Speciale voorwaarden BF2015
Speciale voorwaarden BF2015
Inhoudsopgave
Artikel 1 Begripsomschrijvingen 4
Artikel 2 Omvang van de dekking 5
Artikel 4 VerplichtingenNerlies van rechten 6
Artikel 6 Looptijd van de verzekering 9
Artikel 8 Omvang van de dekking 10
Artikel 12 Omvang van de dekking 12
Artikel 13 Uitsluitingen en eigen risico 13
Speciale voorwaarden voor bromfietsen
Onderstaande voorwaarden zijn uitsluitend van toepassing als uit het polisblad blijkt dat dit onderdeel is meeverzekerd. Indien bepalingen van deze Speciale Voorwaarden afwijken van de bepalingen in de van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden dan zijn deze Speciale Voorwaarden van kracht.
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
1.1 Verzekerde
Degene die bij de afzonderlijke onderdelen van deze verzekering als zodanig is omschreven.
1.2 Motorrijtuig
Het op het polisblad omschreven gekentekende of ongekentekende motorrijtuig, waarvan de gegevens geacht worden overeenkomstig de opgave van of namens de verzekeringnemer te zijn.
a. Een als bromfiets gekentekend verzekerd motorrijtuig (met gele kentekenplaat) kan zijn, een:
• Bromfiets: een twee- of driewielig motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximum sneiheid van 45 km per uur en een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50cc of een elektromotor met een continu maximum vermogen van ten hoogste 4 kW, of;
• Brommobiel of Bromquad: een vierwielig motorrijtuig, niet zijnde een invalidenwagen, met een leeg gewicht van maximaal 350 kg en een door de constructie bepaalde maximum sneiheid van 45 km per uur en een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50cc of continu maximum vermogen van ten hoogste 4 kW.
b. Een als snorfiets gekentekend verzekerd motorrijtuig (met blauwe kentekenplaat) kan zijn, een:
• Snorfiets: een tweewielig motorrijtuig met een door de constructie bepaalde maximum snelheid van 25 km per uur en een motor met een cilinderinhoud van ten hoogste 50cc, of continu maximum vermogen van ten hoogste 4 kW, of;
• E-(speed)bike: een fiets met electrische trapondersteuning met een door de constructie bepaalde zelfstandige maximum sneiheid van 25 km per uur.
c. Een ongekentekend verzekerd motorrijtuig kan zijn, een;
• Fiets met hulpmotor: een fiets met hulpmotor of electrische trapondersteuning met een door de constructie bepaalde maximum sneiheid van 25 km per uur, of;
• Segway: een electrisch aangedreven motorrijtuig met twee evenwijdig geplaatste wielen en een door de constructie bepaalde maximum snelheid van 25 km per uur, of;
• Invalidenwagen: een electrische roistoel, scootmobiel of ander gemotoriseerd hulpmiddel, bestemd en ingericht voor het gebruik door iemand met een handicap, aismede een gesloten drie- of vierwielig motorrijtuig met een maximale breedte van 1.10 meter en een door de constructie bepaalde maximum sneiheid van 45 km per uur.
De hierboven vermelde ongekentekende motorrijtuigen dienen van een geldig verzekeringsplaatje te worden voorzien overeenkomstig het Koninklijk Besluit A-2/031133.
1.3 Vervangend motorrijtuig
Een vervangend, gelijkwaardig motorrijtuig, dat de verzekerde gebruikt tijdens de periode van reparatie, revisie of onderhoud van het op het polisblad vermelde motorrijtuig.
1.4 Cataloguswaarde
De waarde van het verzekerd object naar merk, model, type en uitvoering en in de fabriek aangebrachte extra’s op de datum van eerste ingebruikname.
1.5 Dagwaarde
Het bedrag dat nodig is om het verzekerd object te kunnen vervangen door een vergelijkbaar exemplaar van dezelfde soort, kwaliteit, staat van onderhoud en ouderdom. Dit bedrag wordt vastgesteld door de expert.
1.6 Polisblad
Het afgegeven polisblad en/of het voor het voor het motorrijtuig afgegeven verzekeringsbewijs, waarop de gegevens van het object, de verzekeringsduur en de dekking(en) is/zijn weergegeven.
Artikel 2 Omvang van de dekking
2.1 Verzekerde rubriek
De verzekering geeft dekking voor binnen de looptijd van de verzekering plaatshebbende gebeurtenissen zoals omschreven in de voorwaarden die behoren bij de op het polisblad vermelde verzekerde rubriek(en).
2.2 Verzekeringsgebied
De landen waarvoor het afgegeven Internationaal Verzekeringsbewijs (de groene kaart) geldig is en tijdens het vervoer van het motorrijtuig tussen die landen.
2.3 Vervangend motorrijtuig
Voor de tijd dat het verzekerde motorrijtuig tijdelijk buiten gebruik is vanwege de uitvoering van reparatie, revisie of onderhoud bij een daartoe ingericht en erkend bedrijf, geldt de verzekering tevens voor een vervangend motorrijtuig van dezelfde soort en prijsklasse en voor dezelfde rubrieken, tenzij een beroep kan worden gedaan op een andere verzekering, al dan niet van oudere datum.
2.4 Extra vergoedingen
Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een volgens de rubriek Aansprakelijkheid of de rubriek Diefstal of Aanrijding gedekte gebeurtenis (ook indien de rubriek Diefstal of Aanrijding niet is meeverzekerd):
a. Berging en vervoer
De kosten van berging en eventueel vervoer van het motorrijtuig naar de dichtstbijzijnde reparatie inrichting;
b. Averij grosse
De van de verzekerde gevorderde bijdrage in de averij grosse.
2.5 Afstand verhaalsrecht
De maatschappij zal geen gebruik maken van de (eventuele) mogelijkheid om de betaalde vergoeding te verhalen op de door de verzekerde gemachtigde bestuurder en passagier(s), of de werkgever van deze personen, tenzij sprake is van een uitsluiting die niet tegen de verzekeringnemer kan worden ingeroepen.
Artikel 3 Uitsluitingen
De verzekering geeft geen dekking onder de volgende omstandigheden:
3.1 Geen eigendom
Indien blijkt, bijvoorbeeld uit het kentekenregister van de RDW, dat op het moment van de gebeurtenis noch verzekeringnemer, noch diens echtgeno(o)t(e) of partner eigenaar was, respectievelijk niet was ingeschreven als eigenaar c.q. houder van het verzekerde motorrijtuig.
3.2 Ander gebruik
a. Bij gebruik van het motorrijtuig voor ander gebruik dan aan de maatschappij opgegeven of bij gebruik voor een ander doel of op een wijze die wettelijk is toegestaan;
b. indien veroorzaakt terwijI de bestuurder niet wettelijk bevoegd is het motorrijtuig te besturen;
c. indien het verzekerd object een technische wijziging heeft ondergaan die in strijd is met de wettelijke bepalingen en de begripsomschrijving van het verzekerd object. Hieronder wordt ook uitdrukkelijk verstaan het “opvoeren” van het motorrijtuig.
Bij zakelijk gebruik van het motorrijtuig zoals verhuur, bedrijfsmatig vervoer van personen tegen betaling, bezorg- of koeriersdiensten, tenzij dergelijk zakelijk gebruik uitdrukkelijk met de maatschappij is overeengekomen en op het polisblad is vermeld.
De onder art. 3.1 t/m 3.3 genoemde uitsluitingen gelden niet voor de verzekerde die aantoont, dat de daarin bedoelde omstandigheden zich buiten zijn weten en tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor redelijkerwijs geen verwijt treft en/of indien uit de polis omschrijving blijkt dat een en ander bekend was bij het aangaan van de verzekering en hiervoor een toeslag op de premie is berekend.
3.4 Wedstrijden
Tijdens deelname aan of oefenen voor wedstrijden en snelheidsproeven, tenzij sprake is van puzzelritten die niet langer dan 24 uur Buren en waarbij het snelheidselement niet van belang is.
3.5 Rijbewijs
Terwijl de bestuurder niet in het bezit is van een geldig, voor het motorrijtuig wettelijk voorgeschreven rijbewijs, dan wel de bestuurder de rijbevoegdheid bij rechterlijk vonnis is ontzegd.
Op deze uitsluiting zal door de maatschappij geen beroep worden gedaan, indien de ongeldigheid uitsluitend wordt veroorzaakt doordat de op het rijbewijs vermelde geldigheidstermijn is verstreken en de bestuurder op de schadedatum de leeftijd van 76 jaar nog niet had bereikt.
3.6 Alcohol/bedwelmende, opwekkende (genees)middelen
a. Terwijl de bestuurder van het motorrijtuig ten tijde van de gebeurtenis onder zodanige invloed van alcohol of enig bedwelmend of opwekkend (genees)middel verkeerde, dat hij geacht moest worden niet in staat te zijn het motorrijtuig naar behoren te besturen, of hem dit volgens de wet verboden was/is;
b. terwijl de bestuurder het motorrijtuig bestuurde na zodanig gebruik van alcohol, dat het alcoholgehalte van zijn bloed hoger blijkt te zijn geweest dan 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed, dan wel het alcoholgehalte van zijn adem hoger blijkt te zijn geweest dan 220 microgram (ug) alcohol per liter uitgeademde lucht;
c. terwijl de bestuurder bij verdenking dat hij gehandeld heeft in strijd met art. 8 van de Wegenverkeerswet geweigerd heeft zich te onderwerpen aan een bloedonderzoek of een ander onderzoek ter vaststelling van het in art. 8 van de Wegenverkeerswet bedoelde gehalte of gebruik.
Deze uitsluiting geldt niet voor het onderdeel aansprakelijkheid, tenzij de bestuurder de persoon is voor wie de alcoholuitsluiting uitdrukkelijk op de polis van toepassing is verklaard.
3.7 Contractuele aansprakelijkheid
Indien de aansprakelijkheid van verzekerde uitsluitend voortvloeit uit een door hem of namens hem aangegane contractuele verplichting.
Artikel 4 VerplichtingenNerlies van rechten
In de navolgende situaties heeft de maatschappij het recht de voorwaarden en/of premie aan te passen per de datum waarop de gewijzigde situatie is ingegaan.
Indien bij schade blijkt dat verzekeringnemer heeft nagelaten van deze omstandigheden mededeling te doen kan het recht op schadevergoeding en/of premierestitutie vervallen.
4.1 Eigendomsovergang en totaal verlies
Bij eigendomsovergang en bij totaal verlies van het motorrijtuig eindigt de dekking op de datum waarop het kenteken is overgeschreven, dan wel de datum waarop het motorrijtuig verloren is gegaan. Eigendomsovergang of totaal verlies dient binnen 8 dagen gemeld te worden aan de maatschappij.
Zodra de verzekeringnemer of regelmatige bestuurder van adres verandert, is de verzekeringnemer verplicht dit binnen 14 dagen te melden aan de maatschappij.
4.3 Wijziging van het risico
Zodra gedurende de looptijd van de verzekering wijzigingen optreden die van invloed zijn op de aard en/of omvang van het risico, zoals:
• wijziging van de regelmatige bestuurder,
• wijzigingen aan of in het motorrijtuig zelf,
• stalling en/of gebruik in het buitenland langer dan 180 aaneengesloten dagen,
• een ontzegging van de rijbevoegdheid van de regelmatige bestuurder,
• een strafrechtelijke veroordeling van de regelmatige bestuurder in verband met een verkeersdelict, dient dit binnen 14 dagen gemeld te worden aan de maatschappij.
Artikel 5 Premie
5.1 Korting voor schadevrij rijden
Voor motorrijtuigen zoals vermeld in artikel 1.2, maar met uitzondering van de in artikel 1.2. c vermelde motorrijtuigen alsmede oldtimers, geldt dat korting voor schadevrij rijden wordt vastgesteld volgens de Bonus/Malus regeling op basis van de volgende bepalingen.
5.2 Bonus/Malus regeling
Deze kortingsregeling geldt voor premies voor de rubrieken Aansprakelijkheid, Diefstal en Aanrijding. Nadat bij het sluiten van de verzekering de Bonus/Malus (B/M)-trede is vastgesteld, wordt na elk verzekeringsjaar de korting/opslag voor de premie voor het volgende jaar bepaald volgens onderstaand schema (Bonus/Malus-schaal).
Schadevrije jaren | Bonus/malus- trede | Korting in % | Korting in 0 schades | % na: 1 schade | 2 schades | 2 of meer schades |
9 | 14 | 75 | 75 | 75 | 50 | 0 |
8 | 13 | 75 | 75 | 70 | 50 | 0 |
7 | 12 | 75 | 75 | 65 | 40 | 0 |
6 | 11 | 75 | 75 | 60 | 40 | 0 |
5 | 10 | 75 | 75 | 60 | 40 | 0 |
4 | 9 | 75 | 75 | 50 | 25 | 0 |
3 | 8 | 70 | 75 | 50 | 25 | 0 |
2 | 7 | 65 | 70 | 40 | 25 | 0 |
1 | 6 | 60 | 65 | 40 | 0 | 0 |
0 | 5 | 55 | 60 | 25 | 0 | 0 |
-1 | 4 | 50 | 55 | 25 | 0 | 0 |
-2 | 3 | 40 | 50 | 0 | 0 | 0 |
-3 | 2 | 25 | 40 | 0 | 0 | 0 |
-4 | 1 | 0 | 25 | 0 | 0 | 0 |
5.3 Terugval van korting bij schade
ledere melding van een gebeurtenis waaruit voor de maatschappij een verplichting tot uitkering kan voortvloeien geldt als eon schade. De nieuwe Bonus/Malustrede geldt met ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar na de datum waarop de gebeurtenis plaats had. Indien de schademelding na ingang van het eerstvolgende verzekeringsjaar is verwerkt heeft de maatschappij het recht met terugwerkende kracht suppletie van premie te vorderen. Een schademelding op de dekking voor aansprakelijkheid, diefstal of aanrijding beInvloedt de premies voor al deze verzekeringsvormen.
5.4 Geen terugval van korting
Een schademelding heeft geen invloed op de korting voor schadevrij rijden zodra vaststaat dat:
a. de melding vrijwel zeker niet tot een uitkering zal leiden;
b. een gebeurtenis heeft plaatsgevonden waarvoor uitsluitend expertisekosten zijn betaald;
c. een uitgekeerde schadevergoeding volledig door de maatschappij op de tegenpartij is verhaald.
d. de gebeurtenis valt onder de in de rubriek Diefstal genoemde evenementen;
e. de door de maatschappij uitgekeerde schadevergoeding niet (geheel) wordt verhaald op grond van een overeenkomst tussen maatschappijen, maar wel zou kunnen worden verhaald op grond van het gemene- en/of verkeersrecht, dan wel regres op grond van wettelijke bepalingen is uitgesloten of beperkt;
f. een betaalde schade binnen 3 maanden nadat hem van het uitgekeerde bedrag bericht is gedaan door de verzekeringnemer voor eigen rekening is genomen, mits er in de tussenliggende periode geen nieuwe schade is voorgevallen.
5.5 Terugval bij no-blame-schade
Een schademelding heeft ook geen invloed op de korting voor schadevrij rijden wanneer de schade is ontstaan door gebeurtenissen die niet door (mede)schuld van een verzekerde zijn veroorzaakt.
5.6 Premie en/of Bonus/Malus-aanpassing bij verandering van adres
Bij een ander adres in de zin van artikel 4.2 zal de maatschappij, indien voor de nieuwe plaats volgens het te hanteren tarief voor een of meer van de gedekte risico’s een hogere of lagere premie en/of B/M-trede geldt, de premie en/of de B/M-trede dienovereenkomstig aanpassen. De aanpassing van de premie en de B/M-trede geldt met ingang van de verhuisdatum.
5.7 Premierestitutie
Verzekeringnemer heeft recht op een naar billijkheid vast to stellen restitutie van premie over de nog niet verstreken verzekeringstermijn:
a. bij tussentijdse beeindiging door de maatschappij behoudens in geval van opzegging wegens het opzettelijk verstrekken van onjuiste gegevens bij schade;
b. bij tussentijdse beeindiging omdat de verzekeringnemer geen belang meer heeft bij het motorrijtuig vanwege (r) emigratie dan wel zijn overlijden;
c. bij tussentijdse beeindiging wegens stalling van het motorrijtuig in het buitenland;
d. bij beeindiging wegens eigendomsoverdracht van het motorrijtuig, mits verzekeringnemer of de eigenaar door overlegging van bewijs (kopie van verkoop- of vrijwaringsbewijs) aantoont dat het motorrijtuig hem niet meer in eigendom toebehoort;
e. indien binnen 36 maanden na schorsing van de verzekering (zie artikel 6.2) een ander motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden en door de maatschappij wordt geaccepteerd.
Artikel 6 Looptijd van de verzekering
In aanvulling op de van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden artikel 3 Looptijd van de verzekering, geldt het navolgende:
6.1 Tussentijdse beeindiging
De verzekering of een onderdeel daarvan kan door de maatschappij tussentijds schriftelijk worden opgezegd:
a. met onmiddellijke ingang nadat sprake is van eigendomsoverdracht of totaal verlies van het motorrijtuig, tenzij de verzekering wordt geschorst of voor een ander motorrijtuig wordt voortgezet;
b. per de eerstvolgende hoofdvervaldatum nadat het motorrijtuig gewoonlijk in het buitenland wordt gestald; of per onmiddellijke ingang zodra het motorrijtuig een buitenlands kenteken of exportkenteken gaat voeren;
c. met terugwerkende kracht vanaf de datum van schorsing van de verzekering, indien over een vol verzekeringsjaar geen risico is gelopen.
6.2 Schorsing van de verzekering
De verzekering kan op verzoek van de verzekeringnemer voor een periode van maximaal 36 maanden worden geschorst indien een schorsingsbewijs wordt overgelegd, of indien na eigendomsoverdracht of totaal verlies niet direct een ander motorrijtuig ter verzekering wordt aangeboden.
De schorsing heeft tot gevolg dat de dekking eindigt en pas weer van kracht wordt nadat de maatschappij een ander aangeboden motorrijtuig of opheffing van de schorsing heeft geaccepteerd.
Deze rubriek is alleen van toepassing als uit de polis blijkt dat deze is meeverzekerd.
Met voorbijgaan aan hetgeen antlers in deze verzekeringsvoorwaarden mocht zijn bepaald, wordt de verzekering geacht aan de door of krachtens de Wet Aansprakelijkheidsverzekering Motorrijtuigen (WAM) gestelde eisen te voldoen.
Artikel 7 Verzekerden
De verzekerden zijn:
a. de verzekeringnemer, de eigenaar, de houder, de gemachtigde bestuurder en de passagiers van het motorrijtuig;
b. de werkgever van deze personen, indien hij naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door een van hen is veroorzaakt.
Artikel 8 Omvang van de dekking
8.1 Aansprakelijkheid
De verzekering dekt de aansprakelijkheid van de verzekerden voor schade aan personen en zaken -met inbegrip van de daaruit voortvloeiende schade- die met of door het motorrijtuig is veroorzaakt. In de dekking is mede begrepen de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door zaken die zich bevinden op, vallen van of gevallen zijn van het motorrijtuig.
8.2 Verzekerde bedragen
De maatschappij keert per gebeurtenis voor alle verzekerden tezamen maximaal de op het polisbiad vermelde verzekerde bedragen uit. Indien het gaat om de aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt in een land waar een hoger verzekerd bedrag wettelijk is voorgeschreven, geeft de verzekering dekking tot dat hogere bedrag.
8.3 Zekerheidstelling
Indien een buitenlandse overheid in verband met een gedekte gebeurtenis een zekerheidstelling verlangt voor de invrijheidstelling van een verzekerde of voor opheffing van een op het motorrijtuig gelegd beslag zal de maatschappij deze voorschieten tot een bedrag van ten hoogste € 25.000,-. De verzekerden zijn verplicht alle medewerking te verlenen om terugbetaling van het voorgeschoten bedrag aan de maatschappij te verkrijgen.
8.4 Proceskosten
Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis indien en voor zover daarvoor niet uit andere hoofde een recht op vergoeding bestaat:
a. de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen de maatschappij aanhangig gemaakt burgerlijk proces;
b. de kosten van verweer in een door de benadeelde tegen een verzekerde aanhangig gemaakt burgerlijk proces mits dit verweer wordt gevoerd onder leiding van de maatschappij;
c. de kosten van rechtsbijstand, die met goedkeuring van de maatschappij wordt verleend in een tegen een verzekerde aanhangig gemaakt strafproces.
8.5 Schade aan andere motorrijtuigen van verzekeringnemer
Bij schade die met of door het verzekerde motorrijtuig aan een ander motorrijtuig van verzekeringnemer wordt toegebracht, waaronder inbegrepen aanhangwagens of opleggers mits niet gekoppeld aan het schade toebrengende motorrijtuig, wordt deze schade vergoed indien:
• de schade is veroorzaakt door schuld van een verzekerde,
• de schade werd toegebracht op de openbare weg,
• er voor deze schade geen andere verzekering van kracht is.
1. schade ontstaan door een gebeurtenis die plaats heeft in een gebouw of op een terrein in gebruik bij verzekeringnemer of de eigenaar van het motorrijtuig, tenzij de bij de gebeurtenis betrokken motorrijtuigen alleen voor particulier gebruik bestemd zijn,
2. de door de gebeurtenis ontstane gevolg- en/of bedrijfsschade, tenzij er sprake is van waardevermindering van een uitsluitend voor particulier gebruik bestemd motorrijtuig.
Artikel 9 Uitsluitingen
Naast de uitsluitingen zoals vermeld in artikel 3 biedt de rubriek Aansprakelijkheid geen dekking voor schade:
a. bestaande uit lichamelijk letsel van de bestuurder van het verzekerde motorrijtuig zelf;
b. veroorzaakt door degene, die niet uitdrukkelijk of stilzwijgend door een daartoe bevoegd persoon gemachtigd is om als bestuurder of als passagier(s) gebruik te maken van het motorrijtuig;
c. toegebracht aan vervoerde zaken, met uitzondering van reisbagage en persoonlijke eigendommen van de passagier(s), voor zover ten aanzien van deze zaken geen aanspraak kan worden gemaakt op uitkering uit hoofde van een andere verzekering of voorziening. In dat geval wordt alleen de schade vergoed die het bedrag waarop de verzekerde elders aanspraak zou kunnen maken te boven gaat;
d. ontstaan tijdens het laden of lossen;
e. toegebracht aan niet met het motorrijtuig vervoerde roerende zaken of onroerende zaken die de verzekeringnemer of de bestuurder toebehoren, onverminderd het bepaalde in artikel 8.5.
Artikel 10 Schade
10.1 Schaderegeling met benadeelden
De maatschappij heeft het recht een schadevergoeding rechtstreeks aan de benadeelde of anderszins rechthebbende persoon/instantie te betalen en met deze een schikking te treffen. De door de maatschappij genomen beslissingen zijn bindend voor de verzekerde.
10.2 Verhaal
Wanneer de maatschappij ingevolge de WAM of een daarmee overeenkomende buitenlandse wet tot schadevergoeding is verplicht zonder dat er sprake is van een gedekte gebeurtenis, heeft de maatschappij het recht het door haar verschuldigde te verhalen op de verzekeringnemer en de aansprakelijke verzekerde.
De maatschappij zal dit recht op verhaal niet uitoefenen op:
a. de verzekerde, niet zijnde de verzekeringnemer, die te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid was gedekt;
b. de verzekeringnemer indien deze aantoont dat de omstandigheden waardoor de dekking ontbreekt, anders dan die als vermeld in artikel 11.2 (atoomkernreactie) en 11.8 (molest) van de van toepassing zijnde Algemene Voorwaarden, zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
10.3 Eigen risico
Voor schade die op grond van de rubriek Aansprakelijkheid wordt uitgekeerd is geen eigen risico van kracht, tenzij dit specifiek op het polisblad is vermeld. In die gevallen zal aan de schadelijdende partij een volledige schadevergoeding plaatsvinden en dient verzekeringnemer op eerste verzoek het eigen risico aan de maatschappij to voldoen.
Het op het polisblad vermelde eigen risico wordt vermeerderd met € 250,- indien de bestuurder op het moment van de gebeurtenis nog geen 24 jaar oud is. Dit extra eigen risico geldt echter niet indien de premie al is gebaseerd op een bestuurder jonger dan 24 jaar, of het risico van een jongere bestuurder is specifiek opgegeven en tegen een premietoeslag meeverzekerd.
Deze rubrieken zijn alleen van toepassing als uit de polls blijkt dat deze is/zijn meeverzekerd.
Artikel 11 Verzekerden
Als verzekerde geldt de verzekeringnemer of de erven van verzekeringnemer indien en voor zover de aan hen nagelaten belangen in het geding zijn.
Artikel 12 Omvang van de dekking
12.1 Schade aan het motorrijtuig en accessoires
Als maximum verzekerd bedrag voor het motorrijtuig geldt de waarde die ten behoeve van de rubrieken Diefstal of Diefstal en Aanrijding is vermeld op het polisblad. Het verzekerde bedrag wordt bepaald op basis van de door de fabrikant, importeur of dealer vastgestelde catalogusprijs voor de standaarduitvoering, vermeerderd met de nieuwwaarde van de accessoires, toevoegingen en veranderingen, voor zover deze de standaarduitvoering hebben gewijzigd.
12.2 Verzekerde accessoires
De aan het motorrijtuig bevestigde accessoires, toevoegingen en veranderingen, voor zover deze naar aard en omvang gebruikelijk zijn, met uitzondering van beeld- en geluidsapparatuur.
Deze accessoires, alsmede de in of aan het motorrijtuig gemonteerde diefstalpreventieve middelen, zijn verzekerd voor zover het op het polisblad vermelde verzekerde bedrag toereikend is.
12.3 Verzekerde beeld- en geluidsapparatuur
De tot de standaarduitvoering behorende apparatuur, alsmede extra toegevoegde telecommunicatie- of audio(visuele-) apparatuur, met uitzondering van portable apparatuur, voor zover het verzekerde bedrag toereikend is, echter tot een maximum van € 500,- per gebeurtenis.
12.4 Verzekerde belettering en/of beschildering
De op het motorrijtuig aangebrachte belettering en/of beschildering wordt ook als verzekerde accessoire aangemerkt, echter tot een maximum van € 500,- per gebeurtenis, tenzij aanspraak kan worden gemaakt op vergoeding van het meerdere omdat daarmee rekening is gehouden in het verzekerde bedrag.
12.5 Gedekte gebeurtenissen
Op het polisblad is vermeld of alleen de rubriek Diefstal of Diefstal en Aanrijding van toepassing is.
a. Diefstal
Bij dekking op basis van deze rubriek gelden als gedekte gebeurtenissen:
1. diefstal van het motorrijtuig of onderdelen daarvan, verduistering, inbraak, joyriding, of een poging daartoe door anderen dan verzekerde zelf, alsmede beschadiging die is ontstaan gedurende de tijd dat het motorrijtuig als gevolg van een van deze gebeurtenissen aan de macht van de verzekerde was onttrokken, alsmede;
2. brand, explosie, kortsluiting, zelfontbranding en blikseminslag;
3. storm, met een snelheid van tenminste 14 meter per seconde (windkracht 7) en door die storm vallende voorwerpen;
4. overstroming, lawine, aardverschuiving of andere natuurramp;
5. inslag van hagelstenen op de carrosserie;
6. breuk van een of meer ruiten inclusief lakschade door scherven van de ruit(en) indien het een brommobiel of invalidenwagen betreft;
7. botsing met vogels, loslopende dieren of overstekend wild voor zover de schade direct door die botsing aan het motorrijtuig is toegebracht;
8. relletjes of opstootjes;
10. een van buiten komend onheil tijdens vervoer door een professionele vervoerder, alsmede schade ontstaan tijdens takelen en slepen, met uitzondering van krassen en schrammen.
b. Aanrijding
Bij dekking op basis van de rubrieken Diefstal en Aanrijding gelden als gedekte gebeurtenissen:
1. Alle onder de rubriek Diefstal omschreven gebeurtenissen, alsmede:
2. botsen, slippen, omslaan, van de weg of to water geraken, ook als dit het gevolg is van de aard of een gebrek van het motorrijtuig zelf;
3. elk ander plotseling van buiten komend onheil.
Artikel 13 Uitsluitingen en eigen risico
13.1 Uitsluitingen
a. Algemene uitsluitingen
De verzekering geeft geen recht op vergoeding indien op de gebeurtenis een van de uitsluitingen als vermeld in het onderdeel Algemeen (artikel 3) van toepassing is. De maatschappij zal echter geen beroep doen op de in artikel 3 onder 1 tot en met 5 vermelde uitsluitingen als verzekerde kan aantonen dat de daarin omschreven
omstandigheden zich buiten zijn weten of tegen zijn wil hebben voorgedaan en hem daarvoor in redelijkheid geen verwijt treft.
b. Onvoldoende zorg
Naast de uitsluitingen als vermeld in het onderdeel Algemeen artikel 3 is van de verzekering uitgesloten schade als gevolg van diefstal, joyriding of verduistering indien de verzekerde niet de normale voorzichtigheid in acht heeft genomen ter voorkoming daarvan. Hiervan is onder meer sprake indien verzekerde:
• het motorrijtuig onbeheerd met de sleutels of autorisatiekey daarin heeft achtergelaten;
• de brom- of snorfiets onbeheerd heeft achtergelaten zonder dat het voertuig tegen diefstal was beveiligd door middel van zowel het standaard (stuur)slot als een ART-goedgekeurd slot van tenminste de categorie 3-sterren;
• het motorrijtuig, met uitzondering van brommobielen, tussen 21.00 uur en 6.00 uur niet heeft gestald in een met deugdelijk hang- en sluitwerk afgesloten pand;
• niet aannemelijk kan maken dat de sleutels zorgvuldig zijn bewaard (onzorgvuldig bewaren is bijvoorbeeld het achterlaten van de sleutel(s) in kleding in een garderobe of kleedlokaal).
c. Originele sleutels
De verzekering geeft geen dekking voor volledige diefstal van het verzekerde motorrijtuig wanneer wij niet alle originele sleutels van het verzekerde motorrijtuig en het slot ontvangen. Hiervan dient minimaal 1 sleutel gebruikssporen te vertonen. Het risico van verzending van de sleutels naar ons is voor verzekeringnemer.
d. Diefstal/vermissing motorrijtuigsleutels of autorisatiekey
De verzekering geeft geen recht op vergoeding wegens diefstal van het verzekerde motorrijtuig indien verzekerde, nadat hem bekend was geworden dat de motorrijtuigsleutels of autorisatiekey waren gestolen of vermist, geen adequate maatregelen heeft getroffen om diefstal van het motorrijtuig met de gestolen of vermiste sleutels of autorisatiekey te voorkomen.
Onder motorrijtuigsleutels of autorisatiekey dienen in dit verband te worden verstaan alle mechanische- en/of elektronische middelen met behulp waarvan de motor van het motorrijtuig kan worden gestart.
e. Gebreken, slijtage en banden
De verzekering geeft geen dekking voor gebreken aan of slijtage van het motorrijtuig of onderdelen daarvan. Ook schade aan uitsluitend de banden is niet verzekerd.
f. Bedrijfsschade, onvoldoende onderhoud en waardevermindering
De verzekering geeft geen dekking voor schade als gevolg van het niet kunnen gebruiken van het motorrijtuig, onvoldoende onderhoud of waardevermindering na herstel van de schade.
De verzekering geeft geen dekking voor schade als gevolg van inbeslagname van het motorrijtuig door de overheid.
13.2 Eigen risico
Op de volgens artikel 14 vastgestelde vergoeding wordt per gebeurtenis een eigen risico in mindering gebracht zoals op het polisblad is vermeld.
In afwijking daarvan geldt het volgende:
• er is geen eigen risico van toepassing indien het een uitkering o.b.v. totaal verlies betreft en het verzekerde motorrijtuig was op de schadedatum nog geen 12 maanden oud; of,
• er is geen eigen risico indien het reparatie van de ruit(en) van een brommobiel of invalidenvoertuig betreft; of,
• als er is sprake van ruitvervanging van een brommobiel of invalidenvoertuig geldt een eigen risico van € 150,- per gebeurtenis.
Artikel14 Schade
14.1 Onderzoek schade
De verzekerde is gehouden de maatschappij in de gelegenheid to stellen een schade te onderzoeken.
14.2 Inschakeling deskundige
Voor het vaststellen van de schadevergoeding kan de maatschappij een of meer deskundigen benoemen. Bij schade aan of verlies van het motorrijtuig wordt de omvang van de schade vastgesteld:
a. hetzij in onderling overleg;
b. hetzij door een door de maatschappij benoemde deskundige.
De verzekeringnemer heeft, in geval van geschil met de door de maatschappij aangewezen deskundige, het recht eveneens een deskundige te benoemen ter vaststelling van de schade als hiervoor vermeld. Indien beide deskundigen ten aanzien van het schadebedrag niet tot overeenstemming kunnen komen, benoemen zij een derde deskundige.
Deze stelt, na de beide eerdergenoemde deskundigen to hebben gehoord, door middel van een bindend advies binnen de grenzen van de beide schadebedragen het schadebedrag vast.
Het salaris en de kosten van alle deskundigen komen ten laste van de maatschappij. Het salaris en de kosten van de door de verzekeringnemer benoemde deskundige worden evenwel vergoed voor zover zij het salaris en de kosten van de door de maatschappij benoemde deskundige niet te boven gaan.
14.3 Politie-aangifte, diefstalregistratie en wachttermijn
a. Verplichte politie-aangifte
Verzekerde is verplicht direct aangifte to doen bij de politie in geval van:
• schade door een misdrijf zoals vermeld in artikel 7.1.d van de Algemene Voorwaarden;
• schade die het gevolg is van joyriding;
• schade veroorzaakt door een onbekende dader (o.a. parkeerschade);
• schade veroorzaakt door een tegenpartij die is doorgereden na het ongeval.
b. Diefstalregistratie
Verzekeringnemer verklaart zich bij vermissing van het motorrijtuig akkoord met het aanmelden van de voertuiggegevens aan de Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit (VbV), zodat door de overheid erkende particuliere organisaties door de maatschappij ingeschakeld kunnen worden voor het terugvinden en terugbezorgen van het motorrijtuig.
Verzekerde kan ook zelf rechtstreeks de vermissing van het motorrijtuig doorgeven aan de VbV (071 - 364 17 77), dat 24-uur per dag bereikbaar is. Hiermee vervalt de verplichting tot het doen van aangifte bij de politie.
c. Wachttermijn na diefstal
Het recht op schadevergoeding ontstaat nadat een termijn van 30 dagen is verstreken zonder dat het motorrijtuig is teruggevonden, en nadat de verzekerde op verzoek van de maatschappij de eigendom van de ontvreemde, verzekerde zaken aan haar heeft overgedragen.
14.4 Overdracht van eigendomsrechten
In geval van totaal verlies van het motorrijtuig in technische of economische zin behoudt de maatschappij zich het recht voor om de restanten, voor het bepalen van de restwaarde en afvoer of vernietiging daarvan, over to dragen aan een door haar aan to wijzen partij. De betaling van de vastgestelde schadevergoeding zal pas plaatsvinden nadat alle delen van het kentekenbewijs of het eigendomsbewijs, alsmede de akte van eigendomsoverdracht door de maatschappij zijn ontvangen.
14.5 Schadevaststelling
Bij het vaststellen van de schade gelden de volgende bepalingen:
a. Algemeen
De maatschappij vergoedt
1. in geval van beschadiging: de reparatiekosten voor zover deze niet meer bedragen dan de waarde van het motorrijtuig op het moment van de gebeurtenis verminderd met de waarde van de restanten;
2. in geval van totaal verlies, waaronder ook verlies door diefstal en verduistering: de waarde op het moment van de gebeurtenis verminderd met de waarde van de restanten.
De vergoeding zal niet meer bedragen dan het verzekerde bedrag dat op het polisblad is vermeld, tenzij er sprake is van een extra vergoeding zoals vermeld in artikel 14.6 of toepassing van de nieuwwaarderegeling tot overschrijding daarvan leidt.
De vergoeding is exciusief BTW indien de premie voor dit onderdeel van de verzekering is berekend op basis van het exciusief BTW opgegeven verzekerde bedrag en/of de eigenaar van het motorrijtuig recht heeft op vooraftrek BTW.
b. Nieuwwaarderegeling
De schadevaststelling heeft plaats op basis van nieuwwaarde indien het motorrijtuig;
• een aan verzekeringnemer in eigendom toebehorend motorrijtuig is; en
• het motorrijtuig nieuw was op de datum van aanschaf door verzekeringnemer; en
• niet wordt gebruikt voor bezorg- of koeriersdiensten, lease-, verhuur-, taxi-, of lesdoeleinden; en
• uitsluitend bestemd en ingericht is voor niet-bedrijfsmatig vervoer van personen; en
• als gedekte rubrieken Diefstal en Aanrijding van toepassing zijn; en
• de gebeurtenis plaats vindt binnen 12 maanden na de datum van aanschaf.
Toepassing van de nieuwwaarderegeling betekent dat als waarde de nieuwwaarde van het motorrijtuig op het moment van de schadegebeurtenis, inclusief de gangbare afleveringskosten en de eventuele kosten van afgifte van het kentekenbewijs op het moment van de gebeurtenis wordt aangemerkt.
Wanneer aan de hiervoor genoemde voorwaarden is voldaan, maar de schadegebeurtenis vindt plaats binnen een periode van 13 tot en met 36 maanden na datum aanschaf, dan zal de schadevaststelling plaatsvinden door het verzekerde bedrag to verminderen met 1,75% voor elke verstreken maand na de 12e maand. De schade uitkering op basis van deze nieuwwaarderegeling zal echter nooit lager zijn dan de uitkering op basis van dagwaarde.
De nieuwwaarderegeling geldt niet voor het vervangende motorrijtuig als bedoeld in artikel 2.3.
14.6 Extra vergoedingen
Zo nodig boven het verzekerde bedrag vergoedt de maatschappij naar aanleiding van een gedekte gebeurtenis waarbij schade aan het verzekerde motorrijtuig is ontstaan:
a. Helm
Schade aan door de bestuurder en passagier(s) gedragen helm, tot maximaal € 150,- per persoon per gebeurtenis.
b. Sloten
Verlies of beschadiging van het losse ART slot tot maximaal € 150,- per gebeurtenis.
180524_2103_I_Spec_vw_ BF2015_Bromfietsverz
xxx.xx
Aon Nederland C.V. is geregistreerd bij de AFM onder nummer 12009529. Aon Nederland C.V. is statutair gevestigd in Rotterdam en bij de KvK geregistreerd onder nummer 24061634.