ALGEMENE VOORWAARDEN VAN BIGBANK AS
ALGEMENE VOORWAARDEN VAN BIGBANK AS
(Geldig per 31.03.2024)
1. DEFINITIES
1.1. Prijslijst: een document van de Bank met het overzicht van de tarieven van de door de Bank verstrekte diensten.
1.2. Internetbank: de elektronische self-service omgeving die de Bank beschikbaar stelt aan de Cliënt en/of zijn/haar vertegenwoordiger om transacties via het internet te doen (op de website xxx.xxxxxxx.xx. In de Dienstverleningsovereenkomst hebben de woorden Internetbank en Self-service dezelfde betekenis. Ook de woorden Internetbankierenovereenkomst en Self-Service overeenkomst hebben dezelfde betekenis.
1.3. Klantrekening: een speciale rekening bij de Bank op naam van de Cliënt die geen betaalrekening is en die alleen gebruikt wordt voor verrekeningen tussen de Cliënt en de Bank nadat is voldaan aan verplichtingen onder de Dienstverleningsovereenkomst(en). Een Klant kan meerdere klantrekeningen hebben.
1.4. Cliënt: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die gebruik maakt, gebruik heeft gemaakt of heeft aangegeven gebruik te willen maken van de door de Bank aangeboden diensten of die op een andere wijze betrokken is bij het gebruik van de diensten.
1.5. Dienstverleningsovereenkomst: een overeenkomst tussen de Cliënt en de Bank op grond waarvan de Bank diensten verleent aan de Cliënt. Bank en Cliënt kunnen meerdere Dienstverleningsovereenkomsten met elkaar aangaan.
1.6. De Algemene Bankvoorwaarden: deze voorwaarden, waarin de basisbeginselen en -voorwaarden van de rechtsverhoudingen tussen de Bank en de Cliënt zijn vastgelegd.
1.7. Lid van de Bankgroep: een onderneming die bij dezelfde bedrijvengroep hoort als de Bank.
1.8. Bank: Bigbank AS, registratiecode 10183757; statutair gevestigd te Xxxx 0, Xxxxx 00000; telefoon x00 00 0000 000; e-mail xxxxxxxxxxxxxx@xxxxxxx.xx; website xxx.xxxxxxx.xx. Nadere gegevens over de vergunning van de Bank zijn te vinden op de website van de Autoriteit voor Financieel Toezicht en Afwikkeling van Estland (Finantsinspektsioon) op xxx.xx.xx en op de website van de Nederlandsche Bank xxx.xxx.xx.
1.9. Gelieerde onderneming:
1.9.1. Rechtspersoon waarvan de persoon bestuurslid, lid van de raad van commissarissen of van een ander bestuursorgaan is;
1.9.2. Rechtspersoon waarvan de persoon de uiteindelijk gerechtigde is;
1.9.3. Rechtspersoon waarin de Klant minimaal 10% van de aandelen houdt;
1.9.4. Xxxxxxxx(o)t(e), kind, kleinkind, xxxxx, xxxxxxxxxx, zus, broer;
1.9.5. Individu die een huishouden deelt met de Cliënt (bijvoorbeeld een levenspartner) of een andere persoon op wie de activiteit in aanzienlijke mate of rechtstreeks invloed heeft.
2. ALGEMENE BEPALINGEN
2.1. Toepasselijkheid van de Algemene Bankvoorwaarden
2.1.1. In deze Algemene Voorwaarden zijn de basisbeginselen en voorwaarden vastgelegd van de rechtsverhoudingen tussen de Bank en de Cliënt. Behalve door deze Algemene Bankvoorwaarden wordt de relatie tussen de Bank en de Cliënt beheerst door de Dienstverleningsovereenkomst (inclusief de (algemene) voorwaarden van die Dienstverleningsovereenkomst), de Prijslijst, de wet- en regelgeving van de Republiek Estland (die voorrang heeft op de wet- en regelgeving van Nederland), het recht van de Europese Unie, internationale overeenkomsten, goede bankpraktijken en de principes van goede trouw en redelijkheid.
2.1.2. Deze Algemene Voorwaarden, evenals de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst zijn te vinden op de website van de Bank xxx.xxxxxxx.xx en op het servicekantoor van de Bank.
2.1.3. Deze Algemene Voorwaarden zijn van toepassing op alle rechtsbetrekkingen tussen de Bank en de Cliënt.
2.1.4. In geval van strijdigheid tussen de Algemene Bankvoorwaarden en de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst, hebben de laatste voorrang.
2.1.5. In geval van strijdigheid tussen de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst, de Prijslijst en de basisvoorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst, hebben de laatste voorrang.
2.1.6. In geval van strijdigheid tussen de versie in de Estse taal en de versies in andere talen van de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden, de basisvoorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst, heeft de Nederlandse tekst voorrang.
2.1.7. Als een bepaling in deze Algemene Bankvoorwaarden nietig of vernietigd is, komt deze bepaling te vervallen. De nietige of vernietigde bepaling wordt vervangen door een geldige bepaling die de nietige of vernietigde bepaling zo dicht mogelijk benadert. De overige bepalingen in deze Algemene Voorwaarden blijven daarbij onverminderd van kracht.
2.2. Vaststelling en wijziging van deze Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst
2.2.1. De Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst worden vastgesteld door de Bank.
2.2.2. De basisvoorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst worden vastgesteld bij overeenkomst tussen de Cliënt en de Bank.
2.2.3. De Bank heeft het recht de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst eenzijdig te wijzigen.
2.2.5. Als de Cliënt niet akkoord gaat met de wijzigingen die de Bank heeft aangebracht in de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst of de Prijslijst, heeft de Cliënt het recht de Dienstverleningsovereenkomst waarop de wijzigingen betrekking hebben, te beëindigen voordat deze wijzigingen van kracht worden. Cliënt stelt in dat geval de Bank schriftelijk of op een andere overeengekomen wijze op de hoogte binnen de periode genoemd in 2.2.4, op voorwaarde dat Cliënt voldaan heeft aan al zijn/haar verplichtingen onder de Dienstverleningsovereenkomst.
2.2.7. De Cliënt heeft niet het recht de Dienstverleningsovereenkomst te beëindigen vanwege eenzijdige wijziging van de voorwaarden als deze wijzigingen de rechten van de Cliënt niet beperken, geen aanvullende verplichtingen opleggen of op een andere manier van nadelige invloed zijn op de positie van de Cliënt (zoals verlaging van de bemiddelingskosten, wijziging van andere voorwaarden in het voordeel van de Cliënt, wijzigingen die verband houden met het invoeren van nieuwe diensten, wijzigingen vanwege veranderde wetgeving, enz.).
door de Bank afgewezen wordt. Dit verzoek moet op dezelfde wijze en binnen dezelfde termijn worden ingediend als genoemd onder 2.2.5 en 2.2.6 voor het beëindigen van de Dienstverleningsovereenkomst.
2.2.9. Als de Cliënt de Dienstverleningsovereenkomst niet heeft beëindigd op de voorwaarden genoemd onder
2.2.5 en 2.2.6 en geen verzoek heeft ingediend zoals bedoeld in 2.2.8 om voortzetting van de toepasselijkheid van de vóór de wijziging geldende voorwaarden of Prijslijst op zijn/haar Dienstverleningsovereenkomst, wordt aangenomen dat Cliënt met de wijzigingen akkoord gaat. Cliënt kan in dat geval geen aanspraak doen gelden tegenover de Bank op grond van de wijzigingen van de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en de Prijslijst.
2.3. Zorgplicht
2.3.1. De Bank moet bij haar dienstverlening zo zorgvuldig mogelijk zijn. De Bank moet daarbij zo goed mogelijk rekening houden met de belangen van de Cliënt. De Bank doet dit op een wijze die past bij de aard van de dienstverlening. Deze belangrijke regel geldt altijd. Andere regels in de Algemene Bankvoorwaarden of in de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst kunnen dit niet veranderen. De Bank streeft ernaar producten en diensten te leveren die begrijpelijk zijn voor de Cliënt. De Bank streeft er ook naar om begrijpelijke informatie te geven over deze producten en diensten en over de risico's ervan.
2.3.2. De Cliënt moet zorgvuldig zijn tegenover de Bank en daarbij zo goed mogelijk rekening houden met de belangen van de Bank. De Cliënt moet eraan meewerken dat de Bank haar onze dienstverlening correct kan uitvoeren en kan voldoen aan haar verplichtingen uit overeenkomst of wet. De Bank bedoelt hiermee niet alleen de verplichtingen van de Bank tegenover de Cliënt, maar bijvoorbeeld ook verplichtingen die de Bank heeft tegenover toezichthoudende instanties, de belastingdienst of andere (nationale, internationale of supranationale) autoriteiten in verband met de dienstverlening van de Bank aan de Cliënt. Als de Bank daarom vraagt, verstrekt de Cliënt de gegevens en documentatie die de Bank nodig heeft om aan deze verplichtingen te kunnen voldoen. Informatie of documentatie waarvan de Cliënt zou moeten weten dat de Bank deze nodig heeft, worden door de Cliënt uit eigen beweging verstrekt. Cliënt mag de diensten of producten van de Bank alleen gebruiken waarvoor ze zijn bedoeld. Cliënt mag hiervan geen misbruik (laten) maken. Onder misbruik wordt bijvoorbeeld verstaan strafbare feiten of activiteiten die schadelijk zijn voor de Bank of de reputatie van de Bank of die schadelijk zijn voor de werking en betrouwbaarheid van het financiële stelsel.
3. IDENTIFICATIE VAN DE CLIËNT
3.1. Identificatie
3.1.1. De Cliënt en/of zijn/haar vertegenwoordiger is verplicht de gegevens te verstrekken aan de Bank aan de hand waarvan de Bank de Cliënt kan identificeren. De Bank heeft het recht om dit te eisen.
3.1.2. De identiteit van de Cliënt die een natuurlijk persoon is of die een vertegenwoordiger van een rechtspersoon is, wordt vastgesteld op basis van een door de Bank geaccepteerd identiteitsbewijs, in overeenstemming met de toepasselijke wetgeving. Als de Bank hiermee instemt, kan een persoon ook worden geïdentificeerd op basis van een digitale ID.
3.1.3. De identiteit van een rechtspersoon wordt vastgesteld op basis van een geldig uittreksel uit het handelsregister en/of op basis van andere documenten waarom de Bank verzoekt. De Bank heeft ook het recht om informatie te vragen over de oprichters, eigenaren, bestuurders, uiteindelijk gerechtigden en Gelieerde ondernemingen van de rechtspersoon.
3.1.4. Overeenkomstig de Dienstverleningsovereenkomst kan de identiteit van de Cliënt of zijn/haar vertegenwoordiger worden vastgesteld door middel van de door de Bank geaccepteerde technische communicatiekanalen als de Cliënt of zijn/haar vertegenwoordiger Dienstverleningsovereenkomsten aangaat, verzoeken en aanvragen indient en hiervoor documenten ondertekent. Bij mondeling contact via een communicatiekanaal identificeert de Bank de Cliënt door een Cliëntnummer te vragen en/of door controlevragen te stellen en de antwoorden te verifiëren.
3.1.5. Als de Bank de identiteit van de Cliënt en/of van zijn/haar vertegenwoordiger al heeft vastgesteld en geverifieerd, kan de Bank al dan niet beslissen of verdere identificatie nodig is.
3.2. Vertegenwoordiging
3.2.1. Een natuurlijk persoon kan transacties persoonlijk of via een vertegenwoordiger uitvoeren. Een rechtspersoon voert transacties uit via een vertegenwoordiger. De Cliënt moet de Bank onmiddellijk laten weten wie de vertegenwoordiger is voor de bankzaken van de Cliënt.
3.2.2. De Bank kan eisen dat de Cliënt die een natuurlijke persoon is, transacties persoonlijk uitvoert en dat de Cliënt die een rechtspersoon is, transacties verricht via haar wettelijk vertegenwoordiger.
3.2.3. De Bank is niet verplicht een document te aanvaarden dat dient als bewijs van het recht van vertegenwoordiging als het recht van vertegenwoordiging niet duidelijk en ondubbelzinnig uit dit document blijkt.
3.2.4. Het document dat dient als bewijs van het recht van vertegenwoordiging moet in een wettelijk voorgeschreven en door de Bank geaccepteerde vorm overgelegd worden. De Bank kan verlangen dat een volmacht tot vertegenwoordiging door een notaris wordt bekrachtigd, dat de omvang van de bevoegdheden van de vertegenwoordiger van de Cliënt uit de volmacht moet blijken en dat de bevoegdheden duidelijk en ondubbelzinnig worden benoemd. De Bank behoudt zich het recht voor om een algemene volmacht te weigeren.
3.2.6. Als de Cliënt niet voldoet aan de informatieplicht genoemd in 3.2.5 van deze Algemene Bankvoorwaarden, is de Bank niet aansprakelijk voor transacties verricht door een persoon die niet vertegenwoordigingsbevoegd is of voor de gevolgen daarvan.
3.2.7. Nadat de Cliënt aan de Bank heeft gemeld dat de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de vertegenwoordiger gewijzigd is of niet (meer) bestaat, heeft de Bank tijd nodig om deze informatie te verwerken. Het kan zijn dat de vertegenwoordiger van de Cliënt kort voor of na deze melding een opdracht heeft gegeven. Als de uitvoering van deze opdracht niet in redelijkheid voorkomen kon worden, is de Cliënt hieraan gebonden.
3.2.8. Als Cliënt komt te overlijden, moet de Bank hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gesteld worden, bijvoorbeeld door een familielid. Het is mogelijk de Bank opdrachten blijft uitvoeren die de Cliënt of de vertegenwoordiger van de Cliënt heeft gegeven tot het moment dat de Bank de schriftelijke melding van het overlijden van de Cliënt ontvangt. Nadat de Bank de melding van het overlijden van de Cliënt heeft ontvangen, heeft de Bank tijd nodig om deze informatie te verwerken. Het is daarom mogelijk dat de Bank opdrachten uitvoert of blijft uitvoeren die kort voor of na de melding van het overlijden van de Cliënt aan de Bank zijn gegeven. Als de uitvoering van deze opdrachten niet in redelijkheid voorkomen kon worden, zijn de erfgenamen van de Cliënt hieraan gebonden.
3.2.9. In geval van overlijden van een Cliënt/natuurlijk persoon, heeft de Bank het recht om aan de erfgena(a)m(en) te vragen de wettelijk vereiste documenten te overleggen waaruit blijkt dat de rechten en plichten van de Cliënt zijn overgegaan op de erfgena(a)m(en). De Bank verricht betalingen vanaf de Klantrekening van de overleden Xxxxxx op basis van een verklaring van erfrecht, een beslissing van de rechtbank die onherroepelijk is geworden of een ander document zoals bedoeld in de wet. Afhankelijk van de omvang van de nalatenschap en andere factoren, kan de Bank bepalen dat andere documenten of gegevens voldoende zijn.
3.2.10. Alle regels die gelden voor de Cliënt in de relatie met de Bank gelden ook voor de vertegenwoordiger van de Cliënt. De Cliënt zorgt ervoor dat de vertegenwoordiger van de Cliënt deze regels naleeft. De Cliënt en de vertegenwoordiger van de Cliënt moet elkaar voortdurend volledig op de hoogte houden van alles wat van belang zou kunnen zijn in hun relatie met de Bank.
3.3. Vereisten voor documenten
3.3.1. Alle documenten die de Cliënt verstrekt aan de Bank moeten originelen zijn. Waar van toepassing kunnen dit ook afschriften zijn die gewaarmerkt zijn door een notaris.
3.3.2. Een natuurlijk persoon kan alleen worden geïdentificeerd aan de hand van een origineel identiteitsbewijs.
3.3.3. De Bank gaat ervan uit dat de door de Cliënt overgelegde documenten origineel, geldig en juist zijn.
3.3.4. De Bank heeft het recht te verlangen dat documenten die in een ander land zijn afgegeven, worden gelegaliseerd of gewaarmerkt met een apostille, tenzij anders bepaald in een internationale overeenkomst.
3.3.5. Als documenten in een vreemde taal worden overgelegd, heeft de Bank het recht te verlangen dat deze documenten vertaald worden in de Engelse Estse taal of in een andere door de Bank geaccepteerde taal. Een vertaling in een andere taal is alleen toegestaan als de Bank hiermee heeft ingestemd. De kosten voor de vertaling zijn voor rekening van de Cliënt. De vertaling moet zijn gemaakt door een vertaler die in Nederland beëdigd is voor de taal van het document.
3.3.6. De Bank heeft het recht om kopieën te maken van de door de Cliënt overgelegde documenten. Als mogelijk behoudt de Bank het originele document.
3.3.8. De Bank kan eisen dat handtekeningen geplaatst worden op het servicekantoor van de Bank of, als dit niet mogelijk is, dat de handtekening gewaarmerkt wordt door een notaris.
3.3.9. De Bank gaat uit van het voorbeeld van de handtekening van de Cliënt totdat de Cliënt de Bank meedeelt dat de handtekening van de Cliënt veranderd is. Dit geldt ook voor de handtekening van de vertegenwoordiger van de Cliënt.
3.3.10. Het kan zijn dat de Bank meer informatie vraagt om duidelijk te krijgen of de Cliënt instemming van zijn/haar echtgeno(o)t(e) nodig heeft voor bepaalde transacties en of de Cliënt gemeenschappelijk eigendom heeft dat vatbaar is voor verhaal.
4. AANGAAN VAN EEN DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST EN ZEKERSTELLING
4.1. Aangaan van een Dienstverleningsovereenkomst
4.1.1. De Bank heeft het recht te beslissen of zij al dan niet een Dienstverleningsovereenkomst aangaat met een persoon (contractsvrijheid).
4.1.2. De relatie tussen de Bank en de Cliënt wordt beheerst door schriftelijke overeenkomsten, in een vorm die schriftelijk of op elektronische wijze gereproduceerd kan worden, tenzij de wet een verplichte contractvorm voorschrijft.
4.1.3. Een Dienstverleningsovereenkomst kan worden aangegaan als de Bank en de Cliënt de basisvoorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst zijn overeengekomen en de Cliënt de Algemene Bankvoorwaarden, de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst, de Internetbankierenovereenkomst en de Prijslijst heeft aanvaard.
4.1.4.1. de persoon is onder de invloed van alcohol of drugs, of de vertegenwoordiger van de Bank heeft andere redenen om te vermoeden dat de Cliënt de betekenis en mogelijke consequenties van zijn of haar daden niet begrijpt;
4.1.4.2. de persoon heeft opzettelijk of door xxxxx schuld onjuiste of onvolledige informatie verstrekt aan de Bank of aan een Lid van de Bankgroep of de persoon weigert de vereiste informatie te verstrekken;
4.1.4.3. de persoon heeft nagelaten de Bank of een Lid van de Bankgroep voldoende informatie of documenten te verstrekken aan de hand waarvan de identiteit van deze persoon of de uiteindelijk gerechtigde kan worden vastgesteld of aan de hand waarvan de rechtmatige herkomst van zijn/haar gelden of de gelden van hun Gelieerde onderneming kan worden
vastgesteld; de persoon of zijn/haar Gelieerde onderneming wordt om andere redenen verdacht van witwassen of financiering van terrorisme;
4.1.4.4. er zijn internationale sancties of daarmee verband houdende uitvoeringsmaatregelen van toepassing op de persoon of zijn/haar Gelieerde onderneming die transacties met die persoon verbieden, of omstandigheden wijzen erop dat sancties worden ontweken;
4.1.4.5. de persoon is afkomstig van een land dat, of onderneemt naar het oordeel van de Bank activiteiten die in verband wordt (worden) gebracht met een hoog risico van corruptie, financiering van terrorisme of witwassen (zoals het verlenen van diensten in, het bemiddelen en handelen in virtuele valuta);
4.1.4.6. de persoon is gevestigd of verblijft in een land of gebied waarvoor sancties gelden, of de activiteiten van de persoon vallen niet binnen de risicobereidheid van de Bank;
4.1.4.7. de persoon is zijn verplichtingen tegenover de Bank of het Lid van de Bankgroep niet nagekomen;
4.1.4.8. door een doen of nalaten van de persoon is schade of een gerede kans op schade aan de Bank of een Lid van de Bankgroep veroorzaakt;
4.1.4.9. naar weten van de Bank beschikken opsporings- of toezichthoudende autoriteiten over informatie die erop wijst dat de persoon banden heeft met een criminele organisatie of dat sancties van toepassing zijn op de persoon;
4.1.4.10. de persoon heeft de Bank een document of informatie verstrekt die vals, vervalst, niet aannemelijk of anderszins niet voldoet aan de eisen van de Bank;
4.1.4.11. de persoon handelt zonder de wettelijk vereiste registratie of vergunning of de persoon verblijft onrechtmatig in Nederland.
4.1.5. De Bank heeft eveneens het recht om te weigeren een Dienstverleningsovereenkomst aan te gaan om andere geldige redenen, bij voorbeeld wanneer het aangaan van de Dienstverleningsovereenkomst wettelijk onmogelijk is vanwege een beperking van de handelingsbevoegdheid of omdat er onduidelijkheid bestaat over de vertegenwoordigingsbevoegdheid.
4.1.6. De Bank heeft het recht te beslissen, met het oog op haar risicobereidheid, of zij al dan niet een Dienstverleningsovereenkomst aangaat met een natuurlijk of rechtspersoon die geen ingezetene is van Nederland.
4.1.7. Als de Bank weigert een Dienstverleningsovereenkomst aan te gaan, neemt de Bank alle omstandigheden van het afzonderlijke geval in overweging, waarbij zij beslist op grond van het beginsel van redelijkheid en billijkheid.
4.1.8. De Bank heeft het recht om bepaalde soorten transacties en verrichtingen uitsluitend op werkdagen uit te voeren. Een werkdag is een kalenderdag die geen zaterdag, zondag, feestdag of nationale vrije dag is.
4.2. Zekerheidstelling van de vorderingen van de Bank
4.2.1. De Bank heeft het recht zekerheid te vragen van de Cliënt om te waarborgen dat de Cliënt al zijn/haar contractuele verplichtingen nakomt.
4.2.2. De Bank heeft het recht zekerheid te vragen van de Cliënt, of uitbreiding van de bestaande zekerheid, als de voorwaarden waarop de relatie tussen Cliënt en Bank zijn gebaseerd, gewijzigd zijn en deze wijziging tot gevolg kan hebben dat de Cliënt zijn/haar verplichtingen niet meer nakomt. Het gaat hierbij met name om wijzigingen zoals:
4.2.2.1. De financiële situatie van de Cliënt is verslechterd of dreigt te verslechteren;
4.2.2.2. De waarde van bestaande zakelijke zekerheden is afgenomen of dreigt af te nemen;
4.2.2.3. Andere omstandigheden die van invloed (kunnen) zijn op de naleving van verplichtingen.
4.2.3. Op verzoek van de Cliënt kan de Bank de zekerstelling gedeeltelijk vrijgeven of vervangen als de waarde van de door de Cliënt aan de Bank verstrekte zekerheid ononderbroken meer bedraagt dan de hoogte van de vorderingen van de Bank.
4.2.4. Als toestemming van de echtgeno(o)t(e) van de Cliënt vereist is, verstrekt de Cliënt zo spoedig mogelijk bewijs van deze toestemming aan de Bank.
5. BANKGEHEIM EN VERWERKING VAN PERSOONSGEGEVENS CLIËNT
5.1. De Bank is verplicht tot geheimhouding van alle gegevens die in de wetgeving als bankgeheimen worden beschouwd. De Bank kan de bankgeheimen van de Cliënt alleen bekendmaken aan derden met toestemming van de Cliënt of in omstandigheden waar de plicht tot of het recht op vrijgave van bankgeheimen voortvloeit uit een wettelijke bepaling of de Dienstverleningsovereenkomst.
5.2. De algemene voorwaarden voor het verwerken van klantgegevens (waaronder bankgeheimen) die waar de Bank kennis van heeft (zoals de rechtsgrondslag voor de verwerking van persoonsgegevens, het doel en de aard van de verwerking, de voorwaarden en gevallen van openbaarmaking) worden genoemd in onze Beginselen voor de Verwerking van Cliëntgegevens.
5.3. De Beginselen voor de Verwerking van Cliëntgegevens, te vinden op de website van de Bank xxx.xxxxxxx.xx, maken volledig deel uit van de Algemene Bankvoorwaarden en de Dienstverleningsovereenkomsten.
6. INFORMATIE-UITWISSELING
6.1. Mededelingen van de Bank
6.1.1. De Bank verstrekt de Cliënt informatie via haar website, servicekantoor of via de media. Als nodig doet de Bank persoonlijke mededelingen over rechtsbetrekkingen aan de Cliënt via de Internetbank, de website van de Bank, per e-mail of via andere communicatiemiddelen (bijv. per post of in een SMS- bericht).
6.1.2. Tenzij uitdrukkelijk anders vermeld, is de door de Bank aan de Cliënt verstrekte informatie niet bedoeld als een aanbod of advies van de Bank om een transactie te verrichten.
6.1.3. Persoonlijke mededelingen van de Bank aan de Cliënt worden geacht te zijn ontvangen door de Cliënt nadat de mededeling is verzonden aan het bij de Bank bekende contactadres of nummer van de Cliënt of van de persoon die bevoegd is om de kennisgevingen namens de Cliënt te ontvangen en nadat de periode is verstreken die normaal gesproken nodig is voor aflevering van de mededeling via het betreffende communicatiemiddel, tenzij een andere periode wordt genoemd in de Dienstverleningsovereenkomst.
6.1.4. De Cliënt moet ervoor zorgen dat de Bank altijd de juiste adresgegevens heeft. De Bank kan dan afschriften, berichten, documenten en andere informatie naar het juiste adres sturen. De Cliënt moet zijn/haar adreswijziging zo snel mogelijk doorgeven.
6.1.5. Als door eigen handelen van de Cliënt het adres van de Cliënt niet (meer) bekend is bij de Bank, heeft de Bank het recht het adres van de Cliënt te (laten) zoeken, voor rekening van de Cliënt. Als het adres van de Cliënt niet (meer) bekend is bij de Bank, heeft de Bank het recht documenten, afschriften en andere informatie voor de Cliënt te bewaren op het adres van de Bank. Deze worden dan geacht te zijn ontvangen door de Cliënt.
6.1.6. De Cliënt mag samen met een of meer anderen gebruik maken van een van onze producten of diensten. Post voor gezamenlijke cliënten wordt verstuurd naar het opgegeven adres. Als gezamenlijke cliënten het niet (meer) eens zijn over het adres waarnaar de post verstuurd moet worden, kan de Bank bepalen naar welk van hun adressen de post verstuurd zal worden.
6.1.7. De Cliënt kan de Bank verzoeken om informatie die de Bank al eens aan de Cliënt heeft verstrekt opnieuw aan de Cliënt te verstrekken, als dit een redelijk verzoek is. De Bank kan hiervoor kosten in rekening brengen aan de Cliënt. De Bank zal Cliënt hierover van te voren informeren. De Bank is niet verplicht de Cliënt informatie te verstrekken die de Bank al eens heeft verstrekt als de Bank daar een goede reden voor heeft.
6.1.8. Het kan voorkomen dat de Cliënt het niet eens is met een opgave van de Bank (zoals een bevestiging, rekeningafschrift, nota of andere gegevens). Uiteraard kan de Cliënt tegen de opgave bezwaar maken, maar daarvoor zijn regels. Als de Bank binnen 13 maanden na de opgave geen schriftelijk bezwaar van de Cliënt hebben ontvangen, dan geldt de opgave als door de Cliënt goedgekeurd. Dit betekent dat de Cliënt aan de inhoud is gebonden. Alleen een eventuele rekenfout moet de Bank na die 13 maanden nog herstellen. Overeenkomstig de Algemene Bankvoorwaarden moet de Cliënt opgaven zo spoedig
mogelijk controleren en fouten, zoals een onjuistheid of een onvolledigheid, meteen melden aan de Bank. Doet de Cliënt dit niet, dan kan schade toch voor rekening van de Cliënt komen, ook al heeft de Cliënt binnen 13 maanden bezwaar gemaakt.
6.2. Informatie verstrekt door de Cliënt
6.2.1. De Cliënt verstrekt de Bank schriftelijke informatie in een formaat dat schriftelijk of in een andere overeengekomen formaat gereproduceerd kan worden.
6.2.2. Als de Cliënt een mededeling niet heeft ontvangen die hij/zij verwachtte te ontvangen of zou hebben moeten ontvangen van de Bank overeenkomstig de Dienstverleningsovereenkomst, moet de Cliënt onmiddellijk melden aan de Bank dat de mededeling niet is ontvangen zoals verwacht.
6.2.3. De Cliënt moet onmiddellijk controleren of de informatie in de van de Bank ontvangen opgave juist is. De Cliënt moet eventuele onjuistheden onmiddellijk na ontvangst van de opgave doorgeven aan de Bank.
6.2.5. De Cliënt moet zorgvuldig omgaan met codes, Cliëntnummers, formulieren, (bank)passen of andere middelen en moet voor goede beveiliging zorgen. Daarmee kan de Cliënt voorkomen dat deze codes enz. in verkeerde handen vallen of worden misbruikt. Een code, formulier, bankpas of ander middel kan in de verkeerde handen vallen of iemand kan er misbruik van maken. Als de Cliënt weet of vermoedt dat dit het geval is, moet de Cliënt de Bank hiervan onmiddellijk op de hoogte brengen. De melding van de Cliënt helpt de Bank om (verder) misbruik te voorkomen.
6.2.7. De informatieplicht geldt ook als de gegevens genoemd in 6.2.4 - 6.2.6 van de Algemene Bankvoorwaarden zijn opgenomen in een openbaar register of openbaar gemaakt zijn via het staatsblad of de media.
6.2.8. De Bank gaat ervan uit dat de gegevens van de Cliënt waarover de Bank beschikt juist zijn, zelfs als de Cliënt niet voldaan heeft aan zijn/haar informatieplicht. De Bank is niet aansprakelijk voor schade aan de Cliënt en/of derden ontstaan doordat Xxxxxx niet voldaan heeft aan zijn/haar informatieplicht.
6.2.9. Mededelingen en de tussen de partijen uitgewisselde informatie moet in de Engelse of Nederlandse taal zijn opgesteld, of in een andere door de Bank aanvaarde taal.
6.2.10. Om te voorkomen dat er met communicatie iets fout gaat, moet de Cliënt veilig en zorgvuldig met de communicatiemiddelen omgaan. Dit betekent bijvoorbeeld dat de Cliënt zijn/haar computer of andere apparatuur zo goed mogelijk beveiligt tegen virussen, malware en ander misbruik en dat de Cliënt altijd controleert of hij/zij via een beveiligde internetomgeving communiceert.
6.3. Niet-openbare informatie
6.3.1. Het kan zijn dat de Bank informatie heeft die niet openbaar is en die niet onder de Bank-Cliëntrelatie valt. De Cliënt mag niet van de Bank verlangen dat de Bank deze informatie gebruikt voor haar dienstverlening aan de Cliënt.
7. KLANTREKENING
7.1. De Cliënt kan geld overmaken naar de Klantrekening vanaf een betaalrekening op naam van de Cliënt bij een kredietinstelling of een vestiging van een buitenlandse kredietinstelling die actief is in Nederland. Betalingen vanaf
de Klantrekening kunnen alleen worden gedaan naar de betaalrekening op naam van de Cliënt, tenzij anders bepaald in de Dienstverleningsovereenkomst.
7.2. Betalingen tussen Cliënt en Bank onder de Dienstverleningsovereenkomst vinden plaats via de Klantrekening op de voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst, dat wil zeggen dat de Cliënt zijn/haar verplichtingen aan de Bank betaalt via de Klantrekening. De Cliënt gebruikt daarvoor de unieke id en het referentienummer van de Klantrekening genoemd in de Dienstverleningsovereenkomst. De unieke id en het referentienummer van de Klantrekening kunnen verschillen per serviceovereenkomst.
7.3. De Klantrekening is geen betaalrekening en de Cliënt kan de Klantrekening alleen gebruiken voor betalingen aan de Bank. De Cliënt kan vanaf de Klantrekening dus geen betalingen doen aan derden.
7.4. De Bank opent een Klantrekening voor de Cliënt nadat de eerste Dienstverleningsovereenkomst is aangegaan.
7.5. De Bank sluit de Klantrekening bij beëindiging van de laatste Dienstverleningsovereenkomst die betrekking heeft op de Klantrekening, hetzij:
7.5.1. op eigen initiatief, hetzij
7.5.2. op verzoek van de Cliënt.
7.6. De tarieven voor het openen en sluiten van een Klantrekening worden genoemd in de Prijslijst van de Bank. De Cliënt zorgt ervoor dat er voldoende saldo staat op de Klantrekening om te voldoen aan de verplichtingen voortvloeiend uit de Dienstverleningsovereenkomst. De Bank kan bedragen afschrijven van de Klantrekening(en) voor alle verplichtingen die betaalbaar zijn geworden, in de volgorde waarin ze zijn ontstaan en overeenkomstig de wet, tenzij anders overeengekomen in de basisvoorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst. De Cliënt betaalt voor een negatief saldo op de Klantrekening(en) rente tegen het tarief genoemd in de Prijslijst.
7.7. De Cliënt kan de transacties op de Klantrekening inzien via de Internetbank. De Cliënt heeft het recht deze informatie op papier of op een ander duurzaam medium te ontvangen tegen de vergoeding genoemd in de Prijslijst.
7.8. Als de Cliënt storingen of fouten ziet in het gebruik van de Klantrekening of als de Cliënt ongebruikelijke transacties ziet, moet de Cliënt de Bank hiervan onmiddellijk op de hoogte stellen.
7.9. Als er diverse bedragen tegelijkertijd betaald moeten worden terwijl er onvoldoende saldo staat op de Klantrekening(en), bepaalt de Bank de volgorde waarin de betalingen worden gedaan, overeenkomstig de wet. Tenzij de wet anders bepaalt, heeft de Bank recht van voorrang om de aan de Bank verschuldigde bedragen af te schrijven van de Klantrekening, zelfs als de Cliënt of derden anders beweren nadat de bedragen opeisbaar zijn geworden en voordat ze daadwerkelijk afgeschreven zijn.
7.10. De Klantrekening kan geblokkeerd worden op initiatief van de Bank of de Cliënt zoals bepaald in 12.1 van deze Algemene Bankvoorwaarden.
7.11. De Klantrekening kan bevroren worden zoals bepaald in 12.2 van deze Algemene Bankvoorwaarden.
8. OPDRACHTEN
8.1. Opdrachten van de Cliënt aan de Bank moeten voldoen aan de voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst. De Bank voert opdrachten uit overeenkomstig de wet en de Dienstverleningsovereenkomst. De Cliënt geeft opdrachten aan de Bank in schriftelijke vorm of op een andere tussen de Bank en de Cliënt overeengekomen wijze, bijv. via de Internetbank. De Cliënt zorgt ervoor dat zijn/haar instructies voldoen aan de toepasselijke wetgeving, de basisvoorwaarden en de algemene voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en aan andere relevante regelgeving, eisen en praktijken.
8.2. De Bank voert de opdrachten van de Cliënt die aanvaard zijn voor uitvoering in volgorde van indiening.
8.3. De Bank kan uitvoering van een opdracht weigeren of uitstellen als de Bank het vermoeden heeft dat de persoon die de opdracht geeft daartoe niet bevoegd is, of als de opdracht niet voldoet aan de voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst. De Bank heeft het recht de door de Cliënt via de Internetbank of via een ander communicatiemiddel gegeven opdrachten te controleren op de wijze die de Bank goeddunkt. Als de verificatie door de Bank mislukt of als de Cliënt het verstrekken van de opdracht en/of de daarin opgenomen informatie niet bevestigt, kan de Bank weigeren de opdracht uit te voeren. Als deze situatie zich voordoet, is de Bank is niet aansprakelijk voor verlies of schade als gevolg van de weigering van de Bank om de opdracht uit te voeren, tenzij anders bepaald in de wet.
8.4. De Bank is niet aansprakelijk voor fouten, onduidelijkheden, onvolledigheden, vergissingen of verzendfouten in opdrachten verzonden door de Cliënt naar de Bank, tenzij anders bepaald in de wet. Dit geldt ook als dezelfde opdracht onbedoeld meerdere keren wordt gegeven. Bij twijfel of onduidelijkheid kan de Bank de Cliënt om aanvullende informatie en documenten vragen en de uitvoering van de opdracht uitstellen of weigeren zolang deze informatie en documenten niet zijn ontvangen en gecontroleerd.
8.5. Alle opdrachten moeten ondubbelzinnig en uitvoerbaar zijn. Als de opdracht onjuist of onvolledig is, kan de Bank de opdracht uitvoeren op basis van ervaring en goede bankpraktijken of uitvoering van de opdracht weigeren. De Bank brengt de Cliënt hiervan op de hoogte. In een dergelijk geval is de Bank niet aansprakelijk voor het uitvoeren of het niet uitvoeren van de opdracht.
8.6. De Cliënt zorgt ervoor dat de Klantrekening van de Cliënt voldoende saldo heeft om de opdracht te kunnen uitvoeren. Als de Klantrekening van de Cliënt onvoldoende saldo heeft om de opdracht te kunnen uitvoeren, kan de Bank uitvoering van de opdracht weigeren. Als er meerdere Opdrachten gelijktijdig uitgevoerd moeten worden en de Klantrekening van de Cliënt heeft onvoldoende saldo om ze allemaal uit te voeren, bepaalt de Bank de volgorde waarin de opdrachten worden uitgevoerd.
8.7. De Bank kan uitvoering van een opdracht weigeren of kan beperkingen opleggen aan een opdracht (zoals betalingen naar/van een bepaalde regio) vanwege eisen van de ontvangende bank of van de bevoegde nationale autoriteit of op grond van een besluit van de Bank op basis van de risicobeoordeling van de Bank (zoals beperkingen met betrekking tot de identificatie van de Cliënt, ter verlaging van het risico in verband met sancties of met de voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme).
8.8. De Bank kan uitvoering van de opdracht van de Cliënt uitstellen gedurende de tijd die nodig is voor het verkrijgen en beoordelen van de informatie en documenten die vereist zijn om te voldoen aan de wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme en de sanctiewet.
8.9. De Bank kan weigeren een opdracht uit te voeren als de Cliënt onder de invloed van alcohol of drugs is, of als de Bank andere redenen heeft om te vermoeden dat de Cliënt de betekenis en mogelijke consequenties van zijn of haar daden niet begrijpt.
8.10. De Bank is niet aansprakelijk voor eventuele deadlines, termijnen of regels opgelegd door de Cliënt of derden, noch voor schade veroorzaakt door de Cliënt of derden.
8.11. De Bank kan de uitvoering van haar verplichtingen geheel of gedeeltelijk overdragen aan een derde, als dit voortvloeit uit de aard van de verplichting of passender is voor de uitvoering van de verplichting gelet op de belangen van de Cliënt.
9. TRANSACTIEFOUTEN
9.1. Als onterecht geld wordt overgemaakt naar de Cliënt (bijv. naar de Klantrekening of een andere rekening die gekoppeld is aan de Dienstverleningsovereenkomst), stelt de Cliënt de Bank daar onmiddellijk van op de hoogte. De Bank heeft het recht het bedrag dat onterecht is bijgeboekt op een rekening van de Cliënt af te schrijven zonder toestemming van de Cliënt (bijv. van de, Klantrekening, andere rekening gekoppeld aan de Dienstverleningsovereenkomst).
9.2. De Cliënt heeft niet het recht te beschikken over het geld dat onterecht is bijgeboekt op een rekening van de Cliënt.
9.3. Als de Bank een fout maakt bij de uitvoering van de opdracht van de Cliënt, kan de Bank, zonder toestemming van de Cliënt, een terugboeking doen op de Klantrekening en/of een andere rekening gekoppeld aan de Dienstverleningsovereenkomst en een nieuwe overboeking doen overeenkomstig de informatie verstrekt in de opdracht.
9.4. De Cliënt moet meteen controleren of opdrachten correct zijn uitgevoerd. Ongeoorloofde opdrachten en/of onjuist uitgevoerde opdrachten moeten onmiddellijk schriftelijk gemeld worden, in ieder geval niet later dan de periode genoemd in toepasselijke wetgeving.
9.5. Als de Bank onterecht een bedrag heeft bijgeboekt op de betaalrekening op naam van de Cliënt bij een kredietinstelling of een vestiging van een buitenlandse kredietinstelling die actief is in Estland of Nederland, moet de Cliënt de Bank onmiddellijk na ontdekking hiervan op de hoogte stellen en het bedrag terugbetalen aan de Bank. Als de Bank onterecht een bedrag heeft bijgeboekt op de rekening van de Cliënt en de Cliënt heeft vorderingen op de Bank voor een gelijk bedrag (bijv. beschikbare gelden op de Klantrekening en/of de rekening
gekoppeld aan de Dienstverleningsovereenkomst), kan de Bank zijn vorderingen op de Cliënt verrekenen ter hoogte van het bedrag van de onjuiste overboeking, tenzij de Cliënt dit bedrag zelf terugbetaalt.
10. ONDERHOUD EN ONTWIKKELING VAN HET IT-SYSTEEM
10.1. De Bank kan gepland onderhoud en ontwikkeling van zijn iT-systeem uitvoeren. Voor zover mogelijk voert de Bank gepland onderhoud en ontwikkeling uit tijdens de nachtelijke uren.
10.2. In bijzondere omstandigheden voert de Bank spoedonderhoud of ontwikkelingen uit op een naar eigen inzicht gekozen tijdstip om verdere schade te voorkomen.
10.3. Tijdens onderhoud of ontwikkeling worden de verplichtingen van de Bank tegenover de Cliënt op grond van de Dienstverleningsovereenkomst uitgesteld. De Bank biedt de Cliënt geen vergoeding voor verlies of schade geleden door de Cliënt omdat de Bank om bovengenoemde reden tekortgekomen is in de naleving van zijn verplichtingen voortvloeiend uit de Dienstverleningsovereenkomst.
11. RENTE, BEMIDDELINGSKOSTEN EN SCHULDEN
11.1. Rente
11.1.1. De Cliënt betaalt de Bank rente voor het gebruik van het geld ontvangen van de Bank tegen het tarief en op de voorwaarden genoemd in de Dienstverleningsovereenkomst. De rente die de Bank verschuldigd is aan de Cliënt wordt betaald overeenkomstig de voorwaarden genoemd in de Dienstverleningsovereenkomst.
11.1.2. De Bank berekent de rente tegen het tarief voor de desbetreffende service genoemd in de Prijslijst of tegen het tarief dat is overeengekomen in de Dienstverleningsovereenkomst.
11.1.3. De Bank heeft het recht om het rentetarief en de wijze van berekening van de rente eenzijdig te wijzigen. Als het rentetarief en de renteberekeningsmethode zijn vastgelegd in de Dienstverleningsovereenkomst, kan het rentetarief worden gewijzigd in een overeenkomst tussen de partijen, tenzij anders bepaald in de Dienstverleningsovereenkomst.
11.2. Belasting
11.2.1. De Cliënt betaalt de Bank een vergoeding voor eventuele belastingen, heffingen en dergelijke die voortvloeien uit hun relatie. Deze vergoeding kan ook betrekking hebben op betalingen die de Bank moet doen in verband met de door de Bank aan de Cliënt verleende diensten. Dwingend recht of Dienstverleningsovereenkomst met de Cliënt kunnen tot een andere uitkomst leiden.
11.2.2. Als het wettelijk verplicht is btw te berekenen over gebruik van diensten zoals verleend door de Bank, wordt btw berekend over het tarief van de desbetreffende dienst tegen het wettelijke tarief.
11.3. Vergoeding voor diensten
11.3.1. De Bank heeft het recht een vergoeding in rekening te brengen voor de verleende diensten zoals vermeld in de Prijslijst en/of de Dienstverleningsovereenkomst. De Cliënt is verplicht deze vergoeding te betalen.
11.3.2. Naast de in de Prijslijst en de in de Dienstverleningsovereenkomst opgenomen vergoedingen, betaalt de Cliënt de kosten van de Bank voor handelingen verricht in het belang van de Cliënt (communicatiekosten, notariskosten, enz.) en de kosten met betrekking tot rechtsbetrekkingen (kosten voor het verstrekken, overdragen, vrijgeven of verzekeren van een zakelijke zekerheid, incassokosten, enz.).
11.3.3. Diensten die niet genoemd worden in de Prijslijst zijn voor rekening van de Cliënt ter hoogte van de daadwerkelijk door de Bank gemaakte kosten. Op verzoek van de Cliënt verstrekt de Bank een factuur aan de Cliënt.
11.3.4. Als de valuta van de transactierelatie officieel vervangen wordt door een nieuwe valuta, kan de Bank de valuta van de transactierelatie eenzijdig wijzigen, en eigendomsverplichtingen omzetten in de nieuwe valuta, met gebruikmaking van de officiële wisselkoers van de Europese Centrale Bank.
11.4. Schulden en incasso
11.4.1. Als de Cliënt tekortkomt in de naleving van zijn/haar verplichting(en) ten aanzien van de Bank, is de Cliënt achterstandsrente en/of een contractuele boete verschuldigd aan de Bank overeenkomstig de
Prijslijst of de Dienstverleningsovereenkomst. De Bank berekent achterstandsrente vanaf de dag waarop de desbetreffende schuld is aangegaan tot de dag waarop de schuld is betaald.
11.4.2. De Cliënt zorgt voor voldoende saldo op zijn/haar Klantrekening(en), zodat de Bank alle kosten en andere betaalbare bedragen en schulden kan afboeken.
11.4.3. Als de Cliënt lopende verplichtingen heeft bij de Bank voor meer dan een Dienstverleningsovereenkomst, bepaalt de Bank welke verplichting wordt betaald met het bedrag geïncasseerd van de Klantrekening van de Cliënt.
11.4.4. Als het saldo op de Klantrekening van de Cliënt niet voldoende is om alle kosten en andere vervallen bedragen te betalen, bepaalt de Bank de volgorde waarin de verplichtingen worden betaald.
11.4.5. De Cliënt kan via de Internetbank informatie inzien over de tarieven die gerekend worden op grond van de Prijslijst of de Dienstverleningsovereenkomst en over andere ingehouden bedragen en schulden.
11.5. Verrekening
11.5.1. De Bank kan te allen tijde alle bedragen die de Cliënt verschuldigd is aan de Bank verrekenen met alle bedragen die de Bank verschuldigd is aan de Cliënt. De Bank kan ook bedragen verrekenen als het bedrag dat de Cliënt aan de Bank verschuldigd is niet vervallen is, als het bedrag dat de Bank verschuldigd is aan de Cliënt niet vervallen is, als de te verrekenen bedragen niet in dezelfde valuta zijn, of als het bedrag dat de Cliënt aan de Bank verschuldigd is voorwaardelijk is.
11.5.2. Als de Bank bedragen wenst te verrekenen die niet vervallen zijn, geldt een beperking. De Bank maakt uitsluitend in de volgende situaties gebruik van zijn verrekeningsrecht:
11.5.2.1. Xxxxxx heeft beslag gelegd op het bedrag dat de Bank aan de Cliënt verschuldigd is (bijvoorbeeld het creditsaldo op de Klantrekening van de Cliënt) of wil verhaal op een andere wijze van deze vordering;
11.5.2.2. iemand heeft een beperkt recht verkregen op het bedrag dat de Bank aan de Cliënt verschuldigd is (bijvoorbeeld een pandrecht op het creditsaldo op de Klantrekening van de Cliënt);
11.5.2.3. De Cliënt maakt het bedrag dat de Bank aan de Cliënt verschuldigd is over naar iemand anders;
11.5.2.4. Aan de Cliënt is surseance van betaling verleend of de Cliënt is failliet verklaard; of
11.5.2.5. De wettelijke schuldsaneringsregeling of een andere insolventieregeling is van toepassing verklaard op de Cliënt.
Deze beperking geldt niet als de vorderingen in verschillende valuta zijn. In dat geval is verrekening door de Bank altijd toegestaan.
11.5.3. Als de Bank tot verrekening besluit, informeert de Bank de Cliënt van te voren of anders zo spoedig mogelijk daarna. Als de Bank gebruik maakt van haar verrekeningsrecht, doet de Bank dit met inachtneming van de zorgplicht van de Bank zoals omschreven in 2.3 van deze Algemene Bankvoorwaarden.
11.5.4. Bedragen in verschillende valuta worden verrekend tegen de wisselkoers op de dag van verrekening.
11.5.5. Het is de Cliënt niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Bank bedragen die de Bank verschuldigd is aan de Cliënt te verrekenen met bedragen die de Cliënt verschuldigd is aan de Bank.
11.6. Bijzondere kosten
11.6.1. De Bank kan betrokken raken bij een geschil tussen de Cliënt en een derde waarbij een beslag of een rechtsprocedure plaatsvindt. De Bank kan hierdoor kosten maken. De Cliënt vergoedt deze kosten volledig aan de Bank, omdat de Bank geen partij is in het geschil tussen de Cliënt en de derde. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om kosten voor het verwerken van een beslag dat een schuldeiser legt op de creditsaldi die de Bank houdt voor de Cliënt. Het kan ook gaan om de kosten voor het inhuren van een advocaat.
11.6.2. De Bank kan ook andere bijzondere kosten maken in verband met de relatie met de Bank. De Cliënt vergoedt de Bank deze kosten, in zoverre vergoeding redelijk is. Deze kosten kunnen bestaan uit taxatiekosten, advieskosten en kosten voor aanvullende rapporten. De Bank legt uit aan de Cliënt
waarom de kosten nodig zijn. Als er een wettelijk stelsel bestaat voor bijzondere kosten, wordt dit toegepast.
12. BLOKKEREN EN BEVRIEZEN
12.1. Blokkeren
12.1.1. Blokkeren gebeurt op initiatief van de Bank of de Cliënt en heeft tot gevolg dat het recht van de Cliënt om transacties of andere activiteiten uit te voeren (waaronder de vervreemding van eigendomsrechten) gedeeltelijk of volledig wordt opgeschort.
12.1.2. De Cliënt verstrekt de Bank een blokkeringsopdracht schriftelijk op het servicekantoor van de Bank of op een andere tussen de Cliënt en de Bank overeengekomen wijze.
12.1.3. Als de Bank een mondelinge opdracht tot blokkering ontvangt, kan de Bank aan de hand van de gegevens in de database van de Bank degene die de opdracht geeft vragen stellen over de Cliënt die om de blokkering verzoekt, om de identiteit van de persoon te controleren. Als de Bank twijfelt aan de identiteit van de persoon, kan de Bank weigeren de dienst te blokkeren. De Bank is daarbij niet aansprakelijk voor verlies of schade veroorzaakt door het niet blokkeren van de dienst.
12.1.4. De Bank kan het gebruik van de dienst eenzijdig blokkeren, met name als de Bank vermoedt dat de Cliënt betrokken is bij witwassen of de financiering van terrorisme, als een internationale sanctie van toepassing is op de Cliënt, als de Cliënt zijn verplichtingen ten aanzien van Bank niet heeft nageleefd, als aan de Bank tegenstrijdige informatie is verstrekt over personen met vertegenwoordigingsbevoegdheid of als aan de Bank documenten zijn verstrekt waarvan de juistheid in redelijkheid betwijfeld mag worden.
12.1.5. De Bank heft de blokkering van het gebruik van de dienst op als de omstandigheden die aanleiding hebben gegeven tot de blokkering niet langer bestaan. De Bank is niet aansprakelijk voor verliezen als gevolg van de blokkering van de dienst.
12.2. Bankbeslag
12.2.1. De Bank kan de door de Bank gehouden eigendomsrechten van de Cliënt (waaronder de Klantrekening) alleen blokkeren op verzoek van een derde en overeenkomstig de wettelijke procedure (zoals op last van een deurwaarder).
12.2.2. De Bank sluit het beslag op de door de Bank gehouden eigendomsrechten van de Cliënt (waaronder de Klantrekening) na ontvangst van een beslissing van de persoon of autoriteit die het beslag heeft gelegd of op basis van een definitief geworden beslissing van de rechtbank.
13. BEËINDIGING EN ONTBINDING VAN EEN DIENSTVERLENINGSOVEREENKOMST
13.1. De Bank kan een Dienstverleningsovereenkomst voor onbepaalde tijd beëindigen met inachtneming van de opzegtermijn en de procedures genoemd in de Dienstverleningsovereenkomst.
13.2. De Bank heeft het recht de Dienstverleningsovereenkomst eenzijdig te ontbinden zonder opzegtermijn als de Cliënt ernstig tekortkomt in de naleving van zijn/haar contractuele verplichtingen of als er sprake is van een andere gebeurtenis die de Bank een gerechtvaardigde reden geeft om de Dienstverleningsovereenkomst niet voort te zetten.
13.3. Ernstige tekortkoming in de naleving van contractuele verplichtingen of andere gerechtvaardigde redenen zijn onder andere:
13.3.1. De Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming schiet toerekenbaar tekort in de naleving van een verplichting waarbij niet-strikte naleving van deze verplichting een ontbindende voorwaarde is voor de Bank in de uitvoering van de Dienstverleningsovereenkomst; dit betreft verplichtingen zoals:
13.3.1.1. Het verstrekken van juiste, volledige en feitelijke informatie ten behoeve van persoonlijke identificatie of toezicht op de relatie met de Cliënt, evenals het verstrekken van documenten aan de hand waarvan de identiteitsgegevens van de persoon gecontroleerd kunnen worden;
13.3.1.2. Het meedelen aan de Bank van wijzigingen in de informatie opgenomen in een Dienstverleningsovereenkomst die is aangegaan met Bank of in andere documenten die zijn verstrekt aan de Bank;
13.3.1.3. Het verstrekken van juiste, feitelijke informatie over de financiële situatie van de persoon, waar deze informatie essentieel is voor de beslissing van de Bank om krediet te verlenen, een zekerheid te aanvaarden of anderszins;
13.3.1.4. De Bank op de hoogte stellen van een verslechtering van de financiële situatie van de persoon of van andere omstandigheden die ertoe kunnen leiden dat de persoon zijn/haar verplichtingen tegenover de Bank niet (volledig) meer kan nakomen.
13.3.2. De Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming verzuimt de Bank of een Lid van de Bankgroep de verzochte informatie en documenten te verstrekken waaruit de rechtmatigheid van zijn/haar economische activiteiten blijkt, of waaruit de rechtmatige herkomst blijkt van de gelden of andere vermogenswaarden die worden gebruikt in de transactie, de Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming gebruikt valse identiteiten om transacties te verrichten of de Bank vermoedt om andere redenen dat de Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming zich schuldig maakt aan witwassen of het financieren van terrorisme;
13.3.3. Er zijn Internationale sancties van toepassing op de Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming, of de Bank heeft reden om te vermoeden dat de Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming in strijd handelt met internationale sancties;
13.3.4. De Cliënt schiet zodanig tekort in de naleving van een verplichting uit een overeenkomst met de Bank of een Lid van de Bankgroep dat de Bank reden heeft om aan te nemen dat de Cliënt in de nakoming van de verplichtingen zal blijven tekortschieten (bijv. de Cliënt is herhaaldelijk tekortgeschoten in de naleving van zijn/haar verplichtingen);
13.3.5. De Bank is in redelijkheid van mening dat omstandigheden waarvan de Bank kennis heeft genomen ertoe kunnen leiden dat de Cliënt niet in staat zal zijn/haar verplichtingen behoorlijk na te leven of een materieel nadelig effect hebben op de bedrijfsactiviteiten of financiële situatie van de Cliënt (zoals faillissements- of ontbindingsprocedure tegen de Cliënt);
13.3.6. Het doen of nalaten van de Cliënt of zijn/haar Gelieerde onderneming heeft schade veroorzaakt, waaronder reputatieschade, of hebben geleid tot een gerede kans op schade aan de Bank of een Lid van de Bankgroep;
13.3.7. De Cliënt is een natuurlijk persoon van wie het recht op rechtmatig verblijf in de Europese Unie is komen te vervallen;
13.3.8. De Cliënt heeft meer dan 24 aaneengesloten maanden geen gebruik gemaakt van de in de Dienstverleningsovereenkomst overeengekomen dienst, tenzij de Dienstverleningsovereenkomst anders bepaalt;
13.3.9. Beëindiging van de Dienstverleningsovereenkomst is vereist door een Estse of buitenlandse toezichthoudende instantie (bijv. de Estse Financiële toezichtautoriteit (Finantsinspektsioon) of de Financiële Inlichtingen Eenheid), door een overheidsinstantie, een exploitant van een internationaal betalings- of afwikkelingssysteem of een andere bevoegde autoriteit;
13.3.10. De Cliënt verzuimt of weigert de Bank voldoende informatie of documenten te verstrekken om naleving van het “Ken uw klant”-principe zoals beschreven in hoofdstuk 14 van de Algemene Bankvoorwaarden mogelijk te maken;
13.3.11. De Cliënt heeft informatie of documenten verstrekt om een onjuiste indruk te geven van zijn identiteit of bedrijf (bijv. de uitgevoerde transacties hebben geen economisch doel, de transactie is ondoorzichtig en valt buiten de normale bedrijfsvoering);
13.3.12. De Cliënt maakt geen gebruik van de diensten ontvangen op grond van de Dienstverleningsovereenkomst in overeenstemming met het doel en de behoeften waarvoor de Dienstverleningsovereenkomst is aangegaan (bijv. de Klantrekening van een minderjarige Cliënt wordt
gebruikt op naam en ten behoeve van zijn of haar voogd, de Klantrekening van een natuurlijke persoon wordt gebruikt voor zakelijke doeleinden);
13.3.13. Naar het oordeel van de Bank vallen de Cliënt of een van haar/zijn Gelieerde ondernemingen of samenwerkingspartners en/of hun activiteiten buiten de risicobereidheid van de Bank. De Cliënt valt met name buiten de risicobereidheid van de Bank als de Cliënt geen redelijke band heeft met Nederland (de Cliënt is bijvoorbeeld niet woonachtig of gevestigd in Nederland). Ook als de Bank niet kan uitsluiten dat de activiteiten van de Cliënt fictief zijn, als de Bank van oordeel is dat de Cliënt, hetzij zelf, hetzij via hun samenwerkingspartners, betrokken is bij activiteiten met een hoog risico op witwassen en financiering van terrorisme (bijvoorbeeld wapenhandel, pornografie, buitenlandse internetcasino's), banden heeft met een gebied waar een hoog risico van witwassen en de financiering van terrorisme bestaat (zoals landen waar geen adequate maatregelen worden getroffen ter voorkoming van witwassen en de financiering van terrorisme, conflictgebieden), de Klantrekening van de Cliënt wordt gebruikt als transitrekening, of de transacties van de Cliënt of de herkomst van de vermogensbestanddelen van de Klant houden verband met virtuele valuta (cryptocurrency);
13.3.14. Er bestaat een andere geldige reden zoals genoemd in de voorwaarden van de Dienstverleningsovereenkomst en/of in de wet, bijv. wanneer er sprake is van een juridische belemmering van de voortzetting van de Dienstverleningsovereenkomst, zoals beperkte handelingsbekwaamheid, dubbelzinnigheid of het ontbreken van vertegenwoordigingsbevoegdheid.
13.4. De Bank beëindigt de Dienstverleningsovereenkomst slechts na alle omstandigheden van het geval in aanmerking te hebben genomen en na in redelijkheid tot een besluit te zijn gekomen.
13.5. Bij beëindiging wegens het niet voldoen aan de door de wet gestelde zorgvuldigheidseisen kan de Bank de eigendommen van de Cliënt uitsluitend overdragen naar een rekening geopend bij een kredietinstelling of vestiging van een buitenlandse kredietinstelling geregistreerd in het Estse handelsregister of bij een kredietinstelling geregistreerd of gevestigd in een verdragsluitende staat van de Europese Economische Ruimte of in een land waar eisen van kracht zijn die gelijk zijn aan de eisen van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad. In het in dit deel beschreven geval kan de Bank alleen vermogensbestanddelen overboeken naar een rekening geopend op naam van een derde in de gevallen en volgens de procedures voorzien in de wet.
13.6. De Bank kan (een deel van) de onderneming van de Bank overdragen aan een andere partij. De Bank kan daarbij ook de rechtsbetrekking tussen de Bank en de Cliënt op grond van een overeenkomst met de Cliënt, overdragen. De overdracht van de overeenkomst met de Klant wordt ook wel contractovername genoemd. De Cliënt zal geïnformeerd worden van de contractovername.
14. RECHTEN VAN DE BANK MET BETREKKING TOT DE VOORKOMING VAN WITWASSEN EN FINANCIERING VAN TERRORISME EN DE TOEPASSING VAN SANCTIES
14.1. De Bank past de maatregelen toe met betrekking tot de bestrijding van witwassen, de bestrijding van de financiering van terrorisme en van belastingontwijking die zijn vastgesteld door de Republiek Estland, de internationaal vastgestelde maatregelen en de internationale sanctiemaatregelen. Daartoe moet de Bank beschikken over een overzicht van haar Cliënten, hun Gelieerde ondernemingen, de activiteiten van de Cliënten en de herkomst van hun vermogen (het “Ken uw Klant”-principe).
14.2. Volgens het Ken uw Klant -principe heeft de Bank onder meer het recht op en de plicht tot het volgende:
14.2.1. Van de Cliënt verlangen om bij het aangaan of tijdens de uitvoering van een Dienstverleningsovereenkomst aanvullende informatie te verstrekken over de Cliënt, de eigenaren, bestuurders, uiteindelijk begunstigden en/of Gelieerde ondernemingen en/of bedrijfsactiviteiten, waaruit onder meer de exacte omvang van de activiteiten van de Cliënt blijkt, evenals de belangrijkste contractpartners, omzet, het aandeel contante en niet-contante transacties, de frequentie van de transacties, enz.;
14.2.2. Van de Cliënt verlangen dat hij aanvullende informatie verstrekt om opheldering te geven over de inhoud van de transactie en het economische doel ervan, de herkomst van het geld of andere activa die bij de transactie worden gebruikt, inclusief documenten die aan de transactie ten grondslag liggen (zoals verkoopcontracten, vrachtbrieven, douanedocumenten, facturen, etc.) en/of informatie over de tegenpartij of andere bij de transactie betrokken personen;
14.2.4. Regelmatig de juistheid controleren van de identificatiegegevens van de Cliënt en/of de vertegenwoordiger van de Cliënt en van de Cliënt verlangen dat hij relevante documenten verstrekt en de gegevens actualiseert.