NAAM EN WERKGEBIED
NAAM EN WERKGEBIED
Artikel 1.
1. De vereniging draagt de naam: Onderlinge Begrafenisvereniging “Nieuwleusen en Omstreken” U.A. (in deze statuten verder aangeduid als “de vereniging”).
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Dalfsen.
3. De vereniging heeft haar werkgebied in de gemeente Dalfsen en omliggende gemeenten.
DOEL EN GRONDSLAG
Artikel 2.
1. De vereniging stelt zich ten doel voor haar leden op de nader bij deze statuten en/of reglement vastgestelde en/of vast te stellen voorwaarden, op onderlinge grondslag op passende wijze begrafenissen, crematies en uitvaarten te laten verzorgen en om door onderlinge waarborg de financiële lasten onder de leden te verspreiden.
2. Levensverzekeringsovereenkomsten zullen door de vereniging niet mogen worden afgesloten.
DUUR EN BOEKJAAR
Artikel 3.
1. De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd en is oorspronkelijk opgericht op een januari negentienhonderd zeven en twintig.
2. Het boekjaar van de vereniging, tevens verenigingsjaar, loopt van een januari tot en met een en dertig december van een kalenderjaar.
LEDEN
Artikel 4.
1. Leden kunnen
a. natuurlijke personen van achttien jaar of ouder, die ten tijde van de verwerving van het lidmaatschap woonachtig zijn in het werkgebied van de vereniging; en
b. kinderen van de leden die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (jeugdleden).
2. Het bestuur houdt een register waarin de namen en adressen van alle leden zijn opgenomen.
AANMELDING EN TOELATING
Artikel 5.
1. De natuurlijke persoon die lid van de vereniging wenst te worden, moet zich schriftelijk aanmelden bij het bestuur.
2. Het bestuur beslist binnen één maand omtrent de toelating van de leden.
3. De algemene ledenvergadering kan reglementen vaststellen omtrent de toelating van leden door het bestuur
4. Toetredende leden betalen een intredegeld, waarvan de hoogte leeftijdsafhankelijk, door de algemene vergadering wordt vastgesteld en het tijdstip van betaling wordt vastgesteld door het bestuur.
EINDE VAN HET LIDMAATSCHAP
Artikel 6.
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door het overlijden van het lid;
b. door opzegging van het lid;
c. door opzegging van het lid namens de vereniging.
Deze opzegging kan geschieden wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten voor het
lidmaatschap bij de statuten gesteld, te voldoen, wanneer hij zijn verplichtingen jegens de vereniging niet nakomt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren:
d. door ontzetting;
Deze ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Opzegging namens de vereniging geschiedt door het bestuur.
3. Opzegging van het lidmaatschap kan door het lid of door de vereniging slechts schriftelijk geschieden tegen het einde van de contributieperiode en met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste één maand. Echter kan het lidmaatschap wederzijds onmiddellijk worden beëindigd, indien, hetzij van de vereniging, hetzij van het lid, redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.
4. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgevonden, loopt het lidmaatschap door tot het einde van de eerstvolgende contributieperiode.
5. Een lid is niet bevoegd bij opzegging van zijn lidmaatschap zijn financiële verplichtingen als lid uit te sluiten.
6. Ontzetting uit het lidmaatschap geschiedt door het bestuur.
7. Wanneer het lidmaatschap in de loop van de contributieperiode eindigt, blijft het lid desalniettemin de contributie tot het einde van de contributieperiode verschuldigd.
VERPLICHTINGEN VAN DE LEDEN / (JAARLIJKSE)BIJDRAGEN
Artikel 7.
1. De leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse bijdrage, waarvan het bedrag en de termijnen door de algemene vergadering zullen worden vastgesteld.
2. Het bestuur is bevoegd in bijzondere gevallen gehele of gedeeltelijke ontheffing van de verplichting tot het betalen van een bijdrage te verlenen.
3. Voor diensten van de vereniging ten behoeve van een lid kunnen bijdragen worden berekend, zulks op basis van een door de algemene vergadering vast te stellen reglement.
RECHTEN VAN DE LEDEN
Artikel 8.
1. Aan elk lid wordt een bewijs van lidmaatschap uitgereikt door twee leden van het bestuur ondertekend, en voorzien van het nummer, waaronder het lid in het ledenregister is ingeschreven.
2. De aard van de begrafenis of crematie en de omvang van de voorzieningen worden vastgesteld door de algemene vergadering en in het huishoudelijk reglement vastgelegd.
3. De leden van de vereniging hebben recht op een begrafenis of crematie voor rekening van de vereniging met inachtneming van het bepaalde in lid 2.
4. Indien van een lid de begrafenis of crematie buiten het werkgebied der vereniging wordt gewenst en plaatsvindt, komen de meerdere kosten voor rekening der nabestaanden.
5. Voor leden van de vereniging die buiten het werkgebied van de vereniging worden begraven of gecremeerd, zal de vereniging de kosten der begrafenis of crematie vergoeden tot maximaal het bedrag van de pakketwaarde zoals berekend door de actuaris en vastgesteld door het bestuur, mits het lidmaatschap ten tijde van het overlijden nog van kracht was. Alvorens vergoeding kan plaatshebben dient het bestuur in het bezit te worden gesteld van een overlijdensakte van de Burgerlijke Stand van de gemeente waar het overlijden plaatsvond en een verklaring van erfrecht.
AANSPRAKELIJKHEID LEDEN
Artikel 9.
De leden zijn noch tijdens het bestaan van de vereniging, noch bij liquidatie aansprakelijk voor de verbintenissen van de vereniging.
BESTUUR
Artikel 10.
1. Het bestuur bestaat uit ten hoogste negen personen, die door de algemene vergadering worden benoemd. De algemene vergadering stelt het aantal bestuursleden vast binnen de in de eerste zin genoemde grenzen. De benoeming geschiedt uit de leden, behoudens het bepaalde in lid 2.
2. De algemene vergadering kan besluiten dat maximaal drie leden van het bestuur buiten de leden wordt benoemd.
3. De benoeming van bestuursleden geschiedt uit één of meer bindende voordrachten, behoudens het bepaalde in lid 4. Tot het opmaken van zulk een voordracht zijn bevoegd zowel het bestuur als tenminste tien leden tezamen. De voordracht van het bestuur wordt bij het oproepen voor de vergadering meegedeeld. Een voordracht door ten minste tien leden opgemaakt moet vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij het bestuur worden ingediend.
4. Aan elke voordracht kan het bindend karakter worden ontnomen door een met tenminste twee/derde van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van de algemene vergadering, genomen in een vergadering waarin tenminste twee/derde van de leden vertegenwoordigd is.
5. Is geen voordracht gemaakt, of besluit de algemene vergadering overeenkomstig het voorgaande lid de opgemaakte voordrachten het bindend karakter te ontnemen, dan is de algemene vergadering vrij in haar keus.
6. Indien er meer dan één bindende voordracht is, geschiedt de benoeming uit die voordrachten.
7. De bestuursleden dienen meerderjarig te zijn.
8. Wie de leeftijd van vijf en zeventig jaar heeft bereikt is niet tot bestuurslid benoembaar.
EINDE BESTUURSLIDMAATSCHAP-PERIODIEK AFTREDEN, SCHORSING
Artikel 11.
1. Elk bestuurslid, ook wanneer hij voor een bepaalde tijd benoemd is, kan te allen tijde door de algemene vergadering worden ontslagen of geschorst. Een schorsing die niet binnen drie maanden gevolgd wordt door een besluit tot ontslag, eindigt door het verloop van die termijn.
2. Elke bestuurslid treedt uiterlijk vijf jaar na zijn benoeming af, volgens een door het bestuur op te maken rooster van aftreden. De afgetredene is herkiesbaar, behoudens het bepaalde in lid 8 van artikel 10. Wie in een tussentijdse vacature wordt benoemd neemt op het rooster de plaats van zijn voorganger in.
3. Een bestuurslid die de leeftijd van vijf en zeventig jaar heeft bereikt treedt af in de jaarvergadering, gehouden in het jaar nadat hij die leeftijdsgrens heeft bereikt.
4. Het bestuurslidmaatschap eindigt voorts:
a. door het eindigen van het lidmaatschap van de vereniging;
b. door bedanken.
BESTUURSFUNCTIES-BESLUITVORMING VAN HET BESTUUR
Artikel 12.
1. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor voorzitter, secretaris en penningmeester uit zijn midden een vervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie bekleden.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris notulen opgemaakt, die door de voorzitter en de secretaris worden vastgesteld.
3. Het bestuur kan slechts besluiten nemen, indien de meerderheid van de bestuursleden aanwezig of rechtsgeldig vertegenwoordigd is. Xxxxx bestuurslid heeft één stem. De leden van de directie – zo die er is
– zijn bevoegd de vergaderingen van het bestuur bij te wonen, doch hebben geen stemrecht. Het bestuur besluit met gewone meerderheid van stemmen. Alle stemmingen geschieden mondeling tenzij een der bestuursleden schriftelijke stemming verlangt. Bij staking van stemmen wordt een nieuwe stemming gehouden. Staken alsdan de stemmen opnieuw dan wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
4. Bij huishoudelijk reglement kunnen nadere regelingen aangaande de vergaderingen van en de besluitvorming door het bestuur worden gegeven.
BESTUURSTAAK
Artikel 13.
1. Behoudens de beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.
2. Indien het aantal bestuursleden beneden drie is gedaald, blijft het bestuur bevoegd. Het is echter verplicht zo spoedig mogelijk een algemene vergadering te beleggen waarin de voorziening in de open plaats of de open plaatsen aan de orde komt.
3. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde onderdelen van zijn taak te doen uitvoeren door kommissies, die door het bestuur worden benoemd.
4. Tot het navolgende is het bestuur slechts bevoegd na toestemming van de algemene vergadering:
a. het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen;
b. het verlenen van goedkeuring aan het bestuur van de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid: Uitvaartverzorging Nieuwleusen B.V., statutair gevestigd te Nieuwleusen tot het sluiten van overeenkomsten tot het kopen, vervreemden of bezwaren van registergoederen;
c. het sluiten van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstelling voor een schuld van een derde verbindt. Op het ontbreken van de hier bedoelde toestemming kan door of tegen derden geen beroep worden gedaan.
VERTEGENWOORDIGING
Artikel 14.
1. Onverminderd het in de laatste volzin van lid 2 bepaalde, wordt de vereniging in en buiten rechte vertegenwoordigd door:
a. hetzij het bestuur;
b. hetzij de voorzitter;
x. xxxxxx, bij ontstentenis of belet van de voorzitter, door diens plaatsvervanger en de secretaris of de penningmeester tezamen.
2. Bestuursleden aan wie krachtens deze statuten vertegenwoordigingsbevoegdheid is toegekend, oefenen deze bevoegdheid niet uit dan nadat tevoren een bestuursbesluit is genomen, waarbij tot het aangaan van de betrokken rechtshandeling of rechtshandelingen is besloten. Overtreding hiervan kan noch door, noch aan de vereniging of de wederpartij worden tegengeworpen.
DIREKTIE
Artikel 15.
1. Het bestuur kan de dagelijkse leiding van de vereniging en het beheer over de financiële middelen op dragen aan een directie, die wordt benoemd, ontslagen en geschorst door het bestuur. De directie zal tevens het coördineren van de activiteiten worden opgedragen, die in het kader der vereniging zijn te verrichten.
2. Het bestuur kan delen van haar taak op andere gebieden dan vorenstaande, opdragen aan de directie. In die opdracht zal tevens worden bepaald of en in hoeverre de directie de bevoegdheid verkrijgt de vereniging te vertegenwoordigen op in die opdracht bepaald aangewezen gebieden.
3. Het bestuur stelt de arbeidsvoorwaarden en taakomschrijving van de directieleden en overig personeel, dat in dienstverband bij de vereniging werkzaam is, vast.
JAARREKENING
Artikel 16.
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging zodanig aantekening te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2.
a. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar (tevens verenigingsjaar), behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt deze voor de leden ter inzage ten kantore van de vereniging.
b. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het jaarverslag ter inzage voor de leden ten kantore van de vereniging;
c. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt;
d. Na afloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording in rechte van het bestuur vorderen.
3.
a. De vereniging verleent opdracht tot onderzoek van de jaarrekening aan een registeraccountant of aan een Accountants-Administratieconsulent overeenkomstig het bepaalde in artikel 2:393 leden 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboek;
b. b. De accountant onderzoekt of de jaarrekening het volgens de wet vereiste inzicht geeft. Hij gaat voorts na, of de jaarrekening aan de bij en krachtens de wet gestelde voorschriften voldoet, of het jaarverslag, voor zover hij dat kan beoordelen, overeenkomstig titel negen van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is opgesteld en met de jaarrekening verenigbaar is, en of de bij de wet vereiste gegevens zijn toegevoegd.
4. De accountant brengt omtrent zijn onderzoek verslag uit aan het bestuur. Hij maakt daarbij ten minste melding van zijn bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en continuïteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking.
5. De accountant geeft de uitslag van zijn onderzoek weer in een verklaring omtrent de getrouwheid van de jaarrekening.
6. De jaarrekening kan niet worden vastgesteld of goedgekeurd, indien de algemene vergadering geen kennis heeft kunnen nemen van de verklaring van de accountant, die aan de jaarrekening moest zijn toegevoegd, tenzij onder de overige gegevens een wettige grond wordt medegedeeld waarom de verklaring ontbreekt.
7. Goedkeuring door de algemene vergadering van het jaarverslag en de jaarrekening strekt het bestuur tot décharge voor alle handelingen, voorzover die uit deze jaarstukken blijken.
8. Het bestuur is verplicht de bescheiden als bedoeld in de leden 1 en 2, tien jaar lang te bewaren.
9. Het bestuur stelt vóór één mei van elk jaar een begroting voor het komende verenigingsjaar op, welke de goedkeuring van de algemene vergadering behoeft.
ALGEMENE VERGADERING
Artikel 17.
1. Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de Wet of de statuten aan het bestuur zijn opgedragen.
2. Jaarlijks, uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het verenigingsraad, wordt een algemene vergadering
- de jaarvergadering – gehouden. In deze jaarvergadering komen onder meer aan de orde:
a. het jaarverslag en de jaarrekening bedoeld in artikel 16 met de accountants verklaring;
b. de benoeming van de in artikel 16 bedoelde registeraccountant of Accountants- Administratieconsulent voor het volgende verenigingsjaar;
c. voorzieningen in eventuele vacatures;
d. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij de oproeping van de vergadering. De voorstellen van de leden moeten zijn ondertekend door minstens tien leden en minstens één week,
voordat de oproepingen door het bestuur aan de leden overeenkomstig artikel 21 lid 1 moeten worden verzonden, ter kennis van het bestuur zijn gebracht.
3. Andere algemene vergaderingen worden gehouden zo dikwijls het bestuur dit wenselijk oordeelt. 4.
a. Voorts is het bestuur op schriftelijk verzoek van tenminste een zodanig aantal leden als bevoegd is tot het uitbrengen van één/tiende gedeelte der stemmen verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken;
b. Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan door oproeping overeenkomstig artikel 23 of bij advertentie in tenminste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is veel gelezen dagblad of advertentieblad. In afwijking van de vorige zin, kan de oproep tot het bijwonen van de algemene ledenvergadering eveneens geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het lid voor dit doel aan de vereniging bekend heeft gemaakt, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd.
TOEGANG EN STEMRECHT
Artikel 18.
1. Toegang tot de algemene vergadering hebben alle leden van de vereniging, alsmede het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is en de leden der directie. Geschorste bestuursleden hebben geen toegang tot de algemene vergadering. Geschorste leden hebben geen toegang tot de algemene vergadering, behoudens gedurende de beroepingstermijn.
2. Over toelating van andere dan de in lid 1 bedoelde personen beslist de algemene vergadering.
3. Een gewoon lid van de vereniging, dat niet geschorst is heeft één stem. Jeugdleden hebben geen stemrecht. Het bestuurslid dat geen lid van de vereniging is, heeft een raadgevende stem.
4. Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid uitbrengen. Een lid kan slechts als gemachtigde van één ander lid optreden.
VOORZITTERSCHAP-NOTULEN
Artikel 19.
1. De algemene vergaderingen worden geleid door de voorzitter van de vereniging of zijn plaatsvervanger. Ontbreken de voorzitter en zijn plaatsvervanger, dan treedt één der andere bestuursleden, door het bestuur aan te wijzen, als voorzitter op. Xxxxx ook op deze wijze niet in het voorzitterschap voorzien, dan voorziet de vergadering daarin zelve.
2. Van het verhandelde in elke vergadering worden door de secretaris of een ander door de voorzitter daartoe aangewezen persoon notulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend. De jaarrekening en het verslag als bedoeld in artikel 16 wordt door de voorzitter, secretaris en penningmeester, na vaststelling door de algemene vergadering, ondertekend. Zij die de vergadering bijeenroepen kunnen een notarieel proces-verbaal van het verhandelde doen opmaken. De inhoud van de notulen of van het proces-verbaal wordt ter kennis van de leden gebracht.
BESLUITVORMING VAN DE ALGEMENE VERGADERING
Artikel 20.
1. Het ter algemene vergadering uitgesproken oordeel van de voorzitter dat door de vergadering een besluit is genomen, is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit voorzover gestemd werd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.
2. Wordt echter onmiddellijk na het uitspreken van het in de eerste lid bedoelde oordeel de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, wanneer de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Voor zover de statuten, de Wet of het huishoudelijk reglement niet anders bepalen, worden alle besluiten van de algemene vergadering genomen met volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Onder volstrekte meerderheid van stemmen wordt verstaan de meerderheid van het totaal op de betreffende vergadering blijkens de presentielijst uit te brengen stemmen.
4. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht.
5. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, heeft een tweede stemming, of ingeval van een bindende voordracht, een tweede stemming tussen de voorgedragen kandidaten, plaats. Heeft alsdan weder niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan vinden herstemmingen plaats, totdat hetzij één persoon de volstrekte meerderheid heeft verkregen, hetzij tussen twee personen is gestemd en de stemmen staken. Bij gemelde herstemming (waaronder niet is begrepen de tweede stemming) wordt telkens gestemd tussen de personen op wie bij de voorafgaande stemming is gestemd, evenwel uitgezonderd de persoon, op wie bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen is uitgebracht. Is bij die voorafgaande stemming het geringste aantal stemmen op meer dan één persoon uitgebracht dan wordt door loting uitgemaakt, op wie van de personen bij de nieuwe stemming geen stemmen meer kunnen worden uitgebracht. Xxxxxxx bij een stemming tussen twee personen de stemmen staken, beslist het lot wie van beiden is gekozen.
6. Indien de stemmen staken over een voorstel, niet rakende verkiezing van personen, dan is het verworpen.
7. Over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de voorzitter een schriftelijke stemming gewenst acht of één der stemgerechtigde leden zulks vóór de stemming verlangt. Over personen wordt schriftelijk gestemd. Schriftelijke stemming geschiedt bij ondertekende gesloten briefjes. Besluitvorming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
8. Een éénstemmig besluit van alle leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.
9. Zolang in een algemene vergadering alle leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn, kunnen geldige besluiten worden genomen, mits met algemene stemmen, omtrent alle aan de orde komende onderwerpen – dus mede een voorstel tot statutenwijziging of tot ontbinding – ook al heeft geen oproeping plaatsgehad of is deze niet op de voorgeschreven wijze geschied, of is enig ander voorschrift omtrent het oproepen en houden van vergaderingen of een daarmee verband houdende formaliteit niet in acht genomen.
BIJEENROEPING ALGEMENE VERGADERING
Artikel 21.
1. De algemene vergaderingen worden bijeengeroepen door het bestuur. De oproep geschiedt schriftelijk aan de adressen van de leden volgens het ledenregister bedoeld in artikel 4, of door plaatsing van een advertentie in een in het werkgebied der vereniging veel gelezen krant en/of advertentieblad. In afwijking van de vorige zin, kan de oproep tot het bijwonen van de algemene ledenvergadering eveneens geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat het lid voor dit doel aan de vereniging bekend heeft gemaakt, mits het lid met deze wijze van oproeping heeft ingestemd. De termijn voor de oproeping bedraagt tenminste zeven dagen.
2. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld, onverminderd het bepaalde in artikel 20.
REGLEMENT
Artikel 22.
1. De algemene vergadering kan één of meer reglementen van huishoudelijke of organisatorische aard vaststellen.
2. Een reglement mag niet in strijd zijn met de Wet, ook niet waar die geen dwingend recht bevat, noch met de statuten.
3. Een reglement kan bij gewone meerderheid van stemmen door de algemene vergadering worden gewijzigd.
STATUTENWIJZIGING
Artikel 23.
1. In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden aangebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijzigingen van de statuten zullen worden voorgesteld.
2. Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten tenminste vijf dagen voor de vergadering een afschrift van dat voorstel waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. In de oproeping tot de vergadering moet de plaats waar het voorstel tot statutenwijziging is of zal worden neergelegd, vermeld worden.
3. Een besluit tot statutenwijziging behoeft tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen, in een vergadering waarin tenminste drie/vierde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd is. Is niet drie/vierde van de leden tegenwoordig of vertegenwoordigd dan wordt na verloop van twee weken doch binnen vier weken daarna een tweede vergadering bijeengeroepen en gehouden, waarin over het voorstel, ongeacht het aantal tegenwoordige of vertegenwoordigde leden, kan worden besloten, mits met een meerderheid van tenminste drie/vierde van de uitgebrachte stemmen.
4. Een statutenwijziging treedt niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. Tot het doen verlijden van de akte is ieder bestuurslid bevoegd.
ONTBINDING
Artikel 24.
1. De vereniging kan worden ontbonden door een besluit van de algemene vergadering. Het bepaalde in de leden 1, 2, 3 en 4 van het voorgaande artikel is overeenkomstige toepassing.
2. De vereffening van het vermogen van de ontbonden vereniging geschiedt door het bestuur, tenzij bij het besluit tot ontbinding één of meer anderen tot vereffenaar zijn aangewezen.
3. Het batig saldo na vereffening vervalt aan degenen die ten tijde van het besluit tot ontbinding lid waren. Ieder hunner ontvangt een gelijk deel. Bij het besluit tot ontbinding kan echter ook door de algemene vergadering een andere bestemming aan het batig saldo worden gegeven.
SLOTBEPALING
Artikel 25.
Over alles wat niet door de wet, de statuten of het huishoudelijk reglement wordt geregeld, beslist het bestuur.