GENTLE AGREEMENT VAN DE GEMEENTERAAD VAN LAREN
GENTLE AGREEMENT VAN DE GEMEENTERAAD VAN LAREN
Voorwoord
Voor u ligt een ‘Gentle agreement’. Een ‘Gentle agreement’ gaat over integriteit en over de handhaving van de kwaliteit van de besluitvorming in het openbaar bestuur. Het is een akkoord, formeel bekrachtigd door een raadsbesluit, niet rechtens afdwingbaar, maar wel berustend op commitment en betrokkenheid van alle partijen. De inhoud van het document is van toepassing op de leden van de raad en op de raadsfracties.
In de afgelopen periode heeft bestuurlijke integriteit veel negatieve publieke aandacht gehad. Schendingen van de integriteit door politici kunnen steevast rekenen op media aandacht. Deze voortdurende alertheid van de media is eenvoudig te verklaren. Democratische politiek is immers bij uitstek een morele onderneming waarin het gaat om de bescherming van de rechten van burgers en de bevordering van algemene belangen. Dit brengt met zich dat de eisen die aan politici kunnen worden gesteld hoog zijn, zij moeten voortdurend integer handelen. Een politicus handelt integer wanneer hij/zij bij het handelen recht doet aan alle betrokkenen die door de handeling/beslissing worden geraakt. Het versterken van het morele oordeel van politici bevordert de integriteit. Dit leidt tot een meer zorgvuldige besluitvorming binnen de gemeenteraad.
Integriteit binnen de politiek heeft ook te maken met de wijze waarop wordt opgetreden tegen politici als zij onder verdenking komen te staan van een vermoeden van een integriteitschending. Dan blijken politici uiterst kwetsbaar, zelfs als later blijkt dat er niets aan de hand was. Zorgvuldig optreden binnen de gemeenteraad bij vermeende schendingen is dan onontbeerlijk. Met de vaststelling van dit document kan een (meer) zorgvuldige handhaving worden gegarandeerd als een raadslid onder verdenking van een schending komt te staan. Door actief te werken aan de bevordering van de bestuurlijke integriteit omarmt de gemeenteraad van Laren de kernwaarde ‘integriteit’ die voor het bestuurlijk handelen is geformuleerd.
Het ’Gentle agreement’ is geen statisch product, met andere woorden, de discussie over integriteit en over integer handelen gaat verder. Het document zal met regelmaat tegen het licht moeten worden gehouden, dit om het gemeenschappelijk ontwikkeld integriteitsbesef en daarmee de kwaliteit van de besluitvorming in het openbaar bestuur in de tijd te borgen.
Drs. X.X. Xxxxx
burgemeester gemeente Laren
Gentle agreement over de handhaving van de integriteit van de politiek
Een vrijwillige overeenkomst van raadsleden en raadsfracties over de wijze van handelen bij vermeende integriteitschendingen.
1. Drie principes
1.1 Onpartijdige handhaving
Gedragscodes en de wetten waarop ze zijn gebaseerd definiëren integriteitschendingen en leggen zo de morele minima vast waaraan het handelen van politici behoort te voldoen. Over die minima zijn alle partijen het eens. De kern is dat de zuiverheid van de besluitvorming door die minima wordt gewaarborgd. Omdat alle partijen het eens zijn over die minima is er geen enkele reden de handhaving ervan inzet te maken van partijpolitiek. Ook het verschil ‘oppositie’ en ‘coalitie’ mag in de handhaving geen rol spelen. Gebeurt dit toch dan is de kans groot dat er in de handhaving onrecht geschiedt. Politici van alle partijen moeten de discipline op kunnen brengen om bij de beoordeling van integriteitkwesties boven de partijen te gaan staan.
1.2 Terughoudendheid met publiciteit
De politiek wordt in Nederland kritisch gevolgd door de media. Op zich is dat een groot goed. Bij vermeende integriteitschendingen van politici heeft het er echter in een aantal gevallen toe geleid dat er in de media al een oordeel werd geveld nog voordat er objectief onderzoek was gedaan. Op dat moment is er sprake van willekeur. Individuele politici die onder verdenking komen te staan lopen grote schade op en de geloofwaardigheid van de politiek wordt aangetast. Het is daarom van belang dat alle betrokkenen bij een integriteitkwestie de grootst mogelijke terughoudendheid betrachten en de kwestie niet in een vroeg stadium in de publiciteit brengen. Dat betekent onder meer dat de grootte van de groep die bij de kwestie wordt betrokken in alle stadia van de afhandeling zo klein mogelijk dient te worden gehouden. Als er uiteindelijk daadwerkelijk sprake blijkt te zijn van een integriteitschending en er een oordeel moet worden gevormd over de ernst van de zaak en de daarbij passende sanctiei, mag en moet de kwestie naar buiten worden gebracht.
1.3 Zorgvuldigheid tegenover vermeende schender
Iedereen die mogelijk een schending heeft begaan heeft er recht op dat er uiterste zorgvuldigheid wordt betracht. Dat begint al voordat de handeling die mogelijk een schending is is uitgevoerd. Heeft de omgeving er weet van dat iemand van plan is iets te doen dat mogelijk een integriteitschending zou betekenen, dan wordt een ieder uit die omgeving geacht hem of haar daarvoor te waarschuwen en de weg te wijzen naar een objectief advies. Iedere politicus die twijfelt of een voorgenomen handeling een schending van de integriteit zou betekenen heeft recht op een vertrouwelijk en objectief advies.
Komt iemand onder verdenking te staan dat hij of zij een integriteitschending heeft begaan, dan zal door middel van een vooronderzoek vastgesteld moeten worden of er überhaupt grond is voor een verdenking. Als blijkt dat er gronden aanwezig zijn, dan dient direct een objectief onderzoek te volgen. In dat onderzoek wordt ook de context van de gebeurtenis meegenomen. De mate van verwijtbaarheid wordt separaat beoordeeld. Als er een sanctie moet volgen, dan moet die sanctie passend zijn en in verhouding staan tot de uitgevoerde handeling.
Een raadslid kan twijfelen over de integriteit van een eigen voorgenomen of reeds uitgevoerde handeling, of over die van een ander raadslid, collegelid of ambtenaar. Elk geval kent een eigen specifieke procedure. Wat echter onverkort geldt in alle gevallen zijn de drie genoemde principes:
onpartijdigheid in de handhaving, terughoudendheid ten aanzien van publiciteit en zorgvuldigheid tegenover de vermeende schender.
2. Vier soorten vermeende schenders
2.1 Rollen
Fractievoorzitter:
Deze staat het twijfelende raadslid met raad en daad terzijde.
Griffier:
Deze geeft een voorlopig advies over de vraag of een handeling een schending van de integriteit is. De griffier ondersteunt de burgemeester bij de uitvoering van zijn bij wet toegekende rol van hoeder van de integriteit.
Burgemeester:
Deze geeft een bindend advies over de vraag of een handeling een schending van de integriteit is. De burgemeester doet vooronderzoek of laat vooronderzoek doen door een extern deskundige naar het al dan niet aanwezig zijn van gronden voor de verdenking. De burgemeester geeft opdracht voor een eventueel integriteitsonderzoek, beoordeelt het onderzoek, legt de resultaten van het onderzoek voor aan de raad en doet een voorstel voor een passende sanctie. Hij wordt daarbij ondersteund door de griffier, eventueel een jurist en indien nodig een extern deskundige. Het vooronderzoek en het integriteitsonderzoek worden niet door dezelfde externe deskundige(n) uitgevoerd. De burgemeester doet eventueel aangifte.
Fractievoorzittersoverleg:
Het overleg vormt een klankbord voor de burgemeester. Bij vermeende schendingen kan de burgemeester waar nodig overleggen met de fractievoorzitters over het te lopen traject. De agenda van de raad wordt samen met de burgemeester en de griffier gescand op mogelijke risico’s. Daardoor wordt ervoor gezorgd dat raadsleden door hun eigen fractievoorzitter gewaarschuwd kunnen worden voor de risico’s die zij lopen.
Raad:
De raad beoordeelt de uitkomsten van een onderzoek. Hij spreekt zich uit over een passende sanctie en legt deze sanctie eventueel op.
2.2 Procedures
(1) Een raadslid twijfelt over een eigen nog uit te voeren handeling
Hij/zij vraagt de griffier om advies. Centrale vraag daarbij is ‘Is deze voorgenomen handeling een schending van de integriteit?’ Wanneer de griffier aangeeft dat het om een ingewikkelde kwestie gaat of wanneer het raadslid het niet eens is met het advies van de griffier, dan gaan ze samen naar de burgemeester. De burgemeester formuleert een bindend advies. Het raadslid volgt dit advies.
Wanneer het raadslid toch afwijkt van het advies van de burgemeester dan verbreekt hij of zij daarmee deze overeenkomst. Het raadslid meldt dan zelf bij de raad dat van een bindend advies wordt afgeweken. Xxxxxxx het raadslid dit niet zelf meldt, dan meldt de burgemeester aan de raad dat wordt afgeweken van een bindend advies.
Voor de volledigheid wordt vermeld dat het voor kan komen dat uit het advies blijkt dat er geen eenduidige uitspraak mogelijk is over de vraag of een voorgenomen handeling een integriteitschending
is of niet. Meestal betekent dit dat ook deskundigen tot een verschillend oordeel komen. In dat geval is het aan het raadslid zelf om de keuze te maken.
(2) Een raadslid twijfelt over een eigen al uitgevoerde handeling
Dezelfde procedure wordt gevolgd als beschreven onder (1). Wanneer wordt geconcludeerd dat er geen sprake is van een schending van de integriteit, dan is de kwestie afgedaan.
Wanneer gezamenlijk geconcludeerd wordt dat de handeling een integriteitschending was dan overleggen de burgemeester en het raadslid over de te volgen stappen. Het raadslid zal in ieder geval de raad moeten informeren over de schending en over het ongedaan maken of het rechtzetten hiervan. De burgemeester beoordeelt of er daarnaast ook sprake moet zijn van een sanctie, hij adviseert daarover aan de raad. Het feit dat het raadslid de kwestie zelf aanhangig heeft gemaakt wordt daarbij meegewogen. De raad besluit uiteindelijk over een eventuele sanctie op basis van het advies van de burgemeester.
(3) Een raadslid twijfelt over een nog niet uitgevoerde handeling van een ander raadslid
Het raadslid waarschuwt het andere raadslid en verwoordt de gerezen twijfel. Het raadslid verwijst hem of haar naar de griffier en de burgemeester en naar de inhoud van dit ‘gentle agreement’.
(4) Een raadslid twijfelt over een vermeende uitgevoerde handeling van een ander raadslid
Het raadslid vraagt aan de griffier of die handeling een schending van de integriteit zou zijn. De griffier geeft daarover een voorlopig advies. Wijst het advies van de griffier erop dat de vermeende handeling een integriteitschending zou zijn dan gaan beiden samen naar de burgemeester. Het raadslid dat de handeling zou hebben uitgevoerd wordt in kennis gesteld. Belangrijk hierbij: het raadslid dat heeft gemeld doet geen vooronderzoek, dat is aan de burgemeester of aan de door hem aangewezen externe deskundige.
Wijzen de resultaten van het vooronderzoek uit dat er volgens de burgemeester geen grond is voor verdenking van schending van de integriteit, dan is de kwestie afgedaan.
Is de uitkomst van het vooronderzoek dat het raadslid verdacht wordt van schending van de integriteit en erkent het raadslid zelf een schending te hebben begaan: zie (2).
Is de uitkomst van het vooronderzoek dat er gronden zijn voor verdenking van een schending van de integriteit, maar het raadslid erkent de schending niet, dan gelast de burgemeester een onderzoek door een externe deskundige. Het raadslid kan zich laten vertegenwoordigen. De burgemeester beoordeelt het onderzoek, legt de resultaten voor aan de raad en geeft daarbij een sanctie-advies. De raad vormt een oordeel op basis van de resultaten van de onderzoeken en op het advies van de burgemeester. Elke vorm van partijpolitiek wordt in het raadsdebat vermeden.
(5) Een raadslid twijfelt over een vermeende uitgevoerde handeling van een wethouder
Zie (4). Ook hier geldt dat de persoon in kwestie tijdig wordt geïnformeerd en dat hij/zij zich tijdens het onderzoek kan laten vertegenwoordigen. Een toevoeging: de raad oordeelt geheel zelfstandig omtrent de politieke consequenties van de eventuele integriteitschending. De burgemeester brengt hierover geen advies uit.
(6) Een raadslid twijfelt over een vermeende uitgevoerde handeling van de burgemeester
Zie (4). Het betreffende raadslid gaat met de griffier naar de loco-burgemeester. De loco-burgemeester gelast een vooronderzoek. Indien uit de resultaten van het vooronderzoek blijkt dat redenen aanwezig zijn het onderzoek voort te zetten, wordt door de loco-burgemeester contact opgenomen met de
Commissaris van de Koning. De burgemeester wordt in kennis gesteld van het voornemen tot vooronderzoek. Hij kan zich laten vertegenwoordigen.
(7) Een raadslid twijfelt over een vermeende uitgevoerde handeling van een ambtenaar
Zie (4). De burgemeester laat een vooronderzoek en een onderzoek uitvoeren onder leiding van de gemeentesecretaris. Het college beoordeelt de resultaten van het onderzoek en de eventueel op te leggen sanctie. De kwestie wordt vooralsnog niet aan de raad voorgelegd.
3. Communicatie
Wanneer een raadslid in een persoonlijk gesprek met de burgemeester een bindend advies krijgt, dan wordt dit advies op schrift gesteld.
De adviezen die worden opgevolgd blijven vertrouwelijk. In principe zijn alleen het betreffende raadslid, de burgemeester en de griffier van het advies op de hoogte.
Wanneer een vooronderzoek naar een vermeende integriteitschending wordt ingesteld, dan wordt de betrokkene vooraf op de hoogte gesteld en wordt gevraagd naar diens visie, argumenten en motieven. Van deze handelwijze wordt slechts afgeweken als het gaat om een ernstige schending en het eventuele vervolgonderzoek in gevaar zou komen als de betreffende persoon op de hoogte wordt gesteld.
Wanneer een vooronderzoek naar een vermeende integriteitschending wordt ingesteld en wordt geconcludeerd dat de verdenking ongegrond is, dan blijft het vooronderzoek vertrouwelijk. In dat geval zijn het raadslid dat de melding heeft gedaan, degene die verdacht werd, de burgemeester en de griffier op de hoogte van de inhoud en van de conclusie van het vooronderzoek.
Ingeval er sprake is van de instelling van een vervolgonderzoek uit te voeren door een extern deskundige, dan wordt dit altijd besproken in het fractievoorzittersoverleg. Als het vervolgonderzoek leidt tot de conclusie dat er geen integriteitschending is begaan, dan wordt dit gemeld in het fractievoorzittersoverleg. De inhoud van het vervolgonderzoek blijft dan vertrouwelijk. Alleen de melder, degene die verdacht werd, de burgemeester, de griffier en de fractievoorzitters zijn op de hoogte.
Wanneer het vervolgonderzoek leidt tot de conclusie dat sprake was van een integriteitschending, dan legt de burgemeester de resultaten van het onderzoek, begeleid door een beargumenteerd advies voor aan de raad. In dat advies staat tevens een sanctie opgenomen. Na het uitbrengen van het advies volgt het openbare raadsdebat. Op grond van de daarvoor geldende wettelijke regels kan worden besloten tot gehele of gedeeltelijke raadsbehandeling met gesloten deuren. De besluitvorming vindt aansluitend plaats in het openbaar deel van de raadsvergadering. Teneinde de kans op onpartijdigheid zo groot mogelijk te houden neemt een ieder die kennis heeft van de kwestie de vertrouwelijkheid in acht zolang het debat nog niet is gevoerd. De burgemeester informeert de pers na afloop van het raadsdebat.
4. Leren door bewust te worden
De griffier maakt eens per twee jaar een geanonimiseerd overzicht van de lessen die geleerd kunnen worden uit de adviezen die in die periode gegeven zijn en de resultaten van eventuele voor- en vervolgonderzoeken. Dit gebeurt op zodanige wijze dat geen link kan worden gemaakt naar de betreffende personen.
Een ‘gentle agreement’ dient na enige tijd te worden geëvalueerd door de burgemeester, de griffier en de fractievoorzitters, eventueel met begeleiding van een extern deskundige. Een geschikt moment hiervoor zou bijvoorbeeld kunnen zijn een jaar na het aantreden van een nieuwe raad. Met het oog hierop:
- wordt na het aantreden van de nieuwe raad een introductieprogramma integriteit gevolgd;
- leggen de fractievoorzitters na het aantreden van de nieuwe raad het agreement voor aan de overige raadsleden in hun fracties, zodat de ervaringen van alle zittende raadsleden kunnen worden meegenomen in de evaluatie.
Bij aanvang van iedere nieuwe raadsperiode wordt dit evaluatieproces herhaald. Indien nodig wordt het agreement bijgesteld en opnieuw door de raad in zijn vergadering vastgesteld.
Laren, 3 mei 2017.
Laren, 26 april 2023 (herbevestigd).
i Er zijn diverse sancties mogelijk, waaronder het vervallen van het lidmaatschap van de raad of de vernietiging van een raadsbesluit door de Kroon of door de bestuursrechter. De raad kan een motie van treurnis of afkeuring uitspreken of de fractie oproepen een disciplinaire maatregel te treffen. Een fractie kan desnoods iemand uit de fractie zetten. Hetzelfde geldt voor de partij die iemand uit de partij kan zetten. Als er sprake is van een zware schending kan strafrechtelijke vervolging plaatsvinden.
Bron: G&I-Nederland