S T A T U T E N
S T A T U T E N
Bij notariële akte verleden voor xx. xxx. Xxxxx Xxxxx Xxxxxxx, notaris met plaats van vestiging te Groningen, op 6 februari 2020
“INDELING
Deze statuten zijn ingedeeld in de volgende artikelen:
Artikel 1 - Begripsbepaling en interpretatie Artikel 2 - Naam en zetel
Artikel 3 - Doel en middelen
Artikel 4 - Aanvraag en toelating lidmaatschap; het ledenregister Artikel 5 - Jaarlijkse bijdrage
Artikel 6 - Overdracht en overgang lidmaatschap Artikel 7 - Einde lidmaatschap
Artikel 8 - Uitgesloten Aansprakelijkheid Artikel 9 - Geldmiddelen
Artikel 10 - Wijziging in de overeenkomsten
Artikel 11 - Benoeming, schorsing en ontslag van het Bestuur
Artikel 12 - Bestuursbevoegdheid; Dagelijks Bestuur; Bestuurscommissies Artikel 13 - Bestuursvergaderingen
Artikel 14 - Raad van Advies
Artikel 15 - Vertegenwoordigingsbevoegdheid; tegenstrijdig belang Artikel 16 - Directie
Artikel 17 - Algemene Vergadering Artikel 18 - Toegang en stemrecht Artikel 19 - Vergaderorde
Artikel 20 - Boekjaar, jaarstukken Artikel 21 – Winst
Artikel 22 - Reglement
Artikel 23 - Statutenwijziging, Ontbinding en Juridische Fusie of Splitsing Artikel 24 - Vereffening
Artikel 25 - Geschillenregeling Artikel 26 - Slotbepaling
Artikel 1 - Begripsbepaling en interpretatie
1. In deze statuten worden de volgende definities gehanteerd:
- Algemene Vergadering:
het orgaan dat gevormd wordt door de Leden, dan wel de bijeenkomsten van dit orgaan;
- Bestuur:
het bestuur van de coöperatie;
- Bestuurder:
een lid van het Bestuur van de coöperatie;
- Bestuurscommissies:
de door het Bestuur ingestelde Bestuurscommissies;
- Coöperatie:
de rechtspersoon waarop deze statuten betrekking hebben;
- Dagelijks Bestuur:
een eventueel te benoemen dagelijks bestuur van de Coöperatie;
- Directie:
de door het Bestuur benoemde directie, welk orgaan is belast met de dagelijkse gang van zaken in het door de Coöperatie uitgeoefende bedrijf;
- Directiereglement:
het door het Bestuur opgestelde reglement, waarin taken en bevoegdheden van de Directie zijn vastgelegd;
- Leden/Lid:
de Leden casu quo een Lid van de Coöperatie, welke Leden:
(1) diensten en/of energie afnemen van de Coöperatie, en/of
(2) diensten en/of energie aanbieden (lokaal opgewekte energie en opslagfunctie), en/of
(3) deelnemen in projecten van de Coöperatie;
- Raad van Advies:
de in artikel 14 genoemde raad van advies.
2. Begrippen die in het enkelvoud zijn gedefinieerd hebben een overeenkomstige betekenis in het meervoud.
3. Onder “schriftelijk” wordt in deze statuten tevens verstaan: per e-mail, per telefax of via enig ander telecommunicatiemiddel dat in staat is geschreven tekst leesbaar en reproduceerbaar over te brengen.
Artikel 2 - Naam en zetel
1. De coöperatie draagt de naam: “Coöperatieve Energy Common Leidschendam- Voorburg U.A.”, bij verkorting genaamd “EC-LV” en voorts handelend onder de handelsnaam “Energy Common Leidschendam-Voorburg”.
2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Leidschendam-Voorburg.
Artikel 3 - Doel en middelen
1. De Coöperatie stelt zich ten doel:
(i) een gemeenschap van mensen te vormen, die vanuit een gedeeld eigenaarschap en een gedeelde verantwoordelijkheid betrokken zijn bij het realiseren van een meer inclusieve, rechtvaardige en duurzame samenleving;
(ii) bij te dragen aan de energietransitie en de daarbij horende maatschappelijke ontwikkeling door te voorzien in de stoffelijke behoeften van de Leden krachtens met hen gesloten overeenkomsten in het bedrijf dat de Coöperatie te dien einde ten behoeve van de Leden uitoefent of doet uitoefenen;
(iii) om via duurzame opwekking, beheer en gebruik van energie de bewoners van Leidschendam-Voorburg en omstreken voor een groot deel
zelfvoorzienend te laten zijn, waarbij energiecontracten met klassieke leveranciers worden verruild voor buurtenergie.
2. Het bedrijf dat door de Coöperatie wordt geëxploiteerd omvat:
a. het produceren of doen produceren van duurzame energie, direct of indirect ten behoeve van de Leden;
b. het collectief inkopen van energie en/of daaraan gerelateerde producten en/of diensten ten behoeve van de Leden;
c. het stimuleren van het gebruik van duurzame, lokaal opgewekte energie;
d. het bevorderen van energiebesparing door de Leden;
e. het organiseren en realiseren van aardgasvrije wijken in de gemeente Leidschendam-Voorburg, waarbij bewoners eigenaar zijn van woning- en buurtgebonden energiesystemen;
f. het uitwisselen van praktijkervaring met doorbraaktechnologieën met gelieerde organisaties, waaronder de stichting Energy Commons Institute, statutair gevestigd te gemeente Amsterdam, ingeschreven in het handelsregister onder nummer 76118789;
g. het bevorderen van de sociale samenhang binnen gemeenschappen in Leidschendam-Voorburg in het algemeen en de samenwerking tussen de Leden in het bijzonder;
h. al hetgeen daartoe behoort of bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin.
3. De Coöperatie kan de overeenkomsten die zij met de Leden sluit ook met derden aangaan, mits niet in zodanige mate dat de overeenkomsten met de Leden van ondergeschikte betekenis zijn.
4. Zij tracht dit doel onder meer te bereiken door:
i. het uitoefenen van een bedrijf ten behoeve van de Leden;
ii. het verwerven, oprichten en exploiteren van duurzame energie- opwekkingsmiddelen, waaronder zonne-energiesystemen, wind- en warmtekrachtsystemen;
iii. het sluiten van overeenkomsten met Leden teneinde te voorzien in hun behoefte aan duurzame, lokaal geproduceerde energie;
iv. het oprichten van, deelnemen in of samenwerken met organisaties, als dat voor het bereiken van het doel van de Coöperatie bevorderlijk kan zijn, waaronder begrepen, doch daartoe niet beperkt, het sluiten van een overeenkomst met aanbieders, zoals energieleveranciers;
v. het geven van voorlichting over energiebesparing en de lokale opwekking van- en het gebruik van duurzame energie;
vi. het uitvoeren van alle voorkomende werkzaamheden die met het vermelde doel in verband staan of daartoe bevorderlijk kunnen zijn.
Artikel 4 - Aanvraag en toelating lidmaatschap; het ledenregister
1. Leden van de Coöperatie kunnen zijn natuurlijke personen en rechtspersonen die woonachtig of gevestigd zijn in de gemeente Leidschendam-Voorburg en omgeving.
In een huishoudelijk reglement kunnen nadere vereisten voor het lidmaatschap worden gesteld.
2. Een samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid kan als lid worden aangemerkt, mits de (rechts)personen die van deze samenwerkingsvorm deel uitmaken, een van hen of een derde aanwijzen om krachtens schriftelijke volmacht de samenwerkingsvorm tegenover de Coöperatie in alle opzichten te vertegenwoordigen. De samenwerkingsvorm wordt als één Lid aangemerkt.
Bij defungeren van de gevolmachtigde zullen de leden van de samenwerkingsvorm op straffe van opschorting van hun rechten een nieuwe gevolmachtigde aanwijzen.
3. De aanvraag van het lidmaatschap van de Coöperatie geschiedt door een schriftelijk verzoek aan het Bestuur onder verstrekking van alle door het Bestuur verlangde gegevens. Het Bestuur beslist binnen één maand na ontvangst van het verzoek over de toelating en deelt de beslissing schriftelijk aan de aanvrager mee. Xxxxxxx van niet toelating door het Bestuur kan de Algemene Vergadering niet alsnog tot toelating besluiten.
4. Daarnaast zal een (rechts)persoon die nog geen Lid is van de Coöperatie, worden geacht het lidmaatschap te hebben aangevraagd wanneer deze (rechts)persoon zich heeft ingeschreven bij de Coöperatie.
5. Het Bestuur houdt een ledenregister bij waarin de namen en adressen van de Leden zijn vermeld, en bij samenwerkingsvormen zonder rechtspersoonlijkheid de naam en het adres van degene die de samenwerkingsvorm vertegenwoordigt. Het register ligt voor de Leden ter inzage.
6. Het Bestuur kan middels een duidelijk kenbaar gemaakt besluit nadere criteria vaststellen ter zake van het lidmaatschap.
7. Naast het ledenregister zal er een register worden opgemaakt, waarin wordt vastgelegd welke Leden welke diensten van de Coöperatie afnemen en/of aanbieden en/of in welke projecten van de Coöperatie zij deelnemen.
Artikel 5 - Jaarlijkse bijdrage
1. Ieder Lid is een jaarlijkse bijdrage aan de Coöperatie verschuldigd, welke wordt vastgesteld door het Bestuur.
2. Bij einde van het lidmaatschap vindt geen verrekening of restitutie van de jaarlijkse bijdrage (verschuldigd over het alsdan lopende boekjaar) plaats.
3. Ieder Lid van de Coöperatie betaalt voor de af te nemen diensten, waarvan de tarieven worden vastgesteld door het Bestuur of - wanneer het bestuur de Directie daartoe mandaat heeft gegeven - de Directie.
Artikel 6 - Overdracht en overgang lidmaatschap
1. Het lidmaatschap is vatbaar voor overgang door fusie, splitsing of erfopvolging, met dien verstande dat de lidmaatschapsrechten pas kunnen worden uitgeoefend nadat de overgang is goedgekeurd door het Bestuur.
2. De regels van artikel 4 lid 3 zijn van overeenkomstige toepassing.
Artikel 7 - Einde lidmaatschap
1. Het lidmaatschap eindigt:
i. ingeval het Lid een natuurlijk persoon is, door zijn overlijden;
ii. ingeval het Lid een rechtspersoon is, doordat zij ophoudt te bestaan, tenzij dit ophouden te bestaan het gevolg is van een fusie of splitsing en het lidmaatschap vatbaar is voor een overgang;
ii. door opzegging door het Lid;
iii. door opzegging door de Coöperatie;
iv. door ontzetting.
2. Opzegging van het lidmaatschap door het Lid kan slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar, mits schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Niettemin is onmiddellijke beëindiging van het lidmaatschap door opzegging mogelijk:
i. indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
ii. binnen een maand nadat een besluit waarbij anders dan geldelijk de rechten van de Leden zijn beperkt of hun verplichtingen zijn verzwaard aan een Lid bekend is geworden of medegedeeld;
iii. binnen een maand nadat een Lid een besluit is medegedeeld tot omzetting van de Coöperatie in een andere rechtsvorm of tot fusie, dan wel splitsing. Indien een opzegging niet tijdig heeft plaatsgehad, loopt het lidmaatschap door tot het einde van het eerstvolgende boekjaar.
3. Opzegging van het lidmaatschap door de Coöperatie kan eveneens slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar. De opzegging geschiedt door het Bestuur, schriftelijk en met inachtneming van een opzeggingstermijn van ten minste vier weken. Opzegging van het lidmaatschap door de Coöperatie kan slechts plaatsvinden:
i. wanneer een Lid heeft opgehouden aan de vereisten - door de statuten en/of het huishoudelijk reglement aan het lidmaatschap gesteld - te voldoen;
ii. wanneer redelijkerwijs van de Coöperatie niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
iii. ingeval een samenwerking als bedoeld in artikel 4 lid 2 wijzigt van samenwerkingsvorm;
iv. ingeval een Lid van de Coöperatie toetreedt tot een samenwerkingsvorm als bedoeld in artikel 4 lid 2;
v. ingeval van opzegging met onmiddellijke ingang is de beroepsprocedure in lid 4 van dit artikel van overeenkomstige toepassing.
4. Ontzetting uit het lidmaatschap kan alleen worden uitgesproken wanneer een Lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der Coöperatie handelt of wanneer een Lid de Coöperatie op onredelijke wijze benadeelt. De ontzetting geschiedt door het Bestuur, dat het betrokken Lid ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen in kennis stelt. De betrokkene is bevoegd binnen een maand na ontvangst van de kennisgeving in beroep te gaan bij de Algemene Vergadering. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het Lid geschorst.
5. Het Bestuur kan een Lid dat handelt in strijd met de statuten, reglementen of besluiten van de Coöperatie of de Coöperatie op onredelijke wijze benadeelt, schorsen voor een door het Bestuur te bepalen periode van maximaal zes (6) maanden. Het in lid 4 over een beroep bepaalde is van overeenkomstige toepassing.
6. Een Lid kan zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen, zodra hem een besluit ter kennis is gekomen waarin de jaarlijkse bijdrage aanzienlijk is verzwaard.
7. Wanneer het lidmaatschap wordt beëindigd zal de energieleveringsrelatie met de Coöperatie tevens worden beëindigd.
Artikel 8 - Uitgesloten aansprakelijkheid
1. Iedere aansprakelijkheid van de Leden is uitgesloten.
2. De Coöperatie sluit iedere verplichting van haar Leden of haar oud-Leden om in een tekort bij te dragen uit. Leden of oud-Leden zijn tegenover de Coöperatie of haar curatoren/bewindvoerders of vereffenaars niet aansprakelijk voor enig tekort.
Artikel 9 - Geldmiddelen
1. De geldmiddelen van de Coöperatie bestaan uit:
• de jaarlijkse contributies van de Leden;
• het inleggeld van (toetredende) Leden;
• inkomsten uit door de Coöperatie met de Leden gesloten dienstenovereenkomsten;
• giften, erfstellingen;
• subsidies;
• sponsorbijdragen;
• vergoeding voor faciliterende diensten;
• vergoeding voor het opzetten en uitvoeren van programma's en projecten;
• opbrengsten van vermogen;
• en het door de Algemene Vergadering gereserveerde deel van een eventueel batig saldo en andere inkomsten.
Het Bestuur bepaalt wanneer het inleggeld dient te worden voldaan. Jaarlijks wordt door de Algemene Vergadering de hoogte van de contributie en van het inleggeld vastgesteld. Het niet-gestorte gedeelte van het inleggeld is steeds opeisbaar. Het inleggeld behoort tot het eigen vermogen van de Coöperatie en wordt bij uittreding
niet terugbetaald, indien in de loop van het boekjaar het lidmaatschap eindigt, blijven de contributie en het inleggeld voor het geheel verschuldigd.
2. Geen enkel natuurlijk persoon of rechtspersoon mag over het vermogen van de Coöperatie beschikken alsof het zijn eigen vermogen is.
Artikel 10 - Wijziging in de overeenkomsten
Het Bestuur is, mits met goedkeuring van de Algemene Vergadering, bevoegd te besluiten tot het wijzigen van de met de Leden in de uitoefening van haar bedrijf aangegane overeenkomsten, mits de Coöperatie deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze heeft voorbehouden.
Artikel 11 - Benoeming, schorsing en ontslag van het Bestuur
1. De Algemene Vergadering bepaalt het aantal Bestuurders met een minimum van drie personen en een maximum van negen. De Bestuurders worden uit de Leden benoemd. Bestuurders worden door de Algemene Vergadering benoemd met inachtneming van het volgende:
i. Bestuurders dienen te voldoen aan de integriteitseisen die door het Bestuur zijn gesteld;
ii. er dient naar te worden gestreefd dat het Bestuur bestaat uit personen die op grond van persoonlijke bekwaamheid en maatschappelijke ervaring geacht kunnen worden de doelstelling der Coöperatie te kunnen realiseren en de daarmee verband houdende werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
iii. er dient naar te worden gestreefd dat in het Bestuur diversiteit in deskundigheid aanwezig is, met name op financieel en bestuurlijk gebied.
iv. Tussen de Bestuurders mogen geen nauwe familie of vergelijkbare relaties bestaan, waaronder begrepen - maar niet beperkt tot - huwelijk, geregistreerd partnerschap of ongehuwd samenwonen en bloed- of aanverwantschap tot in de derde graad.
2. Het Bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester en eventueel plaatsvervangers voor hen. De functies van secretaris en penningmeester kunnen in één persoon worden verenigd.
3. Het Bestuur stelt aan de hand van de voorgeschreven zittingsduur een rooster van aftreden vast. Elke Bestuurder treedt uiterlijk vier jaar na zijn benoeming af, volgens een door het Bestuur op te maken rooster van aftreding. Aftredende Bestuurders zijn terstond herkiesbaar, met uitzondering van diegene(n) die er reeds twee ambtstermijnen van vier jaar op heeft (hebben) zitten. Daarbij moet worden voorkomen dat het periodiek aftreden een evenwichtig functioneren van het Bestuur in gevaar brengt, om welke reden het Bestuur van geval tot geval de zittingsduur van een bestuurder mag verlengen met ten hoogste één jaar.
4. Bestuurders kunnen te allen tijde zonder opgave van redenen door de Algemene Vergadering worden geschorst en ontslagen. Een besluit tot schorsing en ontslag behoeft dezelfde meerderheid van stemmen en hetzelfde quorum als een besluit tot statutenwijziging.
5. Als ingeval van schorsing van een Bestuurder de Algemene Vergadering niet binnen drie maanden daarna tot zijn ontslag heeft besloten, eindigt de schorsing. De geschorste Bestuurder wordt in de gelegenheid gesteld zich in de Algemene Vergadering te verantwoorden en kan zich daarin door een raadsman doen bijstaan.
6. Een niet voltallig Bestuur behoudt zijn bevoegdheden. In ontstane vacatures wordt zo spoedig mogelijk voorzien.
8. Een Bestuurder defungeert:
i. door zijn overlijden;
ii. doordat hij failliet wordt verklaard of hem surseance van betaling wordt verleend;
iii. door zijn ondercuratelestelling of doordat hij anderszins het vrije beheer over zijn vermogen verliest;
iv. door zijn aftreden;
v. door zijn ontslag, verleend door de rechtbank in de gevallen zoals in de wet voorzien;
vi. door zijn ontslag, verleend bij besluit van de overige Bestuurders om gewichtige redenen;
vii. door het ten einde komen van de hoedanigheid welke - mede - een reden vormde voor zijn benoeming tot Bestuurder en dit naar het oordeel van het Bestuur.
8. Het Bestuur kan worden bijgestaan door de in artikel 14 genoemde Raad van Advies, welk orgaan het Bestuur kan adviseren over inhoudelijke en procedurele onderwerpen.
Artikel 12 - Bestuursbevoegdheid; Dagelijks Bestuur; Bestuurscommissies
1. Het Bestuur is belast met het besturen van de Coöperatie. Het bestuur kan uit zijn midden een Dagelijks Bestuur benoemen. Het Bestuur kan, tot wederopzegging, taken en bevoegdheden delegeren aan het Dagelijks Bestuur.
2. De Algemene Vergadering kan bij een daartoe strekkend besluit duidelijk te omschrijven besluiten van het Bestuur aan haar goedkeuring onderwerpen. Een dergelijk besluit van de Algemene Vergadering wordt onmiddellijk aan het Bestuur medegedeeld. Het ontbreken van de goedkeuring van de Algemene Vergadering tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het Bestuur of de Bestuurders niet aan.
3. De Bestuurders dienen hun werkzaamheden te verrichten zonder last of ruggespraak en uitsluitend in het belang van de Coöperatie.
4. Het Bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen noch tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de Coöperatie zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt.
5. Het Bestuur van de Coöperatie stelt (jaarlijks) het beleids- en actieplan van de Coöperatie vast met de daarbij behorende begroting, ter goedkeuring door de Leden.
6. De redelijke kosten die Bestuurders in de uitoefening van hun bestuursfunctie maken, worden hun door de Coöperatie vergoed.
7. Het Bestuur kan uit zijn midden Bestuurscommissies instellen, waaronder een public relations commissie, een websitecommissie en een commissie financiën.
8. De Bestuurscommissies hebben tot taak om hun specifieke takenpakketten uit te voeren en om de besluitvorming van het Bestuur inzake deze functiegebieden voor te bereiden.
9. Bij de instelling stelt het Bestuur voor elke Bestuurscommissie een reglement op waarin wordt aangegeven wat de rol en verantwoordelijkheid van de desbetreffende Bestuurscommissie is, haar samenstelling en op welke wijze zij haar taak uitoefent. Bedoeld reglement wordt vastgesteld en gewijzigd door het Bestuur.
Artikel 13 - Bestuursvergaderingen
1. Het Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minste twee andere Bestuurders dit wensen, doch ten minste viermaal per jaar. De oproepingstermijn bedraagt ten minste drie dagen.
2. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter; bij diens afwezigheid voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
3. Voor het nemen van rechtsgeldige besluiten is vereist de aanwezigheid van ten minste de helft van het aantal bestuurders. Indien oproeping niet rechtsgeldig heeft plaatsgevonden kan het Bestuur besluiten nemen indien alle Bestuurders in die vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Het Bestuur kan ook buiten vergadering besluiten nemen, mits alle Bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel hebben uitgesproken. Van besluiten op deze wijze tot stand gekomen wordt in de eerstvolgende bestuursvergadering mededeling gedaan.
4. Bestuursvergaderingen worden gehouden op een plaats, vast te stellen door degene die de vergadering bijeenroept.
5. Toegang tot de vergaderingen hebben de Bestuurders, alsmede zij die door het Bestuur worden toegelaten. Een Bestuurder kan zich door een schriftelijk door hem daartoe gevolmachtigd medebestuurslid ter vergadering doen vertegenwoordigen. Een Bestuurder kan ten hoogste één medebestuurder ter vergadering vertegenwoordigen.
6. ledere Bestuurder heeft één stem. Alle besluiten waaromtrent bij deze statuten niet anders is bepaald worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Blanco stemmen worden geacht niet te zijn uitgebracht. Staken de stemmen bij verkiezing van personen dan beslist het lot; staken de stemmen bij een andere stemming, dan is het voorstel verworpen.
7. Alle stemmingen geschieden mondeling, tenzij een ter vergadering aanwezig Bestuurder schriftelijke stemming verlangt.
8. Van het verhandelde in de vergadering worden door een daartoe door de voorzitter van de vergadering aangewezen persoon notulen opgemaakt, welke in dezelfde of de eerstvolgende vergadering worden vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist ondertekend.
9. Het Bestuur kan ook op andere wijze dan in vergadering besluiten nemen, mits alle Bestuurders in de gelegenheid worden gesteld hun stem uit te brengen, en zij allen schriftelijk hebben verklaard zich niet tegen deze wijze van besluitvorming te verzetten. Een besluit is alsdan genomen zodra de vereiste meerderheid van alle Bestuurders zich schriftelijk vóór het voorstel heeft verklaard. Van een buiten vergadering genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt, dat in de eerstvolgende vergadering wordt vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de notulist van die vergadering ondertekend. Het aldus vastgestelde relaas wordt tezamen met de in de eerste zin van dit lid bedoelde stukken bij de notulen gevoegd.
10. Aan de Coöperatie subsidiërende rechtspersonen en aan haar donateurs kunnen door het Bestuur hetzij tijdelijk, hetzij blijvend, bevoegdheden worden verleend tot het bijwonen van de vergaderingen van het Bestuur, het indienen van voorstellen op die vergadering, het deelnemen aan de discussies betreffende zodanige voorstellen en het uitbrengen van een adviserende stem betreffende deze voorstellen.
11. Wanneer de Leden door het Bestuur in verschillende categorieën zijn ingedeeld, dient het Bestuur er voor zorg te dragen dat de belangen van de verschillende categorieën Leden in de besluitvorming van het Bestuur op een zorgvuldige en evenwichtige wijze worden betrokken.
Artikel 14 – Raad van Advies
1. De Algemene Ledenvergadering kan overgaan tot het instellen van een Raad van Advies.
2. De Raad van Advies bestaat uit een oneven aantal natuurlijke personen met een minimum van drie en een maximum van zeven.
3. De Algemene Vergadering kan niet-leden uitnodigen zitting te nemen in de Raad van Advies.
4. Lid van de Raad van Advies kan niet een persoon zijn:
i. die in dienst is van de Coöperatie, ten behoeve van de Coöperatie bepaalde diensten verricht of een belangrijke zakelijke relatie heeft met de Coöperatie;
ii. die in een periode van drie jaar voorafgaand aan de benoeming in dienst was van de Coöperatie of Bestuurder is geweest;
iii. die Bestuurder is van de Coöperatie;
iv. die lid is van de Directie van de Coöperatie;
v. die verwant, gehuwd of samenwoont met een zittend Bestuurder van de Coöperatie
5. De benoemings- ontslag of ontzeggingsprocedures voor leden van de Raad van Advies zijn gelijk aan die van het Bestuur zoals bepaald in deze statuten.
6. De Raad van Advies bepaalt een eigen rooster van aftreden.
7. De Raad van Advies stelt een reglement ten behoeve van haar functioneren vast wat ze ter informatie voorlegt aan de Algemene Vergadering.
8. De Raad van Advies fungeert als klankbord voor het bestuur. De leden van de raad staan het Bestuur gevraagd en ongevraagd met raad ter zijde.
Artikel 15 - Vertegenwoordigingsbevoegdheid; tegenstrijdig belang
1. Het Bestuur vertegenwoordigt de Coöperatie.
2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt bovendien toe aan twee gezamenlijk handelende Bestuurders, waaronder steeds de voorzitter van het Bestuur.
3. Het Bestuur is bevoegd, onverminderd het bepaalde in artikel 11 lid 2, aan een of meer personen al dan niet doorlopende vertegenwoordigingsbevoegdheid te verlenen.
4. In alle gevallen waarin de Coöperatie een tegenstrijdig belang heeft met een of meer Bestuurders kan de Algemene Vergadering een of meer personen aanwijzen om de Coöperatie te vertegenwoordigen.
Artikel 16 - Directie
1. Het Bestuur kan een Directie benoemen. De Directie is werkzaam onder toezicht en verantwoordelijkheid van het Bestuur en wordt door het Bestuur van een in het Directiereglement op te nemen schriftelijke instructie voorzien. Dit Directiereglement wordt voorafgaand aan de benoeming ter goedkeuring voorgelegd aan de Algemene Vergadering.
2. De Directie is belast met de dagelijkse leiding van het door de Coöperatie uitgeoefende bedrijf.
3. De Directie is verplicht de vergaderingen van het Bestuur, de Raad van Advies en van de Algemene Vergadering bij te wonen, indien dit door het Bestuur, de Raad van Advies of door degene die de Algemene Vergadering bijeenroept wordt verlangd.
Artikel 17 - Algemene Vergadering
1. De Algemene Vergaderingen worden gehouden in de gemeente Leidschendam- Voorburg.
2. Het Bestuur roept de Algemene Vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt of wanneer het daartoe volgens de wet verplicht is. Telkenjare, vóór één juni, wordt de jaarvergadering gehouden. Daarin wordt door de secretaris verslag uitgebracht over de verrichtingen in het afgelopen jaar. De penningmeester legt daarin rekening en verantwoording af voor zijn financiële beheer in het afgelopen boekjaar.
3. De bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedt door schriftelijke mededeling aan de vergadergerechtigden met in achtneming van een termijn van ten minste zeven dagen.
4. Bij de oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
5. Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal Leden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte van de stemmen in een voltallige Algemene Vergadering, is het Bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een Algemene Vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek. Aan de eis van dit schriftelijke verzoek is niet voldaan als het verzoek uitsluitend elektronisch is vastgelegd.
6. Indien door het Bestuur aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen de verzoekers zelf tot de bijeenroeping van de Algemene Vergadering overgaan op de wijze als in lid 3 van dit artikel bepaald. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan Bestuurders belasten met de leiding van de Algemene Vergadering en het opstellen van de notulen.
7. Indien geen schriftelijke bijeenroeping van de Algemene Vergadering plaatsvond, kan de Algemene Vergadering niettemin rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle stemgerechtigden ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd zijn, tenzij een zodanig aantal der aanwezigen als gerechtigd is tot het uitbrengen in die vergadering van een tiende gedeelte der stemmen zich tegen deze wijze van besluitvorming verzet.
8. Het bepaalde in de eerste zin van dit lid is van overeenkomstige toepassing op besluitvorming door de Algemene Vergadering indien bijeenroeping van de Algemene Vergadering geschiedde op een kortere dan voorgeschreven termijn of indien onderwerpen worden behandeld die niet op de agenda zijn vermeld.
Artikel 18 - Toegang en stemrecht
1. Toegang tot de Algemene Vergadering hebben de Leden die niet geschorst zijn, de personen die deel uitmaken van de organen van de Coöperatie, en degenen, die daartoe door het Bestuur en/of de Algemene Vergadering zijn uitgenodigd. Een geschorst Lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren.
2. Stemgerechtigd in de Algemene Vergadering zijn de Leden die niet geschorst zijn. Ieder van hen heeft één stem. Iedere stemgerechtigde kan aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Een stemgerechtigde kan voor ten hoogste twee personen als gevolmachtigde optreden.
3. Een eenstemmig besluit van alle stemgerechtigde Leden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het Bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de Algemene Vergadering.
4. De voorzitter van de vergadering bepaalt de wijze waarop de stemmingen in de Algemene Vergadering worden gehouden.
5. Alle besluiten waarvoor bij de wet of bij deze statuten geen grotere meerderheid is voorgeschreven worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
6. Bij staking van stemmen over zaken is het voorstel verworpen. Staken de stemmen bij verkiezing van personen, dan beslist het lot. Indien bij verkiezing tussen meer dan twee personen door niemand een volstrekte meerderheid is verkregen, wordt herstemd tussen de twee personen die het grootste aantal stemmen kregen, zo nodig na tussenstemming.
Artikel 19 - Vergaderorde
1. De Algemene Vergaderingen worden geleid door de voorzitter van het Bestuur of, bij diens afwezigheid, door een andere aanwezige Bestuurder. Zijn geen Bestuurders aanwezig, dan voorziet de vergadering zelf in haar leiding.
2. Het door de voorzitter ter Algemene Vergadering uitgesproken oordeel omtrent de uitslag van een stemming is beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel. Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.
3. Van het ter Algemene Vergadering verhandelde worden notulen gehouden door de secretaris of door een door de voorzitter aangewezen persoon.
Deze notulen worden in dezelfde of in de eerstvolgende algemene vergadering vastgesteld en ten blijke daarvan door de voorzitter en de secretaris van die vergadering ondertekend.
Artikel 20 - Boekjaar, jaarstukken
1. Het boekjaar van de Coöperatie is gelijk aan het kalenderjaar.
2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vijf maanden door de Algemene Vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het Bestuur een jaarrekening, bestaande uit een balans en een staat van baten en lasten met een toelichting, op en legt deze voor de Leden ter inzage ten kantore van de Coöperatie. Binnen deze termijn legt het Bestuur ook het jaarverslag ter inzage van de Leden, tenzij de artikelen 2:396 lid 6 of 2:403 Burgerlijk Wetboek voor de Coöperatie gelden. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.
3. Het Bestuur kan zich bij het opstellen van de jaarrekening laten bijstaan door een (register)accountant die een verklaring overlegt een en ander zoals bedoeld in artikel 2: 58 lid 1 in verband met artikel 2:48 lid 2 Burgerlijk Wetboek.
4. De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door alle Bestuurders, binnen zeven maanden na afloop van het boekjaar; ontbreekt de ondertekening van een of meer van hen, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt.
5. De jaarrekening wordt vastgesteld door de Algemene Vergadering die het Bestuur uiterlijk een maand na afloop van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde termijn doet houden. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder.
6. Het Bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de Coöperatie zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
7. Het Bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde bescheiden tien jaar lang te bewaren.
Artikel 21 - Winst
Van de winst wordt een door de Algemene Vergadering op voorstel van het Bestuur vast te stellen gedeelte gereserveerd, waarbij tevens het doel van de reservering wordt aangegeven. Het niet-gereserveerde gedeelte van de winst wordt uitgekeerd aan de in het betreffende boekjaar ingeschreven Leden (verbruikersdividend), zulks volgens een bij reglement vast te stellen verdeelsleutel. Verbruikersdividend dat niet binnen vijf jaren na vaststelling is opgeëist, vervalt aan de Coöperatie.
Artikel 22 - Reglement
1. De Algemene Vergadering kan een of meer reglementen vaststellen en wijzigen, waarin onderwerpen worden geregeld waarin door deze statuten niet of niet volledig wordt voorzien.
2. Een reglement mag geen bepalingen bevatten, die strijdig zijn met de wet of met deze statuten.
Artikel 23 - Statutenwijziging, Ontbinding en Juridische Fusie of Splitsing
1. De statuten kunnen slechts worden gewijzigd door een besluit van de Algemene Vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld, genomen in een vergadering met een meerderheid van tenminste drie/vierde van het aantal uitgebrachte stemmen, ongeacht het aantal aanwezige Leden.
2. De termijn voor de oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste veertien dagen. Zij die de oproeping tot de Algemene Vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de Leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Het bepaalde in dit artikel is niet van toepassing, indien in de Algemene Vergadering alle Leden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.
3. Het Bestuur is verplicht de statutenwijziging bij notariële akte vast te leggen.
4. De Bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de akte van statutenwijziging en een volledige doorlopende tekst van de statuten, zoals deze na de wijziging luiden, neer te leggen bij het handelsregister.
5. Het bepaalde in lid 1 van dit artikel is van overeenkomstige toepassing op een besluit van de Algemene Vergadering tot ontbinding van de Coöperatie, tot juridische fusie en tot juridische splitsing.
6. Het Bestuur is bevoegd de Coöperatie te ontbinden, nadat de Algemene Vergadering haar besluit daartoe heeft genomen.
7. Na de ontbinding geschiedt de vereffening door de Bestuurders.
8. Een eventueel batig liquidatiesaldo moet worden besteed in de eerste plaats aan de Leden van de Coöperatie en pas in de laatste plaats ten behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een soortgelijke doelstelling als die van de Coöperatie.
9. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden Coöperatie gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van een persoon, die daartoe door het Bestuur is aangewezen.
10. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van titel 1 van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.
Artikel 24 - Vereffening
1. De Algemene Vergadering stelt bij haar besluit tot ontbinding de bestemming vast voor het batig saldo.
2. De vereffening geschiedt door het Bestuur tenzij de Algemene Vergadering andere vereffenaars benoemt.
3. Indien de Coöperatie op het tijdstip van haar ontbinding geen baten meer heeft, houdt zij op te bestaan. In dat geval doet het Bestuur daarvan opgaaf aan het handelsregister.
4. Na de ontbinding blijft de Coöperatie voortbestaan voor zover dit tot vereffening van haar vermogen nodig is. Gedurende de vereffening blijven de bepalingen van de statuten voor zoveel mogelijk van kracht. In stukken en aankondigingen die van de Coöperatie uitgaan, moeten aan haar naam worden toegevoegd de woorden ‘in liquidatie’.
5. De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaars bekende baten meer aanwezig zijn.
6. De Coöperatie houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaars doen daarvan opgave aan het handelsregister waar de Coöperatie is ingeschreven.
7. De boeken en bescheiden en andere gegevensdragers van de ontbonden Coöperatie blijven nadat de Coöperatie heeft opgehouden te bestaan onder bewaring van de door de vereffenaars aangewezen persoon, gedurende de door de wet gestelde
termijnen. Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de aangewezen bewaarder zijn naam en adres opgeven aan het handelsregister.
Artikel 25 - Geschillenregeling
1. Alle geschillen over zaken van de Coöperatie, de bepalingen van deze Statuten, over de ledenovereenkomsten en over reglementen en de uitlegging en toepassing daarvan, de besluiten van een orgaan van de Coöperatie, tussen Leden onderling of tussen een Lid en de Coöperatie worden zoveel mogelijk in der minne door tussenkomst van het Bestuur en een door deze in te stellen geschillencommissie geschikt.
2. Indien blijkt, dat een geschil niet in der minne kan worden geschikt, zullen de bij het geschil betrokken partijen de beslissing over het geschil, indien niet één of meer van die partijen het geschil aan de burgerlijke rechter wensen voor te leggen, opdragen aan een arbiter, welke als goed persoon naar billijkheid en redelijkheid en zonder gehouden te zijn aan andere wettelijke bepalingen dan die betreffende arbitrage na te leven, gehouden zal zijn recht te spreken, en welke arbiter zal worden benoemd door de president van de rechtbank van de plaats van vestiging van de Coöperatie.
3. De pogingen een geschil in der minne te schikken wordt in ieder geval geacht te zijn gestaakt wanneer na negentig dagen, te rekenen vanaf de dag waarop het geschil ter kennis van het Bestuur werd gebracht, naar het oordeel van een of meerdere van de bij het geschil betrokken partijen nog niet is geschikt.
4. Van de benoeming zal aan de arbiter schriftelijk kennis worden gegeven.
5. De arbiter is verplicht partijen in de gelegenheid te stellen het geschil mondeling toe te lichten alsmede om binnen zes maanden na hun benoeming uitspraak te doen. In bijzondere gevallen kan deze termijn door de kantonrechter worden verlengd.
6. De arbiter zal bij zijn uitspraak bepalen wie van partijen of voor welk deel ieder der partijen de kosten van de arbitrage zal hebben te dragen.
Artikel 26 - Slotbepaling
In alle gevallen waarin noch de wet noch deze statuten noch enig reglement voorzien, beslist het Bestuur.”