PROTOCOL
PROTOCOL
tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Libanon tot vaststelling van een regeling inzake de beslechting van geschillen in verband met de handelsbepalingen van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds
DE EUROPESE GEMEENSCHAP,
hierna „de Gemeenschap” genoemd, enerzijds, en
DE REPUBLIEK LIBANON,
hierna „Libanon” genoemd, anderzijds,
ZIJN HET VOLGENDE OVEREENGEKOMEN:
HOOFDSTUK I
DOEL EN WERKINGSSFEER
Artikel 1
Doel
Het doel van dit protocol is handelsgeschillen tussen de partijen te vermijden en te beslechten en waar mogelijk tot een onder ling overeengekomen oplossing te komen.
Artikel 2
Toepassing van het protocol
Dit protocol is van toepassing op alle geschillen over de inter pretatie en toepassing van de bepalingen van titel II, met uit zondering van de artikelen 23, 24 en 25, van de Euro- mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lid staten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds (hierna
„de Associatieovereenkomst” genoemd), tenzij uitdrukkelijk an ders is bepaald (1). Op geschillen over de toepassing en inter pretatie van de overige bepalingen van de Associatieovereen komst is artikel 82 van die overeenkomst van toepassing.
HOOFDSTUK II
OVERLEG EN BEMIDDELING
Artikel 3
Overleg
1. De partijen streven ernaar elk geschil over de interpretatie en toepassing van de in artikel 2 bedoelde bepalingen op te lossen door in het kader van de Associatieraad te goeder trouw overleg te voeren om tot een snelle, billijke en onderling over eengekomen oplossing te komen.
2. Een partij verzoekt de andere partij schriftelijk om overleg, met kopie aan het subcomité Industrie, handel en diensten,
(1) Dit protocol laat artikel 33 van het protocol betreffende de definitie van het begrip „producten van oorsprong” en methoden van admi nistratieve samenwerking onverlet.
waarbij zij aangeeft om welke maatregel het gaat en welke bepalingen van de Associatieovereenkomst zij van toepassing acht.
3. Het overleg wordt binnen dertig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek gehouden en vindt, tenzij de partijen anders overeenkomen, plaats op het grondgebied van de partij waartegen de klacht gericht is. Het overleg wordt zestig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geacht te zijn afgesloten, tenzij beide partijen overeenkomen het overleg voort te zetten. Het overleg, en in het bijzonder alle tijdens deze procedure door de partijen verstrekte informatie en ingenomen standpunten, is vertrouwelijk en doet geen afbreuk aan de rech ten van de partijen in latere procedures.
4. Overleg over dringende gevallen, zoals over bederfelijke waren of seizoensgebonden goederen, vindt plaats binnen vijf tien dagen na de datum van ontvangst van het verzoek en wordt dertig dagen na de datum van ontvangst van het verzoek geacht te zijn afgesloten.
5. Indien de partij waartoe het verzoek om overleg gericht is niet binnen tien werkdagen na de datum van ontvangst reageert, indien het overleg niet binnen de in lid 3 of 4 genoemde termijnen plaatsvindt of indien het overleg is afgesloten zonder dat een onderling overeengekomen oplossing is bereikt, kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitrage- panel overeenkomstig artikel 5.
Artikel 4
Bemiddeling
1. Indien overleg niet tot een onderling overeengekomen oplossing leidt, kunnen de partijen overeenkomen een beroep te doen op een bemiddelaar. Verzoeken om bemiddeling moe ten schriftelijk bij het subcomité Industrie, handel en diensten worden ingediend, onder vermelding van de maatregelen waar over overleg is gevoerd en het onderling overeengekomen man daat van de bemiddelaar. Elke partij verbindt zich ertoe verzoe ken om bemiddeling in welwillende overweging te nemen.
2. Tenzij de partijen binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst van het verzoek om bemiddeling overeenstemming bereiken over een bemiddelaar, wijzen de voorzitters van het subcomité Industrie, handel en diensten of hun vertegenwoor diger door loting uit de personen die op de in artikel 19 be doelde lijsten zijn opgenomen een bemiddelaar aan die geen onderdaan van een van de partijen is. De loting vindt binnen tien werkdagen na de datum van ontvangst van het verzoek om bemiddeling plaats. De bemiddelaar roept de partijen uiterlijk dertig dagen na zijn aanwijzing bijeen. Hij ontvangt de stukken van elk van de partijen uiterlijk vijftien dagen voor de bijeen komst en kan de partijen of deskundigen of technisch adviseurs zo nodig om aanvullende informatie verzoeken. Alle op deze manier verkregen informatie moet aan beide partijen worden medegedeeld en voor commentaar aan hen worden voorgelegd. De bemiddelaar brengt uiterlijk vijfenveertig dagen na zijn aan wijzing advies uit.
3. Het advies van de bemiddelaar kan een aanbeveling om vatten over de wijze waarop het geschil in overeenstemming met de in artikel 2 bedoelde bepalingen kan worden opgelost. Het advies van de bemiddelaar is niet bindend.
4. De partijen kunnen overeenkomen de in lid 2 genoemde termijnen te wijzigen. De bemiddelaar kan ook op eigen initia tief of op verzoek van een van de partijen besluiten deze ter mijnen te wijzigen wegens buitengewone moeilijkheden die de betrokken partij ondervindt of wegens de complexiteit van de aangelegenheid.
5. De bemiddelingsprocedure, en in het bijzonder het advies van de bemiddelaar en alle tijdens de procedure door de partijen verstrekte informatie en ingenomen standpunten, zijn vertrou welijk en doen geen afbreuk aan de rechten van de partijen in latere procedures.
6. Indien de partijen hierover overeenstemming bereiken, mag de bemiddelingsprocedure tijdens de arbitrageprocedure worden voortgezet.
7. Een bemiddelaar mag alleen om de in de punten 17 tot en met 20 van het reglement van orde vermelde redenen en over eenkomstig de daarin vastgestelde procedures worden ver- vangen.
HOOFDSTUK III
PROCEDURES VOOR DE BESLECHTING VAN GESCHILLEN
AFDELING I
Arbitrageprocedure
Artikel 5
Inleiding van de arbitrageprocedure
1. Wanneer de partijen er niet in zijn geslaagd het geschil door middel van het in artikel 3 bedoelde overleg of de in artikel 4 bedoelde bemiddeling op te lossen, kan de klagende partij verzoeken om de instelling van een arbitragepanel.
2. Het verzoek om instelling van een arbitragepanel wordt schriftelijk ingediend bij de partij waartegen de klacht gericht is
en bij het subcomité Industrie, handel en diensten. De klagende partij vermeldt in haar verzoek de specifieke maatregel die in het geding is en legt uit waarom die maatregel een inbreuk op de in artikel 2 bedoelde bepalingen is. Het verzoek om instelling van een arbitragepanel wordt uiterlijk achttien maanden na de datum van ontvangst van het verzoek om overleg gedaan, on verminderd de rechten van de klagende partij om later een verzoek om nieuw overleg over dezelfde aangelegenheid in te dienen.
Artikel 6
Instelling van het arbitragepanel
1. Een arbitragepanel bestaat uit drie scheidsrechters.
2. De partijen voeren binnen tien werkdagen na de datum waarop de partij waartegen de klacht gericht is het verzoek om instelling van een arbitragepanel ontvangt, overleg over de sa menstelling van het arbitragepanel.
3. Wanneer de partijen binnen de in lid 2 genoemde termijn geen overeenstemming bereiken over de samenstelling van het arbitragepanel, kan elk van de partijen de voorzitters van het subcomité Industrie, handel en diensten of hun vertegenwoor diger verzoeken alle drie panelleden door loting aan te wijzen uit de in artikel 19 bedoelde lijst, te weten één lid uit de per sonen die door de klagende partij zijn voorgesteld, één lid uit de personen die door de partij waartegen de klacht gericht is, zijn voorgesteld en één lid uit de personen die door de partijen zijn aangewezen om als voorzitter te fungeren. Wanneer de partijen het over een of twee leden van het arbitragepanel eens zijn, wordt het overige lid/worden de overige leden volgens dezelfde procedure geselecteerd.
4. De voorzitters van het subcomité Industrie, handel en diensten of hun vertegenwoordiger wijzen binnen 5 werkdagen nadat een van de partijen het in lid 3 bedoelde verzoek heeft gedaan, de scheidsrechters aan.
5. De datum van instelling van het arbitragepanel is de da tum waarop de drie scheidsrechters worden aangewezen.
6. De scheidsrechters mogen alleen om de in de punten 17 tot en met 20 van het reglement van orde vermelde redenen en overeenkomstig de daarin vastgestelde procedures worden ver vangen.
Artikel 7
Tussentijds panelverslag
Het arbitragepanel legt uiterlijk honderdtwintig dagen na zijn instelling een tussentijds verslag aan de partijen voor, waarin wordt ingegaan op de vastgestelde feiten en de toepasselijkheid van de relevante bepalingen en een onderbouwing van de be vindingen en aanbevelingen van het panel wordt gegeven. De partijen kunnen binnen vijftien dagen nadat het verslag aan hen is voorgelegd het arbitragepanel schriftelijk verzoeken bepaalde aspecten van het tussentijdse verslag te heroverwegen. In de definitieve uitspraak van het panel worden de in de tussentijdse fase naar voren gebrachte argumenten besproken.
Artikel 8
Uitspraak van het arbitragepanel
1. Het arbitragepanel deelt zijn uitspraak binnen honderdvijf tig dagen na zijn instelling mede aan de partijen en aan het subcomité Industrie, handel en diensten. Wanneer het van oor deel is dat deze termijn niet kan worden gehaald, stelt de voor zitter van het arbitragepanel de partijen en het subcomité Indus- trie, handel en diensten hiervan schriftelijk in kennis, met op gave van de redenen voor de vertraging en de datum waarop het panel zijn werk denkt te kunnen voltooien. In geen geval mag de uitspraak later dan honderdtachtig dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel worden meegedeeld.
2. In dringende gevallen, zoals wanneer de zaak betrekking heeft op bederfelijke waren of seizoensgebonden goederen, stelt het arbitragepanel alles in het werk om binnen vijfenzeventig dagen na zijn instelling uitspraak te doen. De uitspraak mag in geen geval later dan negentig dagen na de instelling worden gedaan. Het arbitragepanel doet binnen tien dagen na zijn in stelling een voorlopige uitspraak over de vraag of het een zaak dringend acht.
3. Op verzoek van beide partijen schort het arbitragepanel te allen tijde zijn werkzaamheden op gedurende een door de par tijen overeengekomen periode, die echter niet meer dan twaalf maanden mag bedragen, en op verzoek van de klagende partij hervat het zijn werkzaamheden aan het einde van deze over eengekomen periode. Indien de klagende partij niet voor het verstrijken van de overeengekomen periode van schorsing het arbitragepanel verzoekt zijn werkzaamheden te hervatten, wordt de procedure beëindigd. De schorsing en beëindiging van de werkzaamheden van het arbitragepanel doen geen afbreuk aan de rechten van de partijen in andere procedures over dezelfde aangelegenheid.
AFDELING II
Naleving
Artikel 9
Naleving van de uitspraak van het arbitragepanel
Elke partij neemt alle noodzakelijke maatregelen om de uit spraak van het arbitragepanel na te leven; de partijen streven ernaar overeenstemming te bereiken over de termijn waarbin nen zij de uitspraak zullen naleven.
Artikel 10
Redelijke termijn voor naleving
1. Indien onmiddellijke naleving niet mogelijk is, stelt de partij waartegen de klacht gericht is uiterlijk dertig dagen nadat zij de kennisgeving van de uitspraak van het arbitragepanel heeft ontvangen, de klagende partij en het subcomité Industrie, handel en diensten in kennis van de tijd die zij nodig heeft om de uitspraak na te leven (redelijke termijn).
2. Indien de partijen het niet eens zijn over een redelijke termijn voor naleving van de uitspraak van het arbitragepanel, verzoekt de klagende partij binnen twintig dagen nadat zij de kennisgeving overeenkomstig lid 1 van de partij waartegen de klacht gericht is, heeft ontvangen, het arbitragepanel schriftelijk om een redelijke termijn vast te stellen. Dit verzoek wordt
tegelijkertijd meegedeeld aan de andere partij en aan het sub comité Industrie, handel en diensten. Het arbitragepanel legt zijn uitspraak binnen dertig dagen na indiening van het verzoek voor aan de partijen en aan het subcomité Industrie, handel en diensten.
3. De partijen kunnen de redelijke termijn in onderling over leg verlengen.
Artikel 11
Onderzoek van de maatregelen die zijn getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven
1. De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de andere partij en het subcomité Industrie, handel en diensten voor af loop van de redelijke termijn in kennis van de maatregelen die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven.
2. Wanneer er tussen de partijen onenigheid bestaat over de vraag of een maatregel waarvan overeenkomstig lid 1 is ken nisgegeven daadwerkelijk bestaat dan wel of een dergelijke maatregel in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, kan de klagende partij het arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. In dat verzoek wordt aangegeven om welke specifieke maatregel het gaat en wordt uitgelegd waarom deze niet in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen. Het arbitragepanel deelt zijn uit spraak binnen negentig dagen na de datum van indiening van het verzoek mede. In dringende gevallen, zoals wanneer de zaak betrekking heeft op bederfelijke waren of seizoensgebonden goederen, deelt het arbitragepanel zijn uitspraak binnen vijf enveertig dagen na de datum van indiening van het verzoek mede.
Artikel 12
Tijdelijke maatregelen bij niet-naleving
1. Indien de partij waartegen de klacht gericht is niet voor afloop van de redelijke termijn kennis geeft van een maatregel die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven, of indien het arbitragepanel oordeelt dat de maatregel waarvan overeenkomstig artikel 11, lid 1, is kennisgegeven, niet in overeenstemming is met de verplichtingen van de partij uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen, biedt de partij waartegen de klacht gericht is de klagende partij, op haar ver zoek, een tijdelijke compensatie aan.
2. Indien de partijen niet binnen dertig dagen na het eind van de redelijke termijn of de in artikel 11 bedoelde uitspraak van het arbitragepanel dat een maatregel die is getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven niet in overeen stemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, overeen stemming over compensatie bereiken, is de klagende partij ge rechtigd om, na de andere partij en het subcomité Industrie, handel en diensten hiervan in kennis te hebben gesteld, de verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalin gen op te schorten in een mate die evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de klagende partij te nietdoet of beperkt. De klagende partij mag de opschorting tien werkdagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving door de partij waartegen de klacht gericht is toepassen, tenzij de partij waartegen de klacht gericht is overeenkomstig lid 3 een verzoek om arbitrage heeft ingediend.
3. Indien de partij waartegen de klacht gericht is van oordeel is dat de mate van opschorting niet evenredig is met de mate waarin de schending de voordelen voor de andere partij teniet doet of beperkt, kan zij het arbitragepanel schriftelijk verzoeken hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt voor het verstrij ken van de in lid 2 bedoelde periode van tien werkdagen mee gedeeld aan de andere partij en aan het subcomité Industrie, handel en diensten. Het arbitragepanel wint zo nodig advies in bij deskundigen en deelt zijn uitspraak over de mate van op schorting van de verplichtingen binnen dertig dagen na de da tum van indiening van het verzoek mee aan de partijen en aan het subcomité Industrie, handel en diensten. De verplichtingen worden niet opgeschort voordat het arbitragepanel zijn uit spraak heeft meegedeeld en de eventuele opschorting moet in overeenstemming zijn met de uitspraak van het arbitragepanel.
4. De opschorting van verplichtingen is van tijdelijke aard en wordt slechts toegepast totdat de maatregel waarvan is vast gesteld dat deze niet in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, is ingetrokken of gewijzigd en overeenkomstig artikel 13 met dat artikel in overeenstemming is gebracht, of totdat de partijen zijn overeengekomen hun geschil bij te leggen.
Artikel 13
Onderzoek van nalevingsmaatregelen getroffen na de opschorting van verplichtingen
1. De partij waartegen de klacht gericht is, stelt de andere partij en het subcomité Industrie, handel en diensten in kennis van de maatregelen die zij heeft getroffen om de uitspraak van het arbitragepanel na te leven en verzoekt in die kennisgeving om beëindiging van de opschorting van verplichtingen door de klagende partij.
2. Indien de partijen niet binnen dertig dagen na de datum van ontvangst van de kennisgeving overeenstemming bereiken over de verenigbaarheid van de maatregel waarvan is kennisge geven met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, verzoekt de klagende partij het arbitragepanel schriftelijk hierover uitspraak te doen. Dit verzoek wordt tegelijkertijd meegedeeld aan de andere partij en aan het subcomité Industrie, handel en dien sten. Het arbitragepanel deelt de partijen en het subcomité In dustrie, handel en diensten binnen vijfenveertig dagen na de indiening van het verzoek zijn uitspraak mee. Indien het arbi tragepanel oordeelt dat de maatregel die is getroffen om de uitspraak na te leven in overeenstemming is met de in artikel 2 bedoelde bepalingen, wordt de opschorting van ver plichtingen beëindigd.
AFDELING III
Gemeenschappelijke bepalingen
Artikel 14
Onderling overeengekomen oplossing
De partijen kunnen te allen tijde onderling een oplossing voor een onder dit protocol vallend geschil overeenkomen. Zij stellen het subcomité Industrie, handel en diensten en het arbitragepa nel van die oplossing in kennis. Na kennisgeving van de onder ling overeengekomen oplossing beëindigt het panel zijn werk zaamheden en wordt de procedure beëindigd.
Artikel 15
Reglement van orde
1. Op de procedures voor de beslechting van geschillen in het kader van hoofdstuk III van dit protocol is het aan dit protocol gehechte reglement van orde van toepassing.
2. De vergaderingen van het arbitragepanel zijn overeenkom stig het reglement van orde openbaar, tenzij de partijen anders overeenkomen.
Artikel 16
Inlichtingen en technisch advies
1. Het arbitragepanel kan op eigen initiatief of op verzoek van een partij bij elke bron, met inbegrip van de partijen, de inlichtingen inwinnen die het nuttig acht voor de arbitragepro cedure. Het arbitragepanel heeft in het bijzonder het recht des kundigen om advies te vragen wanneer het dat nuttig acht. Voordat het deskundigen kiest, raadpleegt het de partijen. Het panel is niet gebonden aan de mening van de partijen over deskundigen. Alle op deze manier verkregen informatie moet aan beide partijen worden meegedeeld en voor commentaar aan hen worden voorgelegd.
2. Op het grondgebied van de partijen gevestigde belangheb bende natuurlijke of rechtspersonen kunnen overeenkomstig het reglement van orde als amicus curiae opmerkingen bij het arbi tragepanel indienen. Deze opmerkingen mogen uitsluitend de feitelijke aspecten van het geschil betreffen en niet de rechts overwegingen.
Artikel 17
Interpretatieregels
Arbitragepanels leggen de in artikel 2 bedoelde bepalingen uit volgens de gebruikelijke regels voor de interpretatie van inter nationaal publiekrecht, met inbegrip van die in het Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht. Uitspraken van een arbitra gepanel kunnen de rechten en verplichtingen uit hoofde van de in artikel 2 bedoelde bepalingen niet verruimen of beperken.
Artikel 18
Besluiten en uitspraken van het arbitragepanel
1. Het arbitragepanel stelt alles in het werk om elk besluit bij consensus te nemen. Wanneer het evenwel niet mogelijk is bij consensus tot een besluit te komen, wordt een besluit bij meer derheid van stemmen genomen.
2. De uitspraken van het arbitragepanel zijn bindend voor de partijen en scheppen geen rechten of verplichtingen voor na tuurlijke of rechtspersonen. De uitspraak vermeldt de vast gestelde feiten en de toepasselijkheid van de desbetreffende be palingen van de Associatieovereenkomst en geeft een onderbou wing van de bevindingen en conclusies. Het subcomité Indus- trie, handel en diensten maakt de volledige uitspraak van het arbitragepanel openbaar, tenzij het besluit dat niet te doen met het oog op de vertrouwelijkheid van bepaalde zakelijke infor matie.
HOOFDSTUK IV
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 19
Lijsten van scheidsrechters
1. Het subcomité Industrie, handel en diensten stelt uiterlijk zes maanden na de inwerkingtreding van dit protocol een lijst op van vijftien personen die bereid en geschikt zijn om als scheidsrechter op te treden. Elk van de partijen stelt ten minste vijf personen voor die als scheidsrechter kunnen optreden. De twee partijen kiezen voorts ten minste vijf personen die geen onderdaan van een van de partijen zijn en die als voorzitter van het arbitragepanel kunnen fungeren. Het subcomité Industrie, handel en diensten ziet erop toe dat de lijst te allen tijde uit dit aantal personen blijft bestaan.
2. De scheidsrechters hebben gespecialiseerde kennis of erva ring op het gebied van het recht en de internationale handel. Zij zijn onafhankelijk, treden op persoonlijke titel op, nemen geen instructies aan van enige organisatie of regering, zijn niet ver bonden aan de regering van een van de partijen en houden zich aan de aan dit protocol gehechte gedragscode.
3. Het subcomité Industrie, handel en diensten kan aanvul lende lijsten van ten minste vijftien personen met sectorale expertise op specifieke onder de Associatieovereenkomst val lende onderwerpen of met bemiddelingservaring vaststellen. Wanneer de selectieprocedure van artikel 6, lid 2, wordt toege past, kunnen de voorzitters van het subcomité Industrie, handel en diensten met instemming van beide partijen van een secto rale lijst gebruikmaken.
van overeenstemming inzake de regels en procedures betref fende de beslechting van geschillen (DSU) een verzoek om instelling van een panel indient en geacht te zijn beëindigd wanneer het Orgaan voor geschillenbeslechting overeen komstig artikel 16 en artikel 17, lid 14, van het DSU het verslag van het panel, respectievelijk, in voorkomend geval, het verslag van de Beroepsinstantie, goedkeurt,
— procedures voor geschillenbeslechting krachtens dit protocol geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 5, lid 1, een verzoek om instelling van een panel indient en geacht te zijn beëindigd wanneer het arbitrage panel overeenkomstig artikel 8 zijn uitspraak aan de partijen en het subcomité Industrie, handel en diensten mededeelt.
4. Dit protocol belet een partij niet een schorsing van ver plichtingen die door het Orgaan voor geschillenbeslechting van de WTO is toegestaan, ten uitvoer te leggen. Er kan geen beroep op de Overeenkomst tot oprichting van de WTO worden ge daan om een partij te beletten verplichtingen uit hoofde van dit protocol op te schorten.
Artikel 21
Termijnen
1. Tenzij anders is bepaald, worden alle in dit protocol vast gestelde termijnen, met inbegrip van die waarbinnen arbitrage panels hun uitspraken moeten mededelen, gerekend in kalender dagen vanaf de dag die volgt op de dag waarop het desbetref fende besluit wordt genomen of het desbetreffende feit plaats vindt.
Artikel 20
Relatie tot WTO-verplichtingen
1. Een beroep op de bepalingen in dit protocol over de beslechting van geschillen doet geen afbreuk aan enige rechts vordering in het kader van de WTO, met inbegrip van die tot beslechting van een geschil.
2. Wanneer echter een partij in verband met een specifieke maatregel een procedure voor de beslechting van een geschil heeft ingeleid, hetzij krachtens dit protocol, hetzij krachtens de WTO-overeenkomst, kan deze in verband met dezelfde maat regel geen procedure voor geschillenbeslechting in het andere forum inleiden totdat de eerste procedure is afgesloten. Boven dien kan een partij in verband met de schending van een iden tieke verplichting uit hoofde van de Associatieovereenkomst en de WTO-overeenkomst niet in beide fora een procedure inlei den. In dat geval kan de partij, zodra een procedure voor ge schillenbeslechting is ingeleid, geen procedure ten aanzien van de schending van de identieke verplichting uit hoofde van de andere overeenkomst meer inleiden in het andere forum, tenzij het gekozen forum om procedurele of bevoegdheidsredenen geen uitspraak doet.
3. Voor de toepassing van lid 2 worden:
— procedures voor de geschillenbeslechting krachtens de WTO-overeenkomst geacht te zijn ingeleid wanneer een partij overeenkomstig artikel 6 van het WTO-memorandum
2. De partijen kunnen in onderling overleg alle in dit proto col vermelde termijnen wijzigen. De partijen verbinden zich ertoe verzoeken om verlenging van termijnen die worden ge daan omdat een partij bij de naleving van de procedures van dit protocol moeilijkheden ondervindt, in welwillende overweging te nemen. Op verzoek van een partij kan het arbitragepanel de procedurele termijnen wijzigen, waarbij het rekening houdt met het verschillende ontwikkelingsniveau van de partijen.
Artikel 22
Evaluatie en wijziging van het protocol
1. De Associatieraad kan de toepassing van dit protocol en de bijlagen daarbij evalueren teneinde te beslissen of deze moe ten worden gehandhaafd, gewijzigd of ingetrokken.
2. De Associatieraad kan besluiten dit protocol en de bijlagen daarbij te wijzigen. Voor een dergelijke wijziging kan het nood zakelijk zijn dat aan de interne juridische eisen van elk van de partijen wordt voldaan.
Artikel 23
Inwerkingtreding
De partijen keuren dit protocol overeenkomstig hun eigen pro cedures goed. Het protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de datum waarop de partijen elkaar ervan in kennis stellen dat de in dit artikel bedoelde procedures zijn afgerond.
Gedaan te Brussel, in tweevoud, op 11 november 2010, in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.
За Европейския съюз Por la Unión Europea Za Evropskou unii
For Den Europæiske Union Für die Europäische Union Euroopa Liidu nimel
Για την Ευρωπαϊκή Ένωση For the European Union Pour l'Union européenne Per l'Unione europea Eiropas Savienības vārdā Europos Sajungos vardu Az Európai Unió részéről Għall-Unjoni Ewropea Voor de Europese Unie
W imieniu Xxxx Xxxxxxxxxxxx Xxxx Xxxxx Xxxxxxxx
Xxxxxx Xxxxxxx Xxxxxxxxx Xx Xxxxxxxx xxxx
Xx Evropsko unijo Euroopan unionin puolesta
För Europeiska unionen
За Релублика Ливан
Por la República Libanesa Za Libanonskou republiku
For Den Libanesiske Republik Für die Libanesische Republik Liibanoni Vabariigi nimel
Για τη Δημοκρατία του Λιβάνου For the Republic of Lebanon Pour la République libanaise Per la Repubblica libanese Libānas Republikas xxxxx Xxxxxx Respublikos vardu
A Libanoni Köztársaság részéről Għar-repubblika tal-Libanu
Voor de Republiek Libanon
W imieniu Republiki Libańskiej Pela República do Líbano Pentru Republica Libaneză
Za Libanonskú republiku Za Republiko Libanon
Libanonin tasavallan puolesta För Republiken Libanon
BIJLAGEN
BIJLAGE I: REGLEMENT VAN ORDE VOOR ARBITRAGE
BIJLAGE II: GEDRAGSCODE VOOR LEDEN VAN ARBITRAGEPANELS EN BEMIDDELAARS
BIJLAGE I
REGLEMENT VAN ORDE VOOR ARBITRAGE
Algemene bepalingen
1. In dit protocol en in dit reglement wordt verstaan onder:
a) „adviseur”: een persoon die door een partij is aangesteld om haar in verband met de procedure van het arbitra gepanel te adviseren of bij te staan;
b) „klagende partij”: een partij die krachtens artikel 5 van dit protocol om de instelling van een arbitragepanel verzoekt;
c) „partij waartegen de klacht gericht is”: de partij die ervan beschuldigd wordt de in artikel 2 van dit protocol bedoelde bepalingen te schenden;
d) „arbitragepanel”: een krachtens artikel 6 van dit protocol ingesteld panel;
e) „vertegenwoordiger van een partij”: een werknemer van of een persoon aangewezen door een ministerie, een overheidsdienst of een ander overheidsorgaan van een partij;
f) „dag”: een kalenderdag, tenzij anders is bepaald.
2. Tenzij anders wordt overeengekomen, is de partij waartegen de klacht gericht is belast met de logistieke organisatie van geschillenbeslechtingsprocedures, in het bijzonder met de organisatie van de hoorzittingen. De Gemeenschap neemt echter de kosten van de organisatorische aspecten voor haar rekening, met uitzondering van de bezoldiging en de vergoeding van de onkosten van scheidsrechters, die worden gedeeld.
Kennisgevingen
3. Alle verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken en andere documenten worden door de partijen en het arbitra gepanel per fax verzonden; op dezelfde dag wordt een elektronische kopie daarvan per e-mail verzonden. Een bericht wordt geacht te zijn ontvangen op de datum van verzending, tenzij kan worden aangetoond dat dit niet het geval is.
4. Uiterlijk bij de inwerkingtreding van dit protocol delen de partijen elkaar het contactpunt mede dat zij voor alle kennisgevingen hebben aangewezen.
5. Kleine verschrijvingen in verzoeken, mededelingen, schriftelijke stukken of andere documenten in verband met de procedure van het arbitragepanel kunnen worden verbeterd door de indiening van een nieuw document waarin de wijzigingen duidelijk zijn aangegeven.
6. Indien de laatste dag waarop een document kan worden ingediend, valt op een officiële feest- of rustdag van Libanon of van de Gemeenschap, mag het document op de volgende werkdag worden ingediend. Op de eerste maandag in december zenden de partijen elkaar een lijst van hun officiële feest- en rustdagen in het daaropvolgende jaar. Op officiële feest- of rustdagen worden geen documenten, kennisgevingen of verzoeken van welke aard dan ook geacht te zijn ontvangen.
7. Afhankelijk van het voorwerp van de bepalingen waarop het geschil betrekking heeft, wordt van alle verzoeken en kennisgevingen die overeenkomstig dit protocol aan het subcomité Industrie, handel en diensten worden gezonden, een kopie gestuurd naar de relevante andere krachtens de Associatieovereenkomst opgerichte subcomités.
Aanvang van de arbitrage
8. a) Indien de leden van het arbitragepanel uit hoofde van artikel 6 van dit protocol of punt 18, 19 of 48 van dit reglement van orde door loting worden aangewezen, vindt de loting in aanwezigheid van vertegenwoordigers van beide partijen plaats.
b) Tenzij zij anders overeenkomen, vergaderen de partijen binnen zeven werkdagen na de datum van instelling van het arbitragepanel met dat panel om te beslissen over aangelegenheden die de partijen of het arbitragepanel passend achten, met inbegrip van de aan de scheidsrechters verschuldigde bezoldigingen en onkostenvergoedin gen, die aan de WTO-normen moeten beantwoorden. De leden van het arbitragepanel en de vertegenwoordigers van de partijen mogen per telefoon of per videoconferentie aan deze vergadering deelnemen.
9. a) Tenzij de partijen binnen vijf werkdagen na de datum van selectie van de scheidsrechters anders overeenkomen, xxxxx de taakomschrijving van het arbitragepanel als volgt:
„in het licht van de desbetreffende bepalingen van de Associatieovereenkomst de in het verzoek om instelling van het arbitragepanel beschreven aangelegenheid onderzoeken, zich uitspreken over de verenigbaarheid van de maat regel in kwestie met de in artikel 2 van het protocol bedoelde bepalingen en een uitspraak doen overeenkomstig artikel 8 van het Protocol betreffende geschillenbeslechting.”.
b) De partijen stellen het arbitragepanel binnen drie werkdagen in kennis van de overeengekomen taakomschrijving.
Eerste stukken
10. Uiterlijk twintig dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel dient de klagende partij haar eerste schriftelijke stuk in. Uiterlijk twintig dagen na de datum van indiening van het eerste schriftelijke stuk dient de partij waartegen de klacht gericht is haar verweerschrift in.
Werkwijze van arbitragepanels
11. De voorzitter van het arbitragepanel zit alle bijeenkomsten van het panel voor. Een arbitragepanel kan aan de voorzitter de bevoegdheid tot het nemen van administratieve en procedurele besluiten overdragen.
12. Tenzij in dit protocol anders is bepaald, kan het arbitragepanel bij zijn werkzaamheden alle mogelijke middelen gebruiken, waaronder telefoon-, fax- en computerverbindingen.
13. Hoewel alleen scheidsrechters aan de beraadslagingen van het arbitragepanel mogen deelnemen, kan het panel toestaan dat assistenten van het panel de beraadslagingen bijwonen.
14. Het opstellen van uitspraken is een exclusieve bevoegdheid van het arbitragepanel, die niet mag worden overgedra gen.
15. Wanneer zich een procedureel vraagstuk voordoet dat niet in de bepalingen van dit protocol en de bijlagen daarbij is geregeld, kan het arbitragepanel na overleg met de partijen een geschikte procedure vaststellen die in overeenstem ming is met die bepalingen.
16. Wanneer het arbitragepanel van oordeel is dat een procedurele termijn moet worden gewijzigd of een andere procedurele of administratieve aanpassing nodig is, stelt het de partijen schriftelijk in kennis van de redenen voor de wijziging of aanpassing onder vermelding van de vereiste termijn of aanpassing. Het arbitragepanel kan een dergelijke wijziging of aanpassing na overleg met de partijen goedkeuren. De termijnen van artikel 8, lid 2, van dit protocol kunnen niet worden gewijzigd.
Vervanging
17. Indien een scheidsrechter niet aan de procedure kan deelnemen, zich terugtrekt of moet worden vervangen, wordt overeenkomstig artikel 6, lid 3, een vervanger aangewezen.
18. Wanneer een partij van oordeel is dat een scheidsrechter de gedragscode schendt en om die reden moet worden vervangen, deelt zij dit de andere partij mede binnen vijftien dagen nadat zij kennis heeft genomen van de om standigheden die een wezenlijke schending van de gedragscode door de scheidsrechter inhouden.
Wanneer een partij van oordeel is dat de gedragscode wordt geschonden door een scheidsrechter die niet de voorzitter is, voeren de partijen overleg en indien zij tot overeenstemming komen, wordt de scheidsrechter vervangen en wordt overeenkomstig artikel 6, lid 3, van dit protocol een vervanger aangewezen.
Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of een scheidsrechter moet worden vervangen, kan een partij verzoeken de aangelegenheid aan de voorzitter van het arbitragepanel voor te leggen, wiens beslissing definitief is.
Indien de voorzitter van oordeel is dat een scheidsrechter de gedragscode schendt, wijst hij door loting een nieuwe scheidsrechter aan uit de personen die zijn opgenomen op de in artikel 19, lid 1, van dit protocol bedoelde lijst waarop de oorspronkelijke scheidsrechter stond. Indien de oorspronkelijke scheidsrechter krachtens artikel 6, lid 2, van dit protocol door de partijen was gekozen, wordt de vervanger door loting aangewezen uit de lijst van personen die overeenkomstig artikel 19, lid 1, van dit protocol zijn voorgesteld door de klagende partij en de partij waartegen de klacht gericht is. De nieuwe scheidsrechter wordt binnen vijf werkdagen na de indiening van het verzoek bij de voorzitter van het arbitragepanel aangewezen.
19. Wanneer een partij van oordeel is dat de gedragscode wordt geschonden door de voorzitter van het arbitragepanel, voeren de partijen overleg en indien zij tot overeenstemming komen, wordt de voorzitter vervangen en wordt overeenkomstig artikel 6, lid 3, van dit protocol een vervanger aangewezen.
Indien de partijen het niet eens worden over de vraag of de voorzitter moet worden vervangen, kan een partij verzoeken de aangelegenheid voor te leggen aan een van de resterende personen op de in artikel 19, lid 1, van dit protocol bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. Deze persoon wordt door loting aange wezen door de voorzitters van het subcomité Industrie, handel en diensten of hun vertegenwoordiger. De beslissing van deze persoon over de noodzaak tot vervanging van de voorzitter is definitief.
Indien deze persoon beslist dat de oorspronkelijke voorzitter de gedragscode schendt, wijst hij door loting een nieuwe voorzitter aan uit de resterende personen op de in artikel 19, lid 1, van dit protocol bedoelde lijst van personen die als voorzitter kunnen optreden. De nieuwe voorzitter wordt binnen vijf werkdagen na de indiening van het in dit punt bedoelde verzoek aangewezen.
20. De procedure van het arbitragepanel wordt geschorst gedurende de termijn die nodig is om de procedures van de punten 17, 18 en 19 te doorlopen.
Hoorzittingen
21. De voorzitter stelt in overleg met de partijen en de overige leden van het arbitragepanel de datum en het tijdstip van de hoorzitting vast en zendt de partijen hiervan een schriftelijke bevestiging. Indien de hoorzitting openstaat voor het publiek, wordt deze informatie openbaar gemaakt door de partij die belast is met de logistieke organisatie van de procedure. Tenzij een van de partijen hier bezwaar tegen heeft, kan het arbitragepanel besluiten geen hoorzitting bijeen te roepen.
22. Tenzij de partijen anders overeenkomen, wordt de hoorzitting in Brussel gehouden als Libanon de klagende partij is en in Beiroet als de Gemeenschap de klagende partij is.
23. In uitzonderlijke gevallen kan het arbitragepanel één aanvullende hoorzitting bijeenroepen. Voor de procedures van artikel 10, lid 2, artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 3, en artikel 13, lid 2, van dit protocol wordt geen aanvullende hoorzitting bijeengeroepen.
24. Gedurende alle hoorzittingen zijn alle scheidsrechters aanwezig.
25. De volgende personen kunnen een hoorzitting bijwonen, ongeacht of de procedure openstaat voor het publiek:
a) vertegenwoordigers van de partijen;
b) adviseurs van de partijen;
c) administratief personeel, tolken, vertalers en rechtbankverslaggevers, en
d) assistenten van scheidsrechters.
Alleen vertegenwoordigers en adviseurs van de partijen mogen het woord tot het arbitragepanel richten.
26. Uiterlijk vijf werkdagen voor de datum van een hoorzitting verstrekt elke partij het arbitragepanel een lijst met de namen van de personen die namens die partij pleidooien of uiteenzettingen op de hoorzitting zullen houden en van andere vertegenwoordigers of adviseurs die de hoorzitting zullen bijwonen.
27. De hoorzittingen van het arbitragepanel staan open voor het publiek, tenzij de partijen anders besluiten. Indien de partijen besluiten dat de hoorzitting niet openstaat voor het publiek, kan een deel van de zitting evenwel voor het publiek openstaan indien het arbitragepanel op verzoek van de partijen daartoe besluit. Het arbitragepanel komt echter in besloten zitting bijeen wanneer de stukken en pleidooien van een partij vertrouwelijke zakelijke informatie bevatten.
28. Het arbitragepanel leidt de hoorzitting op de volgende wijze: Pleidooi:
a) pleidooi van de klagende partij;
b) pleidooi van de partij waartegen de klacht gericht is.
Weerlegging:
a) pleidooi van de klagende partij;
b) repliek van de partij waartegen de klacht gericht is.
29. Het arbitragepanel kan op elk ogenblik van de hoorzitting vragen aan een van beide partijen stellen.
30. Het arbitragepanel laat een proces-verbaal van elke hoorzitting opmaken, dat zo spoedig mogelijk aan de partijen wordt verstrekt.
31. Binnen tien werkdagen na de datum van de hoorzitting kan elke partij een aanvullend schriftelijk stuk indienen over alle aspecten die tijdens de hoorzitting aan de orde zijn gekomen.
Schriftelijke vragen
32. Het arbitragepanel kan op elk moment van de procedure schriftelijke vragen aan een partij of aan beide partijen stellen. Beide partijen ontvangen een kopie van de vragen van het arbitragepanel.
33. Ook verstrekt een partij de andere partij een kopie van haar schriftelijke antwoord op de vragen van het arbitrage panel. Elke partij wordt in de gelegenheid gesteld binnen vijf werkdagen na de datum van ontvangst schriftelijke opmerkingen over het antwoord van de andere partij te maken.
Vertrouwelijkheid
34. Wanneer een hoorzitting van het arbitragepanel overeenkomstig punt 27 niet openbaar is, respecteren de partijen de vertrouwelijkheid van de zitting. Informatie die door de andere partij aan het arbitragepanel is verstrekt en als vertrouwelijk is aangemerkt, wordt door beide partijen vertrouwelijk behandeld. Wanneer een partij het arbitrage panel een vertrouwelijke versie van haar schriftelijke stuk verstrekt, dient zij op verzoek van de andere partij uiterlijk vijftien dagen na de datum van het verzoek of, indien dit later is, na de datum van indiening van het stuk, tevens een niet-vertrouwelijke samenvatting van het stuk in, die openbaar mag worden gemaakt. Dit reglement belet een partij niet haar eigen standpunten openbaar te maken.
Eenzijdige contacten
35. Het arbitragepanel heeft geen ontmoetingen of contacten met een partij in afwezigheid van de andere partij.
36. Een lid van het arbitragepanel mag geen aspecten van de inhoud van de procedure met een partij of met beide partijen bespreken in afwezigheid van de andere scheidsrechters.
Bijdragen van amici curiae
37. Tenzij de partijen binnen vijf dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel anders overeenkomen, kan het arbitragepanel ongevraagde schriftelijke bijdragen in ontvangst nemen, op voorwaarde dat zij binnen tien dagen na de datum van instelling van het arbitragepanel worden ingediend, beknopt zijn, met inbegrip van eventuele bijlagen in ieder geval niet meer dan vijftien getypte bladzijden tellen en direct van belang zijn voor de feitelijke vraag die door het arbitragepanel wordt onderzocht.
38. Deze bijdragen bevatten een beschrijving van de natuurlijke of rechtspersoon die de bijdrage indient, met inbegrip van de aard van zijn activiteiten en zijn financieringsbron, alsook nadere gegevens over het belang dat die persoon bij de arbitrageprocedure heeft. De bijdragen zijn gesteld in de talen die de partijen overeenkomstig de punten 42 en 43 van dit reglement van orde hebben gekozen.
39. Het arbitragepanel vermeldt in zijn uitspraak alle bijdragen die het overeenkomstig bovenstaande voorschriften heeft ontvangen. Het arbitragepanel is niet verplicht in zijn uitspraak op de in de bijdragen naar voren gebrachte argu menten in te gaan. Alle bijdragen die het arbitragepanel overeenkomstig dit punt heeft ontvangen, worden aan de partijen verstrekt om hen in de gelegenheid te stellen hierover opmerkingen te maken.
Dringende gevallen
40. In dringende gevallen, zoals bedoeld in dit protocol, kan het arbitragepanel de in dit reglement vastgestelde termijnen zo nodig in overleg met de partijen aanpassen; in dat geval stelt het de partijen daarvan in kennis.
Vertaling en vertolking
41. Tijdens het in artikel 6, lid 2, van dit protocol bedoelde overleg, en uiterlijk op de in punt 8, onder b), van dit reglement van orde bedoelde vergadering, proberen de partijen tot overeenstemming te komen over een gemeen schappelijke werktaal voor de procedures van het arbitragepanel.
42. Indien de partijen niet tot overeenstemming komen over een gemeenschappelijke werktaal, verstrekt elke partij voor eigen rekening een vertaling van haar schriftelijke stukken in de door de andere partij gekozen taal.
43. De partij waartegen de klacht gericht is, zorgt voor de vertolking van de pleidooien naar de door de partijen gekozen talen.
44. Uitspraken van het arbitragepanel worden gedaan in de door de partijen gekozen taal of talen.
45. Elke partij kan opmerkingen maken over een overeenkomstig dit reglement gemaakte vertaling van een document.
Berekening van termijnen
46. Wanneer de partijen een document ingevolge de toepassing van punt 6 van dit reglement van orde niet op dezelfde datum ontvangen, worden termijnen die ingaan vanaf de datum van ontvangst van dat document, vanaf de laatste datum van ontvangst berekend.
Andere procedures
47. Dit reglement van orde is ook van toepassing op de procedures van artikel 10, lid 2, artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 3, en artikel 13, lid 2, van dit protocol. De in dit reglement van orde vermelde termijnen voor de vaststelling van een uitspraak door het arbitragepanel worden in dat geval vervangen door de bijzondere termijnen die in die andere procedures zijn vastgesteld.
48. Indien het oorspronkelijke panel, of een of meer van de leden ervan, niet opnieuw kan (kunnen) bijeenkomen voor de procedures van artikel 10, lid 2, artikel 11, lid 2, artikel 12, lid 3, en artikel 13, lid 2, van dit protocol, is de procedure van artikel 6 van dit protocol van toepassing. De termijn voor de kennisgeving van de uitspraak wordt in dat geval met vijftien dagen verlengd.
BIJLAGE II
GEDRAGSCODE VOOR LEDEN VAN ARBITRAGEPANELS EN BEMIDDELAARS
Definities
1. In deze gedragscode wordt verstaan onder:
a) „lid” of „scheidsrechter”: een lid van een op grond van artikel 6 van dit protocol daadwerkelijk ingesteld arbitra gepanel;
b) „bemiddelaar”: een persoon die overeenkomstig artikel 4 van dit protocol een bemiddeling verricht;
c) „kandidaat”: een persoon wiens naam voorkomt op de in artikel 19 van dit protocol bedoelde lijst van scheids rechters en wiens selectie als lid van een arbitragepanel overeenkomstig artikel 6 wordt overwogen;
d) „assistent”: een persoon die in het kader van het mandaat van een lid, voor dat lid onderzoek verricht of ondersteunende taken uitvoert;
e) „procedure”: tenzij anders gespecificeerd, een procedure van een arbitragepanel uit hoofde van dit protocol;
f) „personeel”: met betrekking tot een lid, andere personen dan assistenten die onder zijn leiding en toezicht werkzaam zijn.
Verantwoordelijkheden in het kader van de procedure
2. Elke kandidaat en elk lid vermijdt laakbaar gedrag en de schijn van laakbaar gedrag, is onafhankelijk en onpartijdig, vermijdt directe en indirecte belangenconflicten en neemt bij zijn gedrag de hoogste normen in acht, teneinde de integriteit en onpartijdigheid van de regeling inzake geschillenbeslechting te garanderen. Voormalige leden leven de verplichtingen in de punten 15 tot en met 18 van deze gedragscode na.
Verplichtingen inzake openbaarmaking
3. Voorafgaand aan de bevestiging van hun aanstelling tot lid van het arbitragepanel op grond van dit protocol geven kandidaten opening van zaken over alle belangen, relaties of aangelegenheden die van invloed kunnen zijn op hun onafhankelijkheid of onpartijdigheid of waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat zij tijdens de procedure de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid zouden kunnen wekken. Daartoe stellen kandidaten alles in het werk wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van dergelijke belangen, relaties of aange legenheden.
4. Een kandidaat of lid meldt feitelijke of mogelijke schendingen van deze gedragscode uitsluitend bij het subcomité Industrie, handel en diensten, zodat deze door de partijen kunnen worden beoordeeld.
5. Na hun aanwijzing blijven leden alles in het werk stellen wat redelijkerwijs in hun vermogen ligt om na te gaan of er sprake is van de in punt 3 van deze gedragscode bedoelde belangen, relaties of aangelegenheden en maken zij deze in voorkomend geval openbaar. Op grond van de verplichting tot openbaarmaking zijn leden voortdurend gehouden dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar te maken wanneer deze zich tijdens de procedure voor doen. Leden maken dergelijke belangen, relaties en aangelegenheden openbaar door het subcomité Industrie, handel en diensten er schriftelijk van in kennis te stellen, zodat deze door de partijen kunnen worden beoordeeld.
Taken van leden
6. Na hun aanwijzing zetten leden zich gedurende de hele procedure in om hun taken nauwgezet, snel en billijk te vervullen.
7. Leden onderzoeken uitsluitend vragen die in de procedure aan de orde worden gesteld en die voor de uitspraak noodzakelijk zijn en dragen deze taak niet aan een andere persoon over.
8. Leden nemen alle nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de punten 2, 3, 4, 5, 16, 17 en 18 van deze gedragscode door hun assistenten en personeel worden gekend en nageleefd.
9. Leden onthouden zich van eenzijdige contacten in verband met de procedure.
Onafhankelijkheid en onpartijdigheid van leden
10. Leden zijn onafhankelijk en onpartijdig, vermijden de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid en laten zich niet leiden door eigenbelang, druk van buitenaf, politieke overwegingen, publieke protesten, trouw aan een partij of vrees voor kritiek.
11. Leden mogen noch direct noch indirect verplichtingen aangaan of voordelen accepteren die op welke wijze dan ook de goede uitoefening van hun taken verstoren of lijken te verstoren.
12. Leden gebruiken hun positie als lid van het arbitragepanel niet om persoonlijke of particuliere belangen te dienen en onthouden zich van handelingen die de indruk kunnen wekken dat anderen in een bijzondere positie verkeren waardoor zij invloed op hen kunnen uitoefenen.
13. Leden laten hun gedrag of oordeel niet beïnvloeden door financiële, zakelijke, professionele, familiale of sociale relaties of verantwoordelijkheden.
14. Leden gaan geen relaties aan en verwerven geen financiële belangen wanneer daardoor hun onpartijdigheid in het gedrang kan komen of wanneer redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daardoor de schijn van laakbaar gedrag of partijdigheid wordt gewekt.
Verplichtingen van voormalige leden
15. Voormalige leden onthouden zich van handelingen die de schijn kunnen wekken dat zij bij de uitoefening van hun taken niet onpartijdig waren of voordeel hebben gehad van het besluit of de uitspraak van het arbitragepanel.
Vertrouwelijkheid
16. Leden of voormalige leden mogen op geen enkel ogenblik niet-openbare informatie over of verkregen tijdens de procedure openbaar maken of gebruiken, behalve voor de doeleinden van de procedure, en mogen deze informatie in geen geval openbaar maken of gebruiken om persoonlijk voordeel te behalen, anderen een voordeel te schenken of het belang van anderen in negatieve zin te beïnvloeden.
17. Leden mogen uitspraken van het arbitragepanel of delen daarvan niet openbaar maken voordat zij overeenkomstig dit protocol bekend worden gemaakt.
18. Leden of voormalige leden mogen op geen enkel ogenblik informatie over de beraadslagingen van het arbitragepanel of over de standpunten van de leden openbaar maken.
Uitgaven
19. Leden houden de aan de procedure bestede tijd en de hiervoor gedane uitgaven bij en overleggen hiervan een eindafrekening.
Bemiddelaars
20. De in deze gedragscode beschreven voorschriften voor leden of voormalige leden zijn van overeenkomstige toepas sing op bemiddelaars.
VERTALING
Gezamenlijke verklaring
van de Europese Unie en de Republiek Libanon
naar aanleiding van de ondertekening van de overeenkomst in de vorm van een protocol tot vaststelling van een regeling inzake de beslechting van geschillen in verband met de handelsbepalingen van de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Libanon, anderzijds
Met de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009 heeft de Europese Unie de Europese Gemeenschap vervangen en is zij in haar plaats getreden en sedert die datum oefent de Europese Unie alle rechten uit en neemt zij alle verplichtingen van de Europese Gemeenschap op zich.
Derhalve dient „de Europese Gemeenschap” in de tekst van bovengenoemde overeenkomst, die heden wordt ondertekend, waar van toepassing te worden gelezen als „de Europese Unie”.
Gedaan te Brussel, 11 november 2010.
Voor de Europese Unie Voor de Republiek Libanon