6-2016.pdf
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 3,
Multimedia(dat) installaties en datanetwerk aansluitingen ontwerpen
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Leerdoelen
• Kan in een plattegrond de verschillende de verschillende componenten en aansluitingen voor multimedia en data tekenen
• Kan in overzicht laten zien hoe je een data aansluiting aansluit/monteert
• Kan in een plattegrond een intercomsysteem tekenen
• Kan in een plattegrond een modem aansluiting tekenen
1 Data en multimedia aansluitingen
Een bedrade verbinding is altijd stabieler en veiliger dan een draadloze verbinding, mits de kabel niet beschadigd is en uit één stuk bestaat.
2 Aansluiten/monteren data aansluiting
2.1 RJ11 stekker aansluiten (telefoonkabel)
1. Benodigdheden
• Speciale krimptang (geschikt voor RJ11 stekkers)
• Schaar of kniptang
• Scherp (Stanley)mes
• Twee stekkertjes type RJ11
2. Strippen
Allereerst dient de kabel gestript te worden. In dit geval houdt dat in dat enkel de buitenmantel dient te worden gestript. De individuele aders mogen hierbij niet beschadigen. Je kunt dit het beste doen door voorzichtig met een Stanley mes een centimeter of drie van het einde van de kabel een fijne snede in de mantel te maken. Maak daarbij, zonder al te hard te drukken, een ronddraaiende beweging met het mes.
3. Lengte
Knip met een tang de aders in een rechte lijn, zodat alle aders dezelfde lengte hebben.
4. Kleurcombinaties
In het verleden zijn er verschillende kleurcombinaties gebruikt voor de RJ11 bekabeling. Afhankelijk van hoe oud je kabel is zijn er verschillende kleurcombinaties mogelijk. Zoek hieronder de kleurencombinatie op welke voor jouw van toepassing is en sluit de aders aan op de juiste contacten.
5. Stekker plaatsen
Schuif de aders in het RJ11 stekkertje, houd het stekkertje daarbij met het lipje naar de onderkant! Zorg ervoor dat de aders in de juiste volgorde worden geplaatst, zoals hierboven is benoemd.
6. Ommanteling
Zorg er voor dat de ommanteling ook in de stekker gaat en wel minimaal tot de inkeping, deze klemmen we vast in de volgende stap.
7. Stekker vastzetten
Plaats het stekkertje met de ingeschoven kabel in de speciale knijptang. Knijp deze aan zodat de aders worden vastgezet en blootgelegd. Het kan zijn dat het nodig is de tang twee keer of meer stevig in te knijpen
2.2 RJ45 stekker aansluiten
1 Benodigdheden
• UTP- krimptang (geschikt voor UTP RJ45 stekkers)
• Schaar of kniptang
• Scherp (Stanley)mes
• UTP stekkertjes type RJ45
• Voldoende lengte CAT-5e of CAT-6 UTP kabel.
Stap 1
Strip ongeveer 5 cm mantel van de kabel af.
Let op: verwijder alleen de mantel, en niet de issolatie van de 8 draadjes:
Stap 2
Het is belangrijk dat de draadjes op de juiste volgorde in de netwerkplug worden gestoken. In de volgende tekeningen zijn deze kleuren genummerd van 1 t/m 8:
Leg de draadjes in de juiste volgorde, strak tegen elkaar aan en knip deze op gelijke lengte recht af. Steek de draadjes vervolgens zo ver als mogelijk in de netwerkplug (goed doorduwen).
Kijk of de draadjes allemaal recht en naast elkaar tegen het einde van de netwerkplug aanliggen. Begin eventueel opnieuw als de draadjes over elkaar zijn verschoven of beschadigd. Knijp tenslotte met de krimptang de netwerkplug dicht.
3 Intercom
Intercomsystemen worden onderverdeeld in twee systemen; point-2-point-systemen en partyline- systemen. Bij de eerste is communicatie tussen twee personen mogelijk, terwijl bij de laatste meerdere personen met elkaar kunnen communiceren.
Een nieuw intercomsysteem dat op de markt is werkt op basis van GSM techniek.Het voordeel hiervan is, is dat er geen vaste binnenpost nodig is en daardoor ook geen bekabeling. De buitenpost kan namelijk communiceren met elke ingestelde telefoon.
4 Modem
4.1 Hoofdaansluiting
De installatie begint altijd bij de hoofdaansluiting. Hier komt het internetsignaal binnen en moet het modem worden aangesloten. Via het modem kun je gebruikmaken van internet, televisie en bellen. De hoofdaansluiting (ISRA-punt) zit in elk huis ergens anders. Meestal vind je 'm in de meterkast.
4.2 Soorten aansluitingen
Er zijn 5 soorten aansluitingen in
4.2.1 Lasdop en ISRA1
• Bij deze aansluiting kun je het modem niet direct aansluiten. Er is eerst nog wat voorbereiding nodig.
Pak er eerst even een kniptang bij. Knip dan de kabel die vanuit de aansluiting komt door op ongeveer 25 cm vanaf de aansluiting.
Nu heb je een striptang of scherp mes nodig. Pak het loshangende eind van de kabel die uit de hoofdaansluiting komt. Verwijder met het mes of de tang 2 cm van de buitenkant van de kabel. Je ziet nu twee of meer draadjes.
• Verwijder de buitenkant van het rode en blauwe draadje over een lengte van 6 mm. Heb je een kabel met meer dan twee draadjes? Verwijder dan alleen de buitenkant van het rode en blauwe draadje.
• Plaats het doorlusdoosje naast het ISRA-punt. Maak het doorlusdoosje open en draai de voorste twee schroefjes een beetje los. Plaats de gestripte draadjes eronder. Draai de schroefjes weer vast. Het maakt niet uit welk draadje links en welke rechts zit.
• Neem de telefoonkabel uit het modempakket en steek deze in het doorlusdoosje.
Het modem is aangesloten! Alleen nog even het modem activeren.
4.2.2 ISRA 2
Heb je een ISRA 2? Pak de telefoonkabel uit het modempakket en klik deze in de hoofdaansluiting. Alleen nog even het modem activeren.
4.2.3 Wandcontactdoos
Met een wandcontactdoos (ook wel 'varkenssnuit') is de installatie zo gebeurd. Pak de telefoonstekker uit het installatiepakket en sluit de bijgeleverde telefoonkabel er op aan.
Stop de stekker in de wandcontactdoos.
Klaar! Alleen nog even het modem activeren.
4.2.4 Doorlusdoosje
Neem de telefoonkabel uit het modempakket en steek deze in het doorlusdoosje. Het modem is aangesloten! Je moet 'm alleen nog even activeren.
4.3 Mogelijkheden van modems
4.3.1 Modems en routers
Wat is nou eigenlijk het verschil tussen een router en een modem? Veel mensen halen deze termen door elkaar, want het zijn allebei kastjes die er zo'n beetje hetzelfde uitzien. Simpel gezegd zorgt een modem ervoor dat het internetsignaal wordt omgezet naar iets dat je computer begrijpt, zodat je het internet ook daadwerkelijk kunt gebruiken. Een router zorgt ervoor dat het signaal verspreid wordt naar al je apparaten.
4.3.2 Router
Als je alleen een modem hebt en geen router, kan je maximaal maar 1 apparaat op het internet aansluiten. Een router gebruik je om een veilig bedraad en draadloos netwerk in je huis of kantoor aan te leggen. Je apparaten verbind je met het internet via een netwerkkabel of via wifi. Er zijn routers te koop in verschillende prijsklassen. Wanneer je met meerdere mensen tegelijk gebruik maakt van draadloos internet en daarbij online gamet, film en video's kijkt zoals Netflix en audio zoals Spotify streamt, dan heb je meer aan een duurder apparaat. Een goede router gaat ongeveer 5 jaar mee. Xxxxxx daarbij dat je in de loop van de jaren waarschijnlijk meer behoefte krijgt aan sneller internet en dat je datagebruik dus ook toeneemt. De capaciteit waar je nu genoegen mee neemt, kan over 2 jaar dus best te laag zijn.
4.4 Verschillende soorten modems
Om gebruik te kunnen maken van breedband-internet heeft je een modem nodig. Het beste is om en van de modems te kiezen die standaard bij een abonnement worden aangeboden. Xxx weet je zeker dat dit modem correct werkt met het gekozen abonnement en kunt je met problemen altijd terecht bij de internetaanbieder.
4.4.1 Ethernetmodem
Een ethernetmodem wordt met een ethernetkabel aangesloten op de netwerkingang op je computer. Het ethernetmodem is geschikt voor een enkele computer. Eventueel kunt je er voor kiezen met behulp van een los verkrijgbaar router meerdere computers op een ethernetmodem aan te sluiten.
4.4.2 Multi-PC modem
Een Multi-PC modem is een extern ethernetmodem met een ingebouwde router om de verbinding te delen met meerdere computers. Het Multi-PC modem sluit u op de verschillende computers aan
d.m.v. ethernetkabels. Let wel: alle aangesloten computers op het Multi-PC modem delen de snelheid van de internet-verbinding. Hoe meer apparaten je aansluit, hoe langzamer je internet dus wordt.
4..4.3 Wireless (draadloos) modem
Een Wireless modem is een ethernetmodem met een intern draadloos zendstation. Met behulp van dit modem kunt je meerdere computers draadloos aansluiten op uw breedband-verbinding. Je dient echter wel voor elke computer een aparte draadloze netwerkkaart aan te schaffen om deze computer met het modem te laten communiceren. In veel laptops is deze draadloze netwerkkaart al standaard aanwezig. Draadloze netwerkkaarten zijn verkrijgbaar vanaf ongeveer 30 euro.
4.4.4 Conclusie
Indien men besluit om zelf een modem aan te schaffen, zal hier door de internetaanbieder geen ondersteuning op worden geleverd.
Een ethernetmodem is geschikt voor een enkele computer, je hier door de maximale snelheid. Multi-PC modem heeft als voordeel dat je er meerdere computers kunt aansluiten, het nadeel is dat hier door de snelheid afneemt.
Een Wireless modem is aan te raden als je geen kabels door het huis wilt hebben, of als je bijvoorbeeld op alle locaties in of rondom uw huis over uw breedband-verbinding wilt beschikken.
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 4, drinkwater- en sanitaire installaties
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Doelen:
Na afloop van deze opdracht heb je de aangetoond dat je:
● Welke eisen er gesteld worden aan de sanitaire installatie in een woonhuis. ● Een ontwerptekening kan maken van een riolering. ● Een dimensionering kan maken van een sanitaire installatie. ● Een vertaalslag kunt maken tussen de wettelijke vereisten aan de sanitaire installatie en het | ||
ontwerp tot en met de werkvoorbereiding. ● Een werkvolgorde kunt bepalen. | ||
Stap 1: | ||
Toilet: Afvoer: | 110 mm afvoer | |
Watervoorziening: | koud water aansluiting 20 mm flexibele leiding | |
Installatie: | inbouwreservoir, wc-pot en bedieningspaneel | |
Douch: Afvoer: | 50 mm afvoer | |
Watervoorziening: | warm en koud water aansluiting 20 mm flexibele leiding | |
Installatie: | Drain met afvoer en thermostaatkraan | |
Wastafel: Afvoer: | 75 mm afvoer | |
Watervoorziening: | warm en koud water aansluiting 20 mm flexibele leiding | |
Installatie: | Wastafel | |
Bad: Afvoer: | 75 mm afvoer | |
Watervoorziening: | warm en koud water aansluiting 20 mm flexibele leiding | |
Installatie: | Bad | |
Spiegel: Installatie: | spiegel | |
Stap 2: | ||
Ontwerp riolering: | ||
Boven aanzicht: |
Vooraanzicht:
Stap 3: Ontwerp Koud en warm waterleiding.:
Stap 4: Balansventilatie met warmteterugwinning
Balansventilatie zorgt voor voldoende verse lucht. Lucht wordt mechanisch afgevoerd en mechanisch toegevoerd. De warmte uit de afgezogen lucht wordt teruggewonnen om de verse lucht voor te verwarmen.
Waarom balansventilatie?
Bij balansventilatie wordt lucht mechanisch uit het huis afgezogen. De warmte wordt hieruit onttrokken en toegevoegd aan verse lucht van buiten. Daarna wordt ook de verse lucht weer mechanisch in de woning gebracht. Als het systeem goed is ontworpen, aangelegd en onderhouden, zorgt het voor comfort en gezondheid, in combinatie met een gunstige energieprestatie.
Hoe werkt balansventilatie?
Een systeem met balansventilatie bestaat uit een ventilatie-unit die meestal op zolder staat. In huis zijn luchtkanalen aangelegd voor toe- en afvoer. Op verschillende plaatsen in huis zitten afzuig- en inblaasventielen in het plafond of de wand. In de ventilatie-unit zit een luchtpomp en een warmtewisselaar. De warmtewisselaar haalt de warmte uit de afgezogen lucht en voegt die toe aan de verse buitenlucht. Balansventilatie is in principe een gesloten systeem. Boven de ramen vindt u dan ook geen ventilatieroosters. Dat heeft voordelen: er is geen kans op tocht en er komt minder geluid binnen.
Stap 5:
Installatie riolering Badkamer: | ||||||
Materiaal/merk: | Maat: | Omschrijving: | Aantal: | Opmerking: | ||
PVC | 110 Ø x 6 m. | Buis | 1x | |||
PVC | 110 Ø | T-stuk 45° | 2x | |||
PVC | 110 Ø | T-stuk 90° | 1x | |||
PVC | 110 Ø → 75 Ø | verloop | 1x | |||
PVC | 75 Ø x 6 m. | Buis | 1x | |
PVC | 75 Ø | T-stuk 45° | 2x | |
PVC | 75 Ø | 45° bocht UW. – UW. | 1x | UW= uitwendig. |
PVC | 75 Ø | 90° bocht UW. – UW. | 2x | |
PVC | 75 Ø → 50 Ø | verloop | 2x | |
PVC | 50 Ø x 3 m. | Buis | 1x | |
PVC | 50 Ø | 90° bocht UW. – UW. | 2x | |
Douche drain | 90 cm breed | 1x | ||
Sifon bad | 50 Ø | 1x | ||
wastafelsifon | 50 Ø | 1x | ||
Wavin | 20x2,25 L=100 | Tigris PEX/AL Buis WI | 1x | |
Wavin smartFIX PPSU | 20x20x16 | T-Stuk 90° BL | 6x | |
Wavin smartFIX PPSU | 20 | Knie 90° BL | 2x | |
Wavin smartFIX PPSU | 20x1/2 | Enkele muurplaat BL | 2x | |
Wavin smartFIX PPSU | 20x1/2 | Dubbele muurplaat BL | 3x | |
WTW Unit | 1x | |||
Spirobuis | Ø 100mm | 3 meter | 5x | |
Ø 100mm | voor spirobuis | 6x | ||
Spiro-safe | Ø 100mm met aftakking naar Ø 100mm | T- stuk 90° | 2x | |
Spiro-safe | Ø 100mm | bocht 90° | 6x | |
Plafond rooster | Ø 100mm | 4x | ||
In de lijst staan geen beugels omdat het allemaal in de muur of in de betonvloer ligt. De stuk lijst wijkt iets af ten opzichte van de tekening.
Stap 6:
Verslag vrij interview:
Datum: 28-10-2108
Plaats: Wageningen
Naam interviewer: Joost Tax
Naam geïnterviewde: Xxxxxx Xxxxxxxxx
Onderwerp: Waar moet je op letten bij het maken van installaties voor een huis.
Bij het aanleggen van riolering is het belangrijk dat de standleiding voorzien is van een expansie stuk wanneer deze langer is dan 3 meter. Ook dient hij dan met flexibele beugels vastgezet te worden zodat de standleiding kan uitzetten en krimpen. Het expansiestuk zelf moet met een vaste beugel vastgezet worden. Op de standleiding mag je alleen een T-stuk zetten van 90°, omdat anders de lucht niet weg kan. Wanneer je er een 45° T-stuk op zou zetten kan hij verstopt komen te zitten, omdat de lucht niet weg kan. De standleiding dient 110 Ø te zijn, hier zit ook de wc. direct op aangesloten. Vervolgens ga je over naar 75Ø PVC buis. Bij het verloop van 110 → 75Ø moet je zorgen dat de boven kan van de buis van 75Ø aan de bovenzijde gelijk blijft met die van 110Ø zodat de lucht weg kan. Bij het bad, de wastafel en bij de douchedrain kun je met een bocht van 90° werken omdat minderkans op verstoppingen hebt omdat daar van de waterval gebruik gemaakt kan worden. Bij andere bochten moet je werken met bochten van 45° of 2x 45° om 90° te krijgen. Dit alles is om verstoppingen te voorkomen.
Voor het verlijmen van PVC hoef je niet zoals veel word gedaan schuren, maar is ontvetten met pvc reiniger dit maakt het pvc week. Wanneer je dit vervolgens met een dunnen laag pvc lijm insmeert op zowel buis als koppeling ontstaat er een goede verbinding en word het een geheel (het is een chemische reactie).
Waar vroeger eigenlijk altijd koperen leidingen gebruikt werden, word tegenwoordig eigenlijk alleen nog meer flexibele kunststofleiding gebruikt. De verwerking is makkelijker en goedkoper. Daarnaast werd koper uit de huizen gestolen en dat is bij kunststof niet. Je hebt daarbij persfittingen en smartFIX fittingen deze kun je in de beton storten of in de muur verwerken. Bij smartFIX koppelingen heb je geen perstang nodig. Deze zijn wel duurder dan perskoppelingen. Wanneer je dezelfde doorstroming wil hebben als bij een koperen buis van 15mm. Moet je een buis van 20mm. flexibele nemen. De persfittingen kunnen geperst worden met een automatische perstang of een handmatige tang. Voor school doel einde is een handmatige wellicht voldoende om het voorbeeld te kunnen geven.
Bij het ventilatiesysteem heb je verschillende systemen een balansventilatie en warmte terug win systemen. Bij een Warmte terug win systeem wordt het nieuwe (verse lucht) voor verwarmt voor het word terug geblazen in de woning. Enkele voordelen zijn hierbij:
● Met een warmte terug winsysteem kun je 90% van de warmte terug winnen. (energiezuinig dus)
● Alle ruimtes worden even goed geventileerd.
● De hoeveelheid van lucht kun je regelen.
● Geen last van koude lucht stromen.
● Het zorgt voor goede luchtkwaliteit in huis (de inkomende lucht wordt gefilterd). Er kunnen Pol- lenfilters en andere speciale filters geïnstalleerd worden waardoor mensen met allergieën min- der snel last krijgen.
Stap 7:
Wanneer ik terug kijk op deze opdracht zijn mij een heleboel zaken duidelijk geworden die ik bij de lessen Installatie techniek kan gebruiken. Bij de aanleg van de verschillende installaties zijn heel wat punten waar je rekening mee moet houden. Xxxxx en zeer leerzame opdracht.
Verwijzing:
Xxxx, X. (2015). Projectmanagement. Groningen/Houten: Noordhoff xxxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxxx.xx/
xxxxx://xxx.xxxxx.xxx/xx-xx xxxxx://xxxxxxxxxxx.xx/
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 5, Warmte technische installaties
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
In veel woonhuizen is het niet alleen nodig om ze te verwarmen, maar ook om ze te koelen tijdens warme dagen.
Daarom worden veel woningen voorzien van koel-units die vaak in slaapkamers worden geplaatst. Wat er in de winter niet uit mag gaan, mag in de zomer er niet in komen en daarmee bedoelen we gewenste- en ongewenste temperaturen.
Door huizen goed te isoleren voorkomen we in de winter een uitstroom van energie.
In de zomer is dat precies andersom en proberen we het huis koel te houden door zoveel mogelijke te voorkomen dat de hitte op één of andere manier naar binnen stroomt.
Hoe groter het temperatuurverschil is tussen binnen- en buitentemperatuur hoe sneller een kamer of een huis in de zomer op zal warmen.
Hoe beter de isolatie van het huis is, hoe langer het duurt , uiteindelijk zullen we dan toch maar moeten gaan koelen om de temperatuur in de kamer op een bepaalde waarde te behouden.
De R-waarde
De R-waarde geeft de mate van isolatie aan van de gebruikte bouwmaterialen. Met andere woorden; hoe snel dringt de warmte door een muur of laag isolatie. Een Rc-waarde geeft dit dan van het gehele gebouw of constructie weer.
In de onderstaande tabel zijn wat huidige Rc-waarden weergegeven.
constructiedeel | Minimale Rc-waarde nieuwbouw |
vloeren | 3,5 m² K/W |
gevels | 4,5 m² K/W |
daken | 6 m² K/W |
Eenvoudige koellastberekening
Met een eenvoudige berekening kunnen we uitrekenen hoeveel we gaan koelen, deze berekening is niet geschikt voor ruimten waarin veel apparaten staan die warmte afgeven.
Stap 1: Bereken de inhoud ( m³ ) van de ruimte die we willen koelen. Inhoud = grondoppervlak x hoogte.
Inhoud = 14,5 m² x 2,8 m Inhoud = 41,5 m³
Stap 2: Bepaal de warmtefactor.
Deze kan 30, 40 of 50 zijn, dit hangt af van verschillende andere factoren welke in de onderstaande tabel te zien zijn.
Factor 30 | Factor 40 | Factor 50 |
Goede isolatie | Minder goede isolatie | Slechte of geen isolatie |
Niet veel ramen | Meerdere ramen, veel glas | Veel ramen of plat dak |
Geen plat of schuin dak | Veel apparaten | Veel mensen, veel apparaten |
Voor de Windesheimwoning kiezen we voor Factor 40. Stap 3: Bereken de koelcapaciteit
Koelcapaciteit = inhoud x warmtefactor Koelcapaciteit = 41,5 m³ x 40 Koelcapaciteit = 1660 Watt
Keuze van de wand airco
We kiezen voor een wandsplitmodel van het merk Mitsubishi SRK 20 ZS
Kenmerken van de SRK 20 ZS : | |
Koelvermogen (Watt) | 2000 Watt |
Verwarmvermogen (Watt) | 2700 Watt |
Ruimte (m³) | 60m³ |
S.E.E.R. Waarde/ Energieklasse | 7.8/A |
S.C.O.P. Waarde/ Energieklasse | 4.6/A |
Opgenomen vermogen koelen (k | 0,44 Kw |
Opgenomen vermogen verwarmen | 0,62 Kw |
Aansluitspanning (V/pH/Hz) | 230 V /1 /50 Hz |
Regelbereik verwarmen (C) | -15 tot 21 ºC |
Kenmerken van de SRK 20 ZS : | |
Regelbereik koelen (C) | -15 tot 46 ºC |
Afzekeringswaarde (A) | 16 A |
Afstandsbediening | IR-afstandsbediening |
Geluidsniveau binnen laag/hoog dB | 19 - 34 dB / 19-36 dB (laag / hoog) |
Geluidsniveau buitenunit dB (A) | |
Afmetingen binnenunit (HxBxD mm) | 290 x 870 x 230 mm |
Gewicht binnenunit (Kg) | 9,5 Kg |
Afmetingen buitenunit (HxBxD mm) | 540 x 842 x290 mm |
Gewicht buitenunit (Kg) | 31,5 Kg |
Diameter Persleiding (inch) | ¼: |
Diameter Zuigleiding (inch) | 3/8 |
Maximale koelleidinglengte (m) | 20 m |
Maximaal hoogteverschil binnen/buiten (m) | 15 m /20 m |
Temperatuurbereik verwarmen | 18-30 ºC |
Type koudemiddel | R410A |
Winterregeling ingebouwd | Xx |
Tekening van plaatsing
Aansluitmaterialen
Duo universele koelleiding geschikt voor de meeste airco`s 1/4 -3/8 (Diameter vloeistofleiding 1/4 inch.
Diameter zuigleiding 3/8 inch) is op maat gemaakt met flair koppelingen.
• 1 x Lengte ¾ x 600 mm
• 1 x Lengte 3/8 x 600 mm
Interview / reflectie:
Nauwkeurige koellastberekeningen zijn moeilijk en vragen veel materiaalkennis en rekenwerk. Ook is de plaatsing van een airco iets waarbij je met enkele factoren rekening moet houden;
• Zoals de hoogte van de plaatsing, zowel binnen als buiten.
• De geluidssterkte.
• Een eventuele condensafvoer
• aansluiten van de elektra.
• Het stroomverbruik
• Het gewicht van de buiten unit aan de muur.
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 6, Koude technische installaties
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
In Nederland komt het niet vaak voor dat de laagste temperatuur onder de -15 ºC komt. De laagste temperatuur ooit in Nederland gemeten was -27,4 ºC.
Voor de warmteberekeningen van onze Windesheim woning gaan we uit van een laagste buitentemperatuur van -20 ºC.
Stap 1: Vaststellen hoe warm het in elke ruimte moet worden.
Woning Windesheim | Temperatuur in ºC |
Woonkamer/keuken | 21 |
Bijkeuken | 20 |
Kantoor | 20 |
Entree | 15 |
Garage | 10 |
Berging en overloop | 15 |
Slaapkamers | 15 |
Sauna | 21 |
Badkamer | 22 |
Stap 2: Opzoeken van relevante R-waarden en U-waarden van de constructie.
Constructie | R-waarde m²K/W | U-waarde W/m²K |
Buitenmuren | 4,5 | 0,22 |
Vloeren | 3,5 | 0,29 |
Ramen | 0,45 | 2,2 |
Binnendeuren | 0,13 | 7,7 |
Plafonds | 7,5 | 0,13 |
Deuren | 0,45 | 2,2 |
Nu alle uitgangspunten vastliggen gaan we het maximale warmteverlies van een gedeelte van deze woning uitrekenen, dat kan op drie manieren:
• Vuistregelmethode
• Buitenschil methode
• Exacte of transmissieberekening (niet gebruikt in dit rapport)
De vuistregelmethode
De vuistregelmethode is de grofste rekenwijze die gehanteerd kan worden.
Deze manier houdt geen rekening met het klimaat, de gebruikte materialen de hoogte van de ligging enzovoort.
De methode is gebaseerd op gemiddelde aannames.
Er dient alleen een keuze gemaakt te worden over de gewenste temperatuur en bepaald te worden wat de staat van de isolatie is.
Nadat we een temperatuur hebben gekozen kunnen we in de onderstaande tabel aflezen wat het geschatte vermogen per m³ is.
Benodigd vermogen in Watt/m³
Temperatuur in huis | KWALITEIT VAN DE ISOLATIE | |||
ZEER GOED | GOED | GEMIDDELD | SLECHT | |
16 ºC | 35 W/m³ | 55 W/m³ | 75 W/m³ | 80 W/m³ |
18 ºC | 40 W/m³ | 60 W/m³ | 80 W/m³ | 80 W/m³ |
20 ºC | 45 W/m³ | 65 W/m³ | 85 W/m³ | 100 W/m³ |
22 ºC | 50 W/m³ | 70 W/m³ | 90 W/m³ | 110 W/m³ |
Om het vermogen te berekenen van de woonkeuken gaan we uit van een gewenste temperatuur van 21 ºC.
Omdat het een modern nieuw te bouwen woning is, zal de isolatie van zeer goede kwaliteit zijn en komen we tot een gemiddelde waarde van 47,5 W/m³.
Het oppervlak A van de woonkeuken = L x B
Het oppervlak A van de woonkeuken = 11,5 m x 5 m Het oppervlak A van de woonkeuken = 58,5 m²
De inhoud I van de woonkeuken = H x A
De inhoud I van de woonkeuken = 2,8 m x 58,5 m² De inhoud I van de woonkeuken = 161 m³
Het vermogen om de woonkeuken op temperatuur te houden rekenen we uit door het gemiddelde vermogen per kubieke meter (W/m³) te vermenigvuldigen met de inhoud van deze ruimte.
P = 47,5 W/m³ x 161 m³
P = 7647,5 Watt dat komt ongeveer overeen met 7,6 Kw.
Dezelfde berekening kunnen we ook toepassen op de bijkeuken.
Als we daar een temperatuur 20 ºC aanhouden dan is het verbruik 45 W/m³ Het oppervlak A van de bijkeuken = L x B = 2,95 m x 2,4 m = 7,08 m²
De inhoud I van de bijkeuken = H x A = 2,8 m x 7,08 m² = 19,8 m³
P = 45 W/m³ x 19,8 m³
P = 891 Xxxx en dat komt ongeveer overeen met 0,89 Kw,
De buitenschil methode
Met deze manier kijken we naar alle oppervlakken die de binnentemperatuur(en) van de buitentemperatuur scheiden.
In het Windesheimhuis bestaat de buitenschil dus uit de buitenmuren, het dak, en de vloer.
We berekenen de oppervlaktes van de verschillende constructiedelen en vermenigvuldigen deze met de U-waarde van dit constructiedeel en met het maximale temperatuurverschil tussen binnen en buiten.
Daarna tellen we de uitkomsten op en we hebben het warmteverlies door transmissie van de gehele woning.
Constructie- deel | Oppervlakte | Temperatuur buiten | Gemiddelde temperatuur binnen | U-waarde (W/m²K) | Warmteverlies Watt |
Buitenmuren | 224 m² | -20 °C | 18 °C | 0,25 W/m²K | 2240 W |
Ramen | 30,4 m² | -20 °C | 18 °C | 2,2 W/m²K | 2541 W |
Deuren | 6,6 m² | -20 °C | 18 °C | 2,2 W/m²K | 552 W |
Vloeren | 129 m² | -12 °C | 18 °C | 0,29 W/m²K | 1422 W |
Dak | 124 m² | -20 °C | 18 °C | 0,3 W/m²K | 1414 W |
Totaal | 8169 W |
Behalve de bovenstaande transmissieverliezen bestaan ook ventilatieverliezen en er moet met een opwarmtoeslag gerekend worden.
Het warmteverlies in Watt wat hierbij optreed is:
Ventilatieverliezen:
0,34 x hoeveelheid lucht in m³ x temperatuurverschil
0,34 x 759 m³ x 38°C = 9806 W
Opwarmtoeslag:
De opwarmtoeslag is een factor die vastlegt hoeveel overcapaciteit een verwarmingssysteem nodig moet hebben om een behaaglijke temperatuur binnen een bepaalde tijd te bereiken.
We rekenen 15% van het transmissieverlies: 0,15 x 7802 W = 1170 W
Het totale warmteverlies van de Windesheim woning is:
Transmissie verlies: | 8169 W |
Ventilatieverlies: | 9806 W |
Opwarmtoeslag: | 1170 W |
Totaal: | 19145W |
Voor de woonkeuken bij 21 ºC geldt:
Transmissie verlies: | 2009 W |
Ventilatieverlies: | 2412 W |
Opwarmtoeslag: | 301 W |
Totaal: | 4722 W |
Voor de bijkeuken bij 20 ºC geldt:
Transmissie verlies: | 204 W |
Ventilatieverlies: | 269 W |
Opwarmtoeslag: | 31 W |
Totaal: | 504 W |
Keuze van verwarmingselementen.
Om de woonkeuken te verwarmen maken we gebruik van 2 convectoren die in convectorputten zijn opgesteld.
Zodoende kan men ongehinderd door de schuifdeuren naar het terras lopen of andersom.
Omdat ze voor de glaswand worden geplaatst zorgen ze ook voor natuurlijke luchtcirculatie zodat de hele ruimte gelijkmatig wordt verwarmd
Kenmerken
• 2 x 3514 watt convector
• 58 centimeter hoog
• 180 centimeter lang
• 34 centimeter breed
• Aluminium inlegraam
• Aansluiting convector 4x 1/2”
• Glasvezel versterkte put
• Zwart afgewerkt
• Rooster
Om de bijkeuken te verwarmen gebruiken we een radiator.
Kenmerken:
Type 10
Hoogte 500 mm
Breedte 900 mm
75/65/20 469 W
90/70/20 595 W
Benodigde aansluitmaterialen:
8 x CV-buis Ø 15 mm – 6 meter
Precisie stalen CV-buis met diameter 15 mm en dunwandige wanddikte 1,2mm. Gegalvaniseerd (verzinkt).
12 x T-stuk
Knelkoppeling Ø15 x 15 x 15 Voorzien van wartels en knelringen.
6 x puntstuk knelkoppeling
Knelkoppeling 1/2” x Ø15 Voorzien van wartels en knelringen
1 x radiator aansluitcombinatie
4 x thermostatische afsluiter met geïntegreerde automatische precisie voorinstelling.
De thermostaatkraan regelt daarnaast het debiet onafhankelijk van het drukverschil, hierdoor wordt het cv-systeem automatisch optimaal ingeregeld.
8 x haakse bocht 1/2”
1x Honeywell Chronotherm Touch thermostaat
Dit is een programmeerbare touchscreen klok thermostaat die op elke CV-ketel werkt.
Aansluitschema
Toelichting:
Rood = toevoer warm water Blauw = retour water
CV-ketel wordt op de verdieping geplaatst
Interview en reflectie.
Er blijken vele mogelijkheden te zijn om de woning te verwarmen. Aan iedere soort installatie zitten voordelen en nadelen.
Gekozen is voor een eenvoudige installatie met radiatoren en convectors die relatief makkelijk en snel is aan te leggen.
Ook is deze installatie goedkoper wat natuurlijk aantrekkelijk is.
Ook voor de aannemers en installateurs is dit makkelijker te plannen omdat je dan niet hoeft te wachten op de afwerkvoeren e.d. zoals met vloerverwarming wel het geval is.
De duurzaamheid van de woning zit vooral in de goede isolatie van het gebouw.
Ontwerpen van woninginstallaties
Praktijkopdracht 8, Energiebesparende oplossingen toepassen
Hogeschool Windesheim
Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs Professionalisering PIE
B.hooge Venterink
Doelen:
• Het elektriciteitsverbruik van de woning in 2019 meer dan 50% reduceren.
• Het aardgasverbruik van de woning in 2019 meer dan 30% te verminderen.
Tegenwoordig zijn er veel mogelijkheden om te besparen op je energierekening. Dit kan op drie manieren:
Energieverbruik |
Energie besparende maatregelen nemen |
Terugwinnen van gebruikte energie |
Gebruik maken van alternatieve energie |
Energie besparende maatregelen
Zonder ook maar iets te investeren kunnen we al energie besparende maatregelen nemen. Deze hebben te maken met je lifestyle.
Hier volgen er een aantal:
• Ga korter douchen
• Zet de verwarming een graadje lager
• Doe de gordijnen 's avonds dicht
• Ga (indien mogelijk) eerder naar bed
• Laat deuren en ramen niet onnodig open staan
• Laat lampen niet onnodig branden
• Zet de verwarming een uur voordat je naar bed gaat alvast lager
Andere manieren om het energieverbruik te verminderen en het woonklimaat te verbeteren hebben te maken met de ligging en de bouwstijl van woningen.
Zo kun je voordat je gaat bouwen al rekening houden met de stand van de zon zodat je deze gratis energie optimaal kunt benutten.
De bouwstijl van het huis heeft een grote invloed op het totale energieverbruik.
Factoren die dat beïnvloeden zijn o.a.
• Vorm van het dak
• Het totale glasoppervlak
• Grootte van woonoppervlak
• Gebruikte bouwmaterialen
• Vorm van de woning
• Hoogte van de woning
• Mate van isoleren
• Manier van isoleren
Terugwinnen van gebruikte energie
Een manier om het energieverbruik te verminderen, is het terugwinnen van de al verbruikte energie.
Een inmiddels klassiek voorbeeld hiervan is de warmteterugwinning van gebruikt douchewater.
Dit gaat als volgt in zijn werk;
Het warme douchewater wordt opgevangen door de douchebak.
De douchebak is voorzien van een warmtewisselaar.
De warmtewisselaar neemt de warmte op van het gebruikte douchewater en geeft dit af aan het koude leidingwater.
Het iets minder koud geworden leidingwater
stroomt vervolgens naar de mengkraan waar het gemengd wordt met het warme ketelwater.
Het verschil tussen de temperatuur van het warme water uit de ketel en het koude leidingwater is kleiner geworden daardoor wordt er minder energie verbruikt.
Een andere manier is de toepassing van balansventilatie.
De warme en afgevoerde “vieze”lucht wordt door een warmtewisselaar geblazen en geeft warmte af aan de warmte wisselaar.
Daarna wordt de koelere “vieze”lucht naar buiten geblazen.
Verse frisse buitenlucht wordt aangezogen door het ventilatiesysteem en gelijktijdig opgewarmd door de warmtewisselaar.
De temperatuur van de frisse buitenlucht is gestegen waardoor er veel minder warmte nodig is om deze verse lucht op kamertemperatuur te krijgen.
Gebruik maken van alternatieve energie.
Zonnepanelen zijn alom bekend en zetten zonlicht om in elektriciteit. Deze elektriciteit gebruiken we weer in de woning.
Als de woning op dat moment geen stroomverbruik heeft dan “verkopen”we deze elektrische energie aan de energieleverancier. (bij voorbeeld Essent)
verschillende soorten zonnepanelen op de markt.
De ontwikkeling van zonnepanelen gaat door en momenteel zijn er vele
Het doel is vooral om het rendement van de zonnepanelen op te krikken deze ligt nu rond de 20%. Een nadeel van zonnepanelen is natuurlijk dat als er minder zonneschijn is, ook de panelen een verminderde opbrengst zullen geven.
Een systeem met zonnepalen werkt zo:
De panelen geven energie af in de vorm van gelijkstroom, dat is dezelfde soort stroom die ook in accu's en batterijen zit, maar dan veel meer.
Deze elektrische (gelijk)stroom gaat naar een omvormer.
De omvormer zet gelijkstroom om in een wisselstroom met een frequentie van 50 Hz.
De spanning die wel tot 400 Volt kan oplopen wordt gelijktijdig verminderd naar de gewone netspanning van 230 Volt./50Hz
De “netstroom” uit de omvormer stroomt vervolgens naar de meterkast en vandaar uit verder de woning in.
Zonnecollectoren en zonneboiler
Ook een zonnecollector krijgt haar energie van de zon.
Er wordt nu geen elektriciteit geproduceerd maar warm water.
Met dit warme water kunnen we het huid opwarmen of gebruiken voor warm tapwater of beide. Ook voor de zonnecollectoren geldt: er zijn veel verschillende typen op de markt.
Dit hangt af van onder andere of ze op een schuin dak moeten liggen of misschien rechtop moeten staan,
Het water kan gemakkelijk een temperatuur van 70ºC bereiken, ook op winterse dagen! Een zonneboiler is een soort grote thermosfles die de warmte in het water kan vasthouden. Zo is er altijd warm water op voorraad.
Advies om energie te besparen.
Omdat de Windesheim woning een plat dak bezit kan men dit goed benutten om er zonnepanelen en zonnecollectoren op te plaatsen.
Als we gebruik maken van het hoogste niveau heeft niemand last van de panelen.
De panelen moet onder een juiste hoek worden geplaatst om het zonlicht optimaal op te vangen.
Ook moet men rekening houden met de stand en de draaiing van de zon., dus de panelen worden op het zuiden gericht.
Door een combinatie te maken met een zonneboiler kan men ook flink besparen op de gasrekening.
De besparing is evenredig aan het totale oppervlak van de zonnepanelen. Dus hoe meer panelen des te groter is de besparing.
Het eventuele teveel aan elektrische energie kan doorverkocht worden aan de energieleverancier.
Voor de zonnecollectoren geldt dit minder, omdat deze een bepaalde hoeveelheid water tot een bepaalde temperatuur (±70ºC) opwarmen.
Als al het water op temperatuur gekomen mogen ze geen warmte meer afgeven.
Het totale oppervlak van de zonnecollectoren hangt daarom af van de grootte van het voorraadvat voor warm water.
Super interessante materie waar je gewoon enthousiast van wordt, ik had thuis het hele dak al volgepakt met zonnepanelen.
Op zonnige dagen wordt je dan pas bewust van de energie die de zon afgeeft. Top!