Concessie voor diensten 2024/04 – THE LOOP SNELLAADSTATION Het leveren, installeren, onderhouden en exploiteren van een snellaadstation voor elektrische voertuigen op The Loop Aanbestedende Overheid Grondbank The Loop NV – Voldersstraat 1 – 9000 Gent...
2024/04 – THE LOOP SNELLAADSTATION | |
Het leveren, installeren, onderhouden en exploiteren | |
van een snellaadstation voor elektrische voertuigen | |
op The Loop | |
Aanbestedende Overheid | |
Grondbank The Loop NV – Xxxxxxxxxxxxx 0 – 0000 Xxxx | |
T: x00 (0)0 000 00 00 | |
Uiterste datum en uur voor indiening van de offertes | |
Zoals vermeld in de uitnodiging tot indiening van offerte |
1. Administratieve bepalingen
1.1. Aanbestedende overheid
De aanbestedende overheid is:
Grondbank The Loop NV Xxxxxxxxxxxxx 0
0000 Xxxx
BTW BE 0867.399.734
De contactpersoon voor deze procedure is Xxx Xxxxxxxxxx (xxx.xxxxxxxxxx@xxxxxx.xx).
1.2. Toepasselijke wettelijke bepalingen
Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk:
- Wet van 17 juni 2016 betreffende de concessieovereenkomsten (hierna ‘Concessiewet’);
- Koninklijk besluit van 25 juni 2017 betreffende de plaatsing en de algemene uitvoeringsregels
van de concessieovereenkomsten (hierna ‘KB Plaatsing en Uitvoering Concessies’);
- Wet betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrach- ten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten en concessie (hierna ‘Wet Rechtsbescherming’).
Bovenstaande geldt uitsluitend voor wat betreft de artikels welke in onderhavig bestek van toepassing gemaakt worden.
1.3. Plaatsingsprocedure
Het voorwerp van de opdracht is een concessie voor diensten.
De concessie wordt toegewezen door middel van de organisatie van een onderhandelingsprocedure sui generis, die enige verwantschap vertoont met de onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking in de zin van de wetgeving overheidsopdrachten.
De geraamde waarde van de concessie wordt gevormd rekening houdend met de looptijd van onder- havige concessieovereenkomst van 10 jaar en de inkomsten uit de verkopen die deel uitmaken van de concessieovereenkomst.
Gezien de geraamde waarde van de concessie het door de Koning bepaalde drempelbedrag niet over- schrijdt, zijn de Concessiewet en het KB Plaatsing en Uitvoering Concessies niet van toepassing. Doch wordt met respect voor de gelijke mededinging en het beginsel van behoorlijk bestuur aan een trans- parante marktbevraging onderworpen.
Het gebruik van terminologie afkomstig uit de regelgeving overheidsopdrachten in deze leidraad is evenwel onvermijdelijk vanuit een gebruiksgemak en herkenbaarheid van begrippen, maar kan geen aanleiding geven tot een herkwalificatie tot “overheidsopdracht”.
Deze concessie valt tenslotte ook niet onder de handelshuurwetgeving.
1.4. Voorwerp van de concessie
Grondbank The Loop NV (hierna afgekort GBTL) heeft de ambitie om een snellaadstation voor elektri- sche (personen-)wagens te voorzien binnen het projectontwikkelingsgebied The Loop. De concessie heeft als voorwerp het leveren, installeren, onderhouden en exploiteren van een publiek toegankelijk snellaadstation voor maximaal 10 elektrische voertuigen op The Loop.
GBTL waakt er dan ook over dat de exploitatie van de betrokken infrastructuur gebeurt door een ge- motiveerde concessiehouder met een duidelijke en aantrekkelijke uitbatingsvisie.
Het snellaadstation wordt op grond van GBTL gerealiseerd en is toegankelijk voor iedere elektrische bestuurder van een (personen-)wagen. De locatie betreft de site van de huidige P+R op veld 11, gele- gen ten oosten van de Pégoudlaan en bereikbaar vanaf de Hélène Dutrieulaan. Het is de bedoeling dat het station wordt gerealiseerd op een geconverteerd gedeelte van de P+R, waarbij de bestaande ver- harding zoveel als mogelijk wordt hergebruikt. De P+R en het snellaadstation zullen dezelfde op- en uitrit van en naar de Hélène Dutrieulaan delen.
De concessiehouder staat in voor alle prestaties en operaties die nodig zijn voor de realisatie van het snellaadstation, waarbij het weliswaar de bedoeling is om zo weinig mogelijk extra verharding te voor- zien op het terrein. Hij staat verder in voor de coördinatie en de planning van alle prestaties en opera- ties, met inbegrip van de coördinatie en de planning van de installatie en inbedrijfstelling van de laad- infrastructuur en voor de samenwerking met de bevoegde overheidsinstanties.
De concessiehouder draagt alle risico's en kosten (van welke aard ook, inclusief heffingen, belastingen en bijdragen) die verband houden met het verkrijgen van de vergunningen en met alle andere stappen die nodig zijn voor de inbedrijfstelling.
De concessiehouder staat in voor het periodiek en preventief technisch onderhoud van de laadinfra- structuur en de schoonmaak ervan met het oog op hun netheid, volledigheid en operationaliteit en voor het herstellend onderhoud, m.a.w. de reparatie van de laadinfrastructuur zodat ze altijd beschik- baar is en de laaddienst mogelijk maakt.
De aanbestedende overheid ontvangt een jaarlijkse vergoeding van de concessiehouder volgens de offerte van de gekozen inschrijver.
Na afloop van de concessie dient de installatie te worden verwijderd en dient de locatie terug in oor- spronkelijke staat te worden hersteld.
De concessieovereenkomst wordt met de concessiehouder gesloten voor een exploitatietermijn van 10 (tien) jaar, te rekenen vanaf het vroegste van volgende twee momenten:
- De eerste indienstname van het laadstation (dat al dan niet gefaseerd kan worden aangelegd)
- 12 maanden na het sluiten van de concessieovereenkomst
De aanbestedende overheid kan, zonder hier evenwel toe verplicht te zijn, beslissen om de exploita- tietermijn te verlengen (doch tot een uiterlijke maximumtermijn van 15 jaar, te rekenen vanaf de start van de exploitatietermijn). De concessiehouder zal ten laatste 2 jaar voor het verstrijken van de exploi- tatietermijn (dus ten laatste na een exploitatietermijn van 8 jaar) schriftelijk van deze mogelijkheid op de hoogte gebracht worden. Bij een verlenging zal hoe dan ook de aan de aanbestedende overheid te betalen jaarlijkse vergoeding doorlopend van toepassing blijven.
1.6. Beëindiging van de concessie
1.6.1. Ontbindende voorwaarde
De concessieovereenkomst wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde van het niet verkrijgen van de nodige vergunningen, toelatingen… voor het oprichten van een snellaadstation op de aange- duide locatie binnen een termijn van 2 jaar na afsluiten van de concessieovereenkomst.
1.6.2. Uitdrukkelijk ontbindend beding
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor de concessie te ontbinden indien het laad- station binnen 3 jaar na afsluiten van de concessieovereenkomst niet in dienst wordt gesteld (al dan niet gefaseerd). De aanbestedende overheid moet, om van dit recht gebruik te maken, de concessie- houder voorafgaandelijk via aangetekende zending in gebreke stellen.
1.6.3. Beëindiging door verstrijken duurtijd
1.6.4. Voortijdige beëindiging
Door opzegging
De concessiehouder kan de concessie beëindigen zonder opzeggingsvergoeding verschuldigd te zijn aan de aanbestedende overheid, mits in een opzegging van minstens 6 maanden voorzien wordt.
Dergelijke opzegging dient te gebeuren bij aangetekende zending. De opzegtermijn gaat in op de eer- ste van de maand volgend op deze waarin de opzegging gedaan wordt.
Bij overmacht
Overmacht is een situatie die niet te voorzien was op ogenblik van aangaan van de overeenkomst en die de uitvoering van de concessie onmogelijk maakt.
In geval van overmacht kan de concessiehouder een einde maken aan de concessie, zonder dat er enig recht op vergoeding ontstaat, noch voor de concessiehouder noch voor de aanbestedende overheid.
Indien de concessiehouder zich op beëindiging wegens overmacht wenst te beroepen, dient hij de aanbestedende overheid daarvan per aangetekende zending op de hoogte te brengen. De concessie- houder moet het bestaan van overmacht en de daardoor ontstane onmogelijkheid de concessie uit te voeren, bewijzen.
1.7. Fouten en leemten
Indien een (kandidaat-)inschrijver en/of geïnteresseerde onderneming in de opdrachtdocumenten fouten of leemten vaststelt, zelfs indien deze fouten of leemten de betrokkene zouden toelaten of niet zouden beletten een offerte in te dienen, geeft hij daarvan onverwijld schriftelijk kennis aan de aan- bestedende overheid, uiterlijk tien dagen vóór de uiterste datum voor het indienen van de offertes. In voorkomend geval zal de aanbestedende overheid oordelen of het wegens de belangrijkheid van de gesignaleerde fout en/of leemte verantwoord is de opening van de offertes te verdagen en een recht- zetting te publiceren.
Alle terechtwijzende berichten, uitgaande van de aanbestedende overheid en gepubliceerd, maken integraal deel uit van de concessiedocumenten en de inschrijver wordt geacht hiermee rekening te hebben gehouden. Wanneer een rechtzettingsbericht wordt gepubliceerd in de laatste zes dagen vóór de uiterste datum van ontvangst van de offerte wordt, de voormelde datum verdaagd met minstens zes dagen.
1.8. Vertrouwelijkheid
Door aan deze procedure deel te nemen verbinden de inschrijvers zich ertoe alle informatie die zij van de aanbestedende overheid ontvangen en alle informatie die zij aan de aanbestedende overheid ver- strekken dan wel in het kader van de procedure (zullen) vervaardigen, geheim te houden en niet aan derden mee te delen, op welke wijze ook.
1.9. Plaatsbezoek
De locatie is vrij toegankelijk, iedereen kan op eigen initiatief het terrein bezoeken om de situatie ter plaatse zelf correct in te schatten. De inschrijver dient bij zijn offerte de bevestiging toe te voegen dat hij/zij d.m.v. een plaatsbezoek kennis heeft genomen van de context van het terrein en de huidige staat, alsook de actuele bereikbaarheids- en toegankelijkheidsmogelijkheden.
1.10. Communicatie
De communicatie en informatie-uitwisseling gebeurt tussen aanbestedende overheid en de (kandi- daat-) inschrijvers, in de loop van de procedure, met behulp van elektronische middelen.
1.11. Akkoordverklaring met de procedure
Door het indienen van een offerte aanvaarden de inschrijvers onvoorwaardelijk de wijze waarop de plaatsingsprocedure wordt georganiseerd en aanvaarden zij zelf door de bepalingen van de concessie- documenten gebonden te zijn.
1.12. Schorsing en stopzetting procedure
Het volgen van de procedure houdt geen verplichting in tot het gunnen of het sluiten van de concessie. GBTL kan zowel afzien van het gunnen of het sluiten van de concessie als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze.
GBTL behoudt zich het recht voor de procedure te allen tijde te schorsen.
Noch het stopzetten noch het schorsen van de procedure kan aanleiding geven tot schadevergoeding, in hoofde van de geïnteresseerden of inschrijvers, noch enig ander recht op het project. Tevens kan noch het stopzetten noch het schorsen van de procedure een precontractuele aansprakelijkheid te- weegbrengen.
1.13. Taal
De taal waarin deze procedure wordt gevoerd, is het Nederlands. Tenzij de aanbestedende overheid het anders aangeeft, moeten alle stukken die de inschrijvers indienen, in het Nederlands opgesteld zijn.
1.14. Anti-discriminatiewetgeving
De aanbestedende overheid ziet er op toe dat deze opdracht wordt uitgevoerd met inachtneming van de anti-discriminatiewetgeving.
De inschrijver:
- duldt geen enkele vorm van discriminatie op grond van geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burger- lijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, hui- dige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of soci- ale afkomst.
- verbindt er zich toe toegankelijk te zijn voor iedereen.
- verbindt zich ertoe elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en bestraffen.
- leeft de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na.
- verbindt er zich toe onderhavige code eveneens ter kennis te brengen aan zijn onderaan- nemers en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in de uitvoering van deze opdracht van werken.
2. Verloop van de procedure
2.1. Verloop
De procedure zal als volgt verlopen:
- Vervolgens worden de offertes van de inschrijvers die zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden en aan de gestelde selectiecriteria voldoen, geëvalueerd in functie van de minimale eisen (zie 3.2) en gestelde gunningscriteria (zie 2.5). Op basis van deze evaluatie wordt beslist om hetzij te gunnen op basis van de initiële offertes, hetzij de onderhandelingen op te starten.
o In de eerste hypothese worden de initiële offertes als definitieve offertes beschouwd.
o In de tweede hypothese zal de aanbestedende overheid onderhandelen met één of meerdere inschrijvers. In het kader van de onderhandelingen kunnen één of meerdere inschrijvers worden uitgenodigd om één of opeenvolgende aangepaste offertes in te dienen. Deze gelden dan als definitieve offertes.
- Op basis van de evaluatie van de definitieve offertes wordt een gunningsbeslissing opgemaakt. Na goedkeuring van deze beslissing worden alle inschrijvers op de hoogte gebracht van de gunning respectievelijke niet-gunning, met inbegrip van de nodige motivering.
- Hierna kan worden overgegaan tot ondertekening van de concessieovereenkomst, waarmee de concessie wordt gesloten.
De inschrijver wordt er op gewezen dat in geen enkele fase van de procedure een vergoeding voor deelname wordt voorzien.
2.2. Indicatieve timing
T0 bekendmaking van de concessieleidraad T0 + 2 maanden uiterste datum indienen offertes
T0 + 4 maanden bekendmaking gunningsbeslissing (desgevallend na onderhandeling) en toewijzing concessie
2.3. Uitsluitingsgronden
Door het indienen van een offerte verklaart de inschrijver op erewoord dat hij zich niet bevindt in één van de uitsluitingsgevallen zoals beschreven in art. 50 en art. 51 van de Concessiewet.
De inschrijver bezorgt een attest teneinde aan te tonen dat hij zich niet in toestand van uitsluiting bevindt, overeenkomstig art. 50 van de Concessiewet en art. 31 van het KB Plaatsing en Uitvoering Concessies:
- een uittreksel uit het strafregister (of een evenwaardig document uitgereikt door een gerech- telijke of overheidsinstantie van het land van oorsprong of herkomst) niet ouder dan 6 maand op de uiterste datum van indiening van de offertes, waaruit de professionele integriteit blijkt van de inschrijver (zowel voor eenmanszaken als voor rechtspersonen).
De aanbestedende overheid zal controleren of de inschrijver zich niet in een toestand van uitsluiting bevindt door het digitaal opvragen van het attest inzake de sociale zekerheidsbijdragen en fiscale ver- plichtingen.
De aanbestedende overheid kan in elk stadium van de plaatsingsprocedure de inschrijver van deel- name aan de procedure uitsluiten indien hij zich in één van uitsluitingsgevallen bevindt zoals beschre- ven in art. 52 van de Concessiewet.
Met die reden en conform art. 44 van het KB Plaatsing en Uitvoering Concessies zal de aanbestedende overheid in elk geval het attest m.b.t. niet-faling digitaal opvragen voor de gunningsbeslissing.
Buitenlandse inschrijvers die zelf, of hun personeel, niet onderworpen zijn aan de Belgische regelge- ving, dienen bij hun offerte te nodige bewijsstukken voor te leggen waaruit blijkt dat ze zich niet in een toestand van uitsluiting bevinden:
- een attest waaruit blijkt dat de inschrijver zich niet in staat van faillissement, liquidatie, ge- rechtelijk akkoord of een soortgelijke toestand bevindt;
- een attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan zijn fiscale verplichtingen over- eenkomstig de wettelijke bepalingen van het land waar hij gevestigd is;
- een attest waaruit blijkt dat de inschrijver voldaan heeft aan de vereisten inzake betaling van de sociale zekerheidsbijdragen.
Teneinde zijn betrouwbaarheid en geschiktheid aan te tonen, dient de inschrijver bij zijn offerte de hierna vermelde bewijsmiddelen te voegen.
2.4.1. Selectiecriterium 1: financiële en economische draagkracht
De financieel-economische draagkracht van de inschrijver wordt bewezen aan de hand van een pas- sende bankverklaring. De kandidaat voegt een gedateerde en ingevulde verklaring toe van zijn finan- ciële instelling nopens zijn kredietwaardigheid. Deze verklaring mag maximaal 3 maanden oud zijn.
Daarnaast leggen de inschrijvers hun jaarrekeningen van de laatste drie jaar voor, alsook alle andere gepaste stukken waaruit moet blijken dat de inschrijver voldoende financiële draagkracht heeft om een contract vergelijkbaar met onderhavige opdracht te realiseren zonder dat zich een financieel risico voor de aanbestedende overheid voordoet. De financiële analyse van de jaarrekening zal gebeuren aan de hand van de horizontale en verticale analyse; de vermogensstroomanalyse en de ratio-analyse.
De aanbestedende overheid beschikt over de mogelijkheid om bijkomende gegevens en informatie op te vragen, zonder hiertoe verplicht te zijn. Bij ontbrekende gegevens of onduidelijkheid over de finan- ciële toestand kan de aanbestedende overheid dus even goed meteen de kandidatuur afwijzen.
2.4.2. Selectiecriterium 2: ervaring en deskundigheid
De inschrijver zal aantonen dat hij relevante ervaring heeft en over een bijzondere deskundigheid be- schikt die relevant is voor onderhavige opdracht.
De inschrijver dient aan te tonen dat de volgende competenties aanwezig zijn:
- Het installeren en aansluiten van snellaadinfrastructuur
De inschrijver heeft aantoonbare ervaring met het installeren en aansluiten van minimaal 5 locaties met snellaadinfrastructuur van minimaal 300 kW per laadpunt.
- Beheer, (preventief) onderhoud en storingsafhandeling aan snellaadinfrastructuur
De inschrijver heeft aantoonbare ervaring met onderhoud van ten minste 5 locaties van snel- laadinfrastructuur, inclusief het uitvoeren van een storings- of permanentiedienst.
- Verzorging van hosting van snellaadinfrastructuur
De inschrijver heeft aantoonbare ervaring met het verzorgen van de hosting voor snelladers, waarbij betaling door middel van een publiek toegankelijke en gangbare tankpas/laadpas voor elke gebruiker mogelijk wordt gemaakt. De referentie moet een duidelijke omschrijving van de hosting bevatten, die inzicht geeft in de wijze waarop de betaling door de gebruikers is geregeld. Het verzorgen van de hosting vraagt mogelijk ook een contractvorming met andere (markt)partijen die laadpassen (betaalmiddel) uitgeven waar alle gebruikers van gebruik kun- nen maken. Het aantonen van deze competentie kan daarom ook door het voorleggen van een lopend contract waaruit blijkt dat de inschrijver is aangesloten bij een samenwerkingsver- band van laadpasaanbieders.
Voor elk van deze 5 gevraagde locaties dient de inschrijver volgende gegevens te verstrekken:
- adres van de exploitatie;
- periode van exploitatie;
- identiteit van de concessiegever of aanbestedende overheid met aanduiding van een contact- persoon;
- attest van tevredenheid van de concessiegever of aanbestedende overheid;
- omschrijving van de wijze waarop voldaan is aan de drie gevraagde competenties;
- foto’s of beeldvorming van de exploitatie.
Minimaal drie van deze gekozen referentieprojecten moeten hetzij volledig, hetzij gedeeltelijk, uitge- voerd zijn gedurende de laatste 3 jaar, te rekenen vanaf de indieningsdatum van de offerte.
De aanbestedende overheid behoudt zich het recht voor bij de opgegeven lijst van referenties navraag te doen omtrent de kwaliteit van de geleverde diensten.
De concessie zal na evaluatie van de offertes worden toegewezen aan de inschrijver met de econo- misch meest voordelige regelmatige offerte, voor zover deze inschrijver geselecteerd werd volgens bovenstaande selectiecriteria en voor zover dus blijkt dat zijn verklaring op erewoord m.b.t. de uitslui- tingsgronden overeenkomt met de werkelijkheid.
De offertes zullen worden beoordeeld aan de hand van onderstaande gunningscriteria en de daarbij horende weging.
- Technisch voorstel (20 punten)
- Duurzaamheidsvoorstel (20 punten)
- Commercieel voorstel (20 punten)
- Financieel voorstel (40 punten)
2.5.1. Gunningscriterium 1: technisch voorstel (20 punten)
In dit criterium worden de ruimtelijke inplanting, de architecturale en architectonische kwaliteiten en de duurzaamheid beoordeeld. Deze beoordeling zal gebeuren op basis van een visienota (maximaal 10 bladzijden) en de aangeleverde plannen alsook eventueel aangeleverde schetsen, modellen en figuren. Bij de beoordeling van dit criterium worden volgende aspecten getoetst:
Ruimtelijke inplanting en architecturaal ontwerp
- Algemeen ontwerp laadstation
- Integratie in de bestaande P+R-infrastructuur
o Hergebruik bestaande verharding
o Ruimtezuinigheid (compactheid van de inrichting)
o Xxxxx xxx xxxxxxxxxx P+R-plaatsen
o In- en uitrit en circulatie op de site
- Integratie in de directe omgeving
- Herkenbaarheid van de site
- Zichtbaarheid vanaf de aanpalende weg
- Technische uitrusting laadinfrastructuur:
o De fysieke eigenschappen van de laadinfrastructuur
o De robuustheid en vormgeving van de voorgestelde producten
o De mogelijke modulariteit van de aangeboden oplossing
o Aanpassing laadinfrastructuur aan technologische vooruitgang
o Kabel management aan de laadpaal
- Functioneel ontwerp laadstation:
o Duidelijke signalisatie en grondmarkering
o Ingrepen tot vermijden van onrechtmatig gebruik als parkeerplaatsen
o Toegankelijkheid voor mindervaliden
- Kiosk
- Schaalbaarheid van het ontwerp
o Mogelijkheid tot uitbreiding van het aantal laadplaatsen (tot maximaal 10)
2.5.2. Gunningscriterium 2: duurzaamheidsvoorstel (20 punten)
In dit criterium worden aspecten rond milieu en duurzaamheid beoordeeld. Deze beoordeling zal ge- beuren op basis van een visienota (maximaal 4 bladzijden). Bij de beoordeling van dit criterium worden volgende aspecten getoetst:
Milieu en duurzaamheid
- Opwekking hernieuwbare energie op de site
- Gebruikte materialen
- Gebruikte verlichting en sturing
2.5.3. Gunningscriterium 3: commercieel voorstel (20 punten)
Dit criterium zal beoordeeld worden op basis van een duidelijke beschrijving (maximaal 10 bladzijden) van de organisatie en (kwaliteits-)processen die gevolgd zullen worden. Bij de beoordeling van dit cri- terium worden volgende aspecten getoetst:
Dienstverlening aan de e-rijder (10 punten)
- Communicatie
o Algemene communicatie zoals instructies naar gebruik van de laadpaal
o Communicatie van gebruiksgegevens op de laadpaal zoals laadsnelheid, prijs e.d.
o Real time verbruiksgegevens tijdens laadsessie zoals kostprijs, batterijpercentage
- Betaalmogelijkheden
- Transparantie van de laaddienstprijs
Beheer en opvolging (10 punten)
- Uptime:
o Beschikbaarheid van het laadstation
o Beschikbaarheid van het laadnetwerk
- Defecten:
o Procesflow bij melding van defecten
o Beschikbaarheid helpdesk
o Reparatiesnelheid
o Reparatiemodaliteiten (op afstand, "on site")
o Beschikbaarheidstermijn reparatiedienst
- Rapportering aan aanbestedende overheid
- Onderhoud
o Plan van aanpak voor het onderhoud van de infrastructuur op de projectsite
2.5.4. Gunningscriterium 4: financieel voorstel (40 punten)
Dit criterium wordt beoordeeld op basis van de ingeschreven vergoedingen (maximaal 4 bladzijden).
Basisvergoeding (15 punten)
De inschrijver doet een voorstel van basisconcessievergoeding, uitgedrukt in een bedrag in euro per jaar. De basisconcessievergoeding wordt jaarlijks betaald vanaf de start van de exploitatietermijn.
De inschrijver met de hoogste basisvergoeding ontvangt het maximum van de te behalen punten. De overige inschrijvers ontvangen een score naar rato van het geboden jaarlijkse bedrag aan de hand van de volgende formule:
𝑠𝑐𝑜𝑟𝑒 = 5 𝑥
𝑎𝑎𝑛𝑔𝑒𝑏𝑜𝑑𝑒𝑛 𝑏𝑎𝑠𝑖𝑠𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
ℎ𝑜𝑜𝑔𝑠𝑡 𝑖𝑛𝑔𝑒𝑑𝑖𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑏𝑎𝑠𝑖𝑠𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
Aanvullende vergoeding (10 punten)
De inschrijver doet een voorstel van een aanvullende vergoeding door middel van een variabele ver- goeding als bedrag per verkochte kWh.
De inschrijver met de hoogste aanvullende vergoeding ontvangt het maximum van de te behalen pun- ten. De overige inschrijvers ontvangen een score naar rato van het geboden jaarlijkse bedrag aan de hand van de volgende formule:
𝑠𝑐𝑜𝑟𝑒 = 5 𝑥
𝑎𝑎𝑛𝑔𝑒𝑏𝑜𝑑𝑒𝑛 𝑎𝑎𝑛𝑣𝑢𝑙𝑙𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
ℎ𝑜𝑜𝑔𝑠𝑡 𝑖𝑛𝑔𝑒𝑑𝑖𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑎𝑎𝑛𝑣𝑢𝑙𝑙𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
Opzeggingsvergoeding (15 punten)
De opzeggingsvergoeding wordt uitgedrukt in een bedrag per jaar dat de exploitatietermijn van de concessie wordt ingekort. De inschrijver dient bijkomend een berekening toe te voegen die de grootte van het aangeboden bedrag motiveert.
De inschrijver met de laagste opzeggingsvergoeding ontvangt het maximum van de te behalen punten. De overige inschrijvers ontvangen een score naar rato van het geboden jaarlijkse bedrag aan de hand van de volgende formule:
𝑠𝑐𝑜𝑟𝑒 = 5 𝑥
𝑙𝑎𝑎𝑔𝑠𝑡 𝑖𝑛𝑔𝑒𝑑𝑖𝑒𝑛𝑑𝑒 𝑜𝑝𝑧𝑒𝑔𝑔𝑖𝑛𝑔𝑠𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
𝑎𝑎𝑛𝑔𝑒𝑏𝑜𝑑𝑒𝑛 𝑜𝑝𝑧𝑒𝑔𝑔𝑖𝑛𝑔𝑠𝑣𝑒𝑟𝑔𝑜𝑒𝑑𝑖𝑛𝑔
2.6. Indiening offerte
2.6.1. Vorm en inhoud van de initiële offerte
De offerte bevat alle in onderhavige leidraad opgesomde documenten. De aandacht wordt erop ge- vestigd dat de offerte wordt ingediend met het bijhorend offerteformulier (zie model in bijlage 1).
Hierna volgt een niet-limitatief overzicht van alle documenten die, naast het offerteformulier, bij de offerte gevoegd worden. Inschrijvers dragen zelf de verantwoordelijkheid voor het indienen van een volledige en tijdige (en derhalve regelmatige) offerte.
A. Offerteformulier
Behoorlijk ondertekend en ingevuld offerteformulier zoals opgenomen in bijlage 1 van deze leidraad, vergezeld van de bewijsstukken inzake ondertekeningsbevoegdheid.
B. Noodzakelijke documenten inzake het selectiecriterium 1: ‘financiële en economische draagkracht’
Gedateerde en ingevulde verklaring van de financiële instelling nopens de kredietwaardigheid van de inschrijver. De jaarrekeningen van de laatste drie jaar, alsook alle andere gepaste stukken waaruit moet blijken dat de inschrij- ver voldoende financiële draagkracht heeft om een contract vergelijkbaar met onderhavige opdracht te realiseren.
C. Noodzakelijke documenten inzake het selectiecriterium 2: ‘ervaring en deskundigheid’
Max. 3 referentieprojecten, waarin duidelijk omschreven wordt wat de ervaring en deskundigheid van de inschrijver is m.b.t. 1/ het installeren en aansluiten van snellaadinfrastructuur, 2/ het beheer, (preventief) onderhoud en sto- ringsafhandeling aan snellaadinfrastructuur en 3/ de verzorging van hosting van snellaadinfrastructuur.
D. Noodzakelijke documenten inzake het gunningscriterium 1: ‘technisch voorstel’
o Visienota (max. 10 bladzijden)
o Inplantingsplan
o Grondplan
o Gevelaanzicht(en)
o Andere schetsen, modellen en figuren die noodzakelijk geacht worden om het technisch voorstel te ver- duidelijken
E. Noodzakelijke documenten inzake het gunningscriterium 2: ‘duurzaamheidsvoorstel’
Beschrijving (max. 4 bladzijden) van de aspecten rond milieu en duurzaamheid die gevolgd zullen worden.
F. Noodzakelijke documenten inzake het gunningscriterium 3: ‘commercieel voorstel’
Beschrijving (max. 10 bladzijden) van de organisatie en (kwaliteits-)processen die gevolgd zullen worden.
G. Noodzakelijke documenten inzake het gunningscriterium 4: ‘financieel voorstel’
Beschrijving (max. 4 bladzijden) van de basisvergoeding, aanvullende vergoeding en opzeggingsvergoeding.
2.6.2. Uiterste tijdstip ontvangst offertes
De offertes dienen te worden ingediend vóór de datum en het uur zoals vermeld in de uitnodiging tot indiening van de offertes.
Laattijdige offertes worden niet aanvaard.
2.6.3. Wijze van indiening van de initiële en definitieve offertes
Offertes worden verplicht elektronisch ingediend via xxx.xxxxxxxxxxxxxxxx.xx, rekening houdend met de vereisten van 2.6.1.
Meer informatie over deze applicatie vindt u op de website xxx.xxxxxxxxxxxxxxxxx.xx of via de e- Procurement helpdesk op het nummer x00 (0)0 000 00 00.
De offertes worden opgemaakt in pdf. Er zijn geen beperkingen qua aantal, types of grootte van de documenten.
Het is niet toegestaan om:
- naast de elektronische indiening ook een papieren offerte in te dienen;
- om meer dan één elektronische offerte in te dienen.
De inschrijver is zelf verantwoordelijk voor het tijdig, correct en volledig opladen van zijn enige offerte.
De initiële offerte en de definitieve offerte worden rechtsgeldig ondertekend middels de plaatsing van een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening op het indieningsrapport in e-procurement.
2.6.4. Ondertekening van de offerte wanneer deze wordt vereist
De offerte wordt ondertekend door de perso(o)n(en) die bevoegd of gemachtigd is/zijn om de inschrij- ver te verbinden en in geval van een offerte ingediend door een combinatie, wordt ze ondertekend door elke deelnemer aan de combinatie.
De aanbestedende overheid wijst erop dat de ondertekening van een offerte, overeenkomstig vaste rechtspraak van de Raad van State, niet als een daad van dagelijks bestuur wordt beschouwd.
De inschrijver voegt bij zijn offerte de nodige documenten waaruit de bevoegdheid van deze perso(o)n(en) blijkt (uittreksels van de statuten, benoemingsbesluiten, volmacht…). Eventuele ge- machtigden kunnen zich ook beperken tot een verwijzing naar het nummer van de bijlage van het Belgisch Staatsblad waarin hun bevoegdheden zijn bekendgemaakt.
De offerte dient elektronisch ondertekend te worden met een geldige gekwalificeerde elektronische handtekening (een ingescande handtekening is dus onvoldoende). De elektronische handtekening dient op het indieningsrapport in e-procurement te worden geplaatst.
Een gekwalificeerde elektronische handtekening kan geplaatst worden door middel van een Belgische eID, of een gekwalificeerd certificaat dat bij private actoren kan worden aangekocht. Voor meer infor- matie omtrent de aankoop van een gekwalificeerd certificaat, zie xxxx://xxxxxxxx.xxxxxxxxxx.xx/xx- kwalificeerde-certificaten.
2.6.5. Verbintenistermijn
De inschrijver is gebonden door zijn offerte gedurende een termijn van 8 maanden, te rekenen vanaf de dag volgend op de limietdatum voor het indienen van de offerte en dient zijn offerte dus gestand te doen wanneer de opdracht binnen de verbintenistermijn wordt gesloten.
De indiening van een aangepaste tussentijdse offerte tijdens de onderhandelingen of een definitieve offerte doet deze verbintenistermijn telkenmale opnieuw starten vanaf de dag volgend op de limiet- datum voor het indienen van de desbetreffende offertes.
Vóór het verstrijken van de verbintenistermijn kan de aanbestedende overheid aan de inschrijvers een vrijwillige verlenging van deze termijn vragen.
Indien de inschrijver niet ingaat op de verlenging van de verbintenistermijn, dan stemt dit overeen met een instemming om uit de onderhandelingen te stappen eens de alsnog lopende verbintenistermijn is verstreken.
3. Bijzondere bepalingen
3.1. Context
3.1.1. Geografische situering The Loop
The Loop is een gebiedsontwikkeling in het zuiden van Gent, ongeveer zo groot als de historische Kuip van Gent. Het gebied ligt tussen de E40 en R4 en wordt doorsneden door de Pégoudlaan (B402), die beide met elkaar verbindt. Bovendien ligt The Loop op fietsafstand (1,7 km in vogelvlucht, 2,2 km al fietsend) van Station Gent Sint Pieters. In het oosten bevindt zich de terminus van tramlijn 1. Daarmee is The Loop, althans op papier, één van de best ontsloten gebieden van Gent, met de potentie om het gebied te ontwikkelen tot multimodaal ontsloten stadswijk.
De zichtbaarheid en grote dichtheid van (multimodale) infrastructuur zijn meteen ook de grootste troeven. Op The Loop zijn vandaag al enkele grote publiekstrekkende programma’s gevestigd, die een bovenlokaal belang hebben: Ikea en Flanders Expo.
De zone behoort ook tot de zogenaamde ‘Zuidelijke Mozaïek’, een aaneenschakeling van grootschalige gebiedsontwikkelingen in de Gentse Zuidrand, waaronder het gebied rond de Ghelamco-arena en Tech Lane Ghent.
Figuur 1 - Situering van The Loop (rode contour)
Op vlak van mobiliteit en ontsluiting voor gemotoriseerd verkeer wordt The Loop gekenmerkt door een hiërarchisch systeem. De site is voornamelijk bereikbaar vanaf het hogere wegennet, zijnde de Pégoudlaan die rechtstreeks geconnecteerd is met de R4 en de E40. Vanaf de Pégoudlaan takken twee éénrichtingslussen af, een oostelijke en een westelijke, de zogenaamde interne ringwegen. Twee brug- gen verbinden beide lussen met elkaar over de Pégoudlaan heen. Zo ontstaat een doorlopend lussen- systeem dat voornamelijk bedoeld is om voldoende buffering te creëren voor het verkeer tussen de ontwikkelzones en het hogere wegennet. Vanaf de interne ringwegen takken ontsluitingswegen af, die zorgen voor de eigenlijke ontsluiting van de ontwikkelzones.
3.1.2. Projectlocatie
GBTL, een publiek-private samenwerking tussen het Gentse autonoom gemeentebedrijf sogent en de NV Schoonmeers-Bugten (voornamelijk Banimmo NV), is eigenaar van een deel van de projectgronden op The Loop.
De locatie voor het snellaadstation is gelegen op het ontwikkelingsveld 11, gelegen op de oostelijke helft van The Loop, naast de oostelijke ringweg.
Figuur 2 - Situering veld 11 (gele contour)
Veld 11 is op vandaag deels ingevuld door een P+R met een capaciteit van 168 plaatsen. De overige oppervlakte is onbebouwd en voornamelijk begroeid met bosvegetatie. De P+R wordt ontsloten via de Hélène Dutrieulaan, een parallelweg naast de oostelijke xxxxxxx (Xxxxx Xxxxxxxxxxx). De P+R heeft één centrale in- en uitrit die zich ten noordoosten van de gelijkgrondse tramkruising bevindt; na krui- sing van een dubbelrichtingsfietspad loopt deze door in een centrale baan van waaraf langs beide zij- den zijdelingse rijvakken met dubbele parkeerstroken aftakken.
De rijvakken zijn uitgevoerd in asfalt, de parkeerstroken in betonnen grasdallen. Twee aangrenzende parkeerstroken worden telkens gescheiden door een onverharde groenstrook.
Figuur 3 - Locatie van de P+R op veld 11
De projectlocatie voor het snellaadstation valt samen met de eerste parkeerzone onmiddellijk rechts na het kruisen van het fietspad. De locatie situeert zich zo in de uiterst westelijke hoek van veld 11.
Kadastrale gegevens: Gent, 25ste afdeling, sectie A, delen van nummers 239z2, 239y2 en 259n4.
De projectlocatie omvat in basis het rijvak met langs beide zijden een parkeerstrook (die op heden elk 10 plaatsen bevatten). Het betreft een zone met een lengte van ca. 26 m en een breedte van ca. 16 m (5 m parkeerstrook + 6 m rijvak + 5 m parkeerstrook). Het geniet de voorkeur dat de bestaande ver- harding zoveel als mogelijk hergebruikt wordt. Bijkomend is het niet verplicht om de volledige project- locatie aan te wenden. Indien er P+R-plaatsen binnen de projectlocatie kunnen gespaard worden, zon- der dat dit een nadelig gevolg heeft voor de organisatie en inrichting van het station, geniet dit de voorkeur. Algemeen: hoe ruimtebesparender de inrichting opgevat wordt (en bijgevolg, hoe meer P+R- plaatsen gespaard kunnen blijven), hoe wenselijker.
Figuur 4 – Detail van de P+R met aanduiding van de projectlocatie (donkerblauwe stippellijn)
Er wordt bijkomend verwezen naar bijlage 2 voor het inplantingsplan van de projectzone.
3.1.3. Planologische context
RUP
Op The Loop is het RUP SDW-5 Handelsbeurssite van kracht. Hierin wordt o.a. gesteld dat gemeen- schapsvoorzieningen die nodig/nuttig zijn voor het functioneren van het gebied, toegelaten zijn in elke bebouwbare zone op voorwaarde dat ze kleinschalig zijn en geïntegreerd worden in de projectontwik- keling voor die zone.
Het volledige RUP is raadpleegbaar via de website van Stad Gent: xxxxx://xxxxxxxxxxxxxxx- xxx.xxxx.xxxx/.
Nieuw masterplan The Loop
In opdracht van Stad Gent loopt momenteel een studie tot opmaak van een nieuw masterplan voor The Loop. Dit als gevolg van de wens van Stad, grondeigenaren, ontwikkelaars en stakeholders op The Loop om de ambities voor de site te vernieuwen. Het nieuwe masterplan zal op termijn leiden tot een (ver)nieuw(d) ruimtelijk uitvoeringsplan als juridische onderlegger. Tot dat moment blijft het huidige RUP van kracht.
3.2. Technische randvoorwaarden
De hierna vermelde minimale eisen zijn verplicht voor de laadstations in de offerte van de inschrijver om als regelmatig te worden beschouwd.
3.2.1. Hardware snelladers
- Vermogen: er worden snelladers geïnstalleerd met een minimum continue vermogen van 200kW gelijkstroom per laadpunt;
- Connectoren: de snelladers wordt uitgerust met minstens de gangbare connectoren ChaDeMo en CCS;
- Er worden maximaal 10 laadpunten voorzien;
- Geschikt voor onbemande buitenopstelling: de snelladers moeten geschikt zijn voor een ‘out- door’ en onbemande opstelling, met de correcte elektrische eigenschappen ongeacht de weersomstandigheden;
- Materiaalgebruik en afwerking: de snelladers dienen robuust en volledig afgewerkt te zijn. De behuizing van de snelladers is vervaardigd van een materiaal dat de eigenschappen van wa- terbestendigheid, slagvastheid en corrosiebestendigheid behoudt. De snelladers zijn vandalis- mebestendig opgebouwd;
- Afmetingen: er worden geen objectieve eisen vastgelegd voor de afmetingen van de snella- ders;
- Zichtbaarheid laadstatus: aan de snelladers moet het gemakkelijk zichtbaar zijn of een snella- der beschikbaar is of er een e-rijder aan het laden is;
- Informatievoorziening: minstens de volgende gegevens worden duidelijk vermeld op de snel- lader:
o telefoonnummer van de concessiehouder voor het melden van storingen of schade;
o unieke objectnummer (cfr. voor de identificatie van de snelladers);
o de wijze waarop geladen en betaald kan worden.
- Betaalmogelijkheden: om gebruik te maken van de snellader kan de gebruiker zich identifice- ren met een laadpas, via een app of via elektronische betaalmogelijkheden;
- Connectiviteit: de snellader kan gegevens uitwisselen met het internet en met andere provi- ders conform de geldende regelgeving inzake privacywetgeving (GDPR – algemene verorde- ning gegevensbescherming).
3.2.2. Laaddienstverlening
- Groene stroom: de snelladers worden uitsluitend bevoorraad met 100% CO2-neutrale stroom uit hernieuwbare energiebronnen;
- Gebruiksgemak en -eenvoud: de laaddienstverlening is gebruiksvriendelijk en de snelladers zijn eenvoudig te bedienen en te hanteren;
- Interoperabiliteit: de snelladers moeten compatibel zijn voor een zo groot mogelijke groep e- rijders. Dit impliceert dat de hard- en software van de snelladers zodanig georganiseerd is dat e-rijders met een andere eMobility Service Provider het snelladen ook moeten kunnen (de)ac- tiveren;
- Ad hoc betaalmogelijkheid: e-rijders zonder een laadpas moeten ook gebruik kunnen maken van de snellader;
- Laaddienstprijs: de prijs gehanteerd aan de snelladers is marktconform en transparant. De prijs is gebaseerd op de hoeveelheid afgenomen energie, in kWh;
- Communicatie laaddienstprijs: de laaddienstprijzen dienen duidelijk zichtbaar te worden geaf- ficheerd in het laadstation zelf (bv. op de snelladers). Andere communicatiekanalen (bv. web- site, apps, ...) mogen eveneens gebruikt worden maar zijn steeds aanvullend, nooit exclusief;
- Betaalmogelijkheden: gebruikers moeten gemakkelijk kunnen betalen met hun betaalpas of smartphone, door diverse betaalopties zoals kaartlezers, contactloze betaalterminals of QR- codes;
- Open data: de actuele beschikbaarheid, geodata en technische eigenschappen van de laad- dienstverlening op alle individuele laadpunten wordt bekend gesteld voor de e-rijder via alge- meen beschikbare kanalen die via open data ter beschikking gesteld worden.
3.2.3. Beheer laadinfrastructuur
- Beschikbaarheidspercentage (uptime): de laaddienstverlening die geleverd wordt, heeft per laadstation een minimale uptime van 97%;
- Onderhoud:
o de inschrijver dient te voorzien in proactief en reactief onderhoud van de snelladers, met als hoofddoel om een zo hoog mogelijk beschikbaarheidspercentage te realiseren. De inschrijver dient te allen tijde propere en nette snelladers na te streven;
o de inschrijver dient te voorzien in een regelmatig onderhoud van de infrastructuur en groenaanplant op de projectsite (ook de verhardingen en andere infrastructuur die reeds aanwezig waren op de site en dus niet door hemzelf werden aangelegd); het is vereist dat het station er te allen tijde netjes bij ligt. Hierbij hoort ook het tijdig ledigen van vuilnisbakken e.d.;
- Service Level Agreements (SLA’s): het nastreven van een zo hoog mogelijk beschikbaarheids- percentage dient één van de prioriteiten van de inschrijver te zijn. Om dit te bewerkstelligen is een doordachte strategie nodig om meldingen en storingen te behandelen. De inschrijver dient minstens de volgende dienstverlening te kunnen aanbieden:
o Een helpdesk die 24/7 beschikbaar is (waarvan de contactgegevens vermeld staan op elke snellader).
o Onmiddellijk herstel vanop afstand van defecte of slecht functionerende snelladers die via de helpdesk gemeld worden (bv. het niet kunnen (de)activeren van een snel- laadsessie, het niet kunnen loskoppelen van de stekker, etc.).
o Herstel binnen de 24u van defecte of slecht functionerende snelladers die niet vanop afstand kunnen worden hersteld.
o Een veilige situatie creëren binnen de 4u in geval van onveilige situaties (bij elektrocu- tiegevaar, etc.).
- Toekomstbestendigheid: De aanbestedende overheid verwacht van de inschrijver dat de laad- dienstverlening geschikt is om de komende 10 jaar alle elektrische voertuigen te kunnen be- dienen (o.a. via software updates en upgrades, etc.);
- Veiligheid van data: de concessiehouder dient alles in het werk te stellen dat laadtransacties correct en veilig worden geregistreerd en doorgegeven aan eMSP’s; dataverkeer tussen snel- lader en backoffice en tussen backoffice van CPO naar backoffice van eMSP dient bij voorkeur versleuteld plaats te vinden;
- De concessiehouder dient aan te geven welke maatregelen zullen genomen worden om te vermijden dat laadplaatsen onrechtmatig gebruikt worden als parkeerplaatsen.
3.3. Opbouw laadstation
- Terrein: de concessiehouder krijgt een projectzone ter beschikking die reeds in basis verhard is (deels asfalt, deels betonnen grasdallen) om zijn laadinfrastructuur op te installeren en te exploiteren. Het geniet de voorkeur indien de bestaande verharding hergebruikt wordt. Voor de aanvang van de werken in functie van de concessie zullen, door de aanbestedende overheid en concessiehouder, foto’s genomen worden en zal een plaatsbeschrijving opgemaakt wor- den;
- Ontwerp laadstation: de inschrijver beschrijft hoe het laadstation zal worden opgebouwd, aan- gevuld met enkele illustraties of referentiebeelden. Het laadstation omvat het geheel van de snelladers, kiosk, totem, hoogspanningscabine, wegenis, verlichting, vuilnisbakken, rustban- ken en groenaanleg;
- Er moet voldoende ruimte zijn op het eigen terrein opdat wachtende wagens de verkeers- stroom van en naar de P+R niet hinderen. Deze extra ruimte mag nooit gebruikt worden als extra parkeerzone;
- De concessiehouder zal zelf instaan voor de aansluiting op het elektriciteitsnet en eventuele andere nutsstromen. Het is de verantwoordelijkheid van de concessiehouder om zelf het no- dige onderzoek te verrichten naar de aansluitmogelijkheden op en rond het terrein;
- Verkeersstroom: een doorrijd verkeersstroom is gezien de integratie in de bestaande P+R niet mogelijk;
- Verharding en wegenis: de bestaande verharding en xxxxxxx wordt bij voorkeur zoveel als mogelijk hergebruikt. Indien de concessiehouder heraanleg van de verharding nodig acht, zal hij hier zelf voor dienen in te staan. Na afloop van de concessie zal de verharding dienen her- steld te worden naar de oorspronkelijke toestand;
- Laadplaatsen: het moet voor elke personenwagen mogelijk zijn om te laden aan de snellader, ongeacht waar de laadpoort zich in de wagen bevindt;
- Kiosk: de concessiehouder voorziet een kiosk op het terrein. Deze wordt ingepast in het ont- werp van het laadstation. Minimaal dient er een beperkt aantal automaten (met snacks, ver- pakte eetwaren en niet alcoholische dranken) geïnstalleerd te worden. Minimaal dient 1 toilet geïnstalleerd te worden in de kiosk;
- Overkapping: Aanwezigheid van een dak of overkapping waaronder gebruikers kunnen schui- len;
- Verlichting: het laadstation is voldoende verlicht zodat de e-rijder veilig en vlot gebruik kan maken van het station;
- Vuilbakken: op het laadstation is minstens 1 vuilbak aanwezig;
- Rustbanken: In de onmiddellijke omgeving van de snellader dienen rustbanken voorzien te worden;
- Groenaanleg: de concessiehouder is verplicht alle niet verharde plaatsen, gelegen binnen de concessiegrenzen, van bezaaiingen en beplantingen te voorzien;
- Totem: het ontwerp van de totem moet afgestemd zijn op de concrete plaatsgesteldheid en de specifieke contextfactoren, zodat weggebruikers tijdig en veilig geïnformeerd worden. Er worden dan ook geen algemene restricties opgelegd wat hoogte of breedte van de totem be- treft. Wel dient deze totem op een veilige plaats ingeplant te worden op de site;
- Vandalisme: het laadstation dient zo ingericht te worden dat daden van vandalisme worden bemoeilijkt;
- Bouwplan: Na toewijzing van de opdracht, zal de concessiehouder een bouwplan met techni- sche fiches voorleggen ter goedkeuring. De detailgegevens over de laadpunten, transformato- ren, verharding, elektrische leidingen, verlichting, batterijen, camera’s, sensoren, waterhuis- houding,… worden hierin toegevoegd.
4. Bijlagen
Bijlage 1 – Offerteformulier
Bijlage 2 – Inplantingsplan projectzone