OVEREENKOMST JEUGDHULP
OVEREENKOMST JEUGDHULP
Tussen
De samenwerkende gemeenten in Holland Rijnland en
<naam Opdrachtnemer>
Betreffende:
Zorgcontinuïteit voor perceel/percelen XXXXX
Contractnummer: Contractdatum: 1 januari 2015
ONDERGETEKENDEN:
De samenwerkende gemeenten in de Regio Holland Rijnland, te dezen vertegenwoordigd door de secretaris van Holland Rijnland, de xxxx X. xxx Xxxxxx, daartoe ingevolge het bepaalde in artikel 171 lid 2 van de Gemeentewet gemachtigd door de burgemeesters van:
a. Alphen aan den Rijn
b. Hillegom
x. Xxxx en Braassem
d. Katwijk
e. Leiden
f. Leiderdorp
g. Lisse
h. Nieuwkoop
i. Noordwijk
j. Noordwijkerhout
k. Oegstgeest
l. Teylingen
m. Zoeterwoude
Handelend ter uitvoering van het besluit van het Dagelijks Bestuur van X december van Holland Rijnland hiertoe gemandateerd door het college van bovengenoemde gemeenten en verwijzend naar het positieve advies van het portefeuillehoudersoverleg Sociale Agenda van X november, hierna te noemen: Opdrachtgever
en
<volledige naam en rechtsvorm contractant>, gevestigd te <adres en plaats Opdrachtnemer, te dezen vertegenwoordigd door de <functienaam ondertekenaar>, de heer/mevrouw <naam ondertekenaar>, hierna te noemen: Opdrachtnemer,
NEMEN HET VOLGENDE IN AANMERKING:
a. Opdrachtgever in het kader van de Jeugdwet gehouden is vanaf 1 januari 2015 Jeugdhulp te bieden aan ingezetenen die daarvoor op grond van de wet en daarop gebaseerde (gemeentelijke) regelgeving en beleid in aanmerking komen.
b. Hoofdstuk 10 van de Jeugdwet voorziet in Overgangsrecht voor personen die voorheen aanspraak hadden op Jeugdhulp in het kader van de Wet op de Jeugdhulp, de zorgverzekeringswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
c. Opdrachtgever in het kader van voornoemd Overgangsrecht en toekomstig gebruik van Jeugdhulp nadere afspraken wil maken met Opdrachtnemer die deze Jeugdhulp voorheen aan de ingezetenen van de deelnemende gemeenten van dit samenwerkingsverband verleende of gaat verlenen;
EN KOMEN HET VOLGENDE OVEREEN:
Hoofdstuk 1: Algemene bepalingen Artikel 1 Begrippen
1.1 De begripsbepalingen zoals vastgelegd in artikel 1.1 van de Jeugdwet zijn onverkort van toepassing op deze Overeenkomst.
1.2 In aanvulling op het eerste lid wordt verstaan onder:
Behandelplan
In het Behandelplan staan de afspraken die de Cliënt met zijn behandelaar heeft gemaakt over zijn behandeling. Op basis van een Gezinsplan kunnen verschillende Opdrachtnemers een Behandelplan opstellen om doelen van het Gezinsplan te behalen. In de wet wordt voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering ook gesproken over Hulpverleningsplan of plan van aanpak. Het Behandelplan kan een uitwerking van het Gezinsplan zijn.
Beschikking
De beschikking vormt de basis voor het behandelplan. Het behandelplan is een uitwerking hiervan. Een Beschikking (schriftelijk besluit namens het college) wordt in ieder geval afgegeven bij de verstrekking van een pgb, bij de weigering van een aanvraag, bij een verzoek van de jeugdige of zijn ouders om een beschikking te ontvangen of indien er sprake is van een te betalen ouderbijdrage.
Cliënt
Jeugdige (en hun ouders) die Hulpverlening ontvangt.
DBC
Diagnose Behandel Combinatie. Prestatiebeschrijving, omvattend het geheel van activiteiten en verrichtingen van de praktijk voortvloeiend uit de zorgvraag waarmee de cliënt de praktijk consulteert.
Declaratieplafond
Het maximum jaarbedrag waarvoor Xxxxxxxxxxxxx declaraties mag indienen. Declaraties worden achteraf verrekend met het ontvangen voorschot. Het betreft hier dus niet een toegekend budget. In de Uitnodiging tot Contractering wordt dit ‘budgetplafond’ genoemd.
Gezinsplan
Een beknopt plan, waarin de volgende zaken worden opgeschreven:
• de Hulpvraag van de Cliënt;
• de doelen;
• de bijbehorende acties en uitvoeringstermijnen en de namen en contactgegevens van alle mensen die bij 1Gezin1Plan (1G1P) zijn betrokken.
Hulp c.q. Hulpverlening
Ondersteuning van en Hulp en zorg, niet zijnde preventie, aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.
Jeugd- en Gezinsteam
Onderdeel van het CJG, dat integrale en directe ambulante jeugdhulp en consultatie en advies biedt in wijken en gemeenten. De expertise vanuit jeugd en opvoedhulp, GGZ jeugd, de LVB sector en het maatschappelijk werk uit het huidige stelsel wordt in dit team samengevoegd. Daarnaast zal iemand uit het Jeugd- en Gezinsteam ook de persoon zijn die de casus in portefeuille heeft (1G1P Coördinator).
Norm van de Verantwoorde Werktoedeling (NvVW)
Deze norm houdt in dat aanbieders in het jeugddomein (zowel jeugdhulp als toegang) vanaf 2016 het werk moeten toedelen aan geregistreerde jeugdprofessionals, tenzij er gegronde redenen zijn om hier vanaf te wijken.
Onderhanden werk (OHW)
Het totaal van geopende en nog niet afgesloten en dus niet gedeclareerde DBC’s.
Opdrachtgever
De samenwerkende gemeenten. Holland Rijnland voert namens de gemeenten de diensten uit. De samenwerkende gemeenten zijn: Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen en Zoeterwoude.
Opdrachtnemer
Partij met wie Opdrachtgever een Overeenkomst afsluit.
Overeenkomst
Onderhavige overeenkomst.
Overgangsrecht
Het recht op grond van hoofdstuk 10 van de Jeugdwet 2015.
Partijen
Persoon, groep of organisatie die een Overeenkomst aangaat met een andere persoon, groep of organisatie.
Regio
De gemeenten: Alphen aan den rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen en Zoeterwoude.
Uitnodiging tot Contractering
De door Opdrachtgever uitgebrachte offerteaanvraag zoals gepubliceerd op het Negometrix-platform inclusief de daarbij behorende bijlagen, vragenlijsten en de gepubliceerde antwoorden die ten grondslag aan dit document liggen.
Verwijzer
Onder Verwijzer wordt verstaan een Verwijzing door een huisarts, medische specialist, jeugdarts, Jeugd en Gezinsteam of justitiële instanties (verwijzing naar Jeugdhulp op grond van een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclasering).
Verwijzing
Onder Verwijzing wordt verstaan een document van een huisarts, medische specialist, jeugdarts, Jeugd- en Gezinsteam , een school (na afstemming in het ondersteuningsteam), rechter (kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering).
Zorgcontinuïteit
Gemeenten zijn (wettelijk) verplicht te garanderen dat hulp die in 2014 is aangevangen, ook in 2015 zal (kan) worden verleend.
Artikel 2 Voorwerp en inhoud van de Overeenkomst
2.1 Deze overeenkomst ziet niet op dagbesteding, dagbehandeling, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging aan cliënten die behoren tot de door de Staatsecretaris in de brief van 7 oktober, omschreven groepen met een indicatie van het CIZ voor dagbesteding, dagbehandeling, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging.
2.2 Het doel van de Overeenkomst is het maken van afspraken over de levering van kwalitatief goede, doelmatige en doeltreffende Jeugdhulp aan Cliënt en aan daarvoor in aanmerking komende betrokkenen in het systeem van de Cliënt en het voorbereiden van de Cliënt op de situatie wanneer het Overgangsrecht op Cliënt niet langer van toepassing is.
2.3 Bij de (beleidsmatige) keuzes van Opdrachtnemer in de te leveren individuele Jeugdhulpvoorziening, zoekt Opdrachtnemer de optimale balans tussen het individuele Cliëntenbelang, het collectieve Cliëntenbelang (kosten, keuze verwijzing) en de effectiviteit van de Hulp.
2.4 Bij de toepassing van deze Overeenkomst wordt uitgegaan van redelijkheid en billijkheid.
2.5 Het is gewenst dat integrale hulp wordt geleverd. Dat kan via onderaannemerschap, inhuur of samenwerking, of door elementen of modules uit andere percelen te betrekken.
2.6 Opdrachtgever belast Opdrachtnemer met het leveren van Jeugdhulp vanuit de Jeugdwet als dienst van algemeen economisch belang (DAEB). In dit kader zijn Partijen verplicht om de kwaliteit en continuíteit van de Hulp te borgen.
Artikel 3 Inwerkingtreding en looptijd
3.1 Deze Overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2015.
3.2 De initiële duur van de Overeenkomst bedraagt één jaar, en zal daarom van rechtswege eindigen per 1 januari 2016 of zoveel later of eerder als in de volgende leden van dit artikel is bepaald.
3.3 Opdrachtgever kan de in lid 1 genoemde periode eenmaal verlengen voor de periode van een jaar (waarbij productieomvang en tariefstelling kan worden aangepast), zodat de alsdan verlengde periode uiterlijk van rechtswege op 1 januari 2017 zal eindigen. Bij de overweging of gebruik zal worden gemaakt van de verlengingsoptie kunnen verschillende factoren meespelen zoals politieke ontwikkelingen, beleidsontwikkelingen, beschikbare budgetten en (markt)ontwikkelingen binnen de Jeugdhulp. Ook zullen de uitkomsten van evaluaties van invloed zijn bij de bepaling of de Overeenkomst wordt verlengd, of dat er over zal worden gegaan tot een vorm van inkoop op basis van een aanbesteding.
3.4 De Opdrachtnemer continueert de Hulp aan de Cliënten die onder deze Overeenkomst Jeugdhulp krijgen vanaf de in lid 1 genoemde datum, of de einddatum na verlenging zoals genoemd in lid 3, onder dezelfde voorwaarden als opgenomen in deze overeenkomst.
3.5 Indien Opdrachtgever gebruik wil maken van de in het derde lid genoemde mogelijkheid tot verlenging van de Overeenkomst, deelt hij dit schriftelijk mee, uiterlijk drie maanden vóór het verstrijken van de alsdan geldende periode schriftelijk aan Opdrachtnemer.
3.6 Opdrachtnemer bericht Opdrachtgever binnen één maand na de in het vorige lid genoemde bericht van verlenging, als Opdrachtnemer niet instemt met verlenging van de Overeenkomst. In dat geval eindigt de Overeenkomst bij het verstrijken van de alsdan geldende periode.
3.7 De Overeenkomst eindigt tussentijds in geval van wederzijds goedvinden, door opzegging, of van rechtswege.
3.8 Na beëindiging van de Overeenkomst blijven de bepalingen van deze Overeenkomst van kracht, voor zover dit voor de afwikkeling van de Overeenkomst noodzakelijk is.
Artikel 4 Opzegging
4.1 Opdrachtgever kan deze overeenkomst opzeggen wanneer blijkt dat Xxxxxxxxxxxxx niet of niet meer de voor de te verlenen Jeugdhulp vereiste bekwaamheid of de geschiktheid bezit. Dat geldt ook voor wanneer de door hem geleverde of te leveren Jeugdhulp niet (meer) voldoet aan de kwaliteitseisen, zoals in de Uitnodiging tot Contractering is vastgelegd.
4.2 Opzegging geschiedt per aangetekende post met bericht van ontvangst verzonden brief waarin de gronden van de opzegging zijn vermeld.
Artikel 5 Documenten als onderdeel van de gemaakte afspraken
5.1 De in dit artikel genoemde documenten maken deel uit van deze Overeenkomst, waarbij geldt dat voor zover de documenten met elkaar in tegenspraak zijn, bij de interpretatie van de Overeenkomst de volgende rangorde van toepassing is, waarbij een eerder genoemd document prevaleert boven het later genoemde;
1) Deze Overeenkomst inclusief de bijlagen.
2) De Algemene Inkoopvoorwaarden voor Diensten 2014, 2015 en 2016 op het gebied van Jeugdhulp van de samenwerkende gemeenten in de regio Xxxxxxx Xxxxxxxx.
0) De UTC (Uitnodiging tot Contractering) inclusief de bijlagen.
4) De perceelbeschrijving.
5) De offerte.
Hoofdstuk 2: Levering van individuele Jeugdhulpvoorziening Artikel 6 Jeugdhulp levering algemeen
6.1 De in te zetten individuele Jeugdhulpvoorziening wordt verleend op basis van de indicatie van de ingezette hulp in 2014 of eerder, die doorloopt in 2015.
6.2 Opdrachtnemer verbindt zich om Hulp te verlenen aan de Cliënt die zich daartoe tot hem heeft gewend zoals tussen Partijen is overeengekomen aan productieafspraken.
6.3 Opdrachtnemer stelt vóór aanvang van de individuele Jeugdhulpvoorziening in 2015 de identiteit van de Cliënt, aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de Identificatieplicht vast. Opdrachtnemer legt tevens vast de aard en het nummer van het document in de administratie.
6.4 Het Advies- en Klachtenbureau Jeugdzorg (AKJ) treedt als vertrouwenspersoon op voor de Cliënt. Opdrachtnemer heeft de plicht hun Cliënten te wijzen op het bestaan van de vertrouwenspersoon.
Artikel 7 Gezinsplan en Behandelplan
7.1 Opdrachtnemer werkt op basis van een, met jeugdigen en ouders opgesteld Behandelplan. Dit plan bevat de te behalen doelen/resultaten en de verwachte duur van de bemoeienis. Het Behandelplan wordt tussentijds en aan het eind van de Hulpverlening met de jeugdige en diens ouder geëvalueerd. Uit het dossier moet blijken dat het Behandelplan met de jeugdige en diens ouder besproken is, wat de mening van de jeugdige en diens ouder is en waarmee hij wel/niet akkoord gaat. Opdrachtnemer zorgt regelmatig voor evaluatiemomenten tussen Hulpverlener en Cliënt, waarbij de Hulpverlener ook zijn eigen functioneren ter discussie stelt. Opdrachtnemer geeft ruimte om van Hulpverlener te veranderen als de evaluatie hiertoe aanleiding geeft.
7.2 Het Behandelplan dient altijd actueel te zijn en aan te sluiten bij de hulpbehoefte van de Cliënt.
7.3 Met het Behandelplan geeft Opdrachtnemer uitvoering aan zijn verplichting kwalitatief verantwoorde en doelmatige Hulp te verlenen binnen de context van het Gezinsplan. Opdrachtnemer draagt er zorg voor dat (waar mogelijk en altijd in overleg met de Cliënt en/of ouders) overbodige, onnodige of ondoelmatige Hulp wordt afgebouwd en dat de Cliënt en/of ouders optimaal wordt ondersteund bij het zoveel mogelijk behouden en waar mogelijk vergroten van eigen kracht, zelfredzaamheid en participatie. Hulp wordt waar mogelijk “afgeschaald” naar andere professionals, algemene basisvoorzieningen, relevante betrokkenen binnen andere leefgebieden, ouders en het eigen netwerk.
7.4 Met het Behandelplan wordt aantoonbaar ingestemd door Opdrachtnemer en de cliënt en/of ouders. Hiervan kan worden afgeweken in situaties waarin de belangen van jeugdige cliënt en/of de ouders zodanig contrair zijn, ter beoordeling van Opdrachtnemer, dat aantoonbare instemming door cliënt en ouder(s) het hulpverleningsproces niet dient. Dit kan bijvoorbeeld voorkomen bij sexueel misbruik en vechtscheidingen. Als er sprake is van tegengestelde belangen dan prevaleert het belang van de jeugdige. Als Opdrachtnemer aantoont zich herhaaldelijk te hebben ingespannen voor aantoonbare instemming, maar de cliënt/of diens vertegenwoordiger blijft weigeren zonder opgave van reden, dan maakt Xxxxxxxxxxxxx hiervan aantekening in het Behandelplan.
7.5 Indien de aard en/of de omvang van de te leveren Hulp verandert ten opzichte van de afspraken in het Behandelplan wordt dit in overleg met de Cliënt of diens vertegenwoordiger gedaan. Voor deze wijziging tekenen zowel de Cliënt/of diens vertegenwoordiger, als Opdrachtnemer. Indien nodig wordt de Verwijzer/het Jeugd- en Gezinsteam hierover geïnformeerd.
Artikel 8 Continuïteit en kwaliteit van de Hulplevering
8.1 Opdrachtnemer garandeert de continuïteit en de kwaliteit van de Hulpverlening zoals beschreven in de Uitnodiging tot Contractering en de betreffende perceelbeschijving(en).
8.2 Opdrachtnemer garandeert dat hij voldoet aan alle (kwaliteits)eisen die voor zijn zorgfunctie voortvloeien uit onder de van toepassing zijnde wetten. Daarbij vraagt Opdrachtgever speciale aandacht voor:
• Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
• Privacywetgeving.
• Vormen van een cliëntenraad.
• Verplichting van klachtenregeling.
• Voorkomen seksueel misbruik in de Jeugdhulp.
8.3 Uitvoering toegang tot Jeugdhulp: personeel van Opdrachtnemer dat wordt ingezet ter uitvoering van deze Overeenkomst dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de Norm van de Verantwoorde Werktoedeling. Van deze verplichting kan slechts worden afgeweken als Opdrachtnemer aannemelijk kan maken dat toedeling van het werk aan niet geregistreerde jeugdprofessionals de kwaliteit niet nadelig beïnvloedt of dat die toedeling zelfs noodzakelijk is voor de kwaliteit. Opdrachtgever dient hiervoor schriftelijk haar instemming te geven.
8.4 Als de Cliënt overgaat naar een andere door Opdrachtgever gecontracteerde Hulpaanbieder helpt Opdrachtnemer voor een soepele overdracht naar de aanbieder van ondersteuning waarvoor de Cliënt heeft gekozen.
Artikel 9 Toezicht
9.1 Ingeval Opdrachtnemer bij de inspectie een melding doet van een calamiteit, dient Opdrachtnemer de calamiteit tevens te melden bij Opdrachtgever Holland Rijnland met de naam van de gemeente waar de calamiteit heeft plaatsgevonden. Opdrachtgever informeert vervolgens de betreffende gemeente waar de jongere verblijft en de gemeente waar ouders ingeschreven staan (woonplaatsbeginsel).
9.2 Ingeval de inspectie besluit tot (tijdelijke) sluiting van Opdrachtnemer, garandeert Opdrachtnemer vanwege het belang van de Cliënten en de continuïteit van hun zorg de benodigde medewerking te verlenen voor een goede en vlotte overgang van de Cliënten naar de door de Opdrachtgever daartoe aangewezen zorgaanbieder en voor de ononderbroken voortzetting daar van de zorg/Hulpverlening.
9.3 Opdrachtnemer verleent volledige medewerking in geval de inspectie een kwaliteitstoets uitvoert.
Artikel 10 Hulpweigering
10.1 Opdrachtnemer kan Hulpverlening weigeren om de volgende redenen:
• Opdrachtnemer heeft zwaarwegende redenen op grond waarvan de Hulpverlening in redelijkheid niet van Opdrachtnemer kan worden gevraagd.
• Cliënt beschikt over een toeleiding/Verwijzing waarvoor Xxxxxxxxxxxxx niet is gecontracteerd.
10.2 Opdrachtnemer doet van de voorgenomen weigering tijdig schriftelijk en met redenen omkleed, melding aan de Verwijzer. Opdrachtnemer heeft een inspanningsverplichting bij Opdrachtgever om Cliënten te verwijzen/bemiddelen naar een andere door Opdrachtgever gecontracteerde Hulpaanbieder.
Artikel 11 (Tussentijdse) Hulpbeëindiging
11.1 De duur van de individuele Jeugdhulpvoorziening die door Opdrachtnemer geleverd wordt aan de Cliënt of ten behoeve van de Cliënt is gelijk aan de maximale looptijd of uiterste datum van de Jeugdhulp zoals in het Behandelplan is opgenomen. Tenzij om specifieke redenen er geen maximale looptijd of uiterste datum is opgenomen in het Behandelplan. Dit tot uiterlijk de dag voor de achttiende verjaardag van de Cliënt.
11.2 De Jeugdhulp loopt door tot aan de dag voorafgaand aan de dag dat de Cliënt drieëntwintig (23) jaar wordt, als:
a) De noodzakelijke voorzetting van de hulp niet via een andere wet mogelijk is en voldaan is aan de voorwaarde dat nog voor de achttiende (18e) verjaardag is bepaald dat de Jeugdhulp noodzakelijk is, die al vóór dat moment was aangevangen (voortzetting) of waarvan noodzakelijk is deze te hervatten binnen een half jaar dat de Cliënt achttien (18) is geworden.
b) De Jeugdhulp voortvloeit uit een strafrechtelijke beslissing, die is genomen met toepassing van het Jeugdstrafrecht en doorloopt na het bereiken van de achttienjarige (18) leeftijd of daarna aanvangt.
11.3 Het tussentijds beëindigen van Hulp is slechts mogelijk bij zwaarwegende redenen en slechts onder bijzondere omstandigheden. Voorbeelden van zwaarwegende redenen zijn:
• Een ernstige mate van bedreiging of intimidatie die de situatie onwerkbaar maakt omdat de persoonlijke veiligheid of vrijheid van de Hulpverlener in gevaar is. Deze situatie kan ontstaan vanuit de Cliënt maar ook vanuit de handelswijze van de familie van de Cliënt.
• Een onherstelbaar verstoorde vertrouwensrelatie.
• Hygiënische omstandigheden die ernstige gezondheidsrisico’s opleveren voor
de Hulpverlener.
• Het niet nakomen van essentiële verplichtingen of regels, ook niet na herhaaldelijk (schriftelijk) aandringen of waarschuwen.
11.4 Opdrachtnemer kan de aangevangen Hulp slechts beëindigen na voorafgaande melding bij de Verwijzer. Opdrachtnemer onderbouwt zijn verzoek tot Hulpbeëindiging. Bij beëindiging neemt de Opdrachtnemer in ieder geval in overweging:
• Of het gedrag van de Cliënt niet (mede) wordt veroorzaakt door de aandoening van de Cliënt.
• Of Opdrachtnemer in voldoende mate heeft getracht de Hulpbeëindiging te voorkomen.
• Of Opdrachtnemer heeft zorg gedragen voor een andere wijze van continuering van de Hulp.
11.5 Zolang de behandeling van Cliënt nog niet gestart is bij een andere Hulpaanbieder verleent Opdrachtnemer, in samenspraak met de Verwijzer, Hulp voor zover dit voor het welzijn van Cliënt noodzakelijk wordt geacht.
Artikel 12 Afloop (indicatie)besluit
12.1 Zodra Opdrachtgever ten behoeve van Cliënt een nieuw besluit heeft genomen over het recht op ondersteuning na afloop van het Overgangsrecht voor Cliënt en dit besluit houdt in dat Cliënt aanspraak heeft op ondersteuning op grond van de Jeugdwet, neemt Opdrachtnemer, wanneer Xxxxxx hierover geïnformeerd dient te worden (bijvoorbeeld in geval van wijziging van de zorgverlener omdat, om wat voor reden dan ook, de Overeenkomst met de huidige Opdrachtnemer stopt vanaf 2016), alle maatregelen die noodzakelijk zijn om de Cliënt voor te bereiden op de nieuwe situatie en om een soepele overgang hier naartoe te bewerkstelligen.
Hoofdstuk 3: Informatievoorziening, overleg en uitwisseling van gegevens
Artikel 13 Informatievoorziening en privacy
13.1 Opdrachtnemer verplicht zich om digitaal gegevens, rapportages en prestatie- indicatoren aan te leveren aan Opdrachtgever zoals tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer is afgesproken. Opdrachtgever weet zich gebonden door de privacywetgeving.
13.2 Opdrachtnemer garandeert dat registratie betrouwbaar en sluitend is. De Opdrachtgever kan een controle verklaring volgens het controleprotocol ten aanzien van de aangeleverde gegevens of administratieve procedures verplicht stellen.
13.3 Verwerking van persoonsgegevens bij de uitvoering van deze Overeenkomst geschiedt met inachtneming van de bij of krachtens de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de Jeugdwet, de WMO en de Basis Registratie Persoonsgegevens (BRP) gestelde voorschriften en de uit deze regelgeving voortvloeiende nadere regelgeving, onverminderd het overigens in de Overeenkomst bepaalde.
13.4 Partijen treffen passende organisatorische en technische maatregelen, voor het volgens de wettelijke regelgeving, veilig kunnen uitwisselen van persoonsgegevens en vertrouwelijke informatie. Opdrachtgever zal hiertoe een privacy protocol opstellen. Dit protocol zal onderdeel uitmaken van deze Overeenkomst. Het privacy protocol voldoet aan de wettelijke regelgeving.
13.5 Opdrachtgever wil zo min mogelijk administratieve belasting bij de Opdrachtnemer neerleggen. Daarom is voor 2015 besloten aan te sluiten bij de landelijk in ontwikkeling zijnde dataset beleidsinformatie jeugd1, outcome indicatoren2 en de informatie die in het kader van het jaardocument 20153 wordt opgevraagd bij de instellingen. Opdrachtgever sluit aan bij de definities die voor deze landelijke gegevenssets ontwikkeld worden.
1 xxxx://xxx.xxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxxxxxxxx/xxxxxxxxxxxxxxxxxxxx- gemeenten/beleidsinformatie
2 xxxx://xxx.xxxxxxxxxxxxx.xx/xxxxxxxxxx-xx- publicaties/kamerstukken/2014/06/10/kamerbrief-over-outcomecriteria-jeugdhulp.html
3 Op grond van de Jeugdwet geldt vanaf 2015 voor jeugdhulpaanbieders en gecertificeerde instellingen de plicht om verantwoordingsgegevens te verstrekken. In de Memorie van Toelichting staat dat dit gebeurt op basis van een bij ministeriële regeling vast te stellen jaardocument. Een jaardocument is een vragenformat dat geharmoniseerde informatie faciliteert. Doel is het bieden van transparantie en beheersen van administratieve belasting. Gebruik van het jaardocument vervangt andere verplichtingen, zoals de gegevensaanlevering aan het Centraal Bureau voor de Statistiek.
13.6 Opdrachtgever heeft behoefte aan tijdige informatie op Opdrachtnemersniveau en op gemeenteniveau. Daarom wordt gevraagd de volgende informatie op kwartaalbasis, uitgesplitst naar gemeenten digitaal te verstrekken aan Opdrachtgever:
• Aantallen Cliënten
• Informatie over capaciteit en productie
• Aantallen klachten
• Informatie output indicatoren:
o Bereik of uitval
▪ % Bereik
▪ % Verschijnen op afspraak (of ‘no shows’)
▪ % Reguliere beëindiging voorlichting/advies-/hulptraject
o Tevredenheid
▪ % Tevreden over nut/effect/resultaat
o Doelrealisatie
▪ % Zegt: doel gerealiseerd
▪ % Zegt: kan zonder info/hulp verder
▪ % Na Jeugdhulp geen terugkeer in Jeugdhulp
Aanleverdata kwartaalrapportages:
• Periode 1 januari tot 1 april, peildatum 1 januari en 1 april Uiterste aanleveringsdatum 1 mei.
• Periode 1 april tot 1 juli, peildatum 1 juli Uiterste aanleveringsdatum 1 augustus.
• Periode 1 juli tot 1 oktober, peildatum 1 oktober Uiterste aanleveringsdatum 1 november.
• Periode 1 oktober tot 1 januari, peildatum 1 januari Uiterste aanleveringsdatum 1 februari.
13.7 De huidige kwaliteitssystemen en meetsystemen dienen in stand gehouden te worden.
13.8 In overeenstemming met de systematiek van beleidsinformatie zoals opgenomen in artikel 6.5 Uitvoeringsbesluit Jeugdwet, levert Opdrachtnemer twee maal per jaar (op 1 januari en op 1 juli) informatie aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
13.9 Opdrachtnemer levert reguliere verantwoording in het Jaardocument Jeugd aan via het CIBG (Centraal Informatiepunt Beroepen Gezondheidszorg).
13.10 Opdrachtnemer levert de verantwoording in het Jaardocument Jeugd aan Opdrachtgever indien vanuit CIBG geen informatie op Opdrachtnemersniveau richting gemeenten of Opdrachtgever geleverd wordt.
13.11 Er is regulier overleg tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever. De frequentie en onderwerpen worden nader bepaald en in overleg vastgesteld. In deze overleggen kijkt Opdrachtgever naar de ontwikkeling in de afgesproken prestatie-indicatoren en de financiële en kwalitatieve ontwikkeling. Bij ondermaats presteren wordt de frequentie van overleg verhoogd al naar gelang nodig is om de kwaliteit van dienstverlening op het vastgesteld niveau te verkrijgen.
13.12 Opdrachtnemer werkt mee aan de evaluatie van de uitvoering van de Overeenkomst.
13.13 Opdrachtnemer stelt maximaal twee personen aan als contactpersonen voor Opdrachtgever. Deze personen zijn deskundig en op de hoogte van de gang van zaken binnen de organisatie van Opdrachtnemer.
13.14 Indien van toepassing sluit Opdrachtnemer aan op de CORV en is Opdrachtnemer verantwoordelijk voor de aansluiting, routering, opvolging en archivering van berichten zoals met de samenwerkende gemeenten is afgesproken.
13.15 Opdrachtgever verschaft geen bedrijfsvertrouwelijke informatie over andere Hulpaanbieders behoudens indien zij wettelijk tot openbaarmaking gehouden is.
Artikel 14 Informatie en archivering
14.1 Opdrachtnemer is archiefzorgdrager en archiefzorgbeheerder (zie ook bijlage 1).
14.2 Bij beëindiging van de Overeenkomst draagt de Opdrachtnemer zorg voor de overdracht van lopende dossiers, in goede, geordende en toegankelijke staat, aan de organisatie die door de Opdrachtgever wordt aangewezen.
14.3 In geval van bedrijfsbeëindiging (o.a. faillissement) dienen de te bewaren dossiers overgeheveld te worden naar opdrachtgever.
14.4 Toezicht wordt uitgevoerd door Erfgoedinspectie (dit geldt vooralsnog niet voor AMHK).
Hoofdstuk 4: Bekostigingssystematiek, declaratie en betaling
Artikel 15 Bekostigingssystematiek
15.1 Het “geld-volgt-cliënt”-model is hier van toepassing. Binnen dit model stuurt Opdrachtgever via deze Overeenkomst op het tarief, het volume en doelmatigheidseisen. De inzet van deze instrumenten heeft als doel om binnen het Declaratieplafond te blijven.
15.2 Opdrachtgever contracteert bij Opdrachtnemer het maximum aantal af te nemen eenheden (dit kan zijn, producten, fte’s, uren, dagen, DBC’s, etc.) per jaar (Q) en het afgesproken tarief per relevante eenheid (P).
15.3 Eenheden per jaar (Q):
Bij de (toekomstige) bepaling van het totaal aantal “eenheden” in een contractjaar wordt uitgegaan van historische gegevens, verwachte trends en de budgettaire kaders van de Opdrachtgever. Daarbij hanteert Opdrachtgever eveneens informatie over de kwaliteit van de zorg, waaronder de doelrealisatie en de cliënttevredenheid. Ook prioriteiten in de aard en locatie van de zorg, zijn bepalend voor de omvang in enig jaar.
15.4 Tarief (P):
Het overeengekomen tarief geldt per eenheid. Voor de bepaling van de tarieven voor 2015 gaat opdrachtgever uit van het door de NZa maximaal geadviseerde tarief (100%) voor 2014. Voor 2015 gelden de volgende percentages t.o.v. van genoemde maximale NZa tarief 2014 voor de tarieven voor de basis GGZ, specialistische GGZ en dyslexiezorg:
• Basis GGZ 95%
• Specialistische GGZ 90%
• EED-zorg 80%
In bijlage 1 van het inkoopdocument zijn de prestaties en DBC's met bijbehorende tarieven van Holland Rijnland weergegeven. De tarieven hebben betrekking op alle door Opdrachtnemer in het kader van deze overeenkomst te verrichten diensten en eventueel daartoe benodigde materialen.
Het tarief heeft betrekking op alle door Opdrachtnemer in het kader van deze Overeenkomst te verrichten diensten en eventueel daartoe benodigde materialen.
Opmerking [SAvd1]: Indien in het verificatieoverleg andere afspraken rondom de bekostiging zijn gemaakt dan zullen de artikelen in samenspraak daarmee aangepast kunnen worden.deze opmerking in dit document laten staan en wordt weggehaald bij de definitieve maatwerk raamovereenkomsten.
15.5 Declaratieplafond:
Zowel P als Q worden jaarlijks tussen Opdrachtnemer en Opdrachtgever vastgesteld en vastgelegd in bijlage 2 bij deze overeenkomst. De totaalsom van het product van eenheden en tarieven minus eventuele kortingspercentages bepaalt het Declaratieplafond per Opdrachtnemer.
Het voorlopig Declaratieplafond voor 2015 bedraagt: € XXXXX,00.
15.6 Herschikking middelen – definitief Declaratieplafond:
Opdrachtnemer levert een zo gelijkmatige spreiding van de zorg als
mogelijk door het jaar binnen het Declaratieplafond. Opdrachtgever behoudt het recht om op basis van de gegevens uit de kwartaalrapportages, de omvang van de gecontracteerde hulp voor het lopende jaar bij te stellen en een bijgesteld Declaratieplafond af te geven voor het lopende jaar. Daarmee kan de Opdrachtgever herschikken binnen de voorlopig gecontracteerde middelen. Indien er geen bijgestelde afspraken zijn gemaakt vóór 31 oktober van het lopende jaar, dan gelden de oorspronkelijke afspraken als definitieve afspraken.
15.7 Meerwerk:
Een groter aantal eenheden (dat uitstijgt boven het totaal gecontracteerde aantal) betekent niet meer omzet. Overproductie komt voor eigen rekening en risico van Opdrachtnemer. Opdrachtnemer treedt in deze situatie of wanneer deze situatie wordt voorzien hierover in een zo’n vroeg mogelijk stadium in overleg met Opdrachtgever.
15.8 Minderwerk:
Een lager aantal eenheden in behandeling betekent minder omzet. Het compenseren van een lager aantal eenheden om tot het Declaratiebudget “op te vullen”, bijvoorbeeld door extra (over) behandeling op bestaande cliënten, wordt niet geaccepteerd. Een substantieel lager aantal cliënten dient de Opdrachtnemer te melden bij de Opdrachtgever. Wanneer sprake is van meer dan 10% minderwerk, wordt het declaratieplafond aangepast. Hierover vindt altijd eerst overleg plaats tussen Opdrachtgever en Opdrachtnemer.
15.9 De Opdrachtnemer neemt in de jaarrekening een specificatie op met daarin de cliëntaantallen, de geleverde diensten en de in rekening gebrachte prijzen voor de cliënten. Uit de specificatie moet blijken wat de kosten per gemeente en de totale kosten zijn. Deze specificatie maakt onderdeel uit van de jaarrekening. De (goedkeurende) verklaring van de accountant moet ook betrekking hebben op deze specificatie. Indien deze specificatie geen onderdeel is van de jaarrekening, levert de Opdrachtnemer een afzonderlijke specificatie met daarin de cliëntaantallen, de geleverde diensten en de in rekening gebrachte prijzen voor de cliënten uit het gebied van Holland Rijnland. Uit de specificatie moet tevens blijken wat de kosten per gemeente zijn. Deze specificatie moet door een accountant zijn gewaarmerkt.
15.10 Er zijn vooralsnog geen automatische jaarlijkse nominale aanpassingen ten behoeve van loon- en prijsontwikkelingen. Mocht de Opdrachtgever hiertoe wel besluiten, dan vindt niet automatisch bekostiging van de loonontwikkeling plaats. Het kan zijn dat de Opdrachtnemer de stijging op een andere manier in de begroting moet opvangen. Bij de jaarlijkse besluitvorming over de tarieven, zal de Opdrachtgever de jaarlijkse nominale ontwikkeling van de Decentralisatie Uitkering jeugd (c.q. sociaal Domein) in ogenschouw nemen, evenals de bezuinigingen die in 2015 en 2016 worden doorgevoerd.
Artikel 16 Xxxxx hulp wordt bekostigd?
16.1 Alleen die geleverde hulp wordt betaald waaraan een Verwijzing ten grondslag ligt, die in 2014 is aangevangen en waarvoor zorgcontinuiteit wordt gegarandeerd.
16.2 Alleen die geleverde hulp wordt betaald waarvan de cliënten volgens het woonplaatsbeginsel in de Regio Holland Rijnland wonen en die onder de Jeugdwet vallen.
16.3 Indien Opdrachtnemer voor cliënten uit een andere regio een verwijzing ontvangt, dient Opdrachtnemer voor deze client afspraken met de betreffende regio te maken.
16.4 Alleen die geleverde hulp wordt betaald die is gecontracteerd door Opdrachtgever bij Opdrachtnemer.
16.5 Opdrachtnemer informeert burgemeester en wethouders van de gemeente waar de jeugdige staat ingeschreven zo spoedig mogelijk dat jeugdhulp wordt verleend waarvoor een ouderbijdrage dient te worden betaald, zodat burgemeester en wethouders zorg kan dragen dat deze ouderbijdrage bij de ouders geïnd kan worden.
16.6 Opdrachtnemer heeft geen recht op betaling van aan de Gemeente gedeclareerde dagbesteding, dagbehandeling, kortdurend verblijf en/of persoonlijke verzorging voor cliënten die op grond van de Wlz recht hebben op die vormen van zorg.
Artikel 17 Facturatie
17.1 (Elektronische) facturen worden per kwartaal bij de Opdrachtgever ingediend (het format volgt later dit jaar). De factuur kent een cijfermatige onderbouwing (elektronisch of met Excel) op basis van overeen te komen rapportageformulieren (het format volgt later dit jaar). Opdrachtnemer is verplicht de facturen volgens dit format aan te leveren. Daarin staat per Cliënt onder andere informatie over de eenheden zorg die in rekening worden gebracht, het perceel, het “product” waarin de Hulp wordt geleverd, prijs per eenheid, de startdatum en (verwachte) einddatum van de zorg, de Verwijzer naar de zorg en het Verwijzingsnummer. De facturen worden opgesplitst per gemeente.
17.2 Na afloop van het kalenderjaar dient de Opdrachtnemer binnen twee (2) maanden een eindafrekening aan Opdrachtgever te zenden in de vorm van een factuur. Deze eindafrekening bestaat uit de werkelijke realisatie van het aantal Prestaties maal het tarief van dat kalenderjaar.
17.3 Opdrachtnemer verplicht de facturen in te dienen op een (later dit jaar) door Opdrachtgever voorgeschreven wijze. (Hierbij moet gedacht worden aan fysieke toezending naar specifieke postbus en digitale toezending naar specifiek mailadres).
17.4 Facturen die niet voldoen aan de door Opdrachtgever gestelde factuurvoorwaarden, zullen door Opdrachtgever niet in behandeling genomen worden. Opdrachtnemer ontvangt de factuur dan retour met het verzoek de ontbrekende en/of onjuiste gegevens te corrigeren.
17.5 Indien een factuur ten onrechte is verstuurd of onjuist is, dient Opdrachtnemer hiervoor een creditnota te sturen.
17.6 BTW:
De producten en diensten van Jeugdhulp zijn vrijgesteld van BTW. De geoffreerde tarieven dienen derhalve inclusief BTW te zijn. De gefactureerde tarieven zijn gelijk aan de gecontracteerde tarieven (alle bedragen genoemd in deze Overeenkomst zijn inclusief BTW en zonder opslagen, tenzij anders afgesproken). Indien BTW van toepassing is, dient dit in de offerte reeds zichtbaar gemaakt te zijn en separaat op de factuur vermeld te zijn.
17.7 Betaling vindt plaats na acceptatie van de diensten tenzij anders overeen gekomen. In het geval van bevoorschotting wordt bij de eindafrekening 2015 de facturatie verrekend met het totaal aan bevoorschotting.
17.8 Opdrachtnemer houdt zich bij de declaratie aan alle relevante wet- en regelgeving, waaronder de wettelijke bepalingen van tarifering en bekostiging respectievelijk de bepalingen, richtlijnen en kaders van bij wet ingestelde organen.
17.9 Opdrachtnemer houdt zich aan de spelregels van de Nederlandse zorgautoriteit (Nza).
Artikel 18 Bevoorschotting
18.1 Hiertoe zijn de volgende mogelijkheden:
1) Opdrachtgever bevoorschot Opdrachtnemer. Het maandelijkse voorschot is gebaseerd op het voorlopige Declaratieplafond. De Opdrachtgever hanteert XXX% van dit bedrag als referentie en betaalt dit aan de Opdrachtnemer in 12 delen, verspreid over 12 maanden, halverwege de maand. Dit op basis van nacalculatie aan het eind van het jaar. De maandbedragen kunnen in de loop van het jaar worden bijgesteld als er sprake is van aanpassingen in het geraamde productievolume.
Het voorlopig maandelijks voorschot voor 2015 bedraagt: € XXXXX,00.
2) Opdrachtnemer kan maandelijks in de factuur het onderhanden werk (OHW) aangeven. Opdrachtgever zal de geregistreerde tijd/dagen betalen vóórdat de definitieve prestatie (bijv. de DBC) wordt gefactureerd.
3) Er is geen sprake van bevoorschotting.
Artikel 19 Materiële controle
19.1 De Opdrachtgever is gerechtigd tot materiële controle en tot fraudeonderzoek, te verrichten op de wijze zoals aangeduid in artikel 7.4 Regeling Zorgverzekering. De bepalingen van hoofdstuk 7 van de Regeling Zorgverzekering zijn zoveel mogelijk van Overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat in plaats van ‘zorgverzekeraar’ in voorkomend geval ‘Opdrachtgever ’ moet worden gelezen.
19.2 Ten aanzien van materiële controle en fraudeonderzoek gelden in elk geval onder meer de volgende uitgangspunten:
a) De Opdrachtgever is gehouden eerst de lichtste instrumenten ter controle van gedeclareerde Jeugdhulp in te zetten – statistische analyse, AO/IC-of bestuurdersverklaring, verbandcontrole – alvorens zwaardere controle- instrumenten als detailcontrole toe te passen.
b) Inzage in het behandeldossier van de Jeugdige is een uiterst middel.
c) De onder b genoemde detailcontrole mag uitsluitend worden uitgevoerd onder de verantwoordelijkheid van een terzake deskundige beroepsgeheimhouder in opdracht van de Opdrachtgever.
d) de Opdrachtgever mag in elk geval niet meer gegevens (doen) verzamelen dan, gelet op het onderzoeksdoel en de omstandigheden van het geval, noodzakelijk is.
19.3 De Opdrachtnemer is gehouden medewerking te verlenen aan (materiële) controle welke wordt uitgevoerd door Opdrachtgever.
Artikel 20 Wet Normering Topinkomens (WNT)
20.1 Opdrachtnemer voldoet volledig aan de eisen van de WNT.
Hoofdstuk 5: Slotbepalingen Artikel 21 Wet en regelgeving
21.1 Partijen houden zich aan de in het kader van deze Overeenkomst relevante wet- en regelgeving, waaronder in ieder geval begrepen de Mededingingswet, de Wet Bescherming Persoonsgegevens, de Jeugdwet, de Wet Arbeid Vreemdelingen en de in deze Overeenkomst, de Uitnodiging tot Contractering en de hierin genoemde wetten en voorwaarden en het Overgangsrecht.
21.2 Als aanpassing van deze Overeenkomst noodzakelijk is, bijvoorbeeld om reden van een wijziging in relevante wet- of regelgeving of overheidsbeleid, treden Partijen zo snel mogelijk met elkaar in overleg om de bepalingen die gewijzigd moeten worden aan te passen. Indien er geen overeenstemming wordt bereikt, kan elk der Partijen de Overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van drie maanden opzeggen.
21.3 Op deze Overeenkomst is uitsluitend het Nederlands recht van toepassing.
21.4 In geval van geschillen, voortvloeiend uit deze Overeenkomst zullen Partijen trachten deze in goed overleg tot een oplossing te brengen.
21.5 Indien het onmogelijk gebleken is een geschil als hiervoor bedoeld op te lossen, zal dat geschil worden beslecht door de terzake bevoegde rechter in het arrondissement waar Opdrachtgever is gevestigd, daaronder begrepen Voorzieningenrechter rechtdoende in kort geding.
Artikel 22 Wijzigen van omstandigheden
22.1 Partijen zijn gehouden elkaar tijdig te informeren indien en voor zover sprake is van zodanige ontwikkelingen dat deze van wezenlijke invloed kunnen zijn op een zorgvuldige uitvoering van deze Overeenkomst. Opdrachtnemer informeert Opdrachtgever altijd indien er sprake is van verandering van de juridische structuur, het aangaan of beëindigen van garantiestellingen of het tot stand brengen danwel beëindigen van deelnemingen.
22.2 Indien gedurende de looptijd van deze Overeenkomst, de overeengekomen Hulp of een deel daarvan door een wijziging in wet- en regelgeving niet meer krachtens de Jeugdwet vergoed wordt, eindigt van rechtswege dat deel van deze Overeenkomst dat betrekking heeft op de dan niet meer vergoede Hulp, en wel met ingang van de inwerkingteding van de gewijzigde wet- of regelgeving. Opdrachtgever is in een dergelijke situatie niet gehouden tot enige (schade)vergoeding.
Artikel 23 Van toepassing zijnde voorwaarden
23.1 Op deze Overeenkomst zijn uitsluitend van toepassing de "Algemene Inkoopvoorwaarden voor diensten 2014, 2015 en 2016 op het gebied van Jeugdhulp van gemeenten binnen het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland” (zie bijlage 3). Hierop zijn de volgende wijzigingen van toepassing:
a) Artikel 7.7 wordt niet van toepassing verklaard.
b) Artikel 10.1 en artikel 10.2 worden niet van toepassing verklaard.
c) Artikel 15.2 wordt niet van toepassing verklaard.
d) Artikel 15.3, de 1e zin “Onder meerwerk kan ook worden verstaan meer- of langerdurende zorg als is overeengekomen in 1G1P resp. in de “beschikking”, wordt niet van toepassing verklaard.
e) In aanvulling op artikel 25 zal tot ontbinding van deze Overeenkomst worden overgegaan indien Opdrachtnemer niet of niet langer voldoet aan de in de uitnodiging tot Contractering gestelde eisen.
23.2 De toepasselijkheid van (eventuele) algemene en bijzondere voorwaarden van Opdrachtnemer is uitgesloten.
Artikel 24 Uitgangspunten voor de samenwerking
24.1 Als uitgangspunten voor de samenwerking komen Partijen overeen dat zij bij het uitvoeren van deze Overeenkomst altijd te goeder trouw zullen handelen.
24.2 Opdrachtnemer verklaart door ondertekening van deze Overeenkomst dat:
a) Documentatie met betrekking tot deze Overeenkomst bewaard zal blijven conform geldende standaarden, waaronder die voor accountancy (voor zover relevant) en bescherming van persoonsgegevens (Wbp), de Archiefwet 1995 en de ‘archiefregeling’.
b) Een zakelijke of andere doelstelling of verbintenis waarvan zij redelijkerwijs kan verwachten dat deze het voorwerp van deze Overeenkomst geweld aan kan doen, volledig openbaar maakt aan Opdrachtgever.
c) Op aangeven van Opdrachtgever binnen een redelijke termijn de informatie genoemd onder lid a) zal overhandigen, met uitzondering van informatie die wettelijk of door een rechter geheim is verklaard.
Artikel 25 Onverbindendheid van de Overeenkomst
25.1 Indien een of meer bepalingen van de Overeenkomst onverbindend zijn of worden, blijven de overige bepalingen van kracht. Niet-verbindende bepalingen worden door Partijen vervangen door bepalingen die wel verbindend zijn en die zo min mogelijk (gelet op doel en strekking van de Overeenkomst) afwijken van de niet-verbindende bepalingen.
Artikel 26 Algemene slotbepalingen
26.1 Opdrachtgever behoudt zich het recht voor om een Overeenkomst die is voorzien van doorhalingen en/of mededelingen van Opdrachtnemer van welke aard dan ook als ongeldig te beschouwen. Indien Opdrachtgever van dit recht gebruik maakt, zal hij Opdrachtnemer daarvan schriftelijk in kennis stellen. In dat geval zal Opdrachtgever Opdrachtnemer eenmalig ongewijzigde Overeenkomst alsnog toezenden en in de gelegenheid stellen binnen een termijn van drie weken door ondertekening en terugzending aan Opdrachtgever de ongewijzigde Overereenkomst alsnog tot stand brengen.
Artikel 27 Contactpersonen
27.1 Contactpersoon voor Opdrachtgever is … (nog nader in te vullen) Contactpersoon 1 voor Opdrachtnemer is:
.............. en
Contactpersoon 2 voor Opdrachtnemer is:……….
Aldus op de laatste van de twee hierna genoemde data overeengekomen en in tweevoud ondertekend,
OPDRACHTNEMER OPDRACHTGEVER
Naam: Naam: de xxxx X. Xxx Xxxxxx
Functie: Functie: Secretaris
Handtekening: Handtekening:
Datum: Datum:
Plaats: Plaats: Leiden