Bijlage 1: Inhoudelijke en specifieke B1
Bijlage 1: Inhoudelijke en specifieke B1
leveringsvoorwaarden
De Regio WBO heeft inhoudelijke en specifieke leveringsvoorwaarden opgesteld. Dit zijn Voorwaarden die gesteld worden aan de uitvoering van de jeugdhulp. De specifieke leverings- voorwaarden vormen een concretisering van de artikelen uit de Overeenkomst. Het doel van de inhoudelijke leveringsvoorwaarden is om de visie en doelen die gesteld zijn in het Inkoopdocument door de Regio WBO te kunnen realiseren. De komende contractperiode zullen deze inhoudelijke en specifieke leveringsvoorwaarden gecontroleerd worden en onderwerp van gesprek zijn in bijeenkomsten en gesprekken met de Aanbieders.
HOOFDSTUK 1 SPECIFIEKE LEVERINGSVOORWAARDEN
Artikel 1 Wettelijk kader
1. De Opdrachtnemer voert de Opdracht uit in overeenstemming met de Jeugdwet en andere - voor uitvoering van de Opdracht – relevante regelgeving.
2. Opdrachtnemer is bekend met de Verordening jeugdhulp en het Uitvoeringsbesluit jeugdhulp van de Gemeenten in de Regio WBO.
3. Opdrachtnemer is bekend met het beleid van de Gemeenten in de Regio WBO, zoals neergelegd in de gemeentelijke beleidsplannen jeugdhulp en handelt hiernaar.
Artikel 2 Acceptatieplicht
Opdrachtnemer verleent jeugdhulp aan de Cliënt die volgens de daarvoor gestelde wettelijke regels of gemeentelijke verordeningen naar hem zijn verwezen, tenzij dit in redelijkheid niet van hem gevraagd kan worden of Opdrachtnemer aantoont dat hij de gevraagde jeugdhulp niet kan en/of mag bieden.
Artikel 3 Onderaannemerschap
1. Het is de Opdrachtnemer toegestaan om, indien is voldaan aan artikel 12 van de Overeenkomst, voor de uitvoering van (onderdelen van) de Overeenkomst derden (onderaannemers) in te schakelen. Onderaannemerschap ontslaat de Opdrachtnemer niet van diens verplichtingen voortvloeiend uit de Opdracht.
2. Opdrachtnemer blijft verantwoordelijk voor de uitvoering van de jeugdhulp, indien voor (een gedeelte van) de uitvoering een onderaannemer wordt ingeschakeld.
3. De Opdrachtgever stelt bij de inschakeling van onderaannemers de voorwaarde dat de aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie Jeugdzorg1 in acht worden genomen.
4. Indien Opdrachtnemer voornemens is om een onderaannemer in te schakelen, dient hiervoor op voorhand aan de Opdrachtgever toestemming gevraagd te worden. Als bij de Aanmelding al bekend is dat onderdelen van de jeugdhulp in onderaanneming uitgevoerd zullen worden, dan dient dit in de Aanmelding te worden aangegeven. Als er pas tijdens de uitvoering van de opdracht een onderaannemer wordt ingeschakeld, dient dit direct gemeld te worden aan Opdrachtgever.
Artikel 4 Woonplaatsbeginsel
1. Feitelijke vaststelling van de verantwoordelijke Gemeente door middel van toepassing van het woonplaatsbeginsel is de verantwoordelijkheid van de Opdrachtgever.
2. Het woonplaatsbeginsel wordt toegepast volgens de geldende wettelijke bepalingen als genoemd bij de definiëring van woonplaats in artikel 1.1 Jeugdwet.
0089_18_V1
1 Onderaannemers in de Jeugdzorg, Inspectie Jeugdzorg, Utrecht, maart 2013.
3. Bij afkeuring van een Verzoek om toewijzing jeugdhulp of Declaratie/Facturatie op het woonplaatsbeginsel, draagt Opdrachtgever de zorg om Opdrachtnemer te informeren over de juiste Gemeente waartoe Opdrachtnemer zich kan richten
4. Bij verhuizing van een Jeugdige naar een Gemeente die wordt vertegenwoordigd door Opdrachtgever, een Gemeente uit de Regio WBO, waarbij Cliënt en gezagsdrager de dienstverlening door Opdrachtnemer willen continueren, honoreert Opdrachtgever de oorspronkelijk afgegeven Verwijzing van jeugdhulp voor de duur waarvoor deze is afgegeven, met een maximum van één jaar.
Artikel 5 Informatieplicht
1. De Opdrachtnemer stelt de Opdrachtgever zo spoedig mogelijk op de hoogte van:
a. dreigende problemen in de bedrijfsvoering die de continuïteit en kwaliteit van de jeugdhulp in gevaar brengen;
b. inspectierapporten die door een met toezicht belaste ambtenaar zijn uitgebracht. Het inspectierapport stelt de Opdrachtnemer desgevraagd aan Opdrachtgever ter beschiking.
Artikel 6 Privacy
1. Opdrachtnemer en Opdrachtgever werken volgen de ‘Vuistregels voor professionals bij gegevensuitwisseling en privacy’.
2. Opdrachtnemer en Opdrachtgever maken na het sluiten van de Overeenkomst afspraken over de verwerking van persoonsgegevens.
Artikel 7 Calamiteiten
1. Opdrachtnemer meldt een calamiteit bij Opdrachtgever, direct nadat hij deze bij de toezichthouder heeft gemeld.
2. Opdrachtnemer informeert Opdrachtgever over de aard en omvang van de calamiteit zonder daarbij tot individuele personen herleidbare gegevens te gebruiken.
3. Opdrachtgever en Opdrachtnemer maken na de melding afspraken over het informeren van elkaar, direct betrokkenen van andere overheidsdiensten en/of andere professionals, alsmede over de informatieverstrekking aan media en aan politiek verantwoordelijken.
HOOFDSTUK 2: INHOUDELIJKE LEVERINGSVOORWAARDEN
Artikel 8 Rechtmatigheid
1. De Opdrachtnemer toetst of de Verwijzing valt onder de Jeugdwet en rechtmatig is.
2. De Opdrachtnemer toetst conform het woonplaatsbeginsel welke Gemeente financieel verantwoordelijk is.
3. In de Verwijzing dient sprake te zijn van de noodzaak van de gevraagde jeugdhulp, inclusief de vermoedelijk benodigde jeugdhulp.
4. Indien de juistheid en noodzaak niet blijkt, neemt de Opdrachtnemer contact op met de Verwijzer teneinde een juiste Verwijzing tot stand te brengen.
5. De Verwijzing, of een afschrift daarvan, dient te worden opgenomen in het cliëntdossier.
Artikel 9 Plan
1. Het verlenen van ambulante jeugdhulp gebeurt op basis van een met de Jeugdige en zijn Cliëntsysteem overeengekomen plan.
2. Het plan dient tussentijds en aan het eind van de jeugdhulp met de Jeugdige en zijn Cliëntsysteem te worden geëvalueerd.
3. Uit het dossier moet blijken dat het plan met Jeugdige en het Gezin besproken is, wat hun mening is en in hoeverre er sprake is van overeenstemming.
4. De Opdrachtnemer geeft een deugdelijke terugkoppeling na afsluiting van de jeugdhulp- verlening aan de Verwijzer.
Artikel 10 Passende jeugdhulp
1. Opdrachtnemer verleent jeugdhulp zo licht als mogelijk, maar zo zwaar als noodzakelijk.
2. Opdrachtnemer verleent jeugdhulp niet langer dan noodzakelijk.
3. Opdrachtnemer zet zich in om tijdig op en af te schalen en daarin samen te werken met alle partners in de jeugdketen. Onder meer in evaluatiegesprekken, zoals genoemd in artikel 9 lid 2, is er aandacht voor het op- en afschalen van de jeugdhulp.
Artikel 11 Samenwerken
1. De Opdrachtnemer informeert de Xxxxxxxxx gevraagd en ongevraagd over de voortgang van de jeugdhulp, dit gebeurt minimaal één keer per zes maanden.
2. De Opdrachtnemer draagt zorg voor een goede samenwerking met het Cliëntsysteem. Hieronder wordt in ieder geval verstaan onderlinge afstemming tussen de Opdrachtne- mer, de Verwijzer en andere betrokken professionals.
3. Bij aanvang van en gedurende het jeugdhulptraject wordt afgesproken met de Jeugdige en het Cliëntsysteem met wie welke informatie gedeeld mag worden.
Artikel 12 Regie
1. Opdrachtnemer houdt regie op de inhoud van de jeugdhulp.
2. Op het moment dat de jeugdhulp bij Opdrachtnemer is gestart neemt Opdrachtnemer het initiatief om samen met Xxxxxxxxx, Jeugdige, Clientsysteem afspraken te maken over de wijze waarop regie gehouden wordt op het proces.
Artikel 13 Vervolgtraject
1. Indien tijdens de jeugdhulp of bij de afsluiting ervan blijkt dat de Jeugdigen verwezen dient te worden naar een andere Aanbieder of andere Jeugdprofessional, zorgt Opdracht- nemer voor een zorgvuldige en volledige overdracht.
2. Het overdragen van een Cliënt naar een andere Aanbieder kan alleen plaatsvinden in overleg met en met toestemming van de Verwijzer.
3. De Opdrachtnemer organiseert een zogenaamde ‘warme overdracht’ van informatie en werkrelatie van de Jeugdige naar de nieuwe Opdrachtnemer.
4. Opdrachtgever streeft naar behandelaarstrouwheid. Dit behoeft samenwerking tussen Xxxxxxxxxx en/of andere betrokken partijen.
Artikel 14 Deugdelijke overdracht naar andere financieringsvorm
1. Opdrachtnemer is mede verantwoordelijk voor een warme overdracht naar een andere financieringsvorm. Andere financieringsvormen zijn:
a. Wet Langdurige Zorg (Wlz);
b. Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo);
c. Zorgverzekeringswet (Zvw);
d. andere relevante wetgeving.
2. Bij het verlenen van jeugdhulp aan een jongere van 16 jaar of ouder, waarvan de verwachting bestaat dat de hulpvraag doorloopt na het 18e levensjaar, neemt Opdracht- nemer het initiatief om samen met de Jeugdige en het Cliëntsysteem een toekomstplan/ perspectiefplan op te stellen en de hulpverlening daarop af te stemmen.
Artikel 15 Innovaties
1. De Opdrachtnemer zet zich in om door middel van innovatie de doelstellingen van de Regio WBO te bereiken.
2. Opdrachtnemer kan worden bevraagd door Opdrachtgever over wat hij in de contractpe- riode aan innovatie doet en welke resultaten dat oplevert.