Uitspraak Geschillencommissie Kifid nr. 2022-0989
Uitspraak Geschillencommissie Kifid nr. 2022-0989
(mr. dr. S.O.H. Xxxxxxxx, voorzitter, mr. A.M.T. Wigger, mr. P.J. Neijt, leden en mr. F.M.M.L. Fleskens, secretaris)
Klacht ontvangen op | 1 april 2022 |
Ingediend door | De consument |
Tegen | Quakel Assuradeuren B.V., gevestigd te Alphen aan den Rijn, verder te noemen de gevolmachtigde |
Datum uitspraak | 24 november 2022 |
Aard uitspraak | Bindend advies |
Uitkomst | Vordering toegewezen |
Samenvatting
Motorverzekering. De consument is door een storm met haar motor van de weg afgeraakt en tegen een paal gereden. De gevolmachtigde heeft de schade niet vergoed, omdat geen sprake was van een onvoorziene gebeurtenis. De storm was immers te voorzien. Bovendien is de consument tegen een paal gereden en de verzekering met beperkt casco dekking van de consument biedt geen dekking voor eenzijdige ongevallen. De commissie oordeelt dat volgens de voorwaarden de schade onvoorzien moet zijn ontstaan en de verzekeraar heeft zijn verweer hierop niet onderbouwd. Verder is voor stormschade geen causaliteitsmaatstaf in de voorwaarden genoemd. De commissie legt de bepaling over dekking bij storm in het voordeel van de consument uit. Vordering toegewezen.
1. Procedure
1.1 De behandelend commissie, verder te noemen de commissie, beslist op basis van het reglement en op basis van de door partijen aan Kifid ingestuurde documenten inclusief bijlagen. Het gaat om: 1) het klachtformulier van de consument; 2) de aanvullende stukken van de consument; 3) het verweerschrift van de gevolmachtigde; 4) de namens de consument ingediende repliek en 5) de dupliek van de gevolmachtigde.
1.2 Partijen zijn opgeroepen voor een hoorzitting op 15 september 2022. Op de hoorzitting was de consument aanwezig, samen met haar vertegenwoordiger xx. X. Xxxxxxxx, jurist en de moeder van de consument, [naam 1]. Namens de gevolmachtigde was aanwezig [naam 2].
1.3 De consument en de gevolmachtigde hebben gekozen voor een bindend advies. Dit betekent dat partijen elkaar aan de uitspraak kunnen houden.
2. Het geschil
2.1 De consument heeft via haar tussenpersoon bij N.V. Schadeverzekeringsmaatschappij BOVEMIJ B.V., de verzekeraar, een motorverzekering met beperkt casco dekking (hierna de verzekering). De verzekeraar heeft aan de gevolmachtigde een volmacht voor (het uitvoeren van) de verzekering afgegeven. Op de verzekering zijn de Voorwaarden Quakel Assuradeuren B.V. Motorverzekering 04-2019 van toepassing (hierna de voorwaarden).
2.2 Op 18 februari 2022 heeft de consument met haar motor een ongeval gehad. Volgens een expertiserapport van 8 maart 2022 bedraagt de schade aan de motor € 4.470,-.
2.3 Deze schadegebeurtenis heeft de consument met een e-mailbericht van 20 februari 2022 bij de tussenpersoon gemeld. In dat bericht heeft zij geschreven dat zij vanwege de heftige storm tegen een paal is gereden. De tussenpersoon heeft met een e-mail- bericht van 21 februari 2022 medegedeeld dat de schade niet is verzekerd, omdat de storm niet plotseling en onvoorzien was. Hiertegen is de consument met behulp van haar vertegenwoordiger in bezwaar gegaan.
2.4 Met een e-mailbericht van 11 maart 2022 heeft de gevolmachtigde op het bezwaar gereageerd. Volgens de gevolmachtigde is de schade niet verzekerd omdat sprake is van een eenzijdig ongeval. Dit is niet verzekerd onder de beperkt casco verzekering. Met een e-mailbericht van diezelfde dag heeft de vertegenwoordiger van de consument gereageerd en naar voren gebracht dat dekking bij storm in de voorwaarden niet is beperkt. Met een e-mailbericht van 17 maart 2022 heeft de gevolmachtigde aan de vertegenwoordiger geschreven dat hij bij zijn standpunt blijft. Met een e-mailbericht van 18 maart 2022 heeft de vertegenwoordiger zijn standpunt richting de gevolmachtigde herhaald. De gevolmachtigde is evenwel bij zijn standpunt gebleven.
2.5 De consument vindt dat de gevolmachtigde ten onrechte haar schade niet vergoedt en vordert een bedrag van € 4.470,- met wettelijke rente vanaf 19 maart 2022. Daarnaast vordert de consument een onkostenvergoeding voor haar vertegenwoordiger.
2.6 In artikel 28 lid 3 van de voorwaarden is geen causaliteitsmaatstaf genoemd en ook is het woord “direct” niet genoemd, terwijl dit woord wel bij andere bepalingen staat. Het verweer van de gevolmachtigde dat de windvlaag en de schade te ver van elkaar verwijderd zijn en daarom niet als relevante oorzaak (dominant cause) kan gelden, gaat daarom niet op. De dekking voor stormschade is op geen enkele wijze beperkt in de voorwaarden en dient daarom zo ruim mogelijk te worden uitgelegd.
Dit blijkt ook uit artikel 28 lid 2 van de voorwaarden waarin de dekking voor onder andere brand wel is beperkt met de woorden “mits deze schade niet is ontstaan door van de weg of te water raken, slippen of botsen”. De contra proferentem regel dient te gelden, omdat de voorwaarden onduidelijk zijn. Verder stelt de gevolmachtigde dat de storm niet onvoorzien was. Dit is echter niet relevant, want volgens de voorwaarden dient de schade plotseling en onvoorzien te zijn en dit was weldegelijk het geval.
2.7 De gevolmachtigde vindt dat de schade niet is verzekerd en hij heeft hieraan de volgende verweren ten grondslag gelegd.
2.8 Voor de consument was geen sprake van een onverwachte situatie, want zowel voor als op de bewuste dag is in de media veelvuldig aandacht gegeven aan de storm. Door het KNMI was bovendien code rood afgegeven.
2.9 De schade van de consument is niet het directe gevolg van de stormschade, maar van een aanrijding met een paal. Het verband tussen de windvlaag en de beschadiging van de motor is daarom te ver verwijderd om als rechtens relevante oorzaak (dominant cause) te worden aangemerkt. De consument had de mogelijkheid om de schade door een aanrijding met een paal te verzekeren. Zie ook een uitspraak van de Hoge Raad van 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523.
2.10 In artikel 28 lid 2 van de voorwaarden is een beperking opgenomen, omdat bijvoorbeeld brand het directe gevolg kan zijn van een aanrijding met een paal. Dit is bij storm niet het geval, want na een aanrijding met een paal kan geen directe storm- schade ontstaan.
2.11 De consument heeft niet aangetoond dat de schade door de storm is ontstaan, terwijl dit wel op haar weg ligt.
3. De beoordeling
3.1 De vraag die voorligt is of de consument onder de verzekering recht heeft op vergoeding van de schade aan haar motor. De gevolmachtigde vindt dat de schade niet is verzekerd omdat: 1) de consument niet heeft aangetoond dat de schade door storm is veroorzaakt; 2) de storm te voorzien was en 3) de schade het directe gevolg van de aanrijding met de paal is en niet van de storm. De commissie zal deze drie argumenten hierna bespreken.
Het aantonen van de stormschade
3.2 Voorop staat dat in beginsel geen al te hoge eisen mogen worden gesteld aan het bewijs dat de verzekerde moet leveren dat hij door een gedekte gebeurtenis schade heeft geleden. De consument heeft in de gegeven omstandigheden voldoende bewijs geleverd dat zij tijdens een storm met haar motor van de weg is geraakt en tegen een paal is aangereden. De gevolmachtigde heeft voor het eerst bij dupliek het argument dat de consument de stormschade niet heeft aangetoond in stelling gebracht. Dit standpunt had hij eerder kunnen en moeten aanvoeren. In deze zaak is op 8 maart 2022 een expertiserapport opgemaakt. Als de gevolmachtigde twijfelde over de oorzaak van de schade, was dit het moment geweest om hierover nadere vragen te stellen. Inmiddels is het voor de consument niet meer mogelijk om de schade nader aan te tonen, terwijl op basis van de consequente stellingen van de consument en de in het dossier aanwezige stukken, voldoende aannemelijk is dat de schade daadwerkelijk is ontstaan. De commissie zal dit verweer als te laat passeren, omdat de gevolmachtigde het standpunt zo laat in de klachtprocedure voor het eerst naar voren heeft gebracht.
3.3 Volgens de verzekeraar was de storm voor de consument niet onverwacht in de zin van artikel 28 van de voorwaarden, beperkt casco:
“(…) Ook is verzekerd schade aan de motor die plotseling en onvoorzien ontstaat door: (…)
2 brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag, mits deze schade niet is ontstaan door van de weg of te water raken, slippen of botsen;
3 storm (windkracht 7 of hoger); (…)”
3.4 Bij de uitleg van een schriftelijk contract, en dus van artikel 28 van de voorwaarden, zijn steeds alle omstandigheden van het concrete geval van beslissende betekenis, gewaardeerd naar hetgeen de maatstaven van redelijkheid en billijkheid meebrengen.1 Omdat over de voorwaarden in een consumentenverzekeringsovereenkomst meestal niet wordt onderhandeld, geldt dat de uitleg van een bepaling in de voorwaarden met name afhankelijk is van objectieve factoren. Zoals de bewoordingen waarin de bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de verzekeringsvoorwaarden als geheel.2 Deze maatstaf is van toepassing in de onderhavige zaak, nu uit de stukken niet blijkt dat partijen hebben onderhandeld over de verzekeringsvoorwaarden die van toepassing zijn.
1 HR 25 november 2016, ECLI:NL:HR:2016:2687, rechtsoverweging 3.6, te vinden op xxx.xxxxxxxxxxx.xx.
3.5 De gevolmachtigde bedoelt, naar de commissie aanneemt, te stellen dat de schade voor de consument te verwachten ofwel te voorzien was. De commissie passeert dit verweer. Uiteraard wist de consument dat sprake was van een storm. Zij reed tijdens de storm op haar motor. De weersgesteldheid kan haar moeilijk zijn ontgaan. Mogelijk had zij ook vernomen dat het KNMI op die dag ‘code rood’ had afgegeven. Maar daarmee staat nog niet vast dat de consument de schade kon voorzien/verwachten, dat wil zeggen dat zij door de storm van de weg zou raken en tegen een paal zou rijden. De verzekeraar heeft de voorzienbaarheid in dit opzicht niet onderbouwd.
Valt de stormschade onder de dekking?
3.6 Vervolgens is de vraag of de storm/windvlaag als rechtens relevante oorzaak van de beschadiging van de motor moet worden aangemerkt. De gevolmachtigde stelt dat de schade van de consument niet het directe gevolg is van de storm. De directe oorzaak, dat wil zeggen de oorzaak die in tijd het dichtst bij de schade ligt, is de aanrijding met de paal. De aanrijding met de paal is daarmee de rechtens relevante oorzaak. De storm als schadeoorzaak ligt te ver van de schade verwijderd om als rechtens relevante oorzaak te gelden. En schade als gevolg van een aanrijding met een paal is niet gedekt, aldus de gevolmachtigde.
3.7 De commissie stelt vast dat uit het woord ‘door’ in artikel 28 van de voorwaarden niet blijkt welke causaliteitsmaatstaf moet worden toegepast en ook elders in de voorwaarden is dit niet bepaald. Volgens de Hoge Raad3 heeft dit tot gevolg dat de commissie niet uit hoeft te gaan van een specifieke causaliteitsmaatstaf. Zij moet aan de hand van de omstandigheden van het geval bepalen welke causaliteitsmaatstaf het meest aangewezen is. De commissie is in dit geval van oordeel dat wil er sprake zijn van een rechtens relevante oorzaak van de casco schade, de oorzaak van beslissende invloed moet zijn geweest in het ontstaan van de schade.
3.8 In dit geval was inderdaad sprake van deelname aan het verkeer en daarmee van een ‘aanrijding’. Dit sluit echter niet uit dat de storm (mede) de oorzaak kan zijn van die aanrijding. Onder de omstandigheden van dit geval en in het licht van de voorwaarden is de storm van beslissende invloed geweest op het ontstaan van de schade. De consument is door een windvlaag tegen een paal aangekomen. Een andere reden waardoor zij van de weg is geraakt is niet voorhanden. De hiervoor geciteerde bepaling geeft weer dat schade ‘door’ een storm onder de dekking van de verzekering valt. In de voorwaarden voor dekking onder volledig casco, wordt het woordje ‘direct’ gebruikt, maar dat is in de geciteerde bepaling niet het geval. Hieruit leidt de commissie af dat voor dekking onder de voorwaarden beperkt casco niet is vereist dat de storm de enige of directe oorzaak van de schade is.
3 Hoge Raad 15 oktober 2021, ECLI:NL:HR:2021:1523.
Het gegeven dat de schade is ontstaan tijdens de deelname aan het verkeer, is onder de gegeven omstandigheden niet van beslissende invloed. Dat is in dit geval de storm die de motor met consument als bestuurder van de weg blies waardoor deze tegen een paal is aangekomen. De commissie oordeelt daarom dat de casco schade van de consument is gedekt.
Onkosten
3.9 Ter zitting heeft de gevolmachtigde gezegd dat hij de onkosten van de vertegenwoordiger van de consument zal vergoeden en daarom houdt de commissie hem daaraan. De commissie heeft met partijen vastgesteld dat de onkosten € 250,- bedragen. De gevolmachtigde dient dit bedrag te vergoeden.
3.10 De gevolmachtigde heeft de claim van de consument ten onrechte afgewezen. Hij moet de schade van de consument uitkeren. Omdat de hoogte van de casco schade en de gevorderde wettelijke rente niet zijn betwist, moet de gevolmachtigde aan de consument betalen een bedrag van € 4.470,- te vermeerderen met de gevorderde wettelijke rente. Tot slot moet de gevolmachtigde € 250,- aan onkosten van de vertegenwoordiger te vergoeden.
4. De beslissing
De commissie beslist dat de gevolmachtigde binnen vier weken nadat deze beslissing aan partijen is verstuurd aan de consument de volgende bedragen betaalt: € 4.470,- vermeerderd met de wettelijke rente hierover vanaf 19 maart 2022 tot aan de dag van gehele voldoening, en € 250,-.
Deze uitspraak is bindend. Of u tegen deze uitspraak beroep kunt instellen, kunt u nalezen in regel 7 van het Reglement Commissie van Beroep Kifid – vanaf 1 april 2022, te vinden op de website xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx- statuten. In regel 18.1 van dat reglement is bepaald dat beroep kan worden ingesteld tot 6 weken na de dag van deze uitspraak. Meer informatie over het instellen van beroep kunt u vinden op de website xxx.xxxxx.xx/xx-xxxxxx-xxxx-xxx- kifid.
Binnen 2 weken na verzending van de uitspraak kunt u schriftelijk verzoeken een overduidelijke vergissing in de uitspraak zoals een schrijffout, een verkeerde naam/datum of een rekenfout te herstellen. De beslissing in de uitspraak kan hiermee niet ter discussie worden gesteld. Ook kunt u binnen 2 weken na verzending van de uitspraak schriftelijk verzoeken de uitspraak aan te vullen als u vindt dat niet op alle onderdelen van uw vordering is beslist. Dit ziet niet op de situatie waarin u meent dat de Geschillencommissie Kifid niet op al uw argumenten is ingegaan. Meer informatie hierover staat onder vraag 58 en 59 van het Reglement Geschillencommissie Kifid – vanaf 1 april 2022, te vinden op de website xxx.xxxxx.xx/xxxxxxxxxxx-xx-xxxxxxxx.