Oplegvel
Oplegvel
Samenwerkingsorgaan Holland Rijnland Xxxxxxxxxxxxx 0, 0000 XX Xxxxxx
Xxxxxxx 000, 0000 XX Xxxxxx
Telefoon (000) 000 00 00
In Holland Rijnland werken samen: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen,
1. | Onderwerp | Voorstel OGGZ: begeleiding MO, Inloop functie en Convenant | ||
2. | Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland | Basistaak Efficiencytaak Platformtaak volgens Dagelijks Bestuur X Platformtaak volgens gemeente | ||
3. | Regionaal belang | De uitvoering van de OGGZ is vanuit het rijk voornamelijk bij centrumgemeente Leiden neergelegd. Met de invoering van de Wmo 2015 krijgen alle gemeenten een grotere verantwoordelijkheid. Regionale samenwerking en afstemming is daarbij belangrijk om het beroep op het regionale vangnet zoveel mogelijk te voorkomen. | ||
4. | Behandelschema: DB Colleges PHO DB Gemeenteraad DB AB Gemeenteraad | Datum: Informerend | Datum: Adviserend | Datum: Besluitvormend |
1/10 | 28/11 |
Voorschoten en Zoeterwoude
xxxx@xxxxxxxxxxxxxxx.xxx xxx.xxxxxxxxxxxxxxx.xxx
IBAN nr. XX00XXXX0000000000
KvK nr. 27365539 BTW nr. NL813768068B01
5. | Advies PHO | In stemmen met volgende voorstellen: 1. Begeleiding A. Onder begeleiding MO, gefinancierd door de centrumgemeente valt: a. Begeleiding binnen de opvang; b. Begeleiding voor de duur van gemiddeld een half jaar na uitstroom uit de opvang; c. Begeleiding op afstand van gemiddeld een half jaar bij huisvesting in een contingentwoning. B. Na een half jaar begeleiding vallend onder beslispunt 1.A.b. wordt, afhankelijk van de noodzaak en behoefte van de cliënt, lokaal een passend aanbod gedaan voor de vorm, intensiteit en duur van begeleiding, als ook de aanbieder die de begeleiding gaat leveren; C. De begeleiding, die bedoeld wordt onder beslispunt 1.A.c, wordt na een half jaar gefinancierd door de gemeente waar deze begeleiding plaatsvindt. 2. GGZ-inloopfunctie ‐ Aan Rivierduinen en subsidie toe te kennen voor de duur van zes maanden, met een korting van 25% op het halfjaarsbedrag; ‐ Die zes maanden gebruiken de gemeenten om toe te werken naar een situatie die beter aansluit op de wensen en eisen van de gemeenten, en betaalbaar is; 3. Convenant OGGZ A. de bijgevoegde procesbeschrijving om te komen tot een nieuw convenant OGGZ; B. het opnemen van afspraken in het convenant OGGZ, die aansluiten op de uitgangspunten en opgaven in de OGGZ- agenda en de doelstellingen, die zijn geformuleerd nav de evaluatie van het regionaal kompas; C. de officiële ondertekening door de bestuurders in het eerste kwartaal van 2015, analoog aan het afsluiten van het Regionaal Kompas. |
6. | Reden afwijking eerdere besluitvorming en wijze afwijken | Nvt |
7. | Essentie van het voorstel (annotatie zoals op agenda staat) | De Wmo wordt met ingang van 2015 uitgebreid met nieuwe taken. De gemeenten krijgen hiermee een grotere verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van hun (kwetsbare) inwoners te treffen voor maatschappelijke opvang, beschermd wonen, dagbesteding en (woon)begeleiding. Over begeleiding vanuit de Maatschappelijke opvang en de GGZ-inloopfunctie moeten vóór 1 januari 2015 afspraken gemaakt worden tussen de centrumgemeente en de regiogemeenten. Daarnaast zullen er afspraken vastgelegd moeten worden in een nieuw OGGZ-convenant met alle betrokken partijen. |
8. | Inspraak | Ja, door: het ambtelijk en bestuurlijk platform OGGZ. Inspraak van zorgvragers en adviesraden volgt. Wanneer: |
9. | Financiële gevolgen | X NVT Binnen begroting Holland Rijnland Buiten begroting (extra bijdrage gemeenten) te weten: Structureel/incidenteel |
10. | Bestaand Kader | Relevante regelgeving: Wet maatschappelijke ondersteuning |
Eerdere besluitvorming: Visie Huiselijk Geweld en Regionaal Kompas | ||
11. | Lokale context (in te vullen door griffier) |
* weghalen wat niet van toepassing is
Adviesnota PHO
Vergadering: Portefeuillehoudersoverleg
Sociale Agenda
Datum: 28 november 2014
14.00 – 15.30 uur
Locatie: Holland Rijnland
Agendapunt: 04
Onderwerp: Voorstel OGGZ: begeleiding MO, Inloop functie en Convenant
Beslispunten:
In stemmen met volgende voorstellen:
1. Begeleiding
A. Onder begeleiding MO, gefinancierd door de centrumgemeente valt:
a. Begeleiding binnen de opvang;
b. Begeleiding voor de duur van in principe een half jaar na uitstroom uit de opvang;
c. Begeleiding op afstand van gemiddeld een half jaar tot 2 jaar bij huisvesting in een contingentwoning.
B. Na een half jaar begeleiding vallend onder beslispunt 1.A.b. wordt, afhankelijk van de noodzaak en behoefte van de cliënt, lokaal een passend aanbod gedaan voor de vorm, intensiteit en duur van begeleiding, als ook de aanbieder die de begeleiding gaat leveren;
C. De begeleiding, die bedoeld wordt onder beslispunt 1.A.c, wordt na een half jaar gefinancierd door de gemeente waar deze begeleiding plaatsvindt.
2. GGZ-inloopfunctie
a. Aan Rivierduinen en subsidie toe te kennen voor de duur van zes maanden, met een korting van 25% op het halfjaarsbedrag;
b. Die zes maanden gebruiken de gemeenten om toe te werken naar een situatie die beter aansluit op de wensen en eisen van de gemeenten, en betaalbaar is;
3. Convenant OGGZ
a. de bijgevoegde procesbeschrijving om te komen tot een nieuw convenant OGGZ;
b. het opnemen van afspraken in het convenant OGGZ, die aansluiten op de uitgangspunten en opgaven in de OGGZ-agenda en de doelstellingen, die zijn geformuleerd nav de evaluatie van het regionaal kompas;
c. de officiële ondertekening door de bestuurders in het eerste kwartaal van 2015, analoog aan het afsluiten van het Regionaal Kompas.
Inleiding:
De gemeenten krijgen met de invoering van de nieuwe Wmo per 2015 een grotere verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van hun inwoners. Gemeenten krijgen de opdracht om voorzieningen te treffen om de zelfredzaamheid en participatie van (kwetsbare) inwoners te vergroten / behouden.
In de OGGZ agenda, die door u op 15 mei is vastgesteld, zijn de nieuwe taken en verantwoordelijkheden beschreven en is richting gegeven voor de invulling van deze nieuwe taken en verantwoordelijkheden. U heeft bij de vaststelling van de OGGZ agenda aangegeven dat een nadere uitwerking moest plaatsvinden over de thema’s die in de agenda zijn
genoemd. In onderliggend advies vindt u een nadere uitwerking. Het gaat hierbij om de volgende punten:
1. Begeleiding vanuit maatschappelijke opvang
2. Inloopfunctie GGZ
3. Convenant OGGZ
Begeleiding vanuit maatschappelijke opvang
Gemeenten worden per 1 januari 2015 verantwoordelijk voor begeleiding. In de decentralisatie van budgetten zijn de middelen voor de begeleiding, die vanuit de Maatschappelijke Opvang wordt geleverd - zonder korting - toegevoegd aan de decentralisatie-uitkering van de centrumgemeente. De middelen voor de overige meer algemene, vormen van begeleiding zijn met een korting aan alle gemeenten afzonderlijk overgedragen.
Vóór 1 januari 2015 moeten regionaal afspraken worden gemaakt over waar de knip ligt tussen de begeleiding door de centrumgemeente en begeleiding door de regiogemeenten en de financiering hiervan. In bijlage 1 wordt het voorstel met betrekking tot begeleiding nader toegelicht.
Inloopfunctie GGZ
Ook voor de inloopfunctie GGZ moeten vóór 1 januari 2015 afspraken worden gemaakt. Hiervoor moet tevens subsidie worden toegekend. Door de korte termijn waarop de subsidieovereenkomst met Rivierduinen moet worden afgesloten, zal deze alleen voor het eerste half jaar 2015 gelden. De gemeenten willen voor 2015 enkele vernieuwingen bewerkstelligen voor de inloopfuncties van Rivierduinen. Het eerste half jaar van 2015 zal gebruikt worden om over deze vernieuwingen afspraken te maken voor het 2e half jaar en verder. In bijlage 2 wordt het voorstel over de inloopfunctie GGZ toegelicht.
Convenant OGGZ
Als laatste moeten er over de gehele OGGZ afspraken worden vastgelegd met verschillende partijen in de regio. Daarvoor wordt op dit moment een convenant voorbereid, waarin de opgaven en uitgangspunten van de OGGZ-agenda en de geformuleerde doelstellingen naar aanleiding van de evaluatie van het Regionaal Kompas leidend zijn.
Beoogd effect:
Regionale samenwerking en afstemming om het beroep op het regionale vangnet zo goed mogelijk te organiseren en, waar mogelijk, te voorkomen.
Argumenten:
1.A.b Gemiddelde duur volgens de Binnenvest
De Binnenvest heeft aangegeven dat zes maanden een gemiddelde termijn is om in de nieuwe situatie van zelfstandig wonen stabiliteit te realiseren voor de cliënt. De zes maanden is op basis van ervaringcijfers van de Binnenvest een reële termijn.
1.A.c Afspraken volgens driepartijenovereenkomst met de woningcorporaties
Conform de afspraken met de woningcorporaties in de regio wordt tussen de Binnenvest, de woningcorporaties en de cliënt een driepartijenovereenkomst afgesloten. Hierin is met de corporaties afgesproken, dat de begeleiding in de contigentwoningen gedurende de eerste twee jaar mogelijk is.
2.a Er is nu zeer weinig tijd om vernieuwingen per 2015 in te voeren
Door onduidelijkheid vanuit gemeenten en Rivierduinen de afgelopen periode, heeft Rivierduinen de subsidieaanvraag op dit moment nog niet ingediend. Overleggen over de subsidie zijn wel gaande. Hierdoor is de periode tot 1 januari 2015 echter te kort om vernieuwingen door te voeren. Door te kiezen voor een subsidie van zes maanden geven wij onszelf financiële en inhoudelijke ruimte.
2.a Inloopfunctie heeft preventief belang
In de OGGZ agenda is het belang van de inloopfunctie onderkent. De inloopfunctie hebben een stabiliserende werking, biedt structuur en het voorkomt terugval en eenzaamheid. Niet financieren van de inloopfunctie is daarom niet aan de orde. Ook richting Rivierduinen zou het van onbehoorlijk bestuur getuigen als wij als gemeente zes weken voor 1 januari 2015 aangeven de inloopfunctie niet te financieren.
2.a Op alle terreinen moet bezuinigd worden, dus ook op de inloopfunctie
Bij de decentralisaties op het sociaal domein worden de gemeenten geconfronteerd met kortingen op de middelen die vanuit het rijk worden overgedragen. Dit betekent dat gemeenten op voorzieningen moeten bezuinigen. Hoewel er geen korting op het budget voor de inloopfunctie is doorgevoerd, ligt het voor de hand om ook op de inloopfunctie te bezuinigen. Om deze bezuinigingen te realiseren zijn meerdere mogelijkheden aanwezig:
‐ Grotere inzet vrijwilligers in plaats van professionals.
‐ Grotere efficiency door combinatie met andere activiteiten.
2.b Er moet aangesloten worden bij de wensen van de gemeenten
De inloopfunctie moet aansluiten bij de richting die in de OGGZ agenda is aangegeven, bij de visie en wensen van gemeenten. In de eerste zes maanden kan hieraan vorm worden gegeven.
3.b Er moet een sluitende aanpak zijn voor de OGGZ-doelgroep
Er zijn veel partijen die betrokken zijn bij de opvang, behandeling en begeleiding van de kwetsbare OGGZ-doelgroep. Met deze partijen zijn afspraken gemaakt over o.a. taken en verantwoordelijkheden in het huidige OGGZ-convenant. De uitbreiding van de Wmo en de hiermee veranderende verantwoordelijkheid van de partijen, noopt tot een aanscherping en uitbreiding van deze afspraken in een nieuw convenant. Deze afspraken moeten een sluitend vangnet vormen voor de OGGZ-doelgroep.
Financiën:
Begeleiding vanuit maatschappelijke opvang
Voor begeleiding is bij de centrumgemeente 3,2 miljoen beschikbaar. Het is niet mogelijk gebleken om een berekening te maken van de kosten voor gemeente Leiden indien het voorstel wordt uitgevoerd.
Inloopfunctie GGZ
Het budget voor de inloopfunctie GGZ bedraagt landelijk € 51 miljoen. Dit budget wordt zonder korting overgeheveld naar de Wmo 2015. Het deel van het AWBZ budget dat binnen de inloop GGZ specifiek wordt ingezet voor opvanginstellingen wordt overgedragen aan de centrumgemeente (4 miljoen). Het overige deel van de inloop GGZ gaat naar alle gemeenten (47 miljoen). De bedragen per individuele gemeente komen tot stand op basis van het historisch verdeelmodel.
Dit komt neer op € 982.688,00, 2,2% van het totale budget dat de gemeenten krijgen voor de nieuwe taken in de Wmo. Dit bedrag is exclusief het budget van de gemeente Alphen aan den Rijn. Deze gemeente heeft de inloopfunctie voor 2015 reeds eerder meegenomen de aanbesteding van de nieuwe taken.
Evaluatie
In 2015 monitort Leiden zowel inhoudelijk, procesmatig als financieel de voorgestelde werkwijze van begeleiding. Een eerste evaluatie vindt plaats op basis van de cijfers over het eerste half jaar.
Bijlage:
1. Memo Begeleiding Maatschappelijke Opvang en Algemene Begeleiding;
2. Inloopfunctie GGZ;
3. Procesvoorstel Convenant OGGZ.